in de uitwerpopening tot het stevig
contact maakt met het dek.
4) Laat de veiligheidskap los en zorg ervoor
dat hij stevig dicht is.
5. UITWERPKAP OPZIJ (Zie L1 & L2)
Met het insteekdeel voor grasbemesting en het
uitwerpdeel opzij kan het gras aan de zijkant
van de machine worden uitgeworpen
Om het uitwerpdeel opzij te monteren, opent u
de uitwerpkap aan de zijkant en houdt u hem
omhoog. Leg het uitwerpdeel op de haken en
sluit het deksel zodat het uitwerpdeel op zijn
plaats blijft.
6. MAAITIPS
OPMERKING: Inspecteer de oppervlakte
waar de maaier gebruikt moet worden
en verwijder alle stenen, stokken, draad,
botten en ander afval dat door het
draaiende mes weggeworpen zou kunnen
worden.
1) Maai evenwijdig aan hellingen, niet op
en neer. Wees zeer zorgvuldig als u op
een helling van richting verandert. Maai
geen steile hellingen. Zorg ervoor dat uw
voeten stevig staan.
2) Laat de schakelaar los om de maaier
“UIT” te schakelen als u over grind gaat
(steentjes kunnen door het mes worden
weggeworpen).
3) Zet de maaier op de hoogste snijhoogte
als u maait door ruwe grond of hoog
onkruid. Zou u te veel gras tegelijk
verwijderen, dan kan dat resulteren in het
doorslaan van een zekering, waardoor de
maaier stopt.
4) Gebruikt u een graszak in het seizoen
waarin het gras snel groeit, dan kan het
gras zich ophopen in de uitwerpopening.
Laat de schakelaar los om de maaier
“UIT” te zetten en verwijder de
veiligheidssleutel. Verwijder de graszak
en schud het gras tot achterin de zak.
Verwijder gras en ander afval dat zich
heeft opgehoopt bij de uitwerpopening.
Zet de graszak weer terug.
5) Mocht de maaier abnormaal trillen,
laat dan de schakelaar los om de
maaier “UIT” te zetten en verwijder de
veiligheidssleutel. Zoek naar de oorzaak.
Trilling is een waarschuwing voor een
probleem. Gebruik de maaier niet voordat
er een controle is uitgevoerd.
6) Laat de schakelaar altijd los om
de maaier “uit” te schakelen en
verwijder de veiligheidssleutel als u
de machine onbeheerd achter laat,
zelfs als het maar even is.
7. TIPS VOOR MAAIEN MET
GRASBEMESTING
Voor grasbemesting is uw nieuwe grasmaaier
ontworpen om het afgesneden gras in kleine
stukjes te verdelen en over het grasveld te
verspreiden. Onder normale omstandigheden
zal het afgesneden gras snel vergaan en door
het gras worden opgenomen.
Lees onderstaande aanbevelingen om
optimale grasbemesting toe te passen.
1) Maai niet als het gras nat is door regen
of dauw. Nat gras vormt klompen die
de grasbemesting bemoeilijken en de
effectiviteit verminderen.
De beste tijd om het gras te maaien is
laat in de middag als het gras droog is en
het versgemaaide deel niet bloot komt te
staan aan direct zonlicht.
2) Voor de beste grasbemesting zet u de
maaihoogte zo dat ongeveer een derde
van de lengte van het gras afgemaaid
wordt, bij voorkeur niet meer dan 38mm
tegelijk. Is het gras erg hoog, dan kan het
nodig zijn de maaihoogte te verhogen
om minder hard te hoeven duwen en
de motor niet te overbelasten. Voor
extreme zware grasbemesting is het aan
te bevelen eerst bij een hoge instelling
te maaien en daarna op nieuw te maaien
bij de gewenste hoogte. Anders maakt u
smallere sneden en maait u langzaam.
3) Voor de beste prestaties houdt u de
behuizing van de maaier vrij van
opgehoopt gras. Zet de maaier af en toe
uit en laat het mes volledig tot stilstand
komen. Trek daarna de veiligheidssleutel
eruit en keer de maaier op zijn kant. U
kunt nu met een stok al het opgehoopte
gras weghalen. Pas op voor de scherpe
kanten van het mes. Maak de maaier vaak