Haba 303499 de handleiding

Type
de handleiding
Prospero Hall
A105216 1/17
Een abstract kaartenlegspel
voor 2 tot 4 creatieve denkers
van 8 tot 99 jaar
2
SPELINHOUD
at is CONEX? CONEX is geen
gewoon kaartspel! CONEX is anders!
Tijdens het spel probeer je de kaarten
in je hand slim af te leggen om zo-
veel mogelijk punten te behalen. Door
handig gebruik van de actiekaarten en/
of -sterren probeer je daarnaast bonus-
punten te behalen. Dat doe je door zo
waardevol mogelijke CONEX-hoeken
op het gelijkkleurige ondervlak van een
al openliggende kaart te leggen. Maar
pas op, want de aflegruimte is beperkt
en CONEX-hoeken en andere kaarten
mogen niet bedekt worden ...
Wie bereikt als eerste het eindpunt en
wordt de CONEX-kampioen?
52 kaarten
(inclusief actiekaarten)
W
1 startspelerkaart
1 puntenbord
4 spelersmarkers
2 actiesterren
(2x-ster, bliksemster)
1 symbooldobbelsteen
3
Belangrijk!
De kaarten worden tijdens
het spel snel in alle richtin-
gen aangelegd. Hoe groter
de tafel, hoe groter het
speloppervlak. Bij een klei-
nere tafel is de rand van de
tafel ook meteen het einde
van het speloppervlak.
Natuurlijk kun je het spel
ook op een gladde vloer
spelen.
SPELVOORBEREIDING
Leg het puntenbord in het midden van het speloppervlak. Kies ieder een spelersmarker en
leg die op het startveld van het bord. De andere spelersmarkers zijn niet nodig.
De jongste speler krijgt de startspelerskaart en houdt die tot het einde van het spel bij
zich. Meng de overige CONEX-kaarten en geef iedere speler 5 kaarten met de afbeel-
ding naar beneden. Iedereen neemt de kaarten zo in de hand, dat de andere spelers
ze niet kunnen zien. Leg de overige kaarten met de puntenwaarde naar beneden als af-
neemstapel neer. Houd de dobbelsteen en de twee actiesterren bij de hand, en beginnen
maar!
Spelopbouw
4
SPELVERLOOP
Speel om de beurt met de wijzers van de klok mee. De startspeler begint.
Je hebt tijdens je beurt twee opties:
1. Een kaart uit je hand leggen – eventuele acties uitvoeren – en vervolgens je
spelersmarker met het gewonnen aantal punten op het puntenbord vooruit zet-
ten.
OF
2. Twee kaarten uit de afneemstapel trekken en in je hand nemen.
Dan is je beurt voorbij en is de volgende speler aan zet.
EEN KAART UIT JE HAND AFLEGGEN
Op iedere kaart staan gekleurde CONEX-hoeken. Die kun je op de gekleurde
gebieden van het puntenbord of op al openliggende kaarten leggen. Maar
alleen als je je aan alle CONEX-regels houdt! Het cijfer in de CONEX-hoek die
je wilt afleggen, geeft aan hoeveel punten je krijgt als je deze hoek legt – de cijfers
in alle andere hoeken hebben dan geen betekenis.
Je zet je spelersmarker met dit aantal punten vooruit op het puntenbord.
CONEX-REGELS
Dezelfde kleur!
Je mag een CONEX-hoek alleen op dezelfde kleur achter-
grond (op het puntenbord of een al openliggende kaart)
leggen.
5
Eén is genoeg!
Je kaart mag alleen de kaart raken waarop je hem legt (bij-
voorbeeld alleen het puntenbord). Alle andere kaarten mogen
niet geraakt of bedekt worden.
CONEX-hoeken nooit bedekken!
Het is verboden andere CONEX-hoe-
ken te raken of bedekken.
Einde is einde!
Je mag geen kaarten leggen die buiten het
speloppervlak (bijvoorbeeld de rand van de tafel) uitsteken.
Voorbeeld:
Max is de startspeler. Hij kan zijn kaart alleen op het puntenbord
leggen. Hij legt de rode CONEX-hoek van zijn paarse kaart op het
rode gedeelte van het puntenbord en krijgt 4 punten.
Nele legt de paarse CONEX-
hoek van haar rode kaart op de
zojuist neergelegde paarse kaart
en krijgt daarvoor vier punten.
6
ACTIEKAARTEN
Er zijn ook twee verschillende actiekaarten in het spel. Die worden zoals gebruikelijk af-
gelegd. Naast de punten van de CONEX-hoeken hebben deze actiekaarten echter nog
speciale functies:
PLUS 2-KAART
Als de Plus 2-kaart al open ligt en je er een kaart op legt, krijg je
bovenop de waarde van je aangelegde CONEX-hoek automa-
tisch twee bonuspunten!
Maar let op: de speler die deze actiekaart legt, krijgt geen bo-
nuspunten voor deze kaart! Met de CONEX-hoek van deze kaart
krijgt deze speler echter nog steeds 5 punten bij het leggen.
5
Voorbeeld:
Max legt zijn rode kaart met de gele CO-
NEX-hoek op de eerder door Felix gelegde
kaart. Omdat het een Plus 2-kaart is, krijgt
Max naast de 3 punten van de gelegde CO-
NEX-hoek 2 bonuspunten. Felix krijgt daarvoor
geen bonuspunten.
7
2
2
KAARTEN MET DOBBELSTEEN
Als je een kaart met een dobbelsteensymbool legt, kun je eerst
de behaalde punten van de CONEX-hoek op het puntenbord
vooruit zetten. Vervolgens gooi je met de dobbelsteen.
De actiekaarten brengen de volgende voordelen met zich mee:
Trek een kaart van de afneemstapel en neem die bij de
kaarten in je hand!
Trek twee kaarten van de afneemstapel en neem die bij
de kaarten in je hand!
Neem de bliksemster, ook als een medespeler hem op
dit moment heeft.
Neem de 2x-ster, ook als een medespeler hem op dit
moment heeft.
8
DE ACTIESTERREN
Een ster mag je nooit meteen inzetten, maar pas vanaf de volgende ronde. Je hoeft hem
niet in te zetten; je mag hem zolang houden als je wilt. Als een andere speler in de tus-
sentijd dit stersymbool dobbelt, dan heb je pech en neemt hij de ster bij je weg.
Met de bliksemster kun je een al liggende kaart wegnemen, zolang
deze vrij (niet onder een andere kaart) ligt. Je mag de bliksemster aan
het begin of aan het einde van je beurt inzetten. Raak de kaart die je
wilt wegnemen met de bliksemster en haal hem voorzichtig van het
speloppervlak. Leg de kaart met de afbeelding naar beneden onder
de afneemstapel. De bliksemster leg je naast de afneemstapel.
Bovendien moeten al je medespelers één van de kaarten in hun hand, ook met de afbeel-
ding naar beneden, onder de afneemstapel leggen. Wie geen kaart meer in de hand
heeft, hoeft natuurlijk ook geen kaart af te geven.
Voorbeeld:
Felix zet zijn bliksemster in
en legt die op de rode kaart.
Daardoor komt de gele Plus
2-kaart weer vrij. Nu legt
Felix zijn turkooizen kaart
met gele CONEX-hoek op
de vrijgekomen Plus 2-kaart.
Hij krijgt 4 punten plus 2
bonuspunten, dus 6 punten
in totaal.
9
Als je de 2x-ster op je net gelegde kaart legt, krijg je in deze beurt het
dubbele aantal punten. Dat geldt ook als je hem op een Plus 2-kaart
legt. De 2x-ster leg je naast de afneemstapel.
Bijvoo rbeeld:
Max legt zijn turkooizen kaart met de paarse CONEX-hoek
op de zojuist door Nele gelegde kaart. Daarnaast heeft hij
de 2x-ster nog van een eerdere ronde. Deze legt hij op zijn
zojuist gelegde kaart. Hij krijgt 4 punten plus 2 bonuspunten
= 6 punten x 2= 12 punten.
10
EINDE VAN HET SPEL
CONEX is afgelopen
als één van jullie het eindveld van het puntenbord bereikt of overschrijdt. Als jullie het
eindveld overschrijden, dan tellen jullie bij “1” verder. Deze ronde wordt nog tot de
startspeler uitgespeeld.
of
Als jullie buiten het speloppervlak komen of niemand meer een kaart kan leggen.
Wie op het puntenbord het verst is gekomen, wint het spel! Als meer spelers even ver zijn
gekomen, dan winnen zij allemaal.
Auteurs: Prospero Hall
Licentiegever: Forrest-Pruzan Creative LLC
Graficus: Benjamin Petzold
Redactie: Christiane Hüpper
©
HABA-Spiele Bad Rodach 2017, Art.-Nr. 303499
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Haba 303499 de handleiding

Type
de handleiding