8
DE ACTIESTERREN
Een ster mag je nooit meteen inzetten, maar pas vanaf de volgende ronde. Je hoeft hem
niet in te zetten; je mag hem zolang houden als je wilt. Als een andere speler in de tus-
sentijd dit stersymbool dobbelt, dan heb je pech en neemt hij de ster bij je weg.
Met de bliksemster kun je een al liggende kaart wegnemen, zolang
deze vrij (niet onder een andere kaart) ligt. Je mag de bliksemster aan
het begin of aan het einde van je beurt inzetten. Raak de kaart die je
wilt wegnemen met de bliksemster en haal hem voorzichtig van het
speloppervlak. Leg de kaart met de afbeelding naar beneden onder
de afneemstapel. De bliksemster leg je naast de afneemstapel.
Bovendien moeten al je medespelers één van de kaarten in hun hand, ook met de afbeel-
ding naar beneden, onder de afneemstapel leggen. Wie geen kaart meer in de hand
heeft, hoeft natuurlijk ook geen kaart af te geven.
Voorbeeld:
Felix zet zijn bliksemster in
en legt die op de rode kaart.
Daardoor komt de gele Plus
2-kaart weer vrij. Nu legt
Felix zijn turkooizen kaart
met gele CONEX-hoek op
de vrijgekomen Plus 2-kaart.
Hij krijgt 4 punten plus 2
bonuspunten, dus 6 punten
in totaal.