Documenttranscriptie
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 28
Inhoudsopgave
x
1.
2.
2.1
2.2
2.3
2.3.1
2.3.2
2.3.3
2.4
3.
4.
5.
6.
6.1
6.2
6.3
7.
8.
8.1
8.2
8.3
9.
10.
11.
11.1
11.2
12.
13.
14.
28
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Wetenswaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Speciale flitsfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Veiligheidsaanwijzingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
De flitser gereed maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Bevestigen van de flitser aan de camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Batterij- c.q. accu verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Batterijen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Gebruik met het accupack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Gebruik met het netvoedingsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
In- en uitschakelen van het flitsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
De TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Flitsen met automatiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Flitsen met handbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Indirect flitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Indirect flitsen met ingeschakelde tweede flitser. . . . . . . . . . . . . . . 35
Indirect TTL-flitsen en indirect flitsen met automatiek . . . . . . . . . . . 35
Indirect flitsen met handbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
De winder-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Invulflitsen met daglicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Invulflitsen met automatiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Invulflitsen met handbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Invulflitsen in de TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De aanduiding van de belichtingscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Verlichtingshoek en groothoek voorzetstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Belichtingscorrecties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Belichtingscorrectie bij flitsen met automatiek . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Belichtingscorrectie in de TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Voorwoord
Wij feliciteren u met de aankoop van dit apparaat en wij danken u voor het
vertrouwen dat u in Metz - flitsers heeft.
Natuurlijk kunt u het nauwelijks afwachten de flitser in gebruik te nemen. Het
is echter lonend om eerst de gebruiksaanwijzing te lezen want alleen zo leert
u probleemloos met het apparaat om te gaan.
☞ Sla s.v.p. ook de afbeeldingen op het omslag van de gebruiksaanwijzing open.
Deze flitser past op:
• alle camera’s met flitsschoen waarin een middencontact, bij gebruik van de
flitskabel 45-54 (accessoire).
• alle camera’s met flitsaansluiting bij gebruik van de meegeleverde flitskabel.
• systeemcamera’s
De optimale aanpassing aan uw systeemcamera bereikt u door het gebruik
van een SCA-adapter. Welke adapter u voor uw camera nodig heeft,
vindt u in de bijgevoegde SCA 300/3002 tabel. Daarin kunt u tevens de
speciale flitsfuncties vinden, die het systeem dan uitvoert.
Kort overzicht van de flitsfuncties:
Uitrusting u uit te voeren functies
• 45 CL-4 met flitskabel
Flitsen met automatiek, hfdst. 4, blz. 33
Flitsen met handbediening, hfdst. 5, blz. 34
• 45 CL-4 met SCA 300/3002 adapter
Flitsen met automatiek, hfdst. 4, blz. 33
TTL-flitsfunctie *, hfdst. 3, blz. 32
Flitsen met handbediening, hfdst. 5, blz. 34
* wanneer de camera deze functie biedt
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 29
Wetenswaardigheden
De mecablitz 45 CL-4 wordt in twee varianten geleverd:
• als mecablitz 45 CL-4- NC
( met NiCd-accu en oplaadapparaat )
De NC uitvoering kan door aankoop van de batterijhouder 45-39 als batterij-uitvoering gebruikt worden.
• als mecablitz 45 CL-4 - BAT (voor gebruik met batterijen, die niet meegele
verd worden ).
De batterijversie kan door het bijkopen van een oplaadset B 45 (= NiCd-accu
en laadapparaat ) voor het gebruik met NiCd-accu’s worden uitgebreid.
Zijn meest opvallende eigenschappen zijn:
• Universeel zwenkbare Quadrolight-reflector. Maakt indirect flitsen mogelijk
zonder van het voordeel van de automatische belichtingsregeling af te
hoeven zien.
• Inschakelbare tweede reflector voor frontale opheldering bij het indirect
flitsen.
• Groothoekvoorzetstuk met automatische omschakeling van de gegevensaanduidingen.
• Belichtingsautomatiek met 6 vrij te kiezen werkdiafragma’s. Daardoor
makkelijk te beheersen scherptediepte- en instelproblemen.
• Energiebesparende thyristor-lichtregeling leidt, vooral in het dichtbijbereik,
tot korte flitsintervaltijden en tot een groter aantal flitsen per acculading.
• Lang nalichtende aanduiding van de belichtingscontrole.
• Overzichtelijk instelcentrum.
• Bediening met de hand bij volle, halve en kwart lichtopbrengst.
• Houdt de camerawinder bij.
• Lichtgevende functie-aanduidingen.
• Dedicated systeem SCA 300. De adapters ( accessoires ) maken de aanpassing mogelijk van de mecablitz aan de speciale functies van de verschillende systeemcamera’s.
Speciale flitsfuncties
Bij gebruik van een SCA-300 adapter:
• Aanduiding van de flitsparaatheid in de zoeker
• Aanduiding van de belichtingscontrole in de zoeker
Bij flitsen met automatiek of bij TTL-flitsregeling wordt een correcte belichting of een onderbelichting van de film bij veel camera’s door een signaal
in de zoeker aangegeven.
• Automatisch omschakeling naar de flitssynchronisatietijd
Op het moment dat de flitser is opgeladen, wordt bij de meeste systeemcamera’s de belichtingstijd vanuit de ingestelde tijd omgeschakeld naar de
flitssynchronisatietijd. Bij sommige camera’s behouden langere tijden voorrang. Dooft de aanduiding voor de flitsparaatheid na een flits, of wordt de
flitser uitgeschakeld, dan stelt de camera automatisch weer de eerder ingestelde belichtingstijd in.
• TTL-flitsregeling
• Ontstekingssturing
Wanneer voor het op het objectief ingestelde diafragma met het aanwezige licht reeds een belichtingstijd geldt, die even lang of korter is dan de
flitssynchronisatietijd, dan wordt de flitser niet ontstoken. De opname wordt
dan gemaakt met het heersende licht, waardoor overbelichting wordt vermeden.
• Synchronisatie naar keuze op het 1e of het 2e sluitergordijn.
Hierbij worden twee mogelijkheden geboden voor de flitssynchronisatie:
- op het moment, dat het 1e gordijn de film geheel vrijgeeft of
- vlak voordat het 2e gordijn de film weer gaat bedekken.
Op de betreffende SCA-adapter wordt de gewenste synchronisatie voorgekozen. De synchronisatie op het 2e gordijn biedt vooral bij langere belichtingstijden en bewegende onderwerpen met eigen lichtbron voordeel.
• Autofocus-meetflits
Zodra de heersende lichtomstandigheden automatisch scherpstellen niet
meer toelaten, wordt door de elektronica in de camera de autofocus-meet29
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 30
x
flits geactiveerd. De autofocus-schijnwerper straalt dan een streepmotief
uit, dat op het onderwerp wordt geprojecteerd. Op dit streeppatroon kan
de camera dan automatisch scherpstellen.Wordt een SCA 300-autofocusadapter gebruikt, dan wordt uitsluitend de in de adapter ingebouwde
autofocus-meetflits geactiveerd.
• Flitsen met programautomatiek
Sommige camera’s meten in de stand „Program“ het gemengde omgevings- en flitslicht. De camera stelt automatisch een tijd-/ diafragmacombinatie in en stuurt de flitser volgens de TTL-methode. Daardoor is een uiterst
eenvoudige bediening van de apparatuurcombinatie mogelijk.
Bij gebruik van een SCA-3002 adapter zijn alle SCA-300 functies mogelijk
met bovendien:
• TTL-invulflitsregeling
Sommige systeemcamera’s bieden naast de TTL-flitsregeling nog de mogelijkheid van de TTL-invulflitsregeling. Deze functie wordt vooral gebruikt bij
daglichtopnamen, voor het ophelderen van schaduwpartijen of bij tegenlicht. De camera stuurt, op basis van de sensormeting in het camerahuis en
de daaropvolgende berekening door de elektronica in de camera, altijd de
juiste hoeveelheid flitslicht voor een uitgebalanceerde belichting. Daarbij
wordt voor het invulflitsen door de camera automatisch een correctie op de
normale flitsbelichting uitgevoerd.
• TTL-flitsbelichtingscorrectie
In bepaalde opnamesituaties ontstaat de mogelijkheid dat de sensormeting
in de camera misleid wordt. Dit komt vooral voor bij zeer donkere onderwerpen voor een bijzonder lichte achtergrond (onderwerp wordt onderbelicht) of bij zeer lichte onderwerpen tegen een donkere achtergrond
(onderwerp wordt overbelicht). Met behulp van de regeling van diafragma
en belichtingstijd, verandering van de filmgevoeligheid of de +/- correctie
op de camera kan een normale belichtingscorrectie worden uitgevoerd.
Daarbij worden echter alle factoren van de opname beïnvloed. Daarom is
bij sommige camera’s een speciale flitsbelichtingscorrectie mogelijk. Met
deze correctie blijft de totale belichting behouden en alleen de donkere,
beschaduwde partijen worden door de flitser opgehelderd. Verdere details
30
kunt u vinden in de betreffende gebruiksaanwijzing van de camera en in
die van de adapter.
• A-TTL-flitsregeling
(alleen mogelijk met Canon SCA 3101, 3102-adapters)
Een proefflits levert de camera de benodigde afstandsgegevens en belichtingsmeetwaarden. Op basis van deze meetwaarden wordt door de
elektronica in de camera automatisch de gewenste tijd-/ diafragmacombinatie ingesteld. Voor deze instelling wordt door de camera de overeenkomstige lichtafgifte van de flitser geregeld.
• Flits vooraf tegen rode ogen-effect
(alleen mogelijk met Sigma SCA 3601-adapters)
Bij het rode ogen-effect gaat het voornamelijk om een natuurkundig effect.
Dit effect treedt vooral op wanneer de te fotograferen persoon meer of
minder recht in de camera kijkt, het omgevingslicht relatief donker is en de
flitser zich op of vlak naast de camera bevindt. De flitser verlicht dan de
achterkant van de oogbol en het doorbloede netvlies wordt door de pupil
heen zichtbaar en door de camera als rode vlek of punt geregistreerd. De
functie voor het verminderen van het rode ogen-effect brengt hier een duidelijke verbetering. Bij het gebruik van deze functie ontsteekt de Mecablitz
voordat de sluiter opengaat en de meetflits voor de Multi-Sensor drie zichtbaar zwakke flitsen vooraf, die door de hoofdflits worden gevolgd. Deze
flitsen vooraf hebben tot gevolg, dat de pupillen van de personen zich
meer sluiten en daarmee het effect van de rode ogen verminderen. Deze
functie is bij elk belichtingsprogramma ter beschikking (voorzover met de
camera mogelijk). Verdere details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
camera.
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 31
1. Veiligheidsaanwijzingen
• De flitser is alleen bedoeld en toegelaten voor gebruik op fotografisch
gebied.
• De flitser mag nooit worden ontstoken in de omgeving van licht ontvlambare stoffen (benzine, oplosmiddelen, enz) ! GEVAAR VOOR EXPLOSIES!
• Auto-, bus-, fiets-, motorfiets- of treinbestuurders enz. nooit met de flitser
fotograferen. Door verblinding kan de bestuurder een ongeluk veroorzaken !
• Nooit dicht bij de ogen een flits ontsteken! Een flits, vlak voor de ogen
van personen en dieren kan leiden tot beschadiging van het netvlies en
andere zware zichtstoringen - tot blindheid aan toe !
• Gebruik alleen de in de gebruiksaanwijzing aangegeven en toegelaten
voedingsbronnen!
• Batterijen en accu’s niet blootstellen aan overmatige warmte als zonneschijn, vuur en dergelijke !
• Lege accu niet in vuur werpen !
• Uit lege batterijen kan loog komen wat tot beschadiging van de contacten in het apparaat leidt. Lege batterijen dus onmiddellijk uit het apparaat halen.
• Droge batterijen mogen niet worden opgeladen.
• Flitser en oplaadapparaat niet blootstellen aan drup- en spatwater !
• Bescherm uw flitser tegen grote hitte en hoge luchtvochtigheid! Bewaar
de flitser niet in het handschoenvakje van de auto !
• Bij het ontsteken van een flits mag er zich geen lichtondoorlatend object
vlak voor of op het venster van de flitskop bevinden. Het venster van de
flitskop mag niet verontreinigd zijn. Indien u hier niet op let kan door de
grote energie van het flitslicht verbranding van het materiaal, c.q. het
venster van de reflector optreden.
• Na meerdere flitsen niet het venster van de reflector aanraken. Gevaar
voor verbranding !
• De flitser niet uit elkaar nemen! HOOGSPANNING ! In het interieur van
de flitser bevinden zich geen onderdelen die door een leek gerepareerd
kunnen worden.
2. De flitser gereedmaken
2.1 Bevestigen van de flitser aan de camera
De flitser kan alleen met een flitskabel a of met een aansluitkabel SCA 300
A1) c.q. SCA 3000 C1) en een SCA-300/3002 adapter1) op de camera worden gebruikt
1)(accessoire )
Alvorens
de
standaardvoet
of
SCA-adapter
op
de
flitser
te
of
☞ demonteren dient de flitser uitgeschakeld te zijn door middelmonteren
van de
hoofdschakelaar. Flitser en camera uitschakelen voor het opzette of
afnemen.
Adapter c.q. standaardvoet 301 in de zoekerschoen van de camera schuiven en met de kartelmoer vastzetten.
Een SCA-300 adapter en de standaardvoet 301 worden via de verbindingskabel SCA 300 A1) met de flitser verbonden.
Een SCA-3002 adapter wordt via de verbindingskabel SCA 3000 C1) met de
flitser verbonden.
Flitser monteren:
• Camerabeugel met de vastzetschroef in de statiefaansluiting van de
camera bevestigen. Voor midden- en grootformaatcamera’s bevelen wij het
gebruik van de cameraplaat 70-35 ( accessoire ) aan.
• Camerabeugel in de vastzetblok van het beugelhouder inschuiven,
tot hij hoorbaar inklikt.
• Camerabeugel met de klemschroef vastzetten.
• Flits- of SCA-kabel aan flitser en camera, c.q. adapter aansluiten.
31
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 32
2.2 Voeding
2.3.2 Gebruik met het accupack
De flitser kan naar keuze worden gevoed uit:
• Alkalimangaan batterijen, formaat IEC LR 6 ( penlight ) (alleen met batterijhouder mogelijk).
• Metz NC-Akku-Pack 45-40 ( alleen bij NC-uitrusting, anders accessoire ).
Bij NC-uitvoering wordt een oplaadapparaat met de flitser meegeleverd
(zie tabel 2 bladzijde 76).
• Power Pack P 50 (accessoire ).
Voor de eerste ingebruikneming moeten de NiCd-accu’s 5 uren worden geladen. De NiCd-accu kan in of buiten de flitser worden opgeladen.
de accu in de flitser opgeladen, dan mag deze tijdens het opla☞ Wordt
den niet worden ingeschakeld !
2.3 Batterij- c.q. accu verwisselen
x
Beide vergrendelingstoetsen van de batterij- c.q. accukorf samendrukken en
uit de flitser trekken ( afb. 4a ). Voor het inbouwen de batterij- c.q. accukorf
in de flitsstaaf steken en indrukken tot hij hoorbaar inklikt.
2.3.1 Batterijen vervangen
Aan de uitgebouwde batterijkorf (Alleen bij batterij-uitvoering anders als
accessoire) de beide, niet geribbelde vergrendelingstoetsen indrukken en het
deksel afnemen (afb. 4b ). De nieuwe batterijen inzetten, waarbij u moet letten op de in de korfbodem aangebrachte aanwijzingen voor de polariteit.
Deksel weer opzetten en laten inklikken.
accu’s horen niet in het huisvuil ! Draag bij aan de bescher☞ Verbruikte
ming van het milieu en lever verbruikte accu’s bij de fotohandel in !
de batterijhouder mogen geen NiCd-accu’s gebruikt worden ! De
☞ Incontacten
zijn uitsluitend bedoeld voor batterijen.
NiCd-accu’s kunnen op grond van hun lagere inwendige weerstand
hogere stromen leveren, die onder bepaalde omstandigheden de flitser
kunnen beschadigen. Het NC–Akkupack 45-40 heeft speciale contacten die te hoge stroom niet toelaten.
De NiCd-accu is ontladen, wanneer het opladen van de flitser nadat een flits
werd ontstoken, meer dan 60 s duurt.
Voor het laden moet op het oplaadapparaat de juiste netspanning worden
ingesteld. De spanningskiezer bevindt zich naast de stekker en kan met een
kleine schroevedraaier worden versteld.
De aansluiting voor het oplaadapparaat bevindt zich in de bodem van het
NC-akkupack. De controlelamp die ernaast zit licht gedurende het opladen
op.
De oplaadtijd bedraagt bij geheel ontladen accu’s 5 uren. Werd de accu
slechts ten dele ontladen, dan is ook een overeenkomstig kortere oplaadtijd
voldoende.
• Het kenmerken van een lege accu - geribbelde schuif in het deksel van het
accupack op zwart schuiven
• Het kenmerken van een volle accu - geribbelde schuif in het deksel van het
accupack op wit schuiven.
2.4 In- en uitschakelen van de flitser
De flitser wordt met de hoofdschakelaar ingeschakeld. In de bovenste
stand staat de flitser permanent ingeschakeld - de gebruiksaanduiding licht
op. Voor het uitschakelen de hoofdschakelaar in de onderste stand schuiven.
3. De TTL - flitsfunctie
(alleen mogelijk met SCA-adapters)
In de TTL - flitsfunctie bereikt u op eenvoudige wijze goede flitslichtopnamen.
In deze functie wordt de belichtingsmeting door de sensor in de camera uit32
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 33
gevoerd. Deze sensor meet het door het objectief heen op de film vallende
licht. Bij het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht, zendt de elektronica
in de camera een signaal aan de adapter ( accessoire ), en de uitstraling van
het flitslicht wordt onmiddellijk onderbroken.
Het voordeel van deze werkmethode ligt hierin, dat alle factoren die de
belichting kunnen beïnvloeden ( opnamefilters, veranderingen van diafragma
en brandpuntsafstand bij zoomobjectieven, uittrekverlengingen bij dichtbijopnamen enz. ) automatisch meeberekend worden.
TTL-flitsfunctie kan alleen met camera’s worden uitgevoerd, die met
☞ De
deze functie uitgerust zijn. Het is niet voldoende alleen de flitser in de
stand „TTL“ te zetten. Voor het testen van de TTL-functies moet zich film
in de camera bevinden.
sterke contrastverschillen, bijv. een donker onderwerp in de sne☞ Bij
euw, kan een correctie op de belichting vereist zijn. ( hoofdstuk 11,
bladzijde 37).
Instelmethode voor de TTL - flitsfunctie
• Camera volgens de opgaven in zijn gebruiksaanwijzing instellen..
• Flitser van de overeenkomstige SCA-adapter voorzien en op de camera
monteren.
• Instelknop voor de filmgevoeligheid draaien. Het witte instelmerkje moet
tegenover de ISO aanduiding van de filmgevoeligheid staan, zodat de
afstandsbereiken kunnen worden afgelezen. De filmgevoeligheid moet in
de camera als ook, in sommige gevallen, in de SCA-adapter ingesteld
worden.
• Flitser met de hoofdschakelaar aanzetten.
• Keuzeschijf op TTL draaien.
De afstandsbereiken kunnen rechtstreeks van de diafragmarekenschijf worden afgelezen of in tabel 3 op bladzijde 77 worden opgezocht.
testen van de flitsreikwijdte is alleen ontspannen met de camera
☞ Voor
en niet met de handontspanknop van de flitser mogelijk (indien mogelijk de camera hierbij op meervoudige belichting zetten).
4. Flitsen met automatiek
In de functie van flitsen met automatiek meet de fotosensor het door het
onderwerp gereflecteerde licht. De flitser onderbreekt de uitstraling van het
licht na het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht. Daardoor hoeft bij
een afstandsverandering geen nieuwe diafragmaberekening en -instelling te
worden uitgevoerd, zolang het onderwerp zich maar binnen het aangegeven automatiek-flitsbereik bevindt.
De fotosensor van de flitser moet op het onderwerp gericht zijn, waarheen
de hoofdreflector van de flitser ook gericht staat. De fotosensor heeft een
meethoek van 25°. De sensor meet alleen gedurende de eigen lichtafgifte
van de flitser. Bij flitsen met automatiek beschikt de gebruiker over zes automatiekdiafragma’s.
Instelmethode voor het flitsen met automatiek:
Instelvoorbeeld:
Verlichtingsafstand: 5 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Camera volgens de opgaven van zijn gebruiksaanwijzing instellen.
• Instelknop voor de filmgevoeligheid draaien. Het witte instelmerkje moet
tegenover de ISO aanduiding van de filmgevoeligheid staan, zodat de
afstandsbereiken kunnen worden afgelezen.
De flitsafstand van 5 m veroorlooft, bij het in acht nemen van de max. flitsafstand, de automatiekdiafragma’s 8 - 5,6 - 4 - 2,8.
• Flitser met hoofdschakelaar inschakelen.
• Kiesschijf op een van de in groen uitgevoerde automatiekdiafragma’s
instellen. De instel-streep verbindt daarbij het ingestelde diafragmagetal
met de bijbehorende max. flitsafstand op de afstandsschaal. De min. flitsafstand bedraagt ongeveer 10% van de max. flitsafstand.
• Diafragma op de flitser en de camera op hetzelfde getal instellen.
Met het oog op de kleinst mogelijke scherptediepte (bij portretopnamen
gewenst) bevelen wij aan om diafragma 2,8 te nemen. Bij groepsfoto’s
waar veel personen achterelkaar staan, bevelen wij diafragma 8 aan.
33
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 34
• Flitsparaatheid afwachten - groene LED licht op.
onderwerp moet zich op ongeveer het derde deel van het
☞ Het
afstandsbereik bevinden. Daarmee heeft de elektronica voldoende
speelruimte voor de belichting, wanneer dat nodig is.
x
De flitsafstanden van elk automatiekdiafragma overlappen elkaar. Door
deze overlapping kan het te fotograferen onderwerp altijd in het middelste
derde deel worden geplaatst.
bij zoomobjectieven !
☞ Voorzichtig
Deze kunnen op grond van hun constructietype lichtverlies tot een hele
stop veroorzaken. Zij kunnen ook bij verschillende instellingen van de
brandpuntsafstand verschillende effectieve diafragmawaarden hebben. Deze eventueel door een met de hand te corrigeren instelling van
de diafragmawaarde op de flitser compenseren !
5. Flitsen met handbediening
In deze flitsfunctie wordt de volle energie door de flitser uitgestraald, voorzover er geen deelvermogen ingesteld staat ( M 1/2 - M 1/4 ) .De aanpassing
aan de opnamesituatie kan door de instelling van het diafragma op de
camera worden uitgevoerd.
Wanneer de ingestelde waarde niet met de daadwerkelijke afstand overeenkomt, moet (-en) eventueel het diafragma of/en het deelvermogen ( M 1/2
en M 1/4 ) overeenkomstig worden veranderd.
Maatgevend voor het deelvermogen is:
• de afstand tot het onderwerp.
• de gewenste diafragmawaarde
• de filmgevoeligheid ISO.
Instelmethode voor flitsen met handbediening:
Instelvoorbeeld:
Flitsafstand 5 m
Filmgevoeligheid: ISO 100/21°
• Camera volgens de opgaven van zijn gebruiksaanwijzing instellen.
34
• Instelknop voor de filmgevoeligheid draaien. Het witte instelmerkje moet
tegenover de ISO aanduiding van de filmgevoeligheid staan, zodat de
afstandsbereiken kunnen worden afgelezen.
• Flitser met de hoofdschakelaar inschakelen.
• Keuzeschijf op M zetten.
Boven de flitsafstand op de schaal wordt het in te stellen diafragmagetal
getoond.
een flitsafstand van 5 m ( als in het voorbeeld ) moet op de
☞ Bij
camera diafragma 8 worden ingesteld.
Bij gebruik van het groothoekvoorzetstuk moet het ingestelde diafragma worden gecorrigeerd. Het instelcentrum houdt rekening met het
groothoekvoorzetstuk.
6. Indirect flitsen
Rechtstreeks geflitste foto’s zijn vaak aan hun harde en geprononceerde
schaduwen te herkennen. Vaak ook werkt de natuurkundig bepaalde lichtafval van voor- naar achtergrond storend.
Door indirect te flitsen kunnen deze verschijnselen voor een groot deel worden voorkomen, omdat zowel onderwerp als achtergrond met verstrooid
licht, zacht en gelijkmatig kunnen worden verlicht. De reflector van de flitser
wordt hierbij zo gezwenkt, dat deze een geschikt reflectievlak ( bijv. het plafond of de wanden van de ruimte ) verlicht.
De reflector van de flitser is daarom verticaal en horizontaal zwenkbaar.
Verticale klikstanden voor indirect flitsen vindt u bij:
• 15°, 30°, 45°, 60°, 75° en 90° (reflector tot de gewenste klikstand zwenken )
De reflector is horizontaal 180° naar links en rechts draaibaar en klikt in de
standen 90° en 180° in.
het verticale zwenken van de flitskop moet erop worden gelet, dat
☞ Bij
er tot een voldoend grote hoek wordt gezwenkt, zodat er geen rechtstreeks licht meer op het onderwerp kan vallen. Daarom minstens tot
de 60° klikstand zwenken.
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 35
Het door het reflectievlak verstrooide licht geeft een zachte verlichting van het
onderwerp.
Het reflectievlak moet kleurneutraal, bijv. wit zijn en het mag geen structuur
bevatten ( bijv. houten balken in het plafond ) die tot schaduwvorming aanleiding kan vormen. Voor kleureffecten kiest men een reflectievlak in de
gewenste kleur.
Om bij het indirect flitsen schaduwen te vermijden, die bijv. bij portretopnamen onder de neus en in de oogholten kunnen ontstaan, is het gebruik van
de tweede reflector aan te bevelen.
6.1 Indirect flitsen met ingeschakelde tweede reflector
De tweede reflector geeft bij indirect flitsen frontale opheldering.
gebruik van de tweede reflector is in principe alleen zinvol bij
☞ Het
indirect flitsen.
Met de schakelaar
kan de tweede reflector in- en uitgeschakeld worden.
Bij geactiveerde tweede reflector wordt de flitsenergie zo verdeeld, dat 85 %
door de hoofdreflector en 15 % door de tweede reflector wordt uitgestraald.
Bij instelling van deelvermogen en ingeschakelde tweede reflector kunnen de
aangegeven percentages iets afwijken.
Is de door de tweede reflector uitgestraalde hoeveelheid licht te groot, dan
kan die hoeveelheid met behulp van de reductieschijf met ong. 40 % worden
verminderd. De reductieschijf hiertoe over de tweede reflector leggen en aan
beide zijden vast indrukken, tot hij hoorbaar inklikt.
6.2 Indirect TTL-flitsen en indirect flitsen met automatiek
Het is nuttig om voor de eigenlijke opname te testen, of de flitser voor het
gekozen diafragma voldoende licht afgeeft. Gebruik hiervoor de werkwijze
zoals die in hoofdstuk 9, bladzijde 36 wordt beschreven.
6.3 Indirect flitsen met handbediening
Bij het flitsen met handbediening wordt het vereiste objectiefdiafragma het
meest praktisch met behulp van een flitsmeter bepaald. Wanneer zo’n meter
niet ter beschikking is, kan men met de vuistregel
richtgetal
Objectiefdiafragma = —————————
flitsafstand x 2
een diafragmagetal berekenen, dat men bij het opnemen nog met + en - 1
diafragmastop kan varieert.
7. De winder-functie
Definitie:
Onder winder-functie wordt verstaan: serieopname met meerdere opnamen
per seconde De winder-functie is een functie met deelvermogen ( M 1/40).
In deze functie kunnen tot 2 flitsen / seconde worden ontstoken.
Instelmethode voor het werken met de winder-functie:
• Camera volgens de opgaven van zijn gebruiksaanwijzing instellen.
• Instelknop voor de filmgevoeligheid draaien. Het witte instelmerkje moet
tegenover de ISO aanduiding van de filmgevoeligheid staan, zodat de
afstandsbereiken kunnen worden afgelezen.
• Flitser met de hoofdschakelaar inschakelen.
• Keuzeschijf op W zetten.
• Flitsparaatheid afwachten - groene LED licht op.
Op de schaal kan tegenover de flitsafstand het op de camera in te stellen
diafragmagetal worden afgelezen.
☞ De winder-functie is alleen met NiCd-accu of Power Pack mogelijk.
8. Invulflitsen bij daglicht
De mecablitz kan worden gebruikt voor invulflitsen bij daglicht, om schaduwen weg te werken en een uitgebalanceerde belichting, ook bij tegenlicht te
bereiken. Er kunnen hiervoor verschillende mogelijkheden worden gekozen.
35
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 36
8.1 Invulflitsen met automatiek
x
Bepaal met de camera of een belichtingsmeter de vereiste combinatie van
diafragma en belichtingstijd voor een normale belichting. Let er daarbij op,
dat de belichtingstijd gelijk aan of langer dan de kortste flitssynchronisatietijd
( afhankelijk van de camera ) is.
Voorbeeld:
Bepaald diafragma = 8; bepaalde belichtingstijd = 1/60 s.
Flitssynchronisatietijd bijv. 1/100 s ( zie gebruiksaanwijzing van de camera )
De beide bepaalde waarden voor diafragma en belichtingstijd kunnen op de
camera worden ingesteld, daar de belichtingstijd langer is dan de flitssynchronisatietijd van de camera.
Om een goede invulling te bereiken, bijv. om het karakter van de schaduwwerking te behouden, wordt aanbevolen op de flitser een diafragmawaarde
lager te nemen dan het op de camera ingestelde getal. In het voorbeeld werd
op de camera diafragma 8 ingesteld. Wij raden dus aan, op de flitser dan
5,6 in te stellen.
erop, dat de bron van het tegenlicht niet rechtstreeks op de foto☞ Let
sensor van de flitser schijnt. De elektronica van de flitser zou daardoor
in verwarring worden gebracht.
8.2 Invulflitsen met handbediening
Met behulp van de deelvermogens heeft u bij handbediening de mogelijkheid, de gewenste opheldering bewust te sturen.
Volledige opheldering van de schaduwen
Bepaal met de camera of met een belichtingsmeter de vereiste combinatie
van diafragma en belichtingstijd en stel deze op de camera in. De reikwijdte
van de flitser wordt in het instel centrum aangegeven. Wanneer de onderwerpsafstand kleiner is dan de aangegeven reikwijdte, kan een deelvermogen worden gekozen om de afstand aan te passen.
Gereduceerde opheldering van de schaduwen
Bepaal met de camera of met een belichtingsmeter de vereiste combinatie
van diafragma en belichtingstijd en stel deze op de camera in. Om minder
36
opheldering van de schaduwen te verkrijgen dan bij de volledige opheldering, kunt u het deelvermogen aan de flitser een stop lager zetten.
8.3 Invulflitsen met TTL-functie
Bij sommige cameramodellen wordt automatisch in de program- c.q. automatiekfuncties een invulflitsregeling uitgevoerd. Door de grote verscheidenheid aan cameragestuurde invulflits-regelingen bij de moderne camera’s is
het hier niet mogelijk, de instelmethoden uitvoerig te beschrijven. In de regel
vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw camera hiervoor de nodige aanwijzingen. Bij camera’s zonder eigen invulflitstechniek is in principe ook bij de
TTL-flitsfunctie invulflits met de flitser mogelijk. De uitwerkingen van het invullicht is hierbij echter van de eigenschappen van het camera TTL-meetsysteem
afhankelijk. In veel gevallen verdient daarom de werkmethode van invulflitsen-met-automatiek aanbeveling.
9. De aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding voor de belichtingscontrole o.k.
licht alleen op, wanneer
de opname goed werd belicht bij flitsen met automatiek of in de TTL-flitsfunctie.
Hiermee heeft u bij flitsen met automatiek de mogelijkheid om, vooral bij
indirect flitsen met moeilijk vooruit te bepalen reflectie-omstandigheden, door
een met de hand te ontsteken flits het passende diafragma te bepalen. Bij flitsen in de TTL-flitsfunctie is het ontsteken van een proefflits niet mogelijk.
Een proefflits wordt met de ontspanknop voor handbediening ontstoken.
Blijft de aanduiding o.k. na de proefflits donker, dan moet u het eerstvolgend
lagere diafragmagetal instellen of de afstand tot het reflectievlak, c.q. het
onderwerp verkleinen en de proefflits herhalen.
De aldus bepaalde diafragmawaarde moet op de camera worden ingesteld.
☞ Houd de fotosensor bij de proefflits net als bij de latere opname.
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 37
10. Verlichtingshoek en groothoekvoorzetstuk
11.2 Belichtingscorrectie in de TTL-flitsfunctie
Met het groothoekvoorzetstuk wordt de horizontale verlichtingshoek van 62 °
naar 65 ° en de verticale verlichtingshoek van 42 ° naar 60 ° vergroot.
Het groothoekvoorzetstuk moet bij brandpuntsafstanden van minder dan 35
mm ( kleinbeeld 24 x 36 mm ) c.q. minder dan 75 mm ( formaat 6 x 6 cm )
worden gebruikt.
De flitsreikwijdten verminderen bij het opsteken van het groothoekvoorzetstuk
automatisch.
Veel camera’s hebben een instelelement voor belichtingscorrecties, dat ook
bij de TTL- flitsfunctie te gebruiken is.
☞ Let op de opgaven in de gebruiksaanwijzing van de camera.
11. Belichtingscorrecties
Verwijder vuil en stof met een zacht, droog, of met siliconen behandeld
doekje. Gebruik geen reinigingsmiddelen - de kunstsofdelen zouden beschadigd kunnen worden.
Formeren van de flitscondensator
De in de flitser ingebouwde flitscondenstor ondergaat een natuurkundige verandering, wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt ingeschakeld. Daarom is het noodzakelijk het apparaat eens per kwartaal gedurende ong. 10 min. in te schakelen. De accu moet daarbij zoveel energie
leveren, dat de flitser uiterlijk 1 min. na het inschakelen, flitsparaat is.
De belichtingsautomatieken zijn afgestemd op een reflectie van 25 % (gemiddelde reflectiegraad van flitsonderwerpen). Een donkere achtergrond die
veel licht absorbeert en een lichte achtergrond die sterk reflecteert ( bijv.
opnamen met tegenlicht ), kunnen aanleiding vormen tot over- resp. onderbelichting.
11.1 Belichtingscorrectie bij flitsen met automatiek
Om het bovengenoemde effect te compenseren, kan de belichting door het
openen en sluiten van het cameradiafragma worden gecorrigeerd. Bij een
overwegend lichte achtergrond onderbreekt de sensor van de flitser de lichtafgifte te vroeg en het eigenlijk te fotograferen onderwerp wordt te donker.
Bij een donkere achtergrond wordt de lichtafgifte te laat onderbroken en het
onderwerp wordt te licht.
achtergrond:
☞ lichte
cameradiafragma 1/2 tot 1 stop openen
( bijv. van 5,6 naar 4 )
achtergrond:
☞ donkere
cameradiafragma 1/2 tot 1 stop sluiten
( bijv. van 8 naar 11 )
Een belichtingscorrectie door veranderen van het objectiefdiafragma is hier
niet mogelijk, daar de belichtingsautomatiek van de camera het veranderde
diafragma weer als normaal automatiekdiafragma ziet.
12. Onderhoud en verzorging
13. Technische gegevens
Richtgetallen bij ISO 100/21°:
in metersysteem 45, in feetsysteem 148
6 automatiekdiafragma’s bij ISO 100/21°:
2,8 - 4 - 5,6 - 8 - 11 - 16
Flitsduur:
• ong. 1/300 ... 1/20 000 seconde,
• in handbediende functies 1/300 seconde met vol vermogen,
• bij 1/2 vermogen ong. 1/1000 seconde,
• bij 1/4 vermogen ong. 1/2500 seconde,
• bij winder-functie ong. 1/10 000 seconde.
37
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 38
Meethoek fotosensor:
ong. 25°
Kleurtemperatuur: ong. 5600 K
Filmgevoeligheid: ISO 25 tot ISO 1000
Synchronisatie:
Laagspannings-thyristorontsteking
Aantallen flitsen:
50 * ... 2000 met NiCd-accu,
100 * ... 2600 met alkalimangaanbatterijen,
140 * ... 3600 met Super-alkalimangaanbatterijen,
Deze tabel geldt niet bij indirect flitsen.
De levering omvat:
Flitser, camerabeugel, batterijkorf 45-39 (Alleen bij batterij-uitvoering anders
als accessoire), flitskabel 45-47, groothoekvoorzetstuk 45-42, reductiefilter
45-44, gebruiksaanwijzing, SCA 300/3002 tabel,
(in NC-uitvoering bovendien: NiCd-accu 45-40 en laadapparaat zie tabel 2,
blz. 76).
14. Accessoires
( * bij vol vermogen )
x
Flitsintervaltijden:
7 s. ( handbediend ) .. 0,3 s. bij NiCd-accuvoeding,
13 s. ( handbediend )... 0,3 s. met alkalimangaan batterijen,
11 s. ( handbediend ) ... 0,3 s. met Super-alkali-mangaanbatterijen,
Zwenkbereiken en klikstanden van de hoofdreflector:
naar boven
15°
30°
45°
60°
75°
90°
linksom 90°
180°
rechtsom 90°
180°
Afmetingen: ong. in mm ( B x H x D )
flitser
92 x 247 x 102
Gewicht:
Flitser zonder voeding:
ong. 680 gram
Tabell 1: Richtgetallen bij vol vermogen (blz. 76)
Tabell 2: Laadapparaten (blz. 76)
Tabell 3: Flitsbereiken in de TTL-flitsfunctie (blz. 77)
3. . . 16 zonder groothoekvooretstuk
2. . . 11 met groothoekvooretstuk
38
foutieve werking en schade aan de mecablitz, veroorzaakt door
☞ Voor
het gebruik van toebehoren van andere fabrikanten, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
• Filter-set 45-32 ( Bestelnr. : 0004532 )
omvat 4 kleurenfilters voor verlichtingseffecten en een helder filter voor het
opnemen van kleurenfolies in kleur naar keuze.
• Fixeer-set 30-28 ( Bestelnr. : 0003028 )
beschermt de flitser tegen verdraaien op de camerabeugel.
• Camera-draadontspanner 45-26 ( Bestelnr. : 0004526 )
maakt opnemen mogelijk met de hand die de flitser vasthoudt. Daardoor is
de andere hand vrij voor de scherpstelling.
• Camera-elektro-draadontspanner 45-25 ( Bestelnr. : 0004525 )
als 45-26, maar dan met schakelaar voor elektrisch ontspannen.
• Oplaadset B 45 ( Bestelnr. : 0012045 )
NiCd-accu en oplaadapparaat voor het naderhand omzetten van de 45
CL-4 batterij op NiCd-accubedrijf.
• Lichtreductiefilter-set 45-28 ( Bestelnr. : 0004528 )
bestaat uit drie grijsfilters en een glasheldere filterhouder voor de opname
van kleurenfolies.
• Mecalux 11( Bestelnr. : 0000011 )
Sensor voor optisch, vertragingsvrij ontsteken op afstand van verdere flitsers via een door de camera ontstoken flits. Spreekt ook aan op infrarood.
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 39
Geen batterij nodig.
• Mecalux-houder 60-26 ( Bestelnr. : 0006026 )
voor het bevestigen van de Mecalux 11.
• Mecamat 45-46 ( Bestelnr. : 0004546 )
externe sensor, breidt het gebruik van de mecablitz enorm uit. Te gebruiken
zijn nu 11 automatiekdiafragma’s. In de stand „Manuell“ staan u 7 flitsvermogens met 7 vaste flitsduurtijden ter beschikking. Ingebouwde zoeker met
parallaxopheffing voor dichtbijopnamen, twee meethoeken ( 25° en 12° )
voor optimale meting.
• NiCd-accu 45-40 ( Bestelnr. : 0004540)
• Power-Pack P 50 ( Bestelnr. : 0012950 )
voor grote aantallen flitsen en korte flitsintervallen ( ong. 300 flitsen met
vol vermogen ).
• Reflectiescherm 60-33 ( Bestelnr. : 0006023 )
verzacht harde slagschaduwen door zijn zachte, gerichte licht.
• Adapters van het systeem SCA-300
voor het flitsen met systeemcamera’s . Zie separate gebruiksaanwijzing.
Bovendien is de SCA 300 A verbindingskabel vereist.
• Adapters van het systeem SCA 3002
voor het flitsen met systeemcamera’s die over digitale gegevensoverdracht
beschikken. Uitbreiding van de functies ten opzichte van het SCA 300systeem. Zie separate gebruiks-aanwijzing. Bovendien is de SCA 3000 C
verbindingskabel vereist.
• Cameraplaat 70-35 ( Bestelnr. : 0007035 )
voor het stabiel bevestigen van midden- en grootformaatcamera’s.
• Beugeladapter 45-35 ( Bestelnr. : 0004535 )
voor het verminderen van de parallax tussen reflector en camera bij dichtbij- en groothoekopnamen.
• Beugeladapter 60-28 ( Bestelnr. : 0006028 )
als 45-35, doch nu in hoogte verstelbaar.
• Flitsverbindingskabel SCA 300 A ( Bestelnr. : 0009305 )
verbindingskabel voor het aansluiten van de flitser aan een adapter van
het SCA 300-systeem.
• Flitskabel SCA 3000 C ( Bestelnr. : 0033003 )
verbindingskabel voor het aansluiten van de flitser aan een adapter van
het SCA 3002-systeem.
• Standaardvoet 301 ( Bestelnr. : 0093014 )
in verbinding met SCA 300 A voor het aansluiten aan camera’s met accessoireschoen, voorzien van middencontact.
• Flits-verbindingskabels:
Gespiraliseerde kabel 45-19 (Bestelnr. : 0004549)
Gespiraliseerde kabel 45-54 voor middencontact (Bestelnr. :0004554)
Flitskabel 45-48, 1 m (Bestelnr. : 0004548)
Flits-verlengingskabel 60-53, 1,25 m (Bestelnr. : 000 6053 )
Flits-verlengingskabel 60-54, 5 m ( Bestelnr. : 0006054 )
• Tas 45-29 ( Bestelnr. : 0004529 )
• Televoorzetstuk 45-33 ( Bestelnr. : 0004533 )
voor flitsopnamen met teleobjectieven. Verdubbelt het richtgetal ongeveer.
Ook infrarood-opnamen mogelijk.
• Draagriem 50-31 ( Bestelnr. : 0005031 )
Afvoeren van de batterijen
Batterijen horen niet bij het huisvuil.
S.v.p. de batterijen bij een daarvoor bestemd inzamelpunt afgeven.
S.v.p. alleen ontladen batterijen / accu’s afgeven.
Batterijen / accu’s zijn in de regel ontladen wanneer het daarvoor gebruikte
apparaat
- uitschakelt en aangeeft „batterijen leeg“
- de batterijen na langer gebruik niet meer goed functioneren.
Om kortsluiting te voorkomen, moeten de batterijpolen met plakband worden
afgeplakt.
39
x
703 47 0149-A3 45CL-4 14.03.2006 10:08 Uhr Seite 83
j
Hinweis:
Im Rahmen des CE-Zeichens wurde
bei der EMV-Prüfung die korrekte
Belichtung ausgewertet.
SCA-Kontakte nicht berühren !
In Ausnahmefällen kann eine Berührung zur Beschädigung des Gerätes
führen.
l
Remarque:
L’exposition correcte a été évaluée
lors des essais de CEM dans le
cadre de la certification CE.
Ne pas toucher les contacts du
SCA !
Il paut arriver que le contact avec
les doigts provoque la dégradation
de l’appareil.
x
Opmerking:
In het kader de CE-markering werd
bij de EMV-test de correcte be-lichting bepaald.
SCA Contacten niet aanraken !
In uitzonderlijke gevallen kan aanraken leiden.
k
j
Do not touch the SCA contacts !
l
Note:
Within the framework of the CE approval symbol, correct exposure was
evaluated in the course of the electromagnetic compatibility test.
In exceptional cases the unit can be
damaged if these contacts are touched.
x
ö
Avvertenza:
Nell’ambito delle prove EMV per il
segno CE è stata valutata la corretta
esposizione.
Non toccate mai i contatti SCA !
k
In casi eccezionali il toccare può
causare danni all’apparecchio.
ö
c
Atención:
El símbolo CE significa una valoración dae exposición correcta con la
prueba EMV (prueba de tolerancia
electromagnética).
c
No tocar los contactos SCA !
En algunos casos un contacto puede producir daños en el aparato.
83