6
ANDERSON GREENWOOD SERIE 800 POSRV
Handleiding voor installatie en onderHoud
3 ONDERHOUD PILOOT, DRUKBEREIK VAN
1481 TOT 7500PSIG
Zie figuren 3, 4 en 5.
Leg tijdens demontage alle onderdelen
geordend op een vlak werkoppervlak. Dit maakt
de montage gemakkelijker en helpt ervoor te
zorgen dat de juiste onderdelen in de juiste
volgorde worden gemonteerd.
3.1 Demontage
Laat voor aanvang van de demontage alle druk
weglopen die in de hoofdafsluiter of de piloot
opgesloten zit.
3.1.1 Standaardpiloot - gas of vloeistof
Opmerking: als de piloot is uitgerust met een
hefarm moet de hendelsamenstelling van
de hefarm (310) worden losgeschroefd en uit
de kap (280) worden verwijderd, voordat de
demontage wordt voortgezet. Houd hiervoor
de hefarm in de positie die in figuur 3 wordt
weergegeven, schroef de lagerbus van de
hefsamenstelling uit de kap en verwijder
dehendelsamenstelling.
Klem de pilootsamenstelling in een
bankschroef met het veerdeksel (50) omhoog.
Verwijder de kap (460), verwijder voor piloten
met hefarm de contramoer (350) en de moer
van de hefarm (340), draai de borgmoer (290)
los en draai de drukinstelschroef (270) tegen
de klok in om de veerspanning weg te nemen.
Verwijder de sluitbout(60) van het deksel en
schroef het veerdeksel van het huis (10) los.
De veer (160) en veerringen (170) zullen los in
het deksel zitten. Gebruik een sleutel van ¼"
op de vlakke kanten om de bovenkant van de
terugvoerzuiger (100) te houden en verwijder de
zeskantige moer (260) en de onderlegring(180).
Draai het huis ondersteboven en houd
tegelijkertijd een hand onder de bovenkant
om de meetzuiger (110) te vangen. Verwijder
de doorvoerbuis van de inlaat (20). Verwijder
vuil of gruis uit de zeefsamenstelling in de
doorvoerbuis van de inlaat. Zet het huis weer
rechtop op de werkbank om de onderdelen op
te vangen. Druk de terugvoerzuiger omlaag
tot alle interne delen uit de onderkant komen.
De steunring (120) van de zuigerafdichting, de
meetafdichting (190), het terugvoerafstandstuk
(130), en de terugvoerafdichting (200) blijven
in de bovenkant van het huis en moeten
worden verwijderd. Als gereedschap wordt
gebruikt, zorg er dan voor dat de boring van
de afdichting van het huis niet beschadigd
raakt. De nozzleafdichting (230) van de uitlaat
zou in de onderste boring van het huis kunnen
blijven zitten en moet worden verwijderd.
3.1.2 Accessoires van de piloot
Verwijder bij piloten met een
veldtestsamenstelling, figuur 5, de
terugslagklep uit het huis van de piloot. Schroef
de lagerbus uit het huis van de terugslagklep
en verwijder de veer en de shuttle. Verwijder de
veldtestindicator, figuur 5, uit de dome-poort
van de hoofdafsluiter. Schroef de lagerbus
uit het huis van de indicator en verwijder de
plunjeren de veer.
Verwijder bij piloten uitgerust met een
hoofdafsluiter met terugslagklep, figuur 5,
de terugslagklep uit de dome-poort van de
hoofdafsluiter of uit de veldtestindicator.
Schroef de lagerbus uit het huis van de
terugslagklep en verwijder de veer en de
shuttle. Verwijder de terugslagklep van de
uitlaat van de piloot uit de uitlaatpoort van de
piloot. Schroef de fitting van het huis van de
terugslagklep los en verwijder de stroomring
en -kogel.
Verwijder alle oude zittingen, afdichtingen en
O-ringen en gooi deze weg voordat met de
montage wordt aangevangen.
3.2 Montage
3.2.1 Op gas of vloeistof werkende standaardpiloot
De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde van de demontage. Smeer alle
O-ringen, glijvlakken, schroefdraden
en scharnierpunten van veerringen
met een dunne laag Dow Corning
nr. 33 siliconenvet of eenequivalent.
3.2.2 Accessoires van de piloot
De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde van de demontage.
Smeer bij piloten met een samenstelling voor
veldtests de schroefdraden van de lagerbussen
van de indicator en alle afdichtingen met een
dunne laag Dow Corning-siliconenvet nr. 33
of een equivalent. Smeer de schroefdraden
van de lagerbussen van de terugslagklep
voor veldtests en alle afdichtingen met een
dunne laag Dow Corning-siliconenvet nr. 33
of een equivalent. Richt de terugslagklep voor
veldtests tijdens hermontage op de piloot zo dat
het uiteinde van de lagerbus is verbonden met
de (proces)zijde van de toevoerleiding.
Smeer bij piloten met een hoofdafsluiter
met terugslagklep en pilootuitlaat met
terugslagklep de schroefdraden van
de lagerbus van de terugslagklep, de
schroefdraden van de fittings van de
terugslagklep en alle afdichtingen met een
dunne laag Dow Corning-siliconenvet nr.33
of een equivalent. Richt de terugslagklep
bij hermontage in de dome-poort van de
hoofdafsluiter of op de veldtestindicator zo dat
het uiteinde van de lagerbus wordt verbonden
met de (proces)zijde van de piloot.
Trek de uitlaatnozzle (30) uit de onderkant
van de interne samenstelling en verwijder
de afdichting van de spoel (210). Controleer
het zittingsoppervlak van de uitlaatnozzle op
krassen of andere beschadigingen. Kleine
onregelmatigheden kunnen worden verwijderd
door het bovenvlak van de uitlaatnozzle licht
tepolijsten.
Klem de interne samenstelling ondersteboven
in de bankschroef en verwijder de
inlaatnozzle(40) door een drevel met
een diameter van ongeveer
3
/
16" in het
gat aan te brengen en als een sleutel te
gebruiken. De spoelsamenstelling zal
met de inlaatnozzle naar buiten komen,
waardoor de spoelveer(150) vrijkomt. Klem
de spoelmoer(90) ondersteboven in de
bankschroef en schroef de binnenste spoel (70)
los. Demonteer de inlaatnozzle, de buitenste
spoel (80) en de binnenste spoel, en verwijder
alle afdichtingen. Controleer de inlaatnozzle
opdezelfde manier als de uitlaatnozzle.
Smeer de zittingen niet. Installeer bij piloten
met hefarm de hendelsamenstelling van
de hefarm (onderdeel 310) niet voordat
de eindafstelling van de piloot is voltooid,
zoalsinparagraaf4.5.