Uw computer kan opstarten vanaf elk van de volgende apparaattypen:
l Removable Drives (Verwisselbare schijven) — de computer probeert op te starten vanaf een extern apparaat zoals een diskette-eenheid
l Hard Disk Drive (Vaste schijf) — de computer probeert op te starten vanaf een intern station zoals de NVRAM-module (SATA-0-poort) of vaste schijf
(SATA-1-poort).
l CD/DVD Drive (Cd/dvd-station) — de computer probeert op te starten vanaf het cd- of dvd-station. Cd- en dvd-stations zijn externe apparaten.
l USB Drive (USB-station) — de computer probeert op te starten vanaf een opstartbare USB-schijf. Steek het USB-apparaat in een USB-poort en start de
computer opnieuw op.
l Network Drive (Netwerkstation) — de computer kan het besturingssysteem laden vanaf een netwerkstation, zoals een imageserver.
De opstartvolgorde permanent wijzigen voor toekomstige opstartprocedures
Wanneer u de opstartvolgorde instelt, stelt u eerst de opstartvolgorde van apparaten binnen afzonderlijke groepen apparaattypen in, en daarna de
opstartvolgorde van apparaattypen.
1. Het BIOS Setup-programma openen (zie Het BIOS Setup-programma openen).
2. Gebruik de toetsen <pijl-links> en <pijl-rechts> om naar het scherm System (Systeem) te gaan.
3. Gebruik <pijl-omlaag> om Boot Sequence (Opstartvolgorde) te markeren en druk op <Enter> om het subscherm te openen.
4. Stel de opstartvolgorde van apparaten binnen apparaattypen in:
a. Gebruik <pijl-omhoog> en <pijl-omlaag> om Removable Drives (Verwisselbare schijven) te markeren en druk op <Enter>. Als een station niet is
geïnstalleerd,druktuop<Esc>omterugtegaannaarhetsubschermBoot Sequence (Opstartvolgorde).
b. Gebruik in het scherm Removable Drives (Verwisselbare schijven) de toetsen <pijl-omhoog> en <pijl-omlaag> om 1st Drive (1e station) te
markeren en druk op <Enter>.
c. Gebruik in het voorgrondvenster Options (Opties) de toetsen <pijl- omhoog> en <pijl-omlaag> om het eerste verwisselbare apparaat van uw
voorkeur te selecteren, of selecteer Off (Uit) om het uit te schakelen. Klik daarna op <Enter>. Herhaal deze substap voor 2nd Drive (2e station),
3rd Drive (3e station), enz. indien deze zijn vermeld. Druk op <Esc> om terug te gaan naar het subscherm Boot Sequence (Opstartvolgorde).
d. Herhaal deze stap voor elk van de andere apparaattypen: Hard Disk Drives (Vaste schijven) USB Drives (USB-stations) CD/DVD Drives
(Cd/dvd-stations) en Network Drives (Netwerkstations).
5. Stel de opstartvolgorde van apparaattypen in:
a. Gebruik in het subscherm Boot Sequence (Opstartvolgorde) de toetsen <pijl-omhoog> en <pijl-omlaag> om 1st Boot Device (1e
opstartapparaat) te markeren en druk op <Enter> om het voorgrondvenster Options (Opties) te openen.
b. Gebruik in het voorgrondvenster Options (Opties) de toetsen <pijl- omhoog> en <pijl-omlaag> om het eerste opstartapparaat van uw keuze te
markeren en druk dan op <Enter>. Het eerste opstartapparaat is het primaire apparaattype waarvan wordt opgestart.
c. Herhaal deze stap voor het 2nd (2e), 3rd (3e), 4th (4e) en 5th Boot Device (5e opstartapparaat) om de opstartvolgorde in te stellen van de
apparaattypen waarvan de computer zal proberen op te starten.
6. Druk op <F10> en daarna op <Enter> om uw instellingen op te slaan en uw systeem opnieuw te starten.
Bepaald opstartapparaat selecteren
Tijdens het opstarten van het systeem kunt u elk opstartbaar apparaat, zoals een interne of externe vaste schijf, een extern cd- of dvd-station, een USB-
geheugenstick of een extern diskettestation selecteren om van op te starten zonder de volgorde van de opstartapparaten te wijzigen in het BIOS. Deze
voorziening is handig als u wilt opstarten vanaf een extern dvd-station om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de Dell Drivers and Utilities-media uit te
voeren, en weer de normale opstartvolgorde wilt gebruiken wanneer u daarna opnieuw opstart.
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Wanneer het Dell-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op <F12> totdat het Boot Device Menu (Menu Opstartapparaat) wordt weergegeven.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van het
besturingssysteem ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
3. Druk op de toetsen <pijl-omhoog> en <pijl-omlaag> om het apparaat te selecteren waarvan u wilt opstarten, en druk vervolgens op <Enter>.
Vergeten wachtwoorden wissen