Fusion SG-DA82000 Installatie gids

Type
Installatie gids
®
SG-DA82000 Signature Series
Installatie-instructies voor de
versterker
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
WAARSCHUWING
Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies.
Ontkoppel de stroomvoorziening van het voertuig of vaartuig
voordat u dit toestel gaat installeren.
VOORZICHTIG
Om ervoor te zorgen dat de startbeveiliging in overeenstemming
is met SAE J1171, moet u de zekering alleen vervangen door
een zekering die compatibel is met J1171.
Continue blootstelling aan geluidsdrukniveaus van meer dan
100 dBA kan permanente gehoorbeschadiging veroorzaken. Het
volume is doorgaans te hoog als u de mensen om u heen niet
hoort praten. Beperk de tijd dat u luistert met een hoog volume
tot een minimum. Als uw oren suizen of als u spraak alleen
gedempt hoort, gebruik het toestel dan niet meer en laat uw
gehoor controleren.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Dit toestel is ontworpen voor een voedingsbron met 12 V
gelijkstroom. Als u het toestel aansluit op een voedingsbron van
24 V gelijkstroom of meer, kan het beschadigd raken.
Voor optimale prestaties wordt aanbevolen om uw
audiosysteem te laten installeren door een professionele
installateur.
Lees alle installatie-instructies alvorens de installatie uit te
voeren. Als u problemen ondervindt tijdens het installeren, kunt
u voor ondersteuning terecht op www.fusionentertainment.com.
Inhoud van de verpakking
Vier zelftappende schroeven van 4,2 mm (8-gauge)
Inbussleutel van 3 mm (voor het bovenste deksel en de
voedingsaansluitingen)
Inbussleutel van 2,5 mm (voor de luidsprekeraansluitingen)
Poetsdoek
Reserve platte zekeringen van 40 A voor J1171
Benodigde materialen
Boormachine en boren
Platte schroevendraaier
Draadkniptang
Draadstriptang
160 A interne zekering voor de voedingskabel
4 AWG (21,1 mm
2
) voedingskabel
OPMERKING: Mogelijk hebt u een dikkere kabel nodig voor
hogere stroomsterktes of langere afstanden (Gids voor de
dikte van voedingskabels, pagina 2).
16 AWG (1,31 mm
2
) luidsprekerdraad
OPMERKING: Mogelijk hebt u dikker draad nodig voor
langere afstanden (Gids voor de dikte van luidsprekerdraad,
pagina 3).
20 AWG (0,52 mm
2
) draad (inschakelsignaal versterker)
Dubbele RCA-kabel (1 per zone, voor stereoluidsprekers)
(Aandachtspunten bij het aansluiten van signalen en
luidsprekers, pagina 3)
Enkele RCA-kabel en RCA-splitter (1 per zone, voor mono-
subwoofers en het overbruggen van uitvoer voor
luidsprekers) (Aandachtspunten bij het aansluiten van
signalen en luidsprekers, pagina 3)
Kabelbinders (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
VOORZICHTIG
Bij hoge temperaturen en intensief gebruik, kan de behuizing
van het toestel dermate heet worden dat het kan leiden tot letsel
bij aanrakingen. Het toestel moet op een locatie worden
geïnstalleerd waar het tijdens de bediening niet wordt
aangeraakt.
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Dit toestel is ontworpen voor installatie op een droge locatie. Als
u dit toestel installeert op een plaats waar het in contact kan
komen met water of kan worden ondergedompeld, kan dit leiden
tot schade. Waterschade valt niet onder de garantie.
Het toestel moet worden gemonteerd op een locatie waarbij
het de brandstoftank of de elektrische bedrading niet in de
weg zit.
Het toestel moet worden gemonteerd op een locatie waar het
niet kan worden ondergedompeld.
Het toestel moet worden gemonteerd op een locatie met
voldoende ventilatie waar het niet wordt blootgesteld aan
extreme temperaturen.
Als het toestel in een afgesloten ruimte is gemonteerd, moet
u een koelventilator met geschikte ventilatiekanalen
installeren om de toevoer van lucht te vergemakkelijken.
Het toestel moet zo worden gemonteerd dat de kabels
eenvoudig kunnen worden aangesloten.
Ter voorkoming van interferentie met een magnetisch
kompas, dient het toestel op ten minste 50 cm (20 in.)
afstand van een kompas te worden geïnstalleerd.
Het toestel mag niet worden gemonteerd in de buurt van
overige apparatuur die essentieel is voor de navigatie, of bij
de antennes of radiocommunicatieapparatuur van het schip.
Het SG-DA82000 Signature Series monteren
LET OP
Als u het toestel op glasvezel monteert, is het raadzaam om bij
het boren van de gaten met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U
voorkomt hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
OPMERKING: Bij het toestel zijn schroeven geleverd, maar
deze zijn mogelijk niet geschikt voor het montageoppervlak.
Januari 2019
190-02211-90_0A
Voordat u het toestel installeert, moet u voor het
montageoppervlak geschikte schroeven en andere
bevestigingsmaterialen kiezen.
1
Plaats het toestel op de gewenste montagelocatie en
markeer de locatie van de montagegaten.
2
Boor een montagegat voor één hoek van het toestel.
3
Bevestig deze hoek van het toestel losjes aan het
montageoppervlak en controleer de andere drie markeringen
van de montagegaten.
4
Markeer eventueel opnieuw de montagegaten en verwijder
het toestel van het montageoppervlak.
5
Boor de overige montagegaten.
6
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak.
De klep verwijderen
U moet de klep verwijderen om de connectors en
configuratieknoppen te kunnen bereiken.
1
Gebruik de meegeleverde inbussleutel van 3 mm om de
schroeven te verwijderen waarmee de klep op de versterker
is bevestigd.
2
Til de klep van de versterker en leg deze opzij totdat u alle
aansluitingen hebt gemaakt en de versterker hebt
geconfigureerd.
Aandachtspunten bij de aansluiting
LET OP
De 12 V gelijkstroombedrading (niet meegeleverd) van de
batterij naar de versterker moet zo dicht mogelijk bij de batterij
door een interne zekering of stroomonderbreker (niet
meegeleverd) lopen. U moet de +12V-draad (positief) aansluiten
op de zekering of stroomonderbreker. Het aansluiten van de
versterker op een voeding zonder interne zekering of
stroomonderbreker kan tot brand leiden als er kortsluiting in de
kabel ontstaat.
U dient het audiosysteem uit te schakelen voordat u kabels
aansluit op de versterker. Als u het audiosysteem niet
uitschakelt, kan het beschadigd raken.
Alle aansluitingen moeten worden beschermd tegen contact met
het scheepschassis en met elkaar. Onjuist contact van de
aansluiting of de kabel kan leiden tot schade aan het
audiosysteem.
U moet de versterker op de aarde aansluiten voordat u
andere bedrading aansluit (Aansluiten op de voeding,
pagina 2).
U moet de +12V-draad (positief) pas op de batterij aansluiten
nadat u alle andere bedrading op de versterker hebt
aangesloten.
Als uw stereo geen externe inschakelsignaaldraad heeft,
moet u de versterker aansluiten op een geschakelde 12 V
gelijkstroombron.
Poortidentificatie
Zekeringen. Raadpleeg de productspecificaties voor meer
informatie over vervangende onderdelen.
De LED-indicatoren voor POWER en PROT (bescherming)
(Problemen oplossen, pagina 6)
Luidsprekenaansluitingen van zone 1 en 2
RCA-ingangen van zone 1 en 2
Aansluitingen voor voeding, aarde en de inschakeling van de
versterker
RCA-ingangen van zone 3 en 4
Luidsprekenaansluitingen van zone 3 en 4
Aansluiten op de voeding
U dient de voedingsdraad met een interne zekering of
stroomonderbreker aan te sluiten op de batterij.
U moet een draad (niet meegeleverd) van de juiste dikte
gebruiken om de versterker aan te sluiten op voeding en aarde,
op basis van de totale stroomsterkte en de lengte van de kabel
(Gids voor de dikte van voedingskabels, pagina 2).
1
Leid een draad van de juiste dikte naar de versterker en naar
een locatie op de bodem van de boot.
2
Sluit met de meegeleverde inbussleutel van 3 mm de
aardedraad aan op de GND-aansluiting van de versterker.
3
Sluit het andere uiteinde van de aardedraad aan op een
locatie op de bodem van de boot.
4
Leid een draad van de juiste dikte naar de versterker en naar
de batterij van de boot en selecteer een optie:
Een interne zekering installeren op de voedingsdraad, zo
dicht mogelijk bij de batterij.
Een stroomonderbreker vinden of installeren, zo dicht
mogelijk bij de batterij, voor gebruik met de voedingsdraad
van de versterker.
LET OP
U mag de voedingsdraad niet op de versterker, de batterij of
de stroomonderbreker aansluiten voordat u alle andere
aansluitingen hebt voltooid. Als u de versterker op de
voeding aansluit voordat u alle andere aansluitingen hebt
uitgevoerd, kan dit tot schade aan uw audiosysteem leiden.
5
Selecteer een optie:
Als uw stereo een inschakeldraad voor de versterker
heeft, leidt u een draad met een dikte van 20 AWG
(0,52 mm
2
) van de inschakeldraad van de versterker op
de stereo naar de versterker.
OPMERKING: De versterker en de stereo moeten op
dezelfde fysieke aardingslocatie worden aangesloten om
het inschakelsignaal van de versterker goed te laten
werken.
Als uw stereo geen inschakeldraad voor de versterker
heeft, leidt u een draad van 20 AWG (0,52 mm
2
) van de
positieve aansluiting van de batterij via een schakelaar
naar de versterker.
6
Sluit de 20 AWG (0,52 mm
2
)-draad met de meegeleverde
inbussleutel van 2,5 mm aan op de REM-aansluiting van de
versterker.
Sluit alle andere aansluitingen op de stereo en de luidsprekers
aan voordat u de verbinding met de voeding tot stand brengt
(De aansluitingen voltooien, pagina 4).
Gids voor de dikte van voedingskabels
Voor de meeste installaties dient u een kabel van 4 AWG
(21,1 mm
2
) te gebruiken. Als de totale stroomsterkte hoger is
2 Installatie-instructies voor de SG-DA82000 Signature Series
dan 50 tot 65 A en de kabel langer is dan 3 tot 4 m (10 tot13 ft.)
kunt u deze tabel gebruiken om te bepalen of u een dikkere
kabel moet gebruiken. In deze tabel wordt de weerstand van de
aansluiting aangegeven.
OPMERKING: Als u aluminium of vertinde draad gebruikt, moet
u een draad gebruiken die twee eenheden dikker is dan de
hieronder vermelde dikte om een potentiële spanningsdaling als
gevolg van het draadmateriaal te compenseren.
Totale stroom-
sterkte
0 - 4 ft.
(0 - 1,2 m)
4 - 7 ft.
(1,2 - 2,1 m)
7 - 10 ft.
(2,1 - 3 m)
10 - 13 ft.
(3 - 4 m)
85 - 105 A 4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
105 - 125 A 4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
125 - 150 A 2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
Totale stroom-
sterkte
13 - 16 ft.
(4 - 4,9 m)
16 - 19 ft.
(4,9 - 5,8 m)
19 - 22 ft.
(5,8 - 6,7 m)
22 - 28 ft.
(6,7 - 8,5 m)
50 - 65 A 4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
4 AWG
(21,1 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
65 - 85 A 2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
85 - 105 A 2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
2 AWG
(33,6 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
105 - 125 A 0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
125 - 150 A 0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
0 AWG
(53,5 mm
2
)
Aandachtspunten bij het aansluiten van signalen en
luidsprekers
Let op de volgende punten wanneer u de stereo en luidsprekers
op de versterker aansluit:
Elke set zone-aansluitpunten voor de luidsprekers op de
versterker is gekoppeld aan de RCA-ingangen voor die zone.
Elk kanaal ondersteunt een nominale impedantie van 4 ohm
voor de belasting van de luidspreker en een minimale
impedantie van 2 ohm voor de belasting van de luidspreker.
U kunt twee luidsprekers parallel aansluiten op één kanaal.
De gecombineerde impedantie moet groter zijn dan de
minimale laadimpedantie van 2 ohm (Meerdere luidsprekers
of subwoofers parallel aansluiten, pagina 3).
U kunt een zone-uitgang van laag niveau of een subwoofer-
uitgang van laag niveau vanaf de stereo aansluiten op ieder
van de RCA-ingangen van een zone op de versterker.
U dient een16 AWG (1,31 mm
2
) luidsprekerkabel te
gebruiken om de speakers en subwoofers aan te sluiten op
de versterker.
Let bij het aansluiten van luidsprekers op de versterker op de
zone- en polariteitmarkeringen voor elk kanaal. Z1L geeft
bijvoorbeeld het linkerkanaal van ZONE 1 aan enZ1R het
rechterkanaal van ZONE 1.
Als u een combinatie van luidsprekers en subwoofers op de
versterker aansluit, moet u de subwoofers op ZONE 2 of
ZONE 4 aansluiten, zoals hieronder wordt weergegeven.
Deze zones hebben speciale BASS BOOST bediening.
U kunt een subwoofer op één kanaal aansluiten, maar voor
de beste prestaties moet u de subwoofer in de
overbruggingsmodus aansluiten (Een luidspreker of
subwoofer aansluiten in de overbruggingsmodus,
pagina 4).
In het volgende voorbeeld worden subwoofers van 4 ohm
aangesloten op de overbruggingsaansluitingen voor ZONE 2 en
worden paren van luidsprekers van 4 ohm aangesloten op de
rechter- en linkerkanalen van de andere twee zones.
In dit voorbeeld moet u de low-level uitgangen van de subwoofer
vanaf de stereo aansluiten op de ZONE 2 en ZONE 4 RCA-
connectors van de versterker (met behulp van RCA-splitters). U
moet de twee low-level uitgangen van de stereo aansluiten op
de andere twee RCA-connectors van de zone op de versterker.
Gids voor de dikte van luidsprekerdraad
Voor de meeste installaties dient u een 16 AWG (1,31 mm
2
)
luidsprekerdraad te gebruiken. Als de draad langer is dan 3 tot 4
m (10 tot 13 ft), kunt u deze tabel gebruiken om te bepalen of u
een dikkere draad moet gebruiken. In deze tabel wordt de
weerstand van de aansluiting aangegeven.
OPMERKING: Als u aluminium of vertinde draad gebruikt, moet
u een draad gebruiken die twee eenheden dikker is dan de
hieronder vermelde dikte om een potentiële spanningsdaling als
gevolg van het draadmateriaal te compenseren.
Afstand tussen de
versterker en de luidspreker
Belasting van 4
ohm
Belasting van 2
ohm
0 - 7 ft. (0 - 2 m) 18 AWG
(0,82 mm
2
)
18 AWG
(0,82 mm
2
)
7 - 13 ft. (2 - 4 m) 18 AWG
(0,82 mm
2
)
16 AWG
(1,31 mm
2
)
13 - 19 ft. (4 - 6 m) 16 AWG
(1,31 mm
2
)
14 AWG
(2,08 mm
2
)
19 - 22 ft. (6 - 7 m) 16 AWG
(1,31 mm
2
)
12 AWG (3,31
mm
2
)
22 - 28 ft. (7 - 9 m) 14 AWG
(2,08 mm
2
)
12 AWG (3,31
mm
2
)
Meerdere luidsprekers of subwoofers parallel aansluiten
U kunt meerdere luidsprekers of subwoofers met dezelfde
impedantie parallel aansluiten. Als u luidsprekers met dezelfde
impedantie parallel aansluit, moet u de totale impedantie
berekenen door de algemene impedantiewaarde te delen door
het totale aantal parallel aangesloten luidsprekers. Als u
bijvoorbeeld twee luidsprekers van 4 ohm parallel aansluit, is de
uiteindelijke impedantie 2 ohm (4 ÷ 2 = 2).
LET OP
U kunt niet meerdere luidsprekers met een impedantie van
minder dan 2 ohm aansluiten op één kanaal op de versterker.
Als u een luidspreker of meerdere luidsprekers met een
impedantie van minder dan 2 ohm aansluit op één kanaal, kan
de versterker beschadigd raken en vervalt de garantie.
1
Sluit de luidsprekerdraad aan op de positieve aansluiting
voor een kanaal of zone op de versterker .
Installatie-instructies voor de SG-DA82000 Signature Series 3
2
Sluit de luidsprekerdraad aan op de positieve aansluiting van
de luidsprekers.
3
Sluit de draden van de positieve aansluitingen die zijn
aangesloten op alle luidsprekers op het kanaal of in de zone
aan op de draad die is aangesloten op de negatieve
aansluiting van de versterker .
4
Herhaal deze procedure voor de negatieve aansluiting van
de versterker en alle luidsprekers op het kanaal of in de
zone.
Een luidspreker of subwoofer aansluiten in de overbrug
gingsmodus
Als u een luidspreker of subwoofer aansluit in de
overbruggingsmodus, wordt de hoeveelheid vermogen verhoogd
door twee uitgangskanalen te combineren. Dit is handig voor
grote subwoofers die grote hoeveelheden lucht verplaatsen en
om de luidsprekers harder te kunnen zetten zonder dat de audio
wordt afgekapt.
LET OP
Een luidspreker die is aangesloten in de overbruggingsmodus
moet het hogere uitgangsvermogen kunnen verwerken. De
overbruggingsmodus kan meer dan twee keer zoveel
uitgangsvermogen produceren als een enkel kanaal.
U kunt uitsluitend een belasting van 4 ohm aansluiten op de
overbruggingsaansluitingen van een zone. Het aansluiten van
een belasting van 2 ohm op de overbruggingsaansluitingen kan
schade aan de versterker, de luidspreker of de subwoofer
veroorzaken.
OPMERKING: Als u de kanalen in een zone overbrugt, moet u
een RCA-splitter gebruiken om hetzelfde signaal naar zowel het
linker- als het rechterkanaal van de zone te sturen.
1
Sluit de luidsprekerdraad aan op de positieve aansluiting van
het linkerkanaal van een zone.
2
Sluit de luidsprekerdraad aan op de negatieve aansluiting
van het rechterkanaal van een zone.
OPMERKING: De overbruggingsaansluitingen voor een zone
zijn verbonden via een kabel en hebben het label BRIDGED
voor eenvoudige identificatie.
3
Sluit de andere uiteinden van de luidsprekerdraad aan op de
positieve en negatieve aansluitingen van de luidspreker of
subwoofer.
4
Sluit een RCA-splitter aan op de linker en rechter RCA-poort
van de zone.
5
Sluit de enkele RCA-kabel van de stereo-uitgang aan op de
RCA-splitter op de versterker.
6
Pas het volumeniveau en andere instellingen van de zone
aan (Het niveau van een zone aanpassen, pagina 5).
De aansluitingen voltooien
Voordat u de versterker op de voedingsbron aansluit, moet u
alle andere aansluitingen op de versterker voltooien.
1
Zorg ervoor dat alle luidsprekerdraden zijn aangesloten op de
luidsprekers en de versterker.
2
Controleer of alle RCA-kabels zijn aangesloten op de
versterker en de stereo.
3
Zorg ervoor dat de aardekabel is aangesloten op de
versterker en de batterij (Aansluiten op de voeding,
pagina 2).
4
Zorg ervoor dat de inschakeldraad van de versterker is
aangesloten op de versterker en op de inschakeldraad van
de stereo of een speciale schakelaar (Aansluiten op de
voeding, pagina 2).
5
Sluit de voedingskabel met de meegeleverde inbussleutel
van 3 mm aan op de +12V-aansluiting van de versterker.
6
Selecteer een optie:
Het andere uiteinde van de voedingsdraad, via de interne
zekering, aansluiten op de batterij.
Het andere uiteinde van de voedingsdraad aansluiten op
de juiste stroomonderbreker.
De versterker configureren
Voordat u de versterker gebruikt, moet u deze configureren voor
alle aangesloten luidsprekers en subwoofers.
U moet alle voedings-, luidspreker- en stereoaansluitingen tot
stand brengen voordat u de versterker configureert.
OPMERKING: Als uw stereo digitale signaalverwerking (DSP)
heeft, zoals de FUSION
®
Apollo
RA770, moet u deFUSION-
Link
app gebruiken bij het configureren van de versterker (De
versterker configureren voor een stereo met DSP, pagina 5).
Configuratiebediening voor de versterker
Elke zone heeft een set bedieningsfuncties die u kunt gebruiken
om het geluid te configureren voor de luidsprekers die op die
zone zijn aangesloten.
Draaiknop
of
schakelaar
Functie
LEVEL Hiermee past u het ingangssignaalniveau voor de zone
aan (Het niveau van een zone aanpassen, pagina 5).
FULL Hiermee stelt u een filter voor het volledige bereik in
voor de zone.
Alle frequenties zijn toegestaan. Dit wordt meestal
gebruikt wanneer luidsprekers met volledig bereik zijn
aangesloten op de zone en er geen subwoofer
aanwezig is.
LPF Hiermee stelt u een laagdoorlatend filter in voor de
zone.
Dit filtert de middelhoge tot hoge frequenties die alleen
door luidsprekers met volledig bereik geproduceerd
zouden moeten worden uit. Dit wordt meestal gebruikt
wanneer er een subwoofer op de zone is aangesloten.
HPF Hiermee stelt u een hoogdoorlatend filter in voor de
zone.
Dit filtert de lage frequenties die alleen door subwoofers
geproduceerd zouden moeten worden uit. Dit wordt
meestal gebruikt wanneer kleinere luidsprekers op de
zone zijn aangesloten.
4 Installatie-instructies voor de SG-DA82000 Signature Series
Draaiknop
of
schakelaar
Functie
FREQ Past de crossoverfrequentie van de zone aan
U moet dit aanpassen op basis van de LPF/HPF-
instelling:
Als LPF is geselecteerd worden alle frequenties onder
de FREQ-instelling doorgegeven aan de subwoofer
die is aangesloten op de zone.
Als HPF is geselecteerd worden alle frequenties
boven de FREQ-instelling doorgegeven aan de luid-
sprekers die zijn aangesloten op de zone.
BASS
BOOST
Hiermee past u de versterking aan van het 45 Hz-
niveau.
Deze besturingsfunctie is alleen beschikbaar voor ZONE
2 en ZONE 4.
Deze instelling dient alleen te worden aangepast
wanneer u een subwoofer of luidsprekers met volledig
bereik die geschikt zijn voor lage frequenties aansluit op
de zone.
Het niveau van een zone aanpassen
OPMERKING: De niveau-instelling is afhankelijk van het type
muziek en niet alle niveaus zijn geschikt voor alle typen muziek.
Als u bijvoorbeeld de niveau-instelling voor rockmuziek aanpast
en vervolgens naar klassieke muziek luistert, kan er vervorming
optreden als gevolg van afkappen.
1
Stel met een platte schroevendraaier de LEVEL-draaiknop
van de zone in op MIN door de knop linksom te draaien.
2
Begin met het afspelen van audio op de stereo en stel de
lijnuitgang van een zone in op ongeveer
3
/
4
van het volume.
3
Draai de knop LEVEL voor de zone langzaam rechtsom naar
de MAX-instelling terwijl u luistert naar de luidsprekers die op
die zone zijn aangesloten.
4
Als het geluid van de luidsprekers vervormd raakt, stopt u
met draaien en draait u de draaiknop langzaam weer linksom
tot de vervorming is verdwenen.
5
Herhaal deze procedure voor de andere zones.
De versterker configureren voor een stereo met DSP
Als uw stereo digitale signaalverwerking (DSP) heeft, zoals de
FUSION Apollo RA770, gebruikt u voor het beste resultaat de
FUSION-Link app bij het configureren van de versterker.
1
Volg de instructies in de gebruikershandleiding van uw stereo
om de FUSION-Link app te downloaden en deze aan
verbinden met de stereo.
2
Selecteer de juiste stereo, versterker en luidsprekers in de
FUSION-Link app.
3
Volg de instructies in FUSION-Link de app om de
configuratiebediening op de versterker aan te passen.
Specificaties
Klasse versterker Klasse D
Frequentieweergave 10 Hz tot 40 kHz (-3 dB bij 4 ohm nominaal
vermogen)
Piekvermogen 2000 W
Nominaal uitgangsver-
mogen
4 ohm: 100 W RMS x 8 bij 14,4 Vdc invoer <
1% THD+N (EIA/CEA-490A)
2 ohm: 140 W RMS x 8 bij 14,4 Vdc invoer <
1% THD+N (EIA/CEA-490A)
4 ohm overbrugd: 280 W RMS x 4 bij 14,4 Vdc
invoer < 1% THD+N (EIA/CEA-490A)
Ingangsgevoeligheid 0,3 Vdc tot 8 Vdc RMS, instelbaar
Ingangsimpedantie 7 kOhm nominaal
Signaal-ruisverhou-
ding
85 dB bij nominaal uitgangsvermogen, 4 ohm
53,1 dB bij 1 W, 4 ohm
Scheiding/crosstalk 60 dB
Hoogdoorlatend/laag-
doorlatend filter
Instelbaar door gebruiker
Crossoverfrequentie
van filter
32 Hz tot 320 Hz, instelbaar door gebruiker
Crossoververloop filter 12 dB/octaaf
Bass Boost 0 tot 9 dB, instelbaar door gebruiker (alleen
ZONE 2 en ZONE 4)
Bedrijfsspanning 10,8 tot 16 Vdc
Op afstand
inschakelen
Drempel 6 Vdc
Stroomverbruik (bij
14,4 Vdc invoer)
Stand-by: minder dan 1 mA
Inactief: minder dan 2,5 A
Maximaal: 100 A
Zekering 4 bij 40 A ATC plat (SAE J1171-compatibel)
LET OP
Om ervoor te zorgen dat de startbeveiliging in
overeenstemming is met SAE J1171, moet u
de zekering alleen vervangen door een J1171-
zekering, zoals een Bussmann ATC-40. Bij
gebruik van niet-compatibele zekeringen kan
de versterker beschadigd raken en vervalt de
garantie.
Beveiligingscircuits Sperspanning
Te lage/hoge ingangsspanning
Oververhitting
Kortsluiting uitgang
Kompasveilige
afstand
50 cm (20 in.)
Bedrijfstemperatuur-
bereik
Van 0 tot 50°C (van 32 tot 122°F)
Bereik opslagtempe-
ratuur
Van -20 tot 70°C (van -4 tot 158°F)
Waterbestendigheid Moet op een droge locatie worden geïnstal-
leerd
Gewicht 5,2 kg (11,5 lb) met de klep geïnstalleerd
Afmetingen
420 mm (16
9
/
16
in.)
388 mm (15
1
/
4
in.)
160 mm (6
5
/
16
in.)
210 mm (8
9
/
32
in.)
5 mm (
3
/
16
in.)
56,6 mm (2
1
/
4
in.)
Aanvullende informatie
Uw SG-DA82000 Signature Series registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
Ga naar www.fusionentertainment.com.
Installatie-instructies voor de SG-DA82000 Signature Series 5
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Problemen oplossen
Probeer als zich een probleem voordoet eerst de oorzaak vast
te stellen aan de hand van een paar eenvoudige stappen,
voordat u contact opneemt met uw FUSION dealer of
servicekantoor.
Als de FUSION versterker door een professioneel
installatiebedrijf is geïnstalleerd, dient u contact op te nemen
met dat bedrijf, zodat de onderhoudstechnicus kan bepalen wat
de aard van het probleem is en advies kan geven over mogelijke
oplossingen.
Er is geen geluid en de POWERLED's zijn uit
Controleer de aansluiting van de inschakeldraad van de
versterker op de stereo of schakelaar en zet alle draden vast
of sluit ze indien nodig opnieuw aan (Aansluiten op de
voeding, pagina 2).
OPMERKING: De versterker en de stereo moeten op een
gemeenschappelijke aarding worden aangesloten om het
inschakelsignaal van de versterker goed te laten werken.
Controleer de zekering of stroomonderbreker op de
stroomkabel (in de buurt van de batterij) en vervang de
zekering of herstel de stroomonderbreker, indien nodig.
Controleer de zekeringen op de versterker en vervang indien
nodig alle doorgebrande zekeringen.
Controleer de aansluitingen van de voedings- en aardekabels
en zet alle kabels indien nodig vast of sluit ze opnieuw aan.
Zorg ervoor dat de dikte van de kabel past bij de lengte van
de kabel, en vervang de kabel indien nodig door een dikker
exemplaar (Gids voor de dikte van voedingskabels,
pagina 2).
Er is geen geluid en de POWERLED's branden
Controleer de instellingen van de stereo en zorg ervoor dat
de uitgangssignalen of subwoofer-uitgangssignalen voor de
juiste zone zijn ingeschakeld.
OPMERKING: Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
stereo voor meer informatie over het inschakelen of
configureren van uitgangssignalen.
Controleer of de stereo is ingeschakeld en of het volume niet
te laag staat.
Controleer de RCA-kabelaansluitingen op de stereo en sluit
indien nodig alle losgekoppelde kabels opnieuw aan.
Controleer de instelling LEVEL (niveau) voor de zone op de
versterker en de instelling van het maximale volume voor de
zone op de stereo, en verhoog indien nodig de LEVEL-
instelling op de versterker of het maximale volume op de
stereo (Het niveau van een zone aanpassen, pagina 5).
Controleer de draadaansluitingen van de luidspreker en sluit
indien nodig alle losgekoppelde draden opnieuw aan.
Controleer of de voedingskabels de juiste dikte hebben, van
een zekering zijn voorzien en goed zijn aangesloten
(Aansluiten op de voeding, pagina 2).
Eén POWERLED brandt, maar de andere POWERLED is uit
Controleer de zekeringen aan de kant van de versterker waar
de POWER-LED uit is en vervang alle doorgebrande
zekeringen.
De PROTLED's branden
De PROT-LED's geven een storing in het systeem aan. Als er
een storing wordt gedetecteerd, wordt de versterker
uitgeschakeld om schade te voorkomen.
Controleer de voedings- en aardekabels op beschadigingen
in de mof en op contact met de kale draad, en repareer of
vervang de kabels indien nodig.
Controleer de luidsprekerbedrading op beschadigingen in de
mof en op contact met de kale draad, en repareer of vervang
de draden indien nodig.
Controleer de temperatuur van de versterker. Als de
versterker erg heet is, verplaats deze dan naar een ruimte
met betere ventilatie of installeer een ventilator
(Aandachtspunten bij de montage, pagina 1).
Er komt een brommend of ander onverwacht geluid uit een
luidspreker
Installeer interne aardlusisolatoren op de RCA-kabels van de
stereo.
OPMERKING: U moet aardlusisolatoren installeren op alle
RCA-kabels die op de stereo zijn aangesloten.
U moet de aardlusisolatoren op de RCA-kabels plaatsen bij
de aansluiting op de stereo, niet bij de aansluiting op de
versterker.
Het geluid is vervormd of wordt afgekapt
Controleer de uitgang van de stereo en stel indien nodig de
lijnuitgang van de zone in op ongeveer
3
/
4
van het volume.
Pas met de LEVEL-instelling het niveau op de versterker aan
voor de zone of zones die vervormd zijn of afgekapt worden,
totdat het probleem is opgelost.
OPMERKING: De niveau-instelling is afhankelijk van het type
muziek en niet alle niveaus zijn geschikt voor alle typen
muziek. Als u bijvoorbeeld de niveau-instelling voor
rockmuziek aanpast en vervolgens naar klassieke muziek
luistert, kan er vervorming optreden als gevolg van afkappen.
www.fusionentertainment.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Fusion SG-DA82000 Installatie gids

Type
Installatie gids