Laserliner AutoSmart-Laser 100 Set de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding
14
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende
aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de
internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg
de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie
en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft.
!
Automatische rotatielaser voor het horizontale en verticale
nivelleren, voor binnen- en buitentoepassingen
– Nauwkeurigheid 0,4 mm / m, 4° zelfnivelleerbereik
– 90°-referentiestraal voor het loden en uitlijnen van scheidingswanden
– Lasermodi: punt-, scan-, rotatie- en handontvangermodus
– optionele SensoLite 100: Reikwijdte laserontvanger tot 100 m radius
Algemene veiligheid
– Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
specicaties.
– De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
– Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toege-
staan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
– Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen
of sterke trillingen.
– Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies
uitvallen of de batterijlading zwak is.
Veiligheidsinstructies
Omgang met lasers van klasse 2
– Opgelet: Kijk nooit in de directe of reecterende straal.
– Richt de laserstraal niet op personen.
– Als laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust
te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen.
Laserstraling!
Niet in de straal kijken!
Laser klasse 2
< 1 mW · 635 nm
EN 60825-1:2014
NL
AutoSmart-Laser
15
– Bekijk de laserstraal of de reecties nooit met behulp van optische
apparaten (loep, microscoop, verrekijker, …).
– Gebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 ... 1,90 m).
– Goed reecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten
tijdens het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt.
– In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk
door afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik
door middel van waarschuwingsborden gekenmerkt worden.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
– Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de
elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU.
– Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op
pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten
in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door
elektronische apparaten is mogelijk.
NL
Bijzondere producteigenschappen en functies
De rotatielaser lijnt zich zelfstandig uit. Hij wordt in de vereiste
basisstand geplaatst - binnen een werkhoek van ± 4°. De fijne afstelling
wordt direct door de automatiek uitgevoerd: drie elektronische meetsensors
registreren daarbij de X-, Y- en Z-assen.
Transport LOCK: Het apparaat wordt tijdens het transport
beschermd met een speciale motorrem.
Horizontaal
nivelleren
Verticaal
nivelleren
90° hoeken Loodfunctie
auto auto
Ruimterasters: Deze tonen de laserniveaus en -functies.
auto =
automatische
uitlijning
16
X
Z
Y
A
C
F
G
H
B
E
D
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Uitlaat 90° referentie- / loodlaser
Prismakop / uitlaat laserstraal
Bedrijfsindicator
Positioneringstoets
(linksom draaien)
Positioneringstoets
(rechtsom draaien)
Rotatiesnelheid kiezen
600 / 300 / 150 / 0 o/min
AAN-/UIT-toets
Scanmodus
Batterijvakje
5/8“ schroefdraad
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvakje en plaats de batterijen
(4 x type AA) overeenkomstig de installatie-
symbolen. Let daarbij op de juiste polariteit.
Als de bedrijfsindicator (C) knippert, moeten
de batterijen worden vervangen.
Uitlijning van
de assen
Verticaalbedrijf
NL
AutoSmart-Laser
17
Lasermodi
Rotatie-Modus
Met behulp van de rotatietoets worden de
toerentallen ingesteld: 0, 150, 300, 600 o/min
Puntmodus
Druk - om naar de puntmodus over te schakelen
- steeds weer op de rotatietoets totdat de laser
niet meer roteert. Met behulp van de positione-
ringstoetsen kan de laser naar de gewenste
positie worden gedraaid. Als alternatief kan de
prismakop handmatig worden gedraaid.
Scanmodus
Met de scantoets kunt u een lichtintensief
segment in 3 verschillende breedten activeren
en instellen. Positioneer het segment met
behulp van de richtingtoetsen.
Handontvanger-Modus
Werken met de optionele laserontvanger: Stel
de rotatielaser in op het maximale toerental en
schakel de laserontvanger in. Zie hiervoor ook
de handleiding van de dienovereenkomstige
laserontvanger.
Als het toestel te schuin wordt geplaatst (buiten het bereik van 4°),
staat de prismakop stil en knippert de laser. U moet het toestel dan
op een vlakke ondergrond plaatsen.
!
Horizontaal nivelleren en verticaal nivelleren
– Plaats het toestel op een zo vlak mogelijke ondergrond of bevestig
het op een statief, horizontaal of verticaal.
– Druk de AAN-/UIT-toets in.
– Het toestel nivelleert automatisch binnen een bereik van ± 4°. In de inricht-
fase knippert de laser en de prismakop staat stil. Wanneer de nivellering
voltooid is, brandt de laser permanent en draait met max. toerental.
NL
18
A1
A2
2.
1.
A1
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
≤ 0,4 mm / m = OK
NL
Wanneer bij de X-, Y- of Z-as het verschil tussen punt A2 en A3
groter is dan aangegeven als tolerantie nl. 0,4 mm / m, is een
afstelling nodig. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar.
!
Kalibratiecontrole voorbereiden
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden tussen 2 wanden die minimaal 5 m van elkaar verwijderd zijn.
Plaats het toestel op een zo vlak mogelijke ondergrond. Schakel het
toestel in.
1. Markeer punt A1 op de wand.
2. Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2. Tussen A1 en A2
hebt u nu een horizontale referentie.
Kalibratie controleren
3. Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1.
Richt het toestel uit op de X-as.
4. Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 is de tolerantie voor de X-as.
5. Herhaal punt 3 en 4 voor de Y- en Z-as voor volledige controle.
AutoSmart-Laser
19
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van
reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het
apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een
schone, droge plaats.
Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W32)
Zelfnivelleerbereik ± 4°
Nauwkeurigheid ± 0,4 mm / m
Nivellering horizontaal /
verticaal
Automatisch met elektronische
libellen en servomotoren
Instelsnelheid ca. 50 sec over de hele werkhoek
Verticale referentiestraal 90° t.o.v. het rotatieniveau
Rotatiesnelheid 0, 150, 300, 600 o/min
Lasergolflengte 635 nm
Laserklasse 2 / < 1 mW
Stroomvoorziening Alkalibatterijen (4 x type AA)
Bedrijfsduur batterij ca. 12 h
Werkomstandigheden
-10°C ... +40°, luchtvochtigheid max. 80%rH,
niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m
boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden -10°C ... +70°, luchtvochtigheid max. 80%rH
Afmetingen (B x H x D) /
Gewicht (incl. batterijen)
155 x 130 x 150 mm /
0,75 kg
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens
de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische
apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=asmalas
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft. Automatische rotatielaser voor het horizontale en verticale nivelleren, voor binnen- en buitentoepassingen – – – – Nauwkeurigheid 0,4 mm / m, 4° zelfnivelleerbereik 90°-referentiestraal voor het loden en uitlijnen van scheidingswanden Lasermodi: punt-, scan-, rotatie- en handontvangermodus optionele SensoLite 100: Reikwijdte laserontvanger tot 100 m radius Algemene veiligheid – Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. – De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. – Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. – Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen. – Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. Veiligheidsinstructies Omgang met lasers van klasse 2 Laserstraling! Niet in de straal kijken! Laser klasse 2 < 1 mW · 635 nm EN 60825-1:2014 –O  pgelet: Kijk nooit in de directe of reflecterende straal. – Richt de laserstraal niet op personen. –A  ls laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen. 14 NL AutoSmart-Laser –B  ekijk de laserstraal of de reflecties nooit met behulp van optische apparaten (loep, microscoop, verrekijker, …). – Gebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 ... 1,90 m). –G  oed reflecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten tijdens het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt. – In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk door afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik door middel van waarschuwingsborden gekenmerkt worden. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU. – P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. Bijzondere producteigenschappen en functies De rotatielaser lijnt zich zelfstandig uit. Hij wordt in de vereiste basisstand geplaatst - binnen een werkhoek van ± 4°. De fijne afstelling wordt direct door de automatiek uitgevoerd: drie elektronische meetsensors registreren daarbij de X-, Y- en Z-assen. Transport LOCK: Het apparaat wordt tijdens het transport beschermd met een speciale motorrem. Ruimterasters: Deze tonen de laserniveaus en -functies. auto = automatische uitlijning auto auto Horizontaal nivelleren Verticaal nivelleren 90° hoeken Loodfunctie NL 15 Verticaalbedrijf A B C D J E F G H Uitlijning van de assen Z Y X I A Uitlaat 90° referentie- / loodlaser B Prismakop / uitlaat laserstraal C Bedrijfsindicator D Positioneringstoets (linksom draaien) E Positioneringstoets (rechtsom draaien) F Rotatiesnelheid kiezen 600 / 300 / 150 / 0 o/min G AAN-/UIT-toets H Scanmodus I Batterijvakje J 5/8“ schroefdraad Plaatsen van de batterijen Open het batterijvakje en plaats de batterijen (4 x type AA) overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. Als de bedrijfsindicator (C) knippert, moeten de batterijen worden vervangen. 16 NL AutoSmart-Laser Horizontaal nivelleren en verticaal nivelleren – P laats het toestel op een zo vlak mogelijke ondergrond of bevestig het op een statief, horizontaal of verticaal. – Druk de AAN-/UIT-toets in. – Het toestel nivelleert automatisch binnen een bereik van ± 4°. In de inrichtfase knippert de laser en de prismakop staat stil. Wanneer de nivellering voltooid is, brandt de laser permanent en draait met max. toerental. ! Als het toestel te schuin wordt geplaatst (buiten het bereik van 4°), staat de prismakop stil en knippert de laser. U moet het toestel dan op een vlakke ondergrond plaatsen. Lasermodi Rotatie-Modus Met behulp van de rotatietoets worden de toerentallen ingesteld: 0, 150, 300, 600 o/min Scanmodus Met de scantoets kunt u een lichtintensief segment in 3 verschillende breedten activeren en instellen. Positioneer het segment met behulp van de richtingtoetsen. Handontvanger-Modus Werken met de optionele laserontvanger: Stel de rotatielaser in op het maximale toerental en schakel de laserontvanger in. Zie hiervoor ook de handleiding van de dienovereenkomstige laserontvanger. Puntmodus Druk - om naar de puntmodus over te schakelen - steeds weer op de rotatietoets totdat de laser niet meer roteert. Met behulp van de positioneringstoetsen kan de laser naar de gewenste positie worden gedraaid. Als alternatief kan de prismakop handmatig worden gedraaid. NL 17 Kalibratiecontrole voorbereiden U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het midden tussen 2 wanden die minimaal 5 m van elkaar verwijderd zijn. Plaats het toestel op een zo vlak mogelijke ondergrond. Schakel het toestel in. 1. Markeer punt A1 op de wand. 2. D  raai het toestel 180° om en markeer het punt A2. Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie. 1. A1 2. A2 A1 Kalibratie controleren 3. P laats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1. Richt het toestel uit op de X-as. 4. D  raai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen A2 en A3 is de tolerantie voor de X-as. 5. Herhaal punt 3 en 4 voor de Y- en Z-as voor volledige controle. A1 4. ≤ 0,4 mm / m = OK 3. A2 A2 A3 A2 A3 ! 18 Wanneer bij de X-, Y- of Z-as het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan aangegeven als tolerantie nl. 0,4 mm / m, is een afstelling nodig. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar. NL AutoSmart-Laser Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W32) Zelfnivelleerbereik Nauwkeurigheid Nivellering horizontaal / verticaal Instelsnelheid Verticale referentiestraal Rotatiesnelheid Lasergolflengte Laserklasse Stroomvoorziening Bedrijfsduur batterij Werkomstandigheden Opslagvoorwaarden Afmetingen (B x H x D) / Gewicht (incl. batterijen) ± 4° ± 0,4 mm / m Automatisch met elektronische libellen en servomotoren ca. 50 sec over de hele werkhoek 90° t.o.v. het rotatieniveau 0, 150, 300, 600 o/min 635 nm 2 / < 1 mW Alkalibatterijen (4 x type AA) ca. 12 h -10°C ... +40°, luchtvochtigheid max. 80%rH, niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) -10°C ... +70°, luchtvochtigheid max. 80%rH 155 x 130 x 150 mm / 0,75 kg EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=asmalas NL 19
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Laserliner AutoSmart-Laser 100 Set de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding