Sony MDS-JE470 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen,mogen de ventilatieopeningen
van het apparaat niet worden afgedekt door kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen,mogen er geen met water gevulde voorwerpen
zoals vazen op het apparaat worden geplaatst.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product.
Deze aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij die
niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van
het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of
langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden.
Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen mag
de batterij alleen vervangen worden door vakbekwaam
servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg, maar lever
hem in als KCA.
De aanwijzingen in deze handleiding hebben
betrekking op de modellen MDS-JE770 en MDS-
JE470. Op de afbeeldingen wordt steeds model MDS-
JE770 getoond. Eventuele afwijkingen bij de
bediening worden in de tekst duidelijk aangegeven,
bijvoorbeeld “alleen de MDS-JE770”.
Afspraken
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bedieningsorganen op het deck; in plaats daarvan kunt
u ook de gelijknamige bedieningsorganen op de
bijgeleverde afstandsbediening gebruiken; indien de
naam afwijkt, wordt deze in de aanwijzingen tussen
haakjes genoemd.
Hoofdapparaat ........................................ 4
Afstandsbediening.................................. 5
Voorbereidingen
Aansluiting van de
audio-componenten.......................... 6
Opnemen op MD’s
Opnemen op een MD.............................. 9
Muziekstukken opnemen in groepen
(alleen de MDS-JE770)
— Groepsfunctie............................ 10
Opmerkingen over opnemen ................ 12
Opnametips........................................... 12
— Lange opnemen/Aanbrengen van
muziekstuknummers/Smart Space/
Instellen van het opnameniveau/
Controleren van de resterende
opnameduur/Meeluisteren naar het
ingangssignaal
Opnamestart met zes seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname.................17
Synchroon opnemen met de audio-
component van uw keuze
— Muziek-synchroonopname........ 18
Synchroon opnemen met een Sony
CD-speler
— CD-synchroonopname...............18
WAARSCHUWING
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
DIRECTE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT
HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
Onderdelen
3
NL
Afspelen van MD’s
Plaatsing van een MD...........................20
Afspelen van een MD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie .................20
Alleen de muziekstukken in de gewenste
groep afspelen
(alleen de MDS-JE770)..................23
Programmeren van muziekstukken
— Afspelen in geprogrammeerde
volgorde..........................................23
Tips voor het op tape opnemen van
MD’s (alleen de MDS-JE770)........25
Monteren van opgenomen
MD’s
Wissen van opnamen
— ERASE-functie..........................26
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie.........................28
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ....................29
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie...........................30
Naamgeving van een muziekstuk of MD
— NAME-functie...........................31
Naamgeving van een groep
(alleen de MDS-JE770)
— NAME-functie...........................33
Opgenomen muziekstukken toewijzen aan
een nieuwe groep
(alleen de MDS-JE770)
— Creëerfunctie .............................34
Deblokkeren van groepstoewijzingen
(alleen de MDS-JE770)
— Deblokkeerfunctie .....................35
Veranderen van het opnameniveau na
het opnemen — S.F Edit-functie....35
Ongedaan maken van de laatste
wijziging — UNDO-functie...........37
Overige functies
Veranderen van de toonhoogte
(alleen de MDS-JE770)
— Toonhoogteregelfunctie ............38
Infaden (Fade In) en uitfaden
(Fade Out) ...................................... 39
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie.................. 39
Gebruikmaking van een timer
(alleen de MDS-JE770)..................40
Gebruik van het CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem
(alleen de MDS-JE770)..................41
Bediening van het MD-deck
door gebruikmaking van een
toetsenbord (alleen de MDS-
JE770)
Instellen van het toetsenbord................43
Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van
het toetsenbord ...............................43
Bediening van het deck door
gebruikmaking van
het toetsenbord ...............................44
Tekens toewijzen aan de toetsen van
het toetsenbord ...............................45
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 46
Opmerkingen betreffende MD’s........... 46
Beperkingen van het systeem...............46
Verhelpen van storingen....................... 48
Zelfdiagnosefunctie.............................. 49
Meldingen in het uitleesvenster............ 50
Tabel van Setup Menu..........................51
Technische gegevens............................51
NL
4
NL
Onderdelen
De onderdelen zijn vermeld in alfabetische volgorde.
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes ( ) vermelde bladzijden.
Hoofdapparaat
MENU/
NO
YES
AMS
CLEAR
PUSH ENTER
REC
INPUT REC MODE
EJECT
STANDBY
TIMER
PHONES PHONE LEVEL PC LINK
ON/OFF SKIP TIME
PLAY MODE REPEAT
LEVEL/
DISPLAY/CHAR
MIN MAX
(KEYBOARD)
REC OFF PLAY
MDLP
lL
mM
H
X
x
z
A
?/1
GROUP
1
3 4 5
6
7 8 9 0 qa qs qd
qf
qg
qh qj
qk
ql
w;
ws
wa
wd
wf
wg wh
2
Afstandsbedieningssensor
2)
2
AMS
wh
(14) (21) (26) (38) (43)
CLEAR
wg
(24) (32) (43)
EJECT
A
8
(9) (21) (26)
GROUP ON/OFF
1)
3
(11) (23)
(33)
GROUP SKIP
1)
4
(11) (23) (33)
INPUT
ws
(9)
LEVEL/DISPLAY/CHAR
w;
(9)
(21) (31)
MD-gleuf
6
MDLP-indicator
7
(13) (21)
MENU/NO
qs
(14) (23) (26) (38)
(43)
PC LINK (KEYBOARD)
1)
qj
(43)
PHONE LEVEL
1)
qh
(21)
PHONES-aansluitbus
1)
qg
(17)
(21) (39)
PLAY MODE
qk
(20) (40)
REC MODE
ws
(13) (22)
REC
z
wf
(9)
REPEAT
ql
(20)
STANDBY-indicator
1
(9) (20)
TIME
1)
5
(16) (22)
TIMER
1)
qf
(40)
Uitleesvenster
wa
YES
qd
(14) (23) (26) (38) (43)
?/1
1
(9) (20) (26)
H
9
(9) (20) (40) (44)
X
0
(9) (21) (42) (44)
x
qa
(9) (21) (26) (40) (44)
m/M
wd
(21) (28) (44)
1) Alleen de MDS-JE770.
2) Alleen de MDS-JE770. Bij de
MDS-JE470 bevindt de
afstandsbedieningssensor
zich in het uitleesvenster.
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
6
NL
Voorbereidingen
1) Alleen Europees model
2) Digitale apparatuur met alleen een DIGITAL OUT-aansluiting
3) Digitale apparatuur met een DIGITAL IN- en OUT-aansluiting
Aansluiting van de audio-componenten
AC B
D
AB
E
CONTROL A1
ΙΙ
Netsnoer
Versterker,
enz.
CD-speler, DBS-tuner, enz.
2)
,
digitale versterker, DAT-deck,
MD-deck, enz.
3)
naar een
stopcontact
CD-speler,
DBS-tuner
MDS-JE770
Netsnoer
Versterker,
enz.
naar een
stopcontact
CD-speler,
DBS-tuner
MDS-JE470
PC LINK
1)
Voorbereidingen
7
NL
Vereiste snoeren
A
Audio-aansluitsnoeren (2) (bijgeleverd)
Bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren dient u
erop te letten dat de pennen daarvan worden
aangesloten op aansluitbussen van dezelfde kleur: wit
(links) op wit, en rood (rechts) op rood.
B
Optische kabels (2 voor Europese
modellen MDS-JE770/3 voor alle
andere modellen) (slechts één
bijgeleverd)
Bij het aansluiten van de optische kabels dient u de
dopjes van de aansluitingen te halen en de
kabelstekkers er recht in te steken totdat ze goed
vastzitten.
De optische kabels mogen niet worden gebogen of
samengebonden.
C
Coaxiale digitale aansluitkabel (alleen
voor Europese modellen MDS-JE770)
(1) (niet bijgeleverd)
Punten die u bij het
aansluiten in gedachten dient
te houden
Alvorens u aansluitingen gaat maken, dient u de
stroomtoevoer naar alle componenten uit te
schakelen.
Er mag pas een netsnoer worden aangesloten
nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed
vastzitten, dit om brom en ruis te voorkomen.
Aansluitbussen
(aansluitingen) voor het
aansluiten van audio-
componenten
Voor Europese modellen MDS-
JE770
Voor de MDS-JE770 (behalve
Europese modellen)
Voor MDS-JE470
Wit (L) Wit (L)
Rood (R) Rood (R)
Aansluiten Op de
Versterkers ANALOG IN/OUT-
aansluitbussen
CD-spelers of DBS-
tuners
DIGITAL COAXIAL IN-
aansluitbus of DIGITAL
OPTICAL IN-aansluiting
Digitale versterkers,
DAT-decks of een ander
MD-deck
DIGITAL OPTICAL IN/
OUT-aansluitingen
Aansluiten Op de
Versterkers ANALOG IN/OUT-
aansluitbussen
CD-spelers of DBS-
tuners
DIGITAL OPTICAL IN
1)
-
aansluiting
1) Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
aansluiting IN1 en IN2.
Digitale versterkers,
DAT-decks of een ander
MD-deck
DIGITAL OPTICAL IN
1)
/
OUT-aansluitingen
Aansluiten Op de
Versterkers ANALOG IN/OUT-
aansluitbussen
CD-spelers of DBS-
tuners
DIGITAL OPTICAL IN-
aansluiting
wordt vervolgd
8
NL
Aansluiting van de audio-
componenten (wordt vervolgd)
Instellen van de spannings-
kiezer (alleen bij modellen
met een spanningskiezer)
Controleer of de spanningskiezer op het
achterpaneel van het deck is ingesteld op de
plaatselijke netspanning. Zo niet, zet dan de
spanningskiezer met behulp van een
schroevendraaier in de juiste positie alvorens u
de stekker van het netsnoer in een stopcontact
steekt.
Andere aansluitingen
Aansluiten van een component
die geschikt is voor het
CONTROL A1ΙΙ-bedienings-
systeem (alleen de MDS-JE770)
D
Mono (2P) ministekkerkabels (2) (niet
bijgeleverd)
Voor bijzonderheden, zie “Gebruik van het
CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem (alleen de
MDS-JE770)” op blz. 41.
Om een PC aan te sluiten
E
PC-aansluitset (niet bijgeleverd)
Gebruik de PC-aansluitset om een PC aan te sluiten op
het MD-deck. Door het MD-deck aan te sluiten op een
PC kunt u MD-muziekstukken selecteren en afspelen
en diverse bewerkingen op de PC uitvoeren. Nadere
bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing die
met de PC-aansluitset is meegeleverd.
Tip
U kunt een PC aansluiten op de aansluiting PC LINK
(KEYBOARD) op het voorpaneel van de MDS-
JE770.
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer van het deck aan op een
stopcontact.
Opmerking
Bij gebruikmaking van een timer dient u het netsnoer
aan te sluiten op het contact van de timer.
Plaatsing van de batterijen in
de afstandsbediening
Plaats twee R6 (formaat AA) batterijen met de
+ en – op de juiste plaats in het batterijvak. Bij
gebruikmaking van de afstandsbediening houdt
u de afstandsbediening in de richting van de
afstandsbedieningssensor op het deck.
Tip
Vervang beide batterijen door nieuwe wanneer u het
deck niet langer op afstand kunt bedienen.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de
afstandsbediening terechtkomen. Let hier vooral op
tijdens het verwisselen van de batterijen.
Vernieuw steeds alle batterijen tegelijk.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct
zonlicht of andere sterke lichtbronnen. Dit kan de
juiste werking ervan verstoren.
Indien u de afstandsbediening geruime tijd niet
denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen om
eventuele beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Demonstratiestand
Wanneer u het MD-deck inschakelt en er geen
MD in het deck zit, wordt na circa tien minuten
automatisch de demonstratiestand geactiveerd.
Om de demonstratiestand te deactiveren, drukt
u op een willekeurige toets op het deck of op de
afstandsbediening.
Tip
Om de demonstratiestand uit te schakelen, drukt u
x
en CLEAR tegelijkertijd in wanneer er geen MD in
het deck zit.
“Demo Off” verschijnt in het uitleesvenster.
Om de demonstratiestand weer in te schakelen,
verricht u dezelfde procedure als hierboven.
“Demo On” verschijnt in het uitleesvenster.
Opnemen op MD’s
9
NL
Opnemen op MD’s
Indien de MD reeds opnamen bevat, zal het
deck automatisch beginnen met opnemen vanaf
het einde van het opgenomen gedeelte.
1
Schakel de versterker en
programmabron in en kies op de
versterker de gewenste bron.
2
Druk op
?/1
om het deck in te
schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
Plaats een opneembare MD in de gleuf
(blz. 20).
4
Druk herhaald op INPUT om de
ingangsaansluitbussen (-aansluiting) te
kiezen die op de programmabron zijn
aangesloten.
1) Alleen Europese modellen MDS-JE770
5
Druk op REC
z
.
Het deck komt in de opnamepauzestand te
staan.
6
Stel, indien nodig, het opnameniveau
in.
Voor bijzonderheden, zie “Instellen van het
opnameniveau” op blz. 15.
7
Druk op
H
of
X
.
Het opnemen begint.
8
Begin met het afspelen van de
programmabron.
Opnemen op een MD
Bron aangesloten op: Zet INPUT op:
DIGITAL OPTICAL IN1 of
IN2-aansluiting
OPT1 of OPT2
DIGITAL OPTICAL IN-
aansluiting
OPT of D-IN
DIGITAL COAXIAL IN-
aansluitbus
1)
COAX
ANALOG IN-aansluitbussen ANALOG of
A-IN
Bedieningshandelingen tijdens het
opnemen
2) De passage na het punt waarop werd gepauzeerd,
krijgt een nieuw muziekstuknummer toegewezen.
Om tijdens het opnemen de indicatie
in het uitleesvenster te veranderen
Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/CHAR (of
DISPLAY) om het uitleesvenster te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
MDS-JE770
Muziekstuknummer en verstreken opnameduur
van het huidige muziekstuk
t
Niveau van het
ingangssignaal (instelwaarde van het
opnameniveau)
t
Indicatie van
bemonsteringsfrequentie
3)
3) FS -- kHz” verschijnt terwijl het analoge signaal
wordt ingevoerd.
MDS-JE470
Muziekstuknummer en verstreken opnameduur
van het huidige muziekstuk
t
Resterende
opnameduur
4)
van de MD
t
Niveau van het
ingangssignaal
t
Muziekstuktitel
5)
4) De tijd die in het uitleesvenster wordt
aangegeven, verschilt afhankelijk van de
instelling van REC MODE.
5) “No Name” verschijnt wanneer het muziekstuk
geen titel heeft.
Om Druk op
De opname te stoppen
x
De opname tijdelijk te
onderbreken
X
De opname te hervatten
2)
H
of
X
De MD te verwijderen EJECT
A
na de opname te
hebben stopgezet
10
NL
Wat is de groepsfunctie?
Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken
op een MD in groepen afspelen, opnemen en
monteren. Dit is handig wanneer u meerdere
CD-albums die in de stand MDLP zijn
opgenomen, op één MD wilt zetten.
Om de groepsfunctie in of uit te schakelen,
drukt u op GROUP ON/OFF.
Groepsfunctie: Uit
Groepsfunctie: Aan
Bedieningen met de groepsfunctie
Alleen de muziekstukken in de gewenste groep
afspelen (blz. 23)
Naamgeving van een groep (blz. 33)
Opgenomen muziekstukken toewijzen aan een
nieuwe groep (blz. 34)
Deblokkeren van groepstoewijzingen (blz. 35)
Opmerking
MD’s die zijn opgenomen met de groepsfunctie van
dit deck, kunnen ook worden gebruikt op andere
systemen die geschikt zijn voor de groepsfunctie. U
dient er echter rekening mee te houden dat de
groepsfunctie bij andere systemen mogelijk op een
andere manier moet worden bediend dan bij dit deck.
Hoe worden de
groepsgegevens vastgelegd?
Bij opname met de groepsfunctie worden de
groepsbeheergegevens automatisch als de
disctitel vastgelegd op de MD. Een tekenreeks
zoals hieronder wordt vastgelegd in het
disctitelgebied.
Disctitelgebied
1
De disctitel is “Favorites”.
2
De muziekstukken 1 t/m 5 worden vastgelegd
in de groep “Rock”.
3
De muziekstukken 6 t/m 9 worden vastgelegd
in de groep “Pops”.
Wanneer er een met de groepsfunctie
opgenomen MD wordt geplaatst in een systeem
dat niet geschikt is voor de groepsfunctie, of in
dit deck terwijl de groepsfunctie is
uitgeschakeld, zal de bovenstaande tekenreeks
dan ook in zijn geheel worden weergegeven als
de disctitel.
Indien u de procedure van “Een nieuwe
titel geven aan een muziekstuk of MD”
op blz. 32 uitvoert en deze tekenreeks
hierdoor abusievelijk wordt
overschreven, is de kans aanwezig dat u
geen gebruik kunt maken van de
groepsfunctie van die MD.
1)
1) De GROUP ON/OFF-toets knippert. Om de
groepsfunctie opnieuw te gebruiken, moet u eerst
de procedure van “Deblokkeren van de
toewijzingen van alle muziekstukken op een MD”
op blz. 35 uitvoeren en de groepstoewijzingen
van alle muziekstukken op de MD deblokkeren.
Opmerkingen
Ook nadat u de MD hebt verwijderd of het deck hebt
uitgeschakeld, blijft de instelling van de
groepsfunctie gehandhaafd.
Wanneer de groepsfunctie is geactiveerd, worden de
niet aan een groep toegewezen muziekstukken niet
weergegeven en kunnen deze niet worden
afgespeeld.
U kunt de groepsvolgorde niet wijzigen.
Indien u een disc plaatst waarbij de
groepsbeheergegevens niet in de juiste vorm zijn
vastgelegd, knippert de GROUP ON/OFF-toets. In
dat geval kunt u de groepsfunctie niet gebruiken.
Muziekstukken opnemen
in groepen (alleen de
MDS-JE770)
— Groepsfunctie
1 2 3 4 6 9
Disc
Muziekstuk
1 2 3 4 1 2 3 4
Disc
Groep 1 Groep 2
Muziekstuk Muziekstuk
0 ; Favorites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops //
...
231
Opnemen op MD’s
11
NL
Opnemen in een nieuwe
groep
U kunt nieuwe groepen creëren op basis van
CD-album, artiest, enz.
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Druk op GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
Druk op TIME om de resterende
opnameduur te laten verschijnen.
3
Druk op REC
z
.
“New Group” knippert en het deck komt in
de opnamepauzestand te staan.
4
Verricht de stappen 6 t/m 8 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
Om verder te gaan en een muziekstuk in een
nieuwe groep vast te leggen, drukt u na de
opname herhaald op
x
om de disctitel en
het totale aantal groepen te laten
verschijnen, en daarna verricht u de stappen
3 en 4.
Indien “Group Full!” verschijnt
wanneer u REC
z
indrukt om met
opnemen te beginnen
In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen
omdat er onvoldoende tekenruimte voor
groepsbeheer aanwezig is.
Wis onnodige tekens (disctitel of
muziekstuktitels) totdat de groep kan worden
opgenomen (zie blz. 33).
Opmerkingen
De nieuwe groep wordt samen met de daaraan
toegewezen muziekstukken toegevoegd na eventuele
bestaande groepen.
Op één MD kunnen maximaal 99 groepen worden
vastgelegd.
Indien “Group Full!” tijdens het opnemen
verschijnt, worden er geen muziekstuknummers
aangebracht.
Opnemen in een bestaande
groep
U kunt muziekstukken toevoegen aan een
bestaande groep.
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Druk op GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
3
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de groep waarin u wilt opnemen
verschijnt.
4
Druk op REC
z
.
“New Track” knippert en het deck komt in
de opnamepauzestand te staan.
5
Verricht de stappen 6 t/m 8 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
Indien “Group Full!” verschijnt
wanneer u REC
z
indrukt om met
opnemen te beginnen
In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen
omdat er onvoldoende tekenruimte voor
groepsbeheer aanwezig is.
Wis onnodige tekens (disctitel of
muziekstuktitels) totdat de groep kan worden
opgenomen (zie blz. 33).
Opmerkingen
Het opgenomen muziekstuk wordt toegevoegd aan
het einde van de groep.
Wanneer u een nieuw muziekstuk opneemt in een
bestaande groep en u daarna de groepsfunctie
uitschakelt, zullen de muziekstuknummers die
volgen op het nieuw opgenomen muziekstuk
mogelijk veranderen.
Indien “Group Full!” tijdens het opnemen
verschijnt, worden er geen muziekstuknummers
aangebracht.
12
NL
Na het opnemen
Druk op EJECT
A
om de MD te verwijderen of
druk op
?/1
om het deck uit te schakelen.
“TOC” of “TOC Writing” begint te knipperen.
De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de
opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De TOC wordt
bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op
?/1
drukt om het deck uit te schakelen. Trek de
stekker niet uit het stopcontact voordat de TOC
is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl
de TOC wordt bijgewerkt (terwijl “TOC
Writing” knippert), dit om ervan verzekerd te
zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Automatische omzetting van digitale
bemonsteringsfrequenties
Een ingebouwde bemonsteringsfrequentie-
omzetter zorgt ervoor dat de
bemonsteringsfrequentie van verschillende
digitale bronnen automatisch wordt omgezet in
de bemonsteringsfrequentie van het MD-deck,
namelijk 44,1 kHz. Dit biedt de mogelijkheid
tot het meeluisteren naar en opnemen van
bronnen zoals DAT-tapes of
satellietuitzendingen met een frequentie van
32 kHz of 48 kHz, evenals CD’s en MDs.
Om te voorkomen dat opnamen
abusievelijk worden gewist
Om opnemen op een MD onmogelijk te maken,
verschuift u het wispreventienokje in de richting
van het pijltje (zie onderstaande afbeelding) om
de gleuf bloot te leggen. Om opnamen weer
mogelijk te maken, verschuift u het nokje om de
gleuf te bedekken.
Ook wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld,
kunnen alle hier beschreven functies worden
gebruikt (alleen bij de MDS-JE770). Voor een
uitvoerige beschrijving van de groepsfunctie,
zie blz. 10.
Lange opnamen
Dit deck biedt twee standen voor lange
opnamen: LP2 en LP4 (MDLP-opname). In de
modus LP2 Stereo kunt u tweemaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus, en in
de modus LP4 Stereo kunt u viermaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus. In
mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang
opnemen als in stereo.
Met de modus LP4 Stereo (waarmee u 4
×
zolang kunt opnemen) kunt u een lange stereo-
opname maken door gebruik van een speciaal
compressiesysteem. Wanneer u de nadruk wilt
leggen op de geluidskwaliteit, wordt de
opnamemodus Stereo of LP2 Stereo (waarmee
u 2
×
zolang kunt opnemen) aanbevolen.
Opmerkingen over
opnemen
Opnametips
— Lange opnemen/Aanbrengen van
muziekstuknummers/Smart Space/
Instellen van het opnameniveau/
Controleren van de resterende
opnameduur/Meeluisteren naar het
ingangssignaal
Wispreventienokje
Schuif in richting
van pijltje
Opnemen op MD’s
13
NL
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Druk herhaald op REC MODE om de
gewenste opnamemodus te kiezen.
3
Verricht de stappen 5 t/m 8 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
Tips
Wanneer u bij stap 2 hierboven LP2 of LP4 kiest,
gaat de indicator MDLP gaat branden.
Het deck is in de fabriek zo ingesteld dat aan het
begin van een muziekstuktitel automatisch de
toevoeging “LP:” wordt aangebracht. Deze indicatie
verschijnt wanneer het muziekstuk wordt afgespeeld
op een deck dat niet geschikt is voor langdurige
opnamen.
Om deze functie uit te schakelen, volgt u de
onderstaande stappen op:
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met
afspelen of zich in de pauzestand bevindt,
drukt u op MENU/NO.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat Setup? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat LPstamp On
(fabrieksinstelling) verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om LPstamp Off te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5 Druk op MENU/NO.
Om “LP:” opnieuw automatisch te laten toevoegen,
kiest u bij de bovenstaande stap 4 “LPstamp On”.
Opmerkingen
De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel
waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet
kan worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt
is voor de modus MDLP. De toevoeging verschijnt
niet bij systemen die wel geschikt zijn voor de
modus MDLP.
Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:”
opgenomen als deel van de muziekstuktitel
waardoor er per MD minder tekens kunnen worden
ingevoerd. Indien een muziekstuk met de toevoeging
“LP:” wordt onderverdeeld door gebruikmaking van
de DIVIDE-functie, wordt “LP:” ook toegevoegd
aan het laatste muziekstuk.
Omdat de gekozen opnamemodus ook na
beëindiging van de opname bewaard blijft, dient u
altijd de opnamemodus te controleren alvorens u
gaat opnemen.
Muziekstukken die zijn opgenomen in de modus
MDLP (LP2 of LP4) Stereo kunnen niet worden
afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor
de modus MDLP.
Zelfs wanneer u tijdens het opnemen REC MODE
indrukt, kunt u de opnamemodus niet wijzigen.
Zelfs wanneer u herhaald REC MODE indrukt om
MONO te kiezen, verandert het signaal waarnaar u
tijdens het opnemen luistert niet in mono.
Bovendien is bij muziekstukken die zijn opgenomen
in de modus MDLP geen schaalfactormontage (S.F
Edit) mogelijk en kunnen ook bepaalde andere MD-
montagefuncties niet worden uitgevoerd.
Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen
— Handmatig aanbrengen van
muziekstuknummers/Automatisch
laten aanbrengen van
muziekstuknummers
Tijdens het opnemen kunt u
muziekstuknummers aanbrengen. Dit kan zowel
handmatig als automatisch. Door het
aanbrengen van muziekstuknummers op
specifieke punten kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken op de MD gemakkelijk
monteren.
Handmatig aanbrengen van
muziekstuknummers (Manual Track
Marking)
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt
is bereikt waar u een muziekstuknummer
wilt toevoegen en druk dan op REC
z
.
Voor opnemen in: Zet REC MODE op:
Stereo Blanco (geen indicatie)
LP2 Stereo LP2
LP4 Stereo LP4
Mono MONO
wordt vervolgd
14
NL
Opnametips (wordt vervolgd)
Automatisch laten aanbrengen van
muziekstuknummers (Automatic
Track Marking)
Bij het opnemen van een met een DIGITAL IN-
aansluiting verbonden CD-speler of MD-deck
worden de muziekstuknummers in dezelfde
volgorde aangebracht als bij de opnamebron.
Bij het opnemen van andere bronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL IN-aansluiting, of
van een bron die is verbonden met de ANALOG
IN-aansluitbussen, dient u de onderstaande
procedure te volgen om de muziekstuknummers
automatisch te laten aanbrengen. U kunt de
muziekstuknummers echter niet automatisch
laten aanbrengen indien de geluidsbron
waarvan u wilt opnemen, ruis bevat
(bijvoorbeeld tapes of radioprogramma’s).
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “T.Mark LSyn(c)” verschijnt
en druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Wanneer u de functie voor het automatisch
laten aanbrengen van muziekstuknummers
inschakelt, zal “L.SYNC” oplichten.
Een muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het
ingangssignaal gedurende ten minste 1,5
seconde op een niveau van –50 dB
1)
(het
activeringsniveau van Automatic Track
Marking) of lager blijft.
1) Fabrieksinstelling
Om het activeringsniveau van
Automatic Track Marking te wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het
signaalniveau waarop Automatic Track
Marking wordt geactiveerd, te wijzigen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “LS(T)” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om het niveau te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB
instellen op elke waarde tussen –72 dB en
0 dB (de fabrieksinstelling is –50 dB).
5
Druk op MENU/NO.
Tips voor het automatisch laten
aanbrengen van muziekstuknummers
Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-
aansluiting verbonden CD-speler of MD-deck, kan
in de volgende gevallen al het materiaal als één
muziekstuk worden opgenomen:
Wanneer u hetzelfde muziekstuk tweemaal of
vaker achter elkaar opneemt door
gebruikmaking van de functie voor herhaald
afspelen van één muziekstuk.
Wanneer u twee of meer muziekstukken met
hetzelfde muziekstuknummer, maar van
verschillende CD’s of MD’s, achter elkaar
opneemt.
Wanneer u muziekstukken van bepaalde CD- of
multi-discspelers opneemt.
De kans bestaat dat muziekstukken van minder dan
vier seconden (in de modus Stereo, Mono en LP2
Stereo) of acht seconden (in de modus LP4 Stereo)
geen eigen muziekstuknummer krijgen toegewezen.
Wanneer u opneemt van een component die is
verbonden met de ANALOG IN-aansluitbussen en
“T.Mark Off” is gekozen, of wanneer u opneemt van
een met de DIGITAL IN-aansluiting verbonden
DAT-deck of DBS-tuner, kan al het materiaal als één
muziekstuk worden opgenomen.
Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-
aansluiting verbonden DAT-deck of DBS-tuner,
wordt er bij elke verandering van de
bemonsteringsfrequentie van het ingangssignaal een
muziekstuknummer aangebracht, ongeacht de
instelling van de parameters voor het aanbrengen
van muziekstuknummers (“T.Mark LSyn(c)” of
“T.Mark Off”).
Om Kies
Automatic Track Marking
in te schakelen
T.Mark LSyn(c)
(fabrieksinstelling)
Automatic Track Marking
uit te schakelen
T.Mark Off
Opnemen op MD’s
15
NL
Tip
Zelfs nadat de opname is voltooid, kunt u nog
muziekstuknummers aanbrengen. Zie “Onderverdelen
van opgenomen muziekstukken” op blz. 28.
Automatisch wissen van
stille passages (Smart Space/
Auto Cut)
Met de functie Smart Space kunt u de stille
passages tussen muziekstukken automatisch
3 seconden lang laten maken. Indien de functie
Smart Space is geactiveerd en er tijdens het
opnemen gedurende ongeveer 3 seconden of
langer (maar minder dan 30 seconden) geen
geluid wordt ingevoerd, vervangt het deck deze
stilte door een niet-opgenomen interval van
circa 3 seconden en gaat het opnemen verder.
Auto Cut
:
Indien de functie Smart Space is
geactiveerd en er gedurende 30 seconden of
langer geen geluid wordt ingevoerd, vervangt
het deck deze stilte door een niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en dan komt het
deck in de opnamepauzestand te staan.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “S.Space On” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
Smart Space is niet van invloed op de muziekstuk-
nummers die worden opgenomen, zelfs niet wanneer
de stille passage midden in een muziekstuk valt.
Auto Cut wordt automatisch samen met Smart
Space in- of uitgeschakeld.
Indien het MD-deck na activering van Auto Cut nog
circa 10 minuten doorgaat met het opnemen van een
pauze, wordt het opnemen automatisch stopgezet.
Instellen van het
opnameniveau
U kunt het opnameniveau instellen voor zowel
analoge als digitale opnamen.
1
Verricht de stappen 1 t/m 5 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Speel het gedeelte van de
programmabron met het hoogste
geluidsniveau.
3
Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/
CHAR (of DISPLAY) totdat het niveau
van het ingangssignaal in het
uitleesvenster verschijnt.
4
MDS-JE770
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
LEVEL +/–) om het opnameniveau te
verhogen tot het hoogste niveau zonder
dat de twee indicators geheel rechts op
de piekniveaumeters gaan branden.
Geen geluidsinvoer gedurende minder dan
30 seconden
Vervangen door niet-opgenomen interval van
circa 3 seconden en opnemen gaat door
Uit
Aan
Geen geluidsinvoer gedurende 30
seconden of langer
Vervangen door niet-opgenomen interval van
3 seconden en opnemen wordt tijdelijk stopgezet
Uit
Aan
Om Kies
Smart Space en Auto Cut
in te schakelen
S.Space On
(fabrieksinstelling)
Smart Space en Auto Cut
uit te schakelen
S.Space Off
wordt vervolgd
Voorkom dat deze indicator gaat branden
16
NL
Opnametips (wordt vervolgd)
MDS-JE470
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
LEVEL +/–) om het opnameniveau te
verhogen tot het hoogste niveau zonder
dat de indicatie “OVER” op de
piekniveaumeters gaat branden.
5
Stop het afspelen van de
programmabron.
6
Om met opnemen te beginnen, gaat u
verder vanaf stap 7 van “Opnemen op
een MD” op blz. 9.
Tips
Tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand
kunt u het opnameniveau instellen door herhaald
indrukken van LEVEL +/– op de afstandsbediening.
De piekvasthoudfunctie zorgt ervoor dat de
piekniveaumeters blijven staan op het hoogste
niveau dat door het ingangssignaal is bereikt.
1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat Setup? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat P.Hold Off (fabrieksinstelling)
verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om P.Hold On te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5 Druk op MENU/NO.
Om de piekvasthoudfunctie uit te schakelen, kiest u
bij de bovenstaande stap 4 “P.Hold Off”.
Opmerking
Het opnameniveau kan slechts worden verhoogd tot
+12,0 dB (voor analoge opnamen) of +18,0 dB (voor
digitale opnamen) (de fabrieksinstelling is 0,0 dB).
Indien het uitgangsniveau van de aangesloten
component laag is, kan daarom niet altijd het
maximale opnameniveau worden ingesteld.
Controleren van de resterende
opnameduur op de MD
Voor MDS-JE770:
Druk herhaald op TIME.
1) Wanneer het niveau van het ingangssignaal wordt
weergegeven, kunt u de gegevens niet
controleren.
2) Het totale aantal muziekstukken en de totale
verstreken opnameduur van de groep wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld.
3) Niet bij voorbespeelde discs.
4) De tijd die in het uitleesvenster wordt
aangegeven, verschilt afhankelijk van de
instelling van REC MODE.
Voor de MDS-JE470:
Druk herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening.
Voor de informatie in de stopstand, zie blz. 22.
Voor de informatie tijdens het opnemen, zie
blz. 9.
Meeluisteren naar het
ingangssignaal
(Input Monitor)
U kunt meeluisteren naar het gekozen
ingangssignaal, zelfs wanneer u dit niet aan het
opnemen bent.
1
Druk op EJECT
A
om de MD te
verwijderen.
2
Druk herhaald op INPUT om de
aansluitbussen (aansluiting) te kiezen
waar het signaal waarnaar u wilt
luisteren, wordt ingevoerd.
Voorkom dat deze indicator gaat branden
Terwijl het
deck:
Verschijnt de volgende
informatie
1)
:
is stopgezet Totaal aantal muziekstukken en totale
verstreken opnameduur
2)
y Totaal
aantal muziekstukken en resterende
opnameduur op de MD
3)
bezig is met
opnemen
Muziekstuknummer en verstreken
opnameduur van het huidige
muziekstuk y Muziekstuknummer
en resterende opnameduur
4)
op de MD
Opnemen op MD’s
17
NL
3
Druk op REC
z
.
Wanneer er een analoge ingang wordt
gekozen
Het analoge signaal dat wordt ingevoerd via
de ANALOG IN-aansluitbussen, wordt na
A/D-omzetting uitgevoerd naar de DIGITAL
OUT-aansluiting (alleen de MDS-JE770),
en vervolgens na D/A-omzetting naar de
ANALOG OUT-aansluitbussen en de
PHONES-aansluitbus (alleen de MDS-
JE770). Gedurende deze tijd verschijnt
“AD – DA” in het uitleesvenster.
Wanneer er een digitale ingang wordt
gekozen
Het digitale signaal dat wordt ingevoerd via
de DIGITAL IN-aansluiting, wordt na het
passeren van de bemonsteringsfrequentie-
omzetter uitgevoerd via de DIGITAL OUT-
aansluiting (alleen de MDS-JE770), en
vervolgens na D/A-omzetting naar de
ANALOG OUT-aansluitbussen en de
PHONES-aansluitbus (alleen de MDS-
JE770). Gedurende deze tijd verschijnt
“ – DA” in het uitleesvenster.
Om Input Monitor te stoppen
Druk op
x
.
Bij het opnemen van een FM- of satelliet-
uitzending gaan de eerste paar seconden van de
uitzending vaak verloren omdat het even kan
duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachine-
opnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen
die voorafgaan aan het tijdstip waarop de
eigenlijke opname begint, zoals op de
onderstaande afbeelding is aangegeven:
1
Verricht de stappen 1 t/m 5 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
Het deck komt in de opnamepauzestand te
staan.
2
Begin met het afspelen van de
programmabron.
3
Wacht tijdens het opnemen totdat het
punt is bereikt waar u met opnemen wilt
beginnen en druk dan op AMS (of
T.REC).
Het opnemen begint met de zes seconden
aan audiogegevens uit het buffergeheugen en
daarna gaat het opnemen verder via het
buffergeheugen.
Opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Tijdstip waarop u bij
stap 3 AMS indrukt
Einde van de
opnamebron
Duur
6
seconden
Opgenomen
gedeelte
Begin van de opnamebron
18
NL
Met de muziek-synchroonopnamefunctie kunt u
de opname op het MD-deck automatisch laten
synchroniseren met het afspelen van de gekozen
programmabron. De functie voor het
aanbrengen van muziekstuknummers zal echter
afhankelijk van de programmabron verschillen.
Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het opnemen” op
blz. 13.
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Druk op MUSIC SYNC op de
afstandsbediening.
Het deck komt in de opnamepauzestand te
staan.
3
Begin met het afspelen van de
programmabron.
Het opnemen begint automatisch.
Opmerking
Tijdens muziek-synchroonopname zullen de functies
Smart Space en Auto Cut werken, ongeacht de
instelling daarvan (“S.Space On” of “S.Space Off”).
Wanneer het deck is aangesloten op een Sony
CD-speler of hifi-geluidsinstallatie, kunt u door
gebruikmaking van de afstandsbediening
gemakkelijk de inhoud van de CD’s kopiëren
naar de MD. Aangezien de afstandsbediening
van het MD-deck ook wordt gebruikt voor
bediening van de CD-speler of het CD-
spelergedeelte van de geluidsinstallatie, dient u
het MD-deck en de CD-speler zo dicht mogelijk
bij elkaar te plaatsen.
1
Schakel de versterker en de CD-speler
in, en kies op de versterker de functie
CD.
2
Verricht de stappen 2 t/m 4 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
3
Plaats een CD in de CD-speler en kies
op de CD-speler de gewenste
afspeelfunctie (Shuffle Play, Program
Play, enz.).
4
Druk op CD-SYNCHRO STANDBY op de
afstandsbediening.
De CD-speler komt in de wachtstand voor
afspelen te staan, en het MD-deck in de
wachtstand voor opname.
5
Druk op CD-SYNCHRO START op de
afstandsbediening.
Het deck begint met opnemen en de CD-
speler begint met afspelen.
Het muziekstuknummer en de verstreken
opnameduur van het muziekstuk verschijnen
in het uitleesvenster.
Indien de CD-speler niet begint met
afspelen
Sommige CD-spelers reageren niet wanneer u
CD-SYNCHRO START op de
afstandsbediening indrukt. Druk in plaats
daarvan op
X
op de afstandsbediening van de
CD-speler om het afspelen van de CD-speler te
laten beginnen.
Bedieningshandelingen tijdens CD-
synchroonopname
Synchroon opnemen met
de audio-component van
uw keuze
— Muziek-synchroonopname
Synchroon opnemen met
een Sony CD-speler
— CD-synchroonopname
Om Druk op
De opname te stoppen CD-SYNCHRO STOP op
de afstandsbediening
De opname tijdelijk te
onderbreken
CD-SYNCHRO
STANDBY op de
afstandsbediening
Tijdens de opnamepauze
het eerstvolgende
muziekstuk te vinden
dat u wilt opnemen
(alleen de MDS-JE470)
CD PLAYER
./>
op de afstandsbediening
De opname te hervatten CD-SYNCHRO START
op de afstandsbediening
De resterende
opnameduur op de MD
te controleren
TIME (MDS-JE770) of
DISPLAY op de
afstandsbediening (MDS-
JE470) (blz. 16)
Opnemen op MD’s
19
NL
Tips
Tijdens CD-synchroonopname kunt u de
afstandsbediening van de CD-speler gebruiken.
Tijdens CD-synchroonopname worden op de
volgende manieren muziekstuknummers
aangebracht:
Wanneer de CD-speler is verbonden met de
DIGITAL IN-aansluiting, worden de
muziekstuknummers automatisch aangebracht
zoals op de CD.
Wanneer de CD-speler is verbonden met de
ANALOG IN-aansluitbussen en “T.Mark
LSyn(c)” is gekozen (blz. 14), worden de
muziekstuknummers automatisch aangebracht.
Wanneer u na een opnamepauze weer doorgaat
met opnemen, wordt er automatisch een nieuw
muziekstuknummer aangebracht, ongeacht de
instelling van de parameters voor het aanbrengen
van muziekstuknummers (“T.Mark LSyn(c)” of
“T.Mark Off”).
Door de afstandsbediening van de MD opnieuw te
programmeren, kunt u de bovenstaande procedure
ook gebruiken voor synchroonopname met een Sony
video-CD-speler.
Druk op cijfertoets 2 op de afstandsbediening terwijl
u
?/1
op de afstandsbediening ingedrukt houdt. U
kunt nu de afstandsbediening gebruiken voor
bediening van zowel het MD-deck als de video-CD-
speler. Om opnieuw de CD-speler te bedienen, drukt
u op cijfertoets 1 op de afstandsbediening terwijl u
?/1
op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Bij CD-synchroonopname van een Sony CD-speler
die via een CONTROL A1
ΙΙ
-kabel (niet bijgeleverd)
is aangesloten op het MD-deck, worden CD-
tekstgegevens ongewijzigd gekopieerd naar de MD
(discmemo-kopieerfunctie) (alleen de MDS-JE770).
Opmerkingen
Bij CD-synchroonopname met een CD-speler die is
voorzien van een functiekiezer, dient u de kiezer
altijd op CD1 te zetten.
Bij het opnemen van muziekstukken van bepaalde
CD- of multidisc-spelers kan al het materiaal als één
muziekstuk worden opgenomen.
Bij zeer korte CD-muziekstukken zal de discmemo-
kopieerfunctie niet altijd werken (alleen de MDS-
JE770).
Bij bepaalde CD’s worden de tekstgegevens niet
altijd gekopieerd (alleen de MDS-JE770).
CD-synchroonopname van
een Sony CD-speler die is
aangesloten via een
CONTROL A1ΙΙ-kabel (alleen
de MDS-JE770)
1
Verricht de stappen 1 t/m 3 van
“Synchroon opnemen met een Sony
CD-speler” op blz. 18.
2
Zet de CD-speler in de pauzestand voor
afspelen.
3
Druk op REC
z
op het deck.
Het MD-deck komt in de opnamepauzestand
te staan.
4
Druk op
H
of
X
op het deck.
Het deck begint met opnemen en de CD-
speler begint met afspelen. Wanneer het
afspelen van de CD is geëindigd, stopt het
opnemen.
Druk
op
Gewenste stand
MD-deck
Gewenste stand
CD-speler
H
Opnemen Afspelen
x
Opnamepauze Stoppen
X
Opnamepauze Pauzeren
20
NL
Afspelen van MD’s
Plaats een MD zoals hieronder is aangegeven.
1
Schakel de versterker in en kies op de
versterker de functie MD.
2
Druk op
?/1
om het deck in te
schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
Plaats een MD.
4
Druk herhaald op PLAY MODE totdat de
gewenste modus op het display
verschijnt.
5
Druk op
H
.
Het deck begint met afspelen.
6
Stel het volume op de versterker in.
Plaatsing van een MD
Afspelen van een MD
— NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie/REPEAT-afspeelfunctie
Kies Voor afspelen van
Blanco (geen
indicatie PLAY
MODE)
De MD in de oorspronkelijke
volgorde
SHUF De muziekstukken in
willekeurige volgorde
PGM De muziekstukken in de door
u gewenste volgorde (zie
“Programmeren van
muziekstukken” op blz. 23)
Met de labelkant
naar boven
Met het pijltje in de richting
van het deck wijzend
Bediening voor REPEAT-
afspeelfunctie
Om Doet u het volgende:
Slechts één
muziekstuk te
herhalen
Druk herhaald op REPEAT totdat
“REP1” in het uitleesvenster brandt.
Alle
muziekstukken
te herhalen
Druk herhaald op REPEAT totdat
“REP” in het uitleesvenster brandt.
De REPEAT-
afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op REPEAT totdat
“REP1” of “REP” is verdwenen.
Een bepaald
gedeelte van
een muziekstuk
te herhalen
(Repeat A-B
Play)
1
Terwijl het deck bezig is met
afspelen, drukt u bij het
beginpunt (punt A) van het te
herhalen gedeelte op A
y
B op
de afstandsbediening.
“REPA-” brandt en “B” knippert
in het uitleesvenster.
2
Ga door met het afspelen van
het muziekstuk of druk op
M
om het eindpunt (punt B) te
vinden, en druk daarna op
A
y
B op de
afstandsbediening.
“REPA-B” brandt en het gedeelte
tussen punt A en B wordt nu
herhaald afgespeeld.
Om het
herhaald
afspelen van
een bepaald
gedeelte te
stoppen
Druk op REPEAT of CLEAR.
Afspelen van MD’s
21
NL
Andere bedieningsfuncties
1) Automatische Muzieksensor
2) Wanneer u een punt zoekt terwijl u meeluistert
naar het geluid.
3) Wanneer u zoekt en de tijdsindicatie in de gaten
houdt.
Tips
Wanneer u een muziekstuk kiest dat is opgenomen
in de modus LP2 of LP4 Stereo, gaat de indicator
MDLP gaat branden.
Om de hoofdtelefoon te gebruiken, sluit u deze aan
op de PHONES-aansluitbus. Draai PHONE LEVEL
om het volume van de hoofdtelefoon in te stellen
(alleen de MDS-JE770).
Wanneer “– Over –” in het uitleesvenster verschijnt
terwijl u
M
ingedrukt houdt, is het einde van de
MD bereikt. Draai AMS naar links (of druk op
.
) of druk op
m
om terug te gaan.
U kunt het niveau van het analoge uitgangssignaal
naar de PHONES-aansluitbus en de ANALOG OUT-
aansluitbussen instellen (alleen de MDS-JE770).
1 Terwijl het deck bezig is met afspelen,
drukt u herhaald op LEVEL/DISPLAY/
CHAR (of DISPLAY) totdat het
uitleesvenster voor het instellen van de
lijnuitgang verschijnt.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
LEVEL +/) om het niveau van het
uitgangssignaal in te stellen.
U kunt Setup Menu gebruiken om het analoge
uitgangsniveau in te stellen (alleen de MDS-JE770).
1 Terwijl het deck bezig is met afspelen,
drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat Setup? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat Aout verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op
LEVEL +/) om het niveau van het
uitgangssignaal in stellen en druk daarna
op AMS of YES.
5 Druk op MENU/NO.
Afspelen van een muziekstuk door
invoeren van een muziekstuknummer
Druk op de cijfertoets(en) op de
afstandsbediening om het
muziekstuknummer van het muziekstuk
dat u wilt afspelen, in te voeren.
Om Doet u het volgende:
Het afspelen te
stoppen
Druk op
x
.
Het afspelen tijdelijk
te onderbreken
Druk op
X
.
Na een pauze weer
verder te gaan met
afspelen
Druk op
H
of
X
.
Tijdens het afspelen
naar het volgende of
een opvolgend
muziekstuk te gaan
Draai AMS
1)
naar rechts (of
druk herhaald op
>
).
Tijdens het afspelen
naar een voorgaand
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar links (of druk
herhaald op
.
).
Tijdens het afspelen
naar het begin van
het huidige
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar links (of druk
eenmaal op
.
).
Naar een bepaald
muziekstuk te gaan
terwijl het deck is
stopgezet
Draai AMS (of druk herhaald
op
./>
) totdat het
gewenste muziekstuknummer
in het uitleesvenster knippert
en druk daarna op AMS of
H
.
Een bepaald punt in
een muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen
2)
of
in de pauzestand voor
afspelen
3)
m/M
ingedrukt.
Wanneer het gewenste punt is
bereikt, laat u de toets los.
De MD te
verwijderen
Druk op EJECT
A
nadat u het
afspelen hebt stopgezet.
wordt vervolgd
22
NL
Afspelen van een MD (wordt vervolgd)
Om een muziekstuknummer hoger dan 10
in te voeren
1 Druk op >10.
De posities “-” voor het aantal cijfers van het
aantal op de MD opgenomen muziekstukken
knipperen.
2 Voer de betreffende cijfers in.
Om de 0 in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeelden:
Om op een MD met 50 muziekstukken
muziekstuknummer 30 te kiezen, drukt u eerst op
>10 en daarna op 3 en 10/0.
Om op een MD met 200 muziekstukken
muziekstuknummer 30 te kiezen, drukt u eerst op
>10 en daarna op 10/0, 3 en 10/0.
Gebruik van het MD-display
Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/CHAR
(of DISPLAY).
Het display verandert steeds als volgt:
Tijdens het afspelen
MDS-JE770
Muziekstuknummer en verstreken speelduur
van het huidige muziekstuk
t
De inhoud van
een programma (alleen wanneer “PGM” brandt)
t
Disctitel en muziekstuktitel
1)
t
Niveau van
het uitgangssignaal
t
Toonhoogte
t
“Display Off” (Voor bijzonderheden, zie
“Uitschakelen van de indicaties in het
uitleesvenster (alleen de MDS-JE770)”
hieronder.)
MDS-JE470
Muziekstuknummer en verstreken speelduur
van het huidige muziekstuk
t
Muziekstuknummer en resterende speelduur
van het huidige muziekstuk
t
Resterende
speelduur van alle opgenomen muziekstukken
t
Inhoud van een programma (alleen wanneer
“PGM” brandt)
t
Muziekstuktitel
1)
Uitschakelen van de indicaties in het
uitleesvenster (alleen de MDS-JE770)
Wanneer u tijdens het afspelen “Display Off” kiest,
wordt het display uitgeschakeld. Het display wordt
weer ingeschakeld wanneer u op
x
of
X
drukt.
Wanneer u verdergaat met afspelen, wordt het display
opnieuw uitgeschakeld.
Om deze functie te deactiveren, drukt u op LEVEL/
DISPLAY/CHAR (of DISPLAY).
Tips
Om tijdens het afspelen de muziekstuktitel te
controleren (alleen wanneer de muziekstuktitel is
vastgelegd)
,
drukt u op SCROLL op de
afstandsbediening.
De muziekstuktitel verschijnt bewegend in het
uitleesvenster. Terwijl de muziekstuktitel bewegend
in het uitleesvenster verschijnt, drukt u opnieuw op
de toets om de muziekstuktitel tijdelijk stop te zetten
en opnieuw om de muziekstuktitel weer verder te
laten bewegen.
(Alleen de MDS-JE770) Om de resterende
speelduur te controleren, drukt u tijdens het afspelen
herhaald op TIME. Het display verandert steeds als
volgt:
Muziekstuknummer en verstreken speelduur van het
huidige muziekstuk t Muziekstuknummer en
resterende speelduur van het huidige muziekstuk t
Resterende speelduur van alle opgenomen
muziekstukken
2)
1) “No Name” verschijnt wanneer de disc of het
muziekstuk geen titel heeft.
(Alleen de MDS-JE770) Wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld, worden de
groepstitel en de muziekstuktitel weergegeven.
2) Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de resterende tijd van alle muziekstukken binnen
de groep weergegeven.
In de stopstand
MDS-JE770
Totaal aantal muziekstukken, totale verstreken
opnameduur en disctitel
1)
t
Inhoud van een
programma (alleen wanneer “PGM” brandt)
t
Niveau van het ingangssignaal (instelwaarde
van het opnameniveau)
t
Toonhoogte
MDS-JE470
Totaal aantal muziekstukken en totale
verstreken opnameduur
t
Resterende
opnameduur
2)
van de MD (alleen bij
opneembare MD’s)
t
Inhoud van een
programma (alleen wanneer “PGM” brandt)
t
Totale afspeeltijd van het programma (alleen
wanneer “PGM” brandt)
t
Disctitel
1)
1) “No Name” verschijnt wanneer de disc of het
muziekstuk geen titel heeft.
(Alleen de MDS-JE770) Wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld, worden de disctitel
en het totale aantal groepen (wanneer er geen
groep is gekozen), of de groepstitel en het totale
aantal muziekstukken en de opnametijd binnen de
groep (wanneer er een groep is gekozen),
weergegeven.
2) De tijd die in het uitleesvenster wordt
aangegeven, verschilt afhankelijk van de
instelling van REC MODE.
Afspelen van MD’s
23
NL
Met deze functie kunt u luisteren naar alleen uw
favoriete muziekstukken die u aan een groep
hebt toegewezen.
1
Verricht de stappen 1 t/m 3 van
“Afspelen van een MD” op blz. 20.
2
Druk op GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
De disctitel en het totale aantal groepen
verschijnen.
3
Druk herhaald op PLAY MODE totdat de
gewenste modus verschijnt.
4
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de groep die u wilt afspelen verschijnt.
5
Druk op
H
.
6
Stel het volume op de versterker in.
Het deck stopt wanneer het afspelen van het
laatste muziekstuk in de groep is geëindigd.
Tip
De bedieningen die zijn beschreven onder “Bediening
voor REPEAT-afspeelfunctie” (blz. 20), Andere
bedieningsfuncties” (blz. 21) and “Programmeren van
muziekstukken” (blz. 23) kunnen alleen worden
uitgevoerd voor de muziekstukken in de groep.
Opmerking
Indien u een groep kiest en afspeelt waaraan geen
muziekstukken zijn toegewezen, begint het afspelen
bij het eerste muziekstuk van de eerste groep op de
MD.
Opmerkingen bij gebruik van een
afstandsbediening (RM-TP501, RM-TP502,
RM-TP503, RM-TP504) die is meegeleverd
met een Sony versterker of tuner
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld en u een
muziekstuk kiest en afspeelt met behulp van één van
de bovenstaande afstandsbedieningen, wordt de
groepsfunctie automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt er
op de afstandsbediening soms een ander
muziekstuknummer weergegeven dan op het deck.
U kunt de gewenste muziekstukken uitkiezen en
in een programma van maximaal 25
muziekstukken aangegeven in welke volgorde u
deze wilt afspelen.
Het programmeren van de
muziekstukken
1
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PGM” in het uitleesvenster brandt.
2
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Program?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
Alleen de muziekstukken
in de gewenste groep
afspelen (alleen de MDS-
JE770)
Kies Voor afspelen van
Blanco (geen
indicatie PLAY
MODE)
De muziekstukken in de groep
in de oorspronkelijke volgorde.
SHUF De muziekstukken in de groep
in willekeurige volgorde.
PGM De muziekstukken in de groep
in de door u gewenste volgorde
(zie “Programmeren van
muziekstukken” op blz. 23).
Programmeren van
muziekstukken
— Afspelen in geprogrammeerde
volgorde
wordt vervolgd
24
NL
Programmeren van muziekstukken
(wordt vervolgd)
5
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het muziekstuknummer
verschijnt dat u aan het programma wilt
toevoegen, en druk daarna op AMS of
M
(of voer het muziekstuknummer
rechtstreeks in door gebruikmaking van
de cijfertoets(en) op de
afstandsbediening).
Indien u het verkeerde
muziekstuknummer hebt ingevoerd
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het
verkeerde muziekstuknummer knippert en
volg daarna de bovenstaande stap 5 opnieuw
of druk op CLEAR om het
muziekstuknummer te wissen. Indien “0”
knippert, druk dan op
m
zodat het laatste
muziekstuknummer gaat knipperen en voer
daarna een correct nummer in.
Om een muziekstuknummer hoger dan
10 te voeren
Gebruik >10. Voor bijzonderheden, zie
blz. 22.
6
Herhaal stap 5 om andere
muziekstukken in te voeren.
Het ingevoerde muziekstuk wordt
toegevoegd op de plaats waar de “0
knippert.
Elke keer wanneer u een muziekstuk invoert,
verschijnt de totale programmatijd in het
uitleesvenster.
7
Druk op YES.
“Complete!” verschijnt en het programma is
nu voltooid.
8
Druk op
H
.
Het programma wordt nu afgespeeld.
Om het afspelen in
geprogrammeerde volgorde
Druk op
x
.
Opmerkingen
Indien u de MD verwijdert, gaat het programma
verloren.
In het uitleesvenster verschijnt “- - - . - -” wanneer
de totale afspeeltijd van het programma meer dan
999 minuten bedraagt.
Indien u GROUP ON/OFF indrukt om de
groepsfunctie in of uit te schakelen, gaat het
programma verloren (alleen de MDS-JE770).
De volgorde van het programma
controleren
Terwijl het deck is stopgezet en “PGM”
brandt, drukt u herhaald op LEVEL/
DISPLAY/CHAR (of DISPLAY).
De eerste paar muziekstukken van het
programma verschijnen in het uitleesvenster.
Om de rest van het programma te bekijken,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
>
).
De inhoud van het programma
wijzigen
Terwijl het deck is stopgezet en “PGM” brandt,
volgt u de stappen 2 t/m 4 en daarna één van de
onderstaande procedures:
Om Doet u het volgende:
Een muziekstuk te
wissen
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het nummer van het
ongewenste muziekstuk
knippert en druk daarna op
CLEAR.
Alle muziekstukken
te wissen
Houd CLEAR ingedrukt totdat
alle muziekstuknummers zijn
verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
begin van het
programma
Druk herhaald op
m
totdat “0
vóór het eerste
muziekstuknummer knippert en
volg daarna de stappen 5 t/m 7.
Een muziekstuk toe
te voegen in het
midden van het
programma
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het muziekstuknummer
dat aan het nieuwe
muziekstuknummer zal
voorafgaan, knippert. Druk op
AMS om de knipperende “0” te
laten verschijnen en volg daarna
de stappen 5 t/m 7.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het
einde van het
programma
Druk herhaald op
M
totdat
“0” knippert na het laatste
muziekstuknummer, en volg
daarna de stappen 5 t/m 7.
Een muziekstuk te
vervangen
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het nummer van het te
veranderen muziekstuk knippert
en volg daarna de stappen 5 t/m
7.
Afspelen van MD’s
25
NL
Inlassen van stille passages
tussen muziekstukken tijdens
het afspelen (Auto Space)
Het MD-deck beschikt over een functie
waarmee tijdens het afspelen automatisch een
stille passage van drie seconden tussen
muziekstukken wordt ingelast. Deze functie is
handig wanneer u van een MD opneemt op een
analoge tape. Door de stille passage van drie
seconden kunt u later namelijk de Multi-AMS-
functie gebruiken om het begin van
muziekstukken op de tape te vinden.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Auto Off” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Tip
Wanneer u Auto Space inschakelt, verschijnt “Auto
Space” wanneer het deck tussen muziekstukken een
stille passage aanbrengt.
Opmerking
Indien u “Auto Space” kiest en een selectie van
meerdere muziekstuknummers opneemt (bijvoorbeeld
een medley of symfonie), worden er tussen de
verschillende gedeelten op de tape stille passages
aangebracht.
Pauzeren na elk muziekstuk
(Auto Pause)
Het MD-deck beschikt over een functie
waarmee u na elk muziekstuk even kunt
pauzeren om het eerstvolgende muziekstuk te
vinden dat u wilt opnemen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Auto Off” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Om na een pauze weer verder te
gaan met afspelen
Druk op
H
.
Tip
Wanneer u Auto Pause inschakelt, verschijnt “Auto
Pause” tijdens het pauzeren en deze indicatie
verdwijnt wanneer het deck weer verder gaat met
afspelen.
Tips voor het op tape
opnemen van MD’s (alleen
de MDS-JE770)
Om Kies
Auto Space in te schakelen Auto Space
Auto Space uit te schakelen Auto Off
(fabrieksinstelling)
Om Kies
Auto Pause in te schakelen Auto Pause
Auto Pause uit te schakelen Auto Off
(fabrieksinstelling)
26
NL
Monteren van opgenomen MDs
Alvorens te gaan monteren
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
Wanneer de MD geschikt is voor opname.
Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Opmerking (alleen de MDS-JE770)
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, is montage
alleen mogelijk voor de muziekstukken die zijn
toegewezen aan de gekozen groep.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
Met de UNDO-functie kunt u de laatste
wijziging ongedaan maken en de
oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de
montage herstellen.
Om te stoppen tijdens het
monteren
Druk op MENU/NO of
x
.
Na het monteren
Druk op EJECT
A
om de MD te verwijderen of
druk op
?/1
om het deck uit te schakelen.
“TOC” of “TOC Writing” begint te knipperen.
De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de
opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De TOC wordt
bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op
?/1
drukt om het deck uit te schakelen. Trek de
stekker niet uit het stopcontact voordat de
inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC”
brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt
bijgewerkt (terwijl “TOC Writing” knippert),
dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname
volledig wordt uitgevoerd.
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASE-
functie)
Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASE-
functie)
Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE-functie)
Wissen van één muziekstuk
— TRACK ERASE-functie
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het
betreffende muziekstuknummer in te voeren.
Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het
totale aantal muziekstukken op de MD met één
en worden alle muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Tr Erase?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
Het muziekstuk waarvan het nummer in het
uitleesvenster wordt aangegeven, wordt nu
afgespeeld.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het te wissen
muziekstuknummer verschijnt.
Wissen van opnamen
— ERASE-functie
1
123
23 4
A
AC D
BC D
Muziekstuknummer
Wis muziekstuk 2
Na
ERASE
Oorspronkelijke
muziekstukken
Monteren van opgenomen MD’s
27
NL
4
Druk op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt. Het muziekstuk dat
volgt op het gewiste muziekstuk, wordt nu
afgespeeld. Indien het gewiste muziekstuk
het laatste muziekstuk op de MD was, zal
het muziekstuk dat aan het gewiste
muziekstuk voorafging, worden afgespeeld.
Tips
Indien bij de bovenstaande stap 4 “Erase???”
verschijnt, is het muziekstuk op een ander MD-deck
beveiligd tegen abusievelijk wissen. Indien u het
muziekstuk toch wilt wissen, drukt u nogmaals op
AMS of YES terwijl de indicatie in het
uitleesvenster staat.
(Alleen de MDS-JE770) Bij het wissen van alle
muziekstukken binnen een groep wordt de groep
tegelijk met alle daarin aanwezige muziekstukken
gewist.
Wissen van alle
muziekstukken
— ALL ERASE-functie
Volg de onderstaande procedure om alle
muziekstukken, muziekstuktitels en disctitels in
één keer te wissen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “All Erase?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
“All Erase??” verschijnt in het
uitleesvenster.
3
Druk op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking (alleen de MDS-JE770)
Indien u de bovenstaande bedieningen verricht terwijl
de groepsfunctie is ingeschakeld, worden niet alleen
de muziekstukken binnen die groep, maar ook alle
andere muziekstukken op de MD gewist.
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk
— A-B ERASE-functie
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van
een muziekstuk markeren en dit vervolgens
wissen. U kunt het gewenste gedeelte met
intervallen van een frame
1)
, minuut of seconde
verschuiven.
1) 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van muziekstuk
2.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “A-B Erase?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het
muziekstuk met het te wissen gedeelte
verschijnt. Wanneer het beginpunt van
het te wissen gedeelte (punt A) is
bereikt, drukt u op AMS of YES.
“-Rehearsal-” en “Point A ok?” verschijnen
beurtelings in het uitleesvenster en van het
muziekstuk worden een paar seconden
herhaald afgespeeld vóór het punt waarop
AMS of YES werd ingedrukt.
wordt vervolgd
12
12
3
3
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na A-B
ERASE
Punt A
Punt B
28
NL
Wissen van opnamen (wordt vervolgd)
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
./>
) om punt A te vinden.
U kunt het beginpunt steeds met een interval
van één frame
1)
verschuiven (één frame =
1/86 seconde).
De tijdsindicatie (minuut, seconde en frame)
van het huidige punt wordt in het
uitleesvenster weergegeven en enkele
seconden van het muziekstuk worden tot aan
dat punt herhaald afgespeeld.
1) Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: intervallen
van twee frames
In de modus LP4 Stereo: intervallen van vier
frames
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut,
seconde of frame) de MD bij het draaien van
AMS (of herhaald indrukken van
./
>
) vooruit moet gaan.
Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op
m/
M
om minuut, seconde of frame te kiezen.
De gekozen eenheid knippert in het
uitleesvenster.
5
Herhaal stap 4 totdat u punt A hebt
gevonden.
6
Druk op AMS of YES om punt A te
bevestigen.
“Point B set” verschijnt en het deck begint
met afspelen vanaf punt A totdat het
muziekstuk eindigt.
7
Ga verder met het afspelen van het
muziekstuk of druk op
M
om het
eindpunt van het te wissen gedeelte
(punt B) te vinden, en druk daarna op
AMS of YES.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings in het uitleesvenster en van het
muziekstuk worden een paar seconden vóór
punt A en na punt B herhaald afgespeeld.
8
Herhaal stap 4 totdat u punt B hebt
gevonden.
9
Druk op AMS of YES om punt B te
bevestigen.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Indien “Impossible” in het uitleesvenster verschijnt, is
het niet mogelijk om een gedeelte van een muziekstuk
te wissen. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde
muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd.
Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen
met de technische beperkingen van het MD-systeem.
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met
één en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee
muziekstukken.
Onderverdelen van een
muziekstuk nadat het
muziekstuk is gekozen
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Divide?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het
muziekstuk dat u wilt onderverdelen
verschijnt. Wanneer het punt van
onderverdeling is bereikt, drukt u op
AMS of YES.
“-Rehearsal-” verschijnt en er worden enkele
seconden herhaald afgespeeld vanaf het punt
waarop AMS of YES werd ingedrukt.
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie
12 3
123 4
AB C D
AB C D
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
DIVIDE
Verdeel muziekstuk 2 in
de muziekstukken B en C
Monteren van opgenomen MD’s
29
NL
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
./>
) om het punt te vinden waar u
het muziekstuk wilt onderverdelen.
U kunt het beginpunt steeds met een interval
van één frame
1)
verschuiven (één frame =
1/86 seconde).
De tijdsindicatie (minuut, seconde en frame)
van het huidige punt wordt in het
uitleesvenster weergegeven en enkele
seconden van het muziekstuk worden tot aan
dat punt herhaald afgespeeld.
1) Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: intervallen
van twee frames
In de modus LP4 Stereo: intervallen van vier
frames
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut,
seconde of frame) de MD bij het draaien van
AMS (of herhaald indrukken van
./
>
) vooruit moet gaan.
Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op
m/
M
om minuut, seconde of frame te kiezen.
De gekozen eenheid knippert in het
uitleesvenster.
5
Herhaal stap 4 totdat u het punt hebt
gevonden waarop u het muziekstuk wilt
onderverdelen.
6
Druk op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt en het nieuw
gemaakte muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Houd er rekening mee dat het nieuwe
muziekstuk geen titel heeft.
Tip
U kunt muziekstukken onderverdelen tijdens het
opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 13.
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale
aantal muziekstukken vermindert met één en
alle muziekstukken die volgen op de
samengevoegde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Met deze functie kunt u ook onnodige
muziekstuknummers wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3
en 1.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1
en 4.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Combine?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie
wordt vervolgd
12
12
43
3
A
ACBD
BC D
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
COMBINE
12
12
43
3
4
A
BC D A
BC D
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
COMBINE
30
NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (wordt vervolgd)
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het eerste
van de beide muziekstukken die u wilt
samenvoegen, in het uitleesvenster
verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
De indicatie voor het kiezen van een tweede
muziekstuk verschijnt in het uitleesvenster
en het gedeelte met het punt waarop de beide
muziekstukken zullen worden
samengevoegd (het einde van het eerste
muziekstuk en het begin van het tweede
muziekstuk) wordt nu herhaald afgespeeld.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het tweede
van de beide muziekstukken die u wilt
samenvoegen, in het uitleesvenster
verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
“Complete!” verschijnt en het door
samenvoeging tot stand gekomen
muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Opmerkingen
(Alleen de MDS-JE770) Bij het samenvoegen van
twee muziekstukken die zijn toegewezen aan twee
verschillende groepen, wordt het tweede muziekstuk
opnieuw toegewezen aan de groep met het eerste
muziekstuk. Indien u muziekstuk dat aan een groep
is toegewezen samenvoegt met een muziekstuk dat
niet aan een groep is toegewezen, wordt het tweede
muziekstuk aan dezelfde groep toegewezen als het
eerste muziekstuk. Wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld, kunt u echter alleen muziekstukken
binnen de gekozen groep samenvoegen.
Muziekstukken die in verschillende modi (stereo,
MONO, LP2 of LP4) zijn opgenomen, kunnen niet
worden samengevoegd.
Indien de samengevoegde muziekstukken beide een
muziekstuktitel hebben, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
Indien “Impossible” in het uitleesvenster verschijnt,
is het niet mogelijk om de muziekstukken samen te
voegen. Dit gebeurt soms wanneer u hetzelfde
muziekstuk reeds vele malen hebt gemonteerd. Dit
is te wijten aan een technische beperking van het
MD-systeem, en niet aan een mechanische storing.
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer
u muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Move?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het te
verplaatsen muziekstuk in het
uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat de nieuwe positie van het
muziekstuk in het uitleesvenster
verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
“Complete!” verschijnt en het verplaatste
muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie
123
1
23
4
4
A
ACBD
BC D
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
MOVE
Monteren van opgenomen MD’s
31
NL
Opmerking
(Alleen de MDS-JE770) Wanneer u een muziekstuk
verplaatst naar een muziekstuknummer dat is
toegewezen aan een groep, wordt het verplaatste
muziekstuk opnieuw toegewezen aan de groep met het
muziekstuknummer waarnaar het muziekstuk is
verplaatst. Wanneer u een aan een groep toegewezen
muziekstuk verplaatst naar een muziekstuknummer
dat niet aan een groep is toegewezen, wordt de
groepstoewijzing van het verplaatste muziekstuk
gedeblokkeerd. Wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld, kunt u echter alleen muziekstukken
binnen de gekozen groep verplaatsen.
U kunt voor een opgenomen MD en
afzonderlijke muziekstukken een titel invoeren.
Een titel kan bestaan uit hoofdletters en kleine
letters, cijfers en symbolen. Voor alle titels op
de MD kunnen in totaal circa 1.700 tekens
worden opgeslagen.
Voor de MDS-JE770
De volgende procedure geldt voor het invoeren
van titels wanneer de groepsfunctie is
uitgeschakeld. Om een groep een titel te geven,
zie “Naamgeving van een groep (alleen de
MDS-JE770)” op blz. 33.
Wanneer u een met de groepsfunctie
opgenomen MD wilt voorzien van een
titel, dient de groepsfunctie bij het
toewijzen van de titel altijd ingeschakeld
te zijn om te voorkomen dat de
groepsbeheergegevens abusievelijk
worden overschreven.
Nadere bijzonderheden over de
groepsbeheergegevens vindt u op blz. 10.
Opmerking
Indien u een muziekstuk een titel geeft terwijl het
wordt opgenomen, dient u de titel volledig te hebben
ingevoerd voordat het muziekstuk eindigt. Indien het
muziekstuk eindigt voordat u klaar bent met het
invoeren van de titel, zullen de ingevoerde tekens
verloren gaan en krijgt het muziekstuk geen titel.
Indien u bij disctitels het symbool “//” tussen de
tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de
kans dat u geen gebruik kunt maken van de
groepsfunctie.
Naamgeving van een
muziekstuk of MD door
gebruikmaking van de
regelaars op het deck
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen, opnemen of zich in de
pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS totdat “Nm In?” verschijnt
en druk daarna op AMS of YES.
Terwijl het deck bezig is met opnemen,
verschijnt er een knipperende cursor in het
uitleesvenster en kunt u een titel invoeren
voor het muziekstuk dat wordt opgenomen.
Ga in dat geval naar stap 4.
3
Draai AMS totdat het
muziekstuknummer (wanneer u een
muziekstuk een titel geeft) of “Disc”
(wanneer u de MD een titel geeft)
knippert en druk daarna op AMS or
YES.
Er verschijnt een knipperende cursor.
Het deck begint met afspelen en u kunt een
muziekstuk een titel geven terwijl u
meeluistert naar het geluid.
4
Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/
CHAR om het soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
(spatie)
t
A (hoofdletters)
t
a (kleine
letters)
t
0 (cijfers)
t
’ (symbolen)
Om een spatie in te voeren
Druk op
M
terwijl de cursor knippert. Het
eerste teken kan geen spatie zijn.
5
Draai AMS om het teken te kiezen.
Het gekozen teken knippert.
Om een symbool in te voeren
Voor de titels kunt u de volgende symbolen
gebruiken:
’ – / , . ( ) : ! ? & + < > _ = ” ; # $ % @ * `
Om een gekozen teken te veranderen
Herhaal de stappen 4 en 5.
6
Druk op AMS.
Het gekozen teken is ingevoerd en brandt
continu. De cursor gaat naar rechts, knippert
en wacht op de invoer van het volgende
teken.
Naamgeving van een
muziekstuk of MD
— NAME-functie
wordt vervolgd
32
NL
Naamgeving van een muziekstuk of
MD (wordt vervolgd)
7
Herhaal de stappen 4 t/m 6 om de rest
van de titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op
m/M
totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, en herhaal
daarna de stappen 4 t/m 6.
Om een teken te wissen
Druk herhaald op
m/M
totdat het teken
dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op
CLEAR.
8
Druk op YES.
De gehele titel verschijnt in het
uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”.
Naamgeving van een
muziekstuk of MD door
gebruikmaking van de
afstandsbediening
1
Druk op NAME EDIT/SELECT, al naar
gelang waaraan u een titel wilt geven:
Er verschijnt een knipperende cursor in het
uitleesvenster.
2
Druk herhaald op NAME EDIT/SELECT
om het soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
“Selected AB(C)” (hoofdletters of symbolen
1)
)
t
“Selected ab(c)” (kleine letters of
symbolen
1)
)
t
“Selected 12(3)” (cijfers)
1) Alleen ’ – / , . ( ) : ! ? kunnen worden gekozen.
3
Voer een teken in door gebruikmaking
van de alfanumerieke toetsen.
Indien u hoofdletters of kleine letters
hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende
alfanumerieke toets totdat het gewenste
teken knippert.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de
toets indrukken en herhaald op
./
>
drukken.
Om symbolen te kiezen, drukt u
herhaald op
.
terwijl “A” knippert.
2 Druk op
M
.
Het knipperende teken is ingevoerd en
brandt continu, en de cursor gaat naar
rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat
naar rechts.
4
Herhaal de stappen 2 en 3 om de rest
van de titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op
m/M
totdat het teken
dat u wilt veranderen knippert, druk op
CLEAR om het teken te wissen, en herhaal
daarna de stappen 2 en 3.
5
Druk op YES.
De gehele titel verschijnt in het
uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”.
Een nieuwe titel geven aan
een muziekstuk of MD
1
Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening, al naar gelang
waaraan u een nieuwe titel wilt geven:
Er verschijnt een muziekstuk- of disctitel in
het uitleesvenster.
2
Druk op CLEAR totdat de gekozen titel
volledig is gewist.
Om een titel te
geven aan:
Druk terwijl
Een muziekstuk Het muziekstuknummer
wordt weergegeven
De MD Het deck wordt stopgezet
terwijl het totale aantal
muziekstukken (of groepen
wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld) wordt
weergegeven
Om een nieuwe
titel te geven aan:
Druk terwijl
Een muziekstuk Het muziekstuknummer
wordt weergegeven
De MD Het deck wordt stopgezet
terwijl het totale aantal
muziekstukken (of groepen
wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld) wordt
weergegeven
Monteren van opgenomen MD’s
33
NL
3
Verricht de stappen 4 t/m 7 van
“Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
regelaars op het deck” op blz. 31 of de
stappen 2 t/m 4 van “Naamgeving van
een muziekstuk of MD door
gebruikmaking van de
afstandsbediening” op blz. 32.
4
Druk op YES.
De gehele titel verschijnt in het
uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”.
Wissen van een muziekstuk-
of disctitel
Gebruik deze functie om de titel van een
muziekstuk of disc te wissen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen, opnemen of zich in de
pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Nm Erase?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het
muziekstuk (bij het wissen van de
muziekstuktitel) of “Disc” (bij het
wissen van de disctitel) knippert en
druk daarna op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
U kunt een titel voor een groep invoeren. Een
titel kan bestaan uit hoofdletters en kleine
letters, cijfers en symbolen. Voor alle titels op
de MD kunnen in totaal circa 1.700 tekens
worden opgeslagen.
Opmerking
Indien u bij groepstitels het symbool “//” tussen de
tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de
kans dat u geen gebruik kunt maken van de
groepsfunctie.
Naamgeving van een groep
met gebruikmaking van de
regelaars op het deck
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de gewenste groep verschijnt.
3
Druk op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
4
Draai AMS totdat “Nm In?” verschijnt
en druk daarna op AMS of YES.
5
Draai AMS totdat “Gp
**
(gekozen
groepsnummer)” knippert en druk
daarna op AMS of YES.
Er verschijnt een knipperende cursor.
6
Verricht de stappen 4 t/m 8 van
“Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
regelaars op het deck” op blz. 31.
Naamgeving van een groep
met gebruikmaking van de
afstandsbediening
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de gewenste groep verschijnt.
3
Druk op NAME EDIT/SELECT terwijl het
deck is stopgezet en het totale aantal
muziekstukken in de gekozen groep
wordt weergegeven.
Er verschijnt een knipperende cursor.
4
Verricht de stappen 2 t/m 5 van
“Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
afstandsbediening” op blz. 32.
Een nieuwe titel geven aan
een groep
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de gewenste groep verschijnt.
Naamgeving van een
groep (alleen de MDS-
JE770)
— NAME-functie
wordt vervolgd
34
NL
Naamgeving van een groep (alleen de
MDS-JE770) (wordt vervolgd)
3
Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening terwijl het deck is
stopgezet en het totale aantal
muziekstukken in de gekozen groep
wordt weergegeven.
Er verschijnt een groepstitel in het
uitleesvenster.
4
Verricht de stappen 2 t/m 4 van “Een
nieuwe titel geven aan een muziekstuk
of MD” op blz. 32.
Wissen van een groepstitel
Gebruik deze functie om de titel van een groep
te wissen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de gewenste groep verschijnt.
3
Druk op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Nm Erase?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
5
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Gp
**
(gekozen
groepsnummer)” knippert en druk
daarna op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Van een groep waaraan geen muziekstukken zijn
toegewezen, kan de titel niet worden gewist.
Met deze functie kunt u een nieuwe groep
creëren en een muziekstuk of opeenvolgende
muziekstukken toewijzen die nog niet aan die
groep zijn toegewezen. U kunt ook groepen
creëren zonder muziekstukken toe te wijzen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Gp Create?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Verricht de stappen 4 t/m 8 van
“Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
regelaars op het deck” op blz. 31 of de
stappen 2 t/m 5 van “Naamgeving van
een muziekstuk of MD door
gebruikmaking van de
afstandsbediening” op blz. 32.
5
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om het eerste muziekstuk te
kiezen dat u wilt toewijzen en druk
daarna op AMS of YES.
6
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om het laatste muziekstuk te
kiezen dat u wilt toewijzen en druk
daarna op AMS of YES. (Indien u
slechts één muziekstuk wilt toewijzen,
drukt u gewoon opnieuw op AMS of
YES zonder enige andere bedieningen
te verrichten.)
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
de muziekstukken zijn nu toegewezen aan
de nieuwe groep.
Tips
Om een groep te creëren zonder daaraan
muziekstukken toe te wijzen, draait u AMS (of drukt
u herhaald op
.
/
>
) totdat “None” verschijnt
en daarna drukt u op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en de
nieuwe groep is nu gecreëerd.
U kunt ook muziekstukken toewijzen die zijn
opgenomen op een systeem dat niet geschikt is voor
de groepsfunctie.
Opmerkingen
U kunt één en hetzelfde muziekstuk niet aan
meerdere groepen toewijzen.
Indien alle muziekstukken op een MD zijn
toegewezen aan groepen, verschijnt na stap 4 de
indicatie “Assign None” en kunt u geen
muziekstukken meer toewijzen.
Wanneer u een groep creëert zonder muziekstukken
toe te wijzen, dient u de groepstitel in te voeren.
Indien u bij stap 4 geen groepstitel invoert,
verschijnt in plaats van de groepstitel de indicatie
“Group ** (groepsnummer)”.
Opgenomen
muziekstukken toewijzen
aan een nieuwe groep
(alleen de MDS-JE770)
— Creëerfunctie
Monteren van opgenomen MD’s
35
NL
Met deze functie kunt u de groepstoewijzingen
eenvoudig deblokkeren door aan te geven van
welke groep u de toewijzingen wilt
deblokkeren. Daarnaast kunt u ook de
groepstoewijzingen van alle muziekstukken op
een MD in één keer deblokkeren.
Eén groep deblokkeren
— Groepsdeblokkeerfunctie
U kunt de groepstoewijzingen van alle
muziekstukken binnen de opgegeven groep
deblokkeren en die groep wissen. (De
muziekstukken worden echter niet gewist.)
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk herhaald op GROUP SKIP totdat
de groep die u wilt deblokkeren
verschijnt.
3
Druk op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Gp Release?” verschijnt.
5
Druk op AMS of YES.
“REL Gp ** (gekozen groepsnummer) ??”
en de groepstitel verschijnen.
6
Druk opnieuw op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
Deblokkeren van de
toewijzingen van alle
muziekstukken op een MD
— Volledige deblokkeerfunctie
U kunt de groepstoewijzingen van alle
muziekstukken op een MD allemaal tegelijk
deblokkeren.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
GROUP ON/OFF.
De GROUP ON/OFF-toets gaat branden.
2
Druk op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Gp All REL?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
“All REL??” verschijnt.
4
Druk opnieuw op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage)
kunt u het volume van opgenomen
muziekstukken veranderen. Het oorspronkelijke
muziekstuk wordt opnieuw opgenomen met het
nieuwe opnameniveau. Wanneer u het
opnameniveau verandert, kunt u de functie voor
opnemen met infaden kiezen om het
signaalniveau aan het begin van de opname
geleidelijk te doen toenemen, of de functie voor
opnemen met uitfaden om het signaalniveau aan
het einde van de opname geleidelijk te doen
afnemen.
Veranderen van het algehele
opnameniveau
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat “S.F Edit?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Tr Level?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het
muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen, in het
uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
“Level 0dB” verschijnt in het uitleesvenster.
Deblokkeren van
groepstoewijzingen
(alleen de MDS-JE770)
— Deblokkeerfunctie
Veranderen van het
opnameniveau na het
opnemen
— S.F Edit-functie
wordt vervolgd
36
NL
Veranderen van het opnameniveau na
het opnemen (wordt vervolgd)
5
MDS-JE770
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
./>
) om het opnameniveau te
veranderen zonder dat de twee
indicators geheel rechts op de
piekniveaumeters gaan branden.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB
instellen op elke waarde tussen –12 dB en
+12 dB.
MDS-JE470
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
./>
) om het opnameniveau te
veranderen zonder dat op de
piekniveaumeters de indicatie “OVER”
gaat branden.
6
Druk op AMS of YES.
“(S.F) Edit OK?” verschijnt in het
uitleesvenster.
7
Druk op AMS of YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit(:) ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. De benodigde tijd voor
het opnieuw opnemen van het muziekstuk is
ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de
opname voltooid is, verschijnt “Complete!”.
Opnemen met infaden en
uitfaden
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat “S.F Edit?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Fade In?” of “Fade Out?”
verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat het nummer van het
muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen, in het
uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
“Time 5.0s” verschijnt in het uitleesvenster.
5
Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u AMS (of drukt u herhaald op
./>
) om de duur van het infaden
of uitfaden te veranderen.
Het deck speelt het gedeelte af dat opnieuw
zal worden opgenomen met de functie voor
opnemen met infaden of uitfaden.
De duur kan met stappen van 0,1 seconde
worden ingesteld op een willekeurige
waarde van minimaal 1 seconde en
maximaal 15 seconden. U kunt geen duur
instellen die langer is dan het muziekstuk.
6
Druk op AMS of YES.
“(S.F) Edit OK?” verschijnt in het
uitleesvenster.
7
Druk opnieuw op AMS of YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit(:) ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. Wanneer de opname
voltooid is, verschijnt “Complete!”.
Om de bediening te annuleren
Druk bij de stappen 1 t/m 6 op MENU/NO of
x
. Indien u bij stap 7 op AMS of YES drukt en
de opname begint, kunt u de bediening niet
onderbreken.
Voorkom dat deze indicators gaan branden
Voorkom dat deze indicators gaan branden
Monteren van opgenomen MD’s
37
NL
Opmerkingen
Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl de opname wordt
gemaakt. Hierdoor kunnen de opnamegegevens
beschadigd raken waardoor de opname niet goed
kan worden uitgevoerd.
Het opnameniveau van een muziekstuk dat is
opgenomen in de modus LP2 of LP4 Stereo kan niet
worden veranderd.
Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor
kunnen de opnamegegevens niet goed worden
opgenomen.
Door het herhaald veranderen van het opnameniveau
verslechtert de geluidskwaliteit.
Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd en
u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke
niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer
precies hetzelfde zijn.
Het opnameniveau kan niet worden veranderd
terwijl de timer is geactiveerd.
U kunt geen enkele met S.F Edit aangebrachte
wijziging ongedaan maken met UNDO.
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken zodat de oorspronkelijke
inhoud van de MD wordt hersteld. Een
wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de
montage één van de volgende handelingen hebt
verricht:
Beginnen met opnemen
Indrukken van MUSIC SYNC op de
afstandsbediening
Veranderen van het opnameniveau na opnemen
(S.F Edit)
Uitschakelen van het deck of verwijderen van de
MD
De stekker uit het stopcontact trekken
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand
bevindt, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Undo?” verschijnt.
“Undo?” verschijnt niet indien er geen
montage heeft plaatsgevonden.
3
Druk op AMS of YES.
Eén van de meldingen verschijnt,
afhankelijk van de laatste wijziging die u
hebt gemaakt.
4
Druk op AMS of YES.
“Complete!” verschijnt.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
— UNDO-functie
38
NL
Overige functies
U kunt de afspeelsnelheid (toonhoogte) van de
MD veranderen. Bij een lagere toonhoogte
neemt de klank in hoogte af.
Automatisch stapsgewijs
instellen van de toonhoogte
(Automatische stapsgewijze
regelfunctie)
U kunt de toonhoogte met maximaal 36 stappen
verlagen
1)
.
1) Eén octaaf komt overeen met 12 stappen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Pitch” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de toonhoogte in stellen en
druk daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
Opmerkingen
Wanneer u de stap voor het regelen van de
toonhoogte verandert, zal het geluid tijdens het
afspelen tijdelijk wegvallen.
Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert,
wordt de oorspronkelijke toonhoogtestap “0” weer
van kracht (fabrieksinstelling).
Wanneer er rechts van de toonhoogtestap in het
toonhoogte-uitleesvenster een punt (.) verschijnt,
betekent dit dat u de toonhoogte hebt afgeregeld (zie
deze bladzijde) en dat de toonhoogte tussen twee
stappen ligt. (De waarden van de stap en de
fijnafregeling zijn aan elkaar gekoppeld.)
Veranderen van de
toonhoogte (alleen de
MDS-JE770)
— Toonhoogteregelfunctie
Fijnafregeling van de
toonhoogte
(Fijnafregelingsfunctie)
U kunt de afspeelsnelheid regelen in stappen
van 0,1% binnen een bereik van –87,5% tot
0,0%.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Pfine” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de toonhoogte in stellen en
druk daarna op AMS of YES.
5
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
Opmerkingen
Wanneer u de waarde van de fijnafregeling
verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk
wegvallen.
Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert,
wordt de oorspronkelijke waarde van de
fijnafregeling “0.0%” weer van kracht
(fabrieksinstelling).
De waarden van de stap en de fijnafregeling zijn aan
elkaar gekoppeld. Wanneer u de ene waarde
verandert, zal de andere ook veranderen.
Overige functies
39
NL
Met de functie voor afspelen met infaden kunt
u, wanneer het afspelen begint, het niveau van
het signaal naar de ANALOG OUT-
aansluitbussen en de PHONES-aansluitbus
(alleen de MDS-JE770) geleidelijk doen
toenemen. Met de functie voor afspelen met
uitfaden kunt u, wanneer het afspelen eindigt,
het signaalniveau geleidelijk doen afnemen.
Met de functie voor opnemen met infaden kunt
u het signaalniveau aan het begin van de
opname geleidelijk doen toenemen. Met de
functie voor opnemen met uitfaden kunt u het
signaalniveau aan het einde van de opname
geleidelijk doen afnemen.
Opmerking
Tijdens afspelen met infaden en afspelen met uitfaden
treedt er geen verandering op in het niveau van het
signaal dat wordt uitgevoerd via de DIGITAL OUT-
aansluiting.
Afspelen met infaden en
opnemen met infaden
In de pauzestand voor afspelen (bij
afspelen met infaden) of de pauzestand
voor opnemen (bij opnemen met infaden)
drukt u op FADER op de
afstandsbediening.
b
knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf
seconden (fabrieksinstelling) afgespeeld met
infaden of opgenomen met infaden totdat de
teller op “0.0s” staat.
Afspelen met uitfaden en
opnemen met uitfaden
In de pauzestand voor afspelen (bij
afspelen met uitfaden) of de pauzestand
voor opnemen (bij opnemen met uitfaden)
drukt u op FADER op de
afstandsbediening.
B
knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf
seconden (fabrieksinstelling) afgespeeld met
uitfaden of opgenomen met uitfaden totdat de
teller op “0.0s” staat, en daarna gaat het deck
over in de pauzestand.
Tip
Volg de onderstaande stappen om de duur van het
infaden of uitfaden bij afspelen of opnemen in te
stellen.
1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
./>
)
totdat Setup? verschijnt en druk daarna
op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op
./>
)
om de instelling te kiezen en druk daarna
op AMS of YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op
./>
)
om de duur te kiezen en druk daarna op
AMS of YES.
De duur van het infaden en uitfaden kan met
stappen van 0,1 seconde worden ingesteld.
5 Druk op MENU/NO.
U kunt het deck na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen.
1
Terwijl het deck is stopgezet of bezig is
met afspelen, drukt u op MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Sleep Off” in het
uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
1) Bij de MDS-JE470 schakelt het deck na 60
minuten automatisch uit. Druk op MENU/
NO.
Bij de MDS-JE770 doet u het volgende:
Infaden (Fade In) en
uitfaden (Fade Out)
Voor het veranderen van de
duur van:
Kies
Infaden bij afspelen/opnemen F.in
Uitfaden bij afspelen/opnemen F.out
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie
Om Kies
De SLEEP-timerfunctie
in te schakelen
Sleep On
1)
De SLEEP-timerfunctie
uit te schakelen
Sleep Off
(fabrieksinstelling)
wordt vervolgd
40
NL
Inslapen met muziek (wordt vervolgd)
5
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Sleep 60min” in het
uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
6
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) om de tijd te kiezen waarna het
deck moet worden uitgeschakeld
(“30min”, “60min” (fabrieksinstelling),
“90min” of “120min”) en druk daarna op
AMS of YES.
7
Druk op MENU/NO.
Tip
U kunt de resterende speelduur controleren.
Wanneer u de SLEEP-timerfunctie hebt ingeschakeld
en u in Setup Menu de optie “Sleep” kiest, wordt de
resterende speelduur weergegeven.
Door op het deck een timer (niet bijgeleverd)
aan te sluiten, kunt u het afspelen en opnemen
op vooraf ingestelde tijden laten beginnen en
eindigen. Voor nadere bijzonderheden over het
aansluiten van de timer of het instellen van de
in- en uitschakeltijd dient u de met de timer
meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
Afspelen van een MD met
gebruikmaking van een timer
1
Verricht de stappen 1 t/m 3 van
“Afspelen van een MD” op blz. 20.
2
Druk herhaald op PLAY MODE om de
gewenste afspeelfunctie te kiezen.
Om alleen bepaalde muziekstukken af te
spelen, stelt u een eigen programma samen
(zie blz. 23).
Om het tijdstip in te stellen waarop het
afspelen moet eindigen, drukt u op
H
om
met afspelen te beginnen en ga daarna naar
stap 3.
3
Zet TIMER op het deck op PLAY.
4
Stel de timer naar wens in.
5
Nadat u klaar bent met het gebruik van
de timer, zet u TIMER op het deck op
OFF.
Opnemen op een MD met
gebruikmaking van een timer
1
Verricht de stappen 1 t/m 6 van
“Opnemen op een MD” op blz. 9.
2
Druk op
x
.
Indien u de tijd wilt instellen waarop de
opname moet eindigen, volg dan de stappen
7 en 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 9.
3
Zet TIMER op het deck op REC.
4
Stel de timer naar wens in.
5
Nadat u klaar bent met het gebruik van
de timer, zet u TIMER op het deck op
OFF. Zet daarna het deck in de
wachtstand door de stekker van het
deck in een stopcontact te steken of
door de timer op doorgaande bediening
te zetten.
Indien u TIMER op REC laat staan, wordt er
de eerstvolgende keer dat u het deck
inschakelt, automatisch begonnen met
opnemen.
Zorg dat u het deck binnen een week
nadat de timeropname is voltooid,
weer in de wachtstand zet.
De inhoudsopgave (TOC) van de MD wordt
bijgewerkt en het opgenomen materiaal wordt
weggeschreven naar de MD wanneer u het deck
inschakelt. Indien het opgenomen materiaal
verloren is gegaan, knippert “Initialize”
wanneer u het deck inschakelt.
Opmerkingen
Nadat het deck is ingeschakeld, kan het nog circa 30
seconden duren voordat de opname begint. Wanneer
u de opname op een ingesteld tijdstip wilt laten
beginnen door gebruikmaking van de timer, dient u
bij het instellen van het tijdstip waarop de opname
moet beginnen, rekening te houden met deze
aanlooptijd.
Bij timeropnamen wordt nieuw materiaal altijd na
bestaande opnamen op de MD opgenomen. Wanneer
de timeropname echter wordt ingesteld terwijl de
groepsfunctie is ingeschakeld, maar er geen nieuwe
groep wordt opgegeven, wordt het materiaal
opgenomen in een nieuwe groep.
Gebruikmaking van een
timer (alleen de MDS-
JE770)
Overige functies
41
NL
Dit MD-deck is geschikt voor het
CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem.
Het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem werd
ontworpen om geluidsinstallaties die uit
meerdere Sony-componenten bestaan,
gemakkelijker te kunnen bedienen.
CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitingen zorgen voor een
route voor de overdracht van
bedieningssignalen die automatische bediening
mogelijk maken en functies bedienen welke
doorgaans in verband worden gebracht met
geïntegreerde systemen.
Op dit moment maken CONTROL A1
ΙΙ
-
aansluitingen tussen een Sony MD-deck, CD-
speler, versterker (ontvanger) en cassettedeck
automatische functiekeuze en
synchroonopname mogelijk.
In de toekomst zal de CONTROL A1
ΙΙ
-
aansluiting werken als een multifunctionele bus
waarmee u van elke component meerdere
functies kunt bedienen.
Opmerking
Het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem is
ontworpen voor opwaartse compatibiliteit omdat
het bedieningssysteem wordt verbeterd om
nieuwe functies te kunnen verwerken. In dit
geval zullen oudere componenten echter niet
geschikt zijn voor de nieuwe functies.
Aansluiten van het
CONTROL A1ΙΙ-
bedieningssysteem
Sluit mono (2P) ministekkersnoeren in serie aan
op de CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbussen op de
achterkant van elke component. U kunt
maximaal tien CONTROL A1
ΙΙ
-compatibele
componenten in elke gewenste volgorde
aansluiten. Van elk type component kunt u er
echter slechts één aansluiten (d.w.z. één CD-
speler, één MD-deck, één tapedeck en één
ontvanger). (Al naar gelang het model kunnen
er echter in bepaalde gevallen meer dan één
CD-speler of MD-deck worden aangesloten.
Raadpleeg de met de betreffende component
meegeleverde gebruiksaanwijzing voor nadere
bijzonderheden.)
Gebruik van het
CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem
(alleen de MDS-JE770)
Compatibiliteit van CONTROL A1ΙΙ
en CONTROL A1
Het CONTROL A1-bedieningssysteem is
vernieuwd en heet nu CONTROL A1
ΙΙ
, het
standaard systeem in de Sony 300 disc CD-
wisselaar en andere recentelijk uitgekomen
Sony-componenten. Componenten met
CONTROL A1-aansluitbussen kunnen
worden gebruikt in combinatie met
componenten met CONTROL A1
ΙΙ
en
kunnen op elkaar worden aangesloten. In
beginsel zullen de meeste functies die
beschikbaar zijn met het CONTROL A1-
bedieningssysteem ook beschikbaar zijn met
het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem.
Wanneer u echter aansluitingen maakt tussen
componenten met CONTROL A1-
aansluitbussen en componenten met
CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbussen, kan het
aantal functies dat u kunt bedienen al naar
gelang de component beperkt zijn. Voor
nadere bijzonderheden dient u de met de
betreffende component(en) meegeleverde
gebruiksaanwijzing te raadplegen.
wordt vervolgd
42
NL
Gebruik van het CONTROL A1
ΙΙ
ΙΙΙΙ
ΙΙ
-
bedieningssysteem (alleen de MDS-
JE770) (wordt vervolgd)
Voorbeeld
Bij het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem
verplaatsen de bedieningssignalen zich in beide
richtingen, waardoor er geen onderscheid
bestaat tussen IN- en OUT-aansluitbussen.
Indien een component beschikt over meer dan
één CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbus, kunt u beide
bussen gebruiken of verschillende componenten
aansluiten op één aansluitbus.
Aansluitsnoer
Wanneer er met een CONTROL A1
ΙΙ
-compatibele
component geen aansluitsnoer wordt meegeleverd,
gebruik dan een in de handel verkrijgbaar mono (2P)
ministekkersnoer met een lengte van minder dan
2 meter en zonder weerstand (zoals de Sony RK-
G69HG).
Basisfuncties van het
CONTROL A1II-
bedieningssysteem
Automatische functiekeuze
Wanneer u CONTROL A1
ΙΙ
-compatibele Sony-
componenten aansluit door gebruikmaking van
CONTROL A1
ΙΙ
-snoeren (niet bijgeleverd) en
u de afspeeltoets van één van de aangesloten
componenten indrukt, schakelt de functiekiezer
op de versterker (of ontvanger) automatisch
over op de juiste ingang.
(Wanneer u bijvoorbeeld
H
(afspeeltoets) op
het MD-deck indrukt terwijl de CD wordt
afgespeeld, schakelt de functiekiezer op de
versterker over van CD naar MD.)
Opmerkingen
Deze functie werkt alleen wanneer de componenten
zijn aangesloten op de ingangen van de versterker
(of ontvanger) in overeenstemming met de namen
op de functietoetsen. Bij bepaalde ontvangers kunt u
de namen van de functietoetsen met elkaar
verwisselen. Raadpleeg daarvoor de
gebruiksaanwijzing die met de ontvanger is
meegeleverd.
Tijdens het opnemen kunt u alleen naar de
opnamebron luisteren en geen andere componenten
afspelen. Hierdoor zou namelijk de automatische
keuzefunctie geactiveerd worden.
Synchroonopname
Met deze functie kunt u synchroon opnemen
van het MD-deck naar de gekozen
broncomponent, en vice versa.
1
Stel de bronkiezer op de versterker (of
ontvanger) in op de broncomponent.
2
Zet de broncomponent in de
pauzestand (de indicators
H
en
X
moeten beide gaan branden).
3
Zet het MD-deck in de
opnamepauzestand.
4
Druk op
X
op het MD-deck.
De broncomponent schakelt over uit de
pauzestand en even later begint het
opnemen.
Wanneer het afspelen van de broncomponent
is geëindigd, stopt het opnemen.
Tip
Dit MD-deck is voorzien van een speciale
synchroonopnamefunctie die gebruikmaakt van het
CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem (zie “CD-
synchroonopname van een Sony CD-speler die is
aangesloten via een CONTROL A1
ΙΙ
-kabel (alleen de
MDS-JE770)” op blz. 19).
Opmerking
Zet maximaal één component in de pauzemodus.
Versterker
(Ontvanger)
CD-
speler
MD-
deck
Ta p e-
deck
Andere
component
Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord
43
NL
Bediening van het MD-deck door
gebruikmaking van een toetsenbord
(alleen de MDS-JE770)
U kunt gebruikmaken van een willekeurig
IBM
1)
-compatibel toetsenbord
2)
met een PS/2-
interface. U kunt een toetsenbord met een
Engelse of Japanse indeling kiezen. Bij
gebruikmaking van een toetsenbord met een
andere indeling moet u tekens toewijzen aan de
toetsen. Voor bijzonderheden, zie “Tekens
toewijzen aan de toetsen van het toetsenbord”
op blz. 45.
1) IBM is het wettig gedeponeerde handelsmerk van
International Business Machines Corporation.
2) Het stroomverbruik dient 120 mA of minder te
bedragen.
Aansluiten van een
toetsenbord op het MD-deck
Sluit de toetsenbord-aansluitstekker aan
op de PC LINK (KEYBOARD)-aansluitbus
op het voorpaneel van het deck.
U kunt het toetsenbord op elk gewenst tijdstip
aansluiten of loskoppelen, ongeacht of het deck
is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Keuze van het type
toetsenbord
Wanneer u voor de eerste keer een toetsenbord
aansluit, moet u het type toetsenbord kiezen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
MENU/NO.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
./
>
) totdat “Setup?” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat “Keyboard?” verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat “Type” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
Instellen van het
toetsenbord
5
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
6
Druk op MENU/NO.
Door gebruikmaking van een toetsenbord kunt
u op een snelle manier titels invoeren of
wijzigen. Tijdens het wijzigen van een titel kunt
u de cursor met een sprong verplaatsen of de
titel in het uitleesvenster laten bewegen.
Snelle methode voor het
invoeren van een titel
1
Druk op [Enter] terwijl het deck zich in
één van de onderstaande
bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang het onderdeel waaraan u een
titel wilt geven:
Er verschijnt een knipperende cursor in het
uitleesvenster.
2
Voer een titel in.
Naast de lettertoetsen kunt u ook
gebruikmaken van de toetsen die vermeld
staan in de onderstaande tabel.
Voor gebruik van
toetsenbord met:
Kies
Engelse toetsenbordindeling US
(fabrieksinstelling
1)
)
1) U kunt de fabrieksinstelling ook oproepen
door indrukken van CLEAR.
Japanse toetsenbordindeling JP
Naamgeving van een
muziekstuk of MD door
gebruikmaking van het
toetsenbord
Om een titel
te geven aan:
Druk terwijl
Een muziekstuk Het muziekstuknummer wordt
weergegeven
De MD Het deck wordt stopgezet terwijl
het totale aantal muziekstukken
(of groepen wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld)
wordt weergegeven
wordt vervolgd
44
NL
Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van het
toetsenbord (wordt vervolgd)
3
Druk op [Enter].
De gehele titel verschijnt in het
uitleesvenster.
Bedieningshandelingen tijdens het
invoeren van een titel voor een
muziekstuk of MD
Tip
U kunt een groep voorzien van een titel terwijl de
groepsfunctie is ingeschakeld. Om een groep te
voorzien van een titel, drukt u op [Enter] terwijl het
deck is stopgezet met weergave van de bij stap 1
gekozen groep waaraan u een titel wilt geven.
Bedieningshandelingen bij
gebruikmaking van het
toetsenbord
Montage via het toetsenbord
U kunt de muziekstukken met behulp van de
onderstaande toetsen monteren.
De enige toetsen die voor de onderstaande
montagefuncties gebruikt kunnen worden, zijn
de onafhankelijk werkende toetsen naast de
cijfertoetsen. (U kunt geen gebruikmaken van
toetsen waarbij voor een juiste werking tegelijk
ook de Shift-toets ingedrukt moet worden
houden.)
Bedieningen terwijl het deck is
stopgezet en er een muziekstuk is
gekozen
Bedieningen tijdens het afspelen
1) Hiermee kunt u alle muziekstukken wissen
terwijl het deck is stopgezet en er geen
muziekstuk is gekozen.
Om Druk bij het
toetsenbord op:
De bediening te annuleren [Esc]
Hoofdletters of kleine letters te
kiezen
[Caps Lock]
De cursor te verplaatsen [T] of [t]
De titel in het uitleesvenster te
laten bewegen
[Page Up] of [Page
Down]
Het teken op de cursorpositie te
wissen
[Delete]
Het teken vóór de cursorpositie
te wissen
[Back Space]
Bediening van het deck
door gebruikmaking van
het toetsenbord
Voor gebruikmaking van
het toetsenbord voor de
volgende functies:
Druk op
MENU/NO [Esc]
H
[F1]
X
[F2]
x
[F3]
GROUP SKIP [F8]
AMS of
.
[F10]
AMS of
>
[F11]
YES [F12]
m
[T]
M
[t]
CLEAR [Delete]
Om Druk op
Het muziekstuk te verplaatsen [*]
Het muziekstuk te wissen
1)
[–]
Muziekstukken samen te voegen [+]
Om Druk op
Het muziekstuk onder te verdelen [/]
(alleen de MDS-JE770)
45
NL
Toewijzen van een teken
Indien de indeling van uw toetsenbord niet
overeenkomt met de systeeminstellingen,
bestaat de kans dat bij het indrukken van de
toetsen niet de gewenste tekens in het
uitleesvenster verschijnen, of dat er helemaal
geen tekens in het uitleesvenster verschijnen. In
zulke gevallen moet u tekens aan de toetsen
toewijzen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op
[Esc].
2
Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat
“Setup?” verschijnt en druk daarna op
[F12].
3
Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat
“Keyboard?” verschijnt en druk daarna
op [F12].
4
Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat
“Assign?” verschijnt en druk daarna op
[F12].
5
Druk herhaald op [F10] /[F11] totdat het
teken dat u wilt wijzigen verschijnt.
Indien het teken reeds is toegewezen,
verschijnt “User”. Indien het nog niet is
toegewezen, verschijnt “Default”.
6
Druk op [F12].
“<Set Key>” knippert in het uitleesvenster.
7
Druk op het toetsenbord op de toets
waaraan u het teken wilt toewijzen.
“Key Change” verschijnt. Het gekozen teken
is nu aan die toets toegewezen.
Indien “Same Key” verschijnt
Hetzelfde teken is reeds aan die toets
toegewezen.
Indien “Remove old assign?” verschijnt
Aan die toets is reeds een ander teken
toegewezen. Druk op [F12] om het eerder
toegewezen teken te laten vervangen door
het nieuwe teken. Druk op [Esc] om de
bediening te annuleren.
Opmerkingen
Bij het toewijzen van een teken kunt u [Shift] alleen
gebruiken voor symbool- en cijfertoetsen.
Aan de volgende toetsen kan geen teken worden
toegewezen:
[Esc], [F1] – [F12], [Back Space], [Tab], [Caps
Lock], [Enter], [Shift], [Ctrl], [Alt], [Windows],
[Spatiebalk], [Application], [Print Screen], [Scroll
Lock], [Pause], [Insert], [Delete], [Home], [End],
[Page Up], [Page Down], [Num Lock], [T], [t],
[R], [r], en [/], [*], [–], [+] (van het numerieke
toetsenblok)
“Indien u probeert om een teken toe te wijzen aan
één van de bovenstaande toetsen of aan andere
toetsen waarvoor geen invoer wordt geaccepteerd,
zal bij de bovenstaande stap 7 de indicatie “Key
Change” niet verschijnen.
Wissen van toetstoewijzingen
U kunt toetstoewijzingen één voor één of
allemaal tegelijk wissen.
Om een toetstoewijzing te wissen
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Toewijzen van een teken” op blz. 45.
2
Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat het
te wissen teken verschijnt en druk
daarna op [F12].
“<Set Key>” knippert in het uitleesvenster.
3
Druk op [Delete].
“Key Clear” verschijnt en de toetstoewijzing
is nu gewist.
Om alle toetstoewijzingen te wissen
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van
“Toewijzen van een teken” op blz. 45.
2
Druk [Ctrl], [Alt] en [Delete] tegelijkertijd
in.
“All Reset?” verschijnt in het uitleesvenster.
3
Druk op [F12].
“Complete!” verschijnt en alle
toetstoewijzingen zijn nu gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op [Esc].
Tekens toewijzen aan de
toetsen van het
toetsenbord
46
NL
Aanvullende informatie
Voor uw veiligheid
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
deck terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het deck eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Let op – Gebruikmaking van optische
instrumenten met dit product verhoogt het risico
van oogbeschadiging.
Netspanning
Controleer vóór bediening van het deck of de
bedrijfsspanning van het deck overeenkomt met
de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op de identificatieplaat achter
op het deck.
Het apparaat blijft op de stroombron
(netspanning) aangesloten zolang de stekker in
het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf
is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt
het deck geruime tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te pakken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Condensvorming in het deck
Indien het systeem rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt gebracht, of in
een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan
vocht uit de lucht condenseren op de lenzen in
het deck. In dergelijke gevallen zal het deck niet
altijd naar behoren werken. Verwijder de MD
en laat het deck enkele uren ingeschakeld staan
totdat de condens is verdampt.
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars
door gebruikmaking van een zachte doek, licht
bevochtigd met een oplossing van mild
schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of
oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende
het deck, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Voorzorgsmaatregelen
Raak de inwendige disc niet aan. Wanneer u
probeert het schuifdeksel te openen door dit te
forceren, kan de inwendige disc beschadigd
raken.
Plak altijd de met de MD meegeleverde labels
op de juiste plaats. De vorm van de labels kan
afhankelijk van het merk MD verschillen.
Bewaren van de MD’s
Zorg dat de cassette niet wordt blootgesteld aan
fel zonlicht of extreem hoge hitte en
vochtigheid.
Periodiek onderhoud
Veeg stof en vuil van het cassetteoppervlak met
een droge doek.
Het opnamesysteem van uw deck verschilt sterk
van de opnametechnieken die gebruikt worden
bij gewone cassettedecks en digitale DAT-
decks, met een aantal specifieke beperkingen
waarvan hieronder een uitleg volgt. Deze
beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en wijzen
niet op storingen in uw apparatuur.
“Disc Full” verschijnt reeds vóór het
bereiken van de maximale
opnameduur
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full”, ongeacht de
totale opnameduur. Een MD kan hooguit 255
muziekstukken bevatten. Om verder te gaan met
opnemen, dient u onnodige muziekstukken te
wissen of een andere opneembare MD te
gebruiken.
Opmerkingen betreffende
MD’s
Beperkingen van het
systeem
Schuifdeksel
Juiste plaats
van de labels
Aanvullende informatie
47
NL
“Disc Full” verschijnt reeds vóór het
bereiken van het maximale aantal
muziekstukken
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere
passages binnen muziekstukken worden
opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal
nummers het feitelijke aantal muziekstukken
overschrijdt. Dan zal “Disc Full” verschijnen.
“Group Full!” verschijnt reeds vóór
het bereiken
Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld en er
een montage wordt uitgevoerd, kan “Group
Full!” verschijnen. Dit betekent dat er
onvoldoende tekens aanwezig zijn voor
groepsbeheer. Wis overbodige disctitels,
groepstitels of andere tekens.
Ook wanneer de groepsfunctie is uitgeschakeld,
worden de groepsbeheergegevens automatisch
bijgewerkt wanneer de functies voor het
verplaatsen, onderverdelen of andere montages
worden uitgevoerd zodat “Group Full!” kan
verschijnen.
De resterende opnameduur neemt
niet toe, ook niet na het wissen van
meerdere korte muziekstukken
Nummers met een lengte van minder dan twaalf
seconden
1)
tellen niet mee, zodat het wissen
ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal
leiden.
1) Tijdens opname in stereo.
In de modus MONO of LP2: circa 24 seconden
In de modus LP4: circa 48 seconden
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Na montage kunnen bepaalde muziekstukken
niet meer met andere worden samengevoegd.
De totale verstreken opnameduur
plus de resterende beschikbare
opnameduur op de MD komen in
totaal niet aan de maximale
opnameduur van de MD toe
Het opnemen wordt verricht in
minimumeenheden van 2 seconden
1)
, ongeacht
de mogelijk kortere duur van het opgenomen
materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de maximale opnameduur.
Daarnaast kan de ruimte op een MD beperkt
worden door krassen.
1) Tijdens opname in stereo.
In de modus MONO of LP2: circa 4 seconden
In de modus LP4: circa 8 seconden
Tijdens het doorzoeken van
muziekstukken die niet rechtstreeks
zijn opgenomen, maar door montage
zijn samengesteld, kan het geluid af
en toe wegvallen.
De muziekstuknummers worden niet
correct vastgelegd
Wanneer de muziekstukken van een CD tijdens
digitale opname in meerdere nummers worden
onderverdeeld, kan dit onjuiste
muziekstuknummers tot gevolg hebben.
Wanneer tijdens het opnemen de functie voor
het automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers wordt geactiveerd, gebeurt
het bij bepaalde programmabronnen wel eens
dat de nummers niet precies overeenkomen met
de oorspronkelijke muziekstuknummers.
Tijdens het afspelen van MD’s met
mono-geluidsopnamen kan niet altijd
de juiste opname- of afspeelduur
worden aangegeven.
Overzicht van het één-
generatie kopieersysteem
(“Serial Copy Management
System”)
Digitale audiocomponenten zoals CDs, MD’s
en DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal
signaal zodat u de muziek met een hoge
kwaliteit kunt kopiëren.
Teneinde muziekbronnen met copyright te
beschermen, maakt dit deck gebruik van het
Serial Copy Management System waardoor u
via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen
slechts één kopie kunt maken van een
opgenomen digitale bron.
wordt vervolgd
48
NL
Beperkingen van het systeem (wordt
vervolgd)
U kunt alleen een eerste-generatie
kopie
1)
maken via de digitaal-naar-
digitaal-aansluitingen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma
(bijvoorbeeld een CD of MD), maar u kunt geen
tweede kopie maken van de eerste-generatie
kopie.
U kunt een kopie maken van een digitaal signaal
van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijvoorbeeld een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassetteband)
of van een digitale satelliet-uitzending, maar u
kunt van deze eerste-generatie kopie geen
tweede kopie maken.
1) Een eerste-generatie kopie is de eerste opname
die van een digitale geluidsbron via de digitale
ingangsaansluiting van het deck is gemaakt.
Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van een CD-
speler die is verbonden met de DIGITAL IN-
aansluiting, maakt u een eerste-generatie kopie.
Opmerking
De beperkingen van het Serial Copy Management
System zijn niet van toepassing wanneer u opneemt
via de analoog-naar-analoog-aansluitingen.
Indien er tijdens gebruik van het deck iets
misgaat, loopt u dan deze controlelijst even
door. Als een probleem niet te verhelpen is,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Het deck werkt niet of niet naar behoren.
Wellicht is de MD vuil of beschadigd. Vervang de
MD.
Afspelen van MD’s is niet mogelijk.
Er is vocht binnenin het deck gecondenseerd.
Verwijder de MD en laat het deck enkele uren in
een warme omgeving liggen totdat het
condensvocht verdampt is.
Het deck is niet ingeschakeld. Druk op
?/1
om
het deck in te schakelen.
Het deck is niet goed aangesloten op de
versterker. Controleer de aansluiting (blz. 6).
De MD is verkeerd om in de gleuf geplaatst.
Schuif de MD met de labelkant naar boven en
met de pijl wijzend naar de gleuf (blz. 20).
Wellicht bevat de MD geen opnamen. Vervang de
MD door een andere die wel opnamen bevat.
Indien er geen muziekstukken aan groepen zijn
toegewezen, kunt u een MD niet afspelen terwijl
de groepsfunctie is ingeschakeld.
Storende bijgeluiden in de geluidsweergave.
Krachtig magnetisme van een TV-toestel of een
ander apparaat veroorzaakt storingen in de werking
van het deck. Plaats het deck verder uit de buurt van
apparatuur die elektromagnetische storing kan
veroorzaken.
Opnemen op het deck is niet mogelijk of mislukt.
Het deck is niet goed aangesloten op de
programmabron. Controleer de aansluiting
(blz. 6).
Kies de juiste programmabron door
gebruikmaking van INPUT.
Het opnameniveau is niet goed ingesteld. Stel het
opnameniveau goed in (blz. 15).
Er is een voorbespeelde MD geplaatst. Vervang
deze door een opneembare MD.
Er is niet genoeg opnametijd meer over op de
MD. Vervang de MD door een andere
opneembare MD waarop geen of minder
materiaal is opgenomen, of wis overbodige
opnamen (blz. 26).
Er heeft zich een stroomonderbreking
voorgedaan, of de stekker is tijdens het opnemen
uit het stopcontact geraakt. Mogelijk is
informatie die op de MD was opgenomen,
verloren gegaan. Maak de opname opnieuw.
Verhelpen van storingen
Aanvullende informatie
49
NL
Synchroonopname met een CD-speler of video-
CD-speler is niet mogelijk of mislukt.
De met het MD-deck meegeleverde
afstandsbediening is niet goed ingesteld. Stel de
afstandsbediening opnieuw in.
In het uitleesvenster verschijnen beurtelings een
melding en een drie- of vijfletterteken-code.
De zelfdiagnosefunctie is ingeschakeld (blz. 49).
Het toetsenbord werkt niet (alleen de MDS-
JE770).
Koppel het toetsenbord los en sluit het daarna weer
aan.
Opmerking
Wanneer u de bovenstaande aanwijzingen hebt
opgevolgd, maar het deck nog steeds niet naar behoren
werkt, schakel dan het deck uit, trek de stekker uit het
stopcontact en steek daarna de stekker weer in het
stopcontact.
Dit systeem heeft een zelfdiagnosefunctie met
een uitleesvenster waarop een code van drie of
vijf tekens en een melding verschijnen om u te
waarschuwen wanneer het systeem niet goed
werkt. Indien beurtelings de code en melding in
het uitleesvenster verschijnen, tref dan de
maatregelen in de onderstaande tabel. Als het
probleem aan de hand van de volgende
aanwijzingen niet te verhelpen is, neem dan
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
C11/Protected
, Verwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is
(blz. 12).
C12/Cannot Copy
Er is getracht een CD op te nemen met een
formaat dat niet geschikt is voor het externe
apparaat dat op het deck is aangesloten, zoals een
CD-ROM of video-CD.
, Verwijder de disc en plaats een muziek-CD.
C13/REC Error
, Breng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf
het begin.
De geplaatste MD is vuil (door vlekken,
vingerafdrukken, enz.), er zitten krassen op, of de
disc voldoet niet aan de normen.
, Gebruik een andere disc en neem daarna
opnieuw op vanaf het begin.
C13/Read Error
, Verwijder de MD en plaats hem daarna
opnieuw.
C14/Toc Error
, Plaats een andere disc.
, Indien mogelijk, wis alle muziekstukken van
de MD (blz. 27).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware, of er is getracht een
CD-R (opneembare CD) op te nemen.
, Het Serial Copy Management System
verhindert dat u een digitale kopie kunt
maken (blz. 47). U kunt geen CD-R opnemen.
C71/Din Unlock
Een momentane onderbreking wordt veroorzaakt
door de signalen van het digitale programma dat
wordt opgenomen. Dit heeft geen invloed op het
opgenomen materiaal.
Tijdens het opnemen van een digitale component
die is verbonden met de DIGITAL IN-
aansluiting, werd het digitale aansluitsnoer
losgekoppeld of werd de digitale component
uitgeschakeld.
, Sluit het snoer aan of schakel de digitale
component weer in.
E0001/MEMORY NG
Er is een fout opgetreden in de interne gegevens
die het deck nodig heeft om te kunnen werken.
, Neem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
E0101/LASER NG
Er is een probleem met het optische blok.
, Het optische blok is mogelijk defect. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Zelfdiagnosefunctie
50
NL
In de onderstaande tabel wordt uitleg gedaan
over de meldingen die in het uitleesvenster
verschijnen wanneer er bij de bediening iets
misgaat. Ook beschikt het deck over een
zelfdiagnosefunctie (zie deze bladzijde).
Auto Cut
De functie Auto Cut is ingeschakeld (blz. 15).
Blank Disc
Er is een nieuwe (onbespeelde) of gewiste MD
geplaatst.
Cannot Copy
Er is getracht een tweede-generatie kopie te maken
van een digitaal gekopieerde MD (blz. 47).
Cannot Edit
Er is getracht een MD te monteren tijdens afspelen
in geprogrammeerde of willekeurige volgorde, of er
is getracht het opnameniveau van een in de modus
LP2 of LP4 Stereo opgenomen MD te veranderen.
Disc Full
De MD is vol (blz. 47).
Group Full!
Er is getracht een nieuwe groep te creëren terwijl
het maximale aantal groepen reeds is bereikt, of er
zijn onvoldoende tekens voor het bijwerken van de
groepsbeheergegevens.
Impossible
Het deck kan de opname- of montagehandeling
(blz. 28 en 30) niet uitvoeren.
Incomplete!
De montagehandeling in de stand S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na het opnemen,
infaden, uitfaden) is niet goed uitgevoerd omdat het
deck werd verplaatst terwijl de opname nog aan de
gang was, of omdat de MD beschadigd of vuil is.
Initialize (knippert)
De instellingen van Setup Menu zijn verloren
gegaan.
De met de timer gemaakte opname is na verloop
van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer
op de disc worden bewaard, of de functie voor
afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet
worden geactiveerd omdat het programma na
verloop van tijd verloren is gegaan.
(De melding knippert circa vier seconden wanneer
u het deck inschakelt door indrukken van
?/1
.)
Name Full!
Het titelgeheugen van de MD is vol (met ongeveer
1700 tekens).
No Change
Terwijl u probeerde om het opnameniveau te
veranderen na het opnemen, hebt u AMS of YES
ingedrukt zonder daadwerkelijk het opnameniveau
te veranderen waardoor de beoogde verandering
dus niet is uitgevoerd.
No Disc
Er zit geen MD in het deck.
No Name
Het muziekstuk of de disc heeft geen titel.
No Program!
De functie voor afspelen in geprogrammeerde
volgorde werd gekozen terwijl er geen programma
is samengesteld.
Premastered
Er is getracht een voorbespeelde MD op te nemen
of te monteren.
ProgramFull!
Het maximale aantal muziekstukken is
geprogrammeerd. Er kunnen geen verdere
muziekstukken meer worden geprogrammeerd.
REMOTE
De MD wordt bediend door een extern apparaat dat
is aangesloten op het deck.
1)
S.F Edit!
Er is getracht een andere bediening uit te voeren in
de modus S.F Edit (veranderen van het
opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden).
In de stand S.F Edit kunt u geen andere
bedieningen uitvoeren.
(S.F) Edit NOW
U hebt
?/1
ingedrukt in de modus S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na het opnemen,
infaden, uitfaden).
Indien u het deck uitschakelt in de modus S.F Edit,
zullen eventuele wijzigingen die u hebt aangebracht
niet goed worden uitgevoerd. Voltooi de
veranderingen en verlaat de modus S.F Edit
alvorens het deck uit te schakelen. Indien u het
deck abusievelijk uitschakelt terwijl er wijzigingen
worden aangebracht, druk dan op
?/1
terwijl de
melding wordt weergegeven.
Smart Space
De functie Smart Space is ingeschakeld (blz. 15).
Meldingen in het
uitleesvenster
Aanvullende informatie
51
NL
TextProtect
De CD-tekst bevat gegevens die niet naar de MD
gekopieerd mogen worden.
TOC Reading
Het deck is bezig met het controleren van de
inhoudsopgave (TOC) van de MD.
1) Indien “REMOTE” onder andere
omstandigheden in het uitleesvenster verschijnt,
schakel dan het deck uit en schakel het daarna
weer in.
1) Alleen de MDS-JE770
Systeem MiniDisc digitaal
audiosysteem
Disc MiniDisc
Laser Halfgeleider-laser
(
λ
= 780 nm) Emissieduur:
continu
Laser-uitgangsvermogen MAX 44,6 µW
1)
1) Deze waarde is gemeten op een afstand van
200 mm van het lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Eigenschappen laserdiode Materiaal: GaAlAs
Toerental (CLV) 400 omw/min tot
900 omw/min
Foutcorrectie ACIRC (Advanced Cross
Interleave Reed Solomon
Code)
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Codering ATRAC (Adaptive
TRansform Acoustic
Coding)/ATRAC 3
Modulatiesysteem EFM (Eight-to-Fourteen
Modulation)
Aantal kanalen 2 stereokanalen
Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz ±0,3 dB
Signaal-ruisverhouding MDS-JE770: Meer dan
98 dB tijdens afspelen
MDS-JE470: Meer dan
96 dB tijdens afspelen
Wow en flutter Beneden meetbare limiet
Ingangen
ANALOG IN Type aansluitbus:
stekkerbus
Impedantie: 47 kilohm
Nominaal
ingangsvermogen:
500 mVrms
Minimaal
ingangsvermogen:
125 mVrms
DIGITAL OPTICAL IN Type aansluiting:
vierkante optische
stekkerbus
Impedantie: 660 nm
(optische golflengte)
DIGITAL COAXIAL IN (alleen Europees model
MDS-JE770) Type aansluitbus:
stekkerbus
Impedantie: 75 ohm
Nominaal
ingangsvermogen:
0,5 Vp-p, ±20 %
Tabel van Setup Menu
Menuonderdeel Zie ook blz.
Program? 23
T.Mark 13
LS(T) 14
Auto
1)
25
S.Space 15
P. H o l d 1 5
F.i n 39
F.o ut 39
Pitch
1)
38
Pfine
1)
38
Ain
1)
15
Opt1 of Coax
1)
15
Opt2 of Opt
1)
15
Aout
1)
21
Sleep
1)
39
Sleep 39
Keyboard?
1)
43
LPstamp 12
Technische gegevens
wordt vervolgd
52
NL
Technische gegevens (wordt
vervolgd)
Uitgangen
PHONES (alleen de MDS-JE770)
Type aansluitbus: stereo-
telefoonstekker
Nominaal
uitgangsvermogen:
28 mW
Belastingsimpedantie:
32 ohm
ANALOG OUT Type aansluitbus:
stekkerbus
Nominaal
uitgangsvermogen:
2 Vrms (bij 50 kilohm)
Belastingsimpedantie:
meer dan 10 kilohm
DIGITAL OPTICAL OUT (alleen de MDS-JE770)
Type aansluiting:
vierkante optische
stekkerbus
Nominaal
uitgangsvermogen:
–18 dBm
Belastingsimpedantie:
660 nm (optische
golflengte)
Algemeen
Stroomvoorziening
Amerikaans en Canadees model:
120 V AC, 60 Hz
Europees model: 230 V AC, 50/60 Hz
Australisch model: 240 V AC, 50/60 Hz
Hongkong-model: 220 – 240 V AC, 50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120/220 – 240 V
AC, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik MDS-JE770: 15 W (in de
wachtstand 0,5 W)
MDS-JE470: 14 W (in de
wachtstand 0,5 W)
Afmetingen (circa) 430
×
95
×
285 mm
(b/h/d), inclusief
uitstekende onderdelen en
regelaars
Gewicht (circa) MDS-JE770: 3,1 kg
MDS-JE470: 3,0 kg
Bijgeleverde accessoires
Audio-aansluitsnoeren (2)
Optische kabel (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen (2)
Los verkrijgbare accessoires
PCLK-MN10A Sony PC-aansluitset
Gegevens over los verkrijgbare accessoires kunnen
zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar voor
nadere bijzonderheden.
Amerikaanse en andere octrooien in licentie van
Dolby Laboratories.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen,mogen de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen,mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Afspraken De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bedieningsorganen op het deck; in plaats daarvan kunt u ook de gelijknamige bedieningsorganen op de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken; indien de naam afwijkt, wordt deze in de aanwijzingen tussen haakjes genoemd. Inhoudsopgave Onderdelen Hoofdapparaat ........................................ 4 Afstandsbediening .................................. 5 Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Voorbereidingen Aansluiting van de audio-componenten .......................... 6 Opnemen op MD’s Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden. Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen mag de batterij alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA. IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN. Betreffende deze gebruiksaanwijzing 2NL De aanwijzingen in deze handleiding hebben betrekking op de modellen MDS-JE770 en MDSJE470. Op de afbeeldingen wordt steeds model MDSJE770 getoond. Eventuele afwijkingen bij de bediening worden in de tekst duidelijk aangegeven, bijvoorbeeld “alleen de MDS-JE770”. Opnemen op een MD.............................. 9 Muziekstukken opnemen in groepen (alleen de MDS-JE770) — Groepsfunctie ............................ 10 Opmerkingen over opnemen ................ 12 Opnametips........................................... 12 — Lange opnemen/Aanbrengen van muziekstuknummers/Smart Space/ Instellen van het opnameniveau/ Controleren van de resterende opnameduur/Meeluisteren naar het ingangssignaal Opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname................. 17 Synchroon opnemen met de audiocomponent van uw keuze — Muziek-synchroonopname ........ 18 Synchroon opnemen met een Sony CD-speler — CD-synchroonopname............... 18 Afspelen van MD’s Plaatsing van een MD ........................... 20 Afspelen van een MD — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie/ REPEAT-afspeelfunctie ................. 20 Alleen de muziekstukken in de gewenste groep afspelen (alleen de MDS-JE770) .................. 23 Programmeren van muziekstukken — Afspelen in geprogrammeerde volgorde .......................................... 23 Tips voor het op tape opnemen van MD’s (alleen de MDS-JE770) ........25 Monteren van opgenomen MD’s Wissen van opnamen — ERASE-functie .......................... 26 Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie ......................... 28 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie .................... 29 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie ........................... 30 Naamgeving van een muziekstuk of MD — NAME-functie ........................... 31 Naamgeving van een groep (alleen de MDS-JE770) — NAME-functie ........................... 33 Opgenomen muziekstukken toewijzen aan een nieuwe groep (alleen de MDS-JE770) — Creëerfunctie ............................. 34 Deblokkeren van groepstoewijzingen (alleen de MDS-JE770) — Deblokkeerfunctie ..................... 35 Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — S.F Edit-functie .... 35 Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie ........... 37 Overige functies Veranderen van de toonhoogte (alleen de MDS-JE770) — Toonhoogteregelfunctie ............ 38 Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out) ...................................... 39 Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie .................. 39 Gebruikmaking van een timer (alleen de MDS-JE770) .................. 40 Gebruik van het CONTROL A1ΙΙbedieningssysteem (alleen de MDS-JE770) .................. 41 Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord (alleen de MDSJE770) Instellen van het toetsenbord ................ 43 Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van het toetsenbord ............................... 43 Bediening van het deck door gebruikmaking van het toetsenbord ............................... 44 Tekens toewijzen aan de toetsen van het toetsenbord ............................... 45 NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 46 Opmerkingen betreffende MD’s........... 46 Beperkingen van het systeem ............... 46 Verhelpen van storingen....................... 48 Zelfdiagnosefunctie .............................. 49 Meldingen in het uitleesvenster............ 50 Tabel van Setup Menu.......................... 51 Technische gegevens ............................ 51 3NL Onderdelen De onderdelen zijn vermeld in alfabetische volgorde. Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes ( ) vermelde bladzijden. Hoofdapparaat 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 qa qs qd STANDBY EJECT MENU/ NO MDLP ?/1 H A X YES l AMS L x TIMER GROUP ON/OFF SKIP REC OFF PLAY PHONES PHONE LEVEL qf qg MAX qh REC MODE m M CLEAR PUSH ENTER LEVEL/ REPEAT DISPLAY/CHAR (KEYBOARD) qj qk ql Afstandsbedieningssensor2) 2 AMS wh (14) (21) (26) (38) (43) CLEAR wg (24) (32) (43) EJECT A 8 (9) (21) (26) GROUP ON/OFF1) 3 (11) (23) (33) GROUP SKIP1) 4 (11) (23) (33) INPUT ws (9) LEVEL/DISPLAY/CHAR w; (9) (21) (31) MD-gleuf 6 MDLP-indicator 7 (13) (21) MENU/NO qs (14) (23) (26) (38) (43) 4NL INPUT z PLAY MODE MIN REC TIME PC LINK w; wa PC LINK (KEYBOARD)1) qj (43) PHONE LEVEL1) qh (21) PHONES-aansluitbus1) qg (17) (21) (39) PLAY MODE qk (20) (40) REC MODE ws (13) (22) REC z wf (9) REPEAT ql (20) STANDBY-indicator 1 (9) (20) TIME1) 5 (16) (22) TIMER1) qf (40) Uitleesvenster wa YES qd (14) (23) (26) (38) (43) ws wd wf wg wh BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ?/1 1 (9) (20) (26) H 9 (9) (20) (40) (44) X 0 (9) (21) (42) (44) x qa (9) (21) (26) (40) (44) m/M wd (21) (28) (44) 1) 2) Alleen de MDS-JE770. Alleen de MDS-JE770. Bij de MDS-JE470 bevindt de afstandsbedieningssensor zich in het uitleesvenster. Voorbereidingen Aansluiting van de audio-componenten MDS-JE770 Netsnoer CONTROL A1ΙΙ D A C 1) B naar een stopcontact Versterker, enz. CD-speler, DBS-tuner MDS-JE470 CD-speler, DBS-tuner, enz.2), digitale versterker, DAT-deck, MD-deck, enz.3) PC LINK Netsnoer E A B naar een stopcontact Versterker, enz. 1) 2) 3) 6NL CD-speler, DBS-tuner Alleen Europees model Digitale apparatuur met alleen een DIGITAL OUT-aansluiting Digitale apparatuur met een DIGITAL IN- en OUT-aansluiting Vereiste snoeren Bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren dient u erop te letten dat de pennen daarvan worden aangesloten op aansluitbussen van dezelfde kleur: wit (links) op wit, en rood (rechts) op rood. Wit (L) Rood (R) Wit (L) Rood (R) B Optische kabels (2 voor Europese modellen MDS-JE770/3 voor alle andere modellen) (slechts één bijgeleverd) • Bij het aansluiten van de optische kabels dient u de dopjes van de aansluitingen te halen en de kabelstekkers er recht in te steken totdat ze goed vastzitten. • De optische kabels mogen niet worden gebogen of samengebonden. C Coaxiale digitale aansluitkabel (alleen voor Europese modellen MDS-JE770) (1) (niet bijgeleverd) Voor Europese modellen MDSJE770 Aansluiten Op de Versterkers ANALOG IN/OUTaansluitbussen CD-spelers of DBStuners DIGITAL COAXIAL INaansluitbus of DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting Digitale versterkers, DAT-decks of een ander MD-deck DIGITAL OPTICAL IN/ OUT-aansluitingen Voor de MDS-JE770 (behalve Europese modellen) Aansluiten Op de Versterkers ANALOG IN/OUTaansluitbussen CD-spelers of DBStuners DIGITAL OPTICAL IN1)aansluiting Digitale versterkers, DAT-decks of een ander MD-deck DIGITAL OPTICAL IN1)/ OUT-aansluitingen 1) Punten die u bij het aansluiten in gedachten dient te houden • Alvorens u aansluitingen gaat maken, dient u de stroomtoevoer naar alle componenten uit te schakelen. • Er mag pas een netsnoer worden aangesloten nadat alle aansluitingen zijn voltooid. • Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten, dit om brom en ruis te voorkomen. Voorbereidingen A Audio-aansluitsnoeren (2) (bijgeleverd) Aansluitbussen (aansluitingen) voor het aansluiten van audiocomponenten Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen aansluiting IN1 en IN2. Voor MDS-JE470 Aansluiten Op de Versterkers ANALOG IN/OUTaansluitbussen CD-spelers of DBStuners DIGITAL OPTICAL INaansluiting wordt vervolgd 7NL Aansluiting van de audiocomponenten (wordt vervolgd) Instellen van de spanningskiezer (alleen bij modellen met een spanningskiezer) Controleer of de spanningskiezer op het achterpaneel van het deck is ingesteld op de plaatselijke netspanning. Zo niet, zet dan de spanningskiezer met behulp van een schroevendraaier in de juiste positie alvorens u de stekker van het netsnoer in een stopcontact steekt. Andere aansluitingen Aansluiten van een component die geschikt is voor het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem (alleen de MDS-JE770) Bij gebruikmaking van een timer dient u het netsnoer aan te sluiten op het contact van de timer. Plaatsing van de batterijen in de afstandsbediening Plaats twee R6 (formaat AA) batterijen met de + en – op de juiste plaats in het batterijvak. Bij gebruikmaking van de afstandsbediening houdt u de afstandsbediening in de richting van de afstandsbedieningssensor op het deck. Tip Vervang beide batterijen door nieuwe wanneer u het deck niet langer op afstand kunt bedienen. Opmerkingen Om een PC aan te sluiten • Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige plaats liggen. • Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de afstandsbediening terechtkomen. Let hier vooral op tijdens het verwisselen van de batterijen. • Vernieuw steeds alle batterijen tegelijk. • Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of andere sterke lichtbronnen. Dit kan de juiste werking ervan verstoren. • Indien u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. E PC-aansluitset (niet bijgeleverd) Demonstratiestand D Mono (2P) ministekkerkabels (2) (niet bijgeleverd) Voor bijzonderheden, zie “Gebruik van het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem (alleen de MDS-JE770)” op blz. 41. Gebruik de PC-aansluitset om een PC aan te sluiten op het MD-deck. Door het MD-deck aan te sluiten op een PC kunt u MD-muziekstukken selecteren en afspelen en diverse bewerkingen op de PC uitvoeren. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing die met de PC-aansluitset is meegeleverd. Tip U kunt een PC aansluiten op de aansluiting PC LINK (KEYBOARD) op het voorpaneel van de MDSJE770. Aansluiten van het netsnoer Sluit het netsnoer van het deck aan op een stopcontact. 8NL Opmerking Wanneer u het MD-deck inschakelt en er geen MD in het deck zit, wordt na circa tien minuten automatisch de demonstratiestand geactiveerd. Om de demonstratiestand te deactiveren, drukt u op een willekeurige toets op het deck of op de afstandsbediening. Tip Om de demonstratiestand uit te schakelen, drukt u x en CLEAR tegelijkertijd in wanneer er geen MD in het deck zit. “Demo Off” verschijnt in het uitleesvenster. Om de demonstratiestand weer in te schakelen, verricht u dezelfde procedure als hierboven. “Demo On” verschijnt in het uitleesvenster. Opnemen op MD’s Opnemen op een MD 1 Schakel de versterker en 2 Om Druk op De opname te stoppen x De opname tijdelijk te onderbreken X De opname te hervatten2) H of X programmabron in en kies op de versterker de gewenste bron. De MD te verwijderen Druk op ?/1 om het deck in te schakelen. 2) De STANDBY-indicator dooft. Om tijdens het opnemen de indicatie in het uitleesvenster te veranderen 3 Plaats een opneembare MD in de gleuf (blz. 20). 4 Druk herhaald op INPUT om de EJECT A na de opname te hebben stopgezet De passage na het punt waarop werd gepauzeerd, krijgt een nieuw muziekstuknummer toegewezen. Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om het uitleesvenster te wijzigen. ingangsaansluitbussen (-aansluiting) te kiezen die op de programmabron zijn aangesloten. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: Bron aangesloten op: Zet INPUT op: MDS-JE770 DIGITAL OPTICAL IN1 of IN2-aansluiting OPT1 of OPT2 DIGITAL OPTICAL INaansluiting OPT of D-IN DIGITAL COAXIAL INaansluitbus1) COAX Muziekstuknummer en verstreken opnameduur van het huidige muziekstuk t Niveau van het ingangssignaal (instelwaarde van het opnameniveau) t Indicatie van bemonsteringsfrequentie3) ANALOG IN-aansluitbussen ANALOG of A-IN 1) 3) Alleen Europese modellen MDS-JE770 5 Druk op REC z. Het deck komt in de opnamepauzestand te staan. 6 Stel, indien nodig, het opnameniveau “FS -- kHz” verschijnt terwijl het analoge signaal wordt ingevoerd. MDS-JE470 Muziekstuknummer en verstreken opnameduur van het huidige muziekstuk t Resterende opnameduur4) van de MD t Niveau van het ingangssignaal t Muziekstuktitel5) 4) in. Voor bijzonderheden, zie “Instellen van het opnameniveau” op blz. 15. Opnemen op MD’s Indien de MD reeds opnamen bevat, zal het deck automatisch beginnen met opnemen vanaf het einde van het opgenomen gedeelte. Bedieningshandelingen tijdens het opnemen 5) De tijd die in het uitleesvenster wordt aangegeven, verschilt afhankelijk van de instelling van REC MODE. “No Name” verschijnt wanneer het muziekstuk geen titel heeft. 7 Druk op H of X. Het opnemen begint. 8 Begin met het afspelen van de programmabron. 9NL Muziekstukken opnemen in groepen (alleen de MDS-JE770) — Groepsfunctie Wat is de groepsfunctie? Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken op een MD in groepen afspelen, opnemen en monteren. Dit is handig wanneer u meerdere CD-albums die in de stand MDLP zijn opgenomen, op één MD wilt zetten. Om de groepsfunctie in of uit te schakelen, drukt u op GROUP ON/OFF. Groepsfunctie: Uit Disc Muziekstuk 1 2 3 4 6 9 Groepsfunctie: Aan Disc Groep 1 Groep 2 Muziekstuk Muziekstuk 1 2 3 4 1 2 3 4 Bedieningen met de groepsfunctie • Alleen de muziekstukken in de gewenste groep afspelen (blz. 23) • Naamgeving van een groep (blz. 33) • Opgenomen muziekstukken toewijzen aan een nieuwe groep (blz. 34) • Deblokkeren van groepstoewijzingen (blz. 35) Opmerking MD’s die zijn opgenomen met de groepsfunctie van dit deck, kunnen ook worden gebruikt op andere systemen die geschikt zijn voor de groepsfunctie. U dient er echter rekening mee te houden dat de groepsfunctie bij andere systemen mogelijk op een andere manier moet worden bediend dan bij dit deck. 10NL Hoe worden de groepsgegevens vastgelegd? Bij opname met de groepsfunctie worden de groepsbeheergegevens automatisch als de disctitel vastgelegd op de MD. Een tekenreeks zoals hieronder wordt vastgelegd in het disctitelgebied. Disctitelgebied 0 ; Favorites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops // ... 1 2 3 1 De disctitel is “Favorites”. 2 De muziekstukken 1 t/m 5 worden vastgelegd in de groep “Rock”. 3 De muziekstukken 6 t/m 9 worden vastgelegd in de groep “Pops”. Wanneer er een met de groepsfunctie opgenomen MD wordt geplaatst in een systeem dat niet geschikt is voor de groepsfunctie, of in dit deck terwijl de groepsfunctie is uitgeschakeld, zal de bovenstaande tekenreeks dan ook in zijn geheel worden weergegeven als de disctitel. Indien u de procedure van “Een nieuwe titel geven aan een muziekstuk of MD” op blz. 32 uitvoert en deze tekenreeks hierdoor abusievelijk wordt overschreven, is de kans aanwezig dat u geen gebruik kunt maken van de groepsfunctie van die MD.1) 1) De GROUP ON/OFF-toets knippert. Om de groepsfunctie opnieuw te gebruiken, moet u eerst de procedure van “Deblokkeren van de toewijzingen van alle muziekstukken op een MD” op blz. 35 uitvoeren en de groepstoewijzingen van alle muziekstukken op de MD deblokkeren. Opmerkingen • Ook nadat u de MD hebt verwijderd of het deck hebt uitgeschakeld, blijft de instelling van de groepsfunctie gehandhaafd. • Wanneer de groepsfunctie is geactiveerd, worden de niet aan een groep toegewezen muziekstukken niet weergegeven en kunnen deze niet worden afgespeeld. • U kunt de groepsvolgorde niet wijzigen. • Indien u een disc plaatst waarbij de groepsbeheergegevens niet in de juiste vorm zijn vastgelegd, knippert de GROUP ON/OFF-toets. In dat geval kunt u de groepsfunctie niet gebruiken. Opnemen in een bestaande groep U kunt nieuwe groepen creëren op basis van CD-album, artiest, enz. U kunt muziekstukken toevoegen aan een bestaande groep. 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Druk op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. Druk op TIME om de resterende opnameduur te laten verschijnen. 3 Druk op REC z. “New Group” knippert en het deck komt in de opnamepauzestand te staan. 4 Verricht de stappen 6 t/m 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. Om verder te gaan en een muziekstuk in een nieuwe groep vast te leggen, drukt u na de opname herhaald op x om de disctitel en het totale aantal groepen te laten verschijnen, en daarna verricht u de stappen 3 en 4. Indien “Group Full!” verschijnt wanneer u REC z indrukt om met opnemen te beginnen In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen omdat er onvoldoende tekenruimte voor groepsbeheer aanwezig is. Wis onnodige tekens (disctitel of muziekstuktitels) totdat de groep kan worden opgenomen (zie blz. 33). Opmerkingen • De nieuwe groep wordt samen met de daaraan toegewezen muziekstukken toegevoegd na eventuele bestaande groepen. • Op één MD kunnen maximaal 99 groepen worden vastgelegd. • Indien “Group Full!” tijdens het opnemen verschijnt, worden er geen muziekstuknummers aangebracht. “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Druk op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 3 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de groep waarin u wilt opnemen verschijnt. Opnemen op MD’s Opnemen in een nieuwe groep 4 Druk op REC z. “New Track” knippert en het deck komt in de opnamepauzestand te staan. 5 Verricht de stappen 6 t/m 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. Indien “Group Full!” verschijnt wanneer u REC z indrukt om met opnemen te beginnen In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen omdat er onvoldoende tekenruimte voor groepsbeheer aanwezig is. Wis onnodige tekens (disctitel of muziekstuktitels) totdat de groep kan worden opgenomen (zie blz. 33). Opmerkingen • Het opgenomen muziekstuk wordt toegevoegd aan het einde van de groep. • Wanneer u een nieuw muziekstuk opneemt in een bestaande groep en u daarna de groepsfunctie uitschakelt, zullen de muziekstuknummers die volgen op het nieuw opgenomen muziekstuk mogelijk veranderen. • Indien “Group Full!” tijdens het opnemen verschijnt, worden er geen muziekstuknummers aangebracht. 11NL Opmerkingen over opnemen Na het opnemen Druk op EJECT A om de MD te verwijderen of druk op ?/1 om het deck uit te schakelen. “TOC” of “TOC Writing” begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid. Om te voorkomen dat opnamen abusievelijk worden gewist Om opnemen op een MD onmogelijk te maken, verschuift u het wispreventienokje in de richting van het pijltje (zie onderstaande afbeelding) om de gleuf bloot te leggen. Om opnamen weer mogelijk te maken, verschuift u het nokje om de gleuf te bedekken. Wispreventienokje Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De TOC wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het deck uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de TOC is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de TOC wordt bijgewerkt (terwijl “TOC Writing” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Automatische omzetting van digitale bemonsteringsfrequenties Een ingebouwde bemonsteringsfrequentieomzetter zorgt ervoor dat de bemonsteringsfrequentie van verschillende digitale bronnen automatisch wordt omgezet in de bemonsteringsfrequentie van het MD-deck, namelijk 44,1 kHz. Dit biedt de mogelijkheid tot het meeluisteren naar en opnemen van bronnen zoals DAT-tapes of satellietuitzendingen met een frequentie van 32 kHz of 48 kHz, evenals CD’s en MD’s. Schuif in richting van pijltje Opnametips — Lange opnemen/Aanbrengen van muziekstuknummers/Smart Space/ Instellen van het opnameniveau/ Controleren van de resterende opnameduur/Meeluisteren naar het ingangssignaal Ook wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, kunnen alle hier beschreven functies worden gebruikt (alleen bij de MDS-JE770). Voor een uitvoerige beschrijving van de groepsfunctie, zie blz. 10. Lange opnamen Dit deck biedt twee standen voor lange opnamen: LP2 en LP4 (MDLP-opname). In de modus LP2 Stereo kunt u tweemaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus, en in de modus LP4 Stereo kunt u viermaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus. In mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen als in stereo. Met de modus LP4 Stereo (waarmee u 4× zolang kunt opnemen) kunt u een lange stereoopname maken door gebruik van een speciaal compressiesysteem. Wanneer u de nadruk wilt leggen op de geluidskwaliteit, wordt de opnamemodus Stereo of LP2 Stereo (waarmee u 2× zolang kunt opnemen) aanbevolen. 12NL 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Druk herhaald op REC MODE om de gewenste opnamemodus te kiezen. Zet REC MODE op: Stereo Blanco (geen indicatie) LP2 Stereo LP2 LP4 Stereo LP4 Mono MONO 3 Verricht de stappen 5 t/m 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. Tips • Wanneer u bij stap 2 hierboven LP2 of LP4 kiest, gaat de indicator MDLP gaat branden. • Het deck is in de fabriek zo ingesteld dat aan het begin van een muziekstuktitel automatisch de toevoeging “LP:” wordt aangebracht. Deze indicatie verschijnt wanneer het muziekstuk wordt afgespeeld op een deck dat niet geschikt is voor langdurige opnamen. Om deze functie uit te schakelen, volgt u de onderstaande stappen op: 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “LPstamp On” (fabrieksinstelling) verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om “LPstamp Off” te kiezen en druk daarna op AMS of YES. 5 Druk op MENU/NO. Om “LP:” opnieuw automatisch te laten toevoegen, kiest u bij de bovenstaande stap 4 “LPstamp On”. Opmerkingen Opnemen op MD’s Voor opnemen in: • Omdat de gekozen opnamemodus ook na beëindiging van de opname bewaard blijft, dient u altijd de opnamemodus te controleren alvorens u gaat opnemen. • Muziekstukken die zijn opgenomen in de modus MDLP (LP2 of LP4) Stereo kunnen niet worden afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor de modus MDLP. • Zelfs wanneer u tijdens het opnemen REC MODE indrukt, kunt u de opnamemodus niet wijzigen. • Zelfs wanneer u herhaald REC MODE indrukt om MONO te kiezen, verandert het signaal waarnaar u tijdens het opnemen luistert niet in mono. • Bovendien is bij muziekstukken die zijn opgenomen in de modus MDLP geen schaalfactormontage (S.F Edit) mogelijk en kunnen ook bepaalde andere MDmontagefuncties niet worden uitgevoerd. Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen — Handmatig aanbrengen van muziekstuknummers/Automatisch laten aanbrengen van muziekstuknummers Tijdens het opnemen kunt u muziekstuknummers aanbrengen. Dit kan zowel handmatig als automatisch. Door het aanbrengen van muziekstuknummers op specifieke punten kunt u een bepaalde passage later snel terugvinden en de opgenomen muziekstukken op de MD gemakkelijk monteren. Handmatig aanbrengen van muziekstuknummers (Manual Track Marking) Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en druk dan op REC z. wordt vervolgd • De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet kan worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt is voor de modus MDLP. De toevoeging verschijnt niet bij systemen die wel geschikt zijn voor de modus MDLP. • Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:” opgenomen als deel van de muziekstuktitel waardoor er per MD minder tekens kunnen worden ingevoerd. Indien een muziekstuk met de toevoeging “LP:” wordt onderverdeeld door gebruikmaking van de DIVIDE-functie, wordt “LP:” ook toegevoegd aan het laatste muziekstuk. 13NL Opnametips (wordt vervolgd) Om het activeringsniveau van Automatic Track Marking te wijzigen Automatisch laten aanbrengen van muziekstuknummers (Automatic Track Marking) Volg de onderstaande procedure om het signaalniveau waarop Automatic Track Marking wordt geactiveerd, te wijzigen. Bij het opnemen van een met een DIGITAL INaansluiting verbonden CD-speler of MD-deck worden de muziekstuknummers in dezelfde volgorde aangebracht als bij de opnamebron. Bij het opnemen van andere bronnen die zijn verbonden met de DIGITAL IN-aansluiting, of van een bron die is verbonden met de ANALOG IN-aansluitbussen, dient u de onderstaande procedure te volgen om de muziekstuknummers automatisch te laten aanbrengen. U kunt de muziekstuknummers echter niet automatisch laten aanbrengen indien de geluidsbron waarvan u wilt opnemen, ruis bevat (bijvoorbeeld tapes of radioprogramma’s). 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “T.Mark LSyn(c)” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Om Kies Automatic Track Marking T.Mark LSyn(c) in te schakelen (fabrieksinstelling) Automatic Track Marking T.Mark Off uit te schakelen 5 Druk op MENU/NO. Wanneer u de functie voor het automatisch laten aanbrengen van muziekstuknummers inschakelt, zal “L.SYNC” oplichten. Een muziekstuknummer wordt automatisch aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal gedurende ten minste 1,5 seconde op een niveau van –50 dB1) (het activeringsniveau van Automatic Track Marking) of lager blijft. 1) 14NL Fabrieksinstelling MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “LS(T)” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om het niveau te kiezen en druk daarna op AMS of YES. U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op elke waarde tussen –72 dB en 0 dB (de fabrieksinstelling is –50 dB). 5 Druk op MENU/NO. Tips voor het automatisch laten aanbrengen van muziekstuknummers • Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL INaansluiting verbonden CD-speler of MD-deck, kan in de volgende gevallen al het materiaal als één muziekstuk worden opgenomen: — Wanneer u hetzelfde muziekstuk tweemaal of vaker achter elkaar opneemt door gebruikmaking van de functie voor herhaald afspelen van één muziekstuk. — Wanneer u twee of meer muziekstukken met hetzelfde muziekstuknummer, maar van verschillende CD’s of MD’s, achter elkaar opneemt. — Wanneer u muziekstukken van bepaalde CD- of multi-discspelers opneemt. • De kans bestaat dat muziekstukken van minder dan vier seconden (in de modus Stereo, Mono en LP2 Stereo) of acht seconden (in de modus LP4 Stereo) geen eigen muziekstuknummer krijgen toegewezen. • Wanneer u opneemt van een component die is verbonden met de ANALOG IN-aansluitbussen en “T.Mark Off” is gekozen, of wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-aansluiting verbonden DAT-deck of DBS-tuner, kan al het materiaal als één muziekstuk worden opgenomen. • Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL INaansluiting verbonden DAT-deck of DBS-tuner, wordt er bij elke verandering van de bemonsteringsfrequentie van het ingangssignaal een muziekstuknummer aangebracht, ongeacht de instelling van de parameters voor het aanbrengen van muziekstuknummers (“T.Mark LSyn(c)” of “T.Mark Off”). 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ Tip Zelfs nadat de opname is voltooid, kunt u nog muziekstuknummers aanbrengen. Zie “Onderverdelen van opgenomen muziekstukken” op blz. 28. Met de functie Smart Space kunt u de stille passages tussen muziekstukken automatisch 3 seconden lang laten maken. Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende ongeveer 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het deck deze stilte door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en gaat het opnemen verder. Geen geluidsinvoer gedurende minder dan 30 seconden Uit 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Om Kies Smart Space en Auto Cut S.Space On in te schakelen (fabrieksinstelling) Smart Space en Auto Cut S.Space Off uit te schakelen 5 Druk op MENU/NO. Opnemen op MD’s Automatisch wissen van stille passages (Smart Space/ Auto Cut) >) totdat “S.Space On” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Opmerkingen • Smart Space is niet van invloed op de muziekstuknummers die worden opgenomen, zelfs niet wanneer de stille passage midden in een muziekstuk valt. • Auto Cut wordt automatisch samen met Smart Space in- of uitgeschakeld. • Indien het MD-deck na activering van Auto Cut nog circa 10 minuten doorgaat met het opnemen van een pauze, wordt het opnemen automatisch stopgezet. Instellen van het opnameniveau Aan Vervangen door niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en opnemen gaat door Auto Cut: Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er gedurende 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, vervangt het deck deze stilte door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en dan komt het deck in de opnamepauzestand te staan. Geen geluidsinvoer gedurende 30 seconden of langer Uit Aan U kunt het opnameniveau instellen voor zowel analoge als digitale opnamen. 1 Verricht de stappen 1 t/m 5 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Speel het gedeelte van de programmabron met het hoogste geluidsniveau. 3 Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/ CHAR (of DISPLAY) totdat het niveau van het ingangssignaal in het uitleesvenster verschijnt. 4 MDS-JE770 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op LEVEL +/–) om het opnameniveau te verhogen tot het hoogste niveau zonder dat de twee indicators geheel rechts op de piekniveaumeters gaan branden. Vervangen door niet-opgenomen interval van 3 seconden en opnemen wordt tijdelijk stopgezet 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Voorkom dat deze indicator gaat branden wordt vervolgd 15NL Opnametips (wordt vervolgd) MDS-JE470 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op LEVEL +/–) om het opnameniveau te verhogen tot het hoogste niveau zonder dat de indicatie “OVER” op de piekniveaumeters gaat branden. Voorkom dat deze indicator gaat branden 5 Stop het afspelen van de programmabron. 6 Om met opnemen te beginnen, gaat u verder vanaf stap 7 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. Tips • Tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand kunt u het opnameniveau instellen door herhaald indrukken van LEVEL +/– op de afstandsbediening. • De piekvasthoudfunctie zorgt ervoor dat de piekniveaumeters blijven staan op het hoogste niveau dat door het ingangssignaal is bereikt. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “P.Hold Off” (fabrieksinstelling) verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Voor MDS-JE770: Druk herhaald op TIME. Terwijl het deck: Verschijnt de volgende informatie1): is stopgezet Totaal aantal muziekstukken en totale verstreken opnameduur2) y Totaal aantal muziekstukken en resterende opnameduur op de MD3) bezig is met opnemen Muziekstuknummer en verstreken opnameduur van het huidige muziekstuk y Muziekstuknummer en resterende opnameduur4) op de MD 1) 2) 3) 4) Wanneer het niveau van het ingangssignaal wordt weergegeven, kunt u de gegevens niet controleren. Het totale aantal muziekstukken en de totale verstreken opnameduur van de groep wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld. Niet bij voorbespeelde discs. De tijd die in het uitleesvenster wordt aangegeven, verschilt afhankelijk van de instelling van REC MODE. Voor de MDS-JE470: Druk herhaald op DISPLAY op de afstandsbediening. Voor de informatie in de stopstand, zie blz. 22. Voor de informatie tijdens het opnemen, zie blz. 9. Meeluisteren naar het ingangssignaal (Input Monitor) 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om “P.Hold On” te kiezen en druk daarna op AMS of YES. U kunt meeluisteren naar het gekozen ingangssignaal, zelfs wanneer u dit niet aan het opnemen bent. 5 Druk op MENU/NO. 1 Druk op EJECT A om de MD te Om de piekvasthoudfunctie uit te schakelen, kiest u bij de bovenstaande stap 4 “P.Hold Off”. Opmerking Het opnameniveau kan slechts worden verhoogd tot +12,0 dB (voor analoge opnamen) of +18,0 dB (voor digitale opnamen) (de fabrieksinstelling is 0,0 dB). Indien het uitgangsniveau van de aangesloten component laag is, kan daarom niet altijd het maximale opnameniveau worden ingesteld. 16NL Controleren van de resterende opnameduur op de MD verwijderen. 2 Druk herhaald op INPUT om de aansluitbussen (aansluiting) te kiezen waar het signaal waarnaar u wilt luisteren, wordt ingevoerd. 3 Druk op REC z. Wanneer er een analoge ingang wordt gekozen Wanneer er een digitale ingang wordt gekozen Het digitale signaal dat wordt ingevoerd via de DIGITAL IN-aansluiting, wordt na het passeren van de bemonsteringsfrequentieomzetter uitgevoerd via de DIGITAL OUTaansluiting (alleen de MDS-JE770), en vervolgens na D/A-omzetting naar de ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-aansluitbus (alleen de MDSJE770). Gedurende deze tijd verschijnt “ – DA” in het uitleesvenster. Om Input Monitor te stoppen — Tijdmachine-opname Bij het opnemen van een FM- of satellietuitzending gaan de eerste paar seconden van de uitzending vaak verloren omdat het even kan duren voor u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. Om het verlies van dit materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest recente audiogegevens in een buffergeheugen worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen die voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke opname begint, zoals op de onderstaande afbeelding is aangegeven: Tijdstip waarop u bij stap 3 AMS indrukt Opnemen op MD’s Het analoge signaal dat wordt ingevoerd via de ANALOG IN-aansluitbussen, wordt na A/D-omzetting uitgevoerd naar de DIGITAL OUT-aansluiting (alleen de MDS-JE770), en vervolgens na D/A-omzetting naar de ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-aansluitbus (alleen de MDSJE770). Gedurende deze tijd verschijnt “AD – DA” in het uitleesvenster. Opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen Einde van de opnamebron Duur 6 seconden Druk op x. Opgenomen gedeelte Begin van de opnamebron 1 Verricht de stappen 1 t/m 5 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. Het deck komt in de opnamepauzestand te staan. 2 Begin met het afspelen van de programmabron. 3 Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt waar u met opnemen wilt beginnen en druk dan op AMS (of T.REC). Het opnemen begint met de zes seconden aan audiogegevens uit het buffergeheugen en daarna gaat het opnemen verder via het buffergeheugen. 17NL Synchroon opnemen met de audio-component van uw keuze — Muziek-synchroonopname Met de muziek-synchroonopnamefunctie kunt u de opname op het MD-deck automatisch laten synchroniseren met het afspelen van de gekozen programmabron. De functie voor het aanbrengen van muziekstuknummers zal echter afhankelijk van de programmabron verschillen. Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 13. 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Druk op MUSIC SYNC op de afstandsbediening. Het deck komt in de opnamepauzestand te staan. 3 Begin met het afspelen van de programmabron. Het opnemen begint automatisch. Opmerking Tijdens muziek-synchroonopname zullen de functies Smart Space en Auto Cut werken, ongeacht de instelling daarvan (“S.Space On” of “S.Space Off”). Synchroon opnemen met een Sony CD-speler — CD-synchroonopname Wanneer het deck is aangesloten op een Sony CD-speler of hifi-geluidsinstallatie, kunt u door gebruikmaking van de afstandsbediening gemakkelijk de inhoud van de CD’s kopiëren naar de MD. Aangezien de afstandsbediening van het MD-deck ook wordt gebruikt voor bediening van de CD-speler of het CDspelergedeelte van de geluidsinstallatie, dient u het MD-deck en de CD-speler zo dicht mogelijk bij elkaar te plaatsen. 1 Schakel de versterker en de CD-speler in, en kies op de versterker de functie CD. 2 Verricht de stappen 2 t/m 4 van 18NL “Opnemen op een MD” op blz. 9. 3 Plaats een CD in de CD-speler en kies op de CD-speler de gewenste afspeelfunctie (Shuffle Play, Program Play, enz.). 4 Druk op CD-SYNCHRO STANDBY op de afstandsbediening. De CD-speler komt in de wachtstand voor afspelen te staan, en het MD-deck in de wachtstand voor opname. 5 Druk op CD-SYNCHRO START op de afstandsbediening. Het deck begint met opnemen en de CDspeler begint met afspelen. Het muziekstuknummer en de verstreken opnameduur van het muziekstuk verschijnen in het uitleesvenster. Indien de CD-speler niet begint met afspelen Sommige CD-spelers reageren niet wanneer u CD-SYNCHRO START op de afstandsbediening indrukt. Druk in plaats daarvan op X op de afstandsbediening van de CD-speler om het afspelen van de CD-speler te laten beginnen. Bedieningshandelingen tijdens CDsynchroonopname Om Druk op De opname te stoppen CD-SYNCHRO STOP op de afstandsbediening De opname tijdelijk te onderbreken CD-SYNCHRO STANDBY op de afstandsbediening Tijdens de opnamepauze CD PLAYER ./> het eerstvolgende op de afstandsbediening muziekstuk te vinden dat u wilt opnemen (alleen de MDS-JE470) De opname te hervatten CD-SYNCHRO START op de afstandsbediening De resterende opnameduur op de MD te controleren TIME (MDS-JE770) of DISPLAY op de afstandsbediening (MDSJE470) (blz. 16) Gewenste stand Gewenste stand MD-deck CD-speler H Opnemen Afspelen x Opnamepauze Stoppen 1 Verricht de stappen 1 t/m 3 van X Opnamepauze Pauzeren • Tijdens CD-synchroonopname kunt u de afstandsbediening van de CD-speler gebruiken. • Tijdens CD-synchroonopname worden op de volgende manieren muziekstuknummers aangebracht: — Wanneer de CD-speler is verbonden met de DIGITAL IN-aansluiting, worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht zoals op de CD. — Wanneer de CD-speler is verbonden met de ANALOG IN-aansluitbussen en “T.Mark LSyn(c)” is gekozen (blz. 14), worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht. — Wanneer u na een opnamepauze weer doorgaat met opnemen, wordt er automatisch een nieuw muziekstuknummer aangebracht, ongeacht de instelling van de parameters voor het aanbrengen van muziekstuknummers (“T.Mark LSyn(c)” of “T.Mark Off”). • Door de afstandsbediening van de MD opnieuw te programmeren, kunt u de bovenstaande procedure ook gebruiken voor synchroonopname met een Sony video-CD-speler. Druk op cijfertoets 2 op de afstandsbediening terwijl u ?/1 op de afstandsbediening ingedrukt houdt. U kunt nu de afstandsbediening gebruiken voor bediening van zowel het MD-deck als de video-CDspeler. Om opnieuw de CD-speler te bedienen, drukt u op cijfertoets 1 op de afstandsbediening terwijl u ?/1 op de afstandsbediening ingedrukt houdt. • Bij CD-synchroonopname van een Sony CD-speler die via een CONTROL A1ΙΙ-kabel (niet bijgeleverd) is aangesloten op het MD-deck, worden CDtekstgegevens ongewijzigd gekopieerd naar de MD (discmemo-kopieerfunctie) (alleen de MDS-JE770). “Synchroon opnemen met een Sony CD-speler” op blz. 18. 2 Zet de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 3 Druk op REC z op het deck. Opnemen op MD’s Druk op CD-synchroonopname van een Sony CD-speler die is aangesloten via een CONTROL A1ΙΙ-kabel (alleen de MDS-JE770) Tips Het MD-deck komt in de opnamepauzestand te staan. 4 Druk op H of X op het deck. Het deck begint met opnemen en de CDspeler begint met afspelen. Wanneer het afspelen van de CD is geëindigd, stopt het opnemen. Opmerkingen • Bij CD-synchroonopname met een CD-speler die is voorzien van een functiekiezer, dient u de kiezer altijd op CD1 te zetten. • Bij het opnemen van muziekstukken van bepaalde CD- of multidisc-spelers kan al het materiaal als één muziekstuk worden opgenomen. • Bij zeer korte CD-muziekstukken zal de discmemokopieerfunctie niet altijd werken (alleen de MDSJE770). • Bij bepaalde CD’s worden de tekstgegevens niet altijd gekopieerd (alleen de MDS-JE770). 19NL Afspelen van MD’s Plaatsing van een MD Plaats een MD zoals hieronder is aangegeven. Met de labelkant naar boven Bediening voor REPEATafspeelfunctie Om Doet u het volgende: Slechts één muziekstuk te herhalen Druk herhaald op REPEAT totdat “REP1” in het uitleesvenster brandt. Alle Druk herhaald op REPEAT totdat muziekstukken “REP” in het uitleesvenster brandt. te herhalen De REPEATDruk herhaald op REPEAT totdat afspeelfunctie “REP1” of “REP” is verdwenen. uit te schakelen Met het pijltje in de richting van het deck wijzend Afspelen van een MD — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie/REPEAT-afspeelfunctie 1 Schakel de versterker in en kies op de versterker de functie MD. 2 Druk op ?/1 om het deck in te schakelen. De STANDBY-indicator dooft. 3 Plaats een MD. 4 Druk herhaald op PLAY MODE totdat de gewenste modus op het display verschijnt. Kies Voor afspelen van Blanco (geen indicatie PLAY MODE) De MD in de oorspronkelijke volgorde SHUF De muziekstukken in willekeurige volgorde PGM De muziekstukken in de door u gewenste volgorde (zie “Programmeren van muziekstukken” op blz. 23) 5 Druk op H. Het deck begint met afspelen. 6 Stel het volume op de versterker in. 20NL 1 Terwijl het deck bezig is met Een bepaald afspelen, drukt u bij het gedeelte van beginpunt (punt A) van het te een muziekstuk herhalen gedeelte op AyB op te herhalen de afstandsbediening. (Repeat A-B Play) “REP A-” brandt en “B” knippert in het uitleesvenster. 2 Ga door met het afspelen van het muziekstuk of druk op M om het eindpunt (punt B) te vinden, en druk daarna op AyB op de afstandsbediening. “REP A-B” brandt en het gedeelte tussen punt A en B wordt nu herhaald afgespeeld. Om het herhaald afspelen van een bepaald gedeelte te stoppen Druk op REPEAT of CLEAR. Andere bedieningsfuncties Om Doet u het volgende: Het afspelen te stoppen Druk op x. Het afspelen tijdelijk Druk op X. te onderbreken Tips Na een pauze weer verder te gaan met afspelen Druk op H of X. Tijdens het afspelen naar het volgende of een opvolgend muziekstuk te gaan Draai AMS1) naar rechts (of druk herhaald op >). Tijdens het afspelen naar een voorgaand muziekstuk te gaan Draai AMS naar links (of druk herhaald op .). Tijdens het afspelen naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan Draai AMS naar links (of druk eenmaal op .). Naar een bepaald muziekstuk te gaan terwijl het deck is stopgezet Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat het gewenste muziekstuknummer in het uitleesvenster knippert en druk daarna op AMS of H. • U kunt Setup Menu gebruiken om het analoge uitgangsniveau in te stellen (alleen de MDS-JE770). Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen2) of in de pauzestand voor afspelen3) m/M ingedrukt. Wanneer het gewenste punt is bereikt, laat u de toets los. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. De MD te verwijderen 1) 2) 3) Druk op EJECT A nadat u het afspelen hebt stopgezet. Automatische Muzieksensor Wanneer u een punt zoekt terwijl u meeluistert naar het geluid. Wanneer u zoekt en de tijdsindicatie in de gaten houdt. 1 Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u herhaald op LEVEL/DISPLAY/ CHAR (of DISPLAY) totdat het uitleesvenster voor het instellen van de lijnuitgang verschijnt. Afspelen van MD’s • Wanneer u een muziekstuk kiest dat is opgenomen in de modus LP2 of LP4 Stereo, gaat de indicator MDLP gaat branden. • Om de hoofdtelefoon te gebruiken, sluit u deze aan op de PHONES-aansluitbus. Draai PHONE LEVEL om het volume van de hoofdtelefoon in te stellen (alleen de MDS-JE770). • Wanneer “– Over –” in het uitleesvenster verschijnt terwijl u M ingedrukt houdt, is het einde van de MD bereikt. Draai AMS naar links (of druk op .) of druk op m om terug te gaan. • U kunt het niveau van het analoge uitgangssignaal naar de PHONES-aansluitbus en de ANALOG OUTaansluitbussen instellen (alleen de MDS-JE770). 2 Draai AMS (of druk herhaald op LEVEL +/–) om het niveau van het uitgangssignaal in te stellen. 1 Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Aout” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op LEVEL +/–) om het niveau van het uitgangssignaal in stellen en druk daarna op AMS of YES. 5 Druk op MENU/NO. Afspelen van een muziekstuk door invoeren van een muziekstuknummer Druk op de cijfertoets(en) op de afstandsbediening om het muziekstuknummer van het muziekstuk dat u wilt afspelen, in te voeren. wordt vervolgd 21NL Afspelen van een MD (wordt vervolgd) Tips Tijdens het afspelen • Om tijdens het afspelen de muziekstuktitel te controleren (alleen wanneer de muziekstuktitel is vastgelegd), drukt u op SCROLL op de afstandsbediening. De muziekstuktitel verschijnt bewegend in het uitleesvenster. Terwijl de muziekstuktitel bewegend in het uitleesvenster verschijnt, drukt u opnieuw op de toets om de muziekstuktitel tijdelijk stop te zetten en opnieuw om de muziekstuktitel weer verder te laten bewegen. • (Alleen de MDS-JE770) Om de resterende speelduur te controleren, drukt u tijdens het afspelen herhaald op TIME. Het display verandert steeds als volgt: • Muziekstuknummer en verstreken speelduur van het huidige muziekstuk t Muziekstuknummer en resterende speelduur van het huidige muziekstuk t Resterende speelduur van alle opgenomen muziekstukken2) 1) “No Name” verschijnt wanneer de disc of het muziekstuk geen titel heeft. (Alleen de MDS-JE770) Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, worden de groepstitel en de muziekstuktitel weergegeven. 2) Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt de resterende tijd van alle muziekstukken binnen de groep weergegeven. MDS-JE770 In de stopstand Om een muziekstuknummer hoger dan 10 in te voeren 1 Druk op >10. De posities “-” voor het aantal cijfers van het aantal op de MD opgenomen muziekstukken knipperen. 2 Voer de betreffende cijfers in. Om de 0 in te voeren, drukt u op 10/0. Voorbeelden: • Om op een MD met 50 muziekstukken muziekstuknummer 30 te kiezen, drukt u eerst op >10 en daarna op 3 en 10/0. • Om op een MD met 200 muziekstukken muziekstuknummer 30 te kiezen, drukt u eerst op >10 en daarna op 10/0, 3 en 10/0. Gebruik van het MD-display Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/CHAR (of DISPLAY). Het display verandert steeds als volgt: Muziekstuknummer en verstreken speelduur van het huidige muziekstuk t De inhoud van een programma (alleen wanneer “PGM” brandt) t Disctitel en muziekstuktitel1) t Niveau van het uitgangssignaal t Toonhoogte t “Display Off” (Voor bijzonderheden, zie “Uitschakelen van de indicaties in het uitleesvenster (alleen de MDS-JE770)” hieronder.) MDS-JE470 Muziekstuknummer en verstreken speelduur van het huidige muziekstuk t Muziekstuknummer en resterende speelduur van het huidige muziekstuk t Resterende speelduur van alle opgenomen muziekstukken t Inhoud van een programma (alleen wanneer “PGM” brandt) t Muziekstuktitel1) MDS-JE770 Totaal aantal muziekstukken, totale verstreken opnameduur en disctitel1) t Inhoud van een programma (alleen wanneer “PGM” brandt) t Niveau van het ingangssignaal (instelwaarde van het opnameniveau) t Toonhoogte MDS-JE470 Totaal aantal muziekstukken en totale verstreken opnameduur t Resterende opnameduur2) van de MD (alleen bij opneembare MD’s) t Inhoud van een programma (alleen wanneer “PGM” brandt) t Totale afspeeltijd van het programma (alleen wanneer “PGM” brandt) t Disctitel1) 1) Uitschakelen van de indicaties in het uitleesvenster (alleen de MDS-JE770) Wanneer u tijdens het afspelen “Display Off” kiest, wordt het display uitgeschakeld. Het display wordt weer ingeschakeld wanneer u op x of X drukt. Wanneer u verdergaat met afspelen, wordt het display opnieuw uitgeschakeld. Om deze functie te deactiveren, drukt u op LEVEL/ DISPLAY/CHAR (of DISPLAY). 22NL 2) “No Name” verschijnt wanneer de disc of het muziekstuk geen titel heeft. (Alleen de MDS-JE770) Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, worden de disctitel en het totale aantal groepen (wanneer er geen groep is gekozen), of de groepstitel en het totale aantal muziekstukken en de opnametijd binnen de groep (wanneer er een groep is gekozen), weergegeven. De tijd die in het uitleesvenster wordt aangegeven, verschilt afhankelijk van de instelling van REC MODE. Alleen de muziekstukken in de gewenste groep afspelen (alleen de MDSJE770) 1 Verricht de stappen 1 t/m 3 van “Afspelen van een MD” op blz. 20. 2 Druk op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. De disctitel en het totale aantal groepen verschijnen. 3 Druk herhaald op PLAY MODE totdat de gewenste modus verschijnt. Kies Voor afspelen van Blanco (geen indicatie PLAY MODE) De muziekstukken in de groep in de oorspronkelijke volgorde. SHUF De muziekstukken in de groep in willekeurige volgorde. PGM De muziekstukken in de groep in de door u gewenste volgorde (zie “Programmeren van muziekstukken” op blz. 23). 4 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de groep die u wilt afspelen verschijnt. 5 Druk op H. 6 Stel het volume op de versterker in. Het deck stopt wanneer het afspelen van het laatste muziekstuk in de groep is geëindigd. • Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld en u een muziekstuk kiest en afspeelt met behulp van één van de bovenstaande afstandsbedieningen, wordt de groepsfunctie automatisch uitgeschakeld. • Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt er op de afstandsbediening soms een ander muziekstuknummer weergegeven dan op het deck. Programmeren van muziekstukken — Afspelen in geprogrammeerde volgorde Afspelen van MD’s Met deze functie kunt u luisteren naar alleen uw favoriete muziekstukken die u aan een groep hebt toegewezen. Opmerkingen bij gebruik van een afstandsbediening (RM-TP501, RM-TP502, RM-TP503, RM-TP504) die is meegeleverd met een Sony versterker of tuner U kunt de gewenste muziekstukken uitkiezen en in een programma van maximaal 25 muziekstukken aangegeven in welke volgorde u deze wilt afspelen. Het programmeren van de muziekstukken 1 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PGM” in het uitleesvenster brandt. 2 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Program?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. wordt vervolgd Tip De bedieningen die zijn beschreven onder “Bediening voor REPEAT-afspeelfunctie” (blz. 20), “Andere bedieningsfuncties” (blz. 21) and “Programmeren van muziekstukken” (blz. 23) kunnen alleen worden uitgevoerd voor de muziekstukken in de groep. Opmerking Indien u een groep kiest en afspeelt waaraan geen muziekstukken zijn toegewezen, begint het afspelen bij het eerste muziekstuk van de eerste groep op de MD. 23NL Programmeren van muziekstukken (wordt vervolgd) De volgorde van het programma controleren 5 Draai AMS (of druk herhaald op ./ Terwijl het deck is stopgezet en “PGM” brandt, drukt u herhaald op LEVEL/ DISPLAY/CHAR (of DISPLAY). >) totdat het muziekstuknummer verschijnt dat u aan het programma wilt toevoegen, en druk daarna op AMS of M (of voer het muziekstuknummer rechtstreeks in door gebruikmaking van de cijfertoets(en) op de afstandsbediening). Indien u het verkeerde muziekstuknummer hebt ingevoerd Druk herhaald op m/M totdat het verkeerde muziekstuknummer knippert en volg daarna de bovenstaande stap 5 opnieuw of druk op CLEAR om het muziekstuknummer te wissen. Indien “0” knippert, druk dan op m zodat het laatste muziekstuknummer gaat knipperen en voer daarna een correct nummer in. Om een muziekstuknummer hoger dan 10 te voeren Gebruik >10. Voor bijzonderheden, zie blz. 22. 6 Herhaal stap 5 om andere muziekstukken in te voeren. Het ingevoerde muziekstuk wordt toegevoegd op de plaats waar de “0” knippert. Elke keer wanneer u een muziekstuk invoert, verschijnt de totale programmatijd in het uitleesvenster. De eerste paar muziekstukken van het programma verschijnen in het uitleesvenster. Om de rest van het programma te bekijken, draait u AMS (of drukt u herhaald op >). De inhoud van het programma wijzigen Terwijl het deck is stopgezet en “PGM” brandt, volgt u de stappen 2 t/m 4 en daarna één van de onderstaande procedures: Om Doet u het volgende: Een muziekstuk te wissen Druk herhaald op m/M totdat het nummer van het ongewenste muziekstuk knippert en druk daarna op CLEAR. Alle muziekstukken Houd CLEAR ingedrukt totdat te wissen alle muziekstuknummers zijn verdwenen. Een muziekstuk toe te voegen aan het begin van het programma Druk herhaald op m totdat “0” vóór het eerste muziekstuknummer knippert en volg daarna de stappen 5 t/m 7. Een muziekstuk toe te voegen in het midden van het programma Druk herhaald op m/M totdat het muziekstuknummer dat aan het nieuwe muziekstuknummer zal voorafgaan, knippert. Druk op AMS om de knipperende “0” te laten verschijnen en volg daarna de stappen 5 t/m 7. Een muziekstuk toe te voegen aan het einde van het programma Druk herhaald op M totdat “0” knippert na het laatste muziekstuknummer, en volg daarna de stappen 5 t/m 7. Een muziekstuk te vervangen Druk herhaald op m/M totdat het nummer van het te veranderen muziekstuk knippert en volg daarna de stappen 5 t/m 7. 7 Druk op YES. “Complete!” verschijnt en het programma is nu voltooid. 8 Druk op H. Het programma wordt nu afgespeeld. Om het afspelen in geprogrammeerde volgorde Druk op x. Opmerkingen • Indien u de MD verwijdert, gaat het programma verloren. • In het uitleesvenster verschijnt “- - - . - -” wanneer de totale afspeeltijd van het programma meer dan 999 minuten bedraagt. • Indien u GROUP ON/OFF indrukt om de groepsfunctie in of uit te schakelen, gaat het programma verloren (alleen de MDS-JE770). 24NL Tips voor het op tape opnemen van MD’s (alleen de MDS-JE770) Het MD-deck beschikt over een functie waarmee tijdens het afspelen automatisch een stille passage van drie seconden tussen muziekstukken wordt ingelast. Deze functie is handig wanneer u van een MD opneemt op een analoge tape. Door de stille passage van drie seconden kunt u later namelijk de Multi-AMSfunctie gebruiken om het begin van muziekstukken op de tape te vinden. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Auto Off” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Om Kies Auto Space in te schakelen Auto Space Auto Space uit te schakelen Auto Off (fabrieksinstelling) Het MD-deck beschikt over een functie waarmee u na elk muziekstuk even kunt pauzeren om het eerstvolgende muziekstuk te vinden dat u wilt opnemen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Auto Off” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Afspelen van MD’s Inlassen van stille passages tussen muziekstukken tijdens het afspelen (Auto Space) Pauzeren na elk muziekstuk (Auto Pause) 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Om Kies Auto Pause in te schakelen Auto Pause Auto Pause uit te schakelen Auto Off (fabrieksinstelling) 5 Druk op MENU/NO. Om na een pauze weer verder te gaan met afspelen Druk op H. Tip Wanneer u Auto Pause inschakelt, verschijnt “Auto Pause” tijdens het pauzeren en deze indicatie verdwijnt wanneer het deck weer verder gaat met afspelen. 5 Druk op MENU/NO. Tip Wanneer u Auto Space inschakelt, verschijnt “Auto Space” wanneer het deck tussen muziekstukken een stille passage aanbrengt. Opmerking Indien u “Auto Space” kiest en een selectie van meerdere muziekstuknummers opneemt (bijvoorbeeld een medley of symfonie), worden er tussen de verschillende gedeelten op de tape stille passages aangebracht. 25NL Monteren van opgenomen MD’s Alvorens te gaan monteren Wissen van opnamen U kunt een MD alleen in de volgende situaties monteren: — ERASE-functie • Wanneer de MD geschikt is voor opname. • Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld. Met dit MD-deck kunt u ongewenste muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van opgenomen materiaal: Opmerking (alleen de MDS-JE770) Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, is montage alleen mogelijk voor de muziekstukken die zijn toegewezen aan de gekozen groep. Ongedaan maken van de laatste wijziging Met de UNDO-functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage herstellen. Om te stoppen tijdens het monteren Druk op MENU/NO of x. Na het monteren Druk op EJECT A om de MD te verwijderen of druk op ?/1 om het deck uit te schakelen. “TOC” of “TOC Writing” begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het monteren van de MD beëindigd. De TOC wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het deck uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC Writing” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. • Wissen van één muziekstuk (TRACK ERASEfunctie) • Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASEfunctie) • Wissen van een gedeelte van een muziekstuk (A-B ERASE-functie) Wissen van één muziekstuk — TRACK ERASE-functie U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het betreffende muziekstuknummer in te voeren. Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het totale aantal muziekstukken op de MD met één en worden alle muziekstukken die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw genummerd. Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2. Wis muziekstuk 2 Muziekstuknummer 1 Oorspronkelijke muziekstukken 2 A 1 Na ERASE 3 B 2 A 4 C D 3 C D 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Tr Erase?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Het muziekstuk waarvan het nummer in het uitleesvenster wordt aangegeven, wordt nu afgespeeld. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het te wissen muziekstuknummer verschijnt. 26NL 4 Druk op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Het muziekstuk dat volgt op het gewiste muziekstuk, wordt nu afgespeeld. Indien het gewiste muziekstuk het laatste muziekstuk op de MD was, zal het muziekstuk dat aan het gewiste muziekstuk voorafging, worden afgespeeld. Tips Wissen van alle muziekstukken — ALL ERASE-functie Volg de onderstaande procedure om alle muziekstukken, muziekstuktitels en disctitels in één keer te wissen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “All Erase?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “All Erase??” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Opmerking (alleen de MDS-JE770) Indien u de bovenstaande bedieningen verricht terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld, worden niet alleen de muziekstukken binnen die groep, maar ook alle andere muziekstukken op de MD gewist. — A-B ERASE-functie U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U kunt het gewenste gedeelte met intervallen van een frame1), minuut of seconde verschuiven. 1) 1 frame is 1/86 seconde. Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van muziekstuk 2. Punt A Punt B Muziekstuknummer 1 2 Oorspronkelijke muziekstukken 1 Na A-B ERASE 2 3 3 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. Monteren van opgenomen MD’s • Indien bij de bovenstaande stap 4 “Erase???” verschijnt, is het muziekstuk op een ander MD-deck beveiligd tegen abusievelijk wissen. Indien u het muziekstuk toch wilt wissen, drukt u nogmaals op AMS of YES terwijl de indicatie in het uitleesvenster staat. • (Alleen de MDS-JE770) Bij het wissen van alle muziekstukken binnen een groep wordt de groep tegelijk met alle daarin aanwezige muziekstukken gewist. Wissen van een gedeelte van een muziekstuk “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “A-B Erase?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het muziekstuk met het te wissen gedeelte verschijnt. Wanneer het beginpunt van het te wissen gedeelte (punt A) is bereikt, drukt u op AMS of YES. “-Rehearsal-” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings in het uitleesvenster en van het muziekstuk worden een paar seconden herhaald afgespeeld vóór het punt waarop AMS of YES werd ingedrukt. wordt vervolgd 27NL Wissen van opnamen (wordt vervolgd) 4 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) om punt A te vinden. U kunt het beginpunt steeds met een interval van één frame1) verschuiven (één frame = 1/86 seconde). De tijdsindicatie (minuut, seconde en frame) van het huidige punt wordt in het uitleesvenster weergegeven en enkele seconden van het muziekstuk worden tot aan dat punt herhaald afgespeeld. 1) Tijdens stereo-opname: In de modus Mono of LP2 Stereo: intervallen van twee frames In de modus LP4 Stereo: intervallen van vier frames Om snel een bepaald punt te vinden Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of frame) de MD bij het draaien van AMS (of herhaald indrukken van ./ >) vooruit moet gaan. Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op m/ M om minuut, seconde of frame te kiezen. De gekozen eenheid knippert in het uitleesvenster. 5 Herhaal stap 4 totdat u punt A hebt Opmerking Indien “Impossible” in het uitleesvenster verschijnt, is het niet mogelijk om een gedeelte van een muziekstuk te wissen. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie Met deze functie kunt u muziekstuknummers aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het totale aantal muziekstukken vermeerdert met één en alle muziekstukken die volgen op de onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee muziekstukken. Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken gevonden. 6 Druk op AMS of YES om punt A te bevestigen. “Point B set” verschijnt en het deck begint met afspelen vanaf punt A totdat het muziekstuk eindigt. 7 Ga verder met het afspelen van het muziekstuk of druk op M om het eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B) te vinden, en druk daarna op AMS of YES. “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings in het uitleesvenster en van het muziekstuk worden een paar seconden vóór punt A en na punt B herhaald afgespeeld. 8 Herhaal stap 4 totdat u punt B hebt gevonden. 9 Druk op AMS of YES om punt B te bevestigen. “Complete!” verschijnt. 28NL Na DIVIDE 1 2 A 1 3 B D Verdeel muziekstuk 2 in de muziekstukken B en C 3 4 2 A C B C D Onderverdelen van een muziekstuk nadat het muziekstuk is gekozen 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Divide?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het muziekstuk dat u wilt onderverdelen verschijnt. Wanneer het punt van onderverdeling is bereikt, drukt u op AMS of YES. “-Rehearsal-” verschijnt en er worden enkele seconden herhaald afgespeeld vanaf het punt waarop AMS of YES werd ingedrukt. 4 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) om het punt te vinden waar u het muziekstuk wilt onderverdelen. 1) Tijdens stereo-opname: In de modus Mono of LP2 Stereo: intervallen van twee frames In de modus LP4 Stereo: intervallen van vier frames Om snel een bepaald punt te vinden Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of frame) de MD bij het draaien van AMS (of herhaald indrukken van ./ >) vooruit moet gaan. Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op m/ M om minuut, seconde of frame te kiezen. De gekozen eenheid knippert in het uitleesvenster. — COMBINE-functie Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal muziekstukken vermindert met één en alle muziekstukken die volgen op de samengevoegde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Met deze functie kunt u ook onnodige muziekstuknummers wissen. Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3 en 1. Muziekstuknummer 1 Oorspronkelijke A muziekstukken Na COMBINE 2 3 4 B C 1 2 A C D 3 B Monteren van opgenomen MD’s U kunt het beginpunt steeds met een interval van één frame1) verschuiven (één frame = 1/86 seconde). De tijdsindicatie (minuut, seconde en frame) van het huidige punt wordt in het uitleesvenster weergegeven en enkele seconden van het muziekstuk worden tot aan dat punt herhaald afgespeeld. Samenvoegen van opgenomen muziekstukken D 5 Herhaal stap 4 totdat u het punt hebt gevonden waarop u het muziekstuk wilt onderverdelen. 6 Druk op AMS of YES. “Complete!” verschijnt en het nieuw gemaakte muziekstuk wordt nu afgespeeld. Houd er rekening mee dat het nieuwe muziekstuk geen titel heeft. Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1 en 4. Oorspronkelijke muziekstukken Na COMBINE 1 2 A 1 3 B 2 B 4 C D 3 C 4 D A Tip U kunt muziekstukken onderverdelen tijdens het opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 13. 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Combine?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. wordt vervolgd 29NL Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (wordt vervolgd) 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het eerste van de beide muziekstukken die u wilt samenvoegen, in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. De indicatie voor het kiezen van een tweede muziekstuk verschijnt in het uitleesvenster en het gedeelte met het punt waarop de beide muziekstukken zullen worden samengevoegd (het einde van het eerste muziekstuk en het begin van het tweede muziekstuk) wordt nu herhaald afgespeeld. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het tweede van de beide muziekstukken die u wilt samenvoegen, in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “Complete!” verschijnt en het door samenvoeging tot stand gekomen muziekstuk wordt nu afgespeeld. Opmerkingen • (Alleen de MDS-JE770) Bij het samenvoegen van twee muziekstukken die zijn toegewezen aan twee verschillende groepen, wordt het tweede muziekstuk opnieuw toegewezen aan de groep met het eerste muziekstuk. Indien u muziekstuk dat aan een groep is toegewezen samenvoegt met een muziekstuk dat niet aan een groep is toegewezen, wordt het tweede muziekstuk aan dezelfde groep toegewezen als het eerste muziekstuk. Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, kunt u echter alleen muziekstukken binnen de gekozen groep samenvoegen. • Muziekstukken die in verschillende modi (stereo, MONO, LP2 of LP4) zijn opgenomen, kunnen niet worden samengevoegd. • Indien de samengevoegde muziekstukken beide een muziekstuktitel hebben, zal de titel van het tweede muziekstuk worden gewist. • Indien “Impossible” in het uitleesvenster verschijnt, is het niet mogelijk om de muziekstukken samen te voegen. Dit gebeurt soms wanneer u hetzelfde muziekstuk reeds vele malen hebt gemonteerd. Dit is te wijten aan een technische beperking van het MD-systeem, en niet aan een mechanische storing. 30NL Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie Met deze functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u muziekstukken verplaatst, worden de muziekstukken automatisch opnieuw genummerd. Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar positie 2. Muziekstuknummer 1 2 Oorspronkelijke A muziekstukken Na MOVE 3 B 2 1 A 4 C D 4 3 C B D 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Move?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het te verplaatsen muziekstuk in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat de nieuwe positie van het muziekstuk in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “Complete!” verschijnt en het verplaatste muziekstuk wordt nu afgespeeld. Opmerking Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de regelaars op het deck 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen, opnemen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/ NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS totdat “Nm In?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. Naamgeving van een muziekstuk of MD — NAME-functie U kunt voor een opgenomen MD en afzonderlijke muziekstukken een titel invoeren. Een titel kan bestaan uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. Voor alle titels op de MD kunnen in totaal circa 1.700 tekens worden opgeslagen. Voor de MDS-JE770 De volgende procedure geldt voor het invoeren van titels wanneer de groepsfunctie is uitgeschakeld. Om een groep een titel te geven, zie “Naamgeving van een groep (alleen de MDS-JE770)” op blz. 33. Wanneer u een met de groepsfunctie opgenomen MD wilt voorzien van een titel, dient de groepsfunctie bij het toewijzen van de titel altijd ingeschakeld te zijn om te voorkomen dat de groepsbeheergegevens abusievelijk worden overschreven. Nadere bijzonderheden over de groepsbeheergegevens vindt u op blz. 10. Opmerking • Indien u een muziekstuk een titel geeft terwijl het wordt opgenomen, dient u de titel volledig te hebben ingevoerd voordat het muziekstuk eindigt. Indien het muziekstuk eindigt voordat u klaar bent met het invoeren van de titel, zullen de ingevoerde tekens verloren gaan en krijgt het muziekstuk geen titel. • Indien u bij disctitels het symbool “//” tussen de tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de kans dat u geen gebruik kunt maken van de groepsfunctie. Terwijl het deck bezig is met opnemen, verschijnt er een knipperende cursor in het uitleesvenster en kunt u een titel invoeren voor het muziekstuk dat wordt opgenomen. Ga in dat geval naar stap 4. 3 Draai AMS totdat het muziekstuknummer (wanneer u een muziekstuk een titel geeft) of “Disc” (wanneer u de MD een titel geeft) knippert en druk daarna op AMS or YES. Er verschijnt een knipperende cursor. Het deck begint met afspelen en u kunt een muziekstuk een titel geven terwijl u meeluistert naar het geluid. Monteren van opgenomen MD’s (Alleen de MDS-JE770) Wanneer u een muziekstuk verplaatst naar een muziekstuknummer dat is toegewezen aan een groep, wordt het verplaatste muziekstuk opnieuw toegewezen aan de groep met het muziekstuknummer waarnaar het muziekstuk is verplaatst. Wanneer u een aan een groep toegewezen muziekstuk verplaatst naar een muziekstuknummer dat niet aan een groep is toegewezen, wordt de groepstoewijzing van het verplaatste muziekstuk gedeblokkeerd. Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, kunt u echter alleen muziekstukken binnen de gekozen groep verplaatsen. 4 Druk herhaald op LEVEL/DISPLAY/ CHAR om het soort teken te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: (spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) Om een spatie in te voeren Druk op M terwijl de cursor knippert. Het eerste teken kan geen spatie zijn. 5 Draai AMS om het teken te kiezen. Het gekozen teken knippert. Om een symbool in te voeren Voor de titels kunt u de volgende symbolen gebruiken: ’–/,.():!?&+<>_=”;#$%@*` Om een gekozen teken te veranderen Herhaal de stappen 4 en 5. 6 Druk op AMS. Het gekozen teken is ingevoerd en brandt continu. De cursor gaat naar rechts, knippert en wacht op de invoer van het volgende teken. wordt vervolgd 31NL Naamgeving van een muziekstuk of MD (wordt vervolgd) 7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 om de rest van de titel in te voeren. Om een teken te veranderen Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal daarna de stappen 4 t/m 6. Om een teken te wissen Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt wissen knippert, en druk daarna op CLEAR. 8 Druk op YES. De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”. Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de afstandsbediening 1 Druk op NAME EDIT/SELECT, al naar gelang waaraan u een titel wilt geven: Om een titel te geven aan: Druk terwijl Een muziekstuk Het muziekstuknummer wordt weergegeven De MD Het deck wordt stopgezet terwijl het totale aantal muziekstukken (of groepen wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt weergegeven Er verschijnt een knipperende cursor in het uitleesvenster. 2 Druk herhaald op NAME EDIT/SELECT om het soort teken te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: “Selected AB(C)” (hoofdletters of symbolen 1)) t “Selected ab(c)” (kleine letters of symbolen1)) t “Selected 12(3)” (cijfers) 1) Alleen ’ – / , . ( ) : ! ? kunnen worden gekozen. 3 Voer een teken in door gebruikmaking van de alfanumerieke toetsen. Indien u hoofdletters of kleine letters hebt gekozen 1 Druk herhaald op de betreffende alfanumerieke toets totdat het gewenste teken knippert. In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de toets indrukken en herhaald op ./ > drukken. Om symbolen te kiezen, drukt u herhaald op . terwijl “A” knippert. 2 Druk op M. Het knipperende teken is ingevoerd en brandt continu, en de cursor gaat naar rechts. Indien u cijfers hebt gekozen Druk op de betreffende cijfertoets. Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 om de rest van de titel in te voeren. Om een teken te veranderen Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, druk op CLEAR om het teken te wissen, en herhaal daarna de stappen 2 en 3. 5 Druk op YES. De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”. Een nieuwe titel geven aan een muziekstuk of MD 1 Druk op NAME EDIT/SELECT op de afstandsbediening, al naar gelang waaraan u een nieuwe titel wilt geven: Om een nieuwe Druk terwijl titel te geven aan: Een muziekstuk Het muziekstuknummer wordt weergegeven De MD Het deck wordt stopgezet terwijl het totale aantal muziekstukken (of groepen wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt weergegeven Er verschijnt een muziekstuk- of disctitel in het uitleesvenster. 2 Druk op CLEAR totdat de gekozen titel 32NL volledig is gewist. 3 Verricht de stappen 4 t/m 7 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de regelaars op het deck” op blz. 31 of de stappen 2 t/m 4 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de afstandsbediening” op blz. 32. 4 Druk op YES. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de gewenste groep verschijnt. 3 Druk op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. Wissen van een muziekstukof disctitel Gebruik deze functie om de titel van een muziekstuk of disc te wissen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen, opnemen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/ NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Nm Erase?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het muziekstuk (bij het wissen van de muziekstuktitel) of “Disc” (bij het wissen van de disctitel) knippert en druk daarna op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Naamgeving van een groep (alleen de MDSJE770) — NAME-functie U kunt een titel voor een groep invoeren. Een titel kan bestaan uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. Voor alle titels op de MD kunnen in totaal circa 1.700 tekens worden opgeslagen. Opmerking Indien u bij groepstitels het symbool “//” tussen de tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de kans dat u geen gebruik kunt maken van de groepsfunctie. 4 Draai AMS totdat “Nm In?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 5 Draai AMS totdat “Gp ** (gekozen groepsnummer)” knippert en druk daarna op AMS of YES. Er verschijnt een knipperende cursor. 6 Verricht de stappen 4 t/m 8 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de regelaars op het deck” op blz. 31. Naamgeving van een groep met gebruikmaking van de afstandsbediening Monteren van opgenomen MD’s De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd door “Complete!”. Naamgeving van een groep met gebruikmaking van de regelaars op het deck 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de gewenste groep verschijnt. 3 Druk op NAME EDIT/SELECT terwijl het deck is stopgezet en het totale aantal muziekstukken in de gekozen groep wordt weergegeven. Er verschijnt een knipperende cursor. 4 Verricht de stappen 2 t/m 5 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de afstandsbediening” op blz. 32. Een nieuwe titel geven aan een groep 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de gewenste groep verschijnt. wordt vervolgd 33NL Naamgeving van een groep (alleen de MDS-JE770) (wordt vervolgd) 3 Druk op NAME EDIT/SELECT op de afstandsbediening terwijl het deck is stopgezet en het totale aantal muziekstukken in de gekozen groep wordt weergegeven. Er verschijnt een groepstitel in het uitleesvenster. 4 Verricht de stappen 2 t/m 4 van “Een nieuwe titel geven aan een muziekstuk of MD” op blz. 32. Wissen van een groepstitel Gebruik deze functie om de titel van een groep te wissen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de gewenste groep verschijnt. 3 Druk op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Nm Erase?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 5 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Gp ** (gekozen groepsnummer)” knippert en druk daarna op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Opmerking Van een groep waaraan geen muziekstukken zijn toegewezen, kan de titel niet worden gewist. Opgenomen muziekstukken toewijzen aan een nieuwe groep (alleen de MDS-JE770) — Creëerfunctie 34NL Met deze functie kunt u een nieuwe groep creëren en een muziekstuk of opeenvolgende muziekstukken toewijzen die nog niet aan die groep zijn toegewezen. U kunt ook groepen creëren zonder muziekstukken toe te wijzen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Gp Create?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Verricht de stappen 4 t/m 8 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de regelaars op het deck” op blz. 31 of de stappen 2 t/m 5 van “Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de afstandsbediening” op blz. 32. 5 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om het eerste muziekstuk te kiezen dat u wilt toewijzen en druk daarna op AMS of YES. 6 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om het laatste muziekstuk te kiezen dat u wilt toewijzen en druk daarna op AMS of YES. (Indien u slechts één muziekstuk wilt toewijzen, drukt u gewoon opnieuw op AMS of YES zonder enige andere bedieningen te verrichten.) “Complete!” verschijnt enkele seconden en de muziekstukken zijn nu toegewezen aan de nieuwe groep. Tips • Om een groep te creëren zonder daaraan muziekstukken toe te wijzen, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) totdat “None” verschijnt en daarna drukt u op AMS of YES. “Complete!” verschijnt enkele seconden en de nieuwe groep is nu gecreëerd. • U kunt ook muziekstukken toewijzen die zijn opgenomen op een systeem dat niet geschikt is voor de groepsfunctie. Opmerkingen • U kunt één en hetzelfde muziekstuk niet aan meerdere groepen toewijzen. • Indien alle muziekstukken op een MD zijn toegewezen aan groepen, verschijnt na stap 4 de indicatie “Assign None” en kunt u geen muziekstukken meer toewijzen. • Wanneer u een groep creëert zonder muziekstukken toe te wijzen, dient u de groepstitel in te voeren. • Indien u bij stap 4 geen groepstitel invoert, verschijnt in plaats van de groepstitel de indicatie “Group ** (groepsnummer)”. Deblokkeren van groepstoewijzingen (alleen de MDS-JE770) — Deblokkeerfunctie Eén groep deblokkeren “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Gp All REL?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “All REL??” verschijnt. 4 Druk opnieuw op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — Groepsdeblokkeerfunctie — S.F Edit-functie U kunt de groepstoewijzingen van alle muziekstukken binnen de opgegeven groep deblokkeren en die groep wissen. (De muziekstukken worden echter niet gewist.) Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage) kunt u het volume van opgenomen muziekstukken veranderen. Het oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw opgenomen met het nieuwe opnameniveau. Wanneer u het opnameniveau verandert, kunt u de functie voor opnemen met infaden kiezen om het signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk te doen toenemen, of de functie voor opnemen met uitfaden om het signaalniveau aan het einde van de opname geleidelijk te doen afnemen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. 2 Druk herhaald op GROUP SKIP totdat de groep die u wilt deblokkeren verschijnt. 3 Druk op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Gp Release?” verschijnt. 5 Druk op AMS of YES. “REL Gp ** (gekozen groepsnummer) ??” en de groepstitel verschijnen. 6 Druk opnieuw op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. Deblokkeren van de toewijzingen van alle muziekstukken op een MD — Volledige deblokkeerfunctie U kunt de groepstoewijzingen van alle muziekstukken op een MD allemaal tegelijk deblokkeren. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op GROUP ON/OFF. De GROUP ON/OFF-toets gaat branden. Monteren van opgenomen MD’s Met deze functie kunt u de groepstoewijzingen eenvoudig deblokkeren door aan te geven van welke groep u de toewijzingen wilt deblokkeren. Daarnaast kunt u ook de groepstoewijzingen van alle muziekstukken op een MD in één keer deblokkeren. 2 Druk op MENU/NO. Veranderen van het algehele opnameniveau 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “S.F Edit?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Tr Level?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat het nummer van het muziekstuk waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “Level 0dB” verschijnt in het uitleesvenster. wordt vervolgd 35NL Veranderen van het opnameniveau na het opnemen (wordt vervolgd) Opnemen met infaden en uitfaden 5 MDS-JE770 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) om het opnameniveau te veranderen zonder dat de twee indicators geheel rechts op de piekniveaumeters gaan branden. U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op elke waarde tussen –12 dB en +12 dB. met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “S.F Edit?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Fade In?” of “Fade Out?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ Voorkom dat deze indicators gaan branden MDS-JE470 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) om het opnameniveau te veranderen zonder dat op de piekniveaumeters de indicatie “OVER” gaat branden. Voorkom dat deze indicators gaan branden 6 Druk op AMS of YES. “(S.F) Edit OK?” verschijnt in het uitleesvenster. 7 Druk op AMS of YES. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit(:) ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. De benodigde tijd voor het opnieuw opnemen van het muziekstuk is ongeveer gelijk aan of iets langer dan de afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!”. >) totdat het nummer van het muziekstuk waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. “Time 5.0s” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS (of drukt u herhaald op ./>) om de duur van het infaden of uitfaden te veranderen. Het deck speelt het gedeelte af dat opnieuw zal worden opgenomen met de functie voor opnemen met infaden of uitfaden. De duur kan met stappen van 0,1 seconde worden ingesteld op een willekeurige waarde van minimaal 1 seconde en maximaal 15 seconden. U kunt geen duur instellen die langer is dan het muziekstuk. 6 Druk op AMS of YES. “(S.F) Edit OK?” verschijnt in het uitleesvenster. 7 Druk opnieuw op AMS of YES. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit(:) ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!”. Om de bediening te annuleren Druk bij de stappen 1 t/m 6 op MENU/NO of x. Indien u bij stap 7 op AMS of YES drukt en de opname begint, kunt u de bediening niet onderbreken. 36NL Opmerkingen Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud van de MD wordt hersteld. Een wijziging door montage kan echter niet ongedaan worden gemaakt indien u na de montage één van de volgende handelingen hebt verricht: • Beginnen met opnemen • Indrukken van MUSIC SYNC op de afstandsbediening • Veranderen van het opnameniveau na opnemen (S.F Edit) • Uitschakelen van het deck of verwijderen van de MD • De stekker uit het stopcontact trekken 1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/NO. “Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster. Monteren van opgenomen MD’s • Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats het deck niet terwijl de opname wordt gemaakt. Hierdoor kunnen de opnamegegevens beschadigd raken waardoor de opname niet goed kan worden uitgevoerd. • Het opnameniveau van een muziekstuk dat is opgenomen in de modus LP2 of LP4 Stereo kan niet worden veranderd. • Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor kunnen de opnamegegevens niet goed worden opgenomen. • Door het herhaald veranderen van het opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit. • Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd en u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer precies hetzelfde zijn. • Het opnameniveau kan niet worden veranderd terwijl de timer is geactiveerd. • U kunt geen enkele met S.F Edit aangebrachte wijziging ongedaan maken met UNDO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Undo?” verschijnt. “Undo?” verschijnt niet indien er geen montage heeft plaatsgevonden. 3 Druk op AMS of YES. Eén van de meldingen verschijnt, afhankelijk van de laatste wijziging die u hebt gemaakt. 4 Druk op AMS of YES. “Complete!” verschijnt. 37NL Overige functies Veranderen van de toonhoogte (alleen de MDS-JE770) — Toonhoogteregelfunctie U kunt de afspeelsnelheid (toonhoogte) van de MD veranderen. Bij een lagere toonhoogte neemt de klank in hoogte af. Automatisch stapsgewijs instellen van de toonhoogte (Automatische stapsgewijze regelfunctie) U kunt de toonhoogte met maximaal 36 stappen verlagen1). 1) Eén octaaf komt overeen met 12 stappen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Pitch” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de toonhoogte in stellen en druk daarna op AMS of YES. 5 Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de fabrieksinstelling Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt. Opmerkingen • Wanneer u de stap voor het regelen van de toonhoogte verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk wegvallen. • Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de oorspronkelijke toonhoogtestap “0” weer van kracht (fabrieksinstelling). • Wanneer er rechts van de toonhoogtestap in het toonhoogte-uitleesvenster een punt (.) verschijnt, betekent dit dat u de toonhoogte hebt afgeregeld (zie deze bladzijde) en dat de toonhoogte tussen twee stappen ligt. (De waarden van de stap en de fijnafregeling zijn aan elkaar gekoppeld.) 38NL Fijnafregeling van de toonhoogte (Fijnafregelingsfunctie) U kunt de afspeelsnelheid regelen in stappen van 0,1% binnen een bereik van –87,5% tot 0,0%. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Pfine” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de toonhoogte in stellen en druk daarna op AMS of YES. 5 Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de fabrieksinstelling Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt. Opmerkingen • Wanneer u de waarde van de fijnafregeling verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk wegvallen. • Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de oorspronkelijke waarde van de fijnafregeling “0.0%” weer van kracht (fabrieksinstelling). • De waarden van de stap en de fijnafregeling zijn aan elkaar gekoppeld. Wanneer u de ene waarde verandert, zal de andere ook veranderen. Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out) 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Voor het veranderen van de Kies duur van: Infaden bij afspelen/opnemen F.in Uitfaden bij afspelen/opnemen F.out 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de duur te kiezen en druk daarna op AMS of YES. De duur van het infaden en uitfaden kan met stappen van 0,1 seconde worden ingesteld. 5 Druk op MENU/NO. Opmerking Tijdens afspelen met infaden en afspelen met uitfaden treedt er geen verandering op in het niveau van het signaal dat wordt uitgevoerd via de DIGITAL OUTaansluiting. — SLEEP-timerfunctie Afspelen met infaden en opnemen met infaden U kunt het deck na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen. In de pauzestand voor afspelen (bij afspelen met infaden) of de pauzestand voor opnemen (bij opnemen met infaden) drukt u op FADER op de afstandsbediening. Inslapen met muziek 1 Terwijl het deck is stopgezet of bezig is met afspelen, drukt u op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. b knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf seconden (fabrieksinstelling) afgespeeld met infaden of opgenomen met infaden totdat de teller op “0.0s” staat. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ Afspelen met uitfaden en opnemen met uitfaden 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ In de pauzestand voor afspelen (bij afspelen met uitfaden) of de pauzestand voor opnemen (bij opnemen met uitfaden) drukt u op FADER op de afstandsbediening. B knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf seconden (fabrieksinstelling) afgespeeld met uitfaden of opgenomen met uitfaden totdat de teller op “0.0s” staat, en daarna gaat het deck over in de pauzestand. Tip Volg de onderstaande stappen om de duur van het infaden of uitfaden bij afspelen of opnemen in te stellen. Overige functies Met de functie voor afspelen met infaden kunt u, wanneer het afspelen begint, het niveau van het signaal naar de ANALOG OUTaansluitbussen en de PHONES-aansluitbus (alleen de MDS-JE770) geleidelijk doen toenemen. Met de functie voor afspelen met uitfaden kunt u, wanneer het afspelen eindigt, het signaalniveau geleidelijk doen afnemen. Met de functie voor opnemen met infaden kunt u het signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk doen toenemen. Met de functie voor opnemen met uitfaden kunt u het signaalniveau aan het einde van de opname geleidelijk doen afnemen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. >) totdat “Sleep Off” in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Om Kies De SLEEP-timerfunctie in te schakelen Sleep On1) De SLEEP-timerfunctie uit te schakelen Sleep Off (fabrieksinstelling) 1) Bij de MDS-JE470 schakelt het deck na 60 minuten automatisch uit. Druk op MENU/ NO. Bij de MDS-JE770 doet u het volgende: wordt vervolgd 39NL Inslapen met muziek (wordt vervolgd) 5 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Sleep 60min” in het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 6 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) om de tijd te kiezen waarna het deck moet worden uitgeschakeld (“30min”, “60min” (fabrieksinstelling), “90min” of “120min”) en druk daarna op AMS of YES. 7 Druk op MENU/NO. Tip U kunt de resterende speelduur controleren. Wanneer u de SLEEP-timerfunctie hebt ingeschakeld en u in Setup Menu de optie “Sleep” kiest, wordt de resterende speelduur weergegeven. Gebruikmaking van een timer (alleen de MDSJE770) Door op het deck een timer (niet bijgeleverd) aan te sluiten, kunt u het afspelen en opnemen op vooraf ingestelde tijden laten beginnen en eindigen. Voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de timer of het instellen van de in- en uitschakeltijd dient u de met de timer meegeleverde gebruiksaanwijzing te raadplegen. Afspelen van een MD met gebruikmaking van een timer 1 Verricht de stappen 1 t/m 3 van “Afspelen van een MD” op blz. 20. 2 Druk herhaald op PLAY MODE om de gewenste afspeelfunctie te kiezen. Om alleen bepaalde muziekstukken af te spelen, stelt u een eigen programma samen (zie blz. 23). Om het tijdstip in te stellen waarop het afspelen moet eindigen, drukt u op H om met afspelen te beginnen en ga daarna naar stap 3. 3 Zet TIMER op het deck op PLAY. 4 Stel de timer naar wens in. 40NL 5 Nadat u klaar bent met het gebruik van de timer, zet u TIMER op het deck op OFF. Opnemen op een MD met gebruikmaking van een timer 1 Verricht de stappen 1 t/m 6 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 2 Druk op x. Indien u de tijd wilt instellen waarop de opname moet eindigen, volg dan de stappen 7 en 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 9. 3 Zet TIMER op het deck op REC. 4 Stel de timer naar wens in. 5 Nadat u klaar bent met het gebruik van de timer, zet u TIMER op het deck op OFF. Zet daarna het deck in de wachtstand door de stekker van het deck in een stopcontact te steken of door de timer op doorgaande bediening te zetten. Indien u TIMER op REC laat staan, wordt er de eerstvolgende keer dat u het deck inschakelt, automatisch begonnen met opnemen. Zorg dat u het deck binnen een week nadat de timeropname is voltooid, weer in de wachtstand zet. De inhoudsopgave (TOC) van de MD wordt bijgewerkt en het opgenomen materiaal wordt weggeschreven naar de MD wanneer u het deck inschakelt. Indien het opgenomen materiaal verloren is gegaan, knippert “Initialize” wanneer u het deck inschakelt. Opmerkingen • Nadat het deck is ingeschakeld, kan het nog circa 30 seconden duren voordat de opname begint. Wanneer u de opname op een ingesteld tijdstip wilt laten beginnen door gebruikmaking van de timer, dient u bij het instellen van het tijdstip waarop de opname moet beginnen, rekening te houden met deze aanlooptijd. • Bij timeropnamen wordt nieuw materiaal altijd na bestaande opnamen op de MD opgenomen. Wanneer de timeropname echter wordt ingesteld terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld, maar er geen nieuwe groep wordt opgegeven, wordt het materiaal opgenomen in een nieuwe groep. Gebruik van het CONTROL A1ΙΙbedieningssysteem (alleen de MDS-JE770) Opmerking Het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem is ontworpen voor opwaartse compatibiliteit omdat het bedieningssysteem wordt verbeterd om nieuwe functies te kunnen verwerken. In dit geval zullen oudere componenten echter niet geschikt zijn voor de nieuwe functies. Het CONTROL A1-bedieningssysteem is vernieuwd en heet nu CONTROL A1ΙΙ, het standaard systeem in de Sony 300 disc CDwisselaar en andere recentelijk uitgekomen Sony-componenten. Componenten met CONTROL A1-aansluitbussen kunnen worden gebruikt in combinatie met componenten met CONTROL A1ΙΙ en kunnen op elkaar worden aangesloten. In beginsel zullen de meeste functies die beschikbaar zijn met het CONTROL A1bedieningssysteem ook beschikbaar zijn met het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem. Wanneer u echter aansluitingen maakt tussen componenten met CONTROL A1aansluitbussen en componenten met CONTROL A1ΙΙ-aansluitbussen, kan het aantal functies dat u kunt bedienen al naar gelang de component beperkt zijn. Voor nadere bijzonderheden dient u de met de betreffende component(en) meegeleverde gebruiksaanwijzing te raadplegen. Overige functies Dit MD-deck is geschikt voor het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem. Het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem werd ontworpen om geluidsinstallaties die uit meerdere Sony-componenten bestaan, gemakkelijker te kunnen bedienen. CONTROL A1ΙΙ-aansluitingen zorgen voor een route voor de overdracht van bedieningssignalen die automatische bediening mogelijk maken en functies bedienen welke doorgaans in verband worden gebracht met geïntegreerde systemen. Op dit moment maken CONTROL A1ΙΙaansluitingen tussen een Sony MD-deck, CDspeler, versterker (ontvanger) en cassettedeck automatische functiekeuze en synchroonopname mogelijk. In de toekomst zal de CONTROL A1ΙΙaansluiting werken als een multifunctionele bus waarmee u van elke component meerdere functies kunt bedienen. Compatibiliteit van CONTROL A1ΙΙ en CONTROL A1 Aansluiten van het CONTROL A1ΙΙbedieningssysteem Sluit mono (2P) ministekkersnoeren in serie aan op de CONTROL A1ΙΙ-aansluitbussen op de achterkant van elke component. U kunt maximaal tien CONTROL A1ΙΙ-compatibele componenten in elke gewenste volgorde aansluiten. Van elk type component kunt u er echter slechts één aansluiten (d.w.z. één CDspeler, één MD-deck, één tapedeck en één ontvanger). (Al naar gelang het model kunnen er echter in bepaalde gevallen meer dan één CD-speler of MD-deck worden aangesloten. Raadpleeg de met de betreffende component meegeleverde gebruiksaanwijzing voor nadere bijzonderheden.) wordt vervolgd 41NL Gebruik van het CONTROL A1ΙΙbedieningssysteem (alleen de MDSJE770) (wordt vervolgd) Voorbeeld Versterker CD(Ontvanger) speler MDdeck Tapedeck Andere component Bij het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem verplaatsen de bedieningssignalen zich in beide richtingen, waardoor er geen onderscheid bestaat tussen IN- en OUT-aansluitbussen. Indien een component beschikt over meer dan één CONTROL A1ΙΙ-aansluitbus, kunt u beide bussen gebruiken of verschillende componenten aansluiten op één aansluitbus. Aansluitsnoer Wanneer er met een CONTROL A1ΙΙ-compatibele component geen aansluitsnoer wordt meegeleverd, gebruik dan een in de handel verkrijgbaar mono (2P) ministekkersnoer met een lengte van minder dan 2 meter en zonder weerstand (zoals de Sony RKG69HG). Basisfuncties van het CONTROL A1IIbedieningssysteem Automatische functiekeuze Wanneer u CONTROL A1ΙΙ-compatibele Sonycomponenten aansluit door gebruikmaking van CONTROL A1ΙΙ-snoeren (niet bijgeleverd) en u de afspeeltoets van één van de aangesloten componenten indrukt, schakelt de functiekiezer op de versterker (of ontvanger) automatisch over op de juiste ingang. (Wanneer u bijvoorbeeld H (afspeeltoets) op het MD-deck indrukt terwijl de CD wordt afgespeeld, schakelt de functiekiezer op de versterker over van CD naar MD.) 42NL Opmerkingen • Deze functie werkt alleen wanneer de componenten zijn aangesloten op de ingangen van de versterker (of ontvanger) in overeenstemming met de namen op de functietoetsen. Bij bepaalde ontvangers kunt u de namen van de functietoetsen met elkaar verwisselen. Raadpleeg daarvoor de gebruiksaanwijzing die met de ontvanger is meegeleverd. • Tijdens het opnemen kunt u alleen naar de opnamebron luisteren en geen andere componenten afspelen. Hierdoor zou namelijk de automatische keuzefunctie geactiveerd worden. Synchroonopname Met deze functie kunt u synchroon opnemen van het MD-deck naar de gekozen broncomponent, en vice versa. 1 Stel de bronkiezer op de versterker (of ontvanger) in op de broncomponent. 2 Zet de broncomponent in de pauzestand (de indicators H en X moeten beide gaan branden). 3 Zet het MD-deck in de opnamepauzestand. 4 Druk op X op het MD-deck. De broncomponent schakelt over uit de pauzestand en even later begint het opnemen. Wanneer het afspelen van de broncomponent is geëindigd, stopt het opnemen. Tip Dit MD-deck is voorzien van een speciale synchroonopnamefunctie die gebruikmaakt van het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem (zie “CDsynchroonopname van een Sony CD-speler die is aangesloten via een CONTROL A1ΙΙ-kabel (alleen de MDS-JE770)” op blz. 19). Opmerking Zet maximaal één component in de pauzemodus. Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord (alleen de MDS-JE770) Instellen van het toetsenbord 1) 2) IBM is het wettig gedeponeerde handelsmerk van International Business Machines Corporation. Het stroomverbruik dient 120 mA of minder te bedragen. Aansluiten van een toetsenbord op het MD-deck >) om de instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES. Voor gebruik van toetsenbord met: Kies Engelse toetsenbordindeling US (fabrieksinstelling1)) Japanse toetsenbordindeling JP 1) U kunt de fabrieksinstelling ook oproepen door indrukken van CLEAR. 6 Druk op MENU/NO. Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van het toetsenbord Sluit de toetsenbord-aansluitstekker aan op de PC LINK (KEYBOARD)-aansluitbus op het voorpaneel van het deck. Door gebruikmaking van een toetsenbord kunt u op een snelle manier titels invoeren of wijzigen. Tijdens het wijzigen van een titel kunt u de cursor met een sprong verplaatsen of de titel in het uitleesvenster laten bewegen. U kunt het toetsenbord op elk gewenst tijdstip aansluiten of loskoppelen, ongeacht of het deck is ingeschakeld of uitgeschakeld. Snelle methode voor het invoeren van een titel Keuze van het type toetsenbord Wanneer u voor de eerste keer een toetsenbord aansluit, moet u het type toetsenbord kiezen. 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO. 2 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 3 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Keyboard?” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 4 Draai AMS (of druk herhaald op ./ >) totdat “Type” verschijnt en druk daarna op AMS of YES. 1 Druk op [Enter] terwijl het deck zich in één van de onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar gelang het onderdeel waaraan u een titel wilt geven: Om een titel Druk terwijl te geven aan: Een muziekstuk Het muziekstuknummer wordt weergegeven De MD Het deck wordt stopgezet terwijl het totale aantal muziekstukken (of groepen wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld) wordt weergegeven Er verschijnt een knipperende cursor in het uitleesvenster. Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord U kunt gebruikmaken van een willekeurig IBM1)-compatibel toetsenbord2) met een PS/2interface. U kunt een toetsenbord met een Engelse of Japanse indeling kiezen. Bij gebruikmaking van een toetsenbord met een andere indeling moet u tekens toewijzen aan de toetsen. Voor bijzonderheden, zie “Tekens toewijzen aan de toetsen van het toetsenbord” op blz. 45. 5 Draai AMS (of druk herhaald op ./ 2 Voer een titel in. Naast de lettertoetsen kunt u ook gebruikmaken van de toetsen die vermeld staan in de onderstaande tabel. wordt vervolgd 43NL Naamgeving van een muziekstuk of MD door gebruikmaking van het toetsenbord (wordt vervolgd) 3 Druk op [Enter]. De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster. Bedieningshandelingen tijdens het invoeren van een titel voor een muziekstuk of MD Bediening van het deck door gebruikmaking van het toetsenbord Bedieningshandelingen bij gebruikmaking van het toetsenbord Druk bij het toetsenbord op: Voor gebruikmaking van het toetsenbord voor de volgende functies: Druk op Om De bediening te annuleren [Esc] MENU/NO [Esc] H [F1] X [F2] Hoofdletters of kleine letters te [Caps Lock] kiezen De cursor te verplaatsen [T] of [t] De titel in het uitleesvenster te laten bewegen [Page Up] of [Page Down] Het teken op de cursorpositie te [Delete] wissen x [F3] GROUP SKIP [F8] AMS of . [F10] AMS of > [F11] Het teken vóór de cursorpositie [Back Space] te wissen YES [F12] m [T] Tip M [t] U kunt een groep voorzien van een titel terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld. Om een groep te voorzien van een titel, drukt u op [Enter] terwijl het deck is stopgezet met weergave van de bij stap 1 gekozen groep waaraan u een titel wilt geven. CLEAR [Delete] Montage via het toetsenbord U kunt de muziekstukken met behulp van de onderstaande toetsen monteren. De enige toetsen die voor de onderstaande montagefuncties gebruikt kunnen worden, zijn de onafhankelijk werkende toetsen naast de cijfertoetsen. (U kunt geen gebruikmaken van toetsen waarbij voor een juiste werking tegelijk ook de Shift-toets ingedrukt moet worden houden.) Bedieningen terwijl het deck is stopgezet en er een muziekstuk is gekozen Om Druk op Het muziekstuk te verplaatsen [*] Het muziekstuk te wissen1) [–] Muziekstukken samen te voegen [+] Bedieningen tijdens het afspelen Om Druk op Het muziekstuk onder te verdelen [/] 1) 44NL Hiermee kunt u alle muziekstukken wissen terwijl het deck is stopgezet en er geen muziekstuk is gekozen. Tekens toewijzen aan de toetsen van het toetsenbord Toewijzen van een teken Indien de indeling van uw toetsenbord niet overeenkomt met de systeeminstellingen, bestaat de kans dat bij het indrukken van de toetsen niet de gewenste tekens in het uitleesvenster verschijnen, of dat er helemaal geen tekens in het uitleesvenster verschijnen. In zulke gevallen moet u tekens aan de toetsen toewijzen. [Esc]. 2 Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat “Setup?” verschijnt en druk daarna op [F12]. 3 Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat “Keyboard?” verschijnt en druk daarna op [F12]. 4 Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat “Assign?” verschijnt en druk daarna op [F12]. 5 Druk herhaald op [F10] /[F11] totdat het teken dat u wilt wijzigen verschijnt. Indien het teken reeds is toegewezen, verschijnt “User”. Indien het nog niet is toegewezen, verschijnt “Default”. 6 Druk op [F12]. “<Set Key>” knippert in het uitleesvenster. 7 Druk op het toetsenbord op de toets waaraan u het teken wilt toewijzen. “Key Change” verschijnt. Het gekozen teken is nu aan die toets toegewezen. Indien “Same Key” verschijnt Hetzelfde teken is reeds aan die toets toegewezen. • Bij het toewijzen van een teken kunt u [Shift] alleen gebruiken voor symbool- en cijfertoetsen. • Aan de volgende toetsen kan geen teken worden toegewezen: [Esc], [F1] – [F12], [Back Space], [Tab], [Caps Lock], [Enter], [Shift], [Ctrl], [Alt], [Windows], [Spatiebalk], [Application], [Print Screen], [Scroll Lock], [Pause], [Insert], [Delete], [Home], [End], [Page Up], [Page Down], [Num Lock], [T], [t], [R], [r], en [/], [*], [–], [+] (van het numerieke toetsenblok) • “Indien u probeert om een teken toe te wijzen aan één van de bovenstaande toetsen of aan andere toetsen waarvoor geen invoer wordt geaccepteerd, zal bij de bovenstaande stap 7 de indicatie “Key Change” niet verschijnen. Wissen van toetstoewijzingen U kunt toetstoewijzingen één voor één of allemaal tegelijk wissen. Om een toetstoewijzing te wissen 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van “Toewijzen van een teken” op blz. 45. 2 Druk herhaald op [F10]/[F11] totdat het te wissen teken verschijnt en druk daarna op [F12]. (alleen de MDS-JE770) 1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt op Opmerkingen “<Set Key>” knippert in het uitleesvenster. 3 Druk op [Delete]. “Key Clear” verschijnt en de toetstoewijzing is nu gewist. Om alle toetstoewijzingen te wissen 1 Verricht de stappen 1 t/m 4 van “Toewijzen van een teken” op blz. 45. 2 Druk [Ctrl], [Alt] en [Delete] tegelijkertijd in. “All Reset?” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk op [F12]. “Complete!” verschijnt en alle toetstoewijzingen zijn nu gewist. Om de bediening te annuleren Druk op [Esc]. Indien “Remove old assign?” verschijnt Aan die toets is reeds een ander teken toegewezen. Druk op [F12] om het eerder toegewezen teken te laten vervangen door het nieuwe teken. Druk op [Esc] om de bediening te annuleren. 45NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Opmerkingen betreffende MD’s Voor uw veiligheid • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het deck terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het deck eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Let op – Gebruikmaking van optische instrumenten met dit product verhoogt het risico van oogbeschadiging. • Raak de inwendige disc niet aan. Wanneer u probeert het schuifdeksel te openen door dit te forceren, kan de inwendige disc beschadigd raken. • Plak altijd de met de MD meegeleverde labels op de juiste plaats. De vorm van de labels kan afhankelijk van het merk MD verschillen. Netspanning • Controleer vóór bediening van het deck of de bedrijfsspanning van het deck overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat aangegeven op de identificatieplaat achter op het deck. • Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het deck geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. Condensvorming in het deck Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lenzen in het deck. In dergelijke gevallen zal het deck niet altijd naar behoren werken. Verwijder de MD en laat het deck enkele uren ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. Reinigen Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars door gebruikmaking van een zachte doek, licht bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine. Indien u vragen of problemen hebt betreffende het deck, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. 46NL Juiste plaats van de labels Schuifdeksel Bewaren van de MD’s Zorg dat de cassette niet wordt blootgesteld aan fel zonlicht of extreem hoge hitte en vochtigheid. Periodiek onderhoud Veeg stof en vuil van het cassetteoppervlak met een droge doek. Beperkingen van het systeem Het opnamesysteem van uw deck verschilt sterk van de opnametechnieken die gebruikt worden bij gewone cassettedecks en digitale DATdecks, met een aantal specifieke beperkingen waarvan hieronder een uitleg volgt. Deze beperkingen zijn echter inherent aan het ontwerp van het MD-opnamesysteem en wijzen niet op storingen in uw apparatuur. “Disc Full” verschijnt reeds vóór het bereiken van de maximale opnameduur Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn opgenomen, verschijnt “Disc Full”, ongeacht de totale opnameduur. Een MD kan hooguit 255 muziekstukken bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken te wissen of een andere opneembare MD te gebruiken. “Disc Full” verschijnt reeds vóór het bereiken van het maximale aantal muziekstukken In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijke aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal “Disc Full” verschijnen. “Group Full!” verschijnt reeds vóór het bereiken De resterende opnameduur neemt niet toe, ook niet na het wissen van meerdere korte muziekstukken Nummers met een lengte van minder dan twaalf seconden1) tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal leiden. 1) Tijdens opname in stereo. In de modus MONO of LP2: circa 24 seconden In de modus LP4: circa 48 seconden Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Na montage kunnen bepaalde muziekstukken niet meer met andere worden samengevoegd. De totale verstreken opnameduur plus de resterende beschikbare opnameduur op de MD komen in totaal niet aan de maximale opnameduur van de MD toe De muziekstuknummers worden niet correct vastgelegd Wanneer de muziekstukken van een CD tijdens digitale opname in meerdere nummers worden onderverdeeld, kan dit onjuiste muziekstuknummers tot gevolg hebben. Wanneer tijdens het opnemen de functie voor het automatisch aanbrengen van muziekstuknummers wordt geactiveerd, gebeurt het bij bepaalde programmabronnen wel eens dat de nummers niet precies overeenkomen met de oorspronkelijke muziekstuknummers. Tijdens het afspelen van MD’s met mono-geluidsopnamen kan niet altijd de juiste opname- of afspeelduur worden aangegeven. Overzicht van het ééngeneratie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Aanvullende informatie • Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld en er een montage wordt uitgevoerd, kan “Group Full!” verschijnen. Dit betekent dat er onvoldoende tekens aanwezig zijn voor groepsbeheer. Wis overbodige disctitels, groepstitels of andere tekens. • Ook wanneer de groepsfunctie is uitgeschakeld, worden de groepsbeheergegevens automatisch bijgewerkt wanneer de functies voor het verplaatsen, onderverdelen of andere montages worden uitgevoerd zodat “Group Full!” kan verschijnen. Tijdens het doorzoeken van muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door montage zijn samengesteld, kan het geluid af en toe wegvallen. Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren. Teneinde muziekbronnen met copyright te beschermen, maakt dit deck gebruik van het Serial Copy Management System waardoor u via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron. wordt vervolgd Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van 2 seconden1), ongeacht de mogelijk kortere duur van het opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de maximale opnameduur. Daarnaast kan de ruimte op een MD beperkt worden door krassen. 1) Tijdens opname in stereo. In de modus MONO of LP2: circa 4 seconden In de modus LP4: circa 8 seconden 47NL Beperkingen van het systeem (wordt vervolgd) Verhelpen van storingen U kunt alleen een eerste-generatie kopie1) maken via de digitaal-naardigitaal-aansluitingen. Indien er tijdens gebruik van het deck iets misgaat, loopt u dan deze controlelijst even door. Als een probleem niet te verhelpen is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Hieronder volgen enkele voorbeelden: • U kunt een kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijvoorbeeld een CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken van de eerste-generatie kopie. • U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma (bijvoorbeeld een analoge grammofoonplaat of een muziekcassetteband) of van een digitale satelliet-uitzending, maar u kunt van deze eerste-generatie kopie geen tweede kopie maken. 1) Een eerste-generatie kopie is de eerste opname die van een digitale geluidsbron via de digitale ingangsaansluiting van het deck is gemaakt. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van een CDspeler die is verbonden met de DIGITAL INaansluiting, maakt u een eerste-generatie kopie. Opmerking De beperkingen van het Serial Copy Management System zijn niet van toepassing wanneer u opneemt via de analoog-naar-analoog-aansluitingen. Het deck werkt niet of niet naar behoren. Wellicht is de MD vuil of beschadigd. Vervang de MD. Afspelen van MD’s is niet mogelijk. • Er is vocht binnenin het deck gecondenseerd. Verwijder de MD en laat het deck enkele uren in een warme omgeving liggen totdat het condensvocht verdampt is. • Het deck is niet ingeschakeld. Druk op ?/1 om het deck in te schakelen. • Het deck is niet goed aangesloten op de versterker. Controleer de aansluiting (blz. 6). • De MD is verkeerd om in de gleuf geplaatst. Schuif de MD met de labelkant naar boven en met de pijl wijzend naar de gleuf (blz. 20). • Wellicht bevat de MD geen opnamen. Vervang de MD door een andere die wel opnamen bevat. • Indien er geen muziekstukken aan groepen zijn toegewezen, kunt u een MD niet afspelen terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld. Storende bijgeluiden in de geluidsweergave. Krachtig magnetisme van een TV-toestel of een ander apparaat veroorzaakt storingen in de werking van het deck. Plaats het deck verder uit de buurt van apparatuur die elektromagnetische storing kan veroorzaken. Opnemen op het deck is niet mogelijk of mislukt. • Het deck is niet goed aangesloten op de programmabron. Controleer de aansluiting (blz. 6). • Kies de juiste programmabron door gebruikmaking van INPUT. • Het opnameniveau is niet goed ingesteld. Stel het opnameniveau goed in (blz. 15). • Er is een voorbespeelde MD geplaatst. Vervang deze door een opneembare MD. • Er is niet genoeg opnametijd meer over op de MD. Vervang de MD door een andere opneembare MD waarop geen of minder materiaal is opgenomen, of wis overbodige opnamen (blz. 26). • Er heeft zich een stroomonderbreking voorgedaan, of de stekker is tijdens het opnemen uit het stopcontact geraakt. Mogelijk is informatie die op de MD was opgenomen, verloren gegaan. Maak de opname opnieuw. 48NL Synchroonopname met een CD-speler of videoCD-speler is niet mogelijk of mislukt. De met het MD-deck meegeleverde afstandsbediening is niet goed ingesteld. Stel de afstandsbediening opnieuw in. In het uitleesvenster verschijnen beurtelings een melding en een drie- of vijfletterteken-code. De zelfdiagnosefunctie is ingeschakeld (blz. 49). Het toetsenbord werkt niet (alleen de MDSJE770). Koppel het toetsenbord los en sluit het daarna weer aan. Opmerking Wanneer u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd, maar het deck nog steeds niet naar behoren werkt, schakel dan het deck uit, trek de stekker uit het stopcontact en steek daarna de stekker weer in het stopcontact. Dit systeem heeft een zelfdiagnosefunctie met een uitleesvenster waarop een code van drie of vijf tekens en een melding verschijnen om u te waarschuwen wanneer het systeem niet goed werkt. Indien beurtelings de code en melding in het uitleesvenster verschijnen, tref dan de maatregelen in de onderstaande tabel. Als het probleem aan de hand van de volgende aanwijzingen niet te verhelpen is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. C11/Protected , Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (blz. 12). C12/Cannot Copy • Er is getracht een CD op te nemen met een formaat dat niet geschikt is voor het externe apparaat dat op het deck is aangesloten, zoals een CD-ROM of video-CD. , Verwijder de disc en plaats een muziek-CD. , Breng het systeem naar een plaats zonder trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. • De geplaatste MD is vuil (door vlekken, vingerafdrukken, enz.), er zitten krassen op, of de disc voldoet niet aan de normen. , Gebruik een andere disc en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. C13/Read Error , Verwijder de MD en plaats hem daarna opnieuw. C14/Toc Error , Plaats een andere disc. , Indien mogelijk, wis alle muziekstukken van de MD (blz. 27). C41/Cannot Copy • De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware, of er is getracht een CD-R (opneembare CD) op te nemen. , Het Serial Copy Management System verhindert dat u een digitale kopie kunt maken (blz. 47). U kunt geen CD-R opnemen. C71/Din Unlock • Een momentane onderbreking wordt veroorzaakt door de signalen van het digitale programma dat wordt opgenomen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen materiaal. • Tijdens het opnemen van een digitale component die is verbonden met de DIGITAL INaansluiting, werd het digitale aansluitsnoer losgekoppeld of werd de digitale component uitgeschakeld. , Sluit het snoer aan of schakel de digitale component weer in. Aanvullende informatie Zelfdiagnosefunctie C13/REC Error E0001/MEMORY NG • Er is een fout opgetreden in de interne gegevens die het deck nodig heeft om te kunnen werken. , Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. E0101/LASER NG • Er is een probleem met het optische blok. , Het optische blok is mogelijk defect. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. 49NL Meldingen in het uitleesvenster Name Full! Het titelgeheugen van de MD is vol (met ongeveer 1700 tekens). No Change In de onderstaande tabel wordt uitleg gedaan over de meldingen die in het uitleesvenster verschijnen wanneer er bij de bediening iets misgaat. Ook beschikt het deck over een zelfdiagnosefunctie (zie deze bladzijde). Auto Cut De functie Auto Cut is ingeschakeld (blz. 15). Blank Disc Er is een nieuwe (onbespeelde) of gewiste MD geplaatst. Cannot Copy Er is getracht een tweede-generatie kopie te maken van een digitaal gekopieerde MD (blz. 47). Cannot Edit Er is getracht een MD te monteren tijdens afspelen in geprogrammeerde of willekeurige volgorde, of er is getracht het opnameniveau van een in de modus LP2 of LP4 Stereo opgenomen MD te veranderen. Disc Full De MD is vol (blz. 47). Group Full! Er is getracht een nieuwe groep te creëren terwijl het maximale aantal groepen reeds is bereikt, of er zijn onvoldoende tekens voor het bijwerken van de groepsbeheergegevens. Impossible Het deck kan de opname- of montagehandeling (blz. 28 en 30) niet uitvoeren. Incomplete! De montagehandeling in de stand S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden) is niet goed uitgevoerd omdat het deck werd verplaatst terwijl de opname nog aan de gang was, of omdat de MD beschadigd of vuil is. Initialize (knippert) De instellingen van Setup Menu zijn verloren gegaan. De met de timer gemaakte opname is na verloop van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer op de disc worden bewaard, of de functie voor afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet worden geactiveerd omdat het programma na verloop van tijd verloren is gegaan. (De melding knippert circa vier seconden wanneer u het deck inschakelt door indrukken van ?/1.) 50NL Terwijl u probeerde om het opnameniveau te veranderen na het opnemen, hebt u AMS of YES ingedrukt zonder daadwerkelijk het opnameniveau te veranderen waardoor de beoogde verandering dus niet is uitgevoerd. No Disc Er zit geen MD in het deck. No Name Het muziekstuk of de disc heeft geen titel. No Program! De functie voor afspelen in geprogrammeerde volgorde werd gekozen terwijl er geen programma is samengesteld. Premastered Er is getracht een voorbespeelde MD op te nemen of te monteren. ProgramFull! Het maximale aantal muziekstukken is geprogrammeerd. Er kunnen geen verdere muziekstukken meer worden geprogrammeerd. REMOTE De MD wordt bediend door een extern apparaat dat is aangesloten op het deck.1) S.F Edit! Er is getracht een andere bediening uit te voeren in de modus S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). In de stand S.F Edit kunt u geen andere bedieningen uitvoeren. (S.F) Edit NOW U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). Indien u het deck uitschakelt in de modus S.F Edit, zullen eventuele wijzigingen die u hebt aangebracht niet goed worden uitgevoerd. Voltooi de veranderingen en verlaat de modus S.F Edit alvorens het deck uit te schakelen. Indien u het deck abusievelijk uitschakelt terwijl er wijzigingen worden aangebracht, druk dan op ?/1 terwijl de melding wordt weergegeven. Smart Space De functie Smart Space is ingeschakeld (blz. 15). TextProtect De CD-tekst bevat gegevens die niet naar de MD gekopieerd mogen worden. TOC Reading Systeem Het deck is bezig met het controleren van de inhoudsopgave (TOC) van de MD. 1) Indien “REMOTE” onder andere omstandigheden in het uitleesvenster verschijnt, schakel dan het deck uit en schakel het daarna weer in. Tabel van Setup Menu Menuonderdeel Zie ook blz. Program? 23 13 LS(T) 14 Auto1) 25 S.Space 15 P.Hold 15 F.in 39 F.out 39 Pitch1) 38 Pfine1) 38 15 Opt1 of Coax1) 15 Opt2 of Opt1) 15 Aout1) 21 Sleep1) 39 Sleep 39 Keyboard?1) 43 LPstamp 12 1) Alleen de MDS-JE770 MiniDisc digitaal audiosysteem Disc MiniDisc Laser Halfgeleider-laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen MAX 44,6 µW1) 1) Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Eigenschappen laserdiode Materiaal: GaAlAs Toerental (CLV) 400 omw/min tot 900 omw/min Foutcorrectie ACIRC (Advanced Cross Interleave Reed Solomon Code) Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Codering ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic Coding)/ATRAC 3 Modulatiesysteem EFM (Eight-to-Fourteen Modulation) Aantal kanalen 2 stereokanalen Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz ±0,3 dB Signaal-ruisverhouding MDS-JE770: Meer dan 98 dB tijdens afspelen MDS-JE470: Meer dan 96 dB tijdens afspelen Wow en flutter Beneden meetbare limiet Ingangen ANALOG IN Type aansluitbus: stekkerbus Impedantie: 47 kilohm Nominaal ingangsvermogen: 500 mVrms Minimaal ingangsvermogen: 125 mVrms DIGITAL OPTICAL IN Type aansluiting: vierkante optische stekkerbus Impedantie: 660 nm (optische golflengte) DIGITAL COAXIAL IN (alleen Europees model MDS-JE770) Type aansluitbus: stekkerbus Impedantie: 75 ohm Nominaal ingangsvermogen: 0,5 Vp-p, ±20 % Aanvullende informatie T.Mark Ain1) Technische gegevens wordt vervolgd 51NL Technische gegevens (wordt vervolgd) Uitgangen PHONES (alleen de MDS-JE770) Type aansluitbus: stereotelefoonstekker Nominaal uitgangsvermogen: 28 mW Belastingsimpedantie: 32 ohm ANALOG OUT Type aansluitbus: stekkerbus Nominaal uitgangsvermogen: 2 Vrms (bij 50 kilohm) Belastingsimpedantie: meer dan 10 kilohm DIGITAL OPTICAL OUT (alleen de MDS-JE770) Type aansluiting: vierkante optische stekkerbus Nominaal uitgangsvermogen: –18 dBm Belastingsimpedantie: 660 nm (optische golflengte) Algemeen Stroomvoorziening Amerikaans en Canadees model: 120 V AC, 60 Hz Europees model: 230 V AC, 50/60 Hz Australisch model: 240 V AC, 50/60 Hz Hongkong-model: 220 – 240 V AC, 50/60 Hz Overige modellen: 110 – 120/220 – 240 V AC, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskiezer Stroomverbruik MDS-JE770: 15 W (in de wachtstand 0,5 W) MDS-JE470: 14 W (in de wachtstand 0,5 W) Afmetingen (circa) 430 × 95 × 285 mm (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars Gewicht (circa) MDS-JE770: 3,1 kg MDS-JE470: 3,0 kg 52NL Bijgeleverde accessoires Audio-aansluitsnoeren (2) Optische kabel (1) Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) Los verkrijgbare accessoires PCLK-MN10A Sony PC-aansluitset Gegevens over los verkrijgbare accessoires kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar voor nadere bijzonderheden. Amerikaanse en andere octrooien in licentie van Dolby Laboratories. Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Sony MDS-JE470 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor