Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Om brand of een elektrische schok te
voorkomen, het apparaat niet blootstellen
aan regen of vocht.
Open de ombouw van het apparaat
evenmin om dezelfde reden. Laat
eventueel onderhoud over aan de
erkende vakhandel.
Opgelet
Het gebruik van optische instrumenten in
combinatie met dit produkt vergroot de
kans op oogletsel.
Informatie
DE LEVERANCIER IS IN GEEN
GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR
DIRECTE, INDIRECTE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE
AARD DAN OOK, DIE
VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK
VAN EEN DEFECT ARTIKEL OF
ENIG ANDER PRODUKT.
Voor de klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
”MD WALKMAN” is een handelsmerk
van Sony Corporation.
2-NL
Welkom!
Welkom in de wereld van de MiniDisc en
maak kennis met de vele mogelijkheden
en eigenschappen van de nieuwe
MiniDisc Recorder.
• Ultracompacte MD Walkman recorder
— Bijna even klein als een gewone MD
Walkman; makkelijk mee te nemen in
uw zak of tas.
• Laag verbruik — Werkt op één enkele
oplaadbare batterij van het
”kauwgum”-type.
• Simultaan benoemingsfunctie — U
hoeft niet meer te wachten tot de
opname is voltooid om muziekstukken
en discs te benoemen.
• Afstandsbediening met via de
achterzijde verlichte LCD van 9 letters
en montagemogelijkheden — U kunt
nu muziekstukken en discs benoemen,
de volgorde van muziekstukken
wijzigen, enz. met behulp van de
handige afstandsbediening.
• Schokbestendig geheugen —
Compenseert tot 40 seconden optische
leesfouten.
• HiFi-opname — High-fidelity geluid
met weinig ruis of vervorming kan
worden opgenomen via de optische
digitale ingang van de recorder.
• Digitale synchro-opname — Bij
opname vanaf digitale apparatuur met
optische uitgang begint en pauzeert de
opname automatisch synchroon met de
digitale bron.
• Bemonsteringsfrequentie-omzetter —
Met dit toestel kunt u opnemen van
digitale apparatuur met andere
bemonsteringsfrequenties, zoals een BS
tuner of DAT deck.
• Digital AGC (Auto Gain Control) —
Automatische opnameniveauregeling
zonder kwaliteitsverlies van digitaal
geluid.
• Langdurige opname met mono geluid
— U kunt tot 148 minuten mono-geluid
opnemen op één disc.
• Datum- en klokfunctie — De
ingebouwde klok registreert
automatisch datum en tijd tijdens het
opnemen.
• Titelfunctie — Titels van disc en
nummer worden in het uitleesvenster
getoond terwijl u de MD afspeelt/
opneemt.
NL
3-NL
Inhoudsopgave
Meteen een MD opnemen! ...................................... 6
Meteen een MD beluisteren! ................................... 8
Verschillende manieren van opnemen ................. 10
Twee manieren van aansluiting op een geluidsbron ........................ 10
Opname via digitale ingang (optische kabel vereist) ....................... 11
De opname samen starten/stoppen met de speler
(synchro-opname) ........................................................................... 11
Opname met een microfoon ................................................................. 12
Opname in mono voor dubbele opnameduur .................................. 13
Het opnameniveau manueel instellen ................................................ 13
De resterende tijd of de opnamepositie controleren ......................... 14
Op de recorder ................................................................................. 14
Op de afstandsbediening ............................................................... 15
De klok instellen om de opnametijd te markeren ............................. 16
Verschillende manieren van afspelen .................. 17
Herhaald afspelen van nummers ........................................................ 17
Bass-geluid accentueren (DIGITAL MEGA BASS) ........................... 18
Uw gehoor beschermen (AVLS) .......................................................... 18
De resterende tijd of de weergavepositie controleren ...................... 19
Op de recorder ................................................................................. 19
Op de afstandsbediening ............................................................... 19
De bedieningselementen vergrendelen (HOLD) .............................. 20
Aansluiting op een stereo-installatie .................................................. 20
4-NL
Opgenomen muziekstukken bewerken............... 21
Muziekstukken wissen ......................................................................... 21
Een muziekstuk wissen .................................................................. 21
De hele disc wissen ......................................................................... 21
Een muziekstukmarkering toevoegen ................................................ 22
Een muziekstukmarkering wissen ...................................................... 22
Opgenomen muziekstukken verplaatsen .......................................... 23
Op de recorder ................................................................................. 23
Op de afstandsbediening ............................................................... 23
Opnames benoemen .............................................................................. 24
Op de recorder ................................................................................. 24
Op de afstandsbediening ............................................................... 25
Voedingsbronnen .................................................. 27
Oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterij laden ............................... 27
Gebruik van droge batterijen ............................................................... 28
Aanvullende informatie ........................................ 29
Voorzorgsmaatregelen .......................................................................... 29
Verhelpen van storingen ....................................................................... 31
Systeembeperkingen ............................................................................. 33
Berichten ................................................................................................. 34
Technische gegevens ............................................................................. 36
Wat is een MD? ...................................................................................... 37
Bedieningselementen ............................................................................ 39
5-NL
Meteen een MD opnemen!
Het geluid wordt als analoog signaal door de aangesloten apparatuur
verstuurd maar digitaal opgenomen op de disc. Voor opname van
een digitale bron, zie ”Opname via digitale ingang” (pagina 11).
1 Aansluitingen. (Goed aansluiten.)
R (rood)
CD-speler,
cassetterecorder,
enz. (bron)
naar LINE OUT
Verbindingskabel
(RK-G129, niet meegeleverd)*
naar een stopcontact
L (wit)
netstroomadaptor
(meegeleverd)
naar LINE IN (OPTICAL)
naar DC IN 3 V
*Gebruik verbindingskabels zonder
verzwakker. Gebruik de
verbindingskabel RK-G136 (niet
meegeleverd) voor aansluiting op
een draagbare CD-speler met stereo
mini-aansluiting.
2 Breng een opneembare MD in.
1 Druk op OPEN en open het
deksel.
6-NL
2 Breng een opneembare MD in met
het label naar boven en druk het
deksel omlaag om het te sluiten.
3 Opnemen op een MD.
1 Druk en schuif REC naar rechts.
p
REC
”REC” licht op en de opname begint vanaf
het begin van de disc.
2 Speel de CD of cassette die u wilt
opnemen af.
Druk op p om te stoppen met opnemen.
CD-speler,
cassetterecorder, enz.
(bron)
Om
”Data Save” of ”Toc Edit” knippert tijdens het
registreren van opnamegegevens (begin en einde
van het muziekstuk, enz.). Terwijl deze indicatie
op het uitleesvenster knippert, mag u de recorder
niet verplaatsen noch de voedingsbron
loskoppelen.
Druk op
Te pauzeren
P1)
Druk nogmaals op P om de opname
te hervatten.
Op te nemen vanaf het einde van de
vorige opname
END SEARCH en verschuif REC.
Gedeeltelijk over de vorige opname op
te nemen
(, + of = om het begin van de
opname te zoeken en druk op p om te
stoppen. Verschuif dan REC.
De MD te verwijderen
p en open het deksel.2)
1)
2)
Een muziekstukmarkering wordt toegevoegd op het punt waar u op P drukt; de rest van het
muziekstuk wordt dan als een nieuw muziekstuk beschouwd.
Wanneer u het deksel opent, verschuift het beginpunt van de opname naar het begin van het
eerste muziekstuk. Controleer het beginpunt van de opname op het uitleesvenster.
Indien de opname niet begint
•Controleer of de recorder niet is vergrendeld
(pagina 20).
•Controleer of de MD niet tegen opname is
beveiligd (pagina 30).
•Op voorbespeelde MD’s kan niet worden
opgenomen.
Opmerking
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken
(b.v. de batterij wordt verwijderd of raakt
uitgeput of de netspanningsadapter is
losgekoppeld) terwijl de recorder werkt, kan
het deksel pas worden geopend wanneer de
stroomvoorziening is hersteld.
z
•Het opnameniveau wordt automatisch
geregeld.
•U kunt het geluid beluisteren tijdens de
opname. Sluit de meegeleverde
hoofdtelefoon met afstandsbediening aan
op 2/REMOTE en regel het volume met
VOLUME +/– (VOL +/– op de
afstandsbediening). Dit heeft geen invloed
op het opnameniveau.
7-NL
Meteen een MD beluisteren!
U kunt ook de oplaadbare batterij of droge batterijen gebruiken (zie
pagina 27, 28).
1 Aansluitingen. (Goed aansluiten.)
naar een stopcontact
naar 2/REMOTE
netstroomadaptor
(meegeleverd)
naar DC IN 3 V
Hoofdtelefoon met
afstandsbediening
(meegeleverd)
2 Breng een MD in.
1 Druk op OPEN en open het
deksel.
8-NL
2 Breng een MD in met het label naar
boven en druk het deksel omlaag
om het te sluiten.
3 Speel de MD af.
VOLUME
+/–
(
p
1 Druk op ( (Zet de regelaar op (•+
op de afstandsbediening).
Bij het werken met de afstandsbediening
weerklinkt een korte pieptoon in de
hoofdtelefoon.
2 Druk op VOLUME (VOL op de
afstandsbediening) +/– om het volume te
regelen.
U kunt het volume controleren in het
uitleesvenster.
VOL +/–
p
Druk op p om de weergave te stoppen.
Bij het werken met de afstandsbediening weerklinkt
een korte pieptoon in de hoofdtelefoon.
Om
Druk op (beeps in de hoofdtelefoon)
Te pauzeren
P (Continu korte beeps)
Druk nogmaals op P om de weergave te
hervatten.
Naar het begin van het huidige
muziekstuk te gaan
= eenmaal (Zet de regelaar op =op de
afstandsbediening) (Drie korte beeps)
Naar het begin van het volgende
muziekstuk te gaan
+ eenmaal (Zet de regelaar op (•+ op
de afstandsbediening) (Twee korte beeps)
Achteruit te gaan tijdens het afspelen1) hou = ingedrukt (Blokkeer de regelaar op
= op de afstandsbediening)
Vooruit te gaan tijdens het afspelen1)
hou + ingedrukt (Blokkeer de regelaar op
(•+ op de afstandsbediening)
De MD te verwijderen
p en open het deksel.2)
1)
2)
Om snel achteruit of vooruit te gaan zonder het geluid te beluisteren, drukt u op P en houdt u
= of + ingedrukt.
Na het openen van het deksel begint de weergave opnieuw vanaf het begin van het eerste
muziekstuk.
Indien de weergave niet begint
Opmerkingen
Controleer of de recorder niet is vergrendeld
(pagina 20).
•Wanneer de recorder permanent is
blootgesteld aan trillingen (bijvoorbeeld
tijdens het joggen), kan het geluid
verspringen.
•Als de stroomvoorziening wordt
onderbroken (b.v. de batterij wordt
verwijderd of raakt uitgeput of de
netspanningsadapter is losgekoppeld)
terwijl de recorder werkt, kan het deksel pas
worden geopend wanneer de
stroomvoorziening is hersteld.
Gebruik van een optionele hoofdtelefoon
Gebruik een hoofdtelefoon met een stereo
ministekker. U kunt geen hoofdtelefoon met een
microstekker gebruiken.
z
De weergave schakelt automatisch tussen stereo
en mono afhankelijk van de geluidsbron.
9-NL
zVerschillende manieren van opnemen
Twee manieren van aansluiting op een geluidsbron
De ingangsbus van deze recorder fungeert als digitale en analoge ingang. Sluit de recorder
via de digitale of de analoge ingang aan op een CD-speler of een cassetterecorder. Zie
”Opname via digitale ingang” (pagina 11) om op te nemen via de digitale ingang en
”Meteen een MD opnemen!” (pagina 6) om op te nemen via de analoge ingang.
Verschil tussen digitale en analoge ingangen
Verschil
Ingang
Digitale ingang
Analoge (lijn) ingang
Aansluitbare bron
Apparatuur met een optisch- Apparatuur met een analoge
digitale uitgang
(lijn) uitgang
Bruikbaar snoer
Digitale kabel (met optische
stekker of ministekker)
Lijnkabel (met 2
phonostekkers of een stereoministekker)
Signaal van de bron
Digitaal
Analoog
Zelfs wanneer een digitale
bron (bijvoorbeeld een CD) is
aangesloten, wordt een
analoog signaal naar de
recorder gestuurd.
Nummers opgenomen
muziekstukken
Automatisch gemarkeerd
(gekopieerd)
•in dezelfde posities als de
bron.
•wanneer tijdens het
opnemen wordt
overgeschakeld naar de
pauzestand.
U kunt na het opnemen
overbodige markeringen
wissen (”Een
muziekstukmarkering
wissen” , pagina 22).
Automatisch gemarkeerd
•na meer dan 2 seconden
stilte.
•wanneer tijdens het
opnemen wordt
overgeschakeld naar de
pauzestand.
U kunt na het opnemen
overbodige markeringen
wissen (”Een
muziekstukmarkering
wissen” , pagina 22).
Opnamegeluidsniveau
Idem als de bron
Wordt automatisch ingesteld.
Kan ook manueel worden
ingesteld (”Het
opnameniveau manueel
instellen” , pagina 13).
Opmerking
Muziekstukmarkeringen kunnen foutief worden gekopieerd :
•bij opname van sommige CD-spelers of multi disc players via de digitale ingang.
•bij opname via de digitale ingang terwijl de shuffle- of programmafunctie is ingeschakeld. Schakel
in dit geval over naar normale weergave.
•bij opname van BS of CS programma's via de digitale ingang.
10-NL
Opname via digitale
ingang (optische kabel
vereist)
Aansluiten op een digitale bron met behulp
van een optische kabel (POC-5B of POC5AB, niet meegeleverd) om digitale
opnamen te maken. Dankzij de
ingebouwde bemonsteringsfrequentieomzetter, is digitale opname zelfs mogelijk
vanaf digitale apparatuur met
verschillende bemonsteringsfrequenties,
zoals een DAT deck of een BS tuner.
CD-speler, MDspeler, digitale
versterker, enz.
Optische
stekker
Draagbare CDspeler, enz.
POC-5B enz.
(niet
meegeleverd)
Optische
ministekker
Opmerkingen
•Digitale opname is enkel mogelijk via een
optische uitgang.
•Bij opname vanaf een draagbare CD-speler
moet u het toestel laten werken op netstroom
en de antispringfunctie (zoals ESP*)
uitschakelen.
•Bij sommige draagbare CD-spelers kan de
digitale uitgang zijn gedesactiveerd wanneer
het toestel niet op netstroom werkt.
* Beveiliging tegen elektrocutie
(Electronic Shock Protection)
De opname samen starten/
stoppen met de speler
(synchro-opname)
U kunt makkelijk digitale opnames maken
van een digitale bron of een MD.
Voor synchro-opname sluit u de digitale
bron aan met een digitale kabel en brengt
u een opneembare MD in.
CD-speler,
enz.
SYNCHRO REC
Meegeleverde
digitale kabel of
POC-5AB, enz.
(niet
meegeleverd)
p
1
naar LINE IN
(OPTICAL)
1
Breng een opneembare MD in en start
de opname.
Om op te nemen, zie ”Meteen een MD
opnemen!” (pagina 6). Om op te
nemen van een draagbare CD-speler,
zet u de CD-speler in de pauzestand en
start u de opname.
LINE IN (OPTICAL) fungeert als digitale
en analoge ingang
2
Verschuif SYNCHRO REC naar ON.
”SYNC” verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk en schuif REC naar rechts.
De recorder schakelt over naar de
opname-pauzestand.
De recorder herkent automatisch het type
lijnkabel en schakelt over naar digitale of
analoge ingang.
wordt vervolgd
11-NL
3
Geef het brongeluid weer. De
recorder begint op te nemen wanneer
hij het weergavegeluid ontvangt.
Druk op p om te stoppen met
opnemen.
z
Opname met een
microfoon
Sluit een stereo microfoon (ECM-717,
ECM-MS907, ECM-MS957, enz., niet
meegeleverd) aan op MIC (PLUG IN
POWER).
•Tijdens synchro-opname kunt u niet
handmatig pauzeren.
•Als er tijdens synchro-opname gedurende
meer dan 3 seconden geen weergavegeluid
is, schakelt de recorder automatisch over
naar de opname-wachtstand. Wanneer er
weer geluid is, wordt de synchro-opname
hervat. Als de recorder 5 minuten of langer
in de wachtstand blijft, wordt hij
automatisch uitgeschakeld.
Stereo microfoon
naar MIC
(PLUG IN
POWER)
Opmerkingen
•Bedien SYNCHRO REC niet na stap 2. De
opname gebeurt dan niet correct.
•Bij opname in mono volgt u stap 1 en 2 van
” Opname in mono voor dubbele
opnameduur” (pagina 13) alvorens de
synchro-opnameprocedure te volgen.
•Zelfs als er geen geluid is opgenomen op de
geluidsbron is het soms mogelijk dat de
opname niet automatisch pauzeert tijdens
synchro-opname; dit heeft te maken met
het geluidsniveau van de geluidsbron.
MIC SENS (onderaan)
1
2
Kies de gevoeligheid met MIC SENS
(onderaan de recorder). Normaal
staat dit op HIGH. Bij het opnemen
van geluid met hoog volume, zoals
een live concert, moet u het op LOW
zetten.
Breng een opneembare MD in en start
de opname.
Druk en schuif REC naar rechts.
”REC” licht op en de opname start.
Voor andere handelingen, zie
”Meteen een MD opnemen!” (pagina
6).
Opmerkingen
•U kunt niet opnemen via de microfoon
terwijl een optische kabel is aangesloten op
LINE IN (OPTICAL). De recorder
verandert automatisch van ingang in de
volgende volgorde: optische ingang,
microfoon-ingang en analoge ingang.
•De microfoon kan het werkingsgeluid van
de recorder zelf registreren. Hou de
microfoon dan verder van de recorder.
12-NL
Opname in mono voor
dubbele opnameduur
Het opnameniveau
manueel instellen
Kies mono-geluid voor langere opnames.
De opnameduur verdubbelt dan immers.
Bij opname via de analoge ingang, wordt
het geluidsniveau automatisch ingesteld.
Desgevallend kan het niveau ook
manueel worden ingesteld.
MODE
P
=
+
REC
1
2
3
4
Druk en schuif REC naar rechts
terwijl u P ingedrukt houdt.
De recorder schakelt over naar de
opname-wachtstand.
P
1
Druk op MODE.
”Mono REC” verschijnt in het
uitleesvenster en de recorder schakelt
over naar mono-opname.
Druk nogmaals op MODE om op te
nemen in stereo.
Druk nogmaals op P om de opname
te starten.
REC
Hou P ingedrukt en schuif REC meer
dan 2 seconden naar rechts.
”ManualREC” verschijnt en de
recorder schakelt over naar de
opname-wachtstand. Schuif REC
meer dan 2 seconden naar rechts om
terug te keren naar automatische
instelling terwijl de recorder in de
opname-pauzestand staat.
Geef de geluidsbron weer.
Druk op p om te stoppen met
opnemen.
De recorder schakelt bij de volgende opname
weer over op stereo-geluid.
Opmerkingen
•Wanneer u in mono opneemt van een
stereo-bron, wordt het geluid van het
linker- en rechterkanaal gemengd.
•U kunt niet in mono opnemen wanneer
SYNCHRO REC op ON staat.
•MD's die werden opgenomen in mono
kunnen alleen worden afgespeeld met een
MD-speler/recorder met mono-stand.
•Geluid opgenomen via de digitale ingang
kan in stereo worden gecontroleerd met
behulp van een hoofdtelefoon en dergelijke.
2
Laat de bron spelen.
wordt vervolgd
13-NL
3
Kijk naar de niveaumeter in het
uitleesvenster en regel het
opnameniveau door op + (+) of
= (–) te drukken.
Stel het niveau zo in dat –12dB als
maximum wordt bereikt.
Volume verlaagt
verhoogt
De resterende tijd of de
opnamepositie
controleren
De resterende duur, het
muziekstuknummer, enz. kunnen worden
gecontroleerd tijdens de opname of in de
stopstand.
Op de recorder
DISPLAY
REC-indicatie
Opmerking
Het opnameniveau moet worden
ingesteld met de recorder in de
wachtstand. Tijdens de opname kan het
niet worden ingesteld.
4
Druk nogmaals op P om de opname
te starten.
1
Druk op p om te stoppen met
opnemen.
Druk op DISPLAY tijdens het
opnemen of in de stop-stand. Bij elke
druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt.
Bij de volgende opname wordt het
opnameniveau weer automatisch ingesteld.
A
z
Bij opname via de microfooningang, kiest u
de gevoeligheid met MIC SENS (pagina 12).
B
Tijdens de opname
A
B
Muziekstuknummer
Verstreken tijd
Muziekstuknummer
Resterende
opnametijd
Huidige datum1)
Huidige tijd1)
1)
14-NL
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
In de stop-stand
A
In de stop-stand
B
A
B
Muziekstuknummer Verstreken tijd
Muziekstuknummer
Verstreken tijd
Muziekstuknaam1)
Resterende
opnametijd
Muziekstuknummer
Muziekstuknaam1)
Discnaam1)
Het aantal
muziekstukken op
de disc
Muziekstuknaam1)
Resterende tijd na
de huidige positie
Huidige datum2)
Huidige tijd2)
1)
—
Huidige tijd2)
Verschijnt alleen als het muziekstuk werd
benoemd.
2)
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
1)
Op de afstandsbediening
De opnamestatus controleren
DISPLAY
1
Druk op DISPLAY tijdens het
opnemen of in de stop-stand. Bij elke
druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt.
A
B
Tijdens de opname
Verschijnt alleen als het muziekstuk werd
benoemd.
2)
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
De REC-indicatie licht op of knippert
afhankelijk van de opnamestatus.
Opnamestatus
REC-indicatie
Tijdens het
opnemen
licht op
knippert afhankelijk
van het bronvolume
bij opname met een
microfoon (voice
mirror)
Opnamewachtstand
knippert
Minder dan 3
minuten
opnametijd
beschikbaar
knippert traag
Een muziekstukmarkering werd
toegevoegd
dooft even
A
B
Muziekstuknummer
Verstreken tijd
z
Muziekstuknummer
Resterende
opnametijd
Als u tijdens het afspelen de weergavepositie
of de muziekstuknaam wilt controleren, zie
pagina 19.
—
1)
Huidige tijd1)
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
15-NL
De klok instellen om de
opnametijd te markeren
Om de datum en tijd bij het opnemen op
de MD te registreren, moet u eerst de klok
instellen.
=
+
(
p
5
Herhaal stap 3 en 4 om de huidige
maand, datum en tijd in te voeren.
Als u op ( drukt om de minuten in
te stellen, begint de klok te lopen.
Als u zich vergist bij het instellen
van de klok
Druk op p en stel de klok opnieuw in
vanaf stap 2. U kunt een stap overslaan
door op ( te drukken.
De huidige tijd weergeven
Druk terwijl de recorder niet werkt of
opneemt herhaaldelijk op DISPLAY tot de
huidige tijd verschijnt in het
uitleesvenster.
CLOCK SET
(onderaan)
1
2
3
4
16-NL
Sluit de stroombron aan.
Gebruik de meegeleverde
netstroomadaptor.
Druk op CLOCK SET onderaan de
recorder.
Gebruik hiervoor een scherp
voorwerp.
De jaarcijfers knipperen.
Voer het huidige jaar in door op =
of + te drukken.
Hou = of + ingedrukt om de
cijfers snel te veranderen.
Druk op ( om het jaar in te stellen.
Het maandcijfer knippert.
Tijdweergave volgens het 24urensysteem
Druk op DISPLAY terwijl u de klok
instelt. Druk nogmaals op DISPLAY om
de tijd weer te geven volgens het 12urensysteem.
De ingebouwde batterij van de klok
opladen
Wanneer u de recorder voor het eerst
gebruikt of na lange tijd weer in gebruik
neemt, moet u de ingebouwde batterij
opladen.
Na het instellen van de klok laat u de
recorder ongeveer 2 uur aangesloten op het
stopcontact om de ingebouwde batterij van
de klok op te laden. Een opgeladen batterij
moet ongeveer een maand meegaan zonder
op een stroombron te zijn aangesloten. De
recorder laadt de ingebouwde batterij
automatisch op wanneer hij wordt gevoed
door netstroom, droge batterijen of een
oplaadbare batterij.
zVerschillende
manieren van afspelen
Herhaald afspelen van
nummers
U kunt de nummers op drie verschillende
manieren afspelen — herhaal alles,
herhaal één nummer, herhaal in
willekeurige volgorde.
MODE
Indicatie
Weergave-stand
geen
(normale
weergave)
Alle muziekstukken
worden eenmaal
afgespeeld.
”f”
(alle herhalen)
Alle muziekstukken
worden herhaald
afgespeeld.
”f 1”
(een herhalen)
Een muziekstuk
wordt herhaald
afgespeeld.
”f SHUF ”
(herhalen in
willekeurige
volgorde)
Alle muziekstukken
worden herhaald
afgespeeld in
willekeurige
volgorde.
PLAY
MODE
1
Druk op MODE (PLAY MODE op de
afstandsbediening) tijdens het
afspelen van een MD.
Bij elke druk op de toets verandert de
weergavestand-indicatie als volgt.
B.v. uitleesvenster van het
hoofdtoestel.
Weergavestand-indicatie
17-NL
Bass-geluid accentueren
(DIGITAL MEGA BASS)
Uw gehoor beschermen
(AVLS)
De Mega Bass-functie versterkt lage
frequenties voor een voller
weergavegeluid. Deze functie werkt
alleen met de hoofdtelefoon.
De functie AVLS (Automatische
volumebeperking) zorgt ervoor dat het
volume onder het maximumniveau blijft
om uw oren te beschermen.
AVLS
DIGITAL MEGA BASS
1
Druk op DIGITAL MEGA BASS.
Bij elke druk op DIGITAL MEGA
BASS verandert de Mega Bassindicatie als volgt.
Mega Bass-indicatie
Indicatie
Weergavestand
geen
”BASS
Normale weergave
Mega Bass (licht
effect)
”
”BASS
”
Mega Bass (sterk
effect)
Opmerkingen
•Als het geluid bij het accentueren van de
lage tonen wordt vervormd, moet u het
volume lager zetten.
•De Mega Bass-functie heeft geen invloed op
het opnamegeluid.
•Mega Bass werkt niet wanneer op LINE
OUT van de recorder een lijnkabel is
aangesloten.
18-NL
1
Zet AVLS onderaan de recorder op
LIMIT.
Als u het volume hoger probeert te
zetten, verschijnt ”AVLS” in het
uitleesvenster. Het volume wordt op
een gemiddeld niveau gehouden.
De resterende tijd of de
weergavepositie
controleren
Op de afstandsbediening
DISPLAY
De muziekstuknaam, de discnaam, enz.
kunnen worden gecontroleerd tijdens de
opname.
Op de recorder
1
DISPLAY
Druk op DISPLAY tijdens de
weergave.
Bij elke druk op DISPLAY verandert
het uitleesvenster als volgt:
A
1
Druk op DISPLAY tijdens de
weergave.
Bij elke druk op DISPLAY verandert
het uitleesvenster als volgt:
A
A
B
Muziekstuknummer
Verstreken tijd
Muziekstuknummer
Muziekstuknaam1)
Het aantal
muziekstukken op
de disc
Discnaam1)
—
B
A
B
Muziekstuknummer Verstreken tijd
1)
Muziekstuknaam
Resterende tijd voor
het huidige
muziekstuk
Discnaam1)
Resterende tijd na
de huidige positie
Opgenomen
datum2)
Opnametijd2)
1)
2)
B
Opnametijd2)
1)
Verschijnt alleen als het muziekstuk werd
benoemd.
2)
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
z
Om de resterende tijd of de opnamepositie te
controleren in de opname- of stop-stand, zie
pagina 14.
Verschijnt alleen als het muziekstuk werd
benoemd.
Verschijnt alleen wanneer de klok is
ingesteld.
19-NL
De bedieningselementen
vergrendelen (HOLD)
Aansluiting op een
stereo-installatie
Gebruik deze functie om te voorkomen
dat bijvoorbeeld tijdens het lopen toetsen
per ongeluk worden bediend.
Verbind de LINE OUT aansluiting van de
recorder met de LINE IN aansluitingen
van een versterker of een cassettespeler
met behulp van een lijnkabel (RK-G129 of
RK-G136, niet meegeleverd). Het
uitgangssignaal is analoog. De recorder
speelt de MD digitaal af en stuurt analoge
signalen naar de aangesloten apparatuur.
HOLD
Draagbare
DAT recorder
Stereo
ministekker
HOLD
naar LINE IN
2 phonostekkers
R
L (wit)
(rood)
RK-G136
(niet
meegeleverd)
1
Schuif de HOLD-toets in de richting
van c.
De HOLD-toets op de recorder
vergrendelt de bedieningselementen
op de recorder. De HOLD-toets op de
afstandsbediening vergrendelt de
bedieningselementen op de
afstandsbediening.
Schuif HOLD in de omgekeerde
richting van het pijltje om de
bedieningselementen te
ontgrendelen.
20-NL
Stereosysteem, enz.
RK-G129
(niet
meegeleverd)
naar
LINE OUT
Opmerking
Mega Bass werkt niet of wordt geannuleerd
wanneer een lijnkabel is aangesloten op
LINE OUT.
z Opgenomen
muziekstukken bewerken
U kunt uw opnames bewerken door
muziekstukmarkeringen toe te voegen of
muziekstukken en MD’s te benoemen.
Voorbespeelde MD’s kunnen niet worden
bewerkt.
Opmerkingen betreffende het
bewerken
•Verplaats de recorder niet terwijl ”Toc
Edit” * knippert in het uitleesvenster.
•U kunt geen muziekstukken bewerken op
een opnamebeveiligde MD. Sluit het nokje
op de zijkant van de MD alvorens
muziekstukken te bewerken.
* TOC = Table of contents (inhoudsopgave)
Een muziekstuk gedeeltelijk
wissen
Breng muziekstukmarkeringen aan bij het
begin en het einde van het deel dat u wilt
wissen en wis vervolgens dat deel.
De hele disc wissen
U kunt snel alle muziekstukken en
gegevens op een MD wissen.
Merk op dat eens een opname is gewist, u
deze niet meer kunt herstellen. Controleer
goed de inhoud van de disc die u wilt
wissen.
EDIT/ENTER
=+
Muziekstukken wissen
Een muziekstuk wissen
Merk op dat eens een opname is gewist, u
deze niet meer kunt herstellen. Controleer
welk muziekstuk u wist.
EDIT/ENTER
=+
T MARK
1
2
3
T MARK
1
2
3
Druk op EDIT/ENTER tijdens de
weergave van het muziekstuk dat u
wilt wissen.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster en de recorder speelt
het gekozen muziekstuk
herhaaldelijk af.
Druk herhaaldelijk op = of + tot
”
: Erase” knippert in het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
”Erase OK?” en ”Push ENTER”
verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.
Druk op p of T MARK om het
wissen te annuleren.
4
Druk op EDIT/ENTER op de
recorder.
Druk herhaaldelijk op = of + tot
”
: Erase” knippert in het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
”All Erase?” en ”Push ENTER”
verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.
Druk op p of T MARK om het
wissen te annuleren.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
”Toc Edit” knippert in het
uitleesvenster en alle muziekstukken
worden gewist.
Na het wissen verschijnt ”BLANK
DISC” in het uitleesvenster.
21-NL
Een muziekstukmarkering
toevoegen
Een muziekstukmarkering
wissen
U kunt muziekstukmarkeringen
aanbrengen zodat het gedeelte achter de
nieuwe markering als een nieuw
muziekstuk wordt beschouwd.
De muziekstuknummers lopen op als
volgt.
Bij opname via de analoge (lijn) ingang
kunnen onnodige
muziekstukmarkeringen worden
opgenomen. U kunt een
muziekstukmarkering wissen om
muziekstukken voor en na de
muziekstukmarkering te combineren. De
muziekstuknummers veranderen dan als
volgt.
1
2
3
4
4
Muziekstukmarkering
.
1
2
3
4
1
5
2
3
4
4
Een
muziekstukmarkering
wissen
.
1
Muziekstuknummers lopen op
2
3
Muziekstuknummers verminderen
=
P
T MARK
1
T MARK
Druk in de weergave- of pauzestand
van een MD op T MARK op de
recorder op het punt dat u wilt
markeren.
”MARK ON” verschijnt in het
uitleesvenster en een
muziekstukmarkering wordt
toegevoegd. Het muziekstuknummer
verhoogt met één.
Muziekstukmarkeringen
toevoegen tijdens de opname
Druk op T MARK op de recorder of TRACK
MARK op de afstandsbediening.
1
2
3
Opmerking
TRACK MARK op de afstandsbediening
werkt niet tijdens de weergave.
Druk op P om te pauzeren tijdens de
weergave van het muziekstuk met de
muziekstukmarkering die u wilt
wissen.
Zoek de muziekstukmarkering door
lichtjes op = te drukken.
Om bijvoorbeeld de derde
muziekstukmarkering te wissen,
zoekt u het begin van het derde
muziekstuk. ”00:00” verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk op T MARK om de markering
te wissen.
”MARK OFF” verschijnt in het
uitleesvenster. De
muziekstukmarkering wordt gewist
en beide muziekstukken worden
gecombineerd.
z
22-NL
Wanneer u een muziekstukmarkering wist,
worden ook de datum, tijd en naam gewist.
4
Opgenomen
muziekstukken
verplaatsen
U kunt de volgorde van de opgenomen
muziekstukken wijzigen.
Voor het verplaatsen
Muziekstuk A Muziekstuk B Muziekstuk C Muziekstuk D
1
2
3
4
Verplaatst u
muziekstuk C van
het derde naar het
tweede muziekstuk.
Na het
verplaatsen $
5
Druk herhaaldelijk op = of +
om het doelmuziekstuknummer te
kiezen.
Bij het bovenstaande voorbeeld
verschijnt ”MV 003 n 002” in het
uitleesvenster.
Druk op p of T MARK om het
verplaatsen te annuleren.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
Het muziekstuk verhuist naar de
aangegeven plaats.
Op de afstandsbediening
DISPLAY
Muziekstuk A Muziekstuk C Muziekstuk B Muziekstuk D
1
2
3
4
Regelaar
TRACK
MARK
Op de recorder
=+
p
EDIT/ENTER
1
T MARK
1
2
3
Druk op EDIT/ENTER terwijl het
muziekstuk dat u wilt verplaatsen
speelt.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster en de recorder speelt
het gekozen muziekstuk
herhaaldelijk af.
2
3
4
Druk herhaaldelijk op = of + tot
”
: Move” knippert in het
uitleesvenster
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
Bij het bovenstaande voorbeeld
verschijnt ”MV 003 n 003” in het
uitleesvenster.
5
Druk gedurende minstens 2 seconden
op DISPLAY terwijl het muziekstuk
dat u wilt verplaatsen speelt.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster en de recorder speelt
het gekozen muziekstuk
herhaaldelijk af.
Draai aan de regelaar tot
”
: Move” verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk op p.
Bij het bovenstaande voorbeeld
verschijnt ”MV 003 n 003” in het
uitleesvenster.
Draai aan de regelaar om het
doelmuziekstuknummer te kiezen.
Bij het bovenstaande voorbeeld
verschijnt ”MV 003 n 002” in het
uitleesvenster.
Druk op TRACK MARK om het
verplaatsen te annuleren.
Druk nogmaals op p.
Het gekozen muziekstuk wordt net
voor het doelmuziekstuk geplaatst.
23-NL
Opnames benoemen
In de stopstand en tijdens het opnemen
kunt u muziekstukken en discs
benoemen. Elke naam kan uit maximum
200 letters bestaan.
Elke disc kan maximum 1700
alfanumerieke tekens bevatten tijdens
weergave of in de stopstand, en 500
alfanumerieke tekens tijdens een opname.
Druk op
te schakelen tussen
hoofdletters, kleine letters
en markeringen/cijfers.
VOLUME +/– de cursor naar links of
naar rechts te verplaatsen.
=/+
naar de vorige/volgende
letter gaan.
DISPLAY
een blanco spatie invoegen
om een nieuwe letter in te
voeren.
MODE
een letter wissen en alle
volgende letters
opschuiven naar links.
p
het benoemen te stoppen.
T MARK
het benoemen te stoppen.
Op de recorder
MODE
DISPLAY
=+
EDIT/ENTER
5
6
P
p
(
VOLUME +/–
T MARK
Een disc benoemen in de
stopstand.
1
2
3
4
24-NL
Breng een disc in.
Om een disc te benoemen dia al in de
recorder zit, drukt u op p om te
stoppen.
Druk op EDIT/ENTER.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
De disc is klaar om te worden
benoemd.
Druk herhaaldelijk op = of +
om een letter te kiezen en druk op (
om in te voeren.
De gekozen letter stopt met
knipperen en de cursor gaat naar de
volgende invoerpositie.
Om
P
Herhaal stap 4 en voer alle tekens van
het label in.
Druk op EDIT/ENTER.
Het muziekstuk of de disc worden
benoemd.
Een muziekstuk benoemen tijdens
de weergave
1
2
3
4
Breng een disc in en speel het
muziekstuk dat u wilt benoemen.
Druk op EDIT/ENTER.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER.
Het muziekstuk is klaar om te
worden benoemd.
Volg stap 4 tot 6 van ”Een disc
benoemen vanuit de stopstand”
hierboven.
Een muziekstuk of disc benoemen
tijdens de opname
1
2
3
Druk op EDIT/ENTER tijdens de
opname.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op EDIT/ENTER om
een muziekstuk te benoemen.
Om een disc te benoemen, drukt u
herhaaldelijk op = of + tot
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster en drukt u vervolgens
op EDIT/ENTER.
Volg stap 4 tot 6 van ”Een disc
benoemen vanuit de stopstand”
hierboven.
Druk op p of T MARK om het
benoemen te annuleren.
Op de afstandsbediening
DISPLAY
PLAY MODE
TRACK
MARK
VOL +/–
p
Een disc benoemen vanuit de
stopstand
1
2
Opmerking
Als een opname wordt gestopt tijdens het
benoemen van een muziekstuk of een disc,
of als het volgende muziekstuk op de
opnamebron begint tijdens het benoemen
van een muziekstuk, wordt de naam die tot
dusver is gegeven automatisch ingevoerd.
P
Regelaar
3
4
Breng een disc in.
Om een disc te benoemen die al in de
recorder zit, drukt u op p om te
stoppen.
Druk gedurende minstens 2 seconden
op DISPLAY.
: Name” knippert in het
”
uitleesvenster.
Druk op p.
De disc is klaar om te worden
benoemd.
Draai aan de regelaar om een letter te
kiezen druk op p om in te voeren.
De gekozen letter stopt met
knipperen en de cursor gaat naar de
volgende invoerpositie.
wordt vervolgd
25-NL
Druk op/
Draai aan
Om
P
te schakelen tussen
hoofdletters, kleine
letters en markeringen/
cijfers.
VOL +/–
de cursor naar links of
naar rechts te
verplaatsen.
=/(•+
naar de vorige/
volgende letter gaan.
DISPLAY
een blanco spatie
invoegen om een
nieuwe letter in te
voeren.
PLAY MODE
een letter wissen en alle
volgende letters
opschuiven naar links.
TRACK MARK het benoemen te stoppen.
5
6
Herhaal stap 4 en voer alle tekens van
de naam in.
Hou p gedurende minstens 2
seconden ingedrukt.
Het muziekstuk of de disc wordt
benoemd.
Een muziekstuk benoemen tijdens
de weergave.
1
2
3
4
26-NL
Breng een disc in en speel het
muziekstuk dat u wilt benoemen.
Druk gedurende minstens 2 seconden
op DISPLAY.
: Name” knippert in het
”
uitleesvenster.
Druk op p.
Het muziekstuk is klaar om te
worden benoemd.
Volg stap 4 tot 6 van ”Een disc
benoemen vanuit de stopstand”
hierboven.
Een muziekstuk of een disc
benoemen tijdens de opname
1
2
3
Druk gedurende minstens 2
seconden op DISPLAY tijdens de
opname.
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster.
Druk op p om een muziekstuk te
benoemen.
Om een disc te benoemen, draait u de
regelaar naar = of (•+ tot
”
: Name” knippert in het
uitleesvenster en druk vervolgens op
p.
Volg stap 4 tot 6 van ”Een disc
benoemen vanuit de stopstand”
hierboven.
Druk op TRACK MARK om het
benoemen te annuleren.
Opmerking
Als een opname wordt gestopt tijdens het
benoemen van een muziekstuk of een disc,
of als het volgende muziekstuk op de
opnamebron begint tijdens het benoemen
van een muziekstuk, wordt de naam die tot
dusver is gegeven automatisch ingevoerd.
Beschikbare tekens
• Hoofdletters en kleine letters van het
Engelse alfabet
• Cijfers 0 tot 9
• ! ” # $ % & ( ) * . ; < = > ?
@ _ ` + – ' , / : _ (blanco)
Opnames opnieuw benoemen
Volg alle stappen van de
benoemingsmethode tot de disc of het
muziekstuk klaar is om te worden
benoemd. Vervang een teken door een
nieuw en druk op EDIT/ENTER (hou p
op de afstandsbediening gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt).
Opmerkingen
•U kunt geen voorbespeelde noch
onbespeelde MD’s opnieuw benoemen.
•De recorder kan Japanse ”Katakana”
tekens weergeven maar u kunt er geen
opnames mee benoemen.
zVoedingsbronnen
U kunt de recorder laten werken op
netstroom of als volgt.
In de recorder …
– een oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterij NH-14WM
(meegeleverd)
Met meegeleverde batterijhouder …
– twee LR6 (AA) alkalinebatterijen
(niet meegeleverd)
3
Druk op p/CHARGE.
”charging” knippert, n verschijnt in
het uitleesvenster en het laden begint.
Bij langdurig opnemen verdient het
aanbeveling de recorder te laten werken
op netstroom.
Oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterij
laden
Alvorens de meegeleverde oplaadbare
nikkel-metaalhydridebatterij NH-14WM
voor het eerst te gebruiken, moet u die
opladen in de recorder.
1
Sluit de meegeleverde
netstroomadaptor aan.
naar stopcontact
netstroomadaptor
(meegeleverd)
naar DC IN 3 V
2
Plaats de NH-14WM batterij in de
recorder en sluit het deksel.
p/CHARGE
Het duurt ongeveer 3 uur om een
volledig ontladen oplaadbare batterij
volledig op te laden. U kunt het laden
opheffen door op p/CHARGE te
drukken.
Opmerkingen
•Tijdens het laden werkt de recorder niet.
•Gebruik altijd de meegeleverde
netstroomadapter.
•De laadduur kan variëren afhankelijk van
de toestand van de batterij.
•Als een oplaadbare batterij voor het eerst of
na een lange periode ongebruikt te zijn,
wordt geladen, kan de levensduur korter
zijn dan gewoonlijk. U moet de batterij dan
enkele malen helemaal laten ontladen en
weer opladen. De levensduur wordt dan
weer normaal.
•Als de levensduur van een volledig
opgeladen batterij ongeveer is gehalveerd,
moet u ze vervangen.
•Draag een oplaadbare batterij altijd mee in
de bijgeleverde tas. Draag de batterij nooit
in uw zak of in een tas samen met metalen
voorwerpen zoals bijvoorbeeld
sleutelhangers, omdat die kortsluiting
kunnen veroorzaken.
•Wanneer u de recorder gedurende lange
tijd niet gebruikt, verwijder dan de
oplaadbare batterij.
•Tijdens weergave of opname kan geen
oplaadbare batterij in het toestel worden
opgeladen.
27-NL
Gebruik van een oplaadbare
nikkel-metaalhydridebatterij.
Controleer of de batterij volledig is
opgeladen.
Levensduur batterijen1)
Batterijen
Recording2)
Oplaadbare
Ong. 2,5
uur
NH-14WM
nikkelmetaalhydride-
Playback
Ong. 4
uur
batterij
Twee LR6
(AA) droge
Sony alkaline-
-----3)
Ong.
10 uur
batterijen
1
Plaats een volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterij met de juiste
polariteit.
Gebruik van droge
batterijen
Oplaadbare
-----3)
NH-14WM
nikkelmetaalhydridebatterij +
Twee LR6
(AA) droge
Sony alkaline-
Ong.
16 uur
batterijen
1)
1
Sluit de meegeleverde batterijhouder
aan.
De levensduur van een batterij kan negatief
worden beïnvloed door de
gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur.
2)
Gebruik voor het opnemen een volledig
opgeladen batterij.
3)
De opnametijd kan verschillen volgens de
alkalinebatterijen.
Wanneer batterijen vervangen
2
28-NL
Wanneer de droge batterijen of de
oplaadbare batterij verzwakt zijn,
knippert b of ”LOW BATT” in het
uitleesvenster. Vervang de droge
batterijen of laad de oplaadbare batterij
op.
Plaats twee LR6 (AA) droge Sony
alkaline-batterijen (niet meegeleverd)
met de juiste polariteit.
Opmerkingen
•Gebruik geen nieuwe en oude droge
batterijen samen. Gebruik ook geen
verschillende batterijtypes samen.
•Stop de recorder voor u de batterijen
vervangt.
•Vervang altijd beide droge batterijen door
nieuwe.
•De recorder kan werken op één droge
batterij maar de werking kan dan niet
optimaal verlopen. Gebruik altijd twee
droge batterijen.
zAanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Steek geen vreemde voorwerpen in de
DC IN 3 V aansluiting.
Voedingsbronnen
• Gebruik de netvoeding, de oplaadbare
nikkel-metaalhydridebatterij of twee
LR6 (type AA) batterijen.
• Bij gebruik in huis: gebruik alleen de
netstroomadapter die bij deze recorder
wordt meegeleverd. Gebruik in geen
geval een andere adapter, aangezien
dit tot storing in de recorder kan
leiden.
Polariteit
van de
stekker
Hoofdtelefoon
Veiligheid in het verkeer
Draag geen hoofdtelefoon als u een auto of
enig ander voertuig bestuurt en evenmin op
de fiets. Dit kan leiden tot gevaarlijke
verkeerssituaties en is in veel landen
wettelijk verboden. Het kan bovendien
gevaarlijk zijn uw recorder met een hoog
volume te laten spelen als u zich op straat
bevindt, vooral op oversteekplaatsen. Zet in
potentieel gevaarlijke situaties, altijd uw
recorder uit.
Voorkom oorletsel
Zet de muziek op de hoofdtelefoon niet te
hard. Oorspecialisten adviseren tegen het
voortdurend en zonder onderbreking
beluisteren van harde muziek. Hoort u een
hoog geluid in uw oren, draai dan het
volume omlaag of zet de recorder uit.
Denk om anderen
• Zolang het netsnoer op het stopcontact
is aangesloten blijft er spanning op de
recorder staan, ook al is de recorder
zelf uitgeschakeld.
• Als de recorder gedurende langere tijd
niet gebruikt gaat worden, trek dan de
stekker van de adapter uit het
stopcontact, of verwijder de
oplaadbare batterij, de LR6 (type AA)
batterijen of de accu-aansluitkabel.
Trek voor het verwijderen van het
snoer van de adapter altijd aan de
stekker zelf en nooit aan het snoer.
Oververhitting
Indien de recorder langdurig wordt
gebruikt kan deze oververhit raken. Laat
de recorder in dat geval eerst afkoelen.
Plaatsing
• Zet de recorder niet op een plek waar
deze wordt blootgesteld aan overmatig
licht, extreme temperaturen, vocht of
trillingen.
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie
om het apparaat als het wordt gebruikt
op netvoeding. Oververhitting van de
recorder kan leiden tot storingen of
verwonding.
Houd de geluidsterkte op een redelijk
niveau. U kunt dan geluiden van buitenaf
nog steeds horen terwijl u er tegelijkertijd
rekening mee houdt overdreven geluidsdruk
te voorkomen.
MiniDisc cartridge
• Draag en bewaar een MiniDisc altijd in
het doosje.
• Maak de behuizing niet open.
• Bewaar discs niet op een plek waar
deze worden blootgesteld aan
overmatig licht, extreme temperaturen,
vocht of stof.
Reinigen
• Reinig de behuizing van de recorder
met een zachte vochtige doek,
eventueel met een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuursponsje, schuurmiddelen of
chemische oplosmiddelen zoals alcohol
of benzine. Hiermee kan de afwerking
van de behuizing worden beschadigd.
• Veeg met een schone droge doek over
het omhulsel van de disc om eventueel
vuil te verwijderen.
• Stof of ander vuil op de lens kan een
goede werking van de recorder
belemmeren. Sluit altijd het deksel van
de disc-houder na het inbrengen of
uitwerpen van een MD.
29-NL
Opmerkingen over batterijen
Digitale opname
Onjuist gebruik van batterijen kan leiden
tot batterijlekkage of tot barsten van
batterijen. Om dit te voorkomen houdt u
de volgende regels in acht:
• Plaats batterijen met de + en - polen in
de juiste richting.
• Gebruik geen combinaties van nieuwe
en gebruikte batterijen of van
verschillende typen.
• Probeer alkalinebatterijen niet opnieuw
op te laden.
• Wanneer de recorder langere tijd niet
gebruikt gaat worden, verwijdert u de
batterijen.
• Mocht er toch batterijlekkage optreden,
maakt u de batterijhouder voorzichtig
helemaal schoon voordat u nieuwe
batterijen plaatst.
Deze recorder maakt gebruik van het
Serial Copy Management System
waarmee alleen digitale eerstegeneratiekopieën kunnen worden
gemaakt van voorbespeelde software. U
kunt enkel via de analoge (line out)
aansluitingen kopieën maken van een zelf
opgenomen MD.
Mechanische geluiden
De recorder maakt tijdens de werking
mechanische geluiden die worden
veroorzaakt door het
energiespaarsysteem. Dit is volkomen
normaal.
Een voorbespeelde MD
beveiligen.
Om een MD te beveiligen tegen opname,
schuift u het nokje op de zijkant van de
MD open. In deze stand kan niet op de
MD worden opgenomen. Om weer wel te
kunnen opnemen, schuift u het nokje
terug.
Achterkant van de MD
Nokje
Opnamebeveiliging
30-NL
CD-speler, MDspeler, enz.
Digitale opname
Zelf
Geen
Opneembare
opgenomen digitale MD
MD
opname
Mocht u nog vragen of problemen hebben
met betrekking tot de recorder, aarzel dan
niet contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde Sony dealer. (Als er zich
een probleem voordoet terwijl een disc in
de recorder zat, raden wij u aan de disc in
de recorder te laten zitten en contact op te
nemen met uw Sony dealer zodat die de
oorzaak van het probleem kan
vaststellen.)
Verhelpen van storingen
Als het probleem na het uitvoeren van onderstaande controles blijft bestaan, neem dan
contact op met uw plaatselijk Sony dealer.
Probleem
Oorzaak/oplossing
De recorder werkt
niet of niet goed.
• De aansluitingen zijn niet goed bevestigd.
b Zet de stroom af en opnieuw aan (pagina 6, 11).
• De HOLD functie is ingeschakeld (”HOLD” verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u op een bedieningstoets op de recorder
drukt).
b Schakel HOLD uit door de HOLD schakelaar in de
tegenovergestelde richting van het pijltje te schuiven (pagina
20).
• Er is condensvorming in de recorder.
b Neem de MD eruit en laat de recorder gedurende een aantal
uren op een warme plaats drogen totdat alle condens is
verdwenen.
• De oplaadbare of droge batterijen zijn zwak (b of ”LOW BATT”
knippert).
b Laad de batterij op of vervang de droge batterijen (pagina 27,
28).
• De oplaadbare batterij of de droge batterijen zijn verkeerd in de
houder geplaatst.
b Plaats de batterijen op de juiste manier (pagina 27, 28).
• U drukte op een toets terwijl de disc-indicatie snel ronddraaide.
b Wacht tot de indicatie langzaam draait.
• Bij het maken van digitale opnames vanaf een draagbare CDspeler heeft u het toestel niet op netstroom laten werken of de
antispringfunctie (bijvoorbeeld ESP) niet uitgeschakeld (pagina
11).
• Er werd analoog opgenomen met behulp van een
verbindingskabel met verzwakker.
b Gebruik een verbindingskabel zonder verzwakker (pagina 6).
• De netstroomadaptor is losgeraakt tijdens de opname of er heeft
zich een stroomstoring voorgedaan.
• Terwijl de recorder in gebruik was, was er sprake van een
mechanische schok, statische elektriciteit, spanningspieken door
bijv. blikseminslag, enz.
b Start het apparaat als volgt opnieuw.
1 Koppel alle voedingsbronnen los.
2 Laat de recorder ongeveer 30 seconden staan.
3 Koppel de voedingsbron weer aan.
• De disc is beschadigd of bevat niet de juiste opname- of
montagegegevens.
b Breng de disc opnieuw in. Als dat niet helpt, moet u de
opname overdoen.
wordt vervolgd
31-NL
Probleem
Oorzaak/oplossing
Er komt geen geluid
uit de hoofdtelefoon.
• De stekker van de hoofdtelefoon is niet goed aangesloten.
b Sluit de stekker van de hoofdtelefoon stevig aan op de
afstandsbediening. Steek de stekker van de
afstandsbediening stevig in 2/REMOTE.
• Het volume is te laag.
b Regel het volume met VOLUME +/– (VOL +/– op de
afstandsbediening).
• AVLS is aan.
b Schuif AVLS naar NORM (pagina 18).
Een MD wordt niet
afgespeeld vanaf het
eerste muziekstuk.
• Het afspelen van de disc werd onderbroken voordat het laatste
muziekstuk werd bereikt.
b Druk herhaalde malen op = of open en sluit het eenmaal
om terug te keren naar het begin van de disc, en begin
opnieuw met afspelen nadat u het muziekstuk in het
uitleesvenster hebt gecontroleerd.
Het weergavegeluid
verspringt.
• De recorder staat bloot aan teveel trillingen.
b Plaats de recorder op een stabiele ondergrond.
• Een zeer kort muziekstuk kan het geluid doen verspringen.
Er is teveel ruis in het
geluid.
• Een sterk magnetisch veld van bijv. televisie beïnvloedt het
signaal.
b Plaats de recorder niet te dicht bij een magnetisch veld.
U kunt de
muziekstukmarkeringen
niet vinden.
• U hebt op P gedrukt na het drukken op = of +.
b Druk op P en daarna op = of +.
De oplaadbare
batterij laadt niet op.
• De oplaadbare batterij is verkeerd geplaatst of de
netspanningsadapter is verkeerd aangesloten.
b Plaats de batterij op de juiste manier en sluit de
netstroomadaptor correct aan.
De klok loopt achter
of het uitleesvenster
knippert.
De opnamedatum
werd niet opgeslagen
op de MD.
• De ingebouwde batterij van de klok raakt leeg.
b Sluit de netstroomadapter aan op de DC IN 3 V ingang van
de recorder en het stopcontact om de ingebouwde batterij
weer op te laden. Stel na het opladen de klok opnieuw in
(pagina 16). Merk op dat de klok in normale omstandigheden
tot 2 minuten per maand voor of achter kan lopen.
Het deksel gaat niet
open.
• De stroomvoorziening werd onderbroken tijdens de opname of
montage, of de batterijen zijn leeg.
b Sluit de stroomtoevoer weer aan, of vervang de uitgeputte
batterijen door nieuwe.
32-NL
Systeembeperkingen
Het opnamesysteem van uw MiniDisc recorder verschilt sterk van het systeem dat wordt
gebruikt in cassette- en DAT-recorders, en wordt gekenmerkt door de onderstaande
beperkingen. Merk evenwel op dat deze beperkingen inherent zijn aan het MDopnamesysteem en geen mechanische oorzaak hebben.
Probleem
Oorzaak
”TR FULL”
verschijnt nog voor
de maximum
opnameduur is
bereikt (60 of 74
minuten).
Wanneer 254 muziekstukken op de disc werden opgenomen,
verschijnt ”TR FULL” , ongeacht de totale opnameduur. Er kunnen
niet meer dan 254 muziekstukken op één disc worden opgenomen.
Om voort te kunnen opnemen, moet u overbodige muziekstukken
wissen.
”TR FULL”
verschijnt nog voor
het maximum aantal
muziekstukken of de
maximum
opnameduur is
bereikt.
Door herhaaldelijk opnemen en wissen kunnen gegevens worden
opgeplitst en verspreid. Deze verspreide gegevens kunnen
weliswaar worden uitgelezen, maar elk fragment wordt als een
muziekstuk beschouwd. In dit geval kan het aantal muziekstukken
oplopen tot 254, waarna niet meer kan worden opgenomen. Om
voort op te nemen moeten dan muziekstukken worden gewist.
Muziekstukmarkeringen
kunnen niet worden
gewist.
De resterende
opnameduur
verhoogt niet na het
wissen van veel korte
muziekstukken.
Wanneer de gegevens van een muziekstuk zijn opgedeeld, kan de
muziekstukmarkering van een fragment van minder dan 12
seconden niet worden gewist. U kunt een muziekstuk dat in stereo
is opgenomen niet combineren met een muziekstuk dat in mono is
opgenomen; u kunt ook een muziekstuk dat is opgenomen met een
digitale aansluiting niet combineren met een muziekstuk dat is
opgenomen met een analoge aansluiting.
Muziekstukken van minder dan 12 seconden worden niet geteld,
zodat de opnameduur niet verhoogt wanneer ze worden gewist.
De totale
opnameduur en de
resterende disc-tijd
kunnen soms minder
bedragen dan de
maximum
opnameduur (60 of 74
minuten).
Normaal verloopt de opname in stukjes van minimum ongrveer 2
seconden. Als de opname wordt het laatste stukje van 2 seconden
altijd gebruikt, ook al is de eigenlijke opname korter. Wanneer de
opname dan opnieuw wordt gestart, last de recorder automatisch
een blanco stuk van maximum 2 seconden in voor de volgende
opname. (Zo wordt voorkomen dat een vorig muziekstuk per
ongeluk wordt gewist wanneer een nieuwe opname wordt gestopt,
vermindert de beschikbare opnameduur dus met maximum 6
seconden.
Tijdens het zoeken
kan het geluid van
bewerkte
muziekstukken
wegvallen.
Bij het zoeken kan het geluid van gesplitste gegevens wegvallen
doordat de muziekstukken met een veel grotere snelheid worden
afgespeeld dan bij normale weergave.
33-NL
Berichten
Als de volgende foutberichten knipperen in het uitleesvenster, moet u de onderstaande tabel
raadplegen.
Foutmelding
Betekenis/oplossing
BLANK DISC
• U wilt een MD afspelen die leeg is.
b Breng een voorbespeelde MD in.
DISC ERR
• De disc is beschadigd of bevat niet de juiste opname- of
montagegegevens.
b Breng de disc opnieuw in. Als dat niet helpt, moet u de opname
overdoen.
DISC FULL
• Er is geen ruimte meer op de MD (minder dan 12 seconden over).
b Vervang de disc.
Data Save
• De MD-speler neemt informatie (geluid) op van het geheugen naar
de disc.
b Wacht tot dit proces is voltooid. Stel het toestel niet bloot aan
schokken en schakel ook de stroom niet uit.
Toc Edit
•De MD-speler neemt informatie (begin en einde muziekstuk) op van
het geheugen naar de disc.
b Wacht tot dit proces is voltooid. Stel het toestel niet bloot aan
schokken en schakel ook de stroom niet uit.
BUSY
• U wilt de recorder bedienen terwijl deze bezig is met het opvragen
van opgenomen gegevens.
b Wacht totdat de melding verdwijnt (dit kan soms wel 2 à 3
minuten duren).
NAME FULL
• U probeerde meer dan 200 letters in te voeren om een muziekstuk
of een disc te benoemen.
• U probeerde in de weergave- of stopstand in totaal meer dan 1700
letters voor een muziekstuk- of disc-naam in te voeren.
• U probeerde tijdens een opname in totaal meer dan 500 letters voor
een muziekstuk- of disc-naam in te voeren.
b Respecteer het maximum aantal tekens.
Hi DC in
• De voedingsspanning is te hoog (de meegeleverde
netstroomadaptor of het aanbevolen batterijsnoer worden niet
gebruikt).
b Gebruik de meegeleverde netstroomadaptor of het aanbevolen
batterijsnoer.
HOLD
• De recorder is vergrendeld.
b Verschuif HOLD in de tegengestelde richting van het pijltje om
de recorder te ontgrendelen (pagina 20).
LOW BATT
• De batterijen zijn bijna leeg.
b Vervang de droge batterijen of laad de oplaadbare batterij op
(pagina 27, 28).
MEM OVER
• U probeert op te nemen zonder indicatie in het uitleesvenster
terwijl de recorder continu is blootgesteld aan trillingen.
b Plaats de recorder op een stabiele ondergrond en begin weer op
te nemen.
34-NL
Foutmelding
Betekenis/oplossing
NO COPY
• U probeert een kopie te maken van een disc die is beveiligd door
het Serial Copy Management System. U kunt geen kopie maken
van een digitaal aangesloten bron die zelf ook via een digitale
aansluiting werd opgenomen.
b Gebruik in plaats hiervan de analoge aansluiting (pagina 6).
NO DISC
• U probeert af te spelen of op te nemen zonder disc in de recorder.
b Breng een MD in.
NO SIGNAL
• Er is geen digitaal ingangssignaal.
b Controleer of de bron goed is aangesloten (pagina 11).
P/B ONLY
• U probeert op te nemen of te bewerken op een voorbespeelde MD
(P/B betekent weergave).
b Breng een opneembare MD in.
PROTECTED
• U probeert iets op te nemen of te bewerken op een disc waarvan het
beschermnokje in de wispreventiestand staat.
b Verschuif het wispreventienokje (pagina 30).
SORRY
• U probeerde een muziekstukmarkering aan het begin van het eerste
muziekstuk te wissen.
• U probeerde een muziekstukmarkering te wissen om
muziekstukken samen te voegen die de recorder niet kan
samenvoegen (bijvoorbeeld een mono en een stereo muziekstuk).
• U probeerde op DIGITAL MEGA BASS te drukken terwijl LINE
OUT is aangesloten.
• U probeerde op P of T MARK te drukken tijdens synchro-opname.
TEMP OVER
• De recorder raakt oververhit.
b Laat de recorder afkoelen.
TR FULL
• Er is geen ruimte meer voor nieuwe gegevens tijdens het bewerken
van de MD.
b Wis overbodige muziekstukken (pagina 21).
TrPROTECT
• U probeert een muziekstuk dat is beschermd tegen wissen op te
nemen of te bewerken.
b Andere muziekstukken opnemen of bewerken.
EDITING
• U drukte op een toets op de recorder tijdens het monteren op de
afstandsbediening, of omgekeerd.
35-NL
Technische gegevens
Systeem
Audio weergavesysteem
MiniDisc digitaal audiosysteem
Laser eigenschappen
Materiaal: GaAlAs
Golflengte: λ = 780 nm
Emissieduur: continu
Uitgangsvermogen laser: maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde voor het uitgangsvermogen is
gemeten op een afstand van 200 mm van
het levensoppervlak van het optische blok
met opening van 7 mm.
Opname- en weergavetijd
Maximum 74 minuten (MDW-74, stereoopname)
Maximum 148 minuten (MDW-74, monoopname)
Omwentelingen
400 tot 900 t/min (CLV)
Foutcorrectie
Advanced Cross Interleave Reed Solomon
Code (ACIRC)
Bemonsteringsfrequentie
44,1 kHz
Bemonsteringsfrequentie-omzetter
Input: 32 kHz/44,1 kHz/48 kHz
Codering
Adaptive TRansform Acoustic Coding
(ATRAC)
Modulatiesysteem
EFM (Eight to Fourteen Modulation)
Aantal kanalen
2 stereo-kanalen
1 mono-kanaal
Frequentiebereik
20 tot 20.000 Hz ± 3 dB
Snelheidsfluctuaties
Beneden meetbare grens
Ingangen
Microfoon: stereo mini-aansluitbus, 0,22–
0,78 mV
Line in: stereo mini-aansluitbus, 69–194 mV
Optical (Digital) in: optische (digitale) miniaansluitbus
Uitgangen
Hoofdtelefoon: stereo mini-aansluitbus,
maximum uitgangsniveau 5 mW+ 5 mW,
belastingsimpedantie 16 ohm
Line out: stereo mini-aansluitbus, 194 mV,
belastingsimpedantie 10 kilohm
36-NL
Algemeen
Voeding
Sony netstroomadaptor (meegeleverd)
aangesloten op de DC IN 3 V bus:
220–230 V wisselstroom, 50/60 Hz
(Europees model)
120 V AC, 60 Hz (Canadees model)
100–240 V AC, 50/60 Hz (andere
modellen)
Oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterij
NH-14WM(meegeleverd)
Twee LR6 (AA) alkalinebatterijen (niet
meegeleverd)
Levensduur batterijen
Zie ”Levensduur batterijen” (pagina 28)
Afmetingen
Ong. 78,9 x 18,9 x 84 mm (b/h/d)
Gewicht
Ong. 147 g enkel recorder
Ong. 190 g incl. opneembare MD en
oplaadbare NH-14WM nikkelmetaalhydridebatterij
Meegeleverde accessoires
Netstroomadaptor (1)
Hoofdtelefoon met afstandsbediening (1)
Oplaadbare NH-14WM nikkelmetaalhydridebatterij (1)
Etui voor oplaadbare batterij (1)
Batterijhouder (1)
Draagtas (1)
Optische kabel (vierkante ministekker) (1)
Optionele accessoires
Optische kabel
POC-151HG, POC-152HG, POC-MZ1,
POC-MZ2, POC-15B, POC-15AB, POCDA12SP
Lijnkabel RK-G129, RK-G136
Stereo microfoons ECM-717, ECM-MS907,
ECM-MS957
Stereo hoofdtelefoons* MDR-serie
Actieve luidsprekers SRS-A41, SRS-A91
Opneembare MD’s MDW-serie
MiniDisc draagtas CK-MD4
MiniDisc box CK-MD10
Wat is een MD?
Het kan zijn dat uw dealer niet alle
genoemde onderdelen levert. Vraag uw
dealer om meer informatie over de ter
plaatse leverbare onderdelen.
Voorbespeelde MD’s
Voorbespeelde MD’s worden net zo
opgenomen en afgespeeld als de normale
CD’s. Een laserstraal tast de putjes af op
het oppervlak van de MD en geeft de
informatie terug aan de lens in de
recorder. De recorder zet de signalen
vervolgens om in muziek.
Licentie voor de VS en andere landen van
Dolby Laboratories Licensing Corporation
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
Hoe werkt de MiniDisc?
Er zijn twee soorten MiniDiscs (MD):
voorbespeelde (volle) en opneembare
(lege). Voorbespeelde MD’s, opgenomen
in de muziekstudio, kunnen vrijwel
eindeloos worden afgespeeld. Er kunnen
echter geen nummers overheen worden
opgenomen, zoals bij cassettes. Om op te
kunnen nemen moet u gebruik maken
van een ”opneembare MD” .
* Gebruik uitsluitend een hoofdtelefoon met
stereo ministekker, zowel bij aansluiting op
2/REMOTE op het toestel als bij
aansluiting op de afstandsbediening.
Stereo ministekker
Opneembare MD’s
Opneembare MD’s maken gebruik van
magneto-optische (MO) technologie en
kunnen steeds opnieuw worden bespeeld.
De laser binnen in de recorder stuurt
warmte naar de MD, waardoor de
magnetische laag van de MD wordt
gedemagnetiseerd. Vervolgens geeft de
recorder een magnetische lading mee aan
de laag. Deze magnetische laag komt
exact overeen met het audiosignaal dat
wordt geproduceerd door de geluidsbron.
(”+” en ”–” komt overeen met ”1” en
”0” digitaal). De gedemagnetiseerde MD
neemt de polariteit aan van het
magnetische veld, wat resulteert in een
bespeelde MD.
37-NL
Hoe kan de MiniDisc zo klein
zijn?
De 2,5 inch MiniDisc, die zich bevindt in
een kunststof omhulsel dat eruit ziet als
een 3,5 inch diskette (zie afbeelding
hierboven), maakt gebruik van een
nieuwe digitale audio compressie
technologie die ATRAC (Adaptive
Transform Acoustic Coding) wordt
genoemd. Om zoveel mogelijk geluid op
een zo klein mogelijk oppervlak te
kunnen opslaan, selecteert en codeert
ATRAC alleen die
frequentiecomponenten die werkelijk
hoorbaar zijn voor het menselijk oor.
Snelle toegang
Net zoals op een CD kan op een MD
direct het begin van een muziekstuk
worden teruggevonden. Voorbespeelde
MD’s bevatten een adressering die
correspondeert met elk afzonderlijk
muziekstuk. Opneembare CD’s worden
gefabriceerd met een zone voor
gebruikers-inhoudsopgave (TOC) waarin
de muziekvolgorde wordt opgeslagen.
Het TOC-systeem is vergelijkbaar met het
”directory management system” van
floppy disks. Met andere woorden, de
begin- en eindadressen van alle
muziekstukken die op de disc zijn
opgenomen, worden in deze zone
opgeslagen. Door het
muziekstuknummer in te voeren kunt u
om het even welk muziekstuk
zoeken(AMS) en die plaats kunt u
aangeven met een naam, net als bij een
bestand op een diskette.
zone voor gebruikersinhoudsopgave (TOC)
Muziekgegevens
Bevat de volgorde en de begin-/
eindpunten van de muziek.
Schokbestendig geheugen
Een belangrijk nadeel van optische
leessystemen is dat ze stukken kunnen
overslaan of dat het geluid weg kan
vallen als er teveel trilling aanwezig is.
Het MD systeem lost dit probleem op
door gebruik te maken van een
geheugenbuffer waarin de audiogegevens
worden bewaard.
38-NL
Bedieningselementen
Zie pagina’s tussen ( ) voor meer details.
Recorder
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!º
!¡
!™
!£
!∞
!§
!¶
!•
!ª
@º
@¡
@™
@£
@¢
@∞
@§
!¢
1 END SEARCH toets (7)
2 REC indicator (14)
3 DISPLAY toets (14, 19)
4 Uitleesvenster (14, 19)
5 DC IN 3V aansluiting (achteraan) (6)
6 MODE toets (17)
7 =/+ (search/AMS) toets (7, 9)
8 LINE IN (OPTICAL) aansluiting (6, 11)
9 MIC (PLUG IN POWER) aansluiting
(12)
0 MIC SENS schakelaar (onderaan) (12)
!¡ LINE OUT aansluiting (20)
!™ DIGITAL MEGA BASS toets (18)
!£ p/CHARGE toets (7, 9, 27)
!¢ ( (weergave) toets (7, 9)
!∞ Batterijhouder (achteraan) (27)
!§ EDIT/ENTER toets (21)
!¶ AVLS schakelaar (onderaan) (18)
!• SYNCHRO REC (synchro-opname)
schakelaar (11)
!ª VOLUME +/– toets (9)
@º T MARK toets (21)
@¡ P (pauze) toets (7, 9)
@™ REC (opname) schakelaar (7)
@£ OPEN toets (6)
@¢ HOLD schakelaar (20)
@∞ CLOCK SET toets (onderaan) (16)
@§ 2(hoofdtelefoon)/REMOTE
aansluiting (8)
39-NL
Uitleesvenster
1
8
2
9
3
!º
4
!¡
5
!™
6
!£
7
1 Tekstvenster (14, 19)
Hierop verschijnen de namen van
discs en muziekstukken, de datum,
foutmeldingen, muziekstuknummers,
enz.
2 MONO (monaural) indicatie
3 Weergavestand-indicatie
Toont de wijze van weergave van de
MD.
4 SYNC (synchro-opname) indicatie
5 Disc-indicatie
Geeft aan dat de disc draait voor
opname, weergave of bewerking van
een MD.
6 REC-indicatie (7)
Licht op tijdens de opname. Wanneer
de melding knippert, is de recorder
standby voor opname.
7 AM/PM-indicatie (16)
Licht op bij tijdsaanduiding in het 12urensysteem.
40-NL
8 Mega bass-indicatie (18)
9 Batterij-indicatie (27)
Geeft de toestand van de batterij aan.
0 REMAIN (resterende tijd/
muziekstukken) indicatie (14, 19)
Licht op samen met de resterende tijd
van het muziekstuk, de resterende tijd
van de MD of het resterend aantal
muziekstukken.
!¡ REC DATE (opgenomen/huidige
datum) indicatie
Licht op samen met de datum en het
tijdstip waarop de MD werd
opgenomen. Wanneer ”DATE”
oplicht, verschijnen de huidige datum
en tijd.
!™ Tijd-indicatie (14, 19)
Toont de opnametijd, de huidige tijd,
de verstreken tijd van het muziekstuk
of de MD die wordt opgenomen of
afgespeeld.
!£ Volumemeter
Geeft het volume aan van de MD die
wordt afgespeeld of opgenomen.
Hoofdtelefoon met
afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
9
7
8
!º
!¡
1 Hoofdtelefoon
Kan worden vervangen door optionele
hoofdtelefoon
2 Stereo ministekker
3 p(stop) toets (7, 9)
4 Regelaar (9)
Zet op (•+ in de stopstand voor
weergave. Zet tijdens de weergave op
(•+ om het begin van het
volgende muziekstuk te zoeken; hou
de toets in deze stand om snel vooruit
te zoeken. Zet tijdens de weergave op
= om het begin van het vorige
muziekstuk te zoeken; hou de toets in
deze stand om terug te spoelen.
5 HOLD schakelaar (20)
Verschuiven om de
bedieningselementen van de
afstandsbediening te vergrendelen.
6 P (pauze) toets (7,9)
7 PLAY MODE toets (17)
8 DISPLAY toets (15, 19)
9 VOL (volume) +/– toetsen (9)
!º TRACK MARK toets (22)
!¡ Uitleesvenster (15, 19)
41-NL