BLACK+DECKER GKC3630L20 T1 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

52
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Beoogd gebruik
Uw BLACK+DECKER
TM
-kettingzaag is ontwikkeld voor het
snoeien en vellen van bomen en het zagen van blokken. Dit
gereedschap is uitsluitend bestemd voor consumentenge-
bruik.
Veiligheidsinstructies
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elek-
trisch gereedschap
@
Waarschuwing! Lees alle veiligheids-
waarschuwingen en alle instructies. Wanneer
de volgende waarschuwingen en voorschriften
niet in acht worden genomen, kan dit een elek-
trische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies als referentie-
materiaal. Het hierna gebruikte begrip 'elektrisch gereedsc-
hap' heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor
gebruik op de netspanning (met netsnoer) of op een accu
(snoerloos).
1. Veilige werkomgeving
a. Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een
rommelige of onverlichte werkruimte kan tot ongevallen
leiden.
b. Gebruik elektrisch gereedschap niet in een omgeving
met explosiegevaar, zoals in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch
gereedschap veroorzaakt vonken die het stof of de
dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik
van elektrisch gereedschap uit de buurt. Wanneer u
wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a. De netstekker van het gereedschap moet in het
stopcontact passen. De stekker mag in geen geval
worden omgebouwd. Gebruik geen adapterstekkers in
combinatie met geaarde gereedschappen. Niet-
omgebouwde stekkers en passende stopcontacten
beperken het risico van een elektrische schok.
b. Vermijd aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld buizen, verwarmingen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico
op een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is.
c. Houd het gereedschap uit de buurt van regen en
vocht. Het binnendringen van water in het elektrische
gereedschap vergroot het risico van een elektrische
schok.
d. Gebruik het snoer niet voor een verkeerd doel.
Gebruik het snoer niet om het gereedschap te dragen
of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen of bewegende delen. Beschadigde of in
de war geraakte snoeren vergroten het risico van een
elektrische schok.
e. Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap
werkt, dient u alleen verlengsnoeren te gebruiken die
zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. Het
gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik
buitenshuis, beperkt het risico van een elektrische schok.
f. Als u een elektrisch gereedschap moet gebruiken in
een vochtige locatie, moet u een
reststroomschakelaar (RCD) gebruiken. Met een
aardlekschakelaar wordt het risico van een elektrische
schok verkleind.
3. Veiligheid van personen
a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand
te werk bij het gebruik van elektrische
gereedschappen. Gebruik elektrisch gereedschap niet
wanneer u moe bent of onder invloed van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het gereedschap kan leiden tot ernstige
verwondingen.
b. Draag een persoonlijke beschermende uitrusting.
Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een
persoonlijke beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm
of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het
gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het
risico van verwondingen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of de
schakelaar in de uit-stand staat voordat u het
gereedschap aansluit op het stopcontact en/of de
accu en voordat u het gereedschap optilt of gaat
dragen. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap
uw vinger op de schakelaar houdt of wanneer u het
gereedschap per ongeluk inschakelt, kan dat leiden tot
ongevallen.
d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt. Een
instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan leiden tot verwondingen.
e. Reik niet te ver. Zorg er altijd voor dat u stevig staat
en in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap
beter onder controle houden in onverwachte situaties.
53
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende
kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen
door bewegende delen worden meegenomen.
g. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden
gebruikt. Het gebruik van stofopvangvoorzieningen
beperkt het gevaar door stof.
4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw
toepassing het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het geschikte elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c. Trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de
accu uit het elektrisch gereedschap voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het
gereedschap opbergt. Met deze voorzorgsmaatregel
voorkomt u onbedoeld starten van het gereedschap.
d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet
gebruiken door personen die er niet vertrouwd mee
zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze
worden gebruikt door onervaren personen.
e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer of
bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet klemmen, en of er onderdelen
zodanig zijn gebroken of beschadigd dat de werking
van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het
gereedschap gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende
inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g. Gebruik elektrische gereedschappen, toebehoren,
inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan leiden tot gevaarlijke situaties.
5. Gebruik en onderhoud van snoerloos elektrisch
gereedschap
a. Laad accu's alleen op met de door de fabrikant
aanbevolen lader. Een lader die geschikt is voor een
bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren wanneer
deze in combinatie met andere accu's wordt gebruikt.
b. Gebruik elektrisch gereedschap alleen in combinatie
met speciek vermelde accu's. Het gebruik van andere
accu's kan gevaar voor letsel en brand opleveren.
c. Houd accu's die niet worden gebruikt uit de buurt van
andere metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, spijkers, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die een verbinding van de ene pool naar
de andere tot stand kunnen brengen. Als kortsluiting
tussen de polen van de accu's wordt gemaakt, kunnen
brandwonden of brand worden veroorzaakt.
d. Onder extreme omstandigheden kan er vloeistof uit de
accu spuiten. Vermijd contact. Indien onbedoeld
contact plaatsvindt, spoelt u met water. Als vloeistof
in aanraking komt met ogen, raadpleegt u bovendien
uw huisarts. Vloeistof die uit de accu spuit, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6. Onderhoud
a. Laat het gereedschap alleen repareren door
gekwaliceerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt de
veiligheid van het gereedschap gewaarborgd.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
@
Waarschuwing! Aanvullende veiligheids-
waarschuwingen voor kettingzagen
u Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagket-
ting terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Controleer
voordat u de kettingzaag start of de zaagketting vrij
kan draaien. Een moment van onoplettendheid bij het
gebruik van kettingzagen kan ertoe leiden dat kleding-
stukken of lichaamsdelen in de kettingzaag verstrikt raken.
u Houd altijd uw rechterhand op de achterste handgreep
van de kettingzaag en uw linkerhand op de voorste
handgreep. Houd de kettingzaag nooit anders beet,
aangezien hierdoor het gevaar voor lichamelijk letsel
toeneemt.
u Houd het gereedschap alleen vast bij de geïsoleerde
greepoppervlakken, omdat de kettingzaag met verbor-
gen bedrading in aanraking kan komen. Als een draad
onder spanning met een de kettingzaag wordt geraakt,
komen onbedekte metalen onderdelen van het gereed-
schap onder spanning te staan en kunt u een elektrische
schok krijgen.
54
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
u Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermers. Ook
beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen
en voeten wordt aanbevolen. Adequaat beschermende
kleding verkleint eventueel letsel door rondvliegende snip-
pers of ongewild contact met de zaagketting.
u Gebruik de kettingzaag niet terwijl u zich in een boom
bevindt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
u Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik de
kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en
horizontaal vlak staat. Bij gladde of instabiele vlakken
(zoals ladders) kunt u uw evenwicht of de controle over de
kettingzaag verliezen.
u Wees er bedacht op dat takken die onder spanning
staan, kunnen terugveren wanneer u deze doorzaagt.
Zodra de spanning in de houtvezels vrijkomt, kunt u door
de tak worden geraakt en/of de controle over de ketting-
zaag verliezen.
u Ga zeer voorzichtig te werk bij het zagen van
struikgewas of jong hout. Het dunne materiaal kan in de
zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen of
u uit balans trekken.
u Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep, in
uitgeschakelde toestand en van uw lichaam af gericht.
Plaats altijd de kap over het zwaard als u de ketting-
zaag vervoert of bewaart. Een correct gebruik van de
kettingzaag verkleint de kans op een ongewild contact met
de bewegende zaagketting.
u Volg de instructies voor het smeren en spannen van
de ketting, en het vervangen van accessoires nau-
wgezet op. Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting
kan breken en vergroot de kans op terugslag.
u Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en
vet. Vette handgrepen zijn glad waardoor u de controle
over het gereedschap kunt verliezen.
u Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet
voor doeleinden waarvoor deze niet bestemd is.
Bijvoorbeeld: Gebruik de kettingzaag niet voor het
zagen van kunststof, metselwerk of bouwmaterialen
die niet van hout zijn. Gebruik voor andere doeleinden
dan waarvoor de kettingzaag bestemd is, kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
Oorzaken en voorkoming van terugslag
Er kan terugslag optreden wanneer de punt van het zwaard
op een voorwerp stoot of het hout terugveert en de zaagket-
ting in de zaagsnede klem komt te zitten.
Als de punt een voorwerp raakt, kan het zwaard plotseling
omhoog en naar achter slaan in de richting van uw lichaam.
Wanneer de zaagketting aan de bovenzijde van het zwaard
klem komt te zitten, kan het zwaard snel achterwaarts in de
richting van uw lichaam worden geduwd.
Door deze beide reacties kunt u de controle over de ketting-
zaag verliezen en ernstig lichamelijk letsel oplopen. Vertrouw
niet uitsluitend op de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen
van de kettingzaag. Als gebruiker van de kettingzaag kunt u
ook zelf het nodige doen om ongevallen of letsel tijdens de
zaagwerkzaamheden te voorkomen.
Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het gereedschap. Met geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn beschreven, kan
terugslag worden voorkomen.
u Zorg voor een stevige grip door uw duimen en vingers
om de handgrepen te sluiten. Houd de kettingzaag
met beide handen vast en houd uw lichaam en
armen zodanig dat u weerstand kunt bieden aan de
terugslagkrachten. Met geschikte voorzorgsmaatregelen
kunt u de terugslagkrachten onder controle houden. Laat
de kettingzaag niet los.
u Reik niet te ver en zaag niet boven schouderhoogte.
Dit voorkomt ongewild contact met de punt en zorgt ervoor
dat u de kettingzaag in onverwachte situaties beter onder
controle kunt houden.
u Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen
vervangingsonderdelen. Onjuiste vervangende
zwaarden en kettingen kunnen kettingbreuk en/of ter-
ugslag veroorzaken.
u Volg voor de zaagketting de slijp- en onderhoudsin-
structies van de fabrikant. Verkleining van de
dieptemaat kan tot meer terugslag leiden.
u Het raken van metaal, cement of andere harde materialen
in of in de buurt van het hout kan terugslag veroorzaken.
u Een botte of losse ketting kan terugslag veroorzaken.
u Steek de zaag niet in een vorige zaagsnede. Dit kan
een terugslag veroorzaken. Maak elke keer een nieuwe
zaagsnede.
Veiligheidsaanbevelingen voor de kettingzaag
u Onervaren gebruikers wordt sterk aangeraden een
ervaren gebruiker om praktische instructies over het
gebruik van de kettingzaag en veiligheidsuitrusting te
vragen. De eerste ervaringen kunnen het beste worden
opgedaan met het zagen van stammen op een zaagbok of
montageframe.
u Wij adviseren u tijdens het dragen van de kettingzaag de
accu te verwijderen en de zaagketting naar achteren te
richten.
u Onderhoud uw kettingzaag als u deze niet gebruikt. Berg
de kettingzaag niet op zonder dat u eerst de ketting en het
zwaard uit de zaag hebt verwijderd en ondergedompeld
in olie hebt bewaard. Bewaar alle onderdelen van uw
kettingzaag op een droge, veilige plaats, buiten bereik van
kinderen.
55
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
u Laat het oliereservoir leeglopen voordat u de kettingzaag
opbergt.
u Zorg dat u stevig staat en zoek van tevoren naar een
veilige uitweg voor vallende bomen of takken.
u Maak gebruik van wiggen om controle te houden over
het kapproces en om te voorkomen dat de ketting en het
zwaard in de zaagsnede vast komen te zitten.
u Onderhoud de zaagketting. Houd de zaagketting scherp
en zorg dat deze stevig tegen het zwaard ligt. Zorg dat de
zaagketting en het zwaard schoon en goed geolied zijn.
Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet.
Zaag niet
u In geprepareerd hout.
u In de grond.
u In gaasafrasteringen, spijkers, enz.
Aanvullende veiligheidsinstructies
u Zorg dat er iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is
voor het geval er zich een ongeluk voordoet.
u Zorg dat de kettingzaag niet meer op de netspanning
is aangesloten wanneer u de zaagketting om bepaalde
redenen moet aanraken.
u Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85
dB(A) bedragen. Het is daarom raadzaam om adequate
maatregelen te nemen om uw gehoor te beschermen.
u De kettinggeleider kan heet worden tijdens het zagen.
Let hier goed op.
Veiligheid van anderen
u Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(waaronder kinderen) met een lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke beperking of die geen ervaring met of kennis
van dit apparaat hebben, tenzij ze onder toezicht staan
of instructies krijgen wat betreft het gebruik van het ap-
paraat van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
u Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat zij niet
met het apparaat gaan spelen.
Overige risico's
Er kunnen zich tijdens het gebruik van het gereedschap ook
andere risico's voordoen, die misschien niet in de bijgevoegde
veiligheidswaarschuwingen worden vermeld. Deze risico's
kunnen zich voordoen als gevolg van onoordeelkundig
gebruik, langdurig gebruik, enz.
Zelfs als de veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen
en de veiligheidsvoorzieningen worden geïmplementeerd,
kunnen bepaalde risico's niet worden vermeden. Deze omvat-
ten:
u Verwondingen die worden veroorzaakt door het aanraken
van draaiende of bewegende onderdelen.
u Verwondingen die worden veroorzaakt bij het vervangen
van onderdelen, bladen of accessoires.
u Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig
gebruik van het gereedschap. Als u langere periodes met
het gereedschap werkt, is het raadzaam om regelmatig
een pauze in te lassen.
u Gehoorbeschadiging.
u Gezondheidsrisico's als gevolg van het inademen van stof
dat door gebruik van het gereedschap wordt veroorzaakt
(bijvoorbeeld tijdens het werken met hout, vooral eiken,
beuken en MDF).
Trillingen
De aangegeven waarden voor trillingsemissie in de tech-
nische gegevens en de conformiteitsverklaring zijn gemeten
conform een standaardtestmethode die door EN 60745 wordt
geboden. Hiermee kan het ene gereedschap met het andere
worden vergeleken. De aangegeven waarde voor trillingsem-
issie kan ook worden gebruikt bij een voorlopige bepaling van
blootstelling.
Waarschuwing! De waarde voor trillingsemissie tijdens het
werkelijke gebruik van het gereedschap kan verschillen van
de aangegeven waarde afhankelijk van de manieren waarop
het gereedschap wordt gebruikt. Het trillingsniveau kan hoger
worden dan het aangegeven niveau.
Wanneer de blootstelling aan trillingen wordt vastgesteld
teneinde veiligheidsmaatregelen te bepalen die worden vere-
ist door 2002/44/EG ter bescherming van personen die tijdens
hun werk regelmatig elektrische gereedschappen gebruiken,
moet bij een schatting van de blootstelling aan trillingen reken-
ing worden gehouden met de werkelijke omstandigheden
van het gebruik en de manier waarop het gereedschap wordt
gebruikt. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met
alle stappen in de gebruikscyclus, zoals het moment waarop
het gereedschap wordt uitgeschakeld en wanneer het gereed-
schap stationair loopt alsook de aanlooptijd.
56
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Labels op het gereedschap
Het apparaat is voorzien van de volgende pictogrammen:
:
Waarschuwing! De gebruiker moet de instruc-
tiehandleiding lezen om het risico op letsel te
verminderen.
O
Draag een veiligheidsbril of een stofbril als u
deze machine gebruikt.
N
Draag gehoorbeschermers als u dit gereedsc-
hap gebruikt.
R
Het apparaat mag niet aan regen of hoge
vochtigheid worden blootgesteld.
Richtlijn 2000/14/EG gegarandeerd geluids-
vermogen.
Let op: Niet te strak afstellen. Draai
het hulpstuk met de hand vast. Alleen
handvast afstellen.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor accu's en
laders
Accu's
u Probeer accu's niet te openen, om welke reden ook.
u Stel de accu niet bloot aan water.
u Bewaar deze niet op locaties met temperaturen van meer
dan 40 °C.
u Laad de accu's alleen op bij een omgevingstemperatuur
van 10-40 °C.
u Gebruik alleen de lader die bij het apparaat is geleverd.
u Gooi lege accu's weg volgens de instructies in het
gedeelte "Milieu".
p
Laad beschadigde accu's niet op.
Laders
u Gebruik de lader van BLACK+DECKER alleen voor de
accu's in het apparaat waarbij de lader is bijgeleverd. An-
dere batterijen kunnen exploderen met letsel en materiële
schade als gevolg.
u Niet-laadbare accu's mogen nooit worden opgeladen.
u Een defect snoer moet direct worden vervangen.
u Stel de lader niet bloot aan water.
u Open de lader niet.
u Prik nooit met een scherp voorwerp in de lader.
$
De lader is uitsluitend bestemd voor gebruik
binnenshuis.
+
Lees voor gebruik deze gebruikershandleiding.
Elektrische veiligheid
#
De lader is dubbel geïsoleerd, zodat een
aardaansluiting niet nodig is. Controleer altijd of
de netspanning overeenkomt met de waarde op
het typeplaatje. Probeer de lader nooit te vervan-
gen door een normale netstekker.
u Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden vervan-
gen door de fabrikant of een Black & Decker-servicecen-
trum om gevaren te voorkomen.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Ontgrendelingsknop
3. Oliedop
4. Beschermkap voorzijde
5. Afstelring kettingspanning
6. Ketting
7. Zwaard
8. Beschermkap
9. Vergrendelingsknop kettingafstelling
10. Kettingbeschermer
11. Oliepeilaanwijzer
12. Accu
57
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Montage
@
Waarschuwing! Draag altijd beschermende
handschoenen wanneer u aan de kettingzaag
werkt.
@
Waarschuwing! Als u onderhoud gaat uitvoeren
aan een onderdeel of aan elektrisch gereedsc-
hap, schakelt u het gereedschap uit en neemt u
de stekker uit het stopcontact.
@
Waarschuwing! Verwijder eerst de kabelbinder
waarmee de ketting aan de kettinggeleider is
bevestigd.
Het kettingzwaard en de ketting installeren. (g.
A - L)
u Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond (î‚¿g. A).
u Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
ketting (9) (î‚¿g. B) helemaal los.
u Verwijder de kettingbeschermer (10) (î‚¿g. C).
u Draai de afstelring (5) zo ver mogelijk linksom zodat de pijl
op de afstelring (5) is uitgelijnd met de markering op de
kettingbeschermer (13) (î‚¿g. D).
u Plaats de ketting (6) over het zwaard (7) en zorg ervoor
dat de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (7)
naar voren wijzen (î‚¿g. E).
u Leid de ketting (6) om het zwaard (7) en trek deze aan
zodat aan de achterkant van het zwaard (7) een lus naar
één zijde ontstaat.
u Leid de ketting (6) om het aandrijfkettingwiel (14). Plaats
het zwaard (7) op de verbindingsbouten (15) (î‚¿g. F en G).
u Plaats de kettingbeschermer (10) op de kettingzaag (î‚¿g.
H) en zorg daarbij dat de pijlen zijn uitgelijnd (î‚¿g. I).
u Draai de vergrendelingsknop (9) naar rechts om de ket-
tingbeschermer (10) te bevestigen, maar draai de knop
niet te vast (î‚¿g. I).
u Draai de vergrendelingsknop (9) 180 graden naar links om
de spanning te verminderen (î‚¿g. J).
u Draai de afstelring (5) rechtsom totdat de ketting (6) strak
staat. Controleer of de ketting (6) netjes rondom het
zwaard (7) zit (î‚¿g. K).
u Controleer de kettingspanning zoals hierna beschreven.
Stel deze niet te strak af.
u Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
ketting (9) vast (î‚¿g. L).
De kettingspanning controleren en afstellen (g. K)
Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de
kettingspanning te controleren.
u Verwijder de accu (12).
u Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van î‚¿g. K). De
spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u
deze 3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De ket-
ting (6) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het
zwaard (7).
Opmerking: Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard
en de ketting.
Opmerking: Wanneer de ketting nieuw is, moet u de span-
ning tijdens de eerste twee gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien een
nieuwe ketting enigszins uitzet.
De spanning verhogen (g. J, K en L)
u Draai de vergrendelingsknop (9) 180 graden naar links om
de spanning te verminderen. (î‚¿g. J)
u Draai de afstelring voor de kettingspanning (5) rechtsom
totdat de ketting strak staat (î‚¿g K).
u Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
ketting (9) vast (î‚¿g. L).
De accu plaatsen en verwijderen (g. M)
u U plaatst de accu (12) door deze op één lijn te plaatsen
met het contragedeelte op het gereedschap. Schuif de
accu in het contragedeelte en duw totdat de accu vastklikt.
u Als u de accu wilt verwijderen, drukt u op de vergrende-
lingsknoppen (16) en trekt u tegelijkertijd de accu uit het
contragedeelte.
Gebruik van het gereedschap
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Overbelast de machine niet.
De accu opladen (g. N)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen
en ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert
voor taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd.
Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal
en duidt niet op een probleem.
58
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij omgevingstempera-
turen onder 10° C of boven 40° C. Aanbevolen laadtemper-
atuur: ongeveer 24 °C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur
van de accu lager is dan ongeveer 10° C of hoger dan
40° C.
Laat de accu in de lader zitten. De lader wordt automa-
tisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste temper-
atuur heeft.
u Als u de accu (12) wilt opladen, schuift u de accu in de
lader (19). De accu past maar op één manier in de lader.
Forceer dit niet. Zorg ervoor dat de accu goed in de lader
is geplaatst.
u Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
De oplaadindicator (18) gaat knipperen.
Als het lampje (18) continu brandt, is de accu volledig
opgeladen. Het lader en de accu kunnen voor onbepaalde tijd
verbonden blijven. Het oplaadlampje gaat branden wanneer
de lader de accu van tijd tot tijd bijlaadt.
u Lege accu's dient u binnen een week op te laden. Als u
accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de accu's
aanzienlijk verminderd.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu gedurende onbeperkte tijd in de lader laten
zitten terwijl het oplaadlampje brandt. De lader zorgt ervoor
dat de accu altijd volledig opgeladen is.
Problemen met de accu
Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of be-
schadigd is, gaat het oplaadlampje (18) snel rood knipperen.
Ga in dat geval als volgt te werk:
u Plaats de accu (12) opnieuw.
u Als het oplaadlampje snel rood blijft knipperen, gebruikt u
een andere accu om te controleren of de lader wel goed
werkt.
u Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de
oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een
servicecentrum voor recycling.
u Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet
u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum.
Opmerking: Het kan soms 30 minuten duren om na te
gaan of de accu goed functioneert. Als de accu te warm of
te koud is, knippert het oplaadlampje afwisselend snel en
langzaam rood.
Laadniveau-indicator (afb. N)
De accu is uitgerust met een laadniveau-indicator. Deze kan
worden gebruikt voor het weergeven van het huidige laad-
niveau tijdens het gebruik en tijdens het opladen.
u Druk op de knop van de laadniveau-indicator (17)..
Oliereservoir vullen (g. O)
u Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug.
u Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
de oliepeilindicator (11). Verwijder de accu uit de ket-
tingzaag en vul het reservoir met de juiste olie bij zodra de
indicator op minder dan een kwart staat.
Ketting oliën
Het is raadzaam om tijdens de levensduur van uw ketting-
zaag alleen olie van Black & Decker te gebruiken. De reden
hiervoor is dat mengsels van verschillende oliën de kwaliteit
van de olie kunnen verslechteren. Dit heeft tot gevolg dat de
zaagketting veel korter meegaat en er extra veiligheidsrisico's
ontstaan.
Gebruik nooit afvalolie, dikke olie of zeer dunne naaimachine-
olie. Deze kunnen uw kettingzaag beschadigen. Gebruik al-
leen olie met de juiste oliekwaliteitsklasse (cat. nr. A6023-QZ).
u De kettingzaag voorziet de ketting automatisch van olie
tijdens het gebruik.
Inschakelen (g. O)
u Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Trek
met uw duim aan de ontgrendelingsknop (2) en druk
vervolgens op de aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
u Neem uw duim van de ontrendelingsknop (2) en grijp de
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart.
Oefen geen druk uit op het gereedschap en laat het werk over
aan de zaagketting. Het gereedschap werkt het effectiefst en
het veiligst op de snelheid waarvoor het is ontworpen. Bij te
veel kracht kan de zaagketting (6) uitrekken.
Als de zaagketting (6) of het zwaard (7) vast komt
te zitten
u Schakel het gereedschap uit.
u Verwijder de accu (12).
u Open de snede met wiggen om de spanning van het
zwaard (7) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los
te wrikken.
u Ga verder met een nieuwe zaagsnede.
Vellen (g. P, Q en R)
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. De gebruiker kan letsel oplopen of schade veroor-
zaken als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert,
of als er beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag
vallen.
De veilige afstand tussen een te vellen boom en omstand-
ers, gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½ keer
de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw of
voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt te
worden door de vallende boom.
59
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Voordat u een boom velt:
u Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
vellen van de boom verbieden.
u Houd rekening met alle factoren die de valrichting kunnen
beïnvloeden, zoals:
u De beoogde valrichting.
u De natuurlijke overhelling van de boom.
u Een verdikking of rotte plek.
u Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse
kabels en ondergrondse afvoeren.
u De richting en kracht van de wind.
Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende
bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van obstakels
die u kunnen hinderen. Bedenk dat nat gras en vers gezaagde
boomschors glad zijn.
u Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan
de zaaglengte van de kettingzaag.
u Maak een inkeping om de valrichting te bepalen.
u Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de val-
lijn een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e
van de stamdiameter (î‚¿g. P).
u Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa
45° een tweede snede die het einde van de eerste snede
kruist en zo de inkeping vormt.
u Maak hierna vanaf de andere zijde 25 tot 50 millim-
eter boven het midden van deze inkeping een enkele
horizontale snede. (î‚¿g. Q). Zaag niet helemaal tot aan
de inkeping, aangezien u hierdoor de controle over de
valrichting kunt verliezen.
u Sla een of meer wiggen in de zaagsnede om deze te
openen en de boom om te laten vallen (î‚¿g. R).
Bomen snoeien
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het snoe-
ien van de boomtakken verbieden. Snoei alleen als u al wat
meer ervaring met de zaag hebt opgedaan. Hierbij bestaat
namelijk een grotere kans dat de zaagketting klem komt te
zitten en terugslaat.
Houd vóór het snoeien rekening met alle voorwaarden die
de valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder:
u De lengte en het gewicht van de te zagen tak.
u Een verdikking of rotte plek.
u Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels.
u De richting en kracht van de wind.
u Vervlechtingen van de tak met andere takken.
Houd rekening met de toegankelijkheid van de tak en de
valrichting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam
te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander, elk
object of elk gebouw onder de tak gevaar.
u Maak ter voorkoming van versplintering de opwaartse
eerste snede tot een diepte van maximaal eenderde van
de takdiameter.
u Maak vervolgens een neerwaartse tweede snede tot aan
de eerste.
Blokken zagen (g. S, T en U)
De manier van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van
het blok.
Maak zo mogelijk gebruik van een zaagbok. Begin een
zaagsnede altijd terwijl de zaagketting draait en de gekartelde
stootrand (19) het hout raakt (î‚¿g. S). Maak met de gekartelde
stootrand draaibewegingen tegen het hout.
Bij ondersteuning over de volle lengte:
u Zaag in neerwaartse richting, maar zorg dat u de grond
niet raakt, want hierdoor wordt uw zaag snel bot.
Bij ondersteuning aan beide uiteinden:
u Zaag eerst tot eenderde omlaag om versplintering te
voorkomen en vervolgens tot aan de eerste snede.
Bij ondersteuning aan één uiteinde:
u Zaag eerst tot eenderde omhoog en vervolgens omlaag
om versplintering te voorkomen.
Zagen op een helling:
u Ga altijd heuvelopwaarts van het werk staan.
Als u het blok op de grond wilt zagen (g. T):
u Zet het werkstuk met klampen of wiggen vast. Ga niet
op het blok staan of zitten om het blok stabiel te houden.
Vraag dit ook niet aan anderen. Zorg ervoor dat de zaag-
ketting de grond niet raakt.
Bij gebruik van een zaagbok (g. U):
Het wordt sterk aanbevolen om indien mogelijk een zaagbok
te gebruiken.
u Plaats het blok in een stabiele positie. Zaag altijd aan
de buitenkant van de armen van de zaagbok. Zet het
werkstuk met klemmen of riemen vast.
Takken afzagen (g. V)
Het verwijderen van takken van een omgevallen boom. Wan-
neer u takken afzaagt, laat u grotere takken onderaan zitten
zodat de boom van de grond wordt gehouden. Verwijder de
kleine takken in één zaagbeweging. Takken die onder span-
ning staan, moeten van onderaf naar boven worden gezaagd
om te voorkomen dat de kettingzaag vast komt te zitten.
Snoei takken vanaf de overkant en houdt de stam tussen u en
de zaag. Maak nooit sneden met de zaag tussen uw benen en
klem de af te zagen tak niet tussen uw benen.
60
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Apparaat start
niet
Vergrendelingsknop niet
ingedrukt
Druk de
vergrendelingsknop in.
Accu niet geplaatst Plaats de accu
De accu is niet opgeladen Laad de accu op
Accu niet correct geplaatst
Verwijder de accu uit
en plaats hem opnieuw
De ketting stopt
niet binnen
twee seconden
nadat het
gereedschap is
uitgeschakeld
De ketting is te slap afgesteld
Controleer de
kettingspanning
Het zwaard en/
of de ketting is
zeer heet/er
komt rook af
Het oliereservoir is leeg Controleer het oliepeil
Oliegaatje in de
kettinggeleider is geblokkeerd
Reinig de oliegaatjes
(21 - î‚¿g. E) en maak de
groef om de rand van
de kettinggeleider
schoon.
De ketting is te strak
gespannen
Controleer de
kettingspanning
De neus van het
aandrijfkettingwiel van het
zwaard moet worden
gesmeerd
Olie de neus van het
aandrijfkettingwiel van
het zwaard
De kettingzaag
zaagt niet goed
De ketting is achterstevoren
gemonteerd
Controleer/wijzig de
richting van de ketting
Slijp de zaag
De kettingzaag
verbruikt geen
olie
Olie in het reservoir is
verontreinigd
Tap de olie af en vul het
reservoir met schone
olie
Het oliegaatje in de dop is
geblokkeerd
Maak het gaatje schoon
De kettinggeleider is vies
Reinig de
kettinggeleider
Het olieafvoergaatje is
verstopt
Verwijder het vuil
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Kettingzaak
stopt plotseling
tijdens het
gebruik
Accu leeg
Controleer de
acculading door op de
knop van de
laadniveau-indicator te
drukken. Laad de accu
indien nodig opnieuw
op.
Accu te heet
Laat de accu minstens
een half uur afkoelen
voordat u verdergaat of
de accu oplaadt.
Stroombegrenzingsbeveiliging
Start de kettingzaag
opnieuw. Laat het
gereedschap in zijn
eigen tempo werken.
Overbelast de machine
niet.
Onderhoud
Wanneer u de zaag regelmatig onderhoudt, kunt u deze lang
gebruiken. Controleer regelmatig de volgende zaken.
Waarschuwing! Doe altijd het volgende voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden aan elektrisch
gereedschap uitvoert:
u Zet het gereedschap uit en haal de stekker uit het stop-
contact.
Oliepeil
Het peil in het reservoir mag niet onder een kwart komen.
Zaagketting en zwaard
u Verwijder telkens na enkele uren gebruik de zaagketting
(6) en het zwaard (7), en reinig deze grondig. Doe dit ook
als u het gereedschap gaat opbergen.
u Zorg dat de beschermkap schoon is en dat er geen
zaagafval op zit.
u Smeer de neus van het aandrijfkettingwiel en kettingge-
leider via de tandwielsmeergaten (21) (î‚¿g. E). Hierdoor
wordt de slijtage gelijkmatig over de zwaardrails verdeeld.
Zaagketting slijpen
Voor optimale prestaties van het gereedschap moet u de
tanden van de zaagketting scherp houden.
Richtlijnen voor deze procedure vindt u op de verpakking van
de slijper.
61
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Versleten ketting vervangen
Reservekettingen zijn verkrijgbaar in de detailhandel of bij
Black & Decker servicecentra. Gebruik alleen reserveonder-
delen van Black & Decker.
Scherpte van zaagketting
De zaagtanden worden direct bot als deze tijdens het zagen
de grond of een spijker raken.
Spanning van zaagketting
Controleer regelmatig de kettingspanning.
Reparatie van de kettingzaag
Uw kettingzaag voldoet aan de geldende veiligheidseisen.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
bevoegde vakmensen en met behulp van originele reser-
veonderdelen. Niet-naleving van deze regel kan aanzienlijk
gevaren voor de gebruiker opleveren. Bewaar deze gebruik-
saanwijzing op een veilige plaats.
Milieu
Aparte inzameling. Dit product mag niet met
normaal huishoudelijk afval worden weggegooid.
Mocht u op een dag constateren dat het Black & Decker-
product aan vervanging toe is of dat u het apparaat niet meer
nodig hebt, gooi het product dan niet bij het restafval. Het
product valt onder de categorie voor elektrische apparaten.
z
Gescheiden inzameling van gebruikte producten
en verpakkingsmaterialen maakt het mogelijk
materialen te recycleren en opnieuw te gebruik-
en. Hergebruik van gerecycleerde materialen
zorgt voor minder milieuvervuiling en dringt de
vraag naar grondstoffen terug.
Plaatselijke verordeningen kunnen voorzien in gescheiden
inzameling van huishoudelijke elektrische producten via
gemeentelijke stortplaatsen of via de leverancier bij wie u een
nieuw product aanschaft.
Black & Decker biedt de mogelijkheid tot het recyclen van
afgedankte Black & Decker-producten. Om gebruik te maken
van deze service, dient u het product naar een van onze serv-
icecentra te sturen, die de inzameling voor ons verzorgen.
U kunt het adres van het dichtstbijzijnde Black & Decker-serv-
icecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van
deze handleiding. U kunt ook een lijst van Black & Decker-
servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice
vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com
Technische gegevens
GKC3630L20 (H1)
Spanning V
dc
36
Lengte zwaard mm
300
Max. lengte zwaard mm
300
Kettingsnelheid (onbelast) m/s
5
Maximale lengte zaagsnede mm
300
Olie-inhoud ml
115
Gewicht kg 3.8
Accu
BL2036
Spanning V
DC
36
Capaciteit Ah 2.0
Type Li-ion
Lader
905673** (type 1)
Ingangsspanning
V
AC
230
Uitgangsspanning V
DC
36
Laadstroom mA 1300
Oplaadtijd ca. min
90
Geluidsdrukniveau volgens EN 60745:
L
pA
(geluidsdruk) 72.8 dB(A), meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A)
L
WA
(geluidsvermogen) 92.8 dB(A), meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A)
Totale trillingswaarden (som triaxvector) volgens EN 60745:
Waarde trillingsemissie (a
h
) 5.5 m/s
2
, meetonzekerheid (K) 1.5 m/s
2
62
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
EG-conformiteitsverklaring
MACHINERICHTLIJN
RICHTLIJN VOOR GELUID BUITENSHUIS
%
GKC3630L20
Black & Decker verklaart dat deze producten, die zijn beschre-
ven bij 'Technische gegevens', voldoen aan:
2006/42/EG, EN 60745-1, EN 60745-2-13
2006/42/EG, Kettingzaag, bijlage IV
DEKRA Certiî‚¿cation B.V., Utrechtseweg 310,
6802 ED Arnhem, Nederland
Aangemelde instantie ID Nr.: 0344
Akoestisch vermogen, volgens
2000/14/EG (Artikel 13, bijlage III):
L
WA
(gemeten geluidsvermogen) 92.8 dB(A)
Meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A)
L
WA
(gegarandeerd geluidsvermogen) 94 dB(A)
Deze producten voldoen tevens aan richtlijn 2014/30/EU en
2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met
Black & Decker op het volgende adres of raadpleeg de achter-
zijde van de handleiding.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor de compilatie van
het technische bestand en doet deze verklaring namens Black
& Decker.
R. Laverick
Engineering Manager
Black & Decker Europe, 210 Bath Road, Slough,
Berkshire, SL1 3YD
Verenigd Koninkrijk
13/06/2014
Garantie
Black & Decker heeft vertrouwen in haar producten en biedt
een uitstekende garantie. Deze garantiebepalingen vormen
een aanvulling op uw wettelijke rechten en beperken deze
niet. De garantie geldt in de lidstaten van de Europese Unie
en de Europese Vrijhandelsassociatie.
Mocht uw Black & Decker product binnen 24 maanden na de
datum van aankoop defect raken ten gevolge van materi-
aal- of constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze
vervanging van defecte onderdelen, de reparatie van het
product of de vervanging van het product, tenzij:
u Het product is gebruikt voor handelsdoeleinden, profes-
sionele toepassingen of verhuurdoeleinden.
u Het product onoordeelkundig is gebruikt.
u Het product is beschadigd door invloeden van buitenaf of
door een ongeval.
u Reparaties zijn uitgevoerd door anderen dan onze serv-
icecentra of Black & Decker-personeel.
Om een beroep te doen op de garantie, dient u een
aankoopbewijs te overhandigen aan de verkoper of een van
onze servicecentra. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde
Black & Decker-servicecentrum opvragen via de adressen
op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst
van Black & Decker-servicecentra en meer informatie m.b.t.
onze klantenservice vinden op het volgende internetadres:
www.2helpU.com
Meld u aan op onze website www.blackanddecker.nl om te
worden geïnformeerd over nieuwe producten en speciale aan-
biedingen. Verdere informatie over het merk Black & Decker
en onze producten vindt u op www.blackanddecker.nl.

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies) Beoogd gebruik Uw BLACK+DECKERTM-kettingzaag is ontwikkeld voor het snoeien en vellen van bomen en het zagen van blokken. Dit gereedschap is uitsluitend bestemd voor consumentengebruik. Veiligheidsinstructies Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap @ Waarschuwing! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Wanneer de volgende waarschuwingen en voorschriften niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en instructies als referentiemateriaal. Het hierna gebruikte begrip 'elektrisch gereedschap' heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op de netspanning (met netsnoer) of op een accu (snoerloos). 1. Veilige werkomgeving a. Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkruimte kan tot ongevallen leiden. b. Gebruik elektrisch gereedschap niet in een omgeving met explosiegevaar, zoals in de nabijheid van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap veroorzaakt vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. 2. Elektrische veiligheid a. De netstekker van het gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden omgebouwd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde gereedschappen. Nietomgebouwde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b. Vermijd aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. 52 c. Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d. Gebruik het snoer niet voor een verkeerd doel. Gebruik het snoer niet om het gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende delen. Beschadigde of in de war geraakte snoeren vergroten het risico van een elektrische schok. e. Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengsnoeren te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis, beperkt het risico van een elektrische schok. f. Als u een elektrisch gereedschap moet gebruiken in een vochtige locatie, moet u een reststroomschakelaar (RCD) gebruiken. Met een aardlekschakelaar wordt het risico van een elektrische schok verkleind. 3. Veiligheid van personen a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van elektrische gereedschappen. Gebruik elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap kan leiden tot ernstige verwondingen. b. Draag een persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen. c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of de schakelaar in de uit-stand staat voordat u het gereedschap aansluit op het stopcontact en/of de accu en voordat u het gereedschap optilt of gaat dragen. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap uw vinger op de schakelaar houdt of wanneer u het gereedschap per ongeluk inschakelt, kan dat leiden tot ongevallen. d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het gereedschap inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan leiden tot verwondingen. e. Reik niet te ver. Zorg er altijd voor dat u stevig staat en in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap beter onder controle houden in onverwachte situaties. (Vertaling van de originele instructies) f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van stofopvangvoorzieningen beperkt het gevaar door stof. 4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw toepassing het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het geschikte elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c. Trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de accu uit het elektrisch gereedschap voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap opbergt. Met deze voorzorgsmaatregel voorkomt u onbedoeld starten van het gereedschap. d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet vertrouwd mee zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze worden gebruikt door onervaren personen. e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet klemmen, en of er onderdelen zodanig zijn gebroken of beschadigd dat de werking van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch gereedschap. f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g. Gebruik elektrische gereedschappen, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan leiden tot gevaarlijke situaties. NEDERLANDS 5. Gebruik en onderhoud van snoerloos elektrisch gereedschap a. Laad accu's alleen op met de door de fabrikant aanbevolen lader. Een lader die geschikt is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren wanneer deze in combinatie met andere accu's wordt gebruikt. b. Gebruik elektrisch gereedschap alleen in combinatie met specifiek vermelde accu's. Het gebruik van andere accu's kan gevaar voor letsel en brand opleveren. c. Houd accu's die niet worden gebruikt uit de buurt van andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding van de ene pool naar de andere tot stand kunnen brengen. Als kortsluiting tussen de polen van de accu's wordt gemaakt, kunnen brandwonden of brand worden veroorzaakt. d. Onder extreme omstandigheden kan er vloeistof uit de accu spuiten. Vermijd contact. Indien onbedoeld contact plaatsvindt, spoelt u met water. Als vloeistof in aanraking komt met ogen, raadpleegt u bovendien uw huisarts. Vloeistof die uit de accu spuit, kan irritatie of brandwonden veroorzaken. 6. Onderhoud a. Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt de veiligheid van het gereedschap gewaarborgd. Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap @ u u u Waarschuwing! Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor kettingzagen Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Controleer voordat u de kettingzaag start of de zaagketting vrij kan draaien. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van kettingzagen kan ertoe leiden dat kledingstukken of lichaamsdelen in de kettingzaag verstrikt raken. Houd altijd uw rechterhand op de achterste handgreep van de kettingzaag en uw linkerhand op de voorste handgreep. Houd de kettingzaag nooit anders beet, aangezien hierdoor het gevaar voor lichamelijk letsel toeneemt. Houd het gereedschap alleen vast bij de geïsoleerde greepoppervlakken, omdat de kettingzaag met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Als een draad onder spanning met een de kettingzaag wordt geraakt, komen onbedekte metalen onderdelen van het gereedschap onder spanning te staan en kunt u een elektrische schok krijgen. 53 NEDERLANDS u u u u u u u u u (Vertaling van de originele instructies) Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermers. Ook beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevolen. Adequaat beschermende kleding verkleint eventueel letsel door rondvliegende snippers of ongewild contact met de zaagketting. Gebruik de kettingzaag niet terwijl u zich in een boom bevindt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik de kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en horizontaal vlak staat. Bij gladde of instabiele vlakken (zoals ladders) kunt u uw evenwicht of de controle over de kettingzaag verliezen. Wees er bedacht op dat takken die onder spanning staan, kunnen terugveren wanneer u deze doorzaagt. Zodra de spanning in de houtvezels vrijkomt, kunt u door de tak worden geraakt en/of de controle over de kettingzaag verliezen. Ga zeer voorzichtig te werk bij het zagen van struikgewas of jong hout. Het dunne materiaal kan in de zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen of u uit balans trekken. Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep, in uitgeschakelde toestand en van uw lichaam af gericht. Plaats altijd de kap over het zwaard als u de kettingzaag vervoert of bewaart. Een correct gebruik van de kettingzaag verkleint de kans op een ongewild contact met de bewegende zaagketting. Volg de instructies voor het smeren en spannen van de ketting, en het vervangen van accessoires nauwgezet op. Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting kan breken en vergroot de kans op terugslag. Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet. Vette handgrepen zijn glad waardoor u de controle over het gereedschap kunt verliezen. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor doeleinden waarvoor deze niet bestemd is. Bijvoorbeeld: Gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van kunststof, metselwerk of bouwmaterialen die niet van hout zijn. Gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de kettingzaag bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke situaties. Oorzaken en voorkoming van terugslag Er kan terugslag optreden wanneer de punt van het zwaard op een voorwerp stoot of het hout terugveert en de zaagketting in de zaagsnede klem komt te zitten. Als de punt een voorwerp raakt, kan het zwaard plotseling omhoog en naar achter slaan in de richting van uw lichaam. Wanneer de zaagketting aan de bovenzijde van het zwaard klem komt te zitten, kan het zwaard snel achterwaarts in de richting van uw lichaam worden geduwd. 54 Door deze beide reacties kunt u de controle over de kettingzaag verliezen en ernstig lichamelijk letsel oplopen. Vertrouw niet uitsluitend op de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van de kettingzaag. Als gebruiker van de kettingzaag kunt u ook zelf het nodige doen om ongevallen of letsel tijdens de zaagwerkzaamheden te voorkomen. Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van het gereedschap. Met geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn beschreven, kan terugslag worden voorkomen. u Zorg voor een stevige grip door uw duimen en vingers om de handgrepen te sluiten. Houd de kettingzaag met beide handen vast en houd uw lichaam en armen zodanig dat u weerstand kunt bieden aan de terugslagkrachten. Met geschikte voorzorgsmaatregelen kunt u de terugslagkrachten onder controle houden. Laat de kettingzaag niet los. u Reik niet te ver en zaag niet boven schouderhoogte. Dit voorkomt ongewild contact met de punt en zorgt ervoor dat u de kettingzaag in onverwachte situaties beter onder controle kunt houden. u Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Onjuiste vervangende zwaarden en kettingen kunnen kettingbreuk en/of terugslag veroorzaken. u Volg voor de zaagketting de slijp- en onderhoudsinstructies van de fabrikant. Verkleining van de dieptemaat kan tot meer terugslag leiden. u Het raken van metaal, cement of andere harde materialen in of in de buurt van het hout kan terugslag veroorzaken. u Een botte of losse ketting kan terugslag veroorzaken. u Steek de zaag niet in een vorige zaagsnede. Dit kan een terugslag veroorzaken. Maak elke keer een nieuwe zaagsnede. Veiligheidsaanbevelingen voor de kettingzaag u u u Onervaren gebruikers wordt sterk aangeraden een ervaren gebruiker om praktische instructies over het gebruik van de kettingzaag en veiligheidsuitrusting te vragen. De eerste ervaringen kunnen het beste worden opgedaan met het zagen van stammen op een zaagbok of montageframe. Wij adviseren u tijdens het dragen van de kettingzaag de accu te verwijderen en de zaagketting naar achteren te richten. Onderhoud uw kettingzaag als u deze niet gebruikt. Berg de kettingzaag niet op zonder dat u eerst de ketting en het zwaard uit de zaag hebt verwijderd en ondergedompeld in olie hebt bewaard. Bewaar alle onderdelen van uw kettingzaag op een droge, veilige plaats, buiten bereik van kinderen. (Vertaling van de originele instructies) u u u u Laat het oliereservoir leeglopen voordat u de kettingzaag opbergt. Zorg dat u stevig staat en zoek van tevoren naar een veilige uitweg voor vallende bomen of takken. Maak gebruik van wiggen om controle te houden over het kapproces en om te voorkomen dat de ketting en het zwaard in de zaagsnede vast komen te zitten. Onderhoud de zaagketting. Houd de zaagketting scherp en zorg dat deze stevig tegen het zwaard ligt. Zorg dat de zaagketting en het zwaard schoon en goed geolied zijn. Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet. Zaag niet u u u In geprepareerd hout. In de grond. In gaasafrasteringen, spijkers, enz. Aanvullende veiligheidsinstructies u u u u Zorg dat er iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is voor het geval er zich een ongeluk voordoet. Zorg dat de kettingzaag niet meer op de netspanning is aangesloten wanneer u de zaagketting om bepaalde redenen moet aanraken. Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85 dB(A) bedragen. Het is daarom raadzaam om adequate maatregelen te nemen om uw gehoor te beschermen. De kettinggeleider kan heet worden tijdens het zagen. Let hier goed op. Veiligheid van anderen u u Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met een lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperking of die geen ervaring met of kennis van dit apparaat hebben, tenzij ze onder toezicht staan of instructies krijgen wat betreft het gebruik van het apparaat van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat gaan spelen. Overige risico's u u u u u NEDERLANDS Verwondingen die worden veroorzaakt door het aanraken van draaiende of bewegende onderdelen. Verwondingen die worden veroorzaakt bij het vervangen van onderdelen, bladen of accessoires. Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig gebruik van het gereedschap. Als u langere periodes met het gereedschap werkt, is het raadzaam om regelmatig een pauze in te lassen. Gehoorbeschadiging. Gezondheidsrisico's als gevolg van het inademen van stof dat door gebruik van het gereedschap wordt veroorzaakt (bijvoorbeeld tijdens het werken met hout, vooral eiken, beuken en MDF). Trillingen De aangegeven waarden voor trillingsemissie in de technische gegevens en de conformiteitsverklaring zijn gemeten conform een standaardtestmethode die door EN 60745 wordt geboden. Hiermee kan het ene gereedschap met het andere worden vergeleken. De aangegeven waarde voor trillingsemissie kan ook worden gebruikt bij een voorlopige bepaling van blootstelling. Waarschuwing! De waarde voor trillingsemissie tijdens het werkelijke gebruik van het gereedschap kan verschillen van de aangegeven waarde afhankelijk van de manieren waarop het gereedschap wordt gebruikt. Het trillingsniveau kan hoger worden dan het aangegeven niveau. Wanneer de blootstelling aan trillingen wordt vastgesteld teneinde veiligheidsmaatregelen te bepalen die worden vereist door 2002/44/EG ter bescherming van personen die tijdens hun werk regelmatig elektrische gereedschappen gebruiken, moet bij een schatting van de blootstelling aan trillingen rekening worden gehouden met de werkelijke omstandigheden van het gebruik en de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met alle stappen in de gebruikscyclus, zoals het moment waarop het gereedschap wordt uitgeschakeld en wanneer het gereedschap stationair loopt alsook de aanlooptijd. Er kunnen zich tijdens het gebruik van het gereedschap ook andere risico's voordoen, die misschien niet in de bijgevoegde veiligheidswaarschuwingen worden vermeld. Deze risico's kunnen zich voordoen als gevolg van onoordeelkundig gebruik, langdurig gebruik, enz. Zelfs als de veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden geïmplementeerd, kunnen bepaalde risico's niet worden vermeden. Deze omvatten: 55 NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies) Labels op het gereedschap Het apparaat is voorzien van de volgende pictogrammen: : O N R Waarschuwing! De gebruiker moet de instructiehandleiding lezen om het risico op letsel te verminderen. Draag een veiligheidsbril of een stofbril als u deze machine gebruikt. Draag gehoorbeschermers als u dit gereedschap gebruikt. Het apparaat mag niet aan regen of hoge vochtigheid worden blootgesteld. Laders u Gebruik de lader van BLACK+DECKER alleen voor de accu's in het apparaat waarbij de lader is bijgeleverd. Andere batterijen kunnen exploderen met letsel en materiële schade als gevolg. u Niet-laadbare accu's mogen nooit worden opgeladen. u Een defect snoer moet direct worden vervangen. u Stel de lader niet bloot aan water. u Open de lader niet. u Prik nooit met een scherp voorwerp in de lader. $ + # u Aanvullende veiligheidsinstructies voor accu's en laders Accu's u Probeer accu's niet te openen, om welke reden ook. u Stel de accu niet bloot aan water. u Bewaar deze niet op locaties met temperaturen van meer dan 40 °C. u Laad de accu's alleen op bij een omgevingstemperatuur van 10-40 °C. u Gebruik alleen de lader die bij het apparaat is geleverd. u Gooi lege accu's weg volgens de instructies in het gedeelte "Milieu". p 56 Laad beschadigde accu's niet op. Lees voor gebruik deze gebruikershandleiding. Elektrische veiligheid Richtlijn 2000/14/EG gegarandeerd geluidsvermogen. Let op: Niet te strak afstellen. Draai het hulpstuk met de hand vast. Alleen handvast afstellen. De lader is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis. De lader is dubbel geïsoleerd, zodat een aardaansluiting niet nodig is. Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. Probeer de lader nooit te vervangen door een normale netstekker. Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-servicecentrum om gevaren te voorkomen. Onderdelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Aan/uit-schakelaar Ontgrendelingsknop Oliedop Beschermkap voorzijde Afstelring kettingspanning Ketting Zwaard Beschermkap Vergrendelingsknop kettingafstelling Kettingbeschermer Oliepeilaanwijzer Accu (Vertaling van de originele instructies) @ Montage @ @ De kettingspanning controleren en afstellen (fig. K) Waarschuwing! Draag altijd beschermende handschoenen wanneer u aan de kettingzaag werkt. Waarschuwing! Als u onderhoud gaat uitvoeren aan een onderdeel of aan elektrisch gereedschap, schakelt u het gereedschap uit en neemt u de stekker uit het stopcontact. Waarschuwing! Verwijder eerst de kabelbinder waarmee de ketting aan de kettinggeleider is bevestigd. Het kettingzwaard en de ketting installeren. (fig. A - L) u u u u u u u u u u u u u NEDERLANDS Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond (fig. A). Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de ketting (9) (fig. B) helemaal los. Verwijder de kettingbeschermer (10) (fig. C). Draai de afstelring (5) zo ver mogelijk linksom zodat de pijl op de afstelring (5) is uitgelijnd met de markering op de kettingbeschermer (13) (fig. D). Plaats de ketting (6) over het zwaard (7) en zorg ervoor dat de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (7) naar voren wijzen (fig. E). Leid de ketting (6) om het zwaard (7) en trek deze aan zodat aan de achterkant van het zwaard (7) een lus naar één zijde ontstaat. Leid de ketting (6) om het aandrijfkettingwiel (14). Plaats het zwaard (7) op de verbindingsbouten (15) (fig. F en G). Plaats de kettingbeschermer (10) op de kettingzaag (fig. H) en zorg daarbij dat de pijlen zijn uitgelijnd (fig. I). Draai de vergrendelingsknop (9) naar rechts om de kettingbeschermer (10) te bevestigen, maar draai de knop niet te vast (fig. I). Draai de vergrendelingsknop (9) 180 graden naar links om de spanning te verminderen (fig. J). Draai de afstelring (5) rechtsom totdat de ketting (6) strak staat. Controleer of de ketting (6) netjes rondom het zwaard (7) zit (fig. K). Controleer de kettingspanning zoals hierna beschreven. Stel deze niet te strak af. Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de ketting (9) vast (fig. L). Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de kettingspanning te controleren. u Verwijder de accu (12). u Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van fig. K). De spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u deze 3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De ketting (6) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het zwaard (7). Opmerking: Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard en de ketting. Opmerking: Wanneer de ketting nieuw is, moet u de spanning tijdens de eerste twee gebruiksuren regelmatig (na ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien een nieuwe ketting enigszins uitzet. De spanning verhogen (fig. J, K en L) u u u Draai de vergrendelingsknop (9) 180 graden naar links om de spanning te verminderen. (fig. J) Draai de afstelring voor de kettingspanning (5) rechtsom totdat de ketting strak staat (fig K). Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de ketting (9) vast (fig. L). De accu plaatsen en verwijderen (fig. M) u u U plaatst de accu (12) door deze op één lijn te plaatsen met het contragedeelte op het gereedschap. Schuif de accu in het contragedeelte en duw totdat de accu vastklikt. Als u de accu wilt verwijderen, drukt u op de vergrendelingsknoppen (16) en trekt u tegelijkertijd de accu uit het contragedeelte. Gebruik van het gereedschap Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo werken. Overbelast de machine niet. De accu opladen (fig. N) De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen en ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert voor taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd. Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een probleem. 57 NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies) Waarschuwing! Laad de accu niet op bij omgevingstemperaturen onder 10° C of boven 40° C. Aanbevolen laadtemperatuur: ongeveer 24 °C. Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur van de accu lager is dan ongeveer 10° C of hoger dan 40° C. Laat de accu in de lader zitten. De lader wordt automatisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste temperatuur heeft. u Als u de accu (12) wilt opladen, schuift u de accu in de lader (19). De accu past maar op één manier in de lader. Forceer dit niet. Zorg ervoor dat de accu goed in de lader is geplaatst. u Steek de stekker van de lader in een stopcontact. De oplaadindicator (18) gaat knipperen. Als het lampje (18) continu brandt, is de accu volledig opgeladen. Het lader en de accu kunnen voor onbepaalde tijd verbonden blijven. Het oplaadlampje gaat branden wanneer de lader de accu van tijd tot tijd bijlaadt. u Lege accu's dient u binnen een week op te laden. Als u accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de accu's aanzienlijk verminderd. Oliereservoir vullen (fig. O) De accu in de lader laten zitten Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Trek met uw duim aan de ontgrendelingsknop (2) en druk vervolgens op de aan/uit-schakelaar (1) om te starten. u Neem uw duim van de ontrendelingsknop (2) en grijp de handgreep stevig vast zodra de motor is gestart. Oefen geen druk uit op het gereedschap en laat het werk over aan de zaagketting. Het gereedschap werkt het effectiefst en het veiligst op de snelheid waarvoor het is ontworpen. Bij te veel kracht kan de zaagketting (6) uitrekken. U kunt de accu gedurende onbeperkte tijd in de lader laten zitten terwijl het oplaadlampje brandt. De lader zorgt ervoor dat de accu altijd volledig opgeladen is. Problemen met de accu Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of beschadigd is, gaat het oplaadlampje (18) snel rood knipperen. Ga in dat geval als volgt te werk: u Plaats de accu (12) opnieuw. u Als het oplaadlampje snel rood blijft knipperen, gebruikt u een andere accu om te controleren of de lader wel goed werkt. u Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een servicecentrum voor recycling. u Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum. Opmerking: Het kan soms 30 minuten duren om na te gaan of de accu goed functioneert. Als de accu te warm of te koud is, knippert het oplaadlampje afwisselend snel en langzaam rood. Laadniveau-indicator (afb. N) De accu is uitgerust met een laadniveau-indicator. Deze kan worden gebruikt voor het weergeven van het huidige laadniveau tijdens het gebruik en tijdens het opladen. u Druk op de knop van de laadniveau-indicator (17).. 58 u u Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug. Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens de oliepeilindicator (11). Verwijder de accu uit de kettingzaag en vul het reservoir met de juiste olie bij zodra de indicator op minder dan een kwart staat. Ketting oliën Het is raadzaam om tijdens de levensduur van uw kettingzaag alleen olie van Black & Decker te gebruiken. De reden hiervoor is dat mengsels van verschillende oliën de kwaliteit van de olie kunnen verslechteren. Dit heeft tot gevolg dat de zaagketting veel korter meegaat en er extra veiligheidsrisico's ontstaan. Gebruik nooit afvalolie, dikke olie of zeer dunne naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag beschadigen. Gebruik alleen olie met de juiste oliekwaliteitsklasse (cat. nr. A6023-QZ). u De kettingzaag voorziet de ketting automatisch van olie tijdens het gebruik. Inschakelen (fig. O) u Als de zaagketting (6) of het zwaard (7) vast komt te zitten u u u u Schakel het gereedschap uit. Verwijder de accu (12). Open de snede met wiggen om de spanning van het zwaard (7) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los te wrikken. Ga verder met een nieuwe zaagsnede. Vellen (fig. P, Q en R) Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen te vellen. De gebruiker kan letsel oplopen of schade veroorzaken als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert, of als er beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag vallen. De veilige afstand tussen een te vellen boom en omstanders, gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½ keer de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw of voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt te worden door de vallende boom. (Vertaling van de originele instructies) Voordat u een boom velt: u Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het vellen van de boom verbieden. u Houd rekening met alle factoren die de valrichting kunnen beïnvloeden, zoals: u De beoogde valrichting. u De natuurlijke overhelling van de boom. u Een verdikking of rotte plek. u Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse kabels en ondergrondse afvoeren. u De richting en kracht van de wind. Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van obstakels die u kunnen hinderen. Bedenk dat nat gras en vers gezaagde boomschors glad zijn. u Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan de zaaglengte van de kettingzaag. u Maak een inkeping om de valrichting te bepalen. u Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de vallijn een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e van de stamdiameter (fig. P). u Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa 45° een tweede snede die het einde van de eerste snede kruist en zo de inkeping vormt. u Maak hierna vanaf de andere zijde 25 tot 50 millimeter boven het midden van deze inkeping een enkele horizontale snede. (fig. Q). Zaag niet helemaal tot aan de inkeping, aangezien u hierdoor de controle over de valrichting kunt verliezen. u Sla een of meer wiggen in de zaagsnede om deze te openen en de boom om te laten vallen (fig. R). Bomen snoeien Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het snoeien van de boomtakken verbieden. Snoei alleen als u al wat meer ervaring met de zaag hebt opgedaan. Hierbij bestaat namelijk een grotere kans dat de zaagketting klem komt te zitten en terugslaat. Houd vóór het snoeien rekening met alle voorwaarden die de valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder: u De lengte en het gewicht van de te zagen tak. u Een verdikking of rotte plek. u Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels. u De richting en kracht van de wind. u Vervlechtingen van de tak met andere takken. Houd rekening met de toegankelijkheid van de tak en de valrichting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander, elk object of elk gebouw onder de tak gevaar. u u NEDERLANDS Maak ter voorkoming van versplintering de opwaartse eerste snede tot een diepte van maximaal eenderde van de takdiameter. Maak vervolgens een neerwaartse tweede snede tot aan de eerste. Blokken zagen (fig. S, T en U) De manier van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van het blok. Maak zo mogelijk gebruik van een zaagbok. Begin een zaagsnede altijd terwijl de zaagketting draait en de gekartelde stootrand (19) het hout raakt (fig. S). Maak met de gekartelde stootrand draaibewegingen tegen het hout. Bij ondersteuning over de volle lengte: u Zaag in neerwaartse richting, maar zorg dat u de grond niet raakt, want hierdoor wordt uw zaag snel bot. Bij ondersteuning aan beide uiteinden: u Zaag eerst tot eenderde omlaag om versplintering te voorkomen en vervolgens tot aan de eerste snede. Bij ondersteuning aan één uiteinde: u Zaag eerst tot eenderde omhoog en vervolgens omlaag om versplintering te voorkomen. Zagen op een helling: u Ga altijd heuvelopwaarts van het werk staan. Als u het blok op de grond wilt zagen (fig. T): u Zet het werkstuk met klampen of wiggen vast. Ga niet op het blok staan of zitten om het blok stabiel te houden. Vraag dit ook niet aan anderen. Zorg ervoor dat de zaagketting de grond niet raakt. Bij gebruik van een zaagbok (fig. U): Het wordt sterk aanbevolen om indien mogelijk een zaagbok te gebruiken. u Plaats het blok in een stabiele positie. Zaag altijd aan de buitenkant van de armen van de zaagbok. Zet het werkstuk met klemmen of riemen vast. Takken afzagen (fig. V) Het verwijderen van takken van een omgevallen boom. Wanneer u takken afzaagt, laat u grotere takken onderaan zitten zodat de boom van de grond wordt gehouden. Verwijder de kleine takken in één zaagbeweging. Takken die onder spanning staan, moeten van onderaf naar boven worden gezaagd om te voorkomen dat de kettingzaag vast komt te zitten. Snoei takken vanaf de overkant en houdt de stam tussen u en de zaag. Maak nooit sneden met de zaag tussen uw benen en klem de af te zagen tak niet tussen uw benen. 59 NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies) Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Kettingzaak Accu leeg Controleer de Apparaat start Vergrendelingsknop niet Druk de stopt plotseling acculading door op de niet ingedrukt vergrendelingsknop in. tijdens het knop van de gebruik laadniveau-indicator te Accu niet geplaatst Plaats de accu De accu is niet opgeladen Laad de accu op Accu niet correct geplaatst Verwijder de accu uit drukken. Laad de accu indien nodig opnieuw op. en plaats hem opnieuw De ketting stopt De ketting is te slap afgesteld Accu te heet voordat u verdergaat of kettingspanning niet binnen de accu oplaadt. twee seconden nadat het Stroombegrenzingsbeveiliging gereedschap in zijn uitgeschakeld Het zwaard en/ Het oliereservoir is leeg Controleer het oliepeil of de ketting is Oliegaatje in de Reinig de oliegaatjes kettinggeleider is geblokkeerd (21 - fig. E) en maak de komt rook af Start de kettingzaag opnieuw. Laat het gereedschap is zeer heet/er Laat de accu minstens een half uur afkoelen Controleer de groef om de rand van de kettinggeleider schoon. De ketting is te strak Controleer de gespannen kettingspanning De neus van het Olie de neus van het aandrijfkettingwiel van het aandrijfkettingwiel van zwaard moet worden het zwaard gesmeerd De kettingzaag De ketting is achterstevoren Controleer/wijzig de zaagt niet goed gemonteerd richting van de ketting Slijp de zaag De kettingzaag Olie in het reservoir is Tap de olie af en vul het verbruikt geen verontreinigd reservoir met schone eigen tempo werken. Overbelast de machine niet. Onderhoud Wanneer u de zaag regelmatig onderhoudt, kunt u deze lang gebruiken. Controleer regelmatig de volgende zaken. Waarschuwing! Doe altijd het volgende voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden aan elektrisch gereedschap uitvoert: u Zet het gereedschap uit en haal de stekker uit het stopcontact. Oliepeil Het peil in het reservoir mag niet onder een kwart komen. Zaagketting en zwaard u olie olie Het oliegaatje in de dop is Maak het gaatje schoon geblokkeerd De kettinggeleider is vies Reinig de kettinggeleider Het olieafvoergaatje is verstopt Verwijder het vuil u u Verwijder telkens na enkele uren gebruik de zaagketting (6) en het zwaard (7), en reinig deze grondig. Doe dit ook als u het gereedschap gaat opbergen. Zorg dat de beschermkap schoon is en dat er geen zaagafval op zit. Smeer de neus van het aandrijfkettingwiel en kettinggeleider via de tandwielsmeergaten (21) (fig. E). Hierdoor wordt de slijtage gelijkmatig over de zwaardrails verdeeld. Zaagketting slijpen Voor optimale prestaties van het gereedschap moet u de tanden van de zaagketting scherp houden. Richtlijnen voor deze procedure vindt u op de verpakking van de slijper. 60 (Vertaling van de originele instructies) Versleten ketting vervangen Reservekettingen zijn verkrijgbaar in de detailhandel of bij Black & Decker servicecentra. Gebruik alleen reserveonderdelen van Black & Decker. Scherpte van zaagketting De zaagtanden worden direct bot als deze tijdens het zagen de grond of een spijker raken. Technische gegevens GKC3630L20 (H1) Spanning Vdc Lengte zwaard mm Max. lengte zwaard mm Kettingsnelheid (onbelast) m/s Controleer regelmatig de kettingspanning. Maximale lengte zaagsnede mm Reparatie van de kettingzaag Olie-inhoud ml Gewicht kg Spanning van zaagketting Uw kettingzaag voldoet aan de geldende veiligheidseisen. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen. Niet-naleving van deze regel kan aanzienlijk gevaren voor de gebruiker opleveren. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats. Milieu Aparte inzameling. Dit product mag niet met normaal huishoudelijk afval worden weggegooid. Mocht u op een dag constateren dat het Black & Deckerproduct aan vervanging toe is of dat u het apparaat niet meer nodig hebt, gooi het product dan niet bij het restafval. Het product valt onder de categorie voor elektrische apparaten. z Gescheiden inzameling van gebruikte producten en verpakkingsmaterialen maakt het mogelijk materialen te recycleren en opnieuw te gebruiken. Hergebruik van gerecycleerde materialen zorgt voor minder milieuvervuiling en dringt de vraag naar grondstoffen terug. Plaatselijke verordeningen kunnen voorzien in gescheiden inzameling van huishoudelijke elektrische producten via gemeentelijke stortplaatsen of via de leverancier bij wie u een nieuw product aanschaft. NEDERLANDS Accu 36 300 300 5 300 115 3.8 BL2036 Spanning VDC 36 Capaciteit Ah 2.0 Type Li-ion Lader 905673** (type 1) Ingangsspanning VAC 230 Uitgangsspanning VDC 36 Laadstroom mA 1300 Oplaadtijd ca. min 90 Geluidsdrukniveau volgens EN 60745: LpA (geluidsdruk) 72.8 dB(A), meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A) LWA (geluidsvermogen) 92.8 dB(A), meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A) Totale trillingswaarden (som triaxvector) volgens EN 60745: Waarde trillingsemissie (ah) 5.5 m/s2, meetonzekerheid (K) 1.5 m/s2 Black & Decker biedt de mogelijkheid tot het recyclen van afgedankte Black & Decker-producten. Om gebruik te maken van deze service, dient u het product naar een van onze servicecentra te sturen, die de inzameling voor ons verzorgen. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde Black & Decker-servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van Black & Deckerservicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com 61 NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies) EG-conformiteitsverklaring MACHINERICHTLIJN RICHTLIJN VOOR GELUID BUITENSHUIS % GKC3630L20 Black & Decker verklaart dat deze producten, die zijn beschreven bij 'Technische gegevens', voldoen aan: 2006/42/EG, EN 60745-1, EN 60745-2-13 2006/42/EG, Kettingzaag, bijlage IV DEKRA Certification B.V., Utrechtseweg 310, 6802 ED Arnhem, Nederland Aangemelde instantie ID Nr.: 0344 Akoestisch vermogen, volgens 2000/14/EG (Artikel 13, bijlage III): LWA (gemeten geluidsvermogen) 92.8 dB(A) Meetonzekerheid (K) 1.2 dB(A) LWA (gegarandeerd geluidsvermogen) 94 dB(A) Deze producten voldoen tevens aan richtlijn 2014/30/EU en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met Black & Decker op het volgende adres of raadpleeg de achterzijde van de handleiding. Ondergetekende is verantwoordelijk voor de compilatie van het technische bestand en doet deze verklaring namens Black & Decker. R. Laverick Engineering Manager Black & Decker Europe, 210 Bath Road, Slough, Berkshire, SL1 3YD Verenigd Koninkrijk 13/06/2014 62 Garantie Black & Decker heeft vertrouwen in haar producten en biedt een uitstekende garantie. Deze garantiebepalingen vormen een aanvulling op uw wettelijke rechten en beperken deze niet. De garantie geldt in de lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelsassociatie. Mocht uw Black & Decker product binnen 24 maanden na de datum van aankoop defect raken ten gevolge van materiaal- of constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze vervanging van defecte onderdelen, de reparatie van het product of de vervanging van het product, tenzij: u Het product is gebruikt voor handelsdoeleinden, professionele toepassingen of verhuurdoeleinden. u Het product onoordeelkundig is gebruikt. u Het product is beschadigd door invloeden van buitenaf of door een ongeval. u Reparaties zijn uitgevoerd door anderen dan onze servicecentra of Black & Decker-personeel. Om een beroep te doen op de garantie, dient u een aankoopbewijs te overhandigen aan de verkoper of een van onze servicecentra. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde Black & Decker-servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van Black & Decker-servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com Meld u aan op onze website www.blackanddecker.nl om te worden geïnformeerd over nieuwe producten en speciale aanbiedingen. Verdere informatie over het merk Black & Decker en onze producten vindt u op www.blackanddecker.nl.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138

BLACK+DECKER GKC3630L20 T1 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor