1110
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Zie de tekening op pagina 9.
A. Oefening informatie display—Deze display biedt 7
instellingen die u meteen informatie over uw oefe-
ning weergeven: uw huidige snelheid, de verlopen
tijd (of de resterende tijd van het programma), de
afgelegde afstand, de weerstand, bij benadering
het aantal verbruikte calorieën, ook bij benadering
het aantal verbruikte vetcalorieën (zie VETVER-
BRANDEN op pagina 16), en uw hartslag (wanneer
u de handgreep met pols-sensor of de optionele
borstkas-sensor gebruikt). Telkens na een paar
seconden zal de display van instelling veranderen
wanneer u de scan instelling kiest. U kunt ook een
bepaalde instelling kiezen om informatie aan te
geven. Deze instelling is dan de enige die aange-
geven wordt.
Opgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Om van eenheid te veranderen moet u zes
seconden lang de On/Reset knop ingedrukt
houden. De instelling indicators (zie F op deze
pagina) zullen aangeven welke eenheid gekozen
is. Het kan nodig zijn dat u de gewenste een-
heid opnieuw moet kiezen wanneer u de batte-
rijen vervangt.
B. Opgaande en neergaande pijlen—Deze pijlen zul-
len tijdens het programma aangeven wanneer u uw
tempo moet verhogen of verminderen om deze bij
het ten doel gestelde tempo aan te laten sluiten.
C. Handmatige instelling/programma indicators—
Wanneer u een oefenprogramma kiest zal in de
rechter boven hoek van de display een 1, 2, 3, 4, 5
of 6 verschijnen (afhankelijk van het programma).
Wanneer U de handmatige instelling kiest zal de
rechter boven hoek blanco zijn.
D. Programma overzichten—Deze overzichten geven
aan hoe de weerstand van de fiets en het ten doel
gestelde tempo tijdens het programma zullen ver-
anderen.
E. Waarschuwingen—Zie pagina 2.
F. Feedback instelling indicators—Deze indicators
geven aan welke huidige informatie instelling (scan
[Scan], snelheid [MPH of Km/H], tijd [Time], afstand
[Miles of Kms], weerstand [Resist.], calorieën
[Cals.], vetcalorieën [Fat Cals.], of hartslag) gekozen
is. Opgelet: Het woord Miles (mijlen) of de letters
Kms zullen verschijnen wanneer de afstand wordt
aangegeven. De letters MPH of Km/H zullen ver-
schijnen wanneer uw snelheid wordt aangegeven.
G. Tempo indicators—Alleen de linker tempo indicator
zal verschijnen wanneer de handmatige instelling
gekozen wordt. Deze indicator geeft uw oefentem-
po aan. De indicator zal in hoogte toenemen of
afnemen wanneer u uw snelheid verhoogt of ver-
mindert. Beide tempo indicators zullen verschijnen
wanneer een oefenprogramma gekozen wordt. De
linker indicator zal uw huidig tempo aangeven en
de rechter indicator zal uw ten doel gestelde tempo
aangeven. Het ten doel gestelde tempo zal tijdens
uw programma veranderen. Als de rechter indicator
in hoogte verandert, pas dan gewoon uw snelheid
aan zodat beide indicators op gelijke hoogte
komen. Belangrijk: Het ten doel gestelde tempo
is alleen als motivatie bedoeld. Uw feitelijke
snelheid kan wat lager zijn dan het gangbare
tempo, zeker tijdens de eerste paar maanden
dat u oefent. Zorg er gewoon voor dat u met
een snelheid, die geriefelijk voor u is, oefent.
H. On/Reset toets—Wanneer het bedieningspaneel uit
is zal met een druk op deze toets de display aan
gaan. Een druk op deze toets zal de display opnieuw
instellen (resetten) wanneer het bedieningspaneel
aan is. Deze toets wordt ook gebruikt om de eenheid
voor snelheid en afstand te kiezen (zie A op deze
pagina).
I. Display toets—Deze toets wordt gebruikt om de infor-
matie instellingen te kiezen. De instellingen zullen in
de volgende volgorde worden gekozen: scan, snel-
heid, tijd, afstand, weerstand, calorieën, vetcalorieën
en hartslag (wanneer u de handgreep met pols-sen-
sor of de optionele borstkas-sensor gebruikt).
J. + en – toetsen—Deze toetsen controleren de weer-
stand van de fiets. Er bestaan 10 weerstand hoog-
tes. Stand 10 is de moeilijkste.
K. Programma toets – Deze toets wordt gebruikt om
de handmatige instelling en oefenprogramma’s te
kiezen.
Het bedieningspaneel inschakelen.
Opgelet: Voor het bedieningspaneel heeft u vier
"D" batterijen van 1,5 V nodig. Als u de batterijen
niet heeft geïnstalleerd bekijk dan montage stap
4 op pagina 5.
Druk, om het bedieningspaneel te laten functio-
neren op de on/reset knop of begin te trappen.
De handmatige instelling kiezen.
De handmatige
instelling wordt
gekozen elke
keer u het
bedieningspa-
neel in gebruik
neemt. Druk
meerdere
keren op de Programma toets wanneer een wor-
kout programma gekozen is totdat de display
rechts boven leeg is.
Begin met uw oefening en stel de weerstand
van de fiets bij.
U kunt tijdens het fietsen de weerstand bijstellen
door op de + en – toetsen te drukken. Er bestaan
tien weerstand hoogtes. Stand 10 is de moeilijk-
ste. Opgelet: Het kan een paar seconden duren
nadat u op de toetsen heeft gedrukt voordat de
gekozen instelling bereikt wordt.
Volg uw vordering op de informatie instellin-
gen en de linker tempo indicator.
De scan instel-
ling wordt geko-
zen wanneer u
het bediening-
spaneel in
gebruik neemt.
De display zal
tijdens uw oefe-
ning de huidige snelheid, de verlopen tijd, de
afgelegde afstand, het huidige weerstand hoogte,
en bij benadering het aantal verbruikte calorieën
en het verbruikte vetcalorieën (zie VET VER-
BRANDEN op pagina 16) aangeven. Tevens zal
uw hartslag worden weergegeven wanneer u de
handgreep met pols-sensor of de optionele borst-
kas-sensor gebruikt. Opgelet: Het bedieningspa-
neel zal met iedere verandering van de weerstand
zes seconden lang het weerstand hoogte laten
zien. De display zal wanneer een programma
gekozen is de resterende tijd van het programma
in plaats van de verlopen tijd aangeven.
U kunt als u dat wilt alleen een bepaalde informa-
tie instelling kiezen. Deze instelling is dan de
enige die aangegeven wordt. Druk meerdere
keren op de Display toets totdat alleen de MPH
(of Km/H), Time, Miles (of Kms), Resist., Cals., of
Fat Cals. indicator in de display verschijnt. Zorg
ervoor dat de Scan indicator niet verschijnt.
Tevens zal de linker tempo indicator op de dis-
play verschijnen om de snelheid om uw oefen-
snelheid aan te geven. De indicator zal in hoogte
toe- of afnemen wanneer U uw tempo verhoogt
of vermindert.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Opgelet: Het kan zijn dat het bedieningspa-
neel de juiste meting van de hartslag niet kan
aangeven als u de borstkast-sensor gebruikt
en u zich vasthoudt aan de handgrepen met
pols-sensor.
Het kan zijn dat
er op de meta-
len contactpun-
ten van de
handgreep met
pols-sensor een
plastic vel zit.
Verwijder deze
voor gebruik.
Plaats uw handen op de contactpunten om uw
hartslag te kunnen meten. Plaats uw handpalmen
op de dichtstbijzijnde contactpunten en uw vin-
gers op de andere contactpunten. Zorg dat u uw
handen niet beweegt. Als uw pols wordt waarge-
nomen, zal de hartvormige indicator op de dis-
play bij iedere hartslag opflikkeren. (– –) zullen
even later verschijnen gevolgd door uw hartslag.
5
4
3
2
1
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
Deze hoek moet
blanco zijn
Contact-
punten