4
4 Montage
►Schakel de installatie tijdens de montage spanningsvrij�
►Kies een vlak montageoppervlak voor de montage� De module moet met de hele
onderkant op het montageoppervlak liggen�
►Bevestig de onderkant met montageschroeven, tandveerringen en sluitringen
van de grootte M4 (1) op het montageoppervlak� Aandraaimoment max�
1,8 Nm (componenten niet in leveringsomvang inbegrepen)�
►Plaats de gele AS-i vlakkabel zorgvuldig in de profielgroef�
►Plaats de zwarte AS-i vlakkabel voor de externe voeding zorgvuldig in de
profielgroef�
►Zet hier de bovenkant op en bevestig deze met schroeven van de grootte M3,5
(2)� Aandraaimoment 1,2���1,4 Nm�
►Bevestig de module met de montageschroef, de tandveerring en de
sluitring van de grootte M4 (4) op het montageoppervlak (montagegat met
roestvaststalen huls (4a)) Aandraaimoment 2,0���2,4 Nm�
►Sluit de aansluitstekker van de voelers (3) aan op de M12-bussen�
Aandraaimoment 0,8���1,5 Nm�
►Sluit de bussen, die niet worden gebruikt, met sluitdoppen (E73004)*�
Aandraaimoment 0,6���0,8 Nm�
►Monteer de eindafdichting van de vlakkabel (E70413)* als de module zich aan
het einde van de kabeldraad bevindt�
* optioneel, los te bestellen
Bij storingskoppelingen op de sensorkabel of de zwarte vlakkabel (24 V DC
hulpvoeding) kan het gebruik van de functieaardingsveren leiden tot verbetering van
de EMC�
Voorwaarde:de verbinding met de aarding van de installatie moet storingsvrij en
laagohmig zijn�
►Aard de module, indien nodig, via de functieaardingsveren�