Zanussi ZCM6650X Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
GAS-
ELEKTROFORNUIS
ZCM 6640
ZCM 6650
2
Belangrijke informatie m.b.t. de
veiligheid
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
voordat u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Installatie
Het apparaat mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd, met inachtneming van de
geldende normen.
Wijzigingen in de elektrische huisinstallatie, nodig voor
de installatie van dit apparaat, mogen alleen door een
erkend installateur worden uitgevoerd.
Zorg ervoor dat er voldoende luchtcirculatie rond het
apparaat is. Onvoldoende ventilatie kan gebrek aan
zuurstof veroorzaken.
WAARSCHUWING: gebruik van een gasapparaat
veroorzaakt hitte en vochtigheid in de ruimte waarin
het is geïnstalleerd. Zorg voor goede ventilatie in
de ruimte door natuurlijke ventilatie-openingen vrij
te houden of door een afzuigkap te installeren.
Vraag in geval van twijfel een installateur om advies.
Zet het apparaat niet in de buurt van brandbare
materialen (gordijnen, handdoeken, theedoeken enz.).
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeld op de sticker bij de gasaansluiting van de
kookplaat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het apparaat blijft lange tijd nadat het is uitgeschakeld
heet. Let altijd op kinderen, zorg ervoor dat ze geen
hete oppervlakken kunnen aanraken en blijf in de buurt
als het apparaat in gebruik of nog niet geheel afgekoeld
is..
Tijdens het gebruik
Dit apparaat is bedoeld voor het bereiden van voedsel
en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat
of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen op de
branders om ongelukken door omvallen of overkoken
te voorkomen.
Let extra goed op als u gerechten in olie of vet bereidt.
Als het apparaat is uitgerust met een deksel, is dit
bedoeld om het apparaat te beschermen tegen stof
als het gesloten is en om vetspatten op te vangen als
het open is. Gebruik het deksel niet voor andere
doeleinden.
Maak het deksel na elk gebruik schoon en laat de
branders afkoelen voordat u het deksel sluit.
Het deksel is afneembaar om het schoonmaken te
vereenvoudigen.
Controleer altijd of de bedieningsknoppen op de
uit-stand staan als het apparaat niet in gebruik is.
Gebruik altijd de braadslede als u grilleert of vlees op
het rooster braadt. Giet wat water in de braadslede om
te voorkomen dat vet inbrandt en onaangename luchtjes
veroorzaakt.
Draag altijd ovenwanten als u gerechten uit de oven
neemt.
Maak de accessoires (rooster en braadslede) schoon
voordat u ze de eerste keer gaat gebruiken.
Voorzichtig bij het gebruik van reinigingsmiddelen in
spuitbussen: richt de spuitbus nooit op het grillelement
of de ovenlamp.
Als u bij het inzetten of uitnemen van gerechten in de
oven een grote hoeveelheid olie, saus enz. op de bodem
van de oven morst, maak de oven dan schoon voordat
u hem weer in gebruik neemt. Zo voorkomt u
onaangename rook en ook de mogelijkheid dat deze
stoffen vlam vatten.
Houd het apparaat om hygiënische en
veiligheidsredenen altijd schoon. Een opeenhoping van
vet of andere levensmiddelen kan brand veroorzaken.
Bekleed de ovenwanden, vooral de achterwand, nooit
met aluminiumfolie.
Het apparaat is zwaar, verplaats het voorzichtig.
Laat het apparaat afkoelen voordat u het gaat
schoonmaken en trek de stekker uit het stopcontact.
Steek een gasbrander eerst aan en zet er dan pas een
pan op. Controleer of de vlam regelmatig brandt.
Zet de brander altijd lager of uit voordat u de pan
wegneemt.
Controleer of de ovenrichels goed geplaatst zijn.
In de bergruimte onder de oven alleen vuurvast servies
bewaren, geen brandbare materialen.
Service
Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties die door niet-
deskundige personen worden uitgevoerd, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Laat reparaties uitvoeren door ELECTROLUX
SERVICE en laat alleen originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Informatie m.b.t. het milieu
Houd bij het weggooien van het verpakkingsmateriaal
rekening met veiligheid en milieu.
Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan
onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
Het is uiterst belangrijk deze gebruiksaanwijzing
te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Als u het apparaat verkoopt of aan iemand anders
geeft, zorg er dan voor dat de nieuwe gebruiker
over deze gebruiksaanwijzing kan beschikken.
3
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23-90/683 (laagspanningsrichtlijn)
89/336 (EMC-richtlijn)
90/396 (richtlijn voor gasapparaten)
93/68 (algemene richtlijnen)
en de daarop volgende wijzigingen
Algemene waarschuwingen en
adviezen
Aanwijzingen voor de
Installateur
Deze instructies gelden alleen voor de landen
waarvan het identificatiesymbool is
aangebracht op de titelpagina van deze
gebruiksaanwijzing en op het apparaat zelf.
F
Onderstaande symbolen in de tekst hebben de volgende
betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Over deze gebruiksaanwijzing
Belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid 2
Over deze gebruiksaanwijzing 3
Beschrijving van het apparaat 4
Gebruik van de kookplaat 4
Adviezen en tips 5
Vóór het in gebruik nemen van de oven 6
Gebruik van de oven 6
24-uurs klok en timer 7
Tips voor het gebruik van de gasbranders 9
Tips voor het gebruik van de oven 9
Tabel bakken en braden 11
Reiniging en onderhoud 12
Als er iets niet werkt 14
Technische gegevens 15
Aanwijzingen voor de installateur 16
Aanpassing voor verschillende gassorten 17
4
Gebruik van de kookplaat
Afb. 1
FO 2063
Beschrijving van het apparaat
1. kookplaat
2. bedieningspaneel
3. ovendeurgreep
4. ovendeur
5. bergruimte met klep
6. stelvoeten
Bergruimte
Bewaar in de bergruimte geen brandbare
materialen.
1
2
3
4
5
1
2
3
4
6
5
ZCM 6640 ZCM 6650
Bedieningsknoppen van de
kookplaat (afb. 1)
De bedieningsknoppen voor de gasbranders bevinden
zich op het bedieningspaneel. Draai de knoppen tegen
de wijzers van de klok in op het symbool kleine vlam
en dan met de wijzers van de klok mee op het symbool
grote vlam.
Symbolen
l uit-stand (geen gastoevoer)
grote vlam (maximale gastoevoer)
kleine vlam (minimale gastoevoer)
5
Aansteken van de branders
Druk de knop in en draai hem linksom op symbool
grote vlam.
Houd de knop ingedrukt totdat de brander aangaat.
Bij aansteken met een lucifer: houd een
brandende lucifer bij de brander. Draai dan pas
de bedieningsknop op symbool grote vlam.
Om de gastoevoer te stoppen de bedieningsknop
met de wijzers van de klok mee op de uit-stand
draaien.
Let goed op als u gerechten in vet of olie
bereidt. Deze stoffen kunnen bij
oververhitting vlam vatten.
Wokbrander (afhankelijk van
model)
Steek altijd de brander aan voordat u de pan
eropzet.
Mocht de brander na een paar pogingen nog niet
aangaan, controleer dan of alle onderdelen van
de brander goed op hun plaats zitten (zie afb.
2).
Als u de sudderbrander gebruikt (met pannen
die een diameter van 50 mm of meer hebben)
plaats dan het speciale rooster op de
pannendrager (zie afb. 3).
F
Afb. 2
FO 0204
A = branderdeksel
B = vlamverdeler
C = vonkontsteking
A
B
C
normaalbrander en sudderbrander
wokbrander
speciaal rooster
Afb. 3
Denk eraan dat een brede pan een groter warmte-
oppervlak heeft en dus sneller kookt dan een smalle
pan.
Gebruik altijd een pan die geschikt is voor de
levensmiddelen die u bereidt.
Gebruik vooral niet te kleine pannen voor vloeistoffen
die kunnen overkoken.
Gebruik echter ook geen te grote pannen. Vet en jus
kunnen zich over de bodem verspreiden en makkelijk
aanbranden.
Gebruik altijd pannen met de juiste diameter, op die
manier reduceert u het gasverbruik (zie afb. 4).
Zet een deksel op de pan en draai de knop op een
lagere stand, zodra de levensmiddelen koken.
Gebruik voor het bakken van gebak ovenvormen die
niet open kunnen gaan. Anders kunnen vruchtensap
en suiker op de bodem van de oven lekken en daar
inbranden. Zulke vlekken zijn moeilijk te verwijderen.
Zet geen schalen met kunststof handgrepen in de oven,
deze grepen zijn niet hittebestendig.
Afb. 4
Adviezen en tips
6
Functieschakelaar (afb. 5)
Met deze knop kiest u de volgende ovenfuncties:
0 uit
boven- en onderwarmte
grillelement 1750 W
onderwarmte
hetelucht
circulatieventilator
Doordat u bij deze oven uit verschillende systemen kunt
kiezen, kunt u optimale resultaten bereiken. Een paar
voorbeelden:
Boven- en onderwarmte: voor bakken en braden
op traditionele wijze.
Onderwarmte: voor het warmhouden van
gerechten.
Hetelucht: voor bakken en braden van meerdere
gerechten tegelijk. De hetelucht circuleert
gelijkmatig door de ovenruimte.
Grillelement 1750 W: voor het grilleren van snacks
en kleine porties.
Ventilator: voor het ontdooien van
diepvriesproducten. Door de circulerende lucht gaat
dat sneller. Alleen ventilatormotor en verlichting zijn
ingeschakeld. Natuurlijk kunt u brood e.d. ook met
temperatuur ontdooien.
Attentie: zet geen schalen op de bodem van de oven
en bedek de bodem niet met aluminiumfolie. Daardoor
kan een warmtestuwing ontstaan, die het resultaat
nadelig beïnvloedt en schade aan het email kan
veroorzaken.
Temperatuurkiezer (afb. 5)
Met deze knop stelt u de gewenste oventemperatuur
tussen 50°C en 250°C (max) in.
Draai de knop na gebruik altijd op de uit-stand terug.
Afb. 5
0
100
150
200
MAX
50
Temperatuurkiezer
Functieschakelaar
FO 0282
Vóór het in gebruik nemen van de
oven
Als het fornuis is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk:
a) Draai de temperatuurkiezer op MAX (250).
b) Draai de functieschakelaar op boven- en
onderwarmte ( ).
c) Laat de lege oven 45 minuten lang werken.
d) Zet een raam of deur open om te ventileren.
Gebruik van de oven
De eerste paar minuten ontstaan rook en een
onaangename lucht, veroorzaakt door het
isolatiemateriaal en vettige restanten die tijdens de
productie zijn ontstaan.
Reinig de accessoires goed met warm water en
schoonmaakmiddel voordat u de oven in gebruik neemt.
Controlelampje thermostaat (°C)
Dit lampje brandt als de oven wordt ingeschakeld. Het
gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt en gaat
weer aan als de oven opwarmt.
Controlelampje oven in bedrijf ( )
Dit lampje brandt als de oven in bedrijf is.
Braadslede
De oven is uitgerust met een geëmailleerde braadslede
om bakvocht van gegrild vlees of vlees aan het spit
e.d. op te vangen en met een rooster voor gerechten
die in een ovenschaal klaargemaakt worden.
FO 2477
7
24-uurs klok en timer
Instellen van de dagtijd
Als het apparaat aan het elektrische net is aangesloten of na
stroomuitval, knipperen op het display afwisselend 0.00 en
AUTO.
Instellen van de dagtijd:
1. Toets en tegelijkertijd indrukken (zie afb. 6.1).
2. De toetsen loslaten en dan toets indrukken: op het
display verschijnt 12.00 (zie afb. 6.2).
3. Binnen 5 seconden toets om te verhogen of toets
om te verlagen indrukken en ingedrukt houden, totdat
de juiste dagtijd op de 24-uurs klok is bereikt.
Wijzigen van de dagtijd:
1. Toets en tegelijkertijd indrukken. Dan toets
om te verhogen of toets  om te verlagen indrukken en
ingedrukt houden, totdat de juiste dagtijd op de 24-uurs
klok is bereikt.
NB: De toetsen voor verhogen en verlagen van de tijd
werken eerst langzaam en dan sneller. Ze moeten
afzonderlijk worden ingedrukt.
Instellen van de timer
De timer kan worden gebruikt om een bereidingstijd in te
stellen. Als de bereidingstijd om is, schakelt de timer
automatisch de oven uit. De timer laat aan het einde van de
bereidingstijd (max. 23 uur en 59 minuten) een akoestisch
signaal horen.
Instellen van de timer:
1. Toets indrukken: op het display verschijnen 0.00 en
het pansymbool ( ) (zie afb. 6.3).
2. Toets loslaten en dan toets indrukken en ingedrukt
houden. Op het display verschijnt symbool AUTO.
Het display telt in stappen van 1 minuut. Laat de toets los
als de gewenste tijd is bereikt, bijv. 30 minuten (zie afb.
6.4). De timer begint af te tellen en het display laat de
dagtijd weer zien.
3. Als de ingestelde tijd om is, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld en er klinkt een akoestisch signaal. Op het
display gaat het pansymbool ( ) uit en symbool AUTO
knippert (zie afb. 6.5). Om het akoestische signaal uit te
schakelen drukt u toets in. Druk dan toets
nogmaals in: symbool AUTO gaat uit.
1. TIJD VERLAGEN ( )
2. TIJD VERHOGEN ( )
PANSYMBOOL (
)
SYMBOOL INSTELLEN VAN DE KLOK ( )
SYMBOOL KINDERBEVEILIGING (
)
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
12
A
U
T
O
Afb. 6
Afb. 6.1
Afb. 6.2
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.4
Afb. 6.3
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
8
NB Vergeet niet na afloop de bedieningsknoppen voor
ovenfunctie en temperatuur op nul te draaien.
Wijzigen van de instelling:
1. Toets indrukken en dan te werk gaan zoals hierboven
beschreven.
Annuleren van de instelling:
1. Toets indrukken en weer loslaten. Dan toets indrukken
en ingedrukt houden: het display telt in stappen van 1 minuut
terug tot 0.00. Symbool AUTO gaat uit.
2. Toets   loslaten. Na een paar seconden laat het display de
dagtijd weer zien en het pansymbool (
) gaat uit.
Als de oven in gebruik is, wordt hij na een paar seconden
uitgeschakeld. Om weer in te stellen gaat u te werk zoals in de
vorige paragrafen beschreven.
Belangrijke aanwijzingen
1. De dagtijd moet worden ingesteld voordat de oven kan werken.
De oven wordt met een paar seconden vertraging ingeschakeld.
2. De timerfunctie bestuurt alleen de oven en schakelt deze na
afloop van de ingestelde bereidingstijd uit. Deze functie is
handig als u direct met bakken of braden wilt beginnen en de
oven automatisch wilt laten uitschakelen.
3. Als u de timer hebt gebruikt om de oven te laten uitschakelen
moet u de timer opnieuw inschakelen voordat de oven weer
kan werken.
Kinderbeveiliging
Om te voorkomen dat kinderen de oven inschakelen, kunt u de
bedieningsknoppen vergrendelen. De oven moet dan
uitgeschakeld zijn.
Vergrendelen van de bedieningsknoppen:
1. Toets en tegelijk indrukken en ingedrukt houden tot
ON op het display verschijnt (zie afb. 6.6).
2. De toetsen loslaten en dan toets indrukken: op het display
verschijnen OFF en het sleutelsymbool ( ) (zie afb. 6.7).
Toets loslaten: na een paar seconden laat het display de dagtijd
weer zien (zie afb. 6.8). De oven is nu vergrendeld.
Ontgrendelen van de bedieningsknoppen:
1. Toets en tegelijk indrukken en ingedrukt houden tot
OFF op het display verschijnt (zie afb. 6.9).
2. De toetsen loslaten en dan toets indrukken: het
sleutelsymbool ( ) gaat uit en op het display verschijnt ON
(zie afb. 6.10). Toets loslaten: na een paar seconden laat het
display de dagtijd weer zien. De oven kan nu weer functioneren.
Gedimd licht
Als er geen automatische functie is gekozen, worden tussen 22:00
en 06:00 uur de symbolen op het display gedimd.
Afb. 6.5
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
A
U
T
O
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.6
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.7
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.8
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.9
STOP
SET
TIME
PUSH
BOTH
Afb. 6.10
9
Tips voor het gebruik van de oven
Tips voor het gebruik van de
gasbranders
Draai om te beginnen de knop altijd op symbool grote
vlam ( ) en kies daarna de gewenste stand.
De buitenkant van de vlam is veel heter dan de
binnenkant. Daarom moeten de punten van de vlam
de bodem van de pan raken. Te grote vlammen
betekenen gasverspilling.
Voor het koken op gasbranders hoeven de pannen geen
vlakke bodem te hebben; de vlam raakt de bodem en
verdeelt de hitte over het gehele oppervlak.
Pannen met een dunne wand geven de warmte sneller
aan de inhoud door dan pannen met een dikke wand.
Omdat de hitte niet gelijkmatig over de panbodem wordt
verdeeld, worden de levensmiddelen soms slechts
gedeeltelijk verhit. Daarom dient u regelmatig te roeren.
Een dikke panbodem voorkomt gedeeltelijke
oververhitting omdat deze voldoende thermische
compensatie biedt.
Gebruik geen al te kleine pannen. Brede en lage pannen
zijn geschikter dan smalle en hoge pannen omdat ze
voor snellere opwarming zorgen. Het koken gaat niet
sneller als u een smalle pan op een grote brander zet.
Het resultaat is alleen gasverspilling. Zet kleine pannen
op een kleine brander en grote pannen op een grote
brander.
Plaats een deksel op de pan om het gasverbruik te
reduceren.
Gebak
Verwarm de oven minstens 10 minuten voor, tenzij
anders wordt aangegeven.
Open de ovendeur niet als u gerechten bereidt die
moeten rijzen (bijv. gistdeeg); de straal koude lucht stopt
het rijzingsproces.
Om te controleren of gebak gaar is, steekt u er een
cocktailprikker in: als deze er schoon uitkomt, is het
gebak klaar. Wacht tot minstens 3/4 van de baktijd om
is voordat u deze controle uitvoert.
Als gebak aan de buitenkant gaar is, maar aan de
binnenkant nog niet, zijn een lagere temperatuur en
een langere baktijd nodig. Als het gebak droog is, zijn
een hogere temperatuur en een kortere baktijd nodig.
Vlees
Vlees dat u in de oven wilt braden moet minstens 1 kg
wegen, anders wordt het te droog.
Als u vlees met een lekker kleurtje wilt, gebruik dan
heel weinig olie. Als het vlees mager is, gebruik dan
olie of boter of beide. Als het vlees een reep vet heeft,
zijn boter of olie niet nodig. Als het vlees slechts aan
één kant een reep vet heeft, leg deze kant dan naar
boven; als het vet smelt, verspreidt het zich over de
rest van het vlees.
Rood vlees dient u een uur van te voren uit de koelkast
te halen, anders kan het door de plotselinge
temperatuurwisseling taai worden.
Het vlees, vooral rood vlees, niet vóór het braden al
zouten; zout onttrekt sap en bloed aan het vlees,
waardoor er geen bruin korstje kan ontstaan. Haal het
vlees na de helft van de braadtijd even uit de oven om
het te zouten.
Zet het vlees in een lage schaal in de oven; een hoge
schaal houdt de warmte tegen.
U kunt het vlees in een ovenvaste schaal of direct op
het rooster leggen. Zet dan de braadslede onder het
rooster om het braadvocht op te vangen. Ingrediënten
voor jus voegt u direct toe als het vlees een korte
braadtijd nodig heeft, anders gedurende de laatste 30
minuten van de braadtijd.
Vlees dat van binnen rood moet blijven braadt u eerst
op een hoge temperatuur, daarna verlaagt u de
temperatuur.
De braadtemperatuur voor wit vlees kan van begin tot
einde gematigd zijn.
U kunt controleren hoe gaar het vlees is door er met
een vork op te drukken: als het vlees niet meegeeft, is
het gaar.
Wacht na het braden minstens 15 minuten voordat u
vlees gaat snijden, zo gaat er geen braadvocht verloren.
U kunt borden en schalen op de laagste temperatuur in
de oven warmhouden.
Vis
Kies voor kleine hoeveelheden vis altijd een hoge
temperatuur. Kies voor middelgrote hoeveelheden vis
eerst een hoge en dan geleidelijk een lagere
temperatuur. Kies voor grote hoeveelheden vis een
gematigde temperatuur.
Controleer of gebakken vis gaar is door voorzichtig een
stukje op te tillen; het visvlees moet gelijkmatig wit en
ondoorschijnend zijn, behalve natuurlijk bij zalm, forel
e.d.
10
Afb. 7
FO 0019
4
3
2
1
Afb. 8
4
3
2
1
hetelucht
FO 0061
Grilleren
Onderstaande levensmiddelen zijn geschikt om te
grilleren:
- vlees in plakken of stukken in verschillende maten,
maar niet al te dik;
- gevogelte in tweeën gesneden en plat gedrukt;
- vis;
- sommige soorten groente, bijv. courgettes,
aubergines, tomaten;
- spiezen met vlees of vis en zeevruchten.
Vlees en vis met wat olie bestrijken en op het rooster
leggen. Vlees pas tegen het einde van de grilltijd zouten;
vis vóór het grilleren aan de binnenkant zouten.
Afhankelijk van de dikte van het vlees plaatst u het
rooster dicht bij of ver van het grillelement. Zo voorkomt
u dat het vlees verbrandt en de binnenkant onvoldoende
gaar wordt.
Rookvorming veroorzaakt door vleesvocht en vet kunt
u voorkomen door 1 of 2 glazen water in de braadslede
te gieten.
U kunt de grill ook gebruiken om te gratineren, brood
te roosteren en sommige soorten fruit, bijv. bananen,
halve grapefruits, plakken ananas, appels enz. te
grilleren. Leg het fruit niet te dicht bij het grillelement.
Hetelucht
Omdat de gerechten elkaars geur nauwelijks
overnemen, kunt u verschillende gerechten tegelijk
bereiden (afb. 8). Ook kunt u bijv. koekjes op twee
niveaus tegelijk bakken.
Bak- en braadtijden
Baktijden variëren afhankelijk van soort gerecht,
structuur en hoeveelheid. Wij raden u aan de eerste
keer dat u een gerecht bereidt goed op te letten en de
resultaten te noteren. Aan de hand van deze gegevens
kunt u andere gerechten bereiden.
In de tabel vindt u richtlijnen m.b.t. tijd en temperatuur.
11
Niveau
van
onderen
Temp.
in °C
Opmerkingen
Temp.
in °C
Gerecht
Gewicht
in gram
Hetelucht
Boven- en
onderwarmte
* Ca. 10 minuten voorverwarmen.
U kunt in de oven uitstekend borden warmen. Kies hetelucht en een lage temperatuur.
Tabel bakken en braden
Tabel grilleren
Niveau
van
onderen
Tijd in
minuten
* 1500 rosbief 2 220 2 200 40-60 op het rooster
* 1200 rundvlees 2 200 2 175 50-70 op het rooster
* 1200 varkensvlees 2 200 2 175 100-130 op het rooster
* 1200 kalfsvlees 2 20 2 175 90-120 op het rooster
2000 lamsbout 2 175 2 160 120-140 1 bout
3000 gans 2 190 2 170 140-180 in zn geheel
1800 eend 2 180 2 160 120-150 in zn geheel
3500 kalkoen 1 190 1 175 120-150 in zn geheel
1200 kip 2 200 2 180 80-100 in zn geheel
1200 konijn 2 190 2 175 60-80 in zn geheel
1500 forel 2 200 2 (1+3) 175 40-60 3 stuks
* lasagne 2 200 2 (1+3) 175 40-60
* taartbodem 2 190 2 (1+3) 170 25-35 in bakvorm
* kwarktaart 1 170 2 150 60-80 in bakvorm
* zandgebak 1 180 2 170 40-50 in bakvorm
* cake 1 175 1 160 40-50 in bakvorm
* apfelstrudel 1 175 2 (1+3) 160 60-80 in bakvorm
* 500 koekjes 1 180 2 (1+3) 160 10-20
* 500 vlaai 1 220 2 (1+3) 200 10-25 in bakvorm
* 1000 wit brood 1 200 2 180 45-65 in bakvorm
* 500 broodjes 1 210 2 (1+3) 190 20-30
Gerecht Aantal Gewicht Niveau Temp. Bovenkant Onderkant
in gram van onder in °C in min. in min.
biefstuk 4 800 4 max 10 8
karbonade 4 600 4 max 12 8
worstjes 8 500 4 max 10 6
kippenbout 6 800 3 max 30 20
kipfilet 4 400 4 max 13 10
sjasliek 4 700 4 max 12 10
visfilet 4 400 4 max 8 6
oesters 6 - 4 max 12 -
halve tomaten 8 500 4 max 12 -
toast met ham en kaas 4 - 4 max 8 -
sneetjes brood 4 - 4 max 2-3 1
12
Altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
De kookplaat
Druppels saus, vruchtensap e.d. moeten zo snel
mogelijk met een zachte doek en een warm sopje
worden verwijderd. Gebruik geen staalwol of messen
om aangekoekte vlekken te verwijderen. Verwijder
hardnekkige plekken met een speciaal zeepsponsje,
maar zorg ervoor dat u het email niet krast.
Reinig de geëmailleerde pannendragers met water en
schoonmaakmiddel; ze kunnen ook in de
afwasautomaat worden gereinigd.
Reinig de branders voorzichtig met warm water en
schoonmaakmiddel. Droog de onderdelen goed af
voordat u ze weer terugzet. Controleer of ze goed op
hun plek zitten. De branders kunt u schuren met staalwol
of een mild schuurmiddel.
De oven
Reinig de oven na elk gebruik als hij nog warm is. U
kunt dan vetresten of andere substanties zoals
vruchtensap of suiker nog makkelijk verwijderen.
Gebruik een warm sopje of een speciale ovenreiniger.
Richt een spuitbus niet direct op mat metalen
onderdelen, dit kan de onderdelen beschadigen. Volg
altijd de aanwijzingen van de fabrikant op.
Reinig de accessoires (rooster, braadslede enz.) met
warm water en schoonmaakmiddel. Verwijder
aangekoekte vlekken met een mild schuurmiddel.
Reinig de ovendeur alleen met warm water en gebruik
geen ruwe doeken of schuurmiddel.
Bedek de ovenwanden of de bodem van de
oven nooit met aluminiumfolie. Dat
veroorzaakt een warmtestuwing die de bak-
en braadresultaten nadelig kan beïnvloeden
en beschadigt bovendien het email.
Periodiek onderhoud
Controleer regelmatig de flexibele buis van de
gasaansluiting en laat de buis door onze service-
afdeling vervangen als hij afwijkingen vertoont. Wij
raden u aan de buis elk jaar te laten vervangen.
Laat regelmatig door een vakman de gasregelkranen
smeren. Als de kranen niet goed werken, laat het
apparaat dan door een vakman nakijken.
Vervangen van de ovenlamp
Schakel het apparaat uit.
Schroef de lamp (afb. 9) los en vervang hem door een
gelijkwaardige lamp die geschikt is voor hoge
temperaturen (300°C) en de volgende eigenschappen
heeft: spanning: 230 V (50 Hz) - aansluitwaarde 15 W
- fitting: E 14.
FO 0287
Afb. 9
Afb.10
Reiniging en onderhoud
Aanbrengen van het
spatscherm (ZCM 6650)
Het fornuis is voorzien van een spatscherm dat aan de
achterkant van de kookplaat moet worden aangebracht.
Plaats de twee pennen van het spatscherm in de
steunen aan de achterkant van de kookplaat (afb. 10).
Reinigen van de ovendeur
Om de ovendeur beter te kunnen reinigen, kunt u hem
als volgt demonteren (afb. 11):
Open de deur helemaal. Draai de twee hendels op de
scharnierarm 180°. Sluit de deur tot een hoek van 30°.
Til de deur op en neem hem los.
Om de deur weer te monteren gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
Afb. 11
FO 0967
13
Oven met geëmailleerde
wanden reinigen
De wanden van de oven zijn geëmailleerd en moeten
met de hand worden gereinigd.
Na elk gebruik (vooral na het braden van vlees) dient u
vetspatten e.d. met een zachte doek en een
schoonmaakmiddel te verwijderen; zo produceert de
oven bij het volgende gebruik minder rook en blijft hij
langer schoon.
Overgekookte levensmiddelen op de bodem van de
oven kunt u makkelijker verwijderen door de
bodemplaat uit te oven te nemen.
Maak de oven regelmatig met een speciaal
reinigingsmiddel schoon.
Stelvoeten (ZCM 6650)
Voordat u het fornuis installeert, moeten de
meegeleverde voeten worden gemonteerd.
1. Verwijder de pannendragers, de branders en de
ovenaccessoires.
2. Leg de oven voorzichtig op zn achterkant (afb. 14)
en let erop dat er niets beschadigd raakt.
3. Verstel de hoogte van de voeten door het onderste
gedeelte van de voeten los te schroeven, totdat u
de gewenste hoogte bereikt (de hoogte kan van 850
tot 880 mm worden versteld).
4. Plaats de voeten in de daarvoor bestemde
openingen (zie afb. 14).
5. Zet het fornuis weer rechtop. Plaats branders,
pannendragers en ovenaccesoires terug.
6. Indien nodig, kunt u het fornuis waterpas stellen door
het onderste deel van de voeten te verdraaien, tot
het apparaat volkomen stabiel staat.
FO 2283
Afb. 14
Nivellering (ZCM 6640)
De fornuizen zijn uitgerust met afstelbare pootjes die
zich zowel voorals achteraan de sokkel bevinden.
U kan die pooties regelen (Afb. 12) om de hoogte van
het fornuis bij te stellen naar de nevenstaande kasten
en voor een waterpasstelling van de vloeistof in de
pannen op het fornuis.
Deksel uitbalanceren
Alle glazen deksels kunnen worden gedemonteerd om
ze beter te kunnen reinigen (afb. 13-a).
Glazen deksels zijn voorzien van speciaal
gebalanceerde veren in de scharnieren aan de
achterkant van het apparaat, die ervoor zorgen dat het
deksel soepel en makkelijk kan worden gesloten. U kunt
een schroevendraaier gebruiken om de sluiting van het
deksel te verstellen. De benodigde kracht voor openen
en sluiten van het deksel kan worden verhoogd door
de stelschroef 2 of 3 maal te draaien, zie afb. 13-b.
Waarschuwing! Het glazen deksel kan
versplinteren als het oververhit raakt.
Controleer altijd of de gasbranders uit zijn
voordat u het deksel sluit.
Afb. 13
FO 0064
FO 2200
Afb. 12
FO 0063
a
b
14
l De gasstroom lijkt abnormaal
l U ruikt een gaslucht
l De oven wordt niet warm
l De bereidingstijd is te lang
l Er komt rook uit de oven
l De ovenlamp werkt niet
Controleer of:
- de openingen in de vlamverdeler niet verstopt
zijn:
- de drukregelaar werkt;
- de gaskraan helemaal geopend is.
Controleer of:
- de gaskraan niet open staat;
- de gastoevoerbuis goed op zn plek zit en in
goede staat verkeert; laat deze buis elk jaar
vervangen.
Zoek nooit m.b.v. een lucifer naar een gaslek;
gebruik hiervoor zeepsop.
Controleer of u de bedieningsknoppen goed hebt
ingesteld.
Controleer of u de juiste temperatuur voor het
gerecht hebt gekozen.
Reinig de oven na elk gebruik. Bij het braden van
vlees kunnen vetspatten ontstaan; als de oven
niet goed wordt schoongemaakt, veroorzaken
deze vetspatten rook en onaangename geur. Zie
hoofdstuk Reiniging en onderhoud.
Misschien is de lamp stuk. Zie paragraaf
Vervangen van de ovenlamp.
Als er iets niet werkt
Als het apparaat niet naar behoren werkt, dient u onderstaande punten te controleren voordat u contact opneemt
met onze service-afdeling:
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van het apparaat op.
Onderhoud
Om een goede en veilige werking te waarborgen,
moeten de gasregelkranen regelmatig door een
erkend installateur worden gesmeerd.
Dit dient als volgt te gebeuren:
Draai de bevestigingsschroeven los en verwijder dan
knop en plaat.
Draai de twee schroeven aan de zijkanten van de
kraanstang los.
Verwijder de kegel en maak deze zorgvuldig schoon.
Breng dan een dunne laag vet aan, onoplosbaar in
water en geschikt voor gaskranen. Zorg ervoor dat
de gastoevoeropeningen niet door een teveel aan
vet verstopt raken.
Monteer voorzichtig de onderdelen in omgekeerde
volgorde
Originele onderdelen
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risicos leiden. Laat
reparaties uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en
laat alleen originele DISTRIPARTS onderdelen
plaatsen.
15
Technische gegevens
Apparaat klasse 1 en klasse 2 sub-klasse 1
CATEGORIE II2L3B/P
Voeding gas aardgas G25 / 25 mbar
Afmetingen
Hoogte 850 mm
Breedte 600 mm
Diepte 600 mm
Kookplaat
Sudderbrander 1 kW
Normaalbranders 2 kW
Wokbrander 3,5 kW
Elektronische ontsteking van de branders
Elektrische oven
Grillelement 1750 W
Onderste verwarmingselement 1000 W
Bovenste verwarmingselement 800 W
Onderste + bovenste verwarmingselement 1800 W
Circulatieventilator 30 W
Ovenverlichting 15 W
Aansluitwaarde oven 1845 W
Spanning 230 V (50 Hz)
BRANDER
Sudderbrander 1 0,30 0,33 71 0,111 50 72
Normaalbrander 2 0,40 0,45 100 0,221 71 144
Wokbrander 3,5 1,2 1,2 140 0,387 93 252
MAXIMALE
CALORISCH
DEBIET
kW
MAXIMALE CALORISCH DEBIET
AARDGAS
G25 - 25 mbar
FLESSENGAS
G 30 - 30 mbar
mark 1/100
m
3
/h max
g/h - G30mark 1/100
MINIMALE CALORISCH
DEBIET (kW)
AARDGAS
G25 - 25 mbar
FLESSENGAS
30 mbar
BRANDER Spaarstandboring (Ø)
Sudderbrander 0,28
Normaalbrander 0,32
Wokbrander 0,56
16
A) aansluitpijp
B) ringetje
Afb. 15
A
B
FO 2413
Ventilatie
Bij gebruik van het apparaat wordt er bij de verbranding
van aardgas zuurstof aan de lucht onttrokken. Zorg
daarom voor voldoende ventilatie.
Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 worden
gemaakt. Het fornuis is vanuit de fabriek gemaakt en
ingesteld voor de gassoort zoals aangegeven op het
typeplaatje. Controleer of deze gegevens
overeenkomen met de geleverde gassoort in de woning.
De aansluiting dient van een GIVEG-goedgekeurde
aansluitgaskraan met koppeling te worden voorzien
(afb. 15).
Waarschuwing!
Controleren of alle verbindingen naar het
apparaat goed gasdicht zijn, dient te geschieden
met een zeep-oplossing, nooit met een vlam.
Het installeren en aansluiten van het apparaat
dient te geschieden door een erkend
installateur, met inachtneming van de
geldende wetten en normen. Altijd eerst de
stekker uit het stopcontact trekken!
Elektrische aansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1010 en eventuele
speciale voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf worden uitgevoerd.
Controleer of de zekeringen en de huisinstallatie de
belasting van het apparaat kunnen verdragen (zie
typeplaatje).
Het stopcontact moet geaard zijn.
Het stopcontact of de meerpolige schakelaar moeten
makkelijk toegankelijk zijn.
De meerpolige schakelaar moet tussen de
schakelcontacten een minimale ruimte van 3 mm
hebben. De aardleiding (geel/groen) mag nooit
worden onderbroken.
Het aansluitsnoer moet zodanig worden geïnstalleerd
dat het snoer niet heter kan worden dan 50°C boven
de kamertemperatuur.
Het fornuis is voorzien van een 3-aderig
aansluitsnoer met randaardestekker.
De netspanning moet 230 V ~ 50 Hz zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
als het apparaat niet volgens de betreffende normen is
geïnstalleerd.
Aanwijzingen voor de installateur
17
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te
passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de
opeenvolgende handelingen verrichten.
Vervanging van de sproeiers
van de kookplaat
De roosters wegnemen.
De deksels en de kronen van de branders afnemen.
Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (Afb.16) en deze vervangen door
diegenen die geschikt zijn voor het te gebruiken gas
(zie tabel "Technische Gegevens").
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te
verrichten.
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling
nodig.
Minimum regeling branders van
de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de
knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen
(Afb.17) en dan:
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG
gas, het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
- in geval van transformatie van LPG gas noor
aardgas, het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai
losschroeven, totdat men een kleine regelmatige
vlam verkrijgt.
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te
verrichten.
Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat
door de knop snel van de maximum naar de minimum
positie te draaien.
Aanpassing voor verschillende
gassorten
Afb. 17
FO 0068
Afb. 16
FO 0392
18
GARANTIEVOORWAARDEN
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen
als buiten de garantietermijn. De levensduur van het
product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf
de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval
van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik
is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn
van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos
wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden
hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om
mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet
binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs
met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander
overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt
door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van
water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door
transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage,
verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd
veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer
het product voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd aan of gezonden
naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in-
of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van
hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van
de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het product,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid
niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het product niet overtreffen,
tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland
gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor
in het buitenland aangeschafte producten dient de
gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in
Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze
servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel.: (0172) 46 83 00
Fax.: (0172) 46 82 55
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel.: (0172) 46 84 00
Fax.: (0172) 46 83 76
19
REPARATIEVOORWAARDEN
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag
worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel
binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke
oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde
begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd
zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel
worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied,
zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke
bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote
bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument
plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende
staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus
met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de
noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het
apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een
korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een
reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van
minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde
reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een
beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de
voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw
optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw
uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk
toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen
jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de
onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan
de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden,
danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties
moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
35678-0011 09/02
Grafiche MDM - Forlì
From the Electrolux Group. The worlds No.1 choice.
The Electrolux Group is the worlds largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55
million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn
mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Zanussi ZCM6650X Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor