Metabo KS 66 Plus Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

www.metabo.com Made in Germany
de Originalbetriebsanleitung 4
en Original instructions 11
fr Notice originale 17
nl Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 23
it Istruzioni originali 29
es Manual original 36
pt Manual original 43
sv Bruksanvisning i original 49
fi Alkuperäiset ohjeet 54
no Original bruksanvisning 60
da Original brugsanvisning 66
pl Instrukcja oryginalna 72
el Πρωτότυπες οδηγίες χρήσης 79
hu Eredeti használati utasítás 86
ru Оригинальное руководство по
эксплуатации 92
KS 66 Plus
KSE 68 Plus
NEDERLANDS nl
23
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording: Deze handcirkelzagen,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). Technische
documentatie bij *4) - zie pagina 3.
De machine is geschikt voor het zagen van hout,
kunststof en soortgelijke materialen.
De machine is niet bestemd voor invalzaagsnedes.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsinstructies dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING – Lees alle
veiligheidswaarschuwingen,
aanwijzingen, afbeeldingen en specificaties
die bij dit elektrische gereedschap worden
geleverd. Als de hieronder vermelde aanwijzingen
niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en aanwijzingen
voor toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch
gereedschap alleen met deze documenten aan
anderen door.
4.1 Het zagen
a) GEVAAR: Kom met uw handen niet in
het zaagbereik of aan het zaagblad. Houd
met uw tweede hand de extra handgreep of het
motorhuis vast. Wanneer u het zaagblad met
beide handen vasthoudt, kan het zaagblad geen
letsel aan uw handen veroorzaken.
b) Kom met uw handen niet onder het werkstuk.
Onder het werkstuk kan de beschermkap u niet
beschermen tegen het zaagblad.
c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan. Er dient minder dan een volle tandhoogte
onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
d) Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand
of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast
op een stabiele ondergrond. Het is van belang
het werkstuk goed te bevestigen om het risico van
lichaamscontact, het klemmen van het zaagblad of
het verlies van controle zo veel mogelijk tegen te
gaan.
e) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Contact met
een spanningsvoerende leiding zet ook de metalen
apparaatonderdelen van het elektrisch
gereedschap onder spanning en leidt tot een
elektrische schok.
f) Gebruik bij het zagen in de lengterichting
altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding.
Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de
mogelijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan.
g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
grootte en met de juiste opnameboring (bijv.
stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de
montagedelen van de zaag passen, lopen scheef
en leiden tot verlies van controle.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
zaagblad-onderlegschijfjes of -schroeven. De
zaagblad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn
speciaal voor uw zaag geconstrueerd, met het oog
op optimale prestaties en veiligheid.
4.2 Terugslag - oorzaken en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
- Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg
van een zaagblad dat blijft haken, klemt of
verkeerd is afgesteld. Deze reactie leidt ertoe dat
een ongecontroleerde zaag omhoogkomt en zich
uit het werkstuk in de richting van de bediener
beweegt;
- Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt te
zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het
geblokkeerd. Door de motorkracht wordt de zaag
dan in de richting van de bediener teruggeslagen;
- Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of
verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van de
achterste zaagbladkant in het oppervlak van het
werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit
de zaagvoeg naar buiten komt en terugspringt in
de richting van de bediener.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van de zaag. Een terugslag kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in zo'n positie dat u de kracht
van de terugslag kunt opvangen. Blijf altijd aan
de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat
het nooit in één lijn met uw lichaam komt. Bij
een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren
springen, maar de bediener kan de terugslag-
krachten beheersen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen.
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale veiligheidsinstructies
NEDERLANDSnl
24
c) Indien het zaagblad beklemd raakt of u het
werk onderbreekt, schakel de zaag dan uit en
houd hem rustig in het materiaal totdat het
zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer
nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of
hem naar achteren te trekken zolang het zaag-
blad beweegt, anders kan er een terugslag
plaatsvinden. Stel de oorzaak van het beklemd
raken van het zaagblad vast en hef deze op.
c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaagvoeg en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven
haken. Klemt het zaagblad, dan kan het uit het
werkstuk komen of een terugslag veroorzaken op
het moment dat de zaag opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van
een terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen
onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide
zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaag-
voeg als bij de rand.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaag-
bladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd afge-
stelde tanden resulteren door een te nauwe zaag-
voeg in een grotere wrijving, het klemmen van het
zaagblad en een terugslag.
f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het
zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad
beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag
op.
g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
„invalzaagsnedes“ in bestaande wanden of
andere gebieden die u niet kunt inzien. Het
invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen
objecten geblokkeerd raken en een terugslag
veroorzaken.
4.3 Functie van de onderste beschermkap
a) Controleer voor het gebruik altijd of de
onderste beschermkap correct sluit. Gebruik
de zaag niet wanneer de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen en niet
direct sluit. Klem of maak de onderste
beschermkap nooit vast in een geopende
positie. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond
valt, kan de onderste beschermkap worden
verbogen. Open de beschermkap met de hendelen
zorg ervoor dat de kap vrij beweegt en bij alle zaag-
hoeken en -dieptes niet het zaagblad of andere
delen raakt.
b) Controleer de functie van de veer bij de
onderste beschermkap. Gebruik de zaag niet
zolang de onderste beschermkap en veer niet
correct functioneren. Door beschadigde onder-
delen, kleverige afzettingen of ophopingen van
spanen werkt de onderste beschermkap trager.
c) Open de onderste beschermkap alleen met
de hand bij speciale zaagsnedes, zoals „inval-
en hoekzaagsnedes“. Open de onderste
beschermkap met de hendel (9) en laat deze
los zodra het zaagblad invalt in het werkstuk.
Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de
onderste beschermkap automatisch functioneren.
d) Leg de zaag nooit op de werkbank of op de
vloer zolang het zaagblad niet wordt bedekt
door de onderste beschermkap. Door een onbe-
schermd, nalopend zaagblad wordt de zaag tegen
de zaagrichting in bewogen en zaagt hij wat hij op
zijn weg tegenkomt. Let hierbij op de nalooptijd van
de zaag.
4.4 Extra veiligheidsinstructies voor alle
zagen met spouwmes
Functie van het spouwmes
a) Gebruik het bij het spouwmes passende
zaagblad. Opdat het spouwmes functioneert, moet
het stamblad van het zaagblad dunner zijn dan het
spouwmes en de tandbreedte meer dan de
spouwmesdikte bedragen.
b) Stel het spouwmes af volgens de
beschrijving in deze gebruiksaanwijzing.
Verkeerde afstanden, positie en afstelling kunnen
tot gevolg hebben dat het spouwmes een terugslag
niet effectief verhindert.
c) Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij
invalsnedes. Na het maken van de invalsnede
dient u het spouwmes weer te monteren. Het
spouwmes is storend bij invalsnedes en kan een
terugslag veroorzaken.
d) Zodat het spouwmes kan functioneren, moet
het zich in de zaagvoeg bevinden. Bij korte
zaagsnedes heeft het spouwmes geen invloed bij
het voorkomen van een terugslag.
e) Gebruik de zaag niet als het spouwmes
verbogen is. Een kleine storing kan al een
vertragende werking hebben op het sluiten van het
zaagblad.
4.5 Overige veiligheidsvoorschriften
Gebruik geen slijpschijven.
Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaam-
heden uitgevoerd worden, de stekker uit het stop-
contact halen.
Pak de draaiende onderdelen van de machine niet
vast! Verwijder spanen en dergelijke uitsluitend bij
een uitgeschakelde en stilstaande machine.
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Asvergrendelingsknop alleen bij stilstaande motor
indrukken.
Het zaagblad mag niet door zijwaartse tegendruk
afgeremd worden.
De beweeglijke beschermkap mag bij het zagen
niet in de teruggetrokken positie worden vastge-
klemd.
De beschermkap moet vrij bewogen kunnen
worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de
eindstand terugkeren.
Bij het zagen van materialen met sterke stofontwik-
keling moet de machine regelmatig gereinigd
worden. Het correct functioneren van de veilig-
NEDERLANDS nl
25
heidsinrichtingen (bijv. de beweeglijke
beschermkap) moet gewaarborgd zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen.
Tijdens het werk steeds erop letten dat er niet in
spijkers e.d. gezaagd wordt.
Bij het blokkeren van het zaagblad onmiddellijk de
motor uitschakelen.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te
zagen.
Tijdens het bewerken moet het werkstuk goed vast-
liggen en beveiligd zijn tegen verschuiven.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te
zagen materiaal.
Verharste of met lijmresten vervuilde zaag-
bladen schoonmaken. Vuile zaagbladen leiden
tot een hogere wrijving, het beklemd raken van het
zaagblad en een verhoogd risico van terugslag.
Zorg ervoor dat de zaagtanden niet oververhit
raken. Voorkom dat het materiaal bij het zagen
van kunststof smelt. Gebruik een zaagblad dat
geschikt is voor het te zagen materiaal.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1Voetplaat
2 Instelschroeven voor spelingsvrij glijden op de
geleiderail (geleiderail niet in leveringsomvang,
zie het hoofdstuk Accessoires)
3 Arrêteerschroeven (parallelaanslag)
4 Schaal (hoek voor schuin zagen)
5 Zaaglijnaanwijzer
6 Arrêteerschroeven (voor schuin zagen)
7 Parallelaanslag
8 Extra handgreep
9 Hendel (voor het terugdraaien van de
beweeglijke beschermkap) *
10 Kabelinvoer
11 Blokkeerknop (inschakelen)
12 Drukschakelaar (in- en uitschakelen)
13 Handgreep
14 Aansluitstuk (
spaanafvoer)
15 Signaalaankondiging *
16 Stelknop voor de voorinstelling toerental *
17 Binnenzeskantschroef (voor de
splijtwiginstelling)
18 Splijtwig
19 Markering (buitendiameter zaagblad)
20 Binnenste zaagbladflens
21 Beweeglijke beschermkap
22 Zaagblad
23 Buitenste zaagbladflens
24 Zaagblad-bevestigingsschroef
25 Stelschroef (zaagbladhoek afstellen)
26 Contramoer (zaagbladhoek afstellen)
27 Ringsleutel
28 Arrêteerschroef (
voor het instellen van de
zaagsnedediepte
)
29 Schaal (zaagdiepte)
30 Spindelvastzetknop
* afhankelijk van de uitvoering
Metabo S-automatic veiligheidskoppeling:
Wanneer het gereedschap blijft klemmen of
haken, wordt de krachtstroom naar de motor
begrensd. Vanwege de daarbij optredende
sterke krachten de machine altijd met beide
handen aan de hiervoor bestemde handgrepen
vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en
geconcentreerd werken.
5. Overzicht
6. Bijzondere productkenmerken
NEDERLANDSnl
26
Snelstop van het zaagblad bij het uitschakelen
van de machine door mechanische
veiligheidsrem (alleen KSE 68 Plus)
Stabiele geleideplaat van licht magnesium-
spuitgietwerk
Handgreep met slipvaste rubberen bekleding
met trillingsdemping.
Dubbelgeleide parallelaanslag, links en rechts
toe te passen voor veelzijdige
gebruiksmogelijkheden
Blokkering tegen onbedoeld inschakelen van de
machine
Smeersysteem voor een lange levensduur van
de tandwielkast
Vario-Tacho-Constamatic (VTC)-volledige
golfelectronica voor een traploze verandering
van het toerental. Bij belasting blijft het toerental
automatisch constant (alleen KSE 68 Plus)
Stelknop voor de voorinstelling van het toerental
(alleen KSE 68 Plus)
Beveiliging tegen overbelasting door
elektronische bewaking van de
wikkelingstemperatuur. Lichtsignaal bij een
aankomende overbelasting (alleen KSE 68 Plus)
Externe afzuiging mogelijk: er kan een
afzuigapparaat worden aangesloten
Uitschakelkoolborstels ter bescherming van de
motor
Geleiderail als accessoire leverbaar (Bestelnr.
6.31213)
Fijnafstelling van de machine zonder
gereedschap bij gebruik met de geleiderail
6.31213
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Stekker uit het stopcontact trekken voordat er
enige instellingen of
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
7.1 Splijtwig instellen
De splijtwig (18) voorkomt dat het hout zich tijdens
het zagen achter het zaagblad sluit en het zaagblad
inklemt. Daardoor zou een terugslag kunnen
ontstaan.
De splijtwig moet zodanig ingesteld zijn dat de
afstand tussen zijn inwendige ronding en de
tandkrans van het zaagblad niet groter dan 5 mm is.
De splijtwig zo instellen dat het diepste punt van het
zaagblad niet meer dan 5 mm onder de onderkant
van de splijtwig uitsteekt. Zie afbeelding pagina 2.
Voor het verstellen de binnenzeskantschroef (17)
losdraaien, de juiste afstanden tot het zaagblad
instellen en de binnenzeskantschroef weer
vastdraaien.
7.2 Zaagdiepte instellen
Voor het instellen de arrêteerschroef (28)
losdraaien. Het motordeel tegen de geleideplaat (1)
tillen of laten zakken. De ingestelde zaagdiepte kan
op de schaal (29) afgelezen worden. De
arrêteerschroef (28) weer vastdraaien.
De meest effectieve instelling van de zaagdiepte is
zodanig dat de tanden van het zaagblad met niet
meer dan een halve tandhoogte onder het werkstuk
uitsteken. Zie afbeelding pagina 3.
De spankracht van de arrêteerschroef (28) kan
worden ingesteld. Hiervoor de schroef van de
hendel draaien. De hendel afnemen en tegen de
klok in verspringend terugplaatsen. Met de schroef
bevestigen. Er dient op te worden gelet dat de
diepte van de zaagsnede bij een geopende hendel
gemakkelijk ingesteld kan worden.
7.3 Zaagblad schuin zetten voor schuin
zagen
Voor het instellen de beide arrêteerschroeven (6)
losdraaien. Het motordeel tegen de geleiderail
neigen. De ingestelde hoek kan op de schaal (4)
afgelezen worden. Eerst de voorste en dan de
achterste arrêteerschroef (6) weer vastdraaien.
7.4 Zaagbladhoek corrigeren
De
zaagbladhoek is in de fabriek ingesteld.
Wanneer het zaagblad bij 0° zich niet in een rechte
hoek t.o.v. de geleiderail bevindt: De
arrêteerschroeven (6) losdraaien. De contramoer
(26) losdraaien en met de stelschroef (25) de
zaagbladhoek corrigeren. Vervolgens de
contramoer weer vastdraaien. De beide
arrêteerschroeven (6) weer vastdraaien.
7.5 Toerental voorinstellen
Met de stelknop (16) het toerental instellen.
Aanbevolen toerental, zie pag. 2.
7.6 Afzuigaansluiting / Spaanafvoer instellen
De aansluiting (14) kan voor het afzuigen of de
spaanafvoer in de gewenste stand gedraaid
worden. Hiervoor de aansluiting tot aan de aanslag
inschuiven, draaien en weer uittrekken. De
aansluiting kan in 45° stappen draaibestendig
vastgezet worden.
Afzuiging van zaagspanen:
Voor het afzuigen van zaagspanen een geschikt
afzuigapparaat met afzuigslang op de machine
aansluiten.
8.1 In- en uitschakelen
Inschakelen: blokkeerknop (11) indrukken en
vasthouden, de drukschakelaar (12) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (12) loslaten.
8.2 Signaalaankondiging (KSE 68 Plus)
De signaalaankondiging (15) licht tijdens het
inschakelen kort op en geeft aan dat het apparaat
ingeschakeld is. Licht de signaalaankondiging
7. Inbedrijfstelling, instellen
8. Gebruik
NEDERLANDS nl
27
tijdens het werk op, dan wordt er een overbelasting
gesignaliseerd. De machine ontlasten.
8.3 Tips voor het werk
Het netsnoer zo leggen dat de zaagsnede
ongehinderd kan worden uitgevoerd.
Het netsnoer kan hiervoor via de kabelinvoer (10)
worden geleid.
De markeringen (19) dienen als hulp bij het
aanzetten tegen het werkstuk en bij het zagen. Bij
de maximale zaagdiepte wordt bij benadering de
buitendiameter van het zaagblad en daarmee het
zaagbereik gemarkeerd.
Schakel de machine niet in of uit terwijl het
zaagblad het werkstuk raakt.
Laat het zaagblad eerst het volle toerental
bereiken voordat u de snede uitvoert.
Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de
beweeglijke beschermkap door het werkstuk
teruggedraaid.
KSE 68 Plus: Om het aanzetten tegen het werkstuk
te vergemakkelijken kan de beweeglijke
beschermkap handmatig met de hendel (9)
teruggedraaid worden.
Tijdens het zagen de machine niet uit het
materiaal nemen wanneer het zaagblad
draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen.
Bij blokkeren van het zaagblad de machine
onmiddellijk uitschakelen.
Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de
zaaglijn-aanwijzer (5). De breedte van de zaaglijn-
aanwijzer komt ongeveer overeen met de breedte
van het zaagblad.
Zagen volgens een aan het werkstuk
bevestigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen,
kan men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de
handcirkelzaag met behulp van de geleideplaat
(1)langs deze lijst leiden.
Zagen met parallelaanslag:
Voor snedes parallel aan een rechte kant.
De parallelaanslag (7) kan vanaf weerskanten in de
houder geplaatst worden. Bij het instellen letten
op de parallelliteit t.o.v. het zaagblad. Eerst de
voorste en dan de achterste arrêteerschroef (3)
vastdraaien. De nauwkeurige zaagbreedte kan het
beste vastgesteld worden aan de hand van een
proefzaagsnede.
Voor zaagsnedes parallel aan een rechte rand van
het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat
de aanslaglijst naar beneden wijst.
Voor zaagsnedes parallel aan een rechte kant op
het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat
de aanslaglijst naar boven wijst.
8.4 Zagen met geleiderail 6.31213
Voor op de millimeter precieze, rechte en
splintervrije snijkanten. De antisliplaag zorgt voor
een veilig plaatsen van de geleideplaat op het
werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak
tegen krassen. Door aanslagen op de geleiderail
kan de machine bij invalsnedes worden aangelegd
en kunnen zaagsnedes met gelijkblijvende lengte
worden uitgevoerd.
Geleiderail 6.31213 z
ie het hoofdstuk Accessoires.
De parallelaanslag (7) kan, afhankelijk van de
toepassing en de breedte van de houtstroken, van
rechts of links in de opberghouder worden
geplaatst.
Zagen van zeer smalle stroken hout:
De parallelaanslag (7) van rechts in de
opberghouder plaatsen.
De machine regelmatig reinigen. Daarbij de
ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger
uitzuigen. De beweeglijke beschermkap (21) regel-
matig met perslucht reinigen (veiligheidsbril
dragen). Deze moet vrij bewogen kunnen worden
en automatisch, gemakkelijk en exact in de eind-
stand terugkeren.
Zaagbladwissel
Stekker uit het stopcontact trekken, voordat
enige instelling of
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden.
- De asvergrendelingsknop (30) indrukken en
vasthouden. Zaagas langzaam met de in de
zaagblad-bevestigingsschroef (24) geplaatste
ringsleutel draaien, tot de vergrendeling vastklikt.
- De zaagblad-bevestigingschroef (24) tegen de
klok in uitdraaien.
- De buitenste zaagbladflens (23) aanbrengen. De
beweeglijke beschermkap (21) terugtrekken en
het zaagblad (22) wegnemen.
- De steunvlakken tussen de binnenste
zaagbladflens (20), het zaagblad (22), de
buitenste zaagbladflens (23) en zaagblad-
bevestigingsschroef (24) moeten schoon zijn.
Voor een goede werking van de
veiligheidskoppeling moet de zaagblad-
bevestigingschroef (24) bij het contactvlak met
het zaagblad met een dunne vetfilm bedekt
zijn. Met een multi-purpose vet (DIN 51825 - ME
/ HC 3/4 K -30) bijvetten.
- Nieuw zaagblad plaatsen. Letten op juiste
draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op
zaagblad en beschermkap aangegeven.
- De buitenste zaagbladflens (23) aanbrengen.
- De zaagblad-bevestigingsschroef (24) goed
vastdraaien.
Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen
gebruiken. Geen gebarsten of vervormde
zaagbladen gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken waarvan het
basiselement dikker of waarvan de
zaagbreedte kleiner is dan de dikte van de splijtwig.
Geen zaagbladen van hooggelegeerd
snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen
aan de karakteristieken.
9. Handige tips
10. Onderhoud
NEDERLANDSnl
28
Het zaagblad moet geschikt zijn voor het
onbelaste toerental.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het
te zagen materiaal.
Zaagbladen die zijn ontworpen voor het zagen
van hout of dergelijke materialen, moeten
voldoen aan EN 847-1.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet accessoireprogramma zie
www.metabo.com of hoofdcatalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd!
Een defecte stroomkabel mag alleen worden
vervangen door een speciale, orginele beschermde
stroomkabel van Metabo. Dit is verkrijgbaar via de
Metabo Service.
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrische
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
inzake gebruikte elektrische en elektronische appa-
raten en de vertaling hiervan in de nationale wetge-
ving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu-
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting bij de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen en technische verbeteringen
voorbehouden.
P
1
=nominaal ingangsvermogen
P
2
=afgegeven vermogen
n
0
* =nullasttoerental
n
1
* =toerental onder belasting
T
90°
=max. zaagdiepte (90°)
T
45°
=max. zaagdiepte (45°)
A =hoek voor schuin zagen instelbaar
D =zaagbladdiameter
d =zaagblad-asgatdiameter
a = max. basiselementdikte van het zaagblad
b =snijkantbreedte van het zaagblad
c =splijtwigdikte
m=gewicht
Meetgegevens volgens de norm EN 62841.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van de
emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch gereed-
schap of het inzetgereedschap kan de daadwerke-
lijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor
de beoordeling pauzes en fases met een lagere
belasting in aanmerking. Bepaal op basis van de
overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden de
maatregelen ter bescherming van de gebruiker,
bijv. organisatorische maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 62841:
a
h, D
=trillingsemissiewaarde
(zagen van spaanplaat)
K
h,D
=onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!
* Energierijke hoogfrequente storingen kunnen
toerentalschommelingen veroorzaken. Deze
verdwijnen weer zodra de storingen afgenomen
zijn.
11. Toebehoren
12. Reparatie
13. Milieubescherming
14. Technische gegevens

Documenttranscriptie

KS 66 Plus KSE 68 Plus de en fr nl it es pt sv Originalbetriebsanleitung 4 Original instructions 11 Notice originale 17 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 23 Istruzioni originali 29 Manual original 36 Manual original 43 Bruksanvisning i original 49 www.metabo.com fi no da pl el hu ru Alkuperäiset ohjeet 54 Original bruksanvisning 60 Original brugsanvisning 66 Instrukcja oryginalna 72 Πρωτότυπες οδηγίες χρήσης 79 Eredeti használati utasítás 86 Оригинальное руководство по эксплуатации 92 Made in Germany Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording: Deze handcirkelzagen, geïdentificeerd door type en serienummer *1), voldoen aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen *2) en normen *3). Technische documentatie bij *4) - zie pagina 3. 2. Gebruik volgens de voorschriften De machine is geschikt voor het zagen van hout, kunststof en soortgelijke materialen. De machine is niet bestemd voor invalzaagsnedes. Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsinstructies dienen te worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsvoorschriften Let ter bescherming van uzelf en de machine op de met dit symbool aangegeven passages! WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaanwijzing om het risico van letsel te verminderen. WAARSCHUWING – Lees alle veiligheidswaarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en specificaties die bij dit elektrische gereedschap worden geleverd. Als de hieronder vermelde aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en aanwijzingen voor toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsinstructies 4.1 Het zagen a) GEVAAR: Kom met uw handen niet in het zaagbereik of aan het zaagblad. Houd met uw tweede hand de extra handgreep of het motorhuis vast. Wanneer u het zaagblad met beide handen vasthoudt, kan het zaagblad geen letsel aan uw handen veroorzaken. b) Kom met uw handen niet onder het werkstuk. Onder het werkstuk kan de beschermkap u niet beschermen tegen het zaagblad. c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er dient minder dan een volle tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn. NEDERLANDS nl d) Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast op een stabiele ondergrond. Het is van belang het werkstuk goed te bevestigen om het risico van lichaamscontact, het klemmen van het zaagblad of het verlies van controle zo veel mogelijk tegen te gaan. e) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Contact met een spanningsvoerende leiding zet ook de metalen apparaatonderdelen van het elektrisch gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok. f) Gebruik bij het zagen in de lengterichting altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding. Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de mogelijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan. g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste grootte en met de juiste opnameboring (bijv. stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de zaag passen, lopen scheef en leiden tot verlies van controle. h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaagblad-onderlegschijfjes of -schroeven. De zaagblad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn speciaal voor uw zaag geconstrueerd, met het oog op optimale prestaties en veiligheid. 4.2 Terugslag - oorzaken en bijbehorende veiligheidsvoorschriften - Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een zaagblad dat blijft haken, klemt of verkeerd is afgesteld. Deze reactie leidt ertoe dat een ongecontroleerde zaag omhoogkomt en zich uit het werkstuk in de richting van de bediener beweegt; - Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt te zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het geblokkeerd. Door de motorkracht wordt de zaag dan in de richting van de bediener teruggeslagen; - Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van de achterste zaagbladkant in het oppervlak van het werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit de zaagvoeg naar buiten komt en terugspringt in de richting van de bediener. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd gebruik van de zaag. Een terugslag kan worden voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd de zaag met beide handen vast en breng uw armen in zo'n positie dat u de kracht van de terugslag kunt opvangen. Blijf altijd aan de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat het nooit in één lijn met uw lichaam komt. Bij een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren springen, maar de bediener kan de terugslagkrachten beheersen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen. 23 nl NEDERLANDS c) Indien het zaagblad beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel de zaag dan uit en houd hem rustig in het materiaal totdat het zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of hem naar achteren te trekken zolang het zaagblad beweegt, anders kan er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak van het beklemd raken van het zaagblad vast en hef deze op. c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaagvoeg en controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven haken. Klemt het zaagblad, dan kan het uit het werkstuk komen of een terugslag veroorzaken op het moment dat de zaag opnieuw wordt gestart. d) Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag door een klemmend zaagblad te verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaagvoeg als bij de rand. e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd afgestelde tanden resulteren door een te nauwe zaagvoeg in een grotere wrijving, het klemmen van het zaagblad en een terugslag. f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaaghoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag op. g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij „invalzaagsnedes“ in bestaande wanden of andere gebieden die u niet kunt inzien. Het invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten geblokkeerd raken en een terugslag veroorzaken. 4.3 Functie van de onderste beschermkap a) Controleer voor het gebruik altijd of de onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag niet wanneer de onderste beschermkap niet vrij kan bewegen en niet direct sluit. Klem of maak de onderste beschermkap nooit vast in een geopende positie. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond valt, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Open de beschermkap met de hendelen zorg ervoor dat de kap vrij beweegt en bij alle zaaghoeken en -dieptes niet het zaagblad of andere delen raakt. b) Controleer de functie van de veer bij de onderste beschermkap. Gebruik de zaag niet zolang de onderste beschermkap en veer niet correct functioneren. Door beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of ophopingen van spanen werkt de onderste beschermkap trager. c) Open de onderste beschermkap alleen met de hand bij speciale zaagsnedes, zoals „invalen hoekzaagsnedes“. Open de onderste beschermkap met de hendel (9) en laat deze los zodra het zaagblad invalt in het werkstuk. Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de 24 onderste beschermkap automatisch functioneren. d) Leg de zaag nooit op de werkbank of op de vloer zolang het zaagblad niet wordt bedekt door de onderste beschermkap. Door een onbeschermd, nalopend zaagblad wordt de zaag tegen de zaagrichting in bewogen en zaagt hij wat hij op zijn weg tegenkomt. Let hierbij op de nalooptijd van de zaag. 4.4 Extra veiligheidsinstructies voor alle zagen met spouwmes Functie van het spouwmes a) Gebruik het bij het spouwmes passende zaagblad. Opdat het spouwmes functioneert, moet het stamblad van het zaagblad dunner zijn dan het spouwmes en de tandbreedte meer dan de spouwmesdikte bedragen. b) Stel het spouwmes af volgens de beschrijving in deze gebruiksaanwijzing. Verkeerde afstanden, positie en afstelling kunnen tot gevolg hebben dat het spouwmes een terugslag niet effectief verhindert. c) Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij invalsnedes. Na het maken van de invalsnede dient u het spouwmes weer te monteren. Het spouwmes is storend bij invalsnedes en kan een terugslag veroorzaken. d) Zodat het spouwmes kan functioneren, moet het zich in de zaagvoeg bevinden. Bij korte zaagsnedes heeft het spouwmes geen invloed bij het voorkomen van een terugslag. e) Gebruik de zaag niet als het spouwmes verbogen is. Een kleine storing kan al een vertragende werking hebben op het sluiten van het zaagblad. 4.5 Overige veiligheidsvoorschriften Gebruik geen slijpschijven. Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit het stopcontact halen. Pak de draaiende onderdelen van de machine niet vast! Verwijder spanen en dergelijke uitsluitend bij een uitgeschakelde en stilstaande machine. Draag oordoppen. Draag een veiligheidsbril. Asvergrendelingsknop alleen bij stilstaande motor indrukken. Het zaagblad mag niet door zijwaartse tegendruk afgeremd worden. De beweeglijke beschermkap mag bij het zagen niet in de teruggetrokken positie worden vastgeklemd. De beschermkap moet vrij bewogen kunnen worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de eindstand terugkeren. Bij het zagen van materialen met sterke stofontwikkeling moet de machine regelmatig gereinigd worden. Het correct functioneren van de veilig- NEDERLANDS nl heidsinrichtingen (bijv. de beweeglijke beschermkap) moet gewaarborgd zijn. Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest). Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen. Tijdens het werk steeds erop letten dat er niet in spijkers e.d. gezaagd wordt. Bij het blokkeren van het zaagblad onmiddellijk de motor uitschakelen. Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. Tijdens het bewerken moet het werkstuk goed vastliggen en beveiligd zijn tegen verschuiven. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. Verharste of met lijmresten vervuilde zaagbladen schoonmaken. Vuile zaagbladen leiden tot een hogere wrijving, het beklemd raken van het zaagblad en een verhoogd risico van terugslag. Zorg ervoor dat de zaagtanden niet oververhit raken. Voorkom dat het materiaal bij het zagen van kunststof smelt. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. De stofbelasting verminderen: WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes die worden geproduceerd bij het schuren, zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze chemicaliën zijn: - lood van gelode verf, - mineraalstof van bakstenen, cement en andere metselwerkmaterialen, en - arseen en chroom uit chemisch behandeld hout. Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen: Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van microscopische deeltjes. Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam komen. Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in acht die van toepassing zijn op uw materiaal, personeel, toepassing en locatie (bijv. gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, verwijdering). Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de omgeving. Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht. Gebruik een geschikte stofafzuiging. Verminder de stofbelasting door: - de vrijkomende deeltjes en de af te voeren luchtstroom van de machine niet op de gebruiker zelf of in de buurt aanwezige personen of op neergeslagen stof te richten, - een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te gebruiken, - de werkplek goed te ventileren en door te stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen wervelt het stof op. - Zuig of was de beschermende kleding. Niet uitblazen, uitslaan of uitborstelen. 5. Overzicht Zie pagina 2. 1 Voetplaat 2 Instelschroeven voor spelingsvrij glijden op de geleiderail (geleiderail niet in leveringsomvang, zie het hoofdstuk Accessoires) 3 Arrêteerschroeven (parallelaanslag) 4 Schaal (hoek voor schuin zagen) 5 Zaaglijnaanwijzer 6 Arrêteerschroeven (voor schuin zagen) 7 Parallelaanslag 8 Extra handgreep 9 Hendel (voor het terugdraaien van de beweeglijke beschermkap) * 10 Kabelinvoer 11 Blokkeerknop (inschakelen) 12 Drukschakelaar (in- en uitschakelen) 13 Handgreep 14 Aansluitstuk (spaanafvoer) 15 Signaalaankondiging * 16 Stelknop voor de voorinstelling toerental * 17 Binnenzeskantschroef (voor de splijtwiginstelling) 18 Splijtwig 19 Markering (buitendiameter zaagblad) 20 Binnenste zaagbladflens 21 Beweeglijke beschermkap 22 Zaagblad 23 Buitenste zaagbladflens 24 Zaagblad-bevestigingsschroef 25 Stelschroef (zaagbladhoek afstellen) 26 Contramoer (zaagbladhoek afstellen) 27 Ringsleutel 28 Arrêteerschroef (voor het instellen van de zaagsnedediepte) 29 Schaal (zaagdiepte) 30 Spindelvastzetknop * afhankelijk van de uitvoering 6. Bijzondere productkenmerken • Metabo S-automatic veiligheidskoppeling: Wanneer het gereedschap blijft klemmen of haken, wordt de krachtstroom naar de motor begrensd. Vanwege de daarbij optredende sterke krachten de machine altijd met beide handen aan de hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd werken. 25 nl NEDERLANDS • Snelstop van het zaagblad bij het uitschakelen van de machine door mechanische veiligheidsrem (alleen KSE 68 Plus) • Stabiele geleideplaat van licht magnesiumspuitgietwerk • Handgreep met slipvaste rubberen bekleding met trillingsdemping. • Dubbelgeleide parallelaanslag, links en rechts toe te passen voor veelzijdige gebruiksmogelijkheden • Blokkering tegen onbedoeld inschakelen van de machine • Smeersysteem voor een lange levensduur van de tandwielkast • Vario-Tacho-Constamatic (VTC)-volledige golfelectronica voor een traploze verandering van het toerental. Bij belasting blijft het toerental automatisch constant (alleen KSE 68 Plus) • Stelknop voor de voorinstelling van het toerental (alleen KSE 68 Plus) • Beveiliging tegen overbelasting door elektronische bewaking van de wikkelingstemperatuur. Lichtsignaal bij een aankomende overbelasting (alleen KSE 68 Plus) • Externe afzuiging mogelijk: er kan een afzuigapparaat worden aangesloten • Uitschakelkoolborstels ter bescherming van de motor • Geleiderail als accessoire leverbaar (Bestelnr. 6.31213) • Fijnafstelling van de machine zonder gereedschap bij gebruik met de geleiderail 6.31213 7. Inbedrijfstelling, instellen Controleer voordat de machine in gebruik wordt genomen of de op het typeplaatje aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning. Stekker uit het stopcontact trekken voordat er enige instellingen of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. 26 7.1 Splijtwig instellen De splijtwig (18) voorkomt dat het hout zich tijdens het zagen achter het zaagblad sluit en het zaagblad inklemt. Daardoor zou een terugslag kunnen ontstaan. De splijtwig moet zodanig ingesteld zijn dat de afstand tussen zijn inwendige ronding en de tandkrans van het zaagblad niet groter dan 5 mm is. De splijtwig zo instellen dat het diepste punt van het zaagblad niet meer dan 5 mm onder de onderkant van de splijtwig uitsteekt. Zie afbeelding pagina 2. Voor het verstellen de binnenzeskantschroef (17) losdraaien, de juiste afstanden tot het zaagblad instellen en de binnenzeskantschroef weer vastdraaien. 7.2 Zaagdiepte instellen Voor het instellen de arrêteerschroef (28) losdraaien. Het motordeel tegen de geleideplaat (1) tillen of laten zakken. De ingestelde zaagdiepte kan op de schaal (29) afgelezen worden. De arrêteerschroef (28) weer vastdraaien. De meest effectieve instelling van de zaagdiepte is zodanig dat de tanden van het zaagblad met niet meer dan een halve tandhoogte onder het werkstuk uitsteken. Zie afbeelding pagina 3. De spankracht van de arrêteerschroef (28) kan worden ingesteld. Hiervoor de schroef van de hendel draaien. De hendel afnemen en tegen de klok in verspringend terugplaatsen. Met de schroef bevestigen. Er dient op te worden gelet dat de diepte van de zaagsnede bij een geopende hendel gemakkelijk ingesteld kan worden. 7.3 Zaagblad schuin zetten voor schuin zagen Voor het instellen de beide arrêteerschroeven (6) losdraaien. Het motordeel tegen de geleiderail neigen. De ingestelde hoek kan op de schaal (4) afgelezen worden. Eerst de voorste en dan de achterste arrêteerschroef (6) weer vastdraaien. 7.4 Zaagbladhoek corrigeren De zaagbladhoek is in de fabriek ingesteld. Wanneer het zaagblad bij 0° zich niet in een rechte hoek t.o.v. de geleiderail bevindt: De arrêteerschroeven (6) losdraaien. De contramoer (26) losdraaien en met de stelschroef (25) de zaagbladhoek corrigeren. Vervolgens de contramoer weer vastdraaien. De beide arrêteerschroeven (6) weer vastdraaien. 7.5 Toerental voorinstellen Met de stelknop (16) het toerental instellen. Aanbevolen toerental, zie pag. 2. 7.6 Afzuigaansluiting / Spaanafvoer instellen De aansluiting (14) kan voor het afzuigen of de spaanafvoer in de gewenste stand gedraaid worden. Hiervoor de aansluiting tot aan de aanslag inschuiven, draaien en weer uittrekken. De aansluiting kan in 45° stappen draaibestendig vastgezet worden. Afzuiging van zaagspanen: Voor het afzuigen van zaagspanen een geschikt afzuigapparaat met afzuigslang op de machine aansluiten. 8. Gebruik 8.1 In- en uitschakelen Inschakelen: blokkeerknop (11) indrukken en vasthouden, de drukschakelaar (12) indrukken. Uitschakelen: drukschakelaar (12) loslaten. 8.2 Signaalaankondiging (KSE 68 Plus) De signaalaankondiging (15) licht tijdens het inschakelen kort op en geeft aan dat het apparaat ingeschakeld is. Licht de signaalaankondiging NEDERLANDS nl tijdens het werk op, dan wordt er een overbelasting gesignaliseerd. De machine ontlasten. 8.3 Tips voor het werk Het netsnoer zo leggen dat de zaagsnede ongehinderd kan worden uitgevoerd. Het netsnoer kan hiervoor via de kabelinvoer (10) worden geleid. De markeringen (19) dienen als hulp bij het aanzetten tegen het werkstuk en bij het zagen. Bij de maximale zaagdiepte wordt bij benadering de buitendiameter van het zaagblad en daarmee het zaagbereik gemarkeerd. Schakel de machine niet in of uit terwijl het zaagblad het werkstuk raakt. Laat het zaagblad eerst het volle toerental bereiken voordat u de snede uitvoert. Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de beweeglijke beschermkap door het werkstuk teruggedraaid. KSE 68 Plus: Om het aanzetten tegen het werkstuk te vergemakkelijken kan de beweeglijke beschermkap handmatig met de hendel (9) teruggedraaid worden. Tijdens het zagen de machine niet uit het materiaal nemen wanneer het zaagblad draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen. Bij blokkeren van het zaagblad de machine onmiddellijk uitschakelen. Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de zaaglijn-aanwijzer (5). De breedte van de zaaglijnaanwijzer komt ongeveer overeen met de breedte van het zaagblad. Zagen volgens een aan het werkstuk bevestigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen, kan men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de handcirkelzaag met behulp van de geleideplaat (1)langs deze lijst leiden. Zagen met parallelaanslag: Voor snedes parallel aan een rechte kant. De parallelaanslag (7) kan vanaf weerskanten in de houder geplaatst worden. Bij het instellen letten op de parallelliteit t.o.v. het zaagblad. Eerst de voorste en dan de achterste arrêteerschroef (3) vastdraaien. De nauwkeurige zaagbreedte kan het beste vastgesteld worden aan de hand van een proefzaagsnede. Voor zaagsnedes parallel aan een rechte rand van het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat de aanslaglijst naar beneden wijst. Voor zaagsnedes parallel aan een rechte kant op het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat de aanslaglijst naar boven wijst. 8.4 Zagen met geleiderail 6.31213 Voor op de millimeter precieze, rechte en splintervrije snijkanten. De antisliplaag zorgt voor een veilig plaatsen van de geleideplaat op het werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak tegen krassen. Door aanslagen op de geleiderail kan de machine bij invalsnedes worden aangelegd en kunnen zaagsnedes met gelijkblijvende lengte worden uitgevoerd. Geleiderail 6.31213 zie het hoofdstuk Accessoires. 9. Handige tips De parallelaanslag (7) kan, afhankelijk van de toepassing en de breedte van de houtstroken, van rechts of links in de opberghouder worden geplaatst. Zagen van zeer smalle stroken hout: De parallelaanslag (7) van rechts in de opberghouder plaatsen. 10. Onderhoud De machine regelmatig reinigen. Daarbij de ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger uitzuigen. De beweeglijke beschermkap (21) regelmatig met perslucht reinigen (veiligheidsbril dragen). Deze moet vrij bewogen kunnen worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de eindstand terugkeren. Zaagbladwissel Stekker uit het stopcontact trekken, voordat enige instelling of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden. - De asvergrendelingsknop (30) indrukken en vasthouden. Zaagas langzaam met de in de zaagblad-bevestigingsschroef (24) geplaatste ringsleutel draaien, tot de vergrendeling vastklikt. - De zaagblad-bevestigingschroef (24) tegen de klok in uitdraaien. - De buitenste zaagbladflens (23) aanbrengen. De beweeglijke beschermkap (21) terugtrekken en het zaagblad (22) wegnemen. - De steunvlakken tussen de binnenste zaagbladflens (20), het zaagblad (22), de buitenste zaagbladflens (23) en zaagbladbevestigingsschroef (24) moeten schoon zijn. Voor een goede werking van de veiligheidskoppeling moet de zaagbladbevestigingschroef (24) bij het contactvlak met het zaagblad met een dunne vetfilm bedekt zijn. Met een multi-purpose vet (DIN 51825 - ME / HC 3/4 K -30) bijvetten. - Nieuw zaagblad plaatsen. Letten op juiste draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op zaagblad en beschermkap aangegeven. - De buitenste zaagbladflens (23) aanbrengen. - De zaagblad-bevestigingsschroef (24) goed vastdraaien. Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen gebruiken. Geen gebarsten of vervormde zaagbladen gebruiken. Geen zaagbladen gebruiken waarvan het basiselement dikker of waarvan de zaagbreedte kleiner is dan de dikte van de splijtwig. Geen zaagbladen van hooggelegeerd snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken. Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen aan de karakteristieken. 27 nl NEDERLANDS Het zaagblad moet geschikt zijn voor het onbelaste toerental. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. Zaagbladen die zijn ontworpen voor het zagen van hout of dergelijke materialen, moeten voldoen aan EN 847-1. 11. Toebehoren Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren. Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en kenmerken. Compleet accessoireprogramma zie www.metabo.com of hoofdcatalogus. 12. Reparatie Reparaties aan elektrisch gereedschap mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd! Een defecte stroomkabel mag alleen worden vervangen door een speciale, orginele beschermde stroomkabel van Metabo. Dit is verkrijgbaar via de Metabo Service. Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u downloaden via www.metabo.com. 13. Milieubescherming Neem de nationale voorschriften in acht voor een milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrische gereedschap nooit met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. 14. Technische gegevens Toelichting bij de gegevens van pagina 3. Wijzigingen en technische verbeteringen voorbehouden. P1 = nominaal ingangsvermogen P2 = afgegeven vermogen n0* = nullasttoerental n1* = toerental onder belasting T90° = max. zaagdiepte (90°) T45° = max. zaagdiepte (45°) A = hoek voor schuin zagen instelbaar D = zaagbladdiameter = zaagblad-asgatdiameter 28 d a = max. basiselementdikte van het zaagblad b = snijkantbreedte van het zaagblad c = splijtwigdikte m = gewicht Meetgegevens volgens de norm EN 62841. Machine van beveiligingsklasse II ~ Wisselstroom De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de toepasselijke norm). Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en fases met een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op basis van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden de maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 62841: ah, D = trillingsemissiewaarde (zagen van spaanplaat) Kh,D = onzekerheid (trilling) Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau: = geluidsdrukniveau LpA LWA = geluidsvermogensniveau KpA, KWA = onzekerheid Tijdens het werken kan het geluidsniveau de 80 dB(A) overschrijden. Draag gehoorbescherming! * Energierijke hoogfrequente storingen kunnen toerentalschommelingen veroorzaken. Deze verdwijnen weer zodra de storingen afgenomen zijn.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Metabo KS 66 Plus Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor