Endres+Hauser KA Ceraphant PTC31B Short Instruction

Type
Short Instruction
Deze handleiding is een beknopte handleiding en geen vervanging voor de bedieningshandleiding die hoort bij het instrument.
Gedetailleerde informatie over het instrument is opgenomen in de bedieningshandleiding en de andere documentatie:
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser Operations App
Basisveiligheidsinstructies
Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen voor het uitvoeren van de
taken:
Getraind, gekwalificeerde specialisten moeten voldoende zijn gekwalificeerd
voor het uitvoeren van deze functie en taak
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving
Zij moeten de instructies in het handboek en de aanvullende documentatie
en de certificaten (afhankelijk van de applicatie) hebben gelezen en begrepen
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften
Bedoeld gebruik
De Ceraphant is een drukschakelaar voor het meten en bewaken van absolute en
overdruk. De materialen die in aanraking komen met het procesmedium moeten
voldoende bestendig zijn tegen deze media.
Het meetinstrument kan worden gebruikt voor de volgende metingen
(procesvariabelen)
Conform de grenswaarden gespecificeerd in de "Technische gegevens"
Conform de voorwaarden zoals opgenomen in de deze handleiding.
Gemeten procesvariabele
Overdruk of absolute druk
Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Gebruik het instrument alleen in goede technische en fail-safe conditie.
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het
instrument.
Explosiegevaarlijke omgeving
Voor het uitsluiten van gevaar voor personen of de installatie, wanneer het
instrument wordt gebruikt in een gecertificeerde omgeving (bijv.
druktoestelbeveiliging):
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan
worden gebruikt in de betreffende gecertificeerde omgeving.
Productidentificatie
Adres van de fabrikant
Endress+Hauser SE+Co. KG
Hauptstraße 1
79689 Maulburg, Duitsland
Fabricagelocatie: zie typeplaat.
Montage
Montagevoorwaarden
Vocht mag de behuizing niet binnendringen tijdens de installatie of bediening
van het instrument of bij het uitvoeren van de elektrische aansluiting.
Maak het membraan niet schoon en raak deze niet aan met harde en/of
puntige voorwerpen.
Verwijder de bescherming op het procesmembraan niet tot vlak voor de
installatie.
Zet de kabelinvoer altijd stevig vast.
Richt zo mogelijk de kabel en connector naar beneden om binnendringen van
vocht te voorkomen (bijv. regen of condenswater).
Bescherm de behuizing tegen schokken
Voor instrumenten met overdrukmeetcel en M12- of ventielconnector, geldt
het volgende:
LET OP
Wanneer een verwarmd instrument wordt afgekoeld tijdens een
reinigingsproces (bijv. door koud water), ontstaat gedurende korte tijd een
vacuüm waardoor vocht de meetcel kan binnendringen via het
drukcompensatie-element (1).
Het instrument kan onherstelbaar beschadigd raken!
Monteer het meetinstrument met het drukcompensatie-element (1) zo ver
mogelijk wijzend diagonaal naar beneden of opzij.
1 1 1
1
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
Ceraphant PTC31B
Procesdrukmeting
KA01621P/15/NL/01.22-00
71611083
2022-10-03
*71611083*
71611083
KA01621P
2 Endress+Hauser
Invloed van de installatiepositie
Elke inbouwrichting is mogelijk. Echter, de inbouwrichting kan een verschuiving
van het nulpunt tot gevolg hebben, d.w.z. de meetwaarde is niet nul wanneer de
tank leeg is of gedeeltelijk gevuld, zie de bedieningshandleiding.
C
AB
Type As procesmembraan
ligt horizontaal (A)
Procesmembraan
wijst naar boven
(B)
Procesmembraan
wijst naar beneden
(C)
PTC31B
< 1 bar (15 psi)
Kalibratiepositie, geen
invloed
Tot
+0,3 mbar
(+0,0044 psi)
Tot
–0,3 mbar
(–0,0044 psi)
PTC31B
≥ 1 bar (15 psi)
Kalibratiepositie, geen
invloed
Tot
+3 mbar
(+0,0435 psi)
Tot
–3 mbar
(–0,0435 psi)
Montagelocatie
Drukmeting in gassen
Monteer het instrument met afsluiter boven het aftappunt zodat condensaat
terug kan stromen in het proces.
Drukmeting in dampen
Gebruik een sifon bij de drukmeting in dampen. Het sifon reduceert de
temperatuur tot praktisch omgevingstemperatuur. Monteer het instrument bij
voorkeur met de afsluiter en sifon onder het aftappunt.
Montage boven het tappunt is ook toegestaan.
Houd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur van de transmitter aan!
Houd rekening met de invloed van de hydrostatische waterkolom.
Drukmeting in vloeistoffen
Monteer het instrument met de afsluiter en sifon onder of op dezelfde hoogte als
het aftappunt.
Houd rekening met de invloed van de hydrostatische waterkolom.
Niveaumeting
Installeer het instrument altijd onder het onderste meetpunt.
Installeer het instrument NIET op de volgende posities:
In de vulstroom
In de tankuitlaat
In het aanzuiggebied van een pomp
Of op een punt in de tank waar invloed kan bestaan door drukpulsen van
het roerwerk.
Een functionele test kan gemakkelijker worden uitgevoerd wanneer u het
instrument stroomafwaarts van een afsluiter monteert.
Elektrische aansluiting
Aansluiten van het meetinstrument
Klemtoekenning
LWAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel door ongecontroleerd activeren van
processen!
Schakel de voedingsspanning uit voor aansluiten van het instrument.
Waarborg dat de processen stroomafwaarts niet onbedoeld worden gestart.
LWAARSCHUWING
Een verkeerde aansluiting brengt de elektrische veiligheid in gevaar!
Conform IEC/EN61010 moet een afzonderlijke uitschakelaar voor het
instrument worden opgenomen.
Het instrument moet worden gebruikt met een 630 mA fijnzekering (slow-
blow).
De maximale stroom is begrensd tot Ii = 100 mA door de voedingseenheid
van de transmitter wanneer het instrument wordt gebruikt in een
intrinsiekveilig circuit (Ex ia).
Beveiligingscircuits tegen omgekeerde polariteit zijn geïntegreerd.
LET OP
Schade aan de analoge ingang van PLC's door verkeerde aansluiting
Sluit de actieve PNP-schakeluitgang van het instrument NIET aan op de 4 -
20 mA-ingang van een PLC.
Sluit het instrument aan in de volgende volgorde:
1. Waarborg dat de voedingsspanning overeenkomt met hetgeen dat is
vermeld op de typeplaat.
2. Sluit het instrument zoals getoond in het volgende diagram.
Voor instrumenten met een kabelaansluiting: sluit de referentieluchtslang niet af
(zie (a) in de volgende tekeningen)! Bescherm de referentieluchtslang tegen
binnendringen van water/condensaat.
1 x PNP schakeluitgang R1
M12-connector Ventielconnector
L–
L+
0.63A
21
34R1
R1
"
L–
L+
1
2
3
4
0.63A
Kabels
L–
L+
1
2a
3
4
2b
R1
"
(a)
0.63A
1: bruin = L+
2a: zwart = schakeluitgang 1
2B: wit = niet in gebruik
3: blauw = L-
4: groen/geel = aarde
(a): referentieluchtslang
Zie voor andere aansluitopties de bedieningshandleiding.
Voedingsspanning
Voedingsspanning: 10 tot 30 V DC met een DC-voedingseenheid
Stroomverbruik en alarmsignaal
Intrinsiek opgenomen vermogen Alarmstroom (voor instrumenten met analoge
uitgang) 1)
≤ 60 mA ≥21 mA (fabrieksinstelling)
1) Instelling min. alarmstroom ≤3,6 mA kan worden besteld via de
productbestelstructuur. Min. alarmstroom ≤3,6 mA kan worden ingesteld op het
instrument of via IO-Link.
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Endres+Hauser KA Ceraphant PTC31B Short Instruction

Type
Short Instruction