Alto Live 802 Handleiding

Categorie
Audiomixers
Type
Handleiding
28
Gebruikershandleiding (Nederlands)
Inleiding
Inhoud van de doos
Live 802
Stroomkabel
Gebruikershandleiding
Veiligheidsvoorschriften en handleiding
Ondersteuning
Voor de laatste informatie over dit product (systeemvereisten, informatie over compatibiliteit,
enz.) en productregistratie, ga naar: altoprofessional.com/live802.
Surf voor aanvullende productondersteuning naar altoprofessional.com/support.
Snelstartgids / Aansluitschema
Aanzicht bovenpaneel Aanzicht achterpaneel
* Artikelen die niet vermeld zijn in Inhoud van de doos zijn niet meegeleverd.
Microfoons
Koptelefoon
Externe
effectprocessor
Podiummonitor
Luidsprekers
Voeding
Smartphone,
tablet,
MP3-speler,
enz.
Cabine-/cue-
monitoren
29
Kenmerken
Bovenpaneel
Opmerking: De kanalen hebben grotendeels
dezelfde bedieningsknoppen, met enkele kleine
verschillen tussen kanalen 1-2, 3-4, 5/6 en 7/8. De
vier verschillende kanaaltypes worden hier getoond.
1. Mic-ingang: Sluit met behulp van een XLR-
kabel op deze ingangen een microfoon of
apparaat op lijnniveau aan.
2. Lijningang: Gebruik 1/4”-kabels om op deze
ingangen apparaten op lijnniveau aan te
sluiten.
3. Insert: Gebruik een standaard 1/4" TRS-
kabel om een externe processor op deze
uitgang aan te sluiten (zoals een compressor,
limiter, externe equalizer, enz.). Het
geluidssignaal wordt afgenomen na de gain-
regeling van het kanaal en wordt
geretourneerd voor het naar de EQ van het
kanaal gaat. De top van de TRS-jack is het
send-signaal; de ring is het return-signaal.
4. Gain: Regelt het geluidsniveau van het kanaal
(pre-fader en pre-EQ gain). Pas dit aan tot de
signaal-LED gaat branden.
5. piek-LED: De LED gaat knipperen wanneer
het signaal overstuurd wordt. Als dat gebeurt,
verminder dan de instelling van de Gain-
knop.
6. Low Cut Filter: Wanneer deze knop wordt
ingedrukt, wordt het geluidssignaal van dat
kanaal door een 75 Hz laagfrequentiefilter
gestuurd met een hellingsgraad van 18 dB
per octaaf. Dit is handig voor het verminderen
laagfrequent lawaai bij het gebruik van
microfoons.
7. Compressor: Regelt de hoeveelheid
compressie die de ingebouwde compressor
van het mengpaneel op het kanaal toepast.
De LED naast de knop gaat branden wanneer
de compressor aanstaat.
8. Hi EQ: Regelt de hoge frequenties van het kanaal.
9. Mid EQ: Regelt de middenfrequenties van het kanaal.
10. Low EQ: Regelt de lage frequenties (bassen) van het kanaal.
11. Monitorknop: Regelt het pre-fader-volume van het signaal dat van dat kanaal naar de monitormix
wordt gestuurd. Het volume van de monitormix wordt geregeld door de Monitorfader.
12. DFX-knop: Regelt het volume van het signaal dat naar de effectprocessor van het mengpaneel wordt
gestuurd. Het volume van de effectprocessor wordt geregeld door de DFX Return Fader (DFX Rtn).
13. Channel Pan / Balance: Als deze knop Pan is gelabeld, dan past hij de positie aan van het
(mono)kanaal in het stereoveld. Als de knop Bal is gelabeld, past hij de balans aan tussen de twee
monokanalen van dit stereosignaal.
14. Kanaal dempen: Druk op deze knop om het kanaal te dempen of terug aan te zetten. Wanneer het
kanaal is gedempt, gaat de LED naast de knop branden.
15.
Kanaalfader: Past het geluidsniveau van het kanaal aan.
16. Signaal-LED (Sig): Geeft aan dat het binnenkomende audiosignaal van het kanaal zich binnen een
optimaal bereik bevindt.
1
2
3
4
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
1
2
3
4
8
9
10
11
12
13
14
15
16
1
2
3
4
8
9
10
11
12
13
14
15
16
2
3
4
8
9
10
11
12
13
14
15
16
5
6
5
6
55
6
30
17. Aux Send: Gebruik 1/4" TRS-kabels om
deze uitgangen aan te sluiten op de
ingangen van een externe versterker of
actieve monitor. Gebruik de Monitorknop
(Mon) op elk kanaal om het niveau te
controleren van het signaal dat naar Aux
Send 1 wordt gestuurd. Dit is handig om
een aangepaste monitormix te maken voor
muzikanten op het podium.
18. Aux Return (Aux Rtn): Verbind de
uitgangen van een extern apparaat met
deze ingangen met behulp van 1/4"
monokabels. Als uw bron mono is, sluit de
kabel dan aan op de linkeraansluiting. Dat
maakt het signaal hoorbaar in zowel het
linker- als rechterkanaal.
19. Aux Return Fader (Aux Rtn): Controleert
het geluidsniveau dat verstuurd wordt naar
de Aux Return (Aux Rtn)-ingangen.
20. Grafische equalizer: Wanneer de
schakelaar EQ Aan/Uit is ingeschakeld
(ingeduwd), kunt u deze knoppen
gebruiken om de toon van de hoofdmix te
regelen.
21. EQ Aan/Uit: Schakelt de Grafische
equalizer aan of uit.
22. Main Out / Monitor Out: Wanneer deze
knop in de hoogste stand staat, beïnvloedt
de Grafische equalizer het signaal dat naar
de uitgangen van de Hoofdmix wordt
gestuurd. Wanneer deze knop is
ingedrukt, beïnvloedt de Grafische
equalizer het signaal dat naar de Aux 1
(Mon)-uitgang wordt gestuurd.
23. Effectkeuzeschakelaar: Deze knop
selecteert het effect dat de interne
effectenprocessor van het mengpaneel zal
toepassen op de verschillende kanalen.
Draai aan de knop het nummer van het
effect te veranderen en druk op de knop
om het te selecteren. Het scherm naast de
DFX Mute-toets toont het presetnummer.
Elk kanaal kan verschillende
geluidsniveaus naar de processor sturen,
door de DFX-knop bij te regelen. Zie de
sectie Effecten voor uitleg over de
beschikbare effecten.
24. DFX Mute: Druk op deze knop om de effecten te dempen of terug aan te zetten.
25. Piek-LED van DFX: De LED gaat knipperen wanneer het signaal overstuurd wordt. Als dat
gebeurt, verlaag dan de instelling van de DFX-knoppen van uw bronkanaal. Wanneer de
effectenprocessor gedempt is, blijft de LED branden.
26. DFX Return Fader (DFX Rtn): Regelt het volume van het geluidssignaal dat door de
effectprocessor van het mengpaneel wordt verstuurd.
27. DFX Bypass: Op deze ingang kunt u een standaard 1/4”-voetschakelaar met vergrendeling
(afzonderlijk verkocht) aansluiten, om de interne effectenprocessor van het mengpaneel te
omzeilen (wanneer de voetschakelaar zich in 'gesloten' positie bevindt).
17
20
27
40
28
21 22
23
24
29
37
38
39
31
33
303234
25
18
19
14 14 14 14
26
35 36
31
28. Koptelefoonuitgang: Sluit op deze uitgangen een 1/4" stereo koptelefoon aan. De Phones
Volume-knop regelt het volume. De Phones Source-knop stelt in welk signaal er naar deze
uitgang wordt gestuurd.
29. Phones Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal van de Main
Mix-uitgangen naar de koptelefoonuitgang gestuurd. Wanneer deze knop in de laagste stand
staat, wordt het signaal van de Control Room (Ctrl Out)-uitgangen naar de
koptelefoonuitgang gestuurd.
30. Koptelefoonvolume: Past het volume van de Koptelefoonuitgang aan.
31. USB In Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal dat via de
USB-poort het mengpaneel binnenkomt naar de Main Mix-uitgangen gestuurd. Wanneer deze
knop is ingedrukt, wordt het signaal dat via de USB-poort het mengpaneel binnenkomt naar de
Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd.
32. USB In Level: Past het geluidsniveau aan van het signaal dat via de USB-poort naar het
mengpaneel wordt gestuurd.
33. 2 Track In Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal van de 2
Track In naar de Main Mix-uitgangen gestuurd. Wanneer deze knop in de hoogste stand
staat, wordt het signaal van 2 Track In naar de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd.
34. 2 Track In-geluidsniveau: Past het geluidsniveau aan van 2 Track In.
35. Monitorfader: Past het geluidsniveau aan van de Aux Send 1(Mon)-uitgang (de Monitormix).
36. Main-fader: Past het geluidsniveau aan van de Main Mix-uitgangen.
37. LED-meters: Geeft het geluidsniveau weer van de Main Mix-uitgangen. De Clip LED mag af
en toe branden. Als dit echter te vaak gebeurt, verlaagt u het beste het volume van de mix
en/of de afzonderlijke kanalen.
38. Fantoomvoeding Activeert/deactiveert fantoomvoeding. Wanneer geactiveerd, levert de
fantoomvoeding +48V aan de XLR-microfooningangen. De LED boven de schakelaar zal
oplichten. Houd er rekening mee dat de meeste dynamische microfoons geen fantoomvoeding
vereisen, terwijl de meeste condensatormicrofoons dit wel nodig hebben. Raadpleeg de
documentatie van uw microfoon om te controleren of fantoomvoeding nodig is.
39. Stroom-LED: Gaat branden wanneer het mengpaneel aanstaat.
40. USB-stroomaansluiting Met deze USB-poort kunt u een apparaat dat stroom gebruikt van
een 5 V, 1 A USB-poort voorzien van stroom (of opladen).
Effecten
Om effecten toe te passen, draait u eerst aan de Effects Preset-knop en drukt u er vervolgens op
om een van de beschikbare presets te selecteren. Om het signaal van een kanaal naar de
effectprocessor te sturen, zet u de DFX-knop (Aux 2) van het kanaal luider.
Elk effect heeft 10 variaties. Selecteer een dat past bij de omgeving en bij uw voorkeuren.
Nummers Effect Beschrijving
00-09 Delay Reproduceert het signaal na een korte vertragingstijd.
10-19 Delay+Galm Delay-effect met ruimtegalm.
20-29 Tremolo
V
erhoogt en verlaagt snel het signaalvolume aan een regelmatige
snelheid.
30-39 Plaat Bootst een heldere plaatgalm na.
40-49 Chorus Simuleert het volle, complexe en vloeiende geluid van verschillende
instrumenten die hetzelfde spelen.
50-59 Zang Galm die een kamer nabootst, met een korte vervaltijd.
60-69 Rotary Simuleert het klassieke Doppler-effect van de draaiende hoorn in de
luidspreker van een orgel.
70-79 Kleine ruimte Galm die een heldere studioruimte nabootst.
80-89 Flanger+Galm Pas kamergalm toe plus een klassiek stereo flange
r
-effect.
90-99 Grote zaal Galm die een grote akoestische ruimte nabootst.
32
Achterpaneel
1
2
3
445
6
7
8
1. Stroomingang: Gebruik de meegeleverde IEC-stroomkabel om het mengpaneel aan te
sluiten op een stopcontact. Sluit terwijl de voeding uit staat de stroomkabel aan op het
mengpaneel en verbindt deze vervolgens met het stopcontact.
2. Afsluitklep zekering: Als de zekering van het apparaat kapot is, gebruik dan een
schroevendraaier of ander gereedschap om dit klepje op te tillen en de zekering te
vervangen door een zekering met dezelfde waarde (afgedrukt boven de Stroomingang).
Een zekering met onjuiste waarde kan het apparaat en/of de zekering beschadigen.
3. Aan/uit-schakelaar: Zet het mengpaneel aan en uit. Zet het mengpaneel alleen aan
nadat u al uw invoerapparaten hebt aangesloten, maar voor u uw versterkers aanzet.
Schakel de versterkers uit voordat u de mixer uitzet.
4. Main Mix-uitgangen: Gebruik standaard XLR- of 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te
sluiten op uw luidsprekers of versterkersysteem. Gebruik de Main Fader om het
geluidsniveau van deze uitgangen te regelen.
5. Control Room-uitgangen (Ctrl Out): Gebruik standaard 1/4"-kabels om deze uitgangen
aan te sluiten op de monitors in uw controlekamer (cabine) of aan uw versterkersysteem.
6. USB-poort: Gebruik een standaard USB-kabel om het mengpaneel aan te sluiten op een
computer. Via deze verbinding kan het mengpaneel audio van en naar uw computer
verzenden of ontvangen.
Bij het verzenden van audio wordt de hoofdmix van het mengpaneel naar uw
computer gestuurd.
Bij het ontvangen van audio, wordt het van uw computer naar de Main Mix-
uitgangen of de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd, naargelang de
stand van de USB In Source-knop van het mengpaneel.
7. 2-Track-ingangen (2 Track In): U kunt deze ingangen verbinden met de uitgangen van
een externe geluidsbron met behulp van een standaard stereo RCA-kabel (afzonderlijk
verkrijgbaar). Gebruik de 2 Track In Source-knop om dit signaal ofwel naar de Main
Mix-uitgangen ofwel naar de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) te sturen.
8. 2-Track-uitgangen (2 Track Out): Sluit deze uitgangen aan op de ingangen van een
extern opnameapparaat met behulp van een standaard stereo RCA-kabel (afzonderlijk
verkrijgbaar).

Documenttranscriptie

Gebruikershandleiding (Nederlands) Inleiding Inhoud van de doos Live 802 Stroomkabel Gebruikershandleiding Veiligheidsvoorschriften en handleiding Ondersteuning Voor de laatste informatie over dit product (systeemvereisten, informatie over compatibiliteit, enz.) en productregistratie, ga naar: altoprofessional.com/live802. Surf voor aanvullende productondersteuning naar altoprofessional.com/support. Snelstartgids / Aansluitschema Microfoons Externe effectprocessor Podiummonitor Luidsprekers Koptelefoon Cabine-/cuemonitoren Smartphone, tablet, MP3-speler, enz. Voeding Aanzicht bovenpaneel Aanzicht achterpaneel * Artikelen die niet vermeld zijn in Inhoud van de doos zijn niet meegeleverd. 28 Kenmerken Bovenpaneel Opmerking: De kanalen hebben grotendeels dezelfde bedieningsknoppen, met enkele kleine verschillen tussen kanalen 1-2, 3-4, 5/6 en 7/8. De vier verschillende kanaaltypes worden hier getoond. 1. Mic-ingang: Sluit met behulp van een XLRkabel op deze ingangen een microfoon of apparaat op lijnniveau aan. 2. Lijningang: Gebruik 1/4”-kabels om op deze ingangen apparaten op lijnniveau aan te sluiten. 3. Insert: Gebruik een standaard 1/4" TRSkabel om een externe processor op deze uitgang aan te sluiten (zoals een compressor, limiter, externe equalizer, enz.). Het geluidssignaal wordt afgenomen na de gainregeling van het kanaal en wordt geretourneerd voor het naar de EQ van het kanaal gaat. De top van de TRS-jack is het send-signaal; de ring is het return-signaal. 4. Gain: Regelt het geluidsniveau van het kanaal (pre-fader en pre-EQ gain). Pas dit aan tot de signaal-LED gaat branden. 5. piek-LED: De LED gaat knipperen wanneer het signaal overstuurd wordt. Als dat gebeurt, verminder dan de instelling van de Gainknop. 6. Low Cut Filter: Wanneer deze knop wordt ingedrukt, wordt het geluidssignaal van dat kanaal door een 75 Hz laagfrequentiefilter gestuurd met een hellingsgraad van 18 dB per octaaf. Dit is handig voor het verminderen laagfrequent lawaai bij het gebruik van microfoons. 7. Compressor: Regelt de hoeveelheid compressie die de ingebouwde compressor van het mengpaneel op het kanaal toepast. De LED naast de knop gaat branden wanneer de compressor aanstaat. 1 1 1 2 2 2 2 3 3 3 3 4 7 5 6 4 5 6 4 5 6 4 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 14 15 15 15 15 16 16 16 5 16 8. Hi EQ: Regelt de hoge frequenties van het kanaal. 9. Mid EQ: Regelt de middenfrequenties van het kanaal. 10. Low EQ: Regelt de lage frequenties (bassen) van het kanaal. 11. Monitorknop: Regelt het pre-fader-volume van het signaal dat van dat kanaal naar de monitormix wordt gestuurd. Het volume van de monitormix wordt geregeld door de Monitorfader. 12. DFX-knop: Regelt het volume van het signaal dat naar de effectprocessor van het mengpaneel wordt gestuurd. Het volume van de effectprocessor wordt geregeld door de DFX Return Fader (DFX Rtn). 13. Channel Pan / Balance: Als deze knop Pan is gelabeld, dan past hij de positie aan van het (mono)kanaal in het stereoveld. Als de knop Bal is gelabeld, past hij de balans aan tussen de twee monokanalen van dit stereosignaal. 14. Kanaal dempen: Druk op deze knop om het kanaal te dempen of terug aan te zetten. Wanneer het kanaal is gedempt, gaat de LED naast de knop branden. 15. Kanaalfader: Past het geluidsniveau van het kanaal aan. 16. Signaal-LED (Sig): Geeft aan dat het binnenkomende audiosignaal van het kanaal zich binnen een optimaal bereik bevindt. 29 17. Aux Send: Gebruik 1/4" TRS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op de ingangen van een externe versterker of actieve monitor. Gebruik de Monitorknop (Mon) op elk kanaal om het niveau te controleren van het signaal dat naar Aux Send 1 wordt gestuurd. Dit is handig om een aangepaste monitormix te maken voor muzikanten op het podium. 18. Aux Return (Aux Rtn): Verbind de uitgangen van een extern apparaat met deze ingangen met behulp van 1/4" monokabels. Als uw bron mono is, sluit de kabel dan aan op de linkeraansluiting. Dat maakt het signaal hoorbaar in zowel het linker- als rechterkanaal. 19. Aux Return Fader (Aux Rtn): Controleert het geluidsniveau dat verstuurd wordt naar de Aux Return (Aux Rtn)-ingangen. 20. Grafische equalizer: Wanneer de schakelaar EQ Aan/Uit is ingeschakeld (ingeduwd), kunt u deze knoppen gebruiken om de toon van de hoofdmix te regelen. 21. EQ Aan/Uit: Schakelt equalizer aan of uit. 22. Main Out / Monitor Out: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, beïnvloedt de Grafische equalizer het signaal dat naar de uitgangen van de Hoofdmix wordt gestuurd. Wanneer deze knop is ingedrukt, beïnvloedt de Grafische equalizer het signaal dat naar de Aux 1 (Mon)-uitgang wordt gestuurd. 23. de 40 18 27 17 28 20 21 22 25 23 24 39 38 Grafische 33 31 29 37 34 32 30 14 Effectkeuzeschakelaar: Deze knop selecteert het effect dat de interne effectenprocessor van het mengpaneel zal toepassen op de verschillende kanalen. Draai aan de knop het nummer van het effect te veranderen en druk op de knop om het te selecteren. Het scherm naast de DFX Mute-toets toont het presetnummer. Elk kanaal kan verschillende geluidsniveaus naar de processor sturen, door de DFX-knop bij te regelen. Zie de sectie Effecten voor uitleg over de beschikbare effecten. 26 14 19 14 14 35 36 24. DFX Mute: Druk op deze knop om de effecten te dempen of terug aan te zetten. 25. Piek-LED van DFX: De LED gaat knipperen wanneer het signaal overstuurd wordt. Als dat gebeurt, verlaag dan de instelling van de DFX-knoppen van uw bronkanaal. Wanneer de effectenprocessor gedempt is, blijft de LED branden. 26. DFX Return Fader (DFX Rtn): Regelt het volume van het geluidssignaal dat door de effectprocessor van het mengpaneel wordt verstuurd. 27. DFX Bypass: Op deze ingang kunt u een standaard 1/4”-voetschakelaar met vergrendeling (afzonderlijk verkocht) aansluiten, om de interne effectenprocessor van het mengpaneel te omzeilen (wanneer de voetschakelaar zich in 'gesloten' positie bevindt). 30 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. Koptelefoonuitgang: Sluit op deze uitgangen een 1/4" stereo koptelefoon aan. De Phones Volume-knop regelt het volume. De Phones Source-knop stelt in welk signaal er naar deze uitgang wordt gestuurd. Phones Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal van de Main Mix-uitgangen naar de koptelefoonuitgang gestuurd. Wanneer deze knop in de laagste stand staat, wordt het signaal van de Control Room (Ctrl Out)-uitgangen naar de koptelefoonuitgang gestuurd. Koptelefoonvolume: Past het volume van de Koptelefoonuitgang aan. USB In Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal dat via de USB-poort het mengpaneel binnenkomt naar de Main Mix-uitgangen gestuurd. Wanneer deze knop is ingedrukt, wordt het signaal dat via de USB-poort het mengpaneel binnenkomt naar de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd. USB In Level: Past het geluidsniveau aan van het signaal dat via de USB-poort naar het mengpaneel wordt gestuurd. 2 Track In Source: Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal van de 2 Track In naar de Main Mix-uitgangen gestuurd. Wanneer deze knop in de hoogste stand staat, wordt het signaal van 2 Track In naar de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd. 2 Track In-geluidsniveau: Past het geluidsniveau aan van 2 Track In. Monitorfader: Past het geluidsniveau aan van de Aux Send 1(Mon)-uitgang (de Monitormix). Main-fader: Past het geluidsniveau aan van de Main Mix-uitgangen. LED-meters: Geeft het geluidsniveau weer van de Main Mix-uitgangen. De Clip LED mag af en toe branden. Als dit echter te vaak gebeurt, verlaagt u het beste het volume van de mix en/of de afzonderlijke kanalen. Fantoomvoeding Activeert/deactiveert fantoomvoeding. Wanneer geactiveerd, levert de fantoomvoeding +48V aan de XLR-microfooningangen. De LED boven de schakelaar zal oplichten. Houd er rekening mee dat de meeste dynamische microfoons geen fantoomvoeding vereisen, terwijl de meeste condensatormicrofoons dit wel nodig hebben. Raadpleeg de documentatie van uw microfoon om te controleren of fantoomvoeding nodig is. Stroom-LED: Gaat branden wanneer het mengpaneel aanstaat. USB-stroomaansluiting Met deze USB-poort kunt u een apparaat dat stroom gebruikt van een 5 V, 1 A USB-poort voorzien van stroom (of opladen). Effecten Om effecten toe te passen, draait u eerst aan de Effects Preset-knop en drukt u er vervolgens op om een van de beschikbare presets te selecteren. Om het signaal van een kanaal naar de effectprocessor te sturen, zet u de DFX-knop (Aux 2) van het kanaal luider. Elk effect heeft 10 variaties. Selecteer een dat past bij de omgeving en bij uw voorkeuren. Nummers Effect Beschrijving 00-09 Delay Reproduceert het signaal na een korte vertragingstijd. 10-19 Delay+Galm Delay-effect met ruimtegalm. 20-29 Tremolo Verhoogt en verlaagt snel het signaalvolume aan een regelmatige snelheid. 30-39 Plaat Bootst een heldere plaatgalm na. 40-49 Chorus Simuleert het volle, complexe en vloeiende geluid van verschillende instrumenten die hetzelfde spelen. 50-59 Zang Galm die een kamer nabootst, met een korte vervaltijd. 60-69 Rotary Simuleert het klassieke Doppler-effect van de draaiende hoorn in de luidspreker van een orgel. 70-79 Kleine ruimte Galm die een heldere studioruimte nabootst. 80-89 Flanger+Galm Pas kamergalm toe plus een klassiek stereo flanger-effect. 90-99 Grote zaal Galm die een grote akoestische ruimte nabootst. 31 Achterpaneel 1 2 3 6 8 5 4 7 4 1. Stroomingang: Gebruik de meegeleverde IEC-stroomkabel om het mengpaneel aan te sluiten op een stopcontact. Sluit terwijl de voeding uit staat de stroomkabel aan op het mengpaneel en verbindt deze vervolgens met het stopcontact. 2. Afsluitklep zekering: Als de zekering van het apparaat kapot is, gebruik dan een schroevendraaier of ander gereedschap om dit klepje op te tillen en de zekering te vervangen door een zekering met dezelfde waarde (afgedrukt boven de Stroomingang). Een zekering met onjuiste waarde kan het apparaat en/of de zekering beschadigen. 3. Aan/uit-schakelaar: Zet het mengpaneel aan en uit. Zet het mengpaneel alleen aan nadat u al uw invoerapparaten hebt aangesloten, maar voor u uw versterkers aanzet. Schakel de versterkers uit voordat u de mixer uitzet. 4. Main Mix-uitgangen: Gebruik standaard XLR- of 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op uw luidsprekers of versterkersysteem. Gebruik de Main Fader om het geluidsniveau van deze uitgangen te regelen. 5. Control Room-uitgangen (Ctrl Out): Gebruik standaard 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op de monitors in uw controlekamer (cabine) of aan uw versterkersysteem. 6. USB-poort: Gebruik een standaard USB-kabel om het mengpaneel aan te sluiten op een computer. Via deze verbinding kan het mengpaneel audio van en naar uw computer verzenden of ontvangen. • Bij het verzenden van audio wordt de hoofdmix van het mengpaneel naar uw computer gestuurd. • Bij het ontvangen van audio, wordt het van uw computer naar de Main Mixuitgangen of de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) gestuurd, naargelang de stand van de USB In Source-knop van het mengpaneel. 7. 2-Track-ingangen (2 Track In): U kunt deze ingangen verbinden met de uitgangen van een externe geluidsbron met behulp van een standaard stereo RCA-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Gebruik de 2 Track In Source-knop om dit signaal ofwel naar de Main Mix-uitgangen ofwel naar de Control Room-uitgangen (Ctrl Out) te sturen. 8. 2-Track-uitgangen (2 Track Out): Sluit deze uitgangen aan op de ingangen van een extern opnameapparaat met behulp van een standaard stereo RCA-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar). 32
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Alto Live 802 Handleiding

Categorie
Audiomixers
Type
Handleiding