dji FLY Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
v1.2 2021.06
Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals ‘batterij’ en ‘installeren’, om een onderwerp te vinden. Als u
Adobe Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows) of
Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat
gedeelte te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
3
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Het gebruik van deze handleiding
Verklaring van de symbolen
Waarschuwing Belangrijk Hints en tips Verwijzing
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat
Lees de volgende documenten voordat u DJITM FPV gebruikt.
1. Gebruikershandleiding
2. Snelstartgids
3. Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's op de ociële DJI-website te bekijken en de disclaimer
en veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u aan de slag gaat. Bereid u voor op uw eerste vlucht door de
snelstartgids door te nemen en deze gebruikershandleiding voor meer informatie te raadplegen.
Instructievideo’s
Bezoek het onderstaande adres of scan de QR-code om de DJI FPV-instructievideo's te
bekijken, waarin wordt gedemonstreerd hoe u DJI FPV veilig kunt gebruiken:
https://www.dji.com/dji-fpv/video
Download de DJI Fly-app
Scan de QR-code aan de rechterkant om DJI Fly te downloaden.
De Android-versie van DJI Fly is compatibel met Android v6.0 en later. De iOS-versie van DJI Fly
is compatibel met iOS v11.0 en later.
* Voor extra veiligheid is het vliegen beperkt tot een hoogte van 30 meter en een bereik van 50 meter wanneer de drone
tijdens het vliegen niet gekoppeld is of niet aangemeld is bij de app. Dit geldt voor DJI Fly en alle apps die compatibel
zijn met de DJI-drone.
De bedrijfstemperatuur van dit product is -10 tot 40 °C. Het voldoet niet aan de standaard
bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55° tot 125° C), die vereist is om een grotere
diversiteit aan omgevingsvariabelen te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en
alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de
bedrijfstemperatuur gelden.
Download de DJI Virtual Flight-app
Scan de QR-code aan de rechterkant om DJI Virtual Flight te downloaden.
De iOS-versie van DJI Virtual Flight is compatibel met iOS v11.0 en hoger.
Download DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie)
Download DJI ASSISTANTTM 2 (DJI FPV-serie) op https://www.dji.com/dji-fpv/downloads.
4
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Inhoud
Het gebruik van deze handleiding 3
Verklaring van de symbolen 3
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat 3
Instructievideo’s 3
Download de DJI Fly-app 3
Download de DJI Virtual Flight-app 3
Download DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie) 3
Kenmerken van het product 6
Inleiding 6
Voorbereiding van de drone 7
Voorbereiding van de bril 8
Voorbereiding van de afstandsbediening 10
Schema 10
Koppelen 14
Activering 15
Drone 16
Vliegstanden 16
Statuslampje van de drone 17
Terug naar thuisbasis 18
Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem 20
Vluchtrecorder 23
Propellers 23
Intelligent Flight Battery 25
Gimbal en camera 29
Bril 31
Voeding 31
Bediening 32
Startscherm 32
Menubalk 34
Afstandsbediening 39
Bediening 39
Optimaal zendgebied 43
Afstelling joystick 44
DJI Fly-app 45
DJI FPV Gebruikershandleiding
5
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Vliegen 47
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving 47
Vliegbeperkingen en GEO-zones 47
Checklist ter voorbereiding van de vlucht 48
De motoren starten/stoppen 49
Vliegtest 50
Onderhoud 51
Bril 51
Drone 52
Bijlage 61
Technische gegevens 61
Het kompas kalibreren 65
Firmware updaten 66
Informatie klantenservice 66
6
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Drone
Bril Afstandsbediening
Kenmerken van het product
Inleiding
DJI FPV bestaat uit een drone, een bril en een afstandsbediening, die alle zijn voorzien van DJI's
O3-technologie voor videotransmissie met een maximaal zendbereik van 10 km, een bitrate van maximaal
50 Mbps en een minimale end-to-end-latentie van 28 ms. DJI FPV werkt op zowel 2,4 als 5,8 GHz en kan
automatisch het beste zendkanaal selecteren. De verbeterde anti-interferentie verbetert de soepelheid en
stabiliteit van de videotransmissie aanzienlijk, waardoor een geïntegreerde en overweldigende vliegervaring
wordt geboden.
Het toestel is uitgerust met een voorwaarts en neerwaarts zichtsysteem en een infrarooddetectiesysteem,
kan zowel binnen als buiten zweven en vliegen en automatisch de terugkeer naar huis (RTH) starten. Met een
gimbal en een camera met 1/2,3"-sensor maakt het toestel stabiel 4K 60fps ultra-HD video en 4K foto's. De
drone heeft een maximale vliegsnelheid van 140 km/u en een maximale vliegtijd van ongeveer 20 minuten.
De DJI FPV Goggles V2 zijn uitgerust met een high-performance display en ondersteunen 810p 120fps
HD-weergave en realtime audiotransmissie. Door het videosignaal van de drone te ontvangen, kunnen
gebruikers in realtime genieten van een first-person beeld van hun ervaring in de lucht. De bril heeft een
maximale gebruikstijd van ongeveer 1 uur en 50 minuten bij gebruik met de DJI FPV Goggles Battery bij een
omgevingstemperatuur van 25 °C en helderheid van het scherm op 6.
De DJI FPV Remote Controller 2 is uitgerust met een reeks functieknoppen, die kunnen worden gebruikt om de
drone te besturen en de camera te bedienen. De maximale bedrijfstijd van de afstandsbediening is ongeveer 9 uur.
De afstandsbediening bereikt de maximale overdrachtsafstand (FCC) in een grote open ruimte zonder
elektromagnetische interferentie op een hoogte van circa 120 meter. De maximale transmissieafstand
heeft betrekking op de maximale afstand waarop de drone nog kan verzenden en ontvangen. Het
verwijst niet naar de maximale afstand die de drone in één enkele vlucht kan vliegen.
De end-to-end latentie is de totale tijd vanaf de invoer van de camerasensor tot de schermweergave.
De DJI FPV kan zijn minimale latentie bereiken in de lage latentie-modus (810p 120fps) in een groot
open gebied zonder elektromagnetische interferentie.
De maximale vliegtijd werd getest in een omgeving zonder wind bij een constante snelheid van
40 km/u en de maximale vliegsnelheid werd getest in de handmatige modus op zeeniveau zonder
wind. Deze waarden zijn alleen ter referentie. De maximale vliegsnelheid van de drone varieert naar
gelang van de nationale en regionale voorschriften.
DJI FPV Gebruikershandleiding
7
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
5,8 GHz wordt in sommige regio’s niet ondersteund. Deze frequentieband wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de drone in deze regio's wordt geactiveerd of verbonden met DJI Fly. Houd
rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.
Het gebruik van de veiligheidsbril voldoet niet aan de eis van zichtlijn (VLOS). In sommige landen of
regio's is een visuele waarnemer vereist om te helpen bij het observeren van de vlucht. Zorg ervoor
dat u de plaatselijke voorschriften in acht neemt bij het gebruik van de veiligheidsbril.
Voorbereiding van de drone
1. Verwijder de gimbalbescherming van de camera.
2. Bevestig de propellers.
Propellers met en zonder merktekens geven verschillende draairichtingen aan. Bevestig de propellers met
de markeringen op de motoren met markeringen, en de ongemarkeerde propellers op de motoren zonder
markeringen. Houd de motor vast, druk de propeller naar beneden en draai in de richting die op de propeller
is aangegeven tot hij naar boven komt en vastklikt.
1
2
BA
B A
DJI FPV Gebruikershandleiding
8
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3. Alle Intelligent Flight-batterijen worden voor verzending in de slaapstand gezet om de veiligheid te
garanderen. Verwijder de Intelligent Flight Battery en gebruik de bijgeleverde oplader om de Intelligent Flight
Batterijen voor de eerste keer op te laden en te activeren. Het duurt ongeveer 50 minuten om een Intelligent
Flight Battery volledig op te laden.
1
3
2
Het wordt aanbevolen een gimbalbeschermer te bevestigen om de gimbal te beschermen wanneer de
drone niet in gebruik is.
Zorg ervoor dat de gimbalbeschermer is verwijderd voordat u de drone inschakelt. Anders kan dit de
zelfdiagnose van de drone beïnvloeden.
Voorbereiding van de bril
1. Installeer de vier antennes in de montagegaten aan de voorkant van de bril. Zorg ervoor dat de antennes
stevig zijn bevestigd.
DJI FPV Gebruikershandleiding
9
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3. Gebruik de bijgeleverde stroomkabel om de stroompoort van de bril aan te sluiten op de batterij van de bril.
4. Lijn de lenzen uit over uw ogen en trek de hoofdband naar beneden. Pas de maat van de hoofdband aan
tot de bril stevig en comfortabel op uw gezicht en hoofd zit.
5. Draai de schuifknop Interpupillary Distance (IPD - pupilafstand) om de afstand tussen de lenzen aan te
passen tot de beelden goed zijn uitgelijnd.
58 – 70 mm
2. Bevestig het bandje aan de hoofdbandbevestiging aan de boven- en zijkanten van de bril.
De bril kan over een bril worden gedragen.
Gebruik de batterij van de bril NIET om andere mobiele apparaten van stroom te voorzien.
DJI FPV Gebruikershandleiding
10
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Voorbereiding van de afstandsbediening
1. Haal de joysticks uit de opbergsleuven van de afstandsbediening en schroef ze op hun plaats.
2. Vouw de antennes uit.
Schema
Drone
1. Propellers
2. Motoren
3. Ledlampje voorzijde
4. Landingsgestel (ingebouwde
antennes)
5. Led frame-armen
6. Gimbal en camera
7. Statuslampje van de drone
8. Neerwaarts zichtsysteem
9. Infrarooddetectiesysteem
10. Extra grondlamp
11. Intelligent Flight Battery
12. Batterij-aansluitingen
13. Aan-/uitknop
14. Ledlampjes voor
batterijniveau
15. Voedingspoort
16. Voorwaarts
zichtsysteem
17. USB-C-poort
18. micro-SD kaartgleuf
2
1
1
2
3
4
5
89
10
11
12
13
14
15
6
7
16
17 18
DJI FPV Gebruikershandleiding
11
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bril
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1718
16
1. Antennes
2. Afdekpaneel voorzijde
3. Knoppen voor aanpassing van
kanalen
4. Kanaalweergave
5. USB-C-poort
6. micro-SD kaartgleuf
7. Luchtinlaat
8. IPD-schuifregelaar
9. Hoofdbandbevestiging
10. Schuimvulling
11. Lens
12. Ventilatieopening
13. Sluiter-/opnameknop
Eenmaal indrukken om foto’s te maken of om een opname te starten of te stoppen. Ingedrukt houden om
te schakelen tussen foto- en videomodus.
14. Terug-toets
Druk om terug te keren naar het vorige menu of de huidige modus te verlaten.
15. 5D-knop
Beweeg de toets om door het menu te bladeren. Druk op de toets om te bevestigen.
Op het hoofdscherm kunt u naar links of rechts bewegen om de helderheid van het scherm aan te passen
en naar boven of beneden om het volume aan te passen. Druk op de toets om het menu te openen.
16. Audio/AV-IN-poort
17. Voedingsaansluiting (DC5,5×2,1)
18. Koppeltoets
DJI FPV Gebruikershandleiding
12
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Afstandsbediening
1
3
4
5
2
6
7
8 13
10
912
14
11
1. Aan-/uitknop
Druk eenmaal om het huidige batterijniveau te controleren. Druk eenmaal, druk vervolgens opnieuw, en
houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen.
2. Ledlampjes voor batterijniveau
Toont het batterijniveau van de afstandsbediening.
3. Bevestiging sleutelkoord
4. C1-knop (aanpasbaar)
De functie van deze knop kan in de bril worden aangepast. Druk standaard eenmaal op deze toets om de
gecoördineerde draaiing (S-modus) in te stellen of in en uit te schakelen. Druk tweemaal om ESC-piep in
of uit te schakelen.
5. Joysticks
Wordt gebruikt om de bewegingen van de drone te bedienen. De stand van de joysticks kan in de bril
worden ingesteld. De afneembare joysticks zijn gemakkelijk op te bergen.
6. USB-C-poort
Voor het opladen en aansluiten van de afstandsbediening op de computer.
7. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
8. Vliegpauzeknop/RTH-knop
Eenmaal indrukken om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer
GPS of neerwaartse zichtsystemen beschikbaar zijn). Druk op de knop en houd de knop ingedrukt om
RTH te starten. De drone keert terug naar de laatst geregistreerde thuisbasis. Druk nogmaals om RTH te
annuleren.
9. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
10. Vliegstandschakelaar
Schakel tussen Normaal, Sport en Handmatig. De handbediening is standaard uitgeschakeld en moet in
de bril worden ingeschakeld.
11. C2-schakelaar (aanpasbaar)
De functie van deze schakelaar kan in de bril worden aangepast. Standaard staat de schakelaar aan om
de gimbal te centreren en op en neer te bewegen.
1
3
4
5
2
6
7
8 13
10
912
14
11
DJI FPV Gebruikershandleiding
13
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
15 16 18
17
15. F1 afstelschroef weerstand rechter joystick (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale weerstand van de corresponderende joystick te verhogen.
Draai de schroef los om de verticale weerstand te verminderen.
16. F2 afstelschroef centrering rechter joystick (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale centrering van de betreende joystick uit te schakelen.
Draai de schroef los om verticaal centreren mogelijk te maken.
17. F1 afstelschroef linker joystickweerstand (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale weerstand van de corresponderende joystick te verhogen.
Draai de schroef los om de verticale weerstand te verminderen.
18. F2 afstelschroef centrering linker joystick (verticaal)
Draai de schroef rechtsom vast om de verticale centrering van de betreende joystick uit te schakelen.
Draai de schroef los om verticaal centreren mogelijk te maken.
12. Start-/stopknop
Wanneer u de sportmodus gebruikt, drukt u eenmaal om de cruise control in of uit te schakelen.
Wanneer u de handbediening gebruikt, drukt u tweemaal om de motor te starten of te stoppen.
Wanneer u de normale of sportmodus gebruikt, drukt u eenmaal op om Low Battery RTH te annuleren
wanneer het aftellen in de bril verschijnt.
13. Sluiter-/opnameknop
Eenmaal indrukken om foto’s te maken of om een opname te starten of te stoppen. Ingedrukt houden om
te schakelen tussen foto- en videomodus.
14. Antennes
Draadloze signalen relais dronebediening.
DJI FPV Gebruikershandleiding
14
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Koppelen
De apparaten zijn allemaal gekoppeld voor verzending. Koppelen is alleen nodig als u een nieuw toestel voor
het eerst gebruikt. Volg de onderstaande stappen om de drone, de bril en de afstandsbediening te koppelen:
1. Zet de drone, de bril en de afstandsbediening aan.
2. Druk op de verbindingsknop op de bril. De bril begint continu te piepen.
3. Houd de aan/uit-knop van het toestel ingedrukt totdat de leds voor het batterijniveau opeenvolgend
beginnen te knipperen.
4. De batterijniveauleds van de drone gaan continu branden en geven het batterijniveau weer. De bril stopt met
piepen wanneer deze met succes is gekoppeld en het videoscherm normaal is.
5. Houd de aan/uit-knop van het toestel ingedrukt totdat de leds voor het batterijniveau opeenvolgend
beginnen te knipperen.
6. Houd de aan/uit-knop van de afstandsbediening ingedrukt totdat deze continu begint te piepen en de leds
voor het batterijniveau opeenvolgend knipperen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
15
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
7. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, stopt de afstandsbediening met piepen en gaan de beide leds
voor batterijniveau continu branden en geven ze het batterijniveau aan.
Zorg ervoor dat de bril en de afstandsbediening zich tijdens het koppelen binnen 0,5 m van de drone
bevinden.
De drone moet vóór de afstandsbediening met de bril worden gekoppeld.
Activering
DJI FPV moet voor het eerste gebruik worden geactiveerd. Zorg ervoor dat alle apparaten zijn gekoppeld
nadat u de drone, de bril en de afstandsbediening hebt aangezet. Sluit de USB-C-poort van de bril aan op het
mobiele apparaat, start DJI Fly en volg de aanwijzingen om te activeren. Voor het activeren van het product is
een internetverbinding vereist.
DJI Fly
App
Houd vervolgens de knop ingedrukt om apparaten in of uit te schakelen.
16
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Drone
DJI FPV bevat een vluchtcontroller, een gimbal en camera, een video-downlinksysteem, een zichtsysteem, een
voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
Vliegstanden
DJI FPV heeft drie vliegmodi, plus een vierde vliegmodus waar het toestel in bepaalde scenario's naar
overschakelt. De vliegstanden kunnen via de vliegstandschakelaar op de afstandsbediening worden gewisseld.
Normale stand: De drone maakt gebruik van GPS, het voorwaartse en neerwaartse zichtsysteem, en het
infrarooddetectiesysteem om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. De drone zal GPS gebruiken om zichzelf
te lokaliseren wanneer het GPS-signaal sterk is en zal het neerwaartse zichtsysteem gebruiken om zichzelf
te lokaliseren en te stabiliseren wanneer de lichtomstandigheden voldoende zijn. Wanneer het neerwaartse
zichtsysteem is ingeschakeld en de lichtomstandigheden voldoende zijn, is de maximale hoek van de
vluchthoogte 25° en de maximale vliegsnelheid 15 m/s.
Sportstand: De drone gebruikt GPS en het neerwaartse zichtsysteem voor plaatsbepaling. De respons van de
drone in de Sportstand is afgestemd op een optimale wendbaarheid en snelheid, zodat de drone eectiever
reageert op bewegingen van de joystick. De maximale vliegsnelheid is 27 m/s, de maximale stijgsnelheid is 15
m/s en de maximale daalsnelheid is 10 m/s.
Handbediening: klassieke FPV dronebesturingsmodus met de hoogste wendbaarheid, die kan worden gebruikt
voor racen en freestyle vliegen. In de handbediening zijn alle vluchtondersteuningsfuncties, zoals automatische
stabilisatie, uitgeschakeld en zijn vaardige besturingsvaardigheden vereist. De gashendel kan in deze modus
worden aangepast.
In de normale of sportmodus, wanneer het neerwaartse zichtsysteem niet beschikbaar of uitgeschakeld is en
wanneer het GPS-signaal zwak is of het kompas storing ondervindt, kan de drone zichzelf niet positioneren of
automatisch remmen, waardoor het risico op potentiële vliegongelukken toeneemt. Op dit moment kan de drone
gemakkelijker door zijn omgeving worden beïnvloed. Omgevingsfactoren, zoals wind, kunnen leiden tot horizontale
kanteling, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vooral wanneer in krappe ruimtes wordt gevlogen.
Wanneer u de handbediening gebruikt, beweegt u de afstandsbedieningsknuppel om
de gashendel en de stand van de drone rechtstreeks te regelen. De drone heeft geen
vluchtondersteuningsfuncties zoals automatische stabilisatie en kan elke stand bereiken. Alleen
ervaren piloten mogen de handbediening gebruiken. Het niet correct bedienen in deze modus is
een veiligheidsrisico en kan zelfs leiden tot het neerstorten van de drone.
De handmatige modus is standaard uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de schakelaar in de bril op de
handmatige modus staat voordat u naar de handmatige bediening overschakelt. De drone blijft in de
normale of sportmodus staan als de schakelaar in de bril niet op de handbediening is gezet. Ga naar
Instellingen, Bediening, Afstandsbediening, en dan Knopaanpassing en stel de Aangepaste modus
in op Handbediening.
Voordat u de handbediening gebruikt, is het raadzaam om de schroef aan de achterkant van de
gashendel bij te stellen zodat de gashendel niet meer naar achteren kantelt en om het vliegen in de
modus te oefenen met DJI Virtual Flight.
Wanneer u de handbediening voor het eerst gebruikt, wordt de maximumstand van de drone
beperkt. Nadat u vertrouwd bent geraakt met het vliegen in de handmatige modus, kan de
standbeperking in de bril worden uitgeschakeld. Ga naar Instellingen, Bediening, Afstandsbediening,
RC Exp, en dan M Mode Attitude Limit.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter in de
Sportmodus. Onder windstille omstandigheden is een minimale remafstand van 30 meter vereist.
De daalsnelheid is aanzienlijk groter in de Sportmodus. Onder windstille omstandigheden is een
minimale remafstand van 10 meter vereist.
De respons van de drone neemt in de Sportmodus aanzienlijk toe, wat betekent dat een kleine
beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de
drone. Wees tijdens de vlucht oplettend en houd een toereikende manoeuvreerruimte aan.
DJI FPV Gebruikershandleiding
17
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Statuslampje van de drone
DJI FPV heeft een front-led, frame-arm-led, en dronestatusindicator.
De front-led toont de richting van de drone en de frame-arm-led is voor decoratie. De leds branden continu
blauw wanneer de drone is ingeschakeld. De kleuren en verlichtingsmethoden van de front-led en de frame-
arm-led kunnen worden aangepast in de bril.
Het statuslampje van de drone communiceert de status van het vluchtregelsysteem van de drone. Raadpleeg
de onderstaande tabel voor meer informatie over het statuslampje van de drone.
Statusaanduidingen van de drone
Normale statussen
Knippert afwisselend rood, geel en
groen Ingeschakeld en voert zelfdiagnosetests uit
Knippert langzaam paars Opwarmen
Knippert langzaam groen GPS ingeschakeld
×2 Knippert herhaaldelijk twee keer groen Voorwaartse en neerwaartse zichtsystemen
ingeschakeld
Knippert langzaam geel GPS en vooruit- en achteruitkijksysteem
uitgeschakeld
Knippert snel groen Remmen
Waarschuwingsstatussen
Knippert snel geel Signaal met afstandsbediening verloren
Knippert langzaam rood Laag batterijniveau
Knippert snel rood Batterij bijna leeg, kritiek
Knippert rood IMU-fout
Continu rood Kritieke fout
Knippert afwisselend rood en geel Kalibratie van kompas vereist
Ledlampje voorzijde
Frame-arm-led
Statuslampje van de
drone
DJI FPV Gebruikershandleiding
18
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Terug naar thuisbasis
De functie Return to Home (RTH - terug naar thuisbasis) brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde
thuisbasis wanneer het GPS-signaal sterk is. Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH bij laag batterijniveau,
en uitvalbeveiligde RTH. Als de drone met succes de thuisbasis heeft geregistreerd en het GPS-signaal sterk
is, zal de RTH worden geactiveerd wanneer ofwel Smart RTH wordt gestart, het batterijniveau van de drone
laag is, of het signaal tussen de afstandsbediening en de drone wegvalt. RTH zal ook in andere abnormale
scenario's worden getriggerd, bijvoorbeeld als er een verlies van de videotransmissie is.
GPS Omschrijving
Thuisbasis
20
De standaard thuisbasis is de eerste locatie waar de drone sterke of matig
sterke GPS-signalen heeft ontvangen (waar het pictogram wit toont). De
dronestatusindicator knippert snel groen en er verschijnt een melding in de bril om
te bevestigen dat de thuisbasis is opgenomen.
Smart RTH
Als het GPS-signaal voldoende is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone naar de thuisbasis te laten
terugkeren. Smart RTH wordt gestart door de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden. Sluit
Smart RTH af door op de RTH-knop te drukken.
RTH bij laag batterijniveau
Wanneer het niveau van de Intelligent Flight Battery te laag is en er niet genoeg capaciteit is om terug te keren
naar huis, land de drone dan zo snel mogelijk. Anders zal de drone vallen wanneer deze zonder energie komt te
zitten, met als gevolg dat de drone wordt beschadigd en er andere potentiële gevaren ontstaan.
Om onnodig gevaar door onvoldoende stroom te voorkomen, zal DJI FPV op basis van de huidige locatie
intelligent bepalen of het huidige batterijniveau voldoende is om terug te keren naar de thuisbasis. De RTH bij
laag batterijniveau wordt geactiveerd wanneer de capaciteit van de Intelligent Flight Battery is gedaald tot een
punt waarbij een veilige terugkeer van de drone in gevaar kan komen.
RTH kan worden geannuleerd door op de RTH-knop op de afstandsbediening te drukken. Als RTH wordt
afgebroken na een waarschuwing voor laag batterijniveau, is de Intelligent Flight Battery mogelijk niet voldoende
geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het huidige batterijniveau de drone alleen lang genoeg kan ondersteunen
om vanaf zijn huidige hoogte te dalen. Automatisch landen kan niet worden geannuleerd, maar de
afstandsbediening kan worden gebruikt om tijdens de landingsprocedure de richting van de drone te wijzigen.
De handmatige modus ondersteunt geen RTH bij een laag batterijniveau. Als er op de bril een melding
verschijnt dat de batterij alleen voldoende stroom heeft om terug te keren naar de thuisbasis, moet de
gebruiker de drone handmatig naar de thuisbasis vliegen.
Uitvalbeveiligde RTH
Indien de thuisbasis met succes werd geregistreerd en het kompas normaal functioneert, wordt de
uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd nadat het signaal vanaf de afstandsbediening langer dan
3,5 seconden verloren is geraakt.
De drone vliegt 50 m achteruit op zijn oorspronkelijke vliegroute en gaat over op Straight Line RTH. De drone
komt in de rechte lijn RTH als het signaal van de afstandsbediening tijdens Uitvalbeveiligde RTH wordt hersteld.
De reactie van de drone wanneer het draadloze signaal wegvalt, kan in de bril worden gewijzigd. De drone zal
geen Uitvalbeveiligde RTH uitvoeren als er in de instellingen is gekozen voor landen of zweven.
Andere RTH-scenario's
Als het videodownloadsignaal tijdens de vlucht wegvalt, verschijnt er een melding in de bril en wordt RTH
gestart, terwijl de bewegingen van de drone nog met de afstandsbediening kunnen worden bestuurd.
DJI FPV Gebruikershandleiding
19
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
RTH (rechte lijn)
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. RTH wordt geactiveerd.
3. Als de drone minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer RTH begint, landt het onmiddellijk.
Als de drone meer dan 5 m en minder dan 50 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer RTH begint, zal hij
op de huidige hoogte en met een maximale horizontale snelheid van 3 m/s naar de thuisbasis terugkeren.
Als de drone verder dan 50 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer RTH begint, zal het opstijgen tot de
RTH-hoogte en met een snelheid van 13,5 m/s naar de thuisbasis terugkeren. De drone vliegt op de huidige
hoogte terug naar de thuisbasis als de RTH-hoogte lager is dan de huidige hoogte.
4. Na het bereiken van de thuisbasis landt de drone en stoppen de motoren.
Vermijden van obstakels tijdens RTH
1. De drone remt af wanneer aan de voorzijde een obstakel wordt gedetecteerd en stijgt op tot een veilige
afstand. Na nog eens 5 m gestegen te zijn, blijft de drone voorwaarts vliegen.
2. De drone remt af wanneer een obstakel van onderaf wordt gedetecteerd en stijgt op tot geen obstakels
meer worden gedetecteerd alvorens verder te vliegen.
Tijdens RTH kan de drone geen obstakels aan de zijkant, achterkant of van bovenaf waarnemen.
De drone kan tijdens RTH geen obstakels ontwijken als het voorwaartse en neerwaartse
zichtsysteem niet beschikbaar zijn.
De drone kan niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GPS-signaal zwak of niet beschikbaar
is. Als het GPS-signaal zwak of niet beschikbaar wordt nadat RTH is geactiveerd, zal de drone een
tijdje op zijn plaats blijven hangen voordat hij gaat landen.
Vóór elke vlucht is het belangrijk om op de bril naar Instellingen te gaan en vervolgens Veiligheid te
openen en een geschikte RTH-hoogte in te stellen.
Tijdens RTH, als de drone voorwaarts vliegt en het signaal van de afstandsbediening normaal is, kan
de afstandsbediening worden gebruikt om de snelheid van de drone te regelen, maar de richting
kan dan niet worden geregeld en er kan niet naar links of rechts worden gevlogen. Tijdens het dalen
kunnen de richting en horizontale positie van de drone worden geregeld. Wanneer de drone stijgt of
voorwaarts vliegt, duwt u de joystick volledig in de tegenovergestelde richting om RTH te verlaten.
GEO-zones zullen de RTH beïnvloeden. Het vliegtuig zal op zijn plaats blijven zweven als het tijdens
RTH in een GEO-zone vliegt.
De drone kan mogelijk niet naar een thuisbasis terugkeren wanneer het te hard waait. Vlieg
voorzichtig.
Landingsbescherming
Landingsbescherming wordt geactiveerd tijdens Smart RTH.
1. Tijdens landingsbescherming zal de drone automatisch een geschikte landingsplaats detecteren en
voorzichtig landen.
2. Als de grond ongeschikt voor de landing wordt bevonden, blijft de drone in de lucht en wacht deze op
bevestiging van de piloot.
3. Als de landingsbescherming niet operationeel is, zal de bril een landingsmelding weergeven wanneer de
drone tot 0,3 m daalt. Trek de gashendel naar beneden om te landen.
Tijdens de landing zijn de zichtsystemen uitgeschakeld. Zorg ervoor dat u de drone met de nodige
voorzichtigheid laat landen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
20
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Precisielanding
De drone scant automatisch en probeert tijdens RTH de onderstaande terreinkenmerken te koppelen. De drone
zal landen als het terrein overeenkomt met het terrein van de thuisbasis. Er verschijnt een melding in de bril als
het terrein niet overeenkomt.
Landingsbescherming is tijdens de precisielanding geactiveerd.
De prestaties van Precisielanding zijn onderhevig aan het volgende:
a) De thuisbasis moet bij het opstijgen worden vastgelegd en mag tijdens de vlucht niet worden
gewijzigd. Anders heeft de drone geen gegevens over de terreineigenschappen van de
thuisbasis.
b) Tijdens de start moet de drone verticaal tot ten minste 7 m opstijgen alvorens horizontaal te
bewegen.
c) De terreineigenschappen van de thuisbasis moeten grotendeels ongewijzigd blijven nadat het is
vastgelegd.
d) De terreineigenschappen van de thuisbasis moeten voldoende onderscheidend zijn.
e) De lichtomstandigheden mogen niet te licht of te donker zijn.
De volgende acties zijn tijdens de precisielanding beschikbaar:
a) Trek de gashendel naar beneden om de landing te versnellen.
b) Trek de gashendel omhoog of beweeg de andere joystick om de precisielanding te stoppen.
De landingsbescherming blijft actief terwijl de drone verticaal daalt.
Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem
DJI FPV-drones zijn uitgerust met zowel een infrarooddetectiesysteem als voorwaartse en neerwaartse
zichtsystemen.
De voorwaartse en neerwaartse zichtsystemen bestaan elk uit twee camera's en het infrarooddetectiesysteem
bestaat uit twee 3D-infraroodmodules.
Het neerwaarts zichtsysteem en het systeem met infraroodsensor helpen de drone om nauwkeuriger zijn
huidige positie te behouden en stil te hangen en om binnen te vliegen of in andere omgevingen waarin geen
GPS-signaal beschikbaar is. Bovendien verbetert de extra grondlamp aan de onderzijde van de drone in
omstandigheden met weinig licht het zicht van het neerwaartse zichtsysteem.
Voorwaarts zichtsysteem
Neerwaarts zichtsysteem
Neerwaarts zichtsysteem
Infrarooddetectiesysteem
Extra grondlamp
DJI FPV Gebruikershandleiding
21
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Detectiebereik
Voorwaarts zichtsysteem
Het voorwaartse zichtsysteem heeft een detectiebereik van 0,5 tot 18 m, een horizontaal gezichtsveld van 56°
en een verticaal gezichtsveld van 71°.
Neerwaarts zichtsysteem
Het neerwaartse zichtsysteem werkt het beste wanneer de drone zich op een hoogte van 0,5 tot 15 m bevindt
en het werkbereik 0,5 tot 30 m is. Het gezichtsveld naar voren en naar achteren is 106° en 90° naar rechts en
naar links.
56° 56°
0.5-18 m
71°
106°
0.5-30 m 90° 90°
Camera’s van het zichtsysteem kalibreren
Automatische kalibratie
De zichtsysteemcamera's die in de drone zijn geïnstalleerd, worden voor verzending gekalibreerd. Als er een
afwijking wordt gedetecteerd met een zichtsysteemcamera, wordt de drone automatisch gekalibreerd en
verschijnt er een melding in de bril. Er is verder geen actie nodig.
Geavanceerde kalibratie
Als de afwijking na de automatische kalibratie blijft bestaan, verschijnt er een melding op de bril dat een
geavanceerde kalibratie nodig is. Geavanceerde kalibratie kan alleen worden uitgevoerd met DJI Assistant 2 (DJI
FPV-serie). Volg de onderstaande stappen om de camera's van het voorwaartse zichtsysteem te kalibreren en
herhaal de stappen om de andere camera's van het zichtsysteem te kalibreren.
1
将飞行器面向屏幕
2
移动位置以对准方框
3
按照提示旋转飞行器
Richt de drone in de richting van
het scherm.
Lijn de vakjes uit. Richt en kantel de drone.
DJI FPV Gebruikershandleiding
22
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Het gebruik van de zichtsystemen
Het neerwaartse zichtsysteem is beschikbaar als het oppervlak een heldere textuur heeft en er voldoende
licht is. Het neerwaartse zichtsysteem werkt het best wanneer de drone op een hoogte van 0,5 tot 15 meter
vliegt. Als de drone hoger vliegt dan 15 meter, werkt het zichtsysteem mogelijk niet naar behoren. Extra
voorzichtigheid is geboden.
Volg de onderstaande stappen om het neerwaartse zichtsysteem te gebruiken.
1. Zorg ervoor dat de drone in de normale modus staat. Zet de drone aan.
2. De drone hangt na het opstijgen stil op zijn plaats. De dronestatusindicator op de achterste frame-arm
knippert tweemaal groen om aan te geven dat het neerwaarts zichtsysteem werkt.
Als de drone in de normale modus staat en obstakelvertraging in de bril is ingeschakeld, wordt het voorwaartse
zichtsysteem automatisch geactiveerd wanneer de drone wordt aangezet. Het voorwaartse zichtsysteem
stelt de drone in staat actief af te remmen wanneer er een obstakel wordt gedetecteerd. Het voorwaartse
zichtsysteem werkt het best bij voldoende verlichting en duidelijk gemarkeerde of gestructureerde obstakels.
Vanwege de traagheid moeten gebruikers de drone besturen om binnen een redelijke afstand te remmen.
Let op de vliegomgeving. De vooruit- en achteruitkijksystemen en het infrarooddetectiesysteem
werken alleen in bepaalde scenario's en kunnen de menselijke controle en beoordeling niet
vervangen. Let tijdens de vlucht op de omgeving en op de waarschuwingen op de bril. Wees
verantwoordelijk voor en behoud te allen tijde de controle over de drone.
De drone heeft een maximale zweefhoogte van 30 m bij gebruik van het zichtsysteem in een open en
vlakke omgeving. Het beste hoogtebereik van het zichtsysteem voor positionering is 0,5 tot 15 m. De
prestaties van zichtpositionering kunnen afnemen wanneer u buiten dit bereik vliegt. Vlieg voorzichtig.
De extra grondlamp kan op de bril worden ingesteld op aan, uit of automatisch. In Auto wordt
de extra grondlamp automatisch ingeschakeld wanneer er onvoldoende omgevingslicht is. De
prestaties van zichtpositionering zullen gedurende deze tijd negatief worden beïnvloed. Wees
voorzichtig met vliegen als het GPS-signaal zwak is.
Het neerwaartse zichtsysteem werkt mogelijk niet goed als de drone boven water vliegt. Daarom
is het mogelijk dat de drone bij de landing niet in staat is om actief water eronder te vermijden. Het
wordt aanbevolen om te allen tijde de vluchtbesturing in stand te houden, een redelijk oordeel te
vormen op basis van de omgeving en niet te vertrouwen op het neerwaartse zichtsysteem.
Het voorwaartse en neerwaartse zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem werken mogelijk niet
goed wanneer de drone te snel vliegt.
Het neerwaartse zichtsysteem kan niet goed werken boven oppervlakken die geen duidelijke
variaties in patroon hebben of waar het licht zwak is. Het neerwaartse zichtsysteem werkt in de
volgende situaties mogelijk niet goed. Bestuur de drone voorzichtig.
a) Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart, volkomen wit,
volkomen groen).
b) Bij het vliegen boven zeer reecterende oppervlakken.
c) Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
d) Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of objecten.
DJI FPV Gebruikershandleiding
23
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
e) Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
f) Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux) oppervlakken.
g) Bij het vliegen over oppervlakken die infraroodgolven sterk reflecteren of absorberen (bijv.
spiegels).
h) Vliegen over oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur (b.v. elektriciteitspalen).
i) Vliegen over oppervlakken met repetitieve identieke patronen of texturen (bv. tegels met
hetzelfde ontwerp).
j) Bij het vliegen over obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van bomen).
Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Manipuleer de sensoren NIET. Gebruik het toestel NIET in
omgevingen met veel stof of vocht. Blokkeer het systeem met infraroodsensor NIET.
De camera moet worden gekalibreerd als de drone bij een botsing betrokken is geweest. Kalibreer
de camera's als daar in de bril om wordt gevraagd.
VLIEG NIET als het regent, mistig is of als er geen helder zicht is.
Controleer het volgende vóór elke start:
a) Zorg ervoor dat er geen stickers of andere obstakels op het infrarooddetectiesysteem of het
zichtsysteem zitten.
b) Als er vuil, stof of water op het infrarooddetectiesysteem of de zichtsystemen zit, reinig het dan
met een zachte doek. Gebruik GEEN alcoholhoudende reinigingsmiddelen.
c) Neem contact op met DJI Support als er schade is aan het glas van het infraroodde-
tectiesysteem of de zichtsystemen.
Vluchtrecorder
Vluchtgegevens, waaronder vluchttelemetrie, statusinformatie over de drone en andere parameters worden
automatisch opgeslagen op de ingebouwde datarecorder van de drone. De gegevens kunnen met DJI
Assistant 2 worden geraadpleegd (DJI FPV-serie).
Propellers
Er zijn twee soorten DJI FPV Quick-Release-propellers, die in verschillende richtingen kunnen draaien.
Markeringen geven aan welke propellers aan welke motoren moeten worden bevestigd. Zorg ervoor dat de
propeller en de motor overeenkomen volgens de instructies.
Propellers Met merktekens Zonder merktekens
Illustratie
Plaats van bevestiging Bevestig op motoren met merktekens Bevestig op motoren zonder merktekens
De propellers bevestigen
Bevestig de propellers met de markeringen op de motoren met markeringen, en de ongemarkeerde propellers
op de motoren zonder markeringen. Houd de motor vast, druk de propeller naar beneden en draai in de
richting die op de propeller is aangegeven tot hij naar boven komt en vastklikt.
DJI FPV Gebruikershandleiding
24
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
1
2
De propellers verwijderen
Houd de motor vast, druk de propeller naar beneden en draai hem in de tegengestelde richting van de op de
propeller aangegeven richting tot hij eruit springt.
Propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
Gebruik alleen officiële propellers van DJI. Gebruik GEEN verschillende soorten propellers door
elkaar.
Koop indien nodig de propellers afzonderlijk.
Zorg er voor elke vlucht voor dat de propellers goed bevestigd zijn.
Controleer vóór elke vlucht of de propellers in goede staat zijn. Gebruik GEEN verouderde,
beschadigde of gebroken propellers.
Blijf op afstand van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
Maak de propellers los als u ze opbergt. Knijp of verbuig de propellers NIET tijdens transport of
opslag.
Controleer of de motoren stevig gemonteerd zijn en soepel draaien. Laat de drone onmiddellijk
landen als een motor vastgelopen is en niet meer vrij kan draaien.
Probeer de constructie van de motoren NIET te wijzigen.
Raak de motoren NIET aan en laat uw handen en lichaam niet in contact komen met de motoren na
de vlucht omdat deze heet kunnen zijn.
Blokkeer de ventilatiegaten in de motoren of het chassis van de drone NIET.
Controleer of de ESC’s normaal klinken wanneer deze worden ingeschakeld.
BA
B A
DJI FPV Gebruikershandleiding
25
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Intelligent Flight Battery
De FPV Intelligent Flight Battery is een 22,2 V, 2000 mAh batterij met slimme laad- en ontlaadfunctionaliteit.
Eigenschappen van de batterij
1. Weergave batterijniveau: de leds voor het batterijniveau geven het huidige batterijniveau aan.
2. Functie voor automatisch ontladen: om zwellen te voorkomen, wordt de batterij automatisch ontladen tot
ongeveer 97% van het batterijniveau als hij één dag niet wordt gebruikt, en automatisch tot ongeveer 60%
van het batterijniveau als hij vijf dagen niet wordt gebruikt. Het is normaal dat de batterij tijdens het ontladen
een lichte warmte afgeeft.
3. Evenwichtig opladen: de spanningen van de batterijcellen worden tijdens het opladen automatisch in
evenwicht gebracht.
4. Bescherming tegen overladen: het opladen stopt automatisch wanneer de batterij volledig is opgeladen.
5. Temperatuurdetectie: om schade te voorkomen, wordt de batterij alleen opgeladen wanneer de temperatuur
tussen en 40° C ligt. Het opladen stopt automatisch als de temperatuur van de batterij tijdens het
opladen meer dan 50° C (122° F) bedraagt.
6. Overstroombeveiliging: de batterij stopt met laden als er een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
7. Beveiliging tegen overmatige ontlading: het ontladen stopt automatisch om te voorkomen dat de batterij te
ver wordt ontladen wanneer de batterij niet wordt gebruikt. De beveiliging tegen overmatige ontlading is niet
ingeschakeld wanneer de batterij gebruikt wordt.
8. Kortsluitbeveiliging: de stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er kortsluiting wordt
gedetecteerd.
9. Bescherming tegen beschadiging van de batterijcel: de bril geeft een waarschuwing weer wanneer een
beschadigde batterijcel wordt gedetecteerd.
10. Slaapstand: de batterij wordt na 20 minuten van inactiviteit uitgeschakeld om energie te besparen. Als
het batterijniveau minder dan 10% bedraagt, gaat de batterij na zes uur inactief te zijn geweest in de
slaapstand om overontlading te voorkomen. In de slaapstand branden de indicators voor het batterijniveau
niet. Laad de batterij op om het uit de slaapstand te halen.
11. Communicatie: informatie over de spanning, capaciteit en stroom van de batterij wordt naar de drone
verzonden.
Raadpleeg de DJI FPV Disclaimer en Veiligheidsrichtlijnen en de stickers op de batterij voor gebruik.
De gebruiker aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor eventuele overtredingen van de op het
etiket vermelde veiligheidseisen.
Het gebruik van de batterij
Het batterijniveau controleren
Druk één keer op de aan-/uitknop om het batterijniveau te controleren.
LED1
Ledlampjes voor
batterijniveau
Aan-/uitknop
LED2
LED3
LED4
DJI FPV Gebruikershandleiding
26
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
De leds voor batterijniveau geven het energieniveau van de vluchtaccu aan tijdens het opladen en
ontladen. De statussen van de leds worden hieronder gedenieerd:
LED is aan LED knippert. LED is uit.
LED1 LED2 LED3 LED4 Batterijniveau
Batterijniveau > 88%
75% < batterijniveau ≤ 88%
63% < batterijniveau ≤ 75%
50% < batterijniveau ≤ 63%
38% < batterijniveau ≤ 50%
25% < batterijniveau ≤ 38%
13% < batterijniveau ≤ 25%
0% < batterijniveau ≤ 13%
Aan- en uitzetten
Druk op de aan/uit-knop en druk dan nog eens en houd deze vervolgens twee seconden ingedrukt om de
batterij in of uit te schakelen. De ledlampjes voor het batterijniveau geven het batterijniveau weer wanneer de
drone wordt ingeschakeld.
Melding lage temperatuur
1. De batterijcapaciteit wordt aanzienlijk minder als er in omgevingen met lage temperaturen (-10 tot 5 °C)
wordt gevlogen. Het wordt aanbevolen om de drone een tijdje op zijn plaats te laten zweven om de batterij
op te warmen. Zorg vóór het gebruik van de drone dat de batterij volledig is opgeladen.
2. Batterijen kunnen niet worden gebruikt in omgevingen met extreem lage temperaturen lager dan -10 °C.
3. Beëindig de vlucht in omgevingen met lage temperaturen zodra de bril de waarschuwing voor lage
batterijspanning weergeeft.
4. Voor optimale prestaties moet de temperatuur van de batterij boven 20 °C worden gehouden.
5. De verminderde batterijcapaciteit in een lage omgevingstemperatuur vermindert de windbestendigheid van
de drone. Vlieg voorzichtig.
6. Wees extra voorzichtig als u hoog boven zeeniveau vliegt.
In koude omgevingen plaatst u voordat u opstijgt de batterij in het batterijvak en schakelt u de drone
in om op te warmen.
De batterij opladen
Gebruik de bijgeleverde DJI-lader om de Intelligent Flight Battery voorafgaand aan elke vlucht volledig op te
laden.
1. Sluit de netstroomadapter aan op een wisselstroomvoeding (100-240 V, 50/60 Hz).
2. Sluit de Intelligent Flight Battery met de batterijlaadkabel aan op de netstroomadapter met de batterij
uitgeschakeld.
DJI FPV Gebruikershandleiding
27
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
De laadtijd bedraagt ongeveer 50 minuten.
Het wordt aanbevolen om de Intelligent Flight-batterijen tot 30% of minder te ontladen. Dit kan worden
gedaan door de drone naar buiten te vliegen totdat er minder dan 30% batterijniveau over is.
Laad een Intelligent Flight Battery NIET direct na het vliegen op omdat de temperatuur van de batterij te
hoog kan zijn. Wacht tot deze is afgekoeld tot kamertemperatuur voordat u de batterij opnieuw oplaadt.
De lader stopt met het opladen van de batterij als de temperatuur van de batterijcel niet binnen het
bedrijfsbereik van 5 tot 40 °C ligt. De ideale laadtemperatuur is 22 tot 28 °C.
De batterijlader voor meerdere batterijen (niet inbegrepen) kan maximaal drie batterijen opladen.
Bezoek de officiële DJI Online Store voor meer informatie over de batterijlader voor meerdere
batterijen.
Laad de batterij ten minste éénmaal per drie maanden volledig op om ervoor te zorgen dat de
batterij in goede staat blijft.
DJI is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door laders van andere producenten.
De onderstaande tabel toont het batterijniveau tijdens het opladen.
LED1 LED2 LED3 LED4 Batterijniveau
0% < Batterijniveau ≤ 50%
50% < Batterijniveau ≤ 75%
75% < batterijniveau < 100%
Volledig opgeladen
Mechanismen voor het beschermen van de batterij
De leds voor het batterijniveau kunnen meldingen over de batterijbescherming weergeven die door abnormale
oplaadomstandigheden worden geactiveerd.
Mechanismen voor het beschermen van de batterij
LED1 LED2 LED3 LED4 Knipperpatroon Status
LED2 knippert tweemaal per seconde Overstroom gedetecteerd
LED2 knippert driemaal per seconde Interne communicatie abnormaal
LED3 knippert tweemaal per seconde Overbelasting gedetecteerd
LED3 knippert driemaal per seconde Overspanning lader gedetecteerd
LED4 knippert tweemaal per seconde De laadtemperatuur is te laag
LED4 knippert driemaal per seconde De laadtemperatuur is te hoog
3. De ledlampjes voor het batterijniveau geven tijdens het opladen het huidige batterijniveau weer.
4. De Intelligent Flight Battery is volledig opgeladen wanneer alle ledlampjes voor het batterijniveau uit zijn.
Koppel de lader los wanneer de batterij volledig opgeladen is.
DJI FPV Gebruikershandleiding
28
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
1
3
2
Koppel de voedingspoort los, druk op de batterijgespen aan de zijkanten van de Intelligent Flight Battery en
verwijder deze uit het compartiment.
Ontgrendel de batterij NIET nadat de drone is aangezet.
Zorg ervoor dat de batterij stevig is gemonteerd.
Onderhoud
Keer onmiddellijk terug naar de thuisbasis of land als er in de bril een melding verschijnt dat de Intelligent Flight
Battery onderhoud nodig heeft.
1. Laad de batterij volledig op.
2. Laat de batterij 24 uur rusten.
3. Plaats de batterij in de drone en zweef na het opstijgen op een hoogte van maximaal 2 m. Land de drone
wanneer de batterij 20% bereikt, schakel hem uit en verwijder de batterij.
4. Laat de batterij 6 uur rusten.
5. Het onderhoud is nu voltooid en de batterij is klaar voor gebruik. Herhaal de bovenstaande stappen als de
onderhoudsprompt in de bril blijft verschijnen.
1
2
Klik
Als een van de beschermingsmechanismen van de batterij geactiveerd is, trek dan de stekker van de lader
uit het stopcontact en sluit hem weer aan om het laden te hervatten. Als de oplaadtemperatuur abnormaal is,
wacht u totdat de oplaadtemperatuur weer normaal is, waarna de batterij het opladen hervat zonder dat u de
lader hoeft los te koppelen en weer aan te sluiten.
Installeren/verwijderen van de batterij
Installeer de Intelligent Flight Battery voorafgaand aan gebruik in de drone. Plaats de Intelligent Flight Battery
in het batterijvak van de drone. Zorg ervoor dat hij goed is bevestigd en dat de gespen van de batterij op hun
plaats zijn geklikt alvorens hem op de voedingspoort aan te sluiten.
DJI FPV Gebruikershandleiding
29
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Gimbal en camera
Kenmerken van de gimbal
De gimbal van DJI FPV-drones stabiliseert de camera en gebruikers kunnen dankzij DJI's RockSteady
elektronische stabilisatie heldere en stabiele beelden en video's vastleggen, zelfs wanneer de drone op hoge
snelheden vliegt. Het regelbare kantelbereik is -50 tot +58°. Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening
om de kantelbeweging van de camera te bedienen.
58°
-50°
Gimbalmodus
De gimbalmodus schakelt automatisch over, afhankelijk van de vliegmodus.
Normale/sportmodus: de gimbal staat in de stabilisatiestand. De kantelhoek van de gimbal blijft stabiel ten
opzichte van het horizontale vlak, wat geschikt is voor het maken van stabiele beelden.
Handbediening: de gimbal staat in FPV-modus. De kantelhoek van de gimbal blijft stabiel ten opzichte van de
romp van de drone, wat geschikt is voor FPV-vluchtervaring.
Tik of klop NIET op de gimbal wanneer de drone is ingeschakeld. Stijg op vanaf een open en vlakke
ondergrond om de gimbal tijdens het opstijgen te beschermen.
Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken bij een botsing of stoten, waardoor de
gimbal abnormaal zal functioneren.
Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal terecht komt, vooral in de motoren van de gimbal.
Er kan een fout optreden in de gimbalmotor wanneer de drone zich op een oneen ondergrond
bevindt, de gimbal wordt geblokkeerd, of wanneer de gimbal buitensporige externe krachten
ondervindt, zoals bij een botsing.
Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld. Voeg GEEN extra lading
toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot
blijvende motorschade.
Zorg ervoor dat u de gimbalbescherming verwijdert voordat u de drone inschakelt. Zorg er ook voor
dat u de gimbalbescherming aanbrengt wanneer de drone niet in gebruik is.
Door te vliegen in zware mist of wolken kan de gimbal nat worden, wat tot tijdelijke storing kan
leiden. De gimbal herstelt zijn volledige functionaliteit als deze eenmaal droog is.
Kenmerken van de camera
DJI FPV maakt gebruik van een 1/2,3" CMOS-sensorcamera met een resolutie van maximaal 12 miljoen
eectieve pixels. Het diafragma van de lens is F2.8, het focusbereik is 0,6 m tot oneindig en de FOV van de
lens kan 150° bereiken.
De DJI FPV-camera kan tot 4K 60fps HD video en 4K foto's maken.
DJI FPV Gebruikershandleiding
30
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
4K-video kan alleen worden opgenomen als de transmissiekwaliteit op hoge kwaliteit is ingesteld.
Zorg ervoor dat de temperatuur en de vochtigheid tijdens gebruik en opslag geschikt zijn voor de
camera.
Gebruik om schade te voorkomen een lensreiniger voor het schoonmaken van de lens.
Blokkeer GEEN ventilatiegaten op de camera, want de warmte die vrijkomt kan het toestel
beschadigen en de gebruiker verwonden.
Foto’s en video’s opslaan
DJI FPV ondersteunt het gebruik van een microSD-kaart om foto's en video's op te slaan. Een UHS-I Speed
Grade 3 microSD-kaart of hoger is vereist vanwege de snelle lees- en schrijfsnelheid die nodig is voor video-
opnamen met hoge resolutie. Raadpleeg de specificaties voor meer informatie over aanbevolen microSD-
kaarten.
Verwijder de microSD-kaart of de intelligente vluchtbatterij NIET uit de drone terwijl het is
ingeschakeld. Anders kan de microSD-kaart beschadigd raken.
Om de stabiliteit van het camerasysteem te waarborgen zijn afzonderlijke video-opnamen beperkt
tot 30 minuten, waarna de opname automatisch wordt gestopt.
Controleer voor gebruik de camera-instellingen om er zeker van te zijn dat de conguraties correct
zijn.
Maak een paar foto’s voordat u belangrijke foto’s of video’s gaat maken om te testen of de camera
correct werkt.
Foto's of video's kunnen niet van de microSD-kaart in de drone met DJI Fly worden overgebracht
als de drone is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat u de drone correct uitschakelt. Anders worden de cameraparameters niet
opgeslagen en kunnen eventueel opgenomen video's worden beïnvloed. DJI niet verantwoordelijk
voor het mislukken van foto’s of video of voor opnamen die niet door een apparaat kunnen worden
gelezen.
31
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bril
De DJI FPV Goggles V2 geeft gebruikers een first-person-zicht van de luchtcamera met real time video-
en audiotransmissie. De bril kan ook worden gebruikt om opgenomen video's af te spelen en transmissie-,
besturings- en cameraparameters in te stellen.
De DJI FPV Goggles V2 kan ook worden gebruikt met de DJI FPV Air Unit. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruikershandleiding van het DJI Digital FPV System op https://www.dji.com/fpv/
info#downloads. De DJI FPV-bril V2 is niet compatibel met de DJI FPV-luchteenheid in regio’s die 5,8
GHz niet ondersteunen. Houd rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.
Voeding
Gebruik de bijgeleverde voedingskabel (USB-C) om de voedingspoort van de bril aan te sluiten op de batterij
van de bril.
Druk één keer op de aan-/uitknop om het huidige batterijniveau te controleren.
Druk eenmaal, daarna nog eens en houd vervolgens ingedrukt om de bril in of uit te schakelen.
Laad de batterij van de bril op als de batterij bijna leeg is. Het duurt ongeveer 2 uur en 30 minuten om de
batterij volledig op te laden.
Als u andere batterijen nodig hebt, bereid dan een externe voeding voor met een ingangsspanning
van 11,1-25,2 V. De DJI FPV Goggles Power Cable (XT60) (niet meegeleverd) kan met een externe
voeding worden gebruikt om de bril van stroom te voorzien. Bezoek de ociële online DJI-winkel voor
meer informatie over de voedingskabel (XT60) voor de DJI FPV-bril.
DJI FPV Gebruikershandleiding
32
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bediening
5D-knop
Beweeg de toets om door het menu te bladeren.
Druk op de toets om te bevestigen.
Druk in het startscherm op de toets om het menu
te openen. Schuif naar links of rechts om de
helderheid van het scherm aan te passen. Schuif
omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
Sluiter-/opnameknop
Eenmaal indrukken om foto’s te maken of om een
opname te starten of te stoppen. Ingedrukt houden
om te schakelen tussen foto- en videomodus.
Terug-toets
Druk om terug te keren naar het vorige menu of de
huidige modus te verlaten.
Startscherm
1. Status obstakeldetectie
Geeft de afstand tussen de drone en obstakels aan plus de algemene richting van de obstakels. Rode,
oranje en grijze balken geven de relatieve afstand aan, van dichtbij tot veraf. Rode balken worden
weergegeven wanneer obstakels zich dicht bij de drone bevinden en oranje balken wanneer obstakels
zich binnen het detectiebereik bevinden. Grijze balken geven aan dat er zich geen obstakels binnen het
detectiebereik bevinden.
1
2
3
4
5678910111213
14
Knoppen voor afstelling van
kanalen
Druk op de toets omhoog of omlaag
om van kanaal te veranderen (alleen
beschikbaar in de handmatige
kanaalmodus).
Kanaalweergave
Geeft het huidige kanaal van de
bril weer (geeft in de automatische
kanaalmodus A weer).
DJI FPV Gebruikershandleiding
33
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
2. Informatie microSD-kaart
Geeft aan of er al dan niet een microSD-kaart in de drone of de bril is geplaatst, alsmede de resterende
capaciteit. Tijdens de opname verschijnt er een knipperend pictogram.
3. Gimbalschuif
Geeft de kantelhoek van de gimbal weer wanneer de draaiknop van de gimbal wordt bediend.
4. Meldingen
Toont informatie zoals wanneer van modus wordt veranderd, wanneer het batterijniveau laag is en andere
waarschuwingen.
5. Batterijniveau van de bril
Toont het batterijniveau van de bril. De bril geeft een pieptoon wanneer het batterijniveau te laag is. Het
voltage wordt ook weergegeven als een batterij van derden wordt gebruikt.
6. GPS-status
Geeft de huidige sterkte van het GPS-signaal weer.
7. Signaalsterkte van afstandsbediening en Video Downlink
Toont de signaalsterkte van de afstandsbediening tussen de drone en de afstandsbediening en de
signaalsterkte van de video-downlink tussen de drone en de bril.
8. Status voorwaarts zichtsysteem
Geeft de status van het voorwaartse zichtsysteem weer. Het pictogram is wit wanneer het voorwaartse
zichtsysteem normaal werkt. Rood geeft aan dat het voorwaartse zichtsysteem niet is ingeschakeld of
abnormaal werkt en dat de drone niet automatisch kan vertragen wanneer het obstakels tegenkomt.
9. Resterende vliegtijd
Toont de resterende vliegtijd van de drone na het starten van de motoren.
10. Batterijniveau drone
Toont het huidige batterijniveau van de Intelligent Flight Battery in de drone.
11. Afstand tot de grond
Toont de huidige hoogte-informatie van de drone vanaf de grond wanneer de drone zich minder dan 10 m
boven de grond bevindt.
12. Vliegtelemetrie
D 1000 m, H 100 m, 9 m/s, 6 m/s: toont de afstand tussen de drone en de thuisbasis, de hoogte vanaf de
thuisbasis, de horizontale snelheid van de drone en de verticale snelheid van de drone.
13. Vliegstanden
Geeft de huidige vliegstand weer.
14. Thuisbasis
Geeft de locatie van de thuisbasis aan.
De bril zal de screensaver weergeven als hij gedurende langere tijd niet wordt gebruikt of niet van de
drone is losgekoppeld. Druk op een willekeurige knop van de bril of verbind de bril opnieuw met de
drone om de weergave van de videotransmissie te herstellen.
Als de toestellen gedurende langere tijd niet worden gebruikt, kan het langer dan normaal duren om
het GPS-signaal op te zoeken. Als het signaal ongehinderd is, duurt het bij het in- en uitschakelen
binnen een korte periode ongeveer 20 seconden om het GPS-signaal te zoeken.
Als u ervoor kiest om zowel met de drone als met de bril op te nemen, wordt de microSD-
kaartinformatie van zowel de drone als de bril op het beginscherm weergegeven. Als u selecteert
om alleen met de drone of de bril op te nemen, wordt alleen de microSD-kaartinformatie van het
betreende apparaat weergegeven.
DJI FPV Gebruikershandleiding
34
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Menubalk
Druk op de 5D-toets op de bril om de menubalk te openen.
Status
Geeft gedetailleerde informatie weer voor de waarschuwingsmeldingen van de huidige status. Kalibratie is
nodig als er afwijkingen zijn aan IMU of kompas.
Album
Toont de foto's of video's die op de microSD van de bril zijn opgeslagen. Selecteer het bestand en bevestig om
het voorbeeld te bekijken.
Foto's en video's die door de drone zijn opgenomen, kunnen vooraf worden bekeken. Plaats de
microSD-kaart van de drone in de microSD-kaartsleuf van de bril.
Druk tijdens het afspelen van video op de toets 5D om te pauzeren of door te gaan, wissel de toets
5D naar links of rechts om de voortgangsbalk aan te passen, en wissel naar boven of beneden om
het volume aan te passen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
35
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Transmissie
De videotransmissie van het huidige toestel kan worden ingesteld onder Pilootinstellingen. Nabijgelegen
videotransmissie-apparaten en hun signaalsterkte kunnen worden bekeken in Weergavemodus. Selecteer een
kanaal om de cameraweergave te zien.
1. Uitzendmodus
In- of uitschakelen van de uitzendmodus. Het apparaatnummer wordt weergegeven wanneer de
uitzendmodus is ingeschakeld, zodat andere apparaten het apparaat kunnen vinden en het kanaal kunnen
binnengaan om de cameraweergave te bekijken.
2. Hoogte-/breedteverhouding
De beeldverhouding van het video-overdrachtsscherm kan worden aangepast.
3. Scherpstelmodus
Stel de scherpstelmodus in op aan, uit, of automatisch. Als de Scherpstelmodus is ingeschakeld, zal het
midden van het scherm duidelijker zijn en zullen de randen wazig zijn.
4. Kanaalmodus
De kanaalmodus kan worden ingesteld op automatisch of handmatig. Het wordt aanbevolen auto te
kiezen zodat de videotransmissie intelligent zal schakelen tussen de 2,4 en 5,8 GHz frequentiebanden en
het kanaal met het beste signaal zal kiezen.
5. Frequentie
U kunt de 2,4 of 5,8 GHz frequentieband kiezen als de kanaalmodus handmatig is.
6. Bandbreedte
Stel de bandbreedte van de videotransmissie in. Het aantal beschikbare kanalen varieert naar gelang de
bandbreedte. Het kanaal met de beste signaalsterkte kan handmatig worden geselecteerd.
Hoe groter de bandbreedte, hoe meer spectrumbronnen deze in beslag neemt, waardoor een hogere
videotransmissiesnelheid en een helderder beeldkwaliteit kunnen worden verkregen. Er is echter een
grotere kans op draadloze interferentie en de hoeveelheid apparatuur die kan worden ondergebracht, is
beperkter. Om interferentie in een multiplayerwedstrijd te voorkomen, wordt aanbevolen om handmatig een
vaste bandbreedte en een vast kanaal te kiezen.
1
2
3
4
5
6
DJI FPV Gebruikershandleiding
36
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Instelling
Veiligheid
Stel de veiligheidsconfiguraties in, zoals maximale vlieghoogte, maximale vliegafstand en RTH-hoogte.
Gebruikers kunnen ook de thuisbasis bijwerken, obstakelvertraging in- of uitschakelen, en de status van het
IMU en het kompas bekijken en kalibreren.
De functie Find My Drone helpt om de locatie van de drone op de grond te vinden door gebruik te maken van
de opgeslagen video in de bril.
Geavanceerde veiligheidsinstellingen omvatten actie bij verlies van het dronesignaal, statusled van de
grondlamp en het in- of uitschakelen van AirSense en noodstop van de propeller. De drone kan zo worden
ingesteld om te dat hij gaat zweven, landen, of RTH wanneer deze het signaal van de afstandsbediening
verliest. Als de noodstop voor propellers is ingeschakeld, tijdens de vlucht in een noodsituatie, zoals wanneer
zich een botsing voordoet, een motor afslaat, de drone in de lucht rolt of de drone onbedienbaar is en snel stijgt
of daalt, kunnen de motoren alleen worden gestopt door het uitvoeren van een combinatie-joystickcommando
(CSC). Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone neerstorten.
Besturing
Stel dronebesturingsparameters in, zoals de kleur en verlichtingsmethode van de leds van de voor- en frame-
arm, de kantelsnelheid van de gimbal of de gecoördineerde draai (sportmodus). Gebruikers kunnen ook de
gimbal kalibreren.
DJI FPV Gebruikershandleiding
37
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
De functies van sommige toetsen van de afstandsbediening kunnen in Afstandsbediening worden aangepast.
Deze omvatten de C1-knop, C2-schakelaar, en de aangepaste modus op de vliegmodusschakelaar. De
joystickmodus kan worden ingesteld en de exponentiële waarde kan worden aangepast wanneer de
handbediening wordt gebruikt. Gebruikers kunnen de afstandsbediening ook kalibreren.
Camera
Cameraparameters zoals ISO, sluiter, lichtwaarde, verzadiging en witbalans kunnen worden aangepast. Ook
kan de cameramodus op automatisch of handmatig worden ingesteld. Sluiter en ISO kunnen worden ingesteld
in de handbediening, terwijl de lichtwaarde in de automatische modus kan worden ingesteld.
Gebruikers kunnen transmissiekwaliteit, videokwaliteit, videoformaat, rasterlijnen instellen, het middelpunt van
het scherm in- of uitschakelen, en de microSD-kaart formatteren. De gegevens kunnen na het formatteren niet
worden teruggewonnen. Ga voorzichtig te werk.
In Geavanceerde camera-instellingen kunnen gebruikers het opnameapparaat, videocoderingsformaat,
kleur en anti-ikkering instellen, evenals het in- of uitschakelen van geluidsopname, ondertiteling van video’s,
vervormingscorrectie, beeldrolcorrectie en EIS (elektronische beeldstabilisatie).
Selecteer Reset cameraparameterinstellingen om alle camera-instellingen terug te zetten naar standaard.
Wanneer de framesnelheid van de videokwaliteit 50/60 fps is, worden de audio en video samen in
één bestand opgeslagen. Wanneer de beeldsnelheid van de videokwaliteit 100/120fps is, zal de audio
apart als audiobestand worden opgeslagen en zal de video vier keer langzamer zijn dan normaal
terwijl de audio normaal zal zijn.
DJI FPV Gebruikershandleiding
38
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Display
Schermhelderheid aanpassen, zoomen, en het startpunt weergeven of verbergen.
Informatie
Bekijk de apparaatinformatie zoals het serienummer en de rmware van de bril en de gekoppelde apparaten.
Schakel over naar DJI FPV Digital System in het menu om de DJI FPV Air Unit te gebruiken. Zet de bril na het
schakelen weer aan.
Selecteer Alles resetten om de bril en de gekoppelde apparaten terug te zetten op hun standaardinstellingen.
39
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Afstandsbediening
In de DJI FPV Remote Controller 2 is DJI's O3-transmissietechnologie ingebouwd, met een maximaal
zendbereik van 10 km. De knoppen maken de bediening van de drone en de camera moeiteloos, terwijl de
afneembare joysticks ervoor zorgen dat de afstandsbediening gemakkelijk kan worden opgeborgen.
De ingebouwde batterij heeft een capaciteit van 5200 mAh en een maximale gebruikstijd van 9 uur.
Bediening
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-/uitknop om het huidige batterijniveau te controleren. Als het batterijniveau te laag is,
laad deze dan vóór gebruik op.
Druk eenmaal, druk vervolgens opnieuw, en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen.
De batterij opladen
Gebruik een USB-C-kabel om een voedingsadapter aan te sluiten op de USB-C-poort van de
afstandsbediening. Het duurt ongeveer 2,5 uur om de afstandsbediening volledig op te laden.
De gimbal en camera bedienen
1. Druk eenmaal op de sluiter-/opnameknop om een foto maken of om een video in de camera-weergave op
te nemen. Ingedrukt houden om te schakelen tussen foto- en videomodus.
2. Wordt gebruikt om de kantelas van de gimbal te regelen.
Gimbalwiel
Sluiter-/opnameknop
DJI FPV Gebruikershandleiding
40
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Right StickLeft Stick
Turn RightTurn Left
UP
Down
RightLeft
UP
Down
Turn RightTurn Left
RightLeft
Forward
Backward
Left Stick Right Stick
Forward
Backward
Right Stick
UP
Down
Forward
Backward
Left Stick
Turn RightTurn Left
RightLeft
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Linker joystick
Linker joystick
Linker joystick
Vooruit
Vooruit
Vooruit
Achteruit
Achteruit
Achteruit
Bocht naar links
Bocht naar links
Bocht naar links
Links
Links
Links
Bocht naar rechts
Bocht naar rechts
Bocht naar rechts
Rechts
Rechts
Rechts
OMHOOG
OMHOOG
OMHOOG
Omlaag
Omlaag
Omlaag
Rechter joystick
Rechter joystick
Rechter joystick
De drone besturen
De joysticks regelen de richting (pan), de voor- en achterwaartse beweging (pitch), de hoogte (throttle), en de
linker- en rechterbeweging (roll) van de drone. De functie die elke joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald door
de gekozen stand van de joystick.
Er zijn drie geprogrammeerde modi, Modus 1, Modus 2, en Modus 3. Modus 2 wordt standaard geselecteerd
en gebruikers kunnen overschakelen naar modus 1 of modus 3 in het instellingenmenu van de bril.
In onderstaande afbeelding wordt modus 2 gebruikt als voorbeeld om uit te leggen hoe de joysticks moeten
worden gebruikt.
Joystick neutraal/middelpunt: De joysticks zitten in het midden.
Beweging van de joystick: Duw de joystick weg van het midden of duw de gashendel weg van de
laagste stand als u de handbediening gebruikt.
DJI FPV Gebruikershandleiding
41
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Afstandsbediening
(Modus 2)
Drone
( Geeft de neusrichting aan) Opmerkingen
Gashendel (Throttle): door de linker joystick omhoog of
omlaag te bewegen verandert de hoogte van de drone.
Duw de stick omhoog om te stijgen en omlaag om
te dalen. Duw altijd voorzichtig tegen de stick om
plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte
te voorkomen.
Normale/sportmodus:
De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het
midden staat.
Gebruik de linker joystick om op te stijgen als de
motoren stationair draaien. Hoe verder de joystick
van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de
drone van hoogte verandert.
Handbediening:
de gashendel heeft geen midden. Voordat u gaat
vliegen, moet u de gashendel bijstellen om te
voorkomen dat hij terugkeert naar het midden.
Gier-joystick (Jaw): beweeg de linker joystick naar links
of rechts om de richting van de drone te veranderen.
Duw de joystick naar links om de drone linksom te
laten draaien en naar rechts om de drone rechtsom
te laten draaien. De drone zweeft op zijn plaats als de
joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone zal roteren.
Kanteljoystick (Pitch): door de rechter joystick op en
neer te bewegen verandert de kanteling van de neus
van de drone.
Duw de joystick omhoog om voorwaarts te vliegen,
en naar beneden om achterwaarts te vliegen. De
drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het
midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Rolljoystick: door de rechter joystick naar links of rechts
te bewegen verandert de rolhoek van de drone.
Duw de joystick naar links om naar links te vliegen en
naar rechts om naar rechts te vliegen. De drone zweeft
op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Vliegstandschakelaar
Selecteer de gewenste vliegstand met de schakelaar.
Positie Vliegstand
M Handmatige modus
S Sportmodus
N Normale modus
DJI FPV Gebruikershandleiding
42
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
De handmatige modus is standaard uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de schakelaar in de bril op de handmatige
modus staat voordat u naar de handmatige bediening overschakelt. De drone blijft in de normale of sportmodus
staan als de schakelaar in de bril niet op de handbediening is gezet. Ga naar Instellingen, Bediening,
Afstandsbediening, Knopaanpassing, en stel de aangepaste modus in op Handmatig.
Voordat u de manuele modus gebruikt is het aan te bevelen om de F2-schroef op de achterkant van de
joystick voor accelaratie ('gashendel') vast te draaien zodat de joystick niet naar het midden terugkeert en de
F1-schroef bij te stellen om ervoor te zorgen dat de weerstand van de gashendel geschikt is.
Wanneer de handbediening wordt gebruikt, heeft de drone geen vluchtondersteuningsfuncties zoals
automatische stabilisatie. Oefen het vliegen in de handmatige modus met DJI Virtual Flight voordat u
de handbediening gebruikt, om ervoor te zorgen dat u veilig kunt vliegen.
Pas de gashendel aan voordat de drone opstijgt. NIET bijstellen tijdens de vlucht.
Start-/stopknop
Wanneer u de sportmodus gebruikt, drukt u eenmaal om de cruise control in of uit te schakelen. Wanneer de
cruisecontrol is ingeschakeld, zal de drone de huidige vliegsnelheid aanhouden en vooruit vliegen.
Wanneer u de handbediening gebruikt, drukt u tweemaal om de motor te starten of te stoppen.
Wanneer u de normale of sportmodus gebruikt, drukt u eenmaal op om Low Battery RTH te annuleren wanneer
het aftellen in de bril verschijnt.
Cruise control is alleen beschikbaar in de sportmodus.
Wanneer cruisecontrol is ingeschakeld, zal de drone de huidige vliegsnelheid in de horizontale
voorwaartse richting handhaven. De horizontale snelheid die op de bril wordt weergegeven, zal
veranderen als de joysticks worden bewogen of als de drone in een winderige omgeving vliegt.
Vliegpauzeknop/RTH-knop
Druk eenmaal op deze knop om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten zweven. Zorg ervoor dat
de pitchstick en de rollstick terugkeren naar het midden. Druk de gashendel in om de controle over de vlucht te
hervatten. Als de drone RTH uitvoert of automatisch landt, druk dan eenmaal om RTH te verlaten voordat u remt.
Wanneer de drone in de handbediening staat, drukt u op de knop om de drone te laten remmen en op zijn
plaats te laten zweven. De drone gaat in horizontale stand en de vliegmodus schakelt automatisch over naar de
normale modus.
Houd de RTH-knop ingedrukt totdat de afstandsbediening een pieptoon geeft om aan te geven dat RTH is
gestart. Druk nogmaals op de knop om RTH te annuleren en de controle over de drone weer over te nemen.
Raadpleeg het gedeelte Terug naar thuisbasis voor meer informatie over RTH.
DJI FPV Gebruikershandleiding
43
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Aanpasbare knop
De functies van de aanpasbare knoppen kunnen worden ingesteld op de afstandsbedieningsinstellingen in de
bril, waaronder de C1-knop, C2-schakelaar en de aangepaste modus.
De C1-toets en C2-schakelaar kunnen worden gebruikt als snelkoppelingen voor functies zoals het omhoog,
omlaag of in de juiste stand brengen van de gimbal of het in- of uitschakelen van de ESC-piep of de extra
grondlamp.
De aangepaste modus kan worden ingesteld op handbediening of sportmodus.
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening geeft tijdens de RTH een waarschuwingssignaal. De waarschuwing kan niet worden
geannuleerd. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het batterijniveau 6% tot 15% is. Een
waarschuwing voor een laag batterijniveau kan worden geannuleerd door op de aan/uit-knop te drukken. Er
klinkt een waarschuwing voor kritiek batterijniveau wanneer het batterijniveau minder dan 5% bedraagt en dit
kan niet worden geannuleerd.
Optimaal zendgebied
Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het meest betrouwbaar wanneer de antennes zoals
hieronder is aangegeven ten opzichte van de drone zijn geplaatst.
GEBRUIK GEEN andere draadloze apparaten met dezelfde frequentiebanden om interferentie met de
afstandsbediening te voorkomen.
Zwak Sterk
Optimaal zendgebied
C1-knop
C2-schakelaar
Aangepaste modus
DJI FPV Gebruikershandleiding
44
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
12 3 4
Afstelling joystick
Stel de gashendel bij gebruik van handbediening in op basis van je stickmodus voor een betere
gebruikerservaring.
1. Draai de afstandsbediening om en til het achterste rubberen handvat uit de sleuf aan de binnenkant.
2. Met de schroeven onder de handgreep kan de corresponderende joystick aan de voorkant van de
afstandsbediening worden afgesteld. Gebruik een inbussleutel 1.5 om de weerstand van de joystick aan
te passen en de joystick weer verticaal te centreren. De regelweerstand neemt toe wanneer de F1-schroef
wordt vastgedraaid en de regelweerstand neemt af wanneer de F1-schroef wordt losgedraaid. De centrering
is uitgeschakeld wanneer de F2-schroef is vastgedraaid en de centrering is ingeschakeld wanneer de F2-
schroef is losgedraaid.
3. Bevestig de rubberen handgreep weer als de afstelling voltooid is.
1 F1 afstelschroef weerstand rechter
joystick (verticaal)
2 F2 afstelschroef midden rechter joystick
(verticaal)
Sleuf
3 F1 afstelschroef linker joystickweerstand
(verticaal)
4 F2 afstelschroef midden linker joystick
(verticaal)
45
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
DJI Fly-app
Sluit de bril aan op het mobiele apparaat, start DJI Fly en ga naar het startscherm. Tik op GO FLY om de
videotransmissie weer te geven, waardoor u de FPV-cameraweergave kunt delen.
Vliegplekken
Bekijk of deel nabijgelegen geschikte vlieg- en opnamelocaties, meer informatie over GEO-zones en luchtfoto's
van verschillende locaties die door andere gebruikers zijn genomen.
Academy
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om naar Academy te gaan en producttutorials, vliegtips,
vliegveiligheid en handleidingen te bekijken.
SkyPixel
Open SkyPixel om video’s en foto’s te bekijken die door gebruikers worden gedeeld.
Kenmerken
Bekijk de accountgegevens, vluchtrecords, het DJI-forum, de online winkel, Zoek mijn drone en andere
instellingen.
Sommige landen en regio's eisen dat de locatie van de drone tijdens de vlucht in realtime wordt
gemeld. Daarom moet de bril op het mobiele apparaat worden aangesloten en moet DJI Fly worden
uitgevoerd. Zorg ervoor dat u de plaatselijke voorschriften controleert en naleeft.
Skypixel
Me
Album
GO FLY
DJI FPV Gebruikershandleiding
46
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Laad uw mobiele apparaat volledig op voordat u DJI Fly start.
Voor het gebruik van de DJI Fly-app zijn mobiele data vereist. Neem contact op met u provider van
draadloos internet voor informatie over datakosten.
Neem GEEN telefoongesprekken aan en gebruik geen sms'jes tijdens de vlucht als u een mobiele
telefoon als display-apparaat gebruikt.
Lees alle veiligheidstips, waarschuwingsberichten en disclaimers aandachtig door. Maak uzelf
vertrouwd met de betreende voorschriften in uw regio. Het is uw eigen verantwoordelijkheid dat
u op de hoogte bent van alle relevante regelgevingen en voor het besturen van uw drone op een
manier die daaraan voldoet.
Gebruik de tutorial in de app voor het oefenen van uw vliegvaardigheden als u de drone nog nooit
hebt gebruikt of als u over onvoldoende ervaring beschikt om de drone met zekerheid te kunnen
bedienen.
De app is bedoeld om u te ondersteunen bij de bediening. Gebruik uw gezonde verstand en
vertrouw NIET op de app voor het bedienen van uw drone. Voor het gebruik van de app gelden de
gebruiksvoorwaarden voor DJI Fly en het privacybeleid van DJI. Lees ze aandachtig door in de app.
47
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Vliegen
Als de voorbereidingen voor de vlucht zijn voltooid, verdient het aanbeveling om de vluchtsimulator te gebruiken
om uw vliegvaardigheden te verbeteren en in het veilig vliegen te oefenen. Zorg ervoor dat alle vluchten in een
open gebied worden uitgevoerd. De vlieghoogte is beperkt tot 500 m. Overschrijd deze hoogte NIET. Houd
u bij het vliegen strikt aan de lokale wet- en regelgeving. Zorg ervoor dat u voordat u gaat vliegen de DJI FPV
Disclaimer en Veiligheidsrichtlijnen leest om de veiligheidsvoorschriften te begrijpen.
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving
1. Gebruik de drone niet bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw, mist en bij
windsnelheden van meer dan 13,8 m/s.
2. Gebruik de drone alleen in open gebieden. Hoge constructies en grote metalen constructies kunnen een
nadelige invloed uitoefenen op de nauwkeurigheid van het kompas en GPS-systeem aan boord van de
drone. Het wordt aanbevolen om de drone op minstens 5 m afstand van constructies te houden.
3. Vermijd obstakels, menigten, hoogspanningskabels, bomen en waterpartijen. Het wordt aanbevolen om de
drone op minstens 3 m boven het water te houden.
4. Beperk interferentie zo veel mogelijk door gebieden met een hoog niveau van elektromagnetisme te
vermijden, zoals locaties in de buurt van hoogspanningsleidingen, basisstations, elektriciteitscentrales en
zendmasten.
5. De prestaties van de drone en de batterij zijn onderhevig aan omgevingsfactoren zoals luchtdichtheid en
temperatuur. Wees voorzichtig bij vliegen boven 6.000 meter of meer boven zeeniveau. Anders kunnen de
prestaties van de batterij en de drone afnemen.
6. De drone kan in de poolgebieden geen GPS gebruiken. Gebruik voor het vliegen boven dergelijke locaties
het neerwaartse zichtsysteem.
7. Vlieg voorzichtig bij het opstijgen vanaf een bewegend oppervlak, zoals een bewegende boot of voertuig.
Vliegbeperkingen en GEO-zones
Exploitanten van onbemande luchtvaartuigen (UAV) moeten zich houden aan de voorschriften
van zelfregulerende organisaties, zoals de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Federale
Luchtvaartadministratie en lokale luchtvaartautoriteiten. Om veiligheidsredenen worden vluchten standaard
beperkt, wat gebruikers helpt dit luchtvaartuig veilig en legaal te gebruiken. Gebruikers kunnen vluchtlimieten
instellen voor hoogte en afstand.
Hoogtelimieten, afstandslimieten en GEO-zones functioneren gezamenlijk om de vliegveiligheid te waarborgen
wanneer GPS beschikbaar is. Wanneer GPS niet beschikbaar is kan alleen de hoogte worden beperkt.
Limieten voor vlieghoogte en afstand
Gebruikers kunnen de maximale hoogte en de radius in de bril wijzigen. Eenmaal voltooid, wordt de vlucht van
de drone beperkt tot een cilindrisch gebied dat door deze instellingen wordt bepaald. Deze limieten worden in
de onderstaande tabel gedetailleerd weergegeven.
Max. vlieghoogte Max. radius
Thuisbasis
Hoogte van de drone
wanneer ingeschakeld
DJI FPV Gebruikershandleiding
48
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Wanneer GPS beschikbaar is
Vlieglimieten Bril Statuslampje van de drone
Max.
hoogte
De hoogte van de drone mag de
opgegeven waarde niet overschrijden
Waarschuwing:
Hoogtelimiet bereikt Knippert afwisselend groen
en rood
Max. radius De vliegafstand moet zich binnen de
max. radius bevinden
Waarschuwing:
Afstandslimiet bereikt
Wanneer de GPS zwak is
Vlieglimieten Bril Statuslampje van de drone
Max.
hoogte
De hoogte is beperkt tot 30 m (98 ft)
wanneer het GPS-signaal zwak is.
Waarschuwing:
hoogtelimiet bereikt.
Knippert afwisselend rood
en groen
Max. radius De beperkingen van de actieradius zijn uitgeschakeld en de waarschuwingsaanwijzingen
kunnen niet in de bril worden ontvangen.
Er is geen hoogtelimiet als het GPS-signaal tijdens de vlucht zwak wordt, zolang de GPS-
signaalweergave wit of geel was toen de drone werd aangezet.
Als de drone zich in een GEO-zone bevindt en er een zwak of geen GPS-signaal is, zal het
statuslampje van de drone elke twaalf seconden vijf seconden lang rood branden.
De drone kan nog steeds worden bestuurd als het een hoogte- of radiuslimiet bereikt, maar hij kan
niet verder vliegen.
Laat de drone om veiligheidsredenen niet dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations,
treinsporen, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen. Vlieg alleen met de drone binnen
gezichtsveld.
GEO-zones
Alle GEO-zones staan vermeld op de officiële DJI-website op https://www.dji.com/flysafe. GEO-zones zijn
ingedeeld in verschillende categorieën en omvatten locaties zoals luchthavens, vliegvelden waar bemande
drones op lage hoogte vliegen, grenzen tussen landen en gevoelige locaties zoals energiecentrales.
Als de drone een GEO-zone nadert, verschijnt er een melding in de bril en wordt de drone verhinderd in dit
gebied te vliegen.
Checklist ter voorbereiding van de vlucht
1. Zorg ervoor dat de batterij van de bril, de afstandsbediening, de Intelligent Flight Battery en het mobiele
toestel volledig zijn opgeladen.
2. Zorg ervoor dat de propellers correct en stevig gemonteerd zijn.
3. Zorg ervoor dat de batterijen van de Intelligent Flight Battery en de bril goed zijn aangesloten en vastzitten.
4. Controleer of de gimbal en de camera normaal functioneren.
5. Controleer of de motoren niet geblokkeerd zijn en normaal functioneren.
6. Controleer of de bril normaal functioneert en geef de videotransmissie weer.
7. Zorg ervoor dat de gimbalbeschermer is losgemaakt en dat de cameralens en de zichtsysteemsensoren
schoon zijn.
8. Zorg ervoor dat de antennes van de bril goed zijn bevestigd en dat de antenne van de afstandsbediening
omhoog staat.
9. Gebruik uitsluitend originele DJI-onderdelen of onderdelen die zijn gecerticeerd door DJI. Onderdelen die
niet goedgekeurd zijn of onderdelen van niet door DJI gecerticeerde fabrikanten kunnen storingen in het
systeem veroorzaken en de veiligheid in gevaar brengen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
49
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
De motoren starten/stoppen
De motoren starten
Normale/sportmodus
Een CSC wordt gebruikt om de motoren te starten. Duw beide joysticks naar de binnenste of buitenste
benedenhoeken om de motoren te starten. Zodra beide motoren zijn gaan draaien, laat u beide joysticks
tegelijk los.
Handmatige modus
Zorg ervoor dat de joystick voor accelaratie in de laagste stand staat en druk tweemaal op de start/stop-knop
om de motoren te starten.
De motoren stoppen
Normale/sportmodus
U kunt de motoren op twee manieren stoppen.
Methode 1: duw na het landen van de drone de linker joystick omlaag en houd deze vast. De motoren stoppen
na drie seconden.
Methode 2: als de drone geland is, duwt u de gashendel naar beneden waarna u dezelfde CSC uitvoert die
gebruikt werd om de motoren te starten. Laat beide joysticks los als de motoren eenmaal zijn gestopt.
OF
Methode 2
Methode 1
+
Joystick voor accelaratie
OF
DJI FPV Gebruikershandleiding
50
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Handbediening
Druk tweemaal op de start-/stopknop om de motoren te stoppen zodra de drone is geland.
Voor de vliegveiligheid wordt aanbevolen om voor de landing naar de normale modus over te
schakelen.
De motoren stoppen tijdens het vliegen
In de normale of sportmodus kunnen de motoren tijdens de vlucht alleen worden gestopt door een CSC uit te
voeren in een noodsituatie, zoals wanneer de motor van de drone afslaat, de drone betrokken is bij een botsing,
de drone door de lucht rolt, de drone onbestuurbaar is of als hij snel stijgt of daalt. De standaardinstelling kan in
de bril worden gewijzigd.
Wanneer u de handbediening gebruikt, drukt u tweemaal op de start-/stopknop om de motoren op elk gewenst
moment te stoppen.
Wanneer u de motoren stopt tijdens het vliegen, zal de drone neerstorten.
Vliegtest
Procedures voor opstijgen/landen
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de statusindicator van de drone naar u toe gericht.
2. Zet de bril, de afstandsbediening en de drone aan.
3. Wacht tot de statusindicator van de drone langzaam groen knippert om aan te geven dat de thuisbasis is
geregistreerd en zet de bril op.
4. Start de motoren.
5. Duw de gashendel zachtjes omhoog om op te stijgen.
6. Trek de gashendel naar beneden om de drone te laten landen.
7. Stop de motoren na de landing.
8. Zet de drone, de bril en de afstandsbediening uit.
Video met suggesties/tips
1. De checklist voor de vlucht is bedoeld om u te helpen veilig te vliegen en ervoor te zorgen dat u tijdens de
vlucht video-opnamen kunt maken. Doorloop vóór elke vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van
de vlucht.
2. Selecteer de bedieningsmodus van de gimbal.
3. Het wordt aanbevolen om voor het maken van foto's of opnemen van video's de normale modus te
gebruiken.
4. Laat de drone NIET in slechte weersomstandigheden vliegen, zoals wanneer het regent of winderig is.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte.
6. Voer vliegtests uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
7. Druk zachtjes tegen de joysticks om de beweging van de drone soepel en stabiel te houden.
8. Vlieg wanneer u de handbediening gebruikt in een open, weidse en dunbevolkte omgeving om de
vliegveiligheid te waarborgen.
Het is belangrijk dat u de basisrichtlijnen voor het vliegen begrijpt, zowel voor uw eigen
bescherming als voor de veiligheid van de mensen om u heen.
Vergeet NIET de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen.
51
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Onderhoud
Bril
Reinigen
Zorg ervoor dat u de stekker van de bril uit het stopcontact haalt en dat er geen kabels zijn aangesloten voordat
u de bril schoonmaakt.
Maak het oppervlak van de bril schoon met een zachte, droge, schone doek. Om het schuimrubberen
beschermmateriaal te reinigen, bevochtigt u de doek met schoon water en veegt u de schuimrubberen
bekleding af.
Vervangen van het beschermmateriaal
Het beschermmateriaal wordt met klittenband aan de bril bevestigd. Wanneer u het beschermmateriaal
vervangt, verwijdert u deze geleidelijk aan de linker- of rechterkant. Lijn het nieuwe beschermmateriaal uit met
de bril en druk deze aan zodat het goed vastzit.
Onderhoud van lenzen
Gebruik een reinigingsdoekje om de lenzen voorzichtig af te vegen.
1. Bevochtig het reinigingsdoekje met alcohol of een lensreiniger.
2. Veeg in een cirkelvormige beweging van het midden naar de buitenranden van de lenzen.
Reinig het beschermmateriaal NIET met alcohol.
De lenzen zijn kwetsbaar. Maak ze voorzichtig schoon. Maak er GEEN krassen op, want dat schaadt
de kijkervaring.
Bewaar de bril in een droge ruimte bij kamertemperatuur om schade aan de lenzen door hoge
temperaturen en vochtige omgevingen te voorkomen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
52
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Drone
Volg de onderstaande stappen om onderdelen van de drone te vervangen, zoals de bovenplaat, de gimbal en
camera, of het landingsgestel.
Gimbal en camera (incl. bovenplaat)
Demonteren
1. Verwijder de vier M1.6 schroeven aan de voorkant en verwijder het beschermende omhulsel.
2. Verwijder de vier M2-schroeven aan beide zijden.
DJI FPV Gebruikershandleiding
53
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3. Wrik een hoek van de bovenplaat los van de onderkant van het toestel.
4. Houd de drone naar u toe gericht, houd de voorste frame-arm vast en duw deze in de getoonde richting
om de bovenplaat te verwijderen.
5. Verwijder de vier M2-schroeven aan de voorzijde.
DJI FPV Gebruikershandleiding
54
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
6. Verwijder de twee M1.6 schroeven aan de zijkant alvorens het metalen stuk te verwijderen.
7. Gebruik een geschikt gereedschap om de FPC-connector op de gimbal en de camera op te tillen en te
verwijderen.
8. Scheur een hoek van de bevestigingstape af om de gimbal en de camera te verwijderen.
DJI FPV Gebruikershandleiding
55
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Montage
1. Maak een nieuwe gimbal en camera klaar, leg de aansluitkabel in positie en zet hem vast met
bevestigingstape.
2. Lijn de FPC-connector van de gimbal en de camera uit en druk deze aan om te controleren of ze goed op
elkaar zijn aangesloten.
3. Bevestig de metalen plaat aan de rechterzijde en draai de twee M1.6 schroeven vast.
DJI FPV Gebruikershandleiding
56
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
4. Installeer de gimbal en de camera en draai de vier M2-schroeven vast.
5. Maak een nieuwe bovenplaat klaar om te installeren.
6. Druk achtereenvolgens op de volgende posities om er zeker van te zijn dat de bovenplaat stevig is
geïnstalleerd.
1
1
2
2
DJI FPV Gebruikershandleiding
57
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
7. Buig de zijkant van de bovenplaat lichtjes om de nok in de dronesleuf te plaatsen en draai de vier M2-
schroeven aan beide zijden vast.
8. Installeer het beschermend omhulsel van bovenaf en let op de uitlijning van de sleuven. Draai de vier M2-
schroeven aan de voorzijde vast om de installatie te voltooien.
11
22
Kalibreren van de gimbal en camera
Nadat u de gimbal en de camera hebt vervangen, downloadt u het kalibratiebestand van de camera om de
gimbal en de camera te kalibreren.
1. Zet de drone, de bril en de afstandsbediening aan. Zorg ervoor dat alle apparaten verbonden zijn.
2. Sluit de USB-C-poort van de bril aan op het mobiele apparaat, start DJI Fly en volg de instructies op
het scherm om het camerakalibratiebestand naar de drone te downloaden. Voor het downloaden is een
internetverbinding vereist.
DJI FPV Gebruikershandleiding
58
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Landingsgestel
Demonteren
1. Verwijder de twee M1.6 schroeven aan de onderkant van het linker landingsgestel.
2. Verwijder het landingsgestel zoals afgebeeld.
3. Verwijder de printplaat van de antenneverlichting van het landingsgestel.
1
2
DJI FPV Gebruikershandleiding
59
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
4. Verwijder de antenneconnector en de 3-pins en 4-pins lichtdraadconnectoren aan beide zijden van de
printplaat.
Montage
1. Controleer de markering aan de binnenkant van het landingsgestel, en verwijder de antennelichtprintplaat
van de met L gemarkeerde locatie. Verbind de 3-pins en 4-pins lichtdraadconnectoren en de
antenneconnector aan de onderkant van de linker motor aan de voorzijde en controleer of ze goed
vastzitten.
L
2
1
2. Plaats de printplaat tussen de twee klemposities op de motorbasis.
DJI FPV Gebruikershandleiding
60
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3. Zorg ervoor dat de sleuf van het landingsgestel goed in de corresponderende positie van de motorbasis is
geplaatst.
4. Draai de twee M1.6 schroeven vast om de installatie te voltooien.
5. Herhaal de bovenstaande stappen om het landingsgestel aan de rechterzijde te monteren. Het
landingsgestel is gemerkt met R.
61
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bijlage
Technische gegevens
Drone
Startgewicht Circa 795 g
Afmetingen 178×232×127 mm (zonder propellers)
255×312×127 mm (met propellers)
Diagonale afstand 245 mm
Max. stijgsnelheid
8 m/s (normale modus)
15 m/s (sportmodus)
Geen limiet (handbediening)
Max. daalsnelheid
7 m/s (normale modus)
10 m/s (Sportmodus)
Geen limiet (handbediening)
Max. snelheid (bijna zeeniveau,
geen wind)
15 m/s (normale modus)
27 m/s (sportmodus)
39 m/s (handbediening)
Max. horizontale versnelling
(dichtbij zeeniveau, geen wind) 0-100 km/u: 2 s (handbediening)
Max. servicehoogte boven
zeeniveau 6000 m
Max. vliegtijd Ca. 20 min. (gemeten bij een snelheid van 40 km/u in windstille
omstandigheden)
Max. zweeftijd Ca. 16 min (gemeten bij windstil weer)
Max. vliegafstand 16,8 km (gemeten bij windstil weer)
Max. windsnelheidsweerstand 13,8 m/s
Bereik van bedrijfstemperatuur -10 tot 40 °C
GNSS GPS+GLONASS+Galileo
Bedieningsfrequentie 2.400 - 2.4835 GHz; 5.725 - 5.850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: ≤31.5 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: ≤31,5 dBm (FCC), ≤25,5 dBm (SRRC), ≤14 dBm (CE)
Nauwkeurigheidsbereik tijdens
stilhangen
Verticaal: ± 0,1 m (met zichtpositionering); ± 0,5 m (met GPS-positionering)
Horizontaal: ± 0,3 m (met zichtpositionering); ± 1,5 m (met GPS-positionering)
Gimbal
Mechanisch bereik Tilt: -65 tot +70°
Bestuurbaar bereik Tilt: -50 tot +58°
Gestabiliseerd systeem Enkelvoudige as (kantelen), elektronische rolas
Maximum controlesnelheid 60°/s
Bereik hoektrilling ±0,01° (normale modus)
Elektronische rolas Beschikbaar (tot een hoek van 10°)
DJI FPV Gebruikershandleiding
62
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Detectiesysteem
Vooruit
Precisie meetbereik: 0,5-18 m
Obstakeldetectie: Alleen beschikbaar in Normale modus
Detectiegebied: 56° (horizontaal), 71° (verticaal)
Neerwaarts
Meetbereik infraroodsensor: 10 m
Zweefbereik: 0,5-15 m
Zichtsensor zweefbereik: 0,5-30 m
Extra grondlamp Enkele led
Gebruiksomgeving
Niet-reecterende, waarneembare oppervlakken met een diuse reectiviteit
van >20%;
Voldoende verlichting van lux >15
Camera
Sensor 1/2,3-inch CMOS, eectieve pixels: 12 MP
Lens
Gezichtsveld: 150°
35 mm formaat equivalent: 14,66 mm
Diafragma: f/2,8
Scherpstelmodus: Vaste focus
Focusbereik: 0,6 m tot ∞
ISO-bereik 100-12800
Elektronische sluitertijd 1/50-1/8000 s
Fotografeerstanden Enkelvoudige opname
Maximale beeldgrootte 3840×2160
Bestandsindeling foto JPEG
Videoresolutie 4K: 3840×2160 50/60 p
FHD: 1920×1080 50/60/100/120 p
Bestandsindeling video MP4/MOV (MPEG-4 AVC/H.264, HEVC/H.265)
Max. videobitsnelheid 120 Mbps
Kleurproelen Standaard, D-Cinelike
RockSteady EIS Beschikbaar
Vervormingscorrectie Beschikbaar
Ondersteunde
bestandsindelingen
exFAT (aanbevolen)
FAT32
Intelligent Flight Battery
Capaciteit 2000 mAh
Spanning 22,2 V (standaard)
Laadspanningslimiet 25,2 V
Type accu LiPo 6S
Vermogen 4,.4 Wh@0,5C
Afvoersnelheid 10C (normaal)
Gewicht Circa 295 g
DJI FPV Gebruikershandleiding
63
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Bereik oplaadtemperatuur 5 °C tot 40 °C
Max. laadvermogen 90 W
Bril
Gewicht Circa 420 g (incl. hoofdband en antennes)
Afmetingen 184×122×110 mm (excl. antennes)
202×126×110 mm (incl. antennes)
Schermformaat 2 inch×2
Schermresolutie
(Enkel scherm) 1440×810
Vernieuwingssnelheid scherm 144 Hz
Gezichtsveld 30° tot 54°; Beeldgrootte: 50-100%
Bereik pupilafstand 58-70 mm
Bedieningsfrequentie 2.400 - 2.4835 GHz; 5.725 - 5.850 GHz
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: ≤28.5 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: ≤31,5 dBm (FCC), ≤19 dBm (SRRC), ≤14 dBm (CE)
Bandbreedte communicatie Max 40 MHz
Live-weergavemode Modus met lage latentie (810p 100fps/120fps), latentietijd < 28 ms
HQ-modus (810p 50fps/60fps), latentie < 40 ms
Max. videobitsnelheid 50 Mbps
Transmissiebereik 10 km (FCC); 6 km (CE/SRRC/MIC)
Audiotransmissie Beschikbaar
Ondersteund video-
opnameformaat MOV (videoformaat: H.264)
Ondersteund video-
afspeelformaat
MP4, MOV, MKV
(videoformaat: H.264; audioformaat: AAC-LC, AAC-HE, AC-3, MP3)
Bereik van bedrijfstemperatuur 0 °C tot 40 °C
Ingangsvermogen Aanbevolen: Accu voor DJI FPV-bril
Batterijen van derden: 11,1-25,2 V
Accu voor de bril
Capaciteit 1800 mAh
Spanning Max. 9 V
Type accu LiPo 2S
Vermogen 18 Wh
Bereik oplaadtemperatuur 0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Max. laadvermogen 10 W
Bedrijfstijd Ca. 1 uur en 50 minuten (omgevingstemperatuur: 25 °C,
schermhelderheid: 6)
DJI FPV Gebruikershandleiding
64
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Afstandsbediening
Gewicht 346 g
Afmetingen 190×140×51 mm
Bedieningsfrequentie 2.400 - 2.4835 GHz; 5.725 - 5.850 GHz
Max. zendbereik (vrij van
obstakels en interferentie) 10 km (FCC); 6 km (CE/SRRC/MIC)
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: ≤28.5 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz: ≤31,5 dBm (FCC), ≤19 dBm (SRRC), ≤14 dBm (CE)
Bereik van bedrijfstemperatuur -10 tot 40 °C
Acculader
Input 100-240 V, 50/60 Hz, 1,8 A
Uitgangsvermogen Voeding: 25,2±0,15 V, 3,57±0,1 A or 1±0,2 A
USB: 5 V/2 A × 2
Nominaal vermogen 86 W
Bereik oplaadtemperatuur 5 tot 40 °C
Oplaadtijd
Intelligent Flight Battery: ca. 50 minuten
Batterij afstandsbediening: ca. 2 uur 30 minuten
Batterij bril: ca. 2 uur 30 minuten
SD-kaarten
Ondersteunde SD-kaarten microSD-kaart
Max. 256 GB, UHS-I-snelheidsklasse 3
Aanbevolen microSD-kaarten
SanDisk High Endurance U3 V30 64GB microSDXC
SanDisk Extreme PRO U3 V30 A2 64GB microSDXC
SanDisk Extreme U3 V30 A2 64GB microSDXC
SanDisk Extreme U3 V30 A2 128GB microSDXC
SanDisk Extreme U3 V30 A2 256GB microSDXC
Lexar 667x V30 128GB microSDXC
Lexar High Endurance 128G U3 V30 microSDXC
Samsung EVO U3 (geel) 64GB microSDXC
Samsung EVO Plus U3 (rood) 64GB microSDXC
Samsung EVO Plus U3 256GB microSDXC
Netac 256GB U3 A1 microSDXC
Het startgewicht van de drone is inclusief batterij, propellers en een microSD-kaart.
Het gezichtsveld is 150° bij opnamen met 50 of 100 fps. Bij andere beeldsnelheden is het
gezichtsveld 142°.
Het opladen van apparaten duurt langer als de Intelligent Flight Battery en de batterij van de
afstandsbediening of de bril tegelijkertijd worden opgeladen.
Deze specicaties zijn bepaald op basis van testen met de nieuwste rmware. Firmware-updates
kunnen de prestaties verbeteren. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de rmware altijd actueel te
houden.
DJI FPV Gebruikershandleiding
65
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Het kompas kalibreren
Het wordt aanbevolen het kompas te kalibreren als een van de volgende situaties zich tijdens het buiten vliegen
voordoet:
1. Vliegen op een plaats verder dan 50 km verwijderd van de plaats waar de drone het laatst gevlogen heeft.
2. Er is meer dan 30 dagen niet meer gevlogen met de drone.
3. Een waarschuwing voor kompasstoring verschijnt op de bril en/of de dronestatusindicator afwisselend rood
en geel knippert.
Kalibreer het kompas NIET op plaatsen waar magnetische interferentie kan optreden, zoals in de
buurt van magnetietafzettingen of grote metalen constructies, zoals parkeergarages, met staal
versterkte kelders, bruggen, auto's of steigers.
Houd tijdens het kalibreren GEEN objecten in de buurt van de drone die ferromagnetische materialen
bevatten, zoals mobiele telefoons.
Het is niet nodig het kompas te kalibreren wanneer de drone binnenshuis vliegt.
Kalibratieprocedure
Kies een open gebied om de volgende procedure uit te voeren.
1. Kies Instellingen, Veiligheid, en Kompaskalibratie in de bril. De statusindicator van de drone wordt continu
geel om aan te geven dat de kalibratie is gestart.
2. Houd de drone horizontaal en draai het 360°. Het statuslampje van de drone brandt constant groen.
3. Houd de drone verticaal en draai het 360° rond een verticale as.
4. Als de dronestatusindicator rood knippert, is de kalibratie mislukt. Verander van locatie en probeer opnieuw
te kalibreren.
Als het statuslampje van de drone afwisselend rood en geel knippert nadat de kalibratie is voltooid,
geeft dit aan dat de huidige locatie vanwege het niveau van magnetische interferentie niet geschikt is
om de drone te besturen. Kies een nieuwe locatie.
Er verschijnt een melding in de bril als het kompas moet worden gekalibreerd voordat u opstijgt.
Zodra de kalibratie is voltooid, kan de drone onmiddellijk opstijgen. Als u na het kalibreren meer dan
drie minuten wacht om op te stijgen, moet u mogelijk opnieuw kalibreren.
DJI FPV Gebruikershandleiding
66
© 2021 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Firmware updaten
Gebruik DJI Fly of DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie) om de rmware.
Het gebruik van DJI Fly
Nadat u de drone, de bril en de afstandsbediening hebt aangezet, moet u controleren of alle apparaten met
elkaar zijn verbonden. Sluit de USB-C-poort van de bril aan op het mobiele apparaat, start DJI Fly en volg de
melding om te updaten. Er is een internetverbinding vereist.
Gebruik van de DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie)
Gebruik DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie) om de drone, de bril of de afstandsbediening afzonderlijk bij te werken.
1. Schakel het apparaat in en sluit het met een USB-C-kabel aan op een computer.
2. Start DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie) en meld u aan met een DJI-account.
3. Selecteer het apparaat en klik op Firmware-update aan de linkerkant.
4. Selecteer de gewenste rmwareversie.
5. DJI Assistant 2 (DJI FPV-serie) zal de rmware automatisch downloaden en bijwerken.
6. Nadat de rmware-update is voltooid wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
Zorg dat u alle stappen doorloopt om de rmware te updaten. Anders kan de update mislukken.
Het updaten van de rmware duurt ongeveer 11 minuten. Bij het updaten van de rmware is het
normaal dat de gimbal hapert en de drone opnieuw opstart. Wacht totdat de update is voltooid.
Zorg ervoor dat de computer een internetverbinding heeft.
Zorg er voordat u de firmware bijwerkt voor dat het apparaat voldoende stroom heeft. Zorg er
voordat u een update uitvoert voor dat de Intelligent Flight Battery voor ten minste 43% is opgeladen
en dat de batterij van de bril en de afstandsbediening voor ten minste 30% zijn opgeladen.
Koppel de USB-C-kabel tijdens een update niet los.
Als er een extra batterij is die moet worden bijgewerkt nadat de update is voltooid, plaatst u deze
in de drone en schakelt u de drone in. Er zal een melding in de bril verschijnen om de batterij te
updaten. Zorg ervoor dat je de batterijupdate voor het opstijgen uitvoert.
De update kan verschillende vluchtparameters resetten, zoals de RTH-hoogte en de maximale
vliegafstand. Noteer daarom uw voorkeursinstellingen voordat u de update uitvoert en pas ze na de
update aan.
Informatie klantenservice
Ga naar https://www.dji.com/support voor meer informatie over de klantenservice na aankoop, reparaties en
ondersteuning.
Copyright © 2021 DJI Alle rechten voorbehouden.
De inhoud van dit document kan gewijzigd worden.
Download de nieuwste versie vanaf
https://www.dji.com/dji-fpv
Verstuur voor eventuele vragen over dit document een e-mail naar
DJI Support
http://www.dji.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67

dji FLY Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor