MAVIC 2 ENTERPRISE Advanced
Gebruikershandleiding
©
2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
23
Houd er rekening mee dat de zichtsystemen mogelijk NIET goed werken als de drone te snel vliegt.
Wees voorzichtig als u de drone sneller dan 10 m/s op een hoogte van 2 m of sneller dan 5 m/s op
een hoogte van 1 m vliegt.
Bedien de drone voorzichtig wanneer u zich in een van de volgende situaties bevindt:
a) Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart, volkomen wit,
volkomen groen).
b) Bij het vliegen boven sterk reecterende oppervlakken.
c) Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
d) Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of objecten.
e) Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
f) Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux) oppervlakken.
g) Bij het vliegen over oppervlakken die infraroodgolven sterk reecteren of absorberen (bijv. spiegels).
h) Bij het vliegen over oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur.
i) Bij het vliegen boven oppervlakken met identiek herhalende patronen of structuren (bijvoorbeeld
tegels met hetzelfde ontwerp).
j) Bij het vliegen over obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van bomen).
Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Manipuleer de sensoren NIET. Blokkeer het systeem met
infraroodsensor niet.
De voorwaartse en achterwaartse zichtsystemen zijn bij weinig licht (minder dan 100 lux) mogelijk
niet in staat om patronen op de grond te herkennen. Als de drone sneller dan 50 km/u vliegt, hebben
de voorwaartse en achterwaartse zichtsystemen niet genoeg tijd om de drone te remmen en op een
veilige afstand van een obstakel te stoppen.
Als de drone betrokken is bij een botsing, kan het noodzakelijk zijn om de zichtsystemen te kalibreren.
Kalibreer de zichtsystemen als de app u een melding geeft dat u dat moet doen.
Vlieg niet als het regent, mistig is of als er geen helder zicht is.
Controleer het volgende vóór elke start:
a) Zorg ervoor dat stickers of andere obstakels het glas van de infrarooddetectie- en zichtsystemen
niet blokkeren.
b) Gebruik een zachte doek als er vuil, stof of water op het glas van de infrarooddetectie- en
zichtsystemen zit. Gebruik geen alcoholhoudende reinigingsproducten.
c) Neem contact op met de DJI Support als het glas van de infrarooddetectie- of zichtsystemen
beschadigd zijn.
Het opwaartse infrarooddetectiesysteem detecteert alleen in een rechte lijn direct boven de sensor
en niet het hele gebied boven de drone. Bovendien kunnen grote obstakels, zoals daken, worden
gedetecteerd, maar kleine obstakels, zoals bladeren of elektrische draden, niet. Vlieg voorzichtig en
vertrouw niet alleen op het opwaartse infrarooddetectiesysteem om obstakels boven de drone te
detecteren.
Blokkeer het neerwaartse zichtsysteem of het neerwaartse infrarooddetectiesysteem niet vóór het
opstijgen. Anders kan de drone na de landing niet meer opstijgen en moet het opnieuw worden
opgestart.
Vluchtrecorder
Vluchtgegevens, waaronder vluchttelemetrie, statusinformatie over de drone en andere parameters
worden automatisch opgeslagen op de ingebouwde datarecorder van de drone. De gegevens kunnen
met DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) worden geraadpleegd.
Wachtwoordbeveiliging
Mavic 2 Enterprise Advanced ondersteunt wachtwoordbeveiliging. Deze functie zorgt voor veilige
toegang tot de drone en de gegevensopslag aan boord, waardoor het lekken van gevoelige informatie
wordt voorkomen.
Om het wachtwoord in te stellen, te wijzigen of te verwijderen, start u de DJI Pilot-app, selecteert u
Instellingen en vervolgens Beveiligingswachtwoord.