26
NEDERLANDS
NL
c)
Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan.
Er dient minder dan een volle tand-
hoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
d)
Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand
of boven uw been vast. Zet het werkstuk vast
op een stabiele ondergrond.
Het is van belang
het werkstuk goed te bevestigen om het risico van
lichaamscontact, het klemmen van het zaagblad of
het verlies van controle zo veel mogelijk tegen te
gaan.
e)
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetge-
reedschap verborgen stroomleidingen of het
eigen netsnoer kan raken.
Contact met een
spanningsvoerende leiding zet ook de metalen
apparaatonderdelen van het elektrische
gereedschap onder spanning en leidt tot een elek-
trische schok.
f)
Gebruik bij het zagen in de lengterichting
altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding.
Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de
mogelijkheid dat het zaagblad klemt tegengegaan.
g)
Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
grootte en met de juiste opnameboring (bijv.
stervormig of rond).
Zaagbladen die niet bij de
montagedelen van de zaag passen, lopen scheef
en leiden tot verlies van controle.
h)
Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
zaagblad-onderlegschijfjes of -schroeven.
De
zaagblad-onderlegschijfjes en -schroeven zijn
speciaal voor uw zaag geconstrueerd, met het oog
op optimale prestaties en veiligheid.
Terugslag - oorzaken en bijbehorende veilig-
heidsvoorschriften
- Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg
van een zaagblad dat blijft haken, klemt of
verkeerd is afgesteld. Deze reactie leidt ertoe dat
een ongecontroleerde zaag omhoogkomt en zich
uit het werkstuk in de richting van de bediener
beweegt;
- Wanneer het zaagblad blijft haken of klem komt
te zitten in een zaagvoeg die zich sluit, raakt het
geblokkeerd. Door de motorkracht wordt de
zaag dan in de richting van de bediener terug-
geslagen;
- Wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of
verkeerd afgesteld, dan kunnen de tanden van
de achterste zaagbladkant in het oppervlak van
het werkstuk blijven haken, waardoor het zaag-
blad uit de zaagvoeg naar buiten komt en
terugspringt in de richting van de bediener.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd
gebruik van de zaag. Deze kan worden voorkomen
door passende veiligheidsmaatregelen te nemen,
zoals hierna beschreven.
a)
Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in zo'n positie dat u de kracht
van de terugslag kunt opvangen. Blijf altijd aan
de zijkant van het zaagblad en zorg ervoor dat
het nooit in één lijn met uw lichaam komt.
Bij
een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren
springen, maar de bediener kan de terugslag-
krachten beheersen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen.
c)
Indien het zaagblad beklemd raakt of u het
werk onderbreekt, schakel de zaag dan uit en
houd hem rustig in het materiaal totdat het
zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer
nooit om de zaag uit het werkstuk te halen of
hem naar achteren te trekken zolang het zaag-
blad beweegt, anders kan er een terugslag
plaatsvinden.
Stel de oorzaak van het beklemd
raken van het zaagblad vast en hef deze op.
c)
Wanneer u een zaag die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaagvoeg en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven
haken.
Klemt het zaagblad, dan kan het uit het
werkstuk komen of een terugslag veroorzaken op
het moment dat de zaag opnieuw wordt gestart.
d)
Ondersteun grote platen om het risico van
een terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen.
Grote platen kunnen doorbuigen
onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide
zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaag-
voeg als bij de rand.
e)
Gebruik geen stompe of beschadigde zaagb-
laden.
Zaagbladen met stompe of verkeerd afge-
stelde tanden resulteren door een te nauwe zaag-
voeg in een grotere wrijving, het klemmen van het
zaagblad en een terugslag.
f)
Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast.
Wanneer u tijdens het
zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad
beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag
op.
g)
U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
„invalzaagsnedes“ in bestaande wanden of
andere gebieden die u niet kunt inzien.
Het
invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen
objecten geblokkeerd raken en een terugslag
veroorzaken.
Functie van de onderste beschermkap
a)
Gebruik de zaag niet wanneer de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen en niet
direct sluit. Klem of maak de onderste
beschermkap nooit vast in een geopende
positie.
Wanneer de zaag per ongeluk op de grond
valt, kan de onderste beschermkap worden
verbogen. Open de beschermkap met de hendel
(25) en zorg ervoor dat de kap vrij beweegt en bij
alle zaaghoeken en -dieptes niet het zaagblad of
andere delen raakt.
b)
Controleer de functie van de veer bij de
onderste beschermkap. Gebruik de zaag niet
zolang de onderste beschermkap en veer niet
correct functioneren.
Door beschadigde onder-