Metabo KS 55 FS Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS nl
19
Originalbetriebsanleitung
Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoor-
ding, dat deze handcirkelzagen voldoen aan de op
pagina 3 genoemde normen en richtlijnen.
De machine is geschikt voor het zagen van hout,
kunststof en soortgelijke materialen.
De machine is niet bestemd voor invalzaagsnedes.
KS 55 FS is geschikt voor het werken met de
Metabo-geleiderail (6.31213), KS 55 is hiervoor niet
geschikt.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING – Lees alle
veiligheidswaarschuwingen,
aanwijzingen, afbeeldingen en specificaties
die bij dit elektrische gereedschap worden
geleverd. Als de hieronder vermelde aanwijzingen
niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en aanwijzingen
voor toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch
gereedschap alleen met deze documenten aan
anderen door.
4.1 Het zagen
a) GEVAAR: Kom met uw handen niet in
het zaagbereik of aan het zaagblad. Houd
met uw tweede hand de extra handgreep of het
motorhuis vast. Wanneer u het zaagblad met
beide handen vasthoudt, kan het zaagblad geen
letsel aan uw handen veroorzaken.
b) Kom met uw handen niet onder het werkstuk.
Onder het werkstuk kan de beschermkap u niet
beschermen tegen het zaagblad.
c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan. Er dient minder dan een volle tandhoogte
onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
d) Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand
of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast
op een stabiele ondergrond. Het is van belang
het werkstuk goed te bevestigen om het risico van
lichaamscontact, het klemmen van het zaagblad of
het verlies van controle zo veel mogelijk tegen te
gaan.
e) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Contact met
een spanningsvoerende leiding zet ook de metalen
apparaatonderdelen van het elektrisch
gereedschap onder spanning en leidt tot een
elektrische schok.
f) Gebruik bij het zagen in de lengterichting
altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding.
Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de
mogelijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan.
g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
grootte en met de juiste opnameboring (bijv.
stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de
montagedelen van de zaag passen, lopen scheef
en leiden tot verlies van controle.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
zaagblad-onderlegschijfjes of -schroeven. De
zaagblad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn
speciaal voor uw zaag geconstrueerd, met het oog
op optimale prestaties en veiligheid.
4.2 Terugslag - oorzaken en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
- Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg
van een zaagblad dat blijft haken, klemt of
verkeerd is afgesteld. Deze reactie leidt ertoe dat
een ongecontroleerde zaag omhoogkomt en zich
uit het werkstuk in de richting van de bediener
beweegt;
- Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt te
zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het
geblokkeerd. Door de motorkracht wordt de zaag
dan in de richting van de bediener teruggeslagen;
- Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of
verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van de
achterste zaagbladkant in het oppervlak van het
werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit
de zaagvoeg naar buiten komt en terugspringt in
de richting van de bediener.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van de zaag. Een terugslag kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in zo'n positie dat u de kracht
van de terugslag kunt opvangen. Blijf altijd aan
de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat
het nooit in één lijn met uw lichaam komt. Bij
een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDSnl
20
springen, maar de bediener kan de terugslag-
krachten beheersen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen.
c) Indien het zaagblad beklemd raakt of u het
werk onderbreekt, schakel de zaag dan uit en
houd hem rustig in het materiaal totdat het
zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer
nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of
hem naar achteren te trekken zolang het zaag-
blad beweegt, anders kan er een terugslag
plaatsvinden. Stel de oorzaak van het beklemd
raken van het zaagblad vast en hef deze op.
c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaagvoeg en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven
haken. Klemt het zaagblad, dan kan het uit het
werkstuk komen of een terugslag veroorzaken op
het moment dat de zaag opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van
een terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen
onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide
zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaag-
voeg als bij de rand.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaag-
bladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd afge-
stelde tanden resulteren door een te nauwe zaag-
voeg in een grotere wrijving, het klemmen van het
zaagblad en een terugslag.
f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het
zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad
beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag
op.
g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
„invalzaagsnedes“ in bestaande wanden of
andere gebieden die u niet kunt inzien. Het
invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen
objecten geblokkeerd raken en een terugslag
veroorzaken.
4.3 Functie van de onderste beschermkap
a) Controleer voor het gebruik altijd of de
onderste beschermkap correct sluit. Gebruik
de zaag niet wanneer de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen en niet
direct sluit. Klem of maak de onderste
beschermkap nooit vast in een geopende
positie. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond
valt, kan de onderste beschermkap worden
verbogen. Open de beschermkap met de hendelen
zorg ervoor dat de kap vrij beweegt en bij alle zaag-
hoeken en -dieptes niet het zaagblad of andere
delen raakt.
b) Controleer de functie van de veer bij de
onderste beschermkap. Gebruik de zaag niet
zolang de onderste beschermkap en veer niet
correct functioneren. Door beschadigde onder-
delen, kleverige afzettingen of ophopingen van
spanen werkt de onderste beschermkap trager.
c) Open de onderste beschermkap alleen met
de hand bij speciale zaagsnedes, zoals „inval-
en hoekzaagsnedes“. Open de onderste
beschermkap met de hendel (10) en laat deze
los zodra het zaagblad invalt in het werkstuk.
Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de
onderste beschermkap automatisch functioneren.
d) Leg de zaag nooit op de werkbank of op de
vloer zolang het zaagblad niet wordt bedekt
door de onderste beschermkap. Door een onbe-
schermd, nalopend zaagblad wordt de zaag tegen
de zaagrichting in bewogen en zaagt hij wat hij op
zijn weg tegenkomt. Let hierbij op de nalooptijd van
de zaag.
4.4 Overige veiligheidsvoorschriften
Gebruik geen slijpschijven.
Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaam-
heden uitgevoerd worden, de stekker uit het stop-
contact halen.
Pak de draaiende onderdelen van de machine niet
vast! Verwijder spanen en dergelijke uitsluitend bij
een uitgeschakelde en stilstaande machine.
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Asvergrendelingsknop alleen bij stilstaande motor
indrukken.
Het zaagblad mag niet door zijwaartse tegendruk
afgeremd worden.
De beweeglijke beschermkap mag bij het zagen
niet in de teruggetrokken positie worden vastge-
klemd.
De beschermkap moet vrij bewogen kunnen
worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de
eindstand terugkeren.
Bij het zagen van materialen met sterke stofontwik-
keling moet de machine regelmatig gereinigd
worden. Het correct functioneren van de veilig-
heidsinrichtingen (bijv. de beweeglijke
beschermkap) moet gewaarborgd zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen.
Tijdens het werk steeds erop letten dat er niet in
spijkers e.d. gezaagd wordt.
Bij het blokkeren van het zaagblad onmiddellijk de
motor uitschakelen.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te
zagen.
Tijdens het bewerken moet het werkstuk goed vast-
liggen en beveiligd zijn tegen verschuiven.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te
zagen materiaal.
Verharste of met lijmresten vervuilde zaag-
bladen schoonmaken. Vuile zaagbladen leiden
tot een hogere wrijving, het beklemd raken van het
zaagblad en een verhoogd risico van terugslag.
NEDERLANDS nl
21
Zorg ervoor dat de zaagtanden niet oververhit
raken. Voorkom dat het materiaal bij het zagen
van kunststof smelt. Gebruik een zaagblad dat
geschikt is voor het te zagen materiaal.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
(Als voorbeeld is KS 55 FS afgebeeld.)
1 Schroeven (alleen KS 55 FS). Wanneer de
schroevenlosgedraaid zijn, kan de speling en
daarmee het glijden op de geleiderail worden
ingesteld door de schroeven te verschuiven. *
2 2 Arrêteerschroeven (voor schuin zagen)
3 Schaal (hoek voor schuin zagen)
4 Drukschakelaar
5 Blokkeerknop
6 Schaal (zaagdiepte)
7 Arrêteerschroef (zaagdiepte)
8Voetplaat
9Afzuigadapter
10 Hendel (voor het terugdraaien van de beweeg-
lijke beschermkap)
11 Geleidegroef om op de Metabo-geleiderail te
plaatsen (alleen KS 55 FS) *
12 Ondersnijdingsaanslag (vergroot de max. hoek
voor schuin zagen van 45° tot 47°)
13 Zaaglijn-aanwijzer
14 Parallelaanslag
15 Markering (voor het aflezen van de schaal op
de parallelaanslag)
16 Arrêteerschroef (parallel-aanslag)
17 Handgreep
18 Extra handgreep
19 Opbergvak voor ringsleutel
20 Spindelvastzetknop
21 Zaagblad-bevestigingsschroef
22 Buitenste zaagbladflens
23 Zaagblad
24 Beweeglijke beschermkap
25 Binnenste zaagbladflens
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
Voordat er instellingen of onderhoudswerk-
zaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit
het stopcontact halen.
6.1 Zaagdiepte instellen
Voor het instellen de arrêteerschroef (7) losdraaien.
Het motordeel tegen de geleideplaat (8) tillen of
laten zakken. De ingestelde zaagdiepte kan op de
schaal (6) afgelezen worden. De arrêteerschroef (7)
weer vastdraaien.
De meest effectieve instelling van de zaagdiepte is
zodanig, dat de tanden van het zaagblad met niet
meer dan een halve tandhoogte onder het werkstuk
uitsteken. Zie afbeelding pagina 2.
Aanwijzing: de spankracht van de arrêteerschroef
(7) kan worden ingesteld. Hiervoor de schroef van
de hendel draaien. De hendel afnemen en tegen de
klok in verspringend terugplaatsen. Met de schroef
bevestigen. Er dient op te worden gelet dat de
diepte van de zaagsnede bij een geopende hendel
gemakkelijk ingesteld kan worden.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling, instellen
NEDERLANDSnl
22
6.2 Zaagblad schuin zetten voor schuin
zagen
Voor het instellen de arrêteerschroeven (2)
losdraaien. Het motordeel tegen de geleideplaat (8)
kantelen. De ingestelde hoek kan op de schaal (3)
afgelezen worden. De arrêteerschroeven (2) weer
vastdraaien.
Voor een schuine zaaghoek van 47° de ondersnij-
dingsaanslag (12) omlaag schuiven.
6.3 Afzuiging van zaagspanen
Afzuigadapter (9) aanbrengen en met de inbusbout
bevestigen.
Voor het afzuigen van zaagspanen een geschikt
afzuigapparaat met afzuigslang op de afzui-
gadapter (9) aansluiten.
Wordt zonder afzuiging van zaagspanen gewerkt:
afzuigadapter (9) wegnemen.
7.1 In- en uitschakelen
Inschakelen: Blokkeerknop (5) indrukken en vast-
houden, vervolgens op de drukschakelaar (4)
drukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (4) loslaten.
7.2 Tips voor het werk
Het netsnoer zo leggen dat de zaagsnede ongehin-
derd kan worden uitgevoerd.
Schakel de machine niet in of uit terwijl het
zaagblad het werkstuk raakt.
Laat het zaagblad eerst het volle toerental
bereiken voordat u begint te zagen.
Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de
beweeglijke beschermkap door het werkstuk terug-
gedraaid.
Tijdens het zagen de machine niet uit het
materiaal nemen wanneer het zaagblad
draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen.
Bij het blokkeren van het zaagblad de
machine onmiddellijk uitschakelen.
Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de
zaaglijn-aanwijzer (13).
Zagen volgens een aan het werkstuk beves-
tigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen, kan
men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de
handcirkelzaag met behulp van de geleideplaat
(8)langs deze lijst leiden.
Zagen met parallelaanslag: Voor snedes parallel
aan een rechte kant.
De parallel-aanslag (14) kan vanaf rechts in zijn
houder geplaatst worden. De zaagbreedte bij de
markering (15) aflezen. Arrêteerschroef (16) vast-
draaien. De nauwkeurige zaagbreedte kan het
beste vastgesteld worden aan de hand van een
proefzaagsnede.
Zagen met een geleiderail (alleen bij KS 55 FS):
Voor op de millimeter nauwkeurige, kaarsrechte en
splintervrije snijranden. De antisliplaag zorgt voor
een goede plaatsing van de geleideplaat op het
werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak
tegen krassen.
De machine regelmatig reinigen. Daarbij de
ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger
uitzuigen. De beweeglijke beschermkap (24) regel-
matig met perslucht reinigen (veiligheidsbril
dragen). Deze moet vrij bewogen kunnen worden
en automatisch, gemakkelijk en exact in de eind-
stand terugkeren.
Zaagbladwisseling
Voordat er instellingen of onderhoudswerk-
zaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit
het stopcontact halen.
De asvergrendelingsknop (20) indrukken en vast-
houden. Zeskantsleutel in de zaagblad-bevesti-
gingsschroef (21) plaatsen en langzaam aan de
zaagas draaien,
tot de grendelinrichting inklikt.
De zaagblad-bevestigingschroef (21) tegen de klok
in uitdraaien.
De beweeglijke beschermkap (24) bij de hendel
(10) terugtrekken en het zaagblad (23) wegnemen.
De steunvlakken tussen binnenste zaagbladflens
(25), zaagblad (23), buitenste zaagbladflens (22)
en zaagblad-bevestigingsschroef (21) moeten vrij
zijn van zaagspanen.
Nieuw zaagblad plaatsen. Let op de juiste draairich-
ting. De draairichting is m.b.v. pijlen op het zaag-
blad en de beschermkap aangegeven.
De zaagblad-bevestigingsschroef (21) goed vast-
draaien.
Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen
gebruiken. Geen gebarsten of vervormde
zaagbladen gebruiken.
Geen zaagbladen van hooggelegeerd snelar-
beidsstaal (HSS) gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen
aan de karakteristieken.
Het zaagblad moet geschikt zijn voor het
onbelaste toerental.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het
te zagen materiaal.
Zaagbladen die zijn ontworpen voor het zagen
van hout of dergelijke materialen, moeten
voldoen aan EN 847-1.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet accessoireprogramma, zie
www.metabo.com of de hoofdcatalogus.
7. Gebruik
8. Onderhoud
9. Toebehoren
NEDERLANDS nl
23
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd!
Een defecte stroomkabel mag alleen worden
vervangen door een speciale, orginele beschermde
stroomkabel van Metabo. Dit is verkrijgbaar via de
Metabo Service.
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Bescherm het milieu en geef elektrisch
gereedschap en accupacks niet mee met het
huisvuil. Neem de nationale voorschriften in
acht voor een gescheiden inzameling en voor de
recycling van afgedankte machines, verpakkingen
en toebehoren.
Toelichting bij de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen en technische verbeteringen voorbe-
houden.
P
1
=nominaal opgenomen vermogen
P
2
=afgegeven vermogen
n
0
=nullasttoerental
n
1
=toerental onder belasting
T
90°
=max. zaagdiepte (90°)
T
45°
=max. zaagdiepte (45°)
A =hoek voor schuin zagen instelbaar
D =zaagbladdiameter
d =zaagblad-asgatdiameter
a =max. basiselementdikte van het zaagblad
b =snijkantbreedte van het zaagblad
m=gewicht
Meetgegevens volgens de norm EN 62841.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van de
emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch gereed-
schap of het inzetgereedschap kan de daadwerke-
lijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor
de beoordeling pauzes en fases met een lagere
belasting in aanmerking. Bepaal op basis van de
overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden de
maatregelen ter bescherming van de gebruiker,
bijv. organisatorische maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 62841:
a
h, D
=trillingsemissiewaarde
(zagen van spaanplaat)
K
h,D
=onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!
10. Reparatie
11. Milieubescherming
12. Technische gegevens

Documenttranscriptie

Originalbetriebsanleitung 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording, dat deze handcirkelzagen voldoen aan de op pagina 3 genoemde normen en richtlijnen. 2. Gebruik volgens de voorschriften De machine is geschikt voor het zagen van hout, kunststof en soortgelijke materialen. De machine is niet bestemd voor invalzaagsnedes. KS 55 FS is geschikt voor het werken met de Metabo-geleiderail (6.31213), KS 55 is hiervoor niet geschikt. Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsvoorschriften Let ter bescherming van uzelf en de machine op de met dit symbool aangegeven passages! WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaanwijzing om het risico van letsel te verminderen. WAARSCHUWING – Lees alle veiligheidswaarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en specificaties die bij dit elektrische gereedschap worden geleverd. Als de hieronder vermelde aanwijzingen niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en aanwijzingen voor toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsvoorschriften 4.1 Het zagen a) GEVAAR: Kom met uw handen niet in het zaagbereik of aan het zaagblad. Houd met uw tweede hand de extra handgreep of het motorhuis vast. Wanneer u het zaagblad met beide handen vasthoudt, kan het zaagblad geen letsel aan uw handen veroorzaken. b) Kom met uw handen niet onder het werkstuk. Onder het werkstuk kan de beschermkap u niet beschermen tegen het zaagblad. NEDERLANDS nl c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er dient minder dan een volle tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn. d) Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast op een stabiele ondergrond. Het is van belang het werkstuk goed te bevestigen om het risico van lichaamscontact, het klemmen van het zaagblad of het verlies van controle zo veel mogelijk tegen te gaan. e) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Contact met een spanningsvoerende leiding zet ook de metalen apparaatonderdelen van het elektrisch gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok. f) Gebruik bij het zagen in de lengterichting altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding. Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de mogelijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan. g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste grootte en met de juiste opnameboring (bijv. stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de zaag passen, lopen scheef en leiden tot verlies van controle. h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaagblad-onderlegschijfjes of -schroeven. De zaagblad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn speciaal voor uw zaag geconstrueerd, met het oog op optimale prestaties en veiligheid. 4.2 Terugslag - oorzaken en bijbehorende veiligheidsvoorschriften - Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een zaagblad dat blijft haken, klemt of verkeerd is afgesteld. Deze reactie leidt ertoe dat een ongecontroleerde zaag omhoogkomt en zich uit het werkstuk in de richting van de bediener beweegt; - Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt te zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het geblokkeerd. Door de motorkracht wordt de zaag dan in de richting van de bediener teruggeslagen; - Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van de achterste zaagbladkant in het oppervlak van het werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit de zaagvoeg naar buiten komt en terugspringt in de richting van de bediener. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd gebruik van de zaag. Een terugslag kan worden voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd de zaag met beide handen vast en breng uw armen in zo'n positie dat u de kracht van de terugslag kunt opvangen. Blijf altijd aan de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat het nooit in één lijn met uw lichaam komt. Bij een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren 19 nl NEDERLANDS springen, maar de bediener kan de terugslagkrachten beheersen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen. c) Indien het zaagblad beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel de zaag dan uit en houd hem rustig in het materiaal totdat het zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of hem naar achteren te trekken zolang het zaagblad beweegt, anders kan er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak van het beklemd raken van het zaagblad vast en hef deze op. c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaagvoeg en controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven haken. Klemt het zaagblad, dan kan het uit het werkstuk komen of een terugslag veroorzaken op het moment dat de zaag opnieuw wordt gestart. d) Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag door een klemmend zaagblad te verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaagvoeg als bij de rand. e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd afgestelde tanden resulteren door een te nauwe zaagvoeg in een grotere wrijving, het klemmen van het zaagblad en een terugslag. f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaaghoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag op. g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij „invalzaagsnedes“ in bestaande wanden of andere gebieden die u niet kunt inzien. Het invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten geblokkeerd raken en een terugslag veroorzaken. 20 4.3 Functie van de onderste beschermkap a) Controleer voor het gebruik altijd of de onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag niet wanneer de onderste beschermkap niet vrij kan bewegen en niet direct sluit. Klem of maak de onderste beschermkap nooit vast in een geopende positie. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond valt, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Open de beschermkap met de hendelen zorg ervoor dat de kap vrij beweegt en bij alle zaaghoeken en -dieptes niet het zaagblad of andere delen raakt. b) Controleer de functie van de veer bij de onderste beschermkap. Gebruik de zaag niet zolang de onderste beschermkap en veer niet correct functioneren. Door beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of ophopingen van spanen werkt de onderste beschermkap trager. c) Open de onderste beschermkap alleen met de hand bij speciale zaagsnedes, zoals „invalen hoekzaagsnedes“. Open de onderste beschermkap met de hendel (10) en laat deze los zodra het zaagblad invalt in het werkstuk. Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de onderste beschermkap automatisch functioneren. d) Leg de zaag nooit op de werkbank of op de vloer zolang het zaagblad niet wordt bedekt door de onderste beschermkap. Door een onbeschermd, nalopend zaagblad wordt de zaag tegen de zaagrichting in bewogen en zaagt hij wat hij op zijn weg tegenkomt. Let hierbij op de nalooptijd van de zaag. 4.4 Overige veiligheidsvoorschriften Gebruik geen slijpschijven. Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit het stopcontact halen. Pak de draaiende onderdelen van de machine niet vast! Verwijder spanen en dergelijke uitsluitend bij een uitgeschakelde en stilstaande machine. Draag oordoppen. Draag een veiligheidsbril. Asvergrendelingsknop alleen bij stilstaande motor indrukken. Het zaagblad mag niet door zijwaartse tegendruk afgeremd worden. De beweeglijke beschermkap mag bij het zagen niet in de teruggetrokken positie worden vastgeklemd. De beschermkap moet vrij bewogen kunnen worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de eindstand terugkeren. Bij het zagen van materialen met sterke stofontwikkeling moet de machine regelmatig gereinigd worden. Het correct functioneren van de veiligheidsinrichtingen (bijv. de beweeglijke beschermkap) moet gewaarborgd zijn. Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest). Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen. Tijdens het werk steeds erop letten dat er niet in spijkers e.d. gezaagd wordt. Bij het blokkeren van het zaagblad onmiddellijk de motor uitschakelen. Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. Tijdens het bewerken moet het werkstuk goed vastliggen en beveiligd zijn tegen verschuiven. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. Verharste of met lijmresten vervuilde zaagbladen schoonmaken. Vuile zaagbladen leiden tot een hogere wrijving, het beklemd raken van het zaagblad en een verhoogd risico van terugslag. NEDERLANDS nl Zorg ervoor dat de zaagtanden niet oververhit raken. Voorkom dat het materiaal bij het zagen van kunststof smelt. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. De stofbelasting verminderen: WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes die worden geproduceerd bij het schuren, zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze chemicaliën zijn: - lood van gelode verf, - mineraalstof van bakstenen, cement en andere metselwerkmaterialen, en - arseen en chroom uit chemisch behandeld hout. Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen: Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van microscopische deeltjes. Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam komen. Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in acht die van toepassing zijn op uw materiaal, personeel, toepassing en locatie (bijv. gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, verwijdering). Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de omgeving. Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht. Gebruik een geschikte stofafzuiging. Verminder de stofbelasting door: - de vrijkomende deeltjes en de af te voeren luchtstroom van de machine niet op de gebruiker zelf of in de buurt aanwezige personen of op neergeslagen stof te richten, - een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te gebruiken, - de werkplek goed te ventileren en door te stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen wervelt het stof op. - Zuig of was de beschermende kleding. Niet uitblazen, uitslaan of uitborstelen. 5. Overzicht Zie pagina 2. (Als voorbeeld is KS 55 FS afgebeeld.) 1 Schroeven (alleen KS 55 FS). Wanneer de schroevenlosgedraaid zijn, kan de speling en daarmee het glijden op de geleiderail worden ingesteld door de schroeven te verschuiven. * 2 2 Arrêteerschroeven (voor schuin zagen) 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 Schaal (hoek voor schuin zagen) Drukschakelaar Blokkeerknop Schaal (zaagdiepte) Arrêteerschroef (zaagdiepte) Voetplaat Afzuigadapter Hendel (voor het terugdraaien van de beweeglijke beschermkap) Geleidegroef om op de Metabo-geleiderail te plaatsen (alleen KS 55 FS) * Ondersnijdingsaanslag (vergroot de max. hoek voor schuin zagen van 45° tot 47°) Zaaglijn-aanwijzer Parallelaanslag Markering (voor het aflezen van de schaal op de parallelaanslag) Arrêteerschroef (parallel-aanslag) Handgreep Extra handgreep Opbergvak voor ringsleutel Spindelvastzetknop Zaagblad-bevestigingsschroef Buitenste zaagbladflens Zaagblad Beweeglijke beschermkap Binnenste zaagbladflens 6. Inbedrijfstelling, instellen Controleer alvorens het apparaat in gebruik te nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en netfrequentie overeenkomen met de gegevens van het elektriciteitsnet. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit het stopcontact halen. 6.1 Zaagdiepte instellen Voor het instellen de arrêteerschroef (7) losdraaien. Het motordeel tegen de geleideplaat (8) tillen of laten zakken. De ingestelde zaagdiepte kan op de schaal (6) afgelezen worden. De arrêteerschroef (7) weer vastdraaien. De meest effectieve instelling van de zaagdiepte is zodanig, dat de tanden van het zaagblad met niet meer dan een halve tandhoogte onder het werkstuk uitsteken. Zie afbeelding pagina 2. Aanwijzing: de spankracht van de arrêteerschroef (7) kan worden ingesteld. Hiervoor de schroef van de hendel draaien. De hendel afnemen en tegen de klok in verspringend terugplaatsen. Met de schroef bevestigen. Er dient op te worden gelet dat de diepte van de zaagsnede bij een geopende hendel gemakkelijk ingesteld kan worden. 21 nl NEDERLANDS 6.2 Zaagblad schuin zetten voor schuin zagen Voor het instellen de arrêteerschroeven (2) losdraaien. Het motordeel tegen de geleideplaat (8) kantelen. De ingestelde hoek kan op de schaal (3) afgelezen worden. De arrêteerschroeven (2) weer vastdraaien. Voor een schuine zaaghoek van 47° de ondersnijdingsaanslag (12) omlaag schuiven. 6.3 Afzuiging van zaagspanen Afzuigadapter (9) aanbrengen en met de inbusbout bevestigen. Voor het afzuigen van zaagspanen een geschikt afzuigapparaat met afzuigslang op de afzuigadapter (9) aansluiten. Wordt zonder afzuiging van zaagspanen gewerkt: afzuigadapter (9) wegnemen. 7. Gebruik 7.1 In- en uitschakelen Inschakelen: Blokkeerknop (5) indrukken en vasthouden, vervolgens op de drukschakelaar (4) drukken. Uitschakelen: drukschakelaar (4) loslaten. 22 7.2 Tips voor het werk Het netsnoer zo leggen dat de zaagsnede ongehinderd kan worden uitgevoerd. Schakel de machine niet in of uit terwijl het zaagblad het werkstuk raakt. Laat het zaagblad eerst het volle toerental bereiken voordat u begint te zagen. Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de beweeglijke beschermkap door het werkstuk teruggedraaid. Tijdens het zagen de machine niet uit het materiaal nemen wanneer het zaagblad draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen. Bij het blokkeren van het zaagblad de machine onmiddellijk uitschakelen. Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de zaaglijn-aanwijzer (13). Zagen volgens een aan het werkstuk bevestigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen, kan men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de handcirkelzaag met behulp van de geleideplaat (8)langs deze lijst leiden. Zagen met parallelaanslag: Voor snedes parallel aan een rechte kant. De parallel-aanslag (14) kan vanaf rechts in zijn houder geplaatst worden. De zaagbreedte bij de markering (15) aflezen. Arrêteerschroef (16) vastdraaien. De nauwkeurige zaagbreedte kan het beste vastgesteld worden aan de hand van een proefzaagsnede. Zagen met een geleiderail (alleen bij KS 55 FS): Voor op de millimeter nauwkeurige, kaarsrechte en splintervrije snijranden. De antisliplaag zorgt voor een goede plaatsing van de geleideplaat op het werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak tegen krassen. 8. Onderhoud De machine regelmatig reinigen. Daarbij de ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger uitzuigen. De beweeglijke beschermkap (24) regelmatig met perslucht reinigen (veiligheidsbril dragen). Deze moet vrij bewogen kunnen worden en automatisch, gemakkelijk en exact in de eindstand terugkeren. Zaagbladwisseling Voordat er instellingen of onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden, de stekker uit het stopcontact halen. De asvergrendelingsknop (20) indrukken en vasthouden. Zeskantsleutel in de zaagblad-bevestigingsschroef (21) plaatsen en langzaam aan de zaagas draaien, tot de grendelinrichting inklikt. De zaagblad-bevestigingschroef (21) tegen de klok in uitdraaien. De beweeglijke beschermkap (24) bij de hendel (10) terugtrekken en het zaagblad (23) wegnemen. De steunvlakken tussen binnenste zaagbladflens (25), zaagblad (23), buitenste zaagbladflens (22) en zaagblad-bevestigingsschroef (21) moeten vrij zijn van zaagspanen. Nieuw zaagblad plaatsen. Let op de juiste draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op het zaagblad en de beschermkap aangegeven. De zaagblad-bevestigingsschroef (21) goed vastdraaien. Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen gebruiken. Geen gebarsten of vervormde zaagbladen gebruiken. Geen zaagbladen van hooggelegeerd snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken. Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen aan de karakteristieken. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het onbelaste toerental. Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het te zagen materiaal. Zaagbladen die zijn ontworpen voor het zagen van hout of dergelijke materialen, moeten voldoen aan EN 847-1. 9. Toebehoren Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren. Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en kenmerken. Compleet accessoireprogramma, zie www.metabo.com of de hoofdcatalogus. NEDERLANDS nl 10. Reparatie Reparaties aan elektrisch gereedschap mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd! Een defecte stroomkabel mag alleen worden vervangen door een speciale, orginele beschermde stroomkabel van Metabo. Dit is verkrijgbaar via de Metabo Service. Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u downloaden via www.metabo.com. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 62841: = trillingsemissiewaarde ah, D (zagen van spaanplaat) Kh,D = onzekerheid (trilling) Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau: LpA = geluidsdrukniveau LWA = geluidsvermogensniveau KpA, KWA = onzekerheid Tijdens het werken kan het geluidsniveau de 80 dB(A) overschrijden. Draag gehoorbescherming! 11. Milieubescherming Bescherm het milieu en geef elektrisch gereedschap en accupacks niet mee met het huisvuil. Neem de nationale voorschriften in acht voor een gescheiden inzameling en voor de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. 12. Technische gegevens Toelichting bij de gegevens van pagina 3. Wijzigingen en technische verbeteringen voorbehouden. P1 = nominaal opgenomen vermogen P2 = afgegeven vermogen n0 = nullasttoerental = toerental onder belasting n1 T90° = max. zaagdiepte (90°) T45° = max. zaagdiepte (45°) A = hoek voor schuin zagen instelbaar D = zaagbladdiameter d = zaagblad-asgatdiameter a = max. basiselementdikte van het zaagblad b = snijkantbreedte van het zaagblad m = gewicht Meetgegevens volgens de norm EN 62841. Machine van beveiligingsklasse II ~ Wisselstroom De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de toepasselijke norm). Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en fases met een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op basis van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden de maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Metabo KS 55 FS Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor