Micro Motion Model 5700 de handleiding

Type
de handleiding
CE-vereisten
MMI-20027424, Rev AA
September 2014
Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Inhoud
Hoofdstuk 1 Installatie van Micro Motion-transmitters .................................................................... 1
1.1 Over dit document .................................................................................................................... 1
1.2 Checklist voor installatie ............................................................................................................2
1.3 Aanvullende overwegingen voor modificatie-installaties ........................................................... 3
1.4 Voedingsvereisten .....................................................................................................................4
1.5 Montage en sensorbedrading voor integraal gemonteerde transmitters ................................... 5
1.6 De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde transmitter bedraden op de sensor ....................... 5
1.7 De metercomponenten aarden ................................................................................................. 9
1.8 Toegang tot de bedradingskanalen ......................................................................................... 10
1.9 Bedraad de mA-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving ...........12
1.10 Bedraad de mA/HART-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving ................................................................................................................................14
1.11 Bedraad de frequentie-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving ................................................................................................................................17
1.12 Bedraad de discrete uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving ....21
1.13 Bedraad de RS-485-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving .....25
1.14 Bedraad de mA-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving ............25
1.15 Bedraad de discrete ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving ..... 26
1.16 Bedraad de frequentie-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving ................................................................................................................................27
1.17 Bedrading van de voeding ....................................................................................................... 28
Index ................................................................................................................................................. 30
Inhoud
CE-vereisten i
Inhoud
ii Model 5700 transmitters Micro Motion
®
1 Installatie van Micro Motion-
transmitters
In dit hoofdstuk behandelde onderwerpen:
Over dit document
Checklist voor installatie
Aanvullende overwegingen voor modificatie-installaties
Voedingsvereisten
Montage en sensorbedrading voor integraal gemonteerde transmitters
De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde transmitter bedraden op de sensor
De metercomponenten aarden
Toegang tot de bedradingskanalen
Bedraad de mA-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Bedraad de mA/HART-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-
gevaarlijke omgeving
Bedraad de frequentie-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-
gevaarlijke omgeving
Bedraad de discrete uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Bedraad de RS-485-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Bedraad de mA-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Bedraad de discrete ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Bedraad de frequentie-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-
gevaarlijke omgeving
Bedrading van de voeding
1.1 Over dit document
De Model 5700 transmitters: gids voor snelle installatie biedt informatie over de planning,
montage, bedrading en aanvankelijke configuratie van de transmitter. Deze gids bevat
geen informatie over volledige configuratie, onderhoud, probleemoplossing of onderhoud
van de transmitter.
Meer informatie vindt u in Model 5700 transmitters: Configuratie- en gebruikshandleiding.
Alle productdocumentatie staat op de bij het product geleverde documentatie-dvd voor
Micro Motion-producten en is ook online toegankelijk via www.micromotion.com.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 1
1.2 Checklist voor installatie
Verspreid in dit materiaal treft u veiligheidsberichten aan ter bescherming van
personeel en apparatuur. Lees elk veiligheidsbericht zorgvuldig voordat u met de
volgende stap begint.
Installeer de transmitter zo mogelijk op een plaats waar hij niet rechtstreeks wordt
blootgesteld aan zonlicht. Uit goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen
kunnen nadere omgevingsbeperkingen voor de transmitter voortvloeien.
Als u van plan bent de transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving te monteren:
- Controleer of de transmitter de juiste goedkeuring voor de betreffende
explosiegevaarlijke omgeving heeft. Op de behuizing van elke transmitter is een
tag met betrekking tot goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen
aangebracht.
- Zorg dat alle tussen de transmitter en de sensor gebruikte kabels voldoen aan de
vereisten voor de explosiegevaarlijke omgeving.
- Voor ATEX/IECEx-installaties moet u zich strikt houden aan de
veiligheidsinstructies in deze handleiding en aan de documentatie met
betrekking tot ATEX-goedkeuringen, beschikbaar via internet op
www.micromotion.com. Zorg dat u naast de informatie in deze gids die
documentatie raadpleegt.
Controleer of u beschikt over de juiste kabel en de voor uw installatie benodigde
onderdelen voor installatie van de kabel. Controleer voor de bedrading tussen de
transmitter en de sensor of de maximale kabellengte niet groter is dan 300 m
(1000 ft).
Zorg dat u de volgende kabeltypen gebruikt voor de verschillende aansluitingen:
- Instrumentkabel met getwiste aders voor alle I/O-aansluitingen
- Afgeschermde kabel met getwiste aders voor de RS-485-aansluiting (kanaal E)
U kunt de transmitter in elke stand monteren, op voorwaarde dat de openingen
voor doorvoerbuizen of de transmitterdisplay niet omhoog gericht zijn.
Als u de transmitter installeert met de openingen voor doorvoerbuizen of de
transmitterdisplay omhoog gericht, bestaat het risico dat condens in de
transmitterbehuizing terechtkomt, waardoor de transmitter kan worden
beschadigd.
Hieronder ziet u voorbeelden van mogelijke standen van de transmitter.
Mogelijke stand transmitterTabel 1-1:
Voorkeursstand Andere mogelijke standen
Monteer de meter op een plaats en in een stand die voldoet aan de volgende
voorwaarden:
Installatie van Micro Motion-transmitters
2 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
- Laat voldoende ruimte over voor het openen van het deksel van de
transmitterbehuizing. Micro Motion adviseert een ruimte van 200–250 mm
(8–10 inch) op de bedradingstoegangspunten.
- Dit biedt ruime toegang voor het installeren van kabels op de transmitter.
1.3 Aanvullende overwegingen voor modificatie-
installaties
Bij de installatie van de transmitter kan 76–153 mm (3–6 inch) extra bedrading
nodig zijn voor de ingangs/uitgangs- en voedingsaansluitingen. Deze lengte moet
worden opgeteld bij de reeds geïnstalleerde bedrading. Controleer of u beschikt
over de benodigde extra bedrading voor de nieuwe installatie.
Zorg dat u voordat u de bestaande transmitter verwijdert, de configuratiegegevens
voor de momenteel geïnstalleerde transmitter noteert. Bij de eerste opstart van de
nieuw geïnstalleerde transmitter moet u de meter configureren via een geleide
configuratie.
Micro Motion adviseert om de volgende gegevens te noteren (indien van
toepassing):
Variabele Instelling
Tag
Massaflow-eenheid
Volumeflow-eenheid
Dichtheidseenheid
Temperatuureenheid
Kanaalconfiguratie
mA-uitgang(en) - Voeding (intern of extern):
- Bron:
- Schaling (LRV, URV):
- Actie bij storing:
Frequentie-uitgang(en) - Voeding (intern of extern):
- Bron:
- Schaling (LRV, URV):
- Actie bij storing:
Discrete uitgang(en) - Voeding (intern of extern):
- Bron:
- Schaling (LRV, URV):
- Actie bij storing:
Discrete ingang - Voeding (intern of extern):
- Bron:
- Schaling (LRV, URV):
- Actie bij storing:
RS-485 - Adres:
Kalibratieparameters (alleen voor 9-aderige installaties)
Flow-kalibratiefactor - FCF (Flow Cal of Flow Calibration Factor):
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 3
Variabele Instelling
Dichtheidskalibratiefactoren - D1:
- D2:
- K1:
- K2:
- TC:
- FD:
1.4 Voedingsvereisten
Zelfschakelende wisselstroom-/gelijkstroomingang, herkent automatisch de
voedingsspanning:
85 tot 265 VAC, 50/60 Hz, standaard 6 watt, maximaal 11 watt
18 tot 100 VDC, standaard 6 watt, maximaal 11 watt
N.B.
Voor gelijkstroom:
Bij de voedingsvereisten wordt ervan uitgegaan dat er slechts één transmitter is aangesloten
op elke kabel.
Bij het opstarten moet de voedingsbron ten minste 1,5 A korte-duurstroom per transmitter
leveren.
Lengte en stroomdraaddiameter van de voedingskabel moeten een zodanige maat hebben
dat minimaal 18 VDC wordt geleverd aan de voedingsklemmen, bij een belastingsstroom van
0,7 A. Zie Afb. 1-1 en Tabel 1-2 voor richtlijnen voor kabelmaten.
Formule kabelmaatAfb. 1-1:
M = 18V + (R × L × 0.7A)
M: minimale voedingsspanning
R: weerstand kabel
L: lengte kabel (in Ω/ft)
Nominale weerstand voedingskabel bij 20 °C (68 °F)Tabel 1-2:
Draaddoorsnede Weerstand
14 AWG 0,0050 Ω/ft
16 AWG 0,0080 Ω/ft
18 AWG 0,0128 Ω/ft
20 AWG 0,0204 Ω/ft
2,5 mm
2
0,0136 Ω/m
1,5 mm
2
0,0228 Ω/m
1,0 mm
2
0,0340 Ω/m
0,75 mm
2
0,0460 Ω/m
0,50 mm
2
0,0680 Ω/m
Installatie van Micro Motion-transmitters
4 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
1.4.1 Maximale kabellengten tussen sensor en transmitter
De maximale kabellengte tussen de apart geïnstalleerde sensor en transmitter hangt af
van het type kabel.
Maximale kabellengten tussen sensor en transmitterTabel 1-3:
Kabeltype Draaddoorsnede Maximale lengte
Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft)
Micro Motion 9-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft)
Door gebruiker geleverd 4-
aderig
VDC 22 AWG (0,35 mm
2
) 90 m (300 ft)
VDC 20 AWG (0,5 mm
2
) 150 m (500 ft)
VDC 18 AWG (0,8 mm
2
) 300 m (1000 ft)
RS-485 ten minste 22 AWG
(0,35 mm
2
)
300 m (1000 ft)
1.5 Montage en sensorbedrading voor integraal
gemonteerde transmitters
Er zijn geen bijzondere montagevereisten voor integrale transmitters en er hoeft geen
bedrading te worden aangesloten tussen de transmitter en de sensor.
1.6 De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde
transmitter bedraden op de sensor
Vereisten vooraf
Maak de 4- of 9-aderige kabel gereed zoals beschreven in de sensordocumentatie.
Sluit de kabel aan op de kernprocessor die aan de sensor is gemonteerd of de
aansluitdoos zoals beschreven in de sensordocumentatie. Alle
productdocumentatie staat op de bij het product geleverde documentatie-dvd voor
Micro Motion-producten en is ook online toegankelijk via www.micromotion.com.
Procedure
1. Verwijder het deksel van het compartiment met de transmitter-sensorbedrading
voor toegang tot de klemaansluitingen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 5
Verwijdering van het deksel van het compartiment met de transmitter-sensorbedradingAfb. 1-2:
Installatie van Micro Motion-transmitters
6 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
2. Steek de kabel voor sensorbedrading in het bedradingscompartiment van de
transmitter.
Doorvoer sensorbedradingAfb. 1-3:
3. Sluit de sensordraden aan op de juiste klemmen.
Zie Afb. 1-4 voor klemaansluitingen voor 4-aderige kabel.
Zie Afb. 1-5 voor klemaansluitingen voor 9-aderige kabel.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 7
Bedradingsaansluitingen 4-aderige kabel transmitter-sensorAfb. 1-4:
Installatie van Micro Motion-transmitters
8 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Bedradingsaansluitingen 9-aderige kabel transmitter-sensorAfb. 1-5:
N.B.
Sluit de 4 aarddraden in de 9-aderige kabel aan op de aardschroef in de aansluitdoos.
1.7 De metercomponenten aarden
Bij 4- of 9-aderige installaties op afstand worden de transmitter en de sensor afzonderlijk
geaard.
Vereisten vooraf
VOORZICHTIG!
Een onjuiste aarding kan onnauwkeurige metingen of meterstoringen veroorzaken.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 9
WAARSCHUWING!
Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor
intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie.
N.B.
Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa raadpleegt u norm EN 60079-14 of de
landelijke normen.
Als er geen landelijke normen gelden, dient u zich te houden aan de volgende
aardingsrichtlijnen:
Gebruik koperdraad, 14 AWG (2,5 mm
2
) of een grotere diameter bedrading.
Houd alle aarddraden zo kort mogelijk; minder dan 1 Ω weerstand.
Verbind de aarddraden rechtstreeks met de aarde of houd u aan de normen van de
fabriek.
Procedure
1. Aard de sensor overeenkomstig de instructies in de documentatie van de sensor.
2. Aard de transmitter volgens de toepasselijke plaatselijke normen met behulp van de
inwendige of externe aardschroef van de transmitter.
De interne aardschroef bevindt zich in het compartiment voor de bedrading
transmitter-sensor.
De externe aardschroef bevindt zich op de zijkant van de transmitter onder het
transmitterlabel.
1.8 Toegang tot de bedradingskanalen
1. Verwijder het bedradingstoegangsdeksel voor toegang tot de connectors van het
aansluitklemmenblok voor de I/O-bedrading.
Installatie van Micro Motion-transmitters
10 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
2. Controleer welke transmitterkanalen geactiveerd of ON zijn en stel het type
configuratie vast dat u gaat bedraden op basis van de beschikbare opties (zie Afb. 1
en Tabel 1).
Identificatie geactiveerde kanalenAfb. 1-6:
A
A. Legenda ter identificatie van de geactiveerde ingangen/uitgangen
Beschikbare kanaalconfiguratiesTabel 1-4:
Uitgang-
skanaal A B C D E
Bedradings-
klemmen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Uitgang-
sopties
mA-uitgang
(1) (HART)
mA-uitgang
(2)
mA-uitgang
(3)
mA-ingang RS-485
Frequentie
(2)
Frequentie
(1)
Frequentie
(2)
Discrete uit-
gang (1)
Discrete uit-
gang (2)
Discrete uit-
gang (3)
Discrete in-
gang (1)
Discrete in-
gang (2)
Frequentie-
ingang
3. (Aanbevolen) Noteer het kanaal en de bedradingsconfiguratie op het hiertoe
bestemde etiket aan de binnenkant van het transmitterbehuizingsdeksel.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 11
Etiket kanaal- en bedradingsconfiguratiesAfb. 1-7:
1.9 Bedraad de mA-uitgang in een explosieveilige/
drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving
1.9.1 De mA-uitgang bedraden (met interne voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
12 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Bedrading mA-uitgang (met interne voeding)Afb. 1-8:
A
D
C
B
A. mA-uitgang
B. Kanaal A, B of C
C. Maximale kringweerstand 820 Ω
D. Signaalapparaat
1.9.2 De mA-uitgang bedraden (met externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading mA-uitgang (met externe voeding)Afb. 1-9:
A
E
D
C
B
A. mA-uitgang
B. Kanaal A, B of C
C. 5–30 VDC (maximaal)
D. Zie Afb. 1-10 voor de maximale kringweerstand
E. Signaalapparaat
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 13
mA-uitgang met externe voeding: maximale kringweerstandAfb. 1-10:
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1100
0 7.5 15.0 22.5 30.0
B
A
A. Maximale weerstand (Ω)
B. Externe voedingsspanning (V)
1.10 Bedraad de mA/HART-uitgang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
1.10.1 De mA/HART-uitgang bedraden (met interne voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
14 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
mA/HART-uitgangsbedrading (met interne voeding)Afb. 1-11:
A
1
2
C
B
A. mA/HART-uitgang
B. Weerstand van 250–600 Ω
C. HART-apparaat
1.10.2 De mA/HART-uitgang bedraden (met externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
mA/HART-uitgangsbedrading (met externe voeding)Afb. 1-12:
A
1
2
D
C
B
A. mA/HART-uitgang
B. 5–30 VDC (maximaal)
C. Weerstand van 250–600 Ω (zie Afb. 1-13 voor maximale kringweerstand)
D. HART-apparaat
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 15
mA/HART-uitgang met externe voeding: maximale kringweerstandAfb. 1-13:
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1100
0 7.5 15.0 22.5 30.0
B
A
A. Maximum weerstand (Ω)
B. Externe voedingsspanning (V)
1.10.3 De mA/HART multidrop-installatie bedraden (met
interne of externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Zie de volgende afbeelding voor informatie over de bedrading van een mA/HART
multidrop-installatie.
Installatie van Micro Motion-transmitters
16 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
mA/HART multidrop-bedradingAfb. 1-14:
A
B
C
D
E
F
1
2
A. Weerstand van 250–600 Ω
B. HART-compatibele host of controller
C. HART-compatibele transmitter (met interne voeding)
D. mA/HART-aansluitingen model 5700 transmitter (met interne voeding)
E. SMART FAMILY
-transmitters
F. 24 VDC-kringvoeding vereist voor externe transmitter
1.11 Bedraad de frequentie-uitgang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
1.11.1 De frequentie-uitgang bedraden (met interne voeding)
(kanalen B/C)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 17
Bedrading frequentie-uitgang (met interne voeding)Afb. 1-15:
A
D
C
B
A. Frequentie-uitgang
B. Kanaal B of C
C. Zie Afb. 1-16 voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand
D. Teller
Frequentie-uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v.
belastingweerstand [nullast 24 VDC (nom.)]
Afb. 1-16:
A. Uitgangsamplitude (V)
B. Belastingweerstand (Ω)
1.11.2 De frequentie-uitgang bedraden (met externe voeding)
(kanalen B/C)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Installatie van Micro Motion-transmitters
18 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading frequentie-uitgang (met externe voeding)Afb. 1-17:
A
B
E
D
C
A. Frequentie-uitgang
B. Kanaal B of C
C. 5–30 VDC (maximaal)
D. Stroomsterkte 500 mA (maximaal)
E. Teller
1.11.3 De frequentie-uitgang bedraden (met interne voeding)
(kanaal D)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading frequentie-uitgang (met interne voeding)Afb. 1-18:
A
7
8
C
B
A. Frequentie-uitgang
B. Zie Afb. 1-19 voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand
C. Teller
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 19
Frequentie-uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v.
belastingweerstand [nullast 24 VDC (nom.)]
Afb. 1-19:
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
0 2500 5000 7500 10000
A
B
A. Uitgangsamplitude (V)
B. Belastingweerstand (Ω)
1.11.4 De frequentie-uitgang bedraden (met externe voeding)
(kanaal D)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading frequentie-uitgang (met externe voeding)Afb. 1-20:
A
7
8
D
C
B
A. Frequentie-uitgang
B. 3–30 VDC (maximaal)
C. Stroomsterkte 500 mA (maximaal)
D. Signaalapparaat
Installatie van Micro Motion-transmitters
20 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
1.12 Bedraad de discrete uitgang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
1.12.1 De discrete uitgang bedraden (met interne voeding)
(kanalen B/C)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading discrete uitgang (interne voeding)Afb. 1-21:
A
D
C
B
A. Discrete uitgang
B. Kanaal B of C
C. Zie Afb. 1-22 voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand
D. Teller
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 21
Discrete uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v.
belastingweerstand [nullast 24 VDC (nom.)]
Afb. 1-22:
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
0 750 1500 2250 3000
A
B
A. Uitgangsamplitude (V)
B. Belastingweerstand (Ω)
1.12.2 De discrete uitgang bedraden (met externe voeding)
(kanalen B/C)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
22 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Bedrading discrete uitgang (externe voeding)Afb. 1-23:
A
B
E
D
C
A. Discrete uitgang
B. Kanaal B of C
C. 3–30 VDC (maximaal)
D. Stroomsterkte 500 mA (maximaal)
E. Teller
1.12.3 De discrete uitgang bedraden (met interne voeding)
(kanaal D)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading discrete uitgang (interne voeding)Afb. 1-24:
A
7
8
C
B
A. Discrete uitgang
B. Zie Afb. 1-25 voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand
C. Teller
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 23
Discrete uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v.
belastingweerstand [nullast 24 VDC (nom.)]
Afb. 1-25:
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
0 2500 5000 7500 10000
A
B
A. Uitgangsamplitude (V)
B. Belastingweerstand (Ω)
1.12.4 De discrete uitgang bedraden (met externe voeding)
(kanaal D)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
Bedrading discrete uitgang (externe voeding)Afb. 1-26:
A
7
8
D
C
B
A. Discrete uitgang
B. 3–30 VDC (maximaal)
C. Stroomsterkte 500 mA (maximaal)
D. Signaalapparaat
Installatie van Micro Motion-transmitters
24 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
1.13 Bedraad de RS-485-uitgang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste uitgangsklem en -pennen.
RS-485-uitgangsbedradingAfb. 1-27:
A
AA
B
9
10
B
C
A. RS-R85-uitgang
B. RS-485/A
C. RS-485/B
N.B.
De transmitter beschikt niet over een RS-485-afsluitweerstand.
1.14 Bedraad de mA-ingang in een explosieveilige/
drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving
1.14.1 De mA-ingang bedraden (met interne voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 25
Bedrading mA-ingang (met interne voeding)Afb. 1-28:
A
7
8
C
B
A. mA-ingang
B. Ingangsweerstand van 100 Ω op kanaal D
C. 4–20mA-ingangsapparaat
1.14.2 De mA-ingang bedraden (met externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Bedrading mA-ingang (met externe voeding)Afb. 1-29:
A
7
8
C
B
D
A. mA-ingang
B. Ingangsweerstand van 100 Ω op kanaal D
C. 4–20mA-ingangsapparaat
D. 30 VDC (maximaal)
1.15 Bedraad de discrete ingang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
1.15.1 De discrete ingang bedraden (met interne voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Installatie van Micro Motion-transmitters
26 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Bedrading discrete ingang (interne voeding)Afb. 1-30:
A
C
B
A. Discrete ingang
B. Kanaal C of D
C. Schakelaar
1.15.2 De discrete ingang bedraden (met externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Bedrading discrete ingang (externe voeding)Afb. 1-31:
A
C
B
A. Discrete ingang
B. Kanaal C of D
C. 30 VDC (maximaal)
N.B.
Maximale positieve drempel is 3 VDC.
Minimale negatieve drempel is 0,6 VDC.
1.16 Bedraad de frequentie-ingang in een
explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke
omgeving
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 27
1.16.1 De frequentie-ingang bedraden (met interne voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Bedrading frequentie-ingang (met interne voeding)Afb. 1-32:
A
D
B
C
7
8
A. Frequentie-ingang
B. Frequentie-ingangsapparaat
C. (Optioneel) Open collector/weerstand 1–10 KΩ
D. (Optioneel) 3–30 VDC
1.16.2 De frequentie-ingang bedraden (met externe voeding)
Belangrijk
Installatie en bedrading van de meter moet worden verricht door hiertoe opgeleid personeel en
uitsluitend overeenkomstig de toepasselijke praktijkvoorschriften.
Procedure
Bedraad op de juiste ingangsklem en -pennen.
Bedrading frequentie-ingang (met externe voeding)Afb. 1-33:
A
D
B
C
7
8
A. Frequentie-ingang
B. Frequentie-ingangsapparaat
C. Weerstand van 1–10 KΩ
D. 3-30 VDC
1.17 Bedrading van de voeding
In de voedingsleiding kan een zelf aangeschafte schakelaar worden geïnstalleerd.
Installatie van Micro Motion-transmitters
28 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Belangrijk
Om te voldoen aan de Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU (voor Europese installaties) moet dicht bij
de transmitter een schakelaar worden aangebracht.
Procedure
1. Verwijder het toegangsdeksel van de bedrading.
2. Open het waarschuwingsklepje Power voor toegang tot de voedingsklemmen.
Locatie van voedingsbedradingsklemmen en apparatuuraardeAfb. 1-34:
A. Voedingsbedradingsklemmen (+ en –)
B. Apparatuuraarde
3. Sluit de voedingsdraden aan:
Voor gelijkstroomvoeding: sluit aan op de klemmen + en .
Voor wisselstroomvoeding: sluit aan op de klemmen L/L1 (fase) en N/L2 (nul).
4. Aard de voeding via de apparatuuraarde, ook onder het waarschuwinsklepje Power.
Installatie van Micro Motion-transmitters
CE-vereisten 29
Index
A
aarding
4-aderige installatie op afstand 9
B
bedrading
voeding 28
bedradingsafstanden
maximaal 5
G
gelijkstroom, zie Voeding
K
kabellengten
maximaal 5
V
voeding
bedrading 28
vereisten 4
W
wisselstroom, zie Voeding
Index
30 Model 5700 transmitters Micro Motion
®
Index
CE-vereisten 31
*MMI-20027424*
MMI-20027424
Rev AA
2014
Emerson Process Management BV
Nederland
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6607
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management nv/sa
België
De Kleetlaan
1831 Diegem
België
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
gratis nummer klantendienst debietmetingen
T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
Emerson Process Management
Micro Motion Europa
Neonstraat 1
6718 WX Ede
The Netherlands
T +31 (0) 318 495 555
F +31 (0) 318 495 556
www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management
Micro Motion Azië
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T +65 6777–8211
F +65 6770–8003
Micro Motion Inc. USA
Wereldwijd hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T +1 303–527–5200
+1 800–522–6277
F +1 303–530–8459
Emerson Process Management
Micro Motion Japan
1–2–5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokyo 140–0002 Japan
T +81 3 5769–6803
F +81 3 5769–6844
©
2014 Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en een servicemerk van
Emerson Electric Co. De merken Micro Motion, ELITE, ProLink, MVD
en MVD Direct Connect zijn merken van een bedrijf uit de Emerson
Process Management-bedrijvengroep. Alle andere merken zijn
eigendom van de respectieve eigenaren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Micro Motion Model 5700 de handleiding

Type
de handleiding