Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Informatie
DE VERKOPER IS IN GEEN ENKEL
GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR
ENIGE DIRECTE OF INDIRECTE
SCHADE VAN WELKE AARD DAN
OOK, ONGEVALLEN, VERLIEZEN
OF ONKOSTEN DIE WORDEN
VEROORZAAKT DOOR EEN
DEFECT APPARAAT OF DOOR HET
GEBRUIK VAN WELK PRODUCT
DAN OOK.
Stel het apparaat niet bloot aan
regen of vocht, om brand en
elektrische schokken te
voorkomen.
Plaats het apparaat niet in een gesloten
ruimte, zoals een boekenrek of
ingebouwde kast.
Om brand te voorkomen mag u de
ventilatieopeningen van het apparaat niet
bedekken met kranten, kleedjes, gordijnen
e.d. Zet ook geen brandende kaarsen op
het apparaat.
Om brand en elektrische schokken te
voorkomen, mag u geen voorwerpen op
het apparaat neerzetten die met
vloeistoffen zijn gevuld, zoals
bloemenvazen.
Afgedankte batterijen dient u mee te
geven met het klein chemisch afval.
Neem voor meer informatie contact op
met uw gemeente.
LET OP! — ONZICHTBARE
LASERSTRALING INDIEN GEOPEND
VERMIJD BLOOTSTELLING AAN DE
LASERSTRAAL
2-NL
•
•
•
•
Het CE-merkteken geldt alleen
voor producten die worden
verkocht in de Europese Unie.
OpenMG en het bijbehorende logo zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
Amerikaanse en buitenlandse octrooien
onder licentie van Dolby Laboratories.
Alle andere handelsmerken en
gedeponeerde handelsmerken zijn
eigendom van hun respectievelijke
eigenaars.
De aanduidingen ™ en ® zijn in deze
handleiding weggelaten.
Deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend
bedoeld om de werking van de
draagbare MiniDisc-recorder duidelijk
te maken. Voor gegevens over het
gebruik van de geleverde software
(OpenMG Jukebox) verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
OpenMG Jukebox.
Mededelingen voor de
gebruiker
De meegeleverde software
• Krachtens het auteursrecht is het niet
toegestaan om zonder toestemming van
de houder van het auteursrecht, de
software en de bijbehorende handleiding
geheel of gedeeltelijke te
vermenigvuldiging of de software te
verhuren.
• SONY wijst elke aansprakelijkheid voor
financiële schade of winstderving af,
inclusief claims van derden,
voortvloeiend uit het gebruik van de
software die met deze recorder is
meegeleverd.
• Mochten er zich met betrekking tot deze
software problemen voordoen die
verband houden met productiefouten,
draagt SONY zorg voor vervanging.
SONY aanvaardt echter geen andere
verantwoordelijkheid of
aansprakelijkheid.
• De software die met deze speler wordt
meegeleverd, kan uitsluitend worden
gebruikt bij de apparatuur waarvoor
deze is ontworpen.
• Aangezien we voortdurend werken aan
de verbetering van onze producten,
kunnen de softwarespecificaties zonder
voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
• Als u deze speler bedient met andere
software dan de software die is
meegeleverd, wordt dat niet door de
garantie gedekt.
• Het geheel of gedeeltelijk
vermenigvuldigen van deze software en
de gebruiksaanwijzing, of het uitlenen
van deze software aan derden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van de
rechthebbende, wordt door het
auteursrecht ten strengste verboden.
• Sony kan op geen enkele wijze
aansprakelijk worden gesteld voor
geldelijke verliezen, winstderving of
aanspraken van derden, die voortvloeien
uit het gebruik van deze software.
• Mochten er productiefouten aan het
licht komen, dan beperkt de
aansprakelijkheid van Sony zich
evenwel altijd tot het vervangen van het NL
betreffende product.
• Deze software is specifiek ontworpen
voor het apparaat waarbij het is
meegeleverd.
• Sony behoudt zich het recht voor
softwarespecificaties te wijzigen zonder
voorafgaande aankondiging.
Programma © 2000 Sony Corporation
Documentatie © 2002 Sony Corporation
3-NL
Inhoud
Overzicht ........................................................... 8
De meegeleverde accessoires controleren ..............................................9
De bediening ................................................... 10
Voorbereidingen ............................................. 13
Meteen een MD opnemen!
(Synchroonopname) ........................................ 16
Muziekstukken overbrengen van de computer
naar de MiniDisc (Overdracht) ....................... 20
Meteen een MD afspelen! ............................... 22
Verschillende manieren van opnemen ........... 24
Opmerking over digitaal en analoog opnemen (Digitale en analoge
invoer) ..............................................................................................24
Analoog opnemen .................................................................................25
Langdurige opnamen maken (MDLP) ..................................................26
Als u niet wilt dat “LP:” automatisch aan het begin van een
muziekstuknaam wordt toegevoegd ................................26
Muziekstukken opnemen met de groepsfunctie
(Groepsmodusopname) ....................................................................27
De groepsmodus activeren (Groepsmodusopname) .......................28
Een muziekstuk opnemen in een nieuwe groep .............................29
Een muziekstuk opnemen in een bestaande groep .........................29
Opnemen zonder bestaand materiaal te overschrijven .........................29
Opnemen via een microfoon .................................................................30
Automatisch muziekstukmarkeringen toevoegen
(Automatische tijdmarkering) .........................................................31
Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opnemen) ..........32
De resterende opneemtijd controleren ..................................................33
4-NL
Verschillende manieren van afspelen ............ 35
Snel een bepaald muziekstuk of punt opzoeken (Snel zoeken) ........... 35
De groepsfunctie gebruiken (Groepsmodus) ....................................... 35
Muziekstukken in een bepaalde groep beluisteren
(Afspelen in Groepsmodus) ............................................ 35
Groepen selecteren en afspelen (Groepsselectiemodus) ................ 36
De afspeelstand wijzigen ..................................................................... 37
Een programma maken (Geprogrammeerd afspelen) .................... 38
De geluidskwaliteit regelen (Digitale geluidsvoorkeuren) .................. 39
De geluidskwaliteit selecteren ....................................................... 39
De geluidskwaliteit regelen ........................................................... 40
De resterende afspeeltijd of de afspeelpositie controleren ................... 41
Opgenomen muziekstukken bewerken .......... 43
Opnamen (opnieuw) benoemen ........................................................... 43
Opnamen benoemen ...................................................................... 44
Opnamen opnieuw benoemen ........................................................ 45
Muziekstukken of groepen als een nieuwe groep instellen
(Groepsinstelling) ........................................................................... 46
Een groepsinstelling opheffen .............................................................. 48
Opgenomen muziekstukken verplaatsen .............................................. 49
Een muziekstuk naar een andere groep verplaatsen ............................. 50
De groepsvolgorde op een disc wijzigen (Groepen
verplaatsen) ..................................................................................... 51
Een muziekstukmarkering toevoegen .................................................. 52
Een muziekstukmarkering wissen ........................................................ 52
Muziekstukken wissen ......................................................................... 53
Een muziekstuk wissen .................................................................. 53
De hele disc wissen ........................................................................ 54
Een groep wissen ........................................................................... 55
Andere functies .............................................. 56
Uw gehoor beschermen (AVLS) .......................................................... 56
De pieptoon uitschakelen ..................................................................... 57
De bediening vergrendelen (HOLD) .................................................... 58
Stroombronnen ............................................... 59
Gebruiksduur van de batterij ................................................................ 59
5-NL
Aanvullende informatie .................................. 60
Voorzorgsmaatregelen ..........................................................................60
Systeembeperkingen .............................................................................63
Verhelpen van storingen .......................................................................65
De menu’s .............................................................................................68
Meldingen .............................................................................................76
Technische gegevens ............................................................................79
Toelichting ............................................................................................80
Register .................................................................................................81
6-NL
Overzicht
Wat u allemaal met uw Net MD Walkman kunt doen
Met deze Walkman zet u digitale geluidsbestanden in een handomdraai over van uw
computer naar de MiniDisc, zodat u de muziek overal kunt beluisteren.
1 Digitale
EMD**diensten
AudioCD’s
Bestanden in MP3-,
WAV- en Windows
Media-formaat
geluidsbestanden op
uw computer
opslaan*.
2 De bestanden
overbrengen
naar de
MiniDisc
Walkman.
USB-kabelverbinding
3 Naar uw
MiniDisc
Walkman
luisteren.
* Met “OpenMG”, een copyright-beschermingstechnologie die voldoet aan de SDMI-normen
(Secure Digital Music Initiative), kunt u digitale muziek opnemen en afspelen zonder dat u
inbreuk maakt op de auteursrechten van de rechthebbenden.
** EMD is wereldwijd in slechts een beperkt aantal gebieden beschikbaar.
8-NL
• De opgenomen muziek is uitsluitend bestemd voor privé-gebruik. Als u de opnamen
buiten de privé-sfeer wilt gebruiken, hebt u toestemming nodig van de eigenaren van
het auteursrecht.
• Als het opnemen vanaf een CD of het downloaden mislukt waardoor er geen
muziekbestanden op uw computer worden opgeslagen, is Sony hiervoor niet
aansprakelijk.
Opmerkingen over het gebruik
In de volgende gevallen kan het gebeuren dat de opname niet op de juiste wijze wordt
afgesloten, of dat de opnamegegevens verloren gaan:
— u verwijdert de disc uit de recorder, ontkoppelt de netspanningsadapter of ontkoppelt
de USB-houder tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
— u gebruikt een disc die is blootgesteld aan statische elektriciteit of ruis.
De meegeleverde accessoires controleren
Meegeleverde accessoires
Oplaadbare nikkel-cadmiumbatterij NC-WMAA (1)
Netspanningsadapter (1)
Koptelefoon/oortelefoon met een afstandsbediening (1)
Oplaadsteun (1)
Verloopstekker (alleen model Tourist) (1)
Optische kabel (1)
USB-kabel (1)
CD-ROM (1)*
Houder voor batterijen (1)
Draagtasje met riemclip (1)
∗ Speel geen CD-ROM af in een audio-CD-speler.
9-NL
De bediening
De recorder
1
2
3
J
ENTER
CH
G
4
qa
qs
5
6
qd
qf
7
qg
qh
qj
8
9
A GROUP/CANCEL-toets
N Batterijcompartiment
B REC (opnemen)-schakelaar
O LINE IN (OPTICAL)-aansluiting
C Uitleesvenster
P MIC (PLUG IN POWER)-aansluiting
Er bevindt zich een voelbare punt links
van de MIC (PLUG IN POWER)aansluiting.
D OPEN-toets
E T MARK-toets
F VOL +/–-toets
De VOL +-toets heeft een voelbare punt.
G Aansluiting voor de oplaadsteun
H DC IN 3V-aansluiting
I END SEARCH-toets
J Bedieningstoets met 5 standen
X (pauzeren)-toets
./> (zoeken/AMS)-toets
ENTER/N* (afspelen)-toets
x (stoppen)/CHG (opladen)-toets
*De N-toets heeft een voelbare punt.
K MENU-toets
L HOLD-schakelaar
M USB-aansluiting
10-NL
Q i (koptelefoon/oortelefoon)-
aansluiting
Het uitleesvenster van de recorder
1
7
2 3 45
8
A Tekenvenster
B
C
D
E
F
Toont disc- en muziekstuknamen,
foutmeldingen, muziekstuknummers
enz.
SYNC-indicatie (synchroonopnemen)
Geluidsindicatie
REC-indicatie
Licht op tijdens het opnemen. Als
deze indicatie knippert, is de recorder
in de wachtstand.
Batterijniveau-indicatie
Toont bij benadering de toestand van
de batterij.
Disc-indicatie
Geeft aan of de disc draait voor het
opnemen, afspelen of bewerken van
een MD.
9
q;
qa
6
qs
G Tijdweergave
H Groepsindicatie
I
J
K
L
Licht op als de groepsmodus is
ingeschakeld.
Indicatie afspeelstand
Toont de afspeelstand van de MD.
Niveaumeter
Toont het geluidsvolume van de MD
die wordt afgespeeld of opgenomen.
REC REMAIN/REMAIN (resterende
tijd/muziekstukken)-indicatie
Licht op als de resterende tijd van het
muziekstuk, de resterende tijd op de
MD of het resterende aantal
muziekstukken wordt weergegeven.
Indicatie opnamestand (LP2/LP4/
MONO)
11-NL
De koptelefoon/oortelefoon met afstandsbediening
A B C DEF
G
N>
.
H
+
–
I
K
J
A DISPLAY-toets
H Bedieningsknop (VOL +/–)
B PLAY MODE-toets
Uittrekken en draaien om het volume
te regelen.
I Uitleesvenster
J HOLD-schakelaar
K x (stoppen)-toets
Afhankelijk van de functie die actief
is, kan deze toets worden gebruikt als
“Enter”-toets.
C RPT/ENT (herhalen/invoeren)-toets
D SOUND-toets
E Clip
F X (pauzeren)-toets
G Bedieningsknop (./N>)
N> : afspelen, AMS, FF
. : REW, AMS
Draaien of draaien en vasthouden
voor afspelen, vooruitzoeken,
terugzoeken enz.
Het uitleesvenster van de afstandsbediening
A
B
C
D
F
G
A Uitleesvenster muziekstuknummer
D Indicatie afspeelstand
B Tekenvenster
E Batterijniveau-indicatie
C Disc-indicatie
F REC-indicatie
G SOUND-indicatie
12-NL
E
Voorbereidingen
Laad de oplaadbare batterij op voordat u de recorder in gebruik neemt.
Als de oplaadbare batterij niet is opgeladen, kunt u de recorder alleen
gebruiken als de netspanningsadapter is aangesloten.
1 De oplaadbare batterij plaatsen.
E e
Schuif het deksel van het
batterijcompartiment
open.
Plaats de oplaadbare
batterij met de
minuszijde eerst.
Sluit het deksel.
De droge batterij gebruiken
Plaats een LR6-alkalinebatterij (AA-formaat) (niet meegeleverd) in plaats van een
oplaadbare batterij.
Opmerking
Laad een droge batterij niet op.
vervolgd
13-NL
2 De oplaadbare batterij opladen.
Naar een
stopcontact
Steek de
stekker
stevig in de
aansluiting.
Naar DC IN 3V
Netspanningsadapter
1
Sluit de netspanningsadapter aan op DC IN 3V.
2
Plaats de recorder op de oplaadsteun.
“Charging” knippert, e verschijnt op het uitleesvenster, en het opladen
begint. Als het opladen is voltooid, verdwijnt de batterij-indicatie.
Het duurt ongeveer 3 uur voordat een geheel lege oplaadbare batterij volledig
is opgeladen.
3
Haal de recorder van de oplaadsteun.
Opmerking
Soms begint de “Charging”-indicatie op het uitleesvenster niet onmiddellijk te knipperen nadat u de
recorder in stap 2. op de oplaadsteun hebt geplaatst. De indicatie begint in dat geval na ongeveer 3
minuten te knipperen, waarna het opladen begint.
3 De afstandsbediening aansluiten
en ontgrendelen.
1
Sluit de koptelefoon/oortelefoon via de
afstandsbediening aan op i.
2
Schuif HOLD in de richting van de pijl
(.) zoals afgebeeld om de
bediening te ontgrendelen.
HOLD
Stevig
aandrukken.
naar i
Stevig
aandrukken.
14-NL
z
U kunt de oplaadbare batterij ook opladen door
de meegeleverde netspanningsadapter
rechtstreeks op de recorder aan te sluiten.
Sluit de netspanningsadapter aan op DC IN 3V
op de recorder. Druk vervolgens op x/CHG
terwijl de recorder is gestopt.
“Charging” en e verschijnen op het
uitleesvenster, en het opladen begint. Het
opladen van een lege oplaadbare batterij duurt
ca. 3 uur. Het opladen is voltooid als e
verdwijnt. De oplaadtijd is afhankelijk van de
toestand van de batterij.
Opmerkingen
• De meegeleverde oplaadsteun kan uitsluitend
bij deze recorder worden gebruikt. Alle andere
modellen kunnen hiermee niet worden
opgeladen.
• Gebruik de recorder niet om andere batterijen
op te laden dan de meegeleverde batterij of
batterijen die voor deze recorder zijn bedoeld
(NC-WMAA).
• De oplaadsteun en de batterij worden heet
tijdens het opladen. Dit brengt echter geen
gevaar met zich mee.
• Gebruik de meegeleverde netspanningsadapter.
• Als u de batterij voor de eerste keer laadt of
een lange tijd niet gebruikt hebt, kan het zijn
dat de batterij niet volledig wordt opgeladen.
Dit is een normaal verschijnsel. De batterij
krijgt zijn normale laadcapaciteit terug na
enkele keren te zijn gebruikt en herladen.
• Als de tijd die een volledig geladen
oplaadbare batterij meegaat ongeveer is
gehalveerd ten opzicht van de normale tijd
dient u de batterij te vervangen.
• Als de recorder langere tijd niet gebruikt gaat
worden, dient u de netspanningsadapter uit het
stopcontact te halen en de recorder uit de
oplaadsteun te nemen.
• Als de recorder tijdens gebruik plotseling
stopt en de melding “LOW BATT” op het
uitleesvenster verschijnt, dient u de
oplaadbare batterij op te laden. Als “LOW
BATT” verschijnt, kunt u de recorder vaak
nog enige tijd gebruiken. Wanneer u echter de
recorder blijft gebruiken totdat de oplaadbare
batterij geheel is uitgeput, kan het gebeuren
dat de batterij niet meer oplaadt als u de
recorder op de oplaadsteun plaatst. In een
dergelijk geval neemt u de batterij eenmaal uit
de recorder en plaatst u de batterij terug
voordat u de recorder op de oplaadsteun
plaatst.
• Als u een batterij oplaadt, dient u de volgende
punten in acht te nemen:
—Als u op x/CHG drukt, onmiddellijk nadat
het opladen is voltooid, begint het opladen
opnieuw. Als dat gebeurt, drukt u nogmaals
op x/CHG om het opladen te stoppen,
aangezien de batterij al volledig is
opgeladen.
—Het opladen wordt beëindigd als u probeert
de recorder tijdens het opladen te bedienen.
Gebruiksduur van de batterij
Zie (“Gebruiksduur van de batterij”,
pagina 59) voor bijzonderheden.
Tijdens het opnemen
(Eenheid: uren bij benadering)
Batterijen
SPLP2- LP4stereo stereo stereo
Oplaadbare
nikkelcadmiumbatterij
(NC-WMAA)
4
Sony LR6 (SG) 9
Droge alkalinebatterij
6
7,5
13
16
Tijdens het afspelen
(Eenheid: uren bij benadering)
Batterijen
SPLP2- LP4stereo stereo stereo
Oplaadbare
nikkelcadmiumbatterij
(NC-WMAA)
15
16
20
Sony LR6 (SG) 42
Droge alkalinebatterij
48
56
15-NL
Meteen een MD opnemen!
(Synchroonopname)
In dit hoofdstuk wordt de basisprocedure uitgelegd voor het maken
van digitale opnamen via een optische kabel die is aangesloten op een
CD-speler, digitale tv of een ander digitaal apparaat. (Zie voor verdere
gegevens “Systeembeperkingen” (pagina 63).) Tijdens synchroon
opnemen start en stopt de recorder gelijktijdig met de geluidsbron. Als
er in de geluidsbron muziekstukmarkeringen voorkomen worden deze
meegekopieerd. We raden u aan om tijdens het opnemen gebruik te
maken van de netspanningsadapter.
Zie “Analoog opnemen” (pagina 25) voor het maken van opnamen vanaf een analoge
geluidsbron, zoals een cassettedeck of radio.
Zie “Muziekstukken opnemen met de groepsfunctie (Groepsmodusopname)” (pagina 27)
voor het maken van opnamen in de groepsmodus.
1 Plaats een MD.
1
Druk op OPEN om het deksel te openen.
2
Plaats een MD met het label naar
boven en druk op het deksel om het te
sluiten.
Let erop dat het
wispreventienokje gesloten
is.
16-NL
2 Maak verbinding. (Sluit de kabels goed
aan op de daarvoor bestemde aansluitingen)
naar
een
stopcontact
CD-speler, MDspeler, DVDspeler enz.
Draagbare
CD-speler
enz.
naar een digitale (optische) uitgang
Netspanningsadapter
Optische
stekker
Optische ministekker
Optische
kabel POC15B* enz.
naar LINE IN (OPTICAL)
naar DC IN 3V
∗ Zie “Verkrijgbare accessoires” (pagina 79).
3 Een MD opnemen.
REC
x/N/
./ >/
X/ENTER
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “SYNC ON” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op ENTER.
MENU
4
Druk op REC en schuif deze knop naar
rechts.
De recorder pauzeert en is nu gereed
voor opnemen.
5
Speel de CD of de cassette af die u
wenst op te nemen.
De recorder begint automatisch met
opnemen zodra deze het afgespeelde
geluid ontvangt.
END SEARCH
1
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
De menu-items verschijnen op het
uitleesvenster.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “SYNC REC” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
17-NL
Druk op x om het opnemen te stoppen.
Als u op x hebt gedrukt om te stoppen, schakelt de recorder na ca. 10 seconden automatisch uit (bij
gebruik van batterijen) of na ca. 3 minuten (bij gebruik van de netspanningsadapter).
Synchroonopnemen annuleren
Druk enkele malen op . of > totdat in stap 3 “SYNC OFF” op het uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op ENTER.
Opmerking
Als u opneemt op een disc die reeds opnamen bevat, houd er dan rekening mee dat de
recorder bij aflevering zo is ingesteld, dat het bestaande materiaal volledig wordt
overschreven. Als u vanaf het einde van het bestaande materiaal wilt opnemen, volg
dan de procedure “ Opnemen zonder bestaand materiaal te overschrijven” (pagina 29),
voordat u stap 3, “ Een MD opnemen.” (pagina 17) uitvoert.
Om dit te doen
Drukt u hierop
Opnemen vanaf het eind van
het huidige materiaal1)
Als “REC-Posi” (de startpositie-instelling van de
opname) is ingesteld op “From Here”, druk dan op END
SEARCH, en druk en schuif REC naar rechts.1)
Als “REC-Posi” is ingesteld op “From End”, druk en
schuif dan REC naar rechts.
Opnemen vanaf een bepaald
punt in de vorige opname1)
N, . of > om het startpunt van de opname te
vinden en op x om te stoppen. Druk vervolgens op REC
en schuif deze knop naar rechts.
Pauzeren
X2).
Druk nogmaals op X om de opname te hervatten.
De MD verwijderen
x en open het deksel.3) (Het deksel gaat niet open zolang
“TOC Edit” op het uitleesvenster knippert.)
1) Als
“REC-Posi” is ingesteld op “From End”, wordt er altijd opgenomen vanaf het einde van het
bestaande materiaal. U hoeft dus niet eerst op de END SEARCH-toets te drukken (pagina 29).
2) Als u nogmaals op X drukt om na de pauze de opname te hervatten, wordt een muziekstukmarkering
toegevoegd. Hierdoor wordt de rest van het muziekstuk als een nieuw muziekstuk aangemerkt.
3) Als u het deksel opent terwijl “REC-Posi” is ingesteld op “From Here”, begint het opnemen de
volgende keer bij het begin van de disc. Controleer op het uitleesvenster het startpunt van de opname.
Als het opnemen niet begint
• Zorg ervoor dat de recorder niet is vergrendeld (pagina 14, 58).
• Zorg ervoor dat de MD niet is beveiligd tegen opnemen (pagina 14, 61).
• Bij voorbespeelde MD’s is het niet mogelijk om over de muziekstukken op te nemen.
18-NL
DSP TYPE-R voor ATRAC
“TYPE-R” is een hoogwaardige Sonytechnologie die wordt gebruikt in de Digital
Signal Processor (DSP), die het hart vormt van
het MiniDisc-geluid. Deze technologie geeft de
MiniDisc-recorder tweemaal zoveel signaalverwerkingscapaciteit als eerdere MiniDisc
Walkman-modellen, met een geluidskwaliteit
die bijna net zo goed is als die van MiniDiscdecks. Dit apparaat ondersteunt de “TYPE-R”functie alleen tijdens opnemen of afspelen in de
normale stereostand (of in de monostand). In de
MDLP-stand wordt deze functie niet
ondersteund. Ook als er in de normale
stereostand (of in de monostand) met behulp
van OpenMG Jukebox geluidsbestanden
worden overgebracht van de computer, wordt
deze functie niet ondersteund
Opmerkingen
• Tijdens synchroonopnamen is het niet
mogelijk om de pauzefunctie handmatig in of
uit te schakelen. Druk op x om het opnemen
te beëindigen.
• Wijzig de SYNC REC-instelling niet tijdens
het opnemen. De opname kan dan mislukken.
• Zelfs wanneer de geluidsbron geen opgenomen
geluid meer produceert, kan het zijn dat er
tijdens de synchroonopname niet automatisch
wordt gepauzeerd als gevolg van ruis die door de
geluidsbron wordt uitgezonden.
• Als tijdens een synchroonopname een stil
gedeelte van ongeveer 2 seconden wordt
gedetecteerd, afkomstig van een geluidsbron
anders dan een CD of een MD, wordt er
automatisch een muziekstukmarkering
toegevoegd op het punt waar het stille
gedeelte eindigt.
• Een synchroonopname kan niet worden
uitgevoerd bij gebruik van een andere
aansluitkabel dan een optische kabel, of
wanneer de kabel is aangesloten op de MIC
(PLUG IN POWER)-aansluiting.
• Het is niet mogelijk om tijdens het opnemen
de opnamestand te wijzigen.
• “Data Save” of “TOC Edit” knippert terwijl de
gegevens van de opname (de begin- en
eindpunten van het muziekstuk en dergelijke)
worden opgeslagen. Beweeg de recorder niet
en schakel ook de stroomvoorziening niet uit
zolang de indicator op het uitleesvenster
knippert.
• Het deksel gaat niet open zolang “TOC Edit”
op het uitleesvenster staat.
• Als de stroomvoorziening wordt onderbroken
(d.w.z. de batterij wordt verwijderd of raakt
leeg, of de netspanningsadapter wordt
losgekoppeld) tijdens een opname of een
bewerking, of terwijl “TOC Edit” op het
uitleesvenster staat, kan het deksel niet
worden geopend tot de stroomvoorziening is
hersteld.
• U kunt alleen digitale opnamen maken vanaf
een optische uitgang.
• Als u opneemt van een draagbare CD-speler,
zet de CD-speler dan in de pauzestand en volg
de opnameprocedure op de recorder.
• Let op het volgende als u opneemt van een
draagbare CD-speler:
—Sommige draagbare CD-spelers kunnen
geen digitaal uitgangssignaal produceren
wanneer de netspanningsadapter niet is
aangesloten. Sluit in zo’n geval de
netspanningsadapter aan op de draagbare
CD-speler om netspanning als stroombron
te gebruiken.
—Bij sommige draagbare CD-spelers wordt
geen optisch signaal uitgevoerd als er een
stabiliseerfunctie als ESP* of GPROTECTION is ingeschakeld. Schakel in
zo’n geval de stabiliseerfunctie uit.
∗ Electronic Shock Protection (elektronische
bescherming tegen schokken)
z
• Wanneer er tijdens de synchroonopname meer
dan 3 seconden geen geluid wordt ontvangen,
schakelt de recorder automatisch over naar de
wachtstand. Zodra de speler weer geluid
produceert, hervat de recorder de
synchroonopname. Als de recorder 5 minuten
of langer in de wachtstand staat, stopt de
recorder automatisch.
• Als u langere opnamen wilt maken, volg dan
stap 1 van “Langdurige opnamen maken
(MDLP)” (pagina 26) om de opnamestand te
selecteren, en volg daarna de procedure voor
synchroonopnemen.
• LINE IN (OPTICAL) is een aansluiting die
geschikt is voor zowel digitale als analoge
invoer. De recorder herkent automatisch het
gebruikte kabeltype en schakelt over op
digitale of analoge invoer.
• Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. Zie “Het opnameniveau met de
hand regelen (Handmatig opnemen)”
(pagina 32) als u het opnameniveau
handmatig wilt instellen.
• Tijdens de opname kunt u het geluid
controleren. Sluit de meegeleverde
koptelefoon/oortelefoon via de
afstandsbediening aan op i en druk op VOL
+/– om het geluidsvolume te regelen. Dit heeft
geen invloed op het opnameniveau.
19-NL
Muziekstukken overbrengen van de
computer naar de MiniDisc (Overdracht)
1 Installeer de meegeleverde OpenMG
Jukebox-software op uw computer.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de OpenMG Jukebox voor meer informatie.
Opmerking
Wanneer u de recorder voor het eerst op uw computer aansluit, dient u de “OpenMG Jukeboxsoftware” en het “Net MD-stuurprogramma” vanaf de meegeleverde CD-ROM te installeren. Als
OpenMG Jukebox reeds is geïnstalleerd, moet u eerst het Net MD-stuurprogramma installeren en
pas daarna de recorder op de computer aansluiten. Als u de recorder op de computer aansluit
voordat u het Net MD-stuurprogramma installeert, werkt de recorder niet goed.
2 Maak verbinding.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de OpenMG Jukebox voor meer informatie.
Naar een stopcontact
Naar de USB-aansluiting
van de recorder.
Netspanningsadapter
1
2
3
4
USB-kabel
Plaats een disc in de recorder.
Naar de USB-aansluitin
van de computer.
Plaats een geladen oplaadbare batterij in de recorder.
Sluit de netspanningsadapter aan op de recorder.
Open het kapje van de USB-aansluiting en sluit de recorder via de meegeleverde USBkabel aan op uw computer.
Opmerkingen
• Sluit de recorder via de netspanningsadapter aan op een stopcontact.
• Deze recorder ondersteunt USB 2.0 Full Speed (voorheen USB 1.1).
• Als u deze recorder aanluit via een USB-hub of een USB-verlengkabel, wordt de juiste werking niet
gegarandeerd. Zorg dat u een USB-kabel gebruikt.
• Sluit slechts één MD-recorder tegelijk aan op uw computer. Bij gebruik van meerdere recorders is
normale werking niet gegarandeerd.
z
In stap 3 kunt u de recorder ook op de netspanningsadapter aansluiten door de recorder op de
oplaadsteun te plaatsen.
20-NL
3 Neem audiogegevens op in de
OpenMG Jukebox.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de OpenMG Jukebox voor meer informatie.
Als de recorder is aangesloten op uw computer, wordt het uitleesvenster van de
recorder weergegeven zoals hieronder is afgebeeld.
4 Breng het muziekbestand over
naar de recorder (Overdracht).
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de OpenMG Jukebox voor meer informatie.
Opmerkingen
• Als de VOL +/– -recorder is aangesloten op de computer, kunt u alleen de VOL +/– -toetsen
op de recorder en de SOUND-toets op de afstandsbediening gebruiken.
• Om te voorkomen dat er opnamemateriaal verloren gaat, dient u ervoor te zorgen u de
recorder tijdens de overdracht van een muziekstuk niet aanraakt. Verder mogen tijdens de
overdracht de netspanningsadapter of de USB-kabel niet worden losgekoppeld.
• Zolang de recorder is aangesloten op uw computer, kunt u het deksel tijdens de bewerkingen
niet openen.
21-NL
Meteen een MD afspelen!
1 Plaats een MD.
1
Druk op OPEN om het deksel te openen.
2
Plaats een MD met het label naar
boven en druk op het deksel om het te
sluiten.
2 Een MD afspelen.
VOL +/–
x/N/./
>/X
Bedieningsknop
x
1
22-NL
Druk op N op de recorder.
Draai de bedieningsknop op de
afstandsbediening naar N>.
Via de koptelefoon/oortelefoon is een
korte pieptoon te horen.
2
Druk op VOL +/– om het volume te
regelen.
Trek de bedieningsknop op de
afstandsbediening uit en draai er aan.
Het volume wordt op het uitleesvenster
weergegeven. Als u het volume hebt
geregeld, drukt u de bedieningsknop
weer in.
Om het afspelen te stoppen,
drukt u op x.
Via de koptelefoon/oortelefoon is een lange
pieptoon te horen.
Als u op de recorder op x of op de afstandsbediening op x hebt gedrukt om te stoppen,
schakelt de recorder na ca. 10 seconden
automatisch uit (bij gebruik van batterijen) of
na ca. 3 minuten (bij gebruik van de
netspanningsadapter).
Het afspelen begint vanaf het punt waar u het
laatst met afspelen bent opgehouden. Als u wilt
afspelen vanaf het begin van de disc, druk dan
ten minste 2 seconden op N op de recorder, of
draai de bedieningsknop op de
afstandsbediening naar N> en houd deze
daar ten minste 2 seconden vast.
Om dit te doen
Bediening via de
recorder
Zoeken naar het begin Druk op ..
van het huidige of een Druk enkele malen op .
vorig muziekstuk1)
totdat u aan het begin van het
gewenste muziekstuk bent.
Zoeken naar het begin
van het volgende
muziekstuk2)
Terugzoeken tijdens
het afspelen
Vooruitzoeken tijdens
het afspelen
Pauzeren
De MD verwijderen
Druk eenmaal op >.
Druk op . en houd deze
toets ingedrukt.
Druk op > en houd deze
toets ingedrukt.
Druk op X.
Druk nogmaals op X om het
afspelen te hervatten.
Druk op x, en open het
deksel.3)
Bediening via de
afstandsbediening
Draai de bedieningsknop naar
.. Draai de bedieningsknop
enkele malen naar . tot u het
begin van het gewenste
muziekstuk bereikt.
Draai de bedieningsknop naar
N>.
Draai de bedieningsknop naar
. en houd deze vast.
Draai de bedieningsknop naar
N> en houd deze vast.
Druk op X.
Druk nogmaals op X om het
afspelen te hervatten.
Druk op x en open het deksel.
1) Als
u tweemaal drukt op . tijdens het afspelen van het eerste muziekstuk op de disc, gaat de
recorder naar het begin van het laatste muziekstuk op de disc.
2) Als u tijdens het laatste muziekstuk van de disc op > drukt, gaat de recorder naar het begin van het
eerste muziekstuk van de disc.
3) Zodra u het deksel opent, wordt het startpunt voor afspelen gewijzigd in het begin van het eerste
muziekstuk.
Als het afspelen niet begint
Opmerking
Zorg ervoor dat de speler niet is vergrendeld
(pagina 58).
Als zich tijdens het bedienen van de recorder
een van de volgende gevallen voordoet, kan het
deksel pas weer worden geopend nadat de
stroomvoorziening is hersteld.
• De batterij is verwijderd.
• De recorder is uit de oplaadsteun verwijderd
zonder dat er een oplaadbare batterij is
geplaatst.
• De netspanningsadapter is losgekoppeld.
• De batterij raakt leeg.
Het overslaan van geluid
onderdrukken (G-PROTECTION)
De G-PROTECTION-functie is ontwikkeld om
een hoger schokbestendigheidsniveau te bieden
dan de bestaande spelers.
Opmerking
In de volgende gevallen kan het geluid tijdens
het afspelen overslaan:
• de recorder wordt onafgebroken aan sterke
schokken blootgesteld.
• er wordt een vuile of bekraste MiniDisc
afgespeeld.
z
• De juiste afspeelstand wordt automatisch
ingesteld (stereo, LP2-stereo, LP4-stereo of
mono).
• Zie “De groepsfunctie gebruiken
(Groepsmodus)” (pagina 35) als u uitsluitend
muziekstukken in een bepaalde groep wilt
afspelen.
23-NL
Verschillende manieren van opnemen
Opmerking over digitaal en analoog opnemen
(Digitale en analoge invoer)
De ingang van deze recorder werkt zowel digitaal als analoog. Sluit de recorder aan op een
CD-speler of een cassettedeck via de digitale (optische) ingang of de analoge (lijn)ingang.
Zie “Meteen een MD opnemen! (Synchroonopname)” (pagina 16) voor het opnemen via de
digitale (optische) ingang, en “Analoog opnemen” (pagina 25) voor het opnemen via de
analoge (lijn)ingang.
Het verschil tussen een digitale (optische) ingang en een analoge
(lijn)ingang
Verschil
Geschikte
bron
Digitale (optische) ingang
Apparatuur met een digitale (optische)
uitgang (CD-speler, DVD-speler enz.)
Geschikte
aansluitkabel
Signaal van
de bron
Optische kabel (met een optische
stekker of een optische ministekker)
(pagina 17)
Digitaal
Muziekstukmarkeringen1)
Worden automatisch gemarkeerd
(gekopieerd)
• op dezelfde posities als in de bron
(als de bron een CD of een MD is).
• als er meer dan 2 seconden geen
(pagina 80) of een zwak signaal
wordt doorgegeven (als de bron geen
CD of MD is).
• als de recorder pauzeert (tijdens een
synchroonopname wordt er
gedurende 3 seconden geen geluid
gedetecteerd).
Opgenomen Gelijk aan de bron.
geluidsKan ook handmatig worden geregeld
niveau
(Digitale REC-niveauregeling) (“Het
opnameniveau met de hand regelen
(Handmatig opnemen)”, pagina 32).
Analoge (lijn)ingang
Apparatuur met een analoge
(lijn)uitgang (cassettedeck, radio,
platenspeler enz.)
Lijnkabel (met 2 audiostekkers
of een stereoministekker)
(pagina 25)
Analoog
Zelfs als hier een digitale bron
(zoals een CD) hier is
aangesloten, wordt een analoog
signaal naar de recorder
verzonden.
Worden automatisch gemarkeerd
• Als er meer dan 2 seconden
geen signaal wordt
doorgegeven (pagina 80) of bij
een segment met laag
opnameniveau.
• als de recorder pauzeert tijdens
het opnemen.
Automatisch geregeld. Kan ook
handmatig worden geregeld
(“Het opnameniveau met de hand
regelen (Handmatig opnemen)”,
pagina 32).
1) Na
het opnemen kunt u overbodige markeringen wissen. (“Een muziekstukmarkering wissen”,
pagina 52).
Opmerking
Muziekstukmarkeringen kunnen foutief worden gekopieerd:
• als u via de digitale (optische) ingang opneemt van bepaalde CD-spelers of CD-wisselaars.
• als de bron tijdens het opnemen via de digitale (optische) ingang gebruikmaakt van Shuffle- of
Geprogrammeerd afspelen. Speel in dat geval af in de normale afspeelstand.
• als u via de digitale (optische) ingang opnamen maakt van uitzendingen met digitaal geluid (bijv. van
een digitale tv).
24-NL
Analoog opnemen
Het geluid wordt als analoog signaal
verzonden vanaf het aangesloten
apparaat, maar wordt digitaal op de disc
opgeslagen.
Als u de recorder wilt aansluiten op een
geluidsbron, hebt u een apart verkrijgbare
lijnkabel nodig. Als u deze kabel aansluit,
zorg er dan voor dat u de stekkers stevig
aandrukt.
CD-speler,
cassettedeck enz.
1
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
De REC-indicatie licht op op het
uitleesvenster en het opnemen begint.
2
Speel de bron af waar u een opname
van wenst te maken.
Meer informatie over opnemen vindt
u in “Meteen een MD opnemen!
(Synchroonopname)” (pagina 16).
z
LINE IN (OPTICAL) is een aansluiting die
geschikt is voor zowel digitale als analoge
invoer.
De recorder herkent automatisch het gebruikte
kabeltype en schakelt over op digitale of
analoge invoer.
Opmerking
naar LINE OUT-aansluitingen enz.
R (rood)
L
(wit)
Als u een opname wilt onderbreken, drukt u op
X. Op dat punt wordt een muziekstukmarkering toegevoegd zodra u nogmaals op X
drukt om het opnemen te hervatten. De opname
wordt voortgezet als een nieuw muziekstuk.
Lijnkabel*
REC
naar LINE IN
(OPTICAL)
∗ Gebruik de aansluitkabels zonder een
signaalverzwakker. Gebruik de RK-G136kabel om een draagbare CD-speler met een
aansluiting voor stereoministekkers aan te
sluiten. Zie “Verkrijgbare accessoires”
(pagina 79) voor meer informatie over het
aansluiten van de kabels.
25-NL
Langdurige opnamen
maken (MDLP)
Selecteer een opnamestand die overeenkomt met de door u gewenste opnametijd.
U kunt 2 keer (LP2) of 4 keer (LP4)
langer dan normaal stereo-opnamen
maken. Verder is het mogelijk om met 2
keer de normale opnametijd in mono op te
nemen.
MD’s die in mono, LP2 of LP4 zijn
opgenomen, kunnen alleen worden
afgespeeld op MD-spelers of
-recorders die zijn voorzien van
een mono-, LP2- of LP4afspeelstand.
ENTER/
./>
MENU
REC
1
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “REC MODE” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
3
Druk enkele malen op . of >
om de gewenste opnamestand te
kiezen en druk vervolgens op
ENTER.
Telkens als u op . of > drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt:
Opnamestand1)
Uitleesvenster
Uitleesvenster
Opnametijd3)
Mono2)
MONO
Ca. 160 min.
1) U
bereikt de beste geluidskwaliteit als u
opneemt in de normale stereostand (SP) of in
de LP2-stand.
2) Als u een mono-opname maakt van een
stereobron, worden de geluiden van links en
rechts gemengd.
3) Als u een onbespeelde MD van 80 minuten
gebruikt.
4
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
5
Speel de bron af waarvan u een
opname wenst te maken.
Druk op x om het opnemen te
stoppen.
Wanneer u de volgende keer een opname
maakt, gebruikt de recorder de vorige
instelling van de opnamestand.
Als u niet wilt dat “ LP:”
automatisch aan het begin
van een muziekstuknaam
wordt toegevoegd
Als “LP:” aan het begin van een
muziekstuknaam is toegevoegd, wordt
“LP:” weergegeven zodra wordt
geprobeerd de disc af te spelen of te
bewerken op een apparaat dat MDLP niet
ondersteunt. Het uitleesvenster laat u dan
weten dat het afspelen of bewerken van
het muziekstuk op het betreffende
apparaat niet mogelijk is. Bij aflevering is
de recorder zo ingesteld dat “LP:”
(“Stamp ON”) aan het begin van iedere
muziekstuknaam wordt toegevoegd.
Opnametijd3)
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “OPTION” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
SP-stereo
SP
Ca. 80 min.
LP2-stereo
LP2
Ca. 160 min.
LP4-stereo
LP4
Ca. 320 min.
26-NL
Opnamestand1)
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “LP Stamp” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “Stamp OFF” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Als u wilt dat “LP:” wordt toegevoegd,
selecteert u “Stamp ON” in deze stap
waarna u op ENTER drukt.
Opmerking
“LP:” wordt toegevoegd aan muziekstukken die
in LP-stereo vanaf uw computer worden
overgezet, ongeacht de “LP Stamp”-instelling.
Als u “LP:” wenst te wissen, volgt dan de
procedure “Opnamen opnieuw benoemen”
(pagina 45).
z
• Audioapparaten die de LP2- of LP4stereostanden ondersteunen, zijn voorzien van
de logo’s
of
.
• Als u de recorder zo instelt dat “LP:” niet aan
het begin van de muziekstuknaam wordt
toegevoegd, kunt u langere muziekstuknamen
invoeren, omdat u dan de volledige lengte van
de tekenreeks voor dit doel kunt benutten
(pagina 43).
• U krijgt bij het opnemen in de SP-stereostand
(of in mono) een geluid van hoge kwaliteit
met rijke tonen dankzij de nieuw ontwikkelde
DSP TYPE-R voor ATRAC (Adaptive
TRansform Acoustic Coding) (pagina 19).
Opmerkingen
• We raden u aan om bij het maken van
langdurige opnamen gebruik te maken van de
netspanningsadapter.
• Als u probeert een MD af te spelen die is
opgenomen in de LP2- of LP4-stand op een
MD-speler of -recorder die deze standen niet
ondersteunt, wordt het afspelen niet gestart en
verschijnt “LP:” op het uitleesvenster.
• Geluid dat is opgenomen via digitale
(optische) invoer, kan in stereo worden
beluisterd via de koptelefoon/oortelefoon,
enz.
• Als u opneemt in de LP4-stereostand, kan het
in zeer zeldzame gevallen voorkomen dat er
bij bepaalde geluidsbronnen een kortstondig
bijgeluid wordt geproduceerd. Dit wordt
veroorzaakt door de speciale digitale
audiocompressietechnologie, waardoor u 4
keer langer kunt opnemen dan normaal. Als
dit bijgeluid wordt geproduceerd, raden wij u
aan op te nemen in de normale stereostand of
in de LP2-opnamestand om zo een betere
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Muziekstukken
opnemen met de
groepsfunctie
(Groepsmodusopname)
Wat is de groepsfunctie
(Groepsmodus)?
Dit is een functie waarmee u een aantal
muziekstukken op een disc kunt
groeperen, zodat u deze apart kunt
afspelen, opnemen of bewerken.
Als de Groepsmodus op OFF staat.
Disc
Muziekstuknummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Als de Groepsmodus op ON staat.
Disc
Groep 1
Groep 2
Muziekstuknummer
Muziekstuknummer
1 2 3
1 2
Groep 3
Muziekstuknummer
1 2 3 4
Met deze functie kunt u eenvoudig
meerdere CD-albums die zijn opgenomen
in de MDLP-stand (LP2-stereo of LP4stereo), op een enkele MD beheren. U
kunt maximaal 99 groepen op een disc
aanmaken.
27-NL
Hoe worden de
groepsgegevens opgenomen?
Als u opneemt in de groepsmodus,
worden de groepsgegevens automatisch
opgeslagen in het gebied waar ook de
discnaam wordt opgeslagen.
Deze gegevens bestaan uit tekenreeksen
die zijn opgebouwd volgens onderstaand
voorbeeld.
1
3
2
GROUP
END SEARCH
Opnamegebied discnaam
Voorbeeld
1
2
DISPLAY
3
Discnaam: “Favorites”
Groepsnaam voor muziekstukken
1 t/m 5: “Rock”
Groepsnaam voor muziekstukken
6 t/m 9: “Pops”
Vandaar dat bovenstaande tekenreeks in
zijn geheel als discnaam wordt weergegeven als u een MD die in de groepsmodus is opgenomen, in een systeem
laadt dat de groepsmodus niet ondersteunt, of als u de inhoud van een disc op
deze recorder probeert te bewerken terwijl
de groepsmodus is uitgeschakeld.
U kunt de tekenreeks wijzigen door
de procedure “ Opnamen opnieuw
benoemen” in “ Opnamen
(opnieuw) benoemen” (pagina 43)
te volgen. Denk eraan dat u de
groepsfunctie voor die MD
waarschijnlijk niet langer kunt
gebruiken als u deze tekenreeks
per ongeluk overschrijft.
Bedieningsknop
• De instellingen voor de groepsfunctie worden
ook opgeslagen als u de MD eruit haalt of als
u de recorder uitschakelt.
• In de groepsmodus rekent de recorder alle
muziekstukken zonder groepsinstellingen toe
aan de laatste groep op de disc. De laatste
groep wordt op het uitleesvenster van de
recorder weergegeven als “Group --”. Binnen
een groep worden de muziekstukken
weergegeven in de volgorde zoals ze op de
disc staan; niet in de volgorde die ze binnen de
groep hebben.
x
De groepsmodus activeren
(Groepsmodusopname)
Als u muziekstukken in de groepsmodus
wilt opnemen moet u eerst de
groepsmodus inschakelen voordat u met
opnemen begint.
Op de recorder
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“
” licht op en de groepsmodus is
ingeschakeld.
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP om de groepsmodus te
annuleren.
Opmerkingen
28-NL
./>
REC
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai aan de bedieningsknop totdat
“GROUP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
3
Draai aan de bedieningsknop totdat
“GROUP ON” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
“G” licht op op het uitleesvenster.
Selecteer in deze stap “GROUP OFF”
om de groepsmodus te annuleren.
Een muziekstuk opnemen in
een nieuwe groep
• Deze functie kan uitsluitend via de
recorder zelf worden uitgevoerd.
• Schakel de groepsmodus in.
1
Druk op END SEARCH als de
recorder is gestopt.
2
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
3
Speel de geluidsbron af.
Stoppen met opnemen
Druk op x. Het materiaal dat reeds was
opgenomen voordat u op x drukte, wordt
ingevoerd als nieuwe groep.
Een muziekstuk opnemen in
een bestaande groep
• Deze functie kan uitsluitend via de
recorder zelf worden uitgevoerd.
• Schakel de groepsmodus in.
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
1
Druk op GROUP.
“
” knippert op het uitleesvenster
en u kunt rechtstreeks een groep
selecteren (Groepsselectiemodus)
(pagina 36).
2
Druk binnen 5 seconden enkele
malen op . of > totdat de
groep verschijnt waarin u het
muziekstuk wenst onder te brengen.
“
” knippert en blijft na enige tijd
op het uitleesvenster stilstaan.
3
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
4
Speel de geluidsbron af.
Het nieuwe muziekstuk is na het
bestaande materiaal geplaatst.
Opmerkingen
• Zelfs als “REC-Posi” is ingesteld op “From
Here”, worden nieuw opgenomen
muziekstukken na de bestaande
muziekstukken in de opgegeven groep
ingevoegd, zonder dat daarbij het bestaande
materiaal wordt overschreven.
• Als er binnen 5 seconden niets gebeurt, wordt
in stap 2 de Groepsselectiemodus automatisch
uitgeschakeld. Als u de procedure wilt
voortzetten, voer dan stap 1 nogmaals uit.
z
Als u een muziekstuk dat wordt afgespeeld, aan
een groep wenst toe te voegen, dient u het
afspelen van het muziekstuk eerst te stoppen.
Daarna volgt u de procedure vanaf stap 3.
Opnemen zonder
bestaand materiaal te
overschrijven
Volg onderstaande procedure als u wilt
vermijden dat de huidige inhoud van een
MD wordt overschreven. Al het nieuwe
materiaal wordt dan opgenomen vanaf het
eind van de bestaande inhoud. Bij
aflevering is de recorder zo ingesteld dat
bestaand materiaal wordt overschreven.
ENTER/
./>
MENU
1
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “OPTION” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens
op ENTER.
vervolgd
29-NL
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “REC-Posi” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “From End” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Opnemen via een
microfoon
Stereomicrofoon*
REC
Het opnemen starten vanaf
het huidige punt
Selecteer “From Here” in stap 4.
z
Als u voorlopig niet over bestaand materiaal
wilt opnemen, drukt u vóór het begin van de
opname op END SEARCH. De opname begint
dan na het laatste muziekstuk, ook al is “RECPosi” ingesteld op “From Here”
(fabrieksinstelling). Als u op END SEARCH
drukt, wordt de resterende opnametijd van de
disc op het uitleesvenster weergegeven.
naar MIC (PLUG IN POWER)
∗ Zie “Verkrijgbare accessoires”
(pagina 79).
1
Opmerkingen
• Deze instelling blijft bewaard, ook nadat de
stroom is uitgeschakeld.
• Als u begint met opnemen terwijl de recorder
in de afspeelpauzestand staat, begint het
opnemen vanaf het punt waarop de opname is
onderbroken, ook al is “REC-Posi” ingesteld
op “From End”.
2
3
Zet de stereomicrofoon uit en sluit
hem vervolgens aan op de MIC
(PLUG IN POWER)-aansluiting.
De recorder schakelt automatisch
over op de microfooningang.
Zet de stereomicrofoon aan.
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
Zie “Meteen een MD opnemen!
(Synchroonopname)” (pagina 16)
voor verdere aanwijzingen voor het
maken van opnamen.
Opmerkingen
• De recorder kiest automatisch in deze volgorde
een ingang: optische ingang, microfooningang,
analoge ingang. Het is niet mogelijk om een
opname via de microfoon te maken zolang er
een optische kabel is aangesloten op de LINE
IN (OPTICAL)-aansluiting.
• Het is mogelijk dat de microfoon bedieningsgeluiden van de recorder zelf opneemt. Houd in
zo’n geval de microfoon weg van de recorder.
Gebruik een microfoonkabel van voldoende
lengte om te voorkomen dat de
bedieningsgeluiden van de recorder worden
opgenomen.
• Bij gebruik van een monomicrofoon wordt
alleen het geluid van het linkerkanaal
opgenomen.
30-NL
Automatisch muziekstukmarkeringen
toevoegen (Automatische tijdmarkering)
Met deze functie kunt u automatisch
muziekstukmarkeringen toevoegen op
gespecificeerde intervallen terwijl u
opneemt via de analoge ingang of via een
microfoon.
MENU
ENTER/
./>
Automatische tijdmarkering
gebruiken om muziekstukmarkeringen toe te voegen
tijdens het opnemen
Als de verstreken opnametijd inmiddels langer is dan het tijdsinterval
voor de Automatische tijdmarkering:
De recorder voegt een muziekstukmarkering toe op het moment dat u het
tijdsinterval instelt. Vanaf dat punt voegt
de recorder een muziekstukmarkering toe
op elk moment dat het tijdsinterval
verstrijkt.
Voorbeeld: De opname is inmiddels acht
minuten bezig op het moment dat de
Automatische tijdmarkering wordt
ingesteld op 5 minuten.
8 minuten na het begin van de opname
wordt een muziekstukmarkering
toegevoegd en verder na elk interval van
5 minuten.
1
Als de recorder opneemt of in de
opnamepauzestand staat, drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “TIME MARK” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
3
Druk enkele malen op . of op
> totdat het gewenste tijdsinterval
op het uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op ENTER.
Selecteer een van de volgende
intervallen:
Uitleesvenster
Tijd
OFF
—
5 min. ON
Ca. 5 min.
10 min. ON
Ca. 10 min.
15 min. ON
Ca. 15 min.
De Automatische
tijdmarkering annuleren
Selecteer “OFF” in stap 3, en druk
vervolgens op ENTER, of stop de
opname.
Als het tijdsinterval voor de Automatische tijdmarkering groter is dan de
inmiddels verstreken opnametijd:
De recorder voegt een muziekstukmarkering toe op het moment dat het interval dat
voor de Automatische tijdmarkering is
ingesteld, is verstreken.
Voorbeeld: De opname is inmiddels drie
minuten bezig op het moment dat de
Automatische tijdmarkering wordt
ingesteld op 5 minuten.
5 minuten na het begin van de opname
wordt een muziekstukmarkering
toegevoegd en verder na elk interval van
5 minuten.
z
“T” verschijnt voor het muziekstukvenster op de
recorder wanneer de muziekstukmarkeringen
zijn toegevoegd door Automatische
tijdmarkering en na het tijdvenster op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
• De automatische muziekstukmarkering via
Automatische tijdmarkering begint zodra u
een normale muziekstukmarkering op de disc
toevoegt (d.w.z. wanneer u op T MARK of X,
enz. drukt).
• Deze instelling gaat verloren zodra de opname
is beëindigd.
31-NL
Als u wilt terugkeren naar de
automatische opnameniveauregeling,
druk dan enkele malen op . of
> totdat “Auto REC” op het
uitleesvenster knippert. Vervolgens
drukt u op ENTER.
Het opnameniveau met
de hand regelen
(Handmatig opnemen)
Tijdens het opnemen wordt het
opnameniveau automatisch geregeld. Bij
zowel analoog als digitaal opnemen kunt
u het opnameniveau desgewenst
handmatig regelen.
Deze functie kunt u alleen vanaf de
recorder zelf instellen.
REC
5
6
ENTER/./
>/X
MENU
1
2
3
4
Druk, terwijl u X ingedrukt houdt, op
REC en schuif deze knop naar rechts.
De recorder is nu gereed voor het
opnemen.
Speel de bron af.
Regel het opnameniveau door op
. of > te drukken, terwijl u de
niveaumeter op het uitleesvenster in
de gaten houdt.
Stel het niveau zo in dat de
segmenten van de niveaumeter
oplichten rond het vijfde segment
(–12 dB) (het midden van de
niveaumeter) onder het uitleesvenster.
Als het geluidsniveau te hoog is,
verlaagt u het opnameniveau tot de
niveaumeter nog maar net het
negende segment (OVER) onder het
uitleesvenster bereikt.
Het volume
neemt af
<
REC
neemt toe
,
+
Druk op MENU.
Druk enkele malen op . of >
totdat “RecVolume” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
–12 dB
Druk enkele malen op . of >
totdat “ManualREC” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
ManualRec
OVER
Het opnemen begint niet bij deze
stap.
Als u opneemt van extern aangesloten
apparatuur, zorg dan dat de bron zich
aan het begin van het op te nemen
geluidsmateriaal bevindt, voordat u
begint met afspelen.
7
Druk nogmaals op X om de opname
te beginnen.
Stoppen met opnemen
Druk op x. Wanneer u een volgende keer weer
een opname maakt, schakelt de recorder
automatisch terug naar de automatische
opnameniveauregeling.
Terugschakelen naar de
automatische instelling van
het opnameniveau
Selecteer “Auto REC” in stap 4.
32-NL
Opmerkingen
• Als u tijdens het opnemen op x drukt, keert
de recorder terug naar de automatische
opnameniveauregeling de eerstvolgende keer
dat u een opname begint.
• Volg onderstaande procedure als u tijdens een
synchroonopname het opnameniveau met de
hand wenst te regelen.
1 Selecteer “SYNC OFF” in stap 3 van “Een
MD opnemen.” (pagina 17).
2 Volg stap 1 t/m 4 van de procedure voor
handmatig opnemen. Voer vervolgens stap 2
en 3 uit, en selecteer “SYNC ON” in de
procedure voor het maken van
synchroonopnamen (pagina 17).
De opname begint automatisch zodra de bron
wordt afgespeeld.
• Het is niet mogelijk om tijdens het opnemen te
schakelen tussen “Auto REC” en
“ManualREC”.
De resterende
opneemtijd controleren
Tijdens het opnemen of als het opnemen
is gestopt, kunt u de resterende tijd, het
muziekstuknummer enz. controleren. De
items die betrekking hebben op de groep,
worden alleen weergegeven als een
muziekstuk met groepsinstellingen wordt
afgespeeld en vervolgens gestopt.
ENTER/
./>
MENU
DISPLAY
Op de recorder
1
2
3
Druk op MENU.
Druk enkele malen op . of >
totdat “DISPLAY” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Druk enkele malen op . of >
totdat de gewenste informatie op het
uitleesvenster knippert.
Telkens als u op > drukt, verandert
het uitleesvenster als volgt:
vervolgd
33-NL
Het uitleesvenster op de recorder
A
B
Op A
LapTime
De verstreken tijd van het huidige
muziekstuk.
r
RecRemain
De resterende opnametijd.
r
GP Remain
De resterende tijd in een groep na
het huidige muziekstuk.
r
AllRemain
De resterende tijd na de huidige
positie.
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus of van de
bedieningsstatus van de recorder, kan het zijn
dat niet alle items kunnen worden geselecteerd.
4
Druk op ENTER.
De informatie die u in stap 3 hebt
geselecteerd, verschijnt in A en B.
A — muziekstuknummer,
muziekstuknaam of discnaam.
B — de informatie die u in stap 3
hebt geselecteerd.
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, of van de
bedieningsstatus van de recorder, of van de
opname-instellingen, kan het zijn dat sommige
items anders worden weergegeven.
z
Zie pagina 41 wanneer u tijdens het afspelen de
afspeelpositie of de naam van het muziekstuk
wenst te zien.
34-NL
Op de afstandsbediening
1
Druk tijdens het opnemen of in de
stopstand op DISPLAY.
Telkens als u op de toets drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt:
Uitleesvenster op de
afstandsbediening
D
E
Indicatie D/E
Tijdens het opnemen
Muziekstuknummer/Verstreken
tijd
r
Muziekstuknummer/Resterende
opnametijd
In de stopstand
Muziekstuknummer/Verstreken
tijd
r
Muziekstuknummer/
Muziekstuknaam
r
Aantal muziekstukken in de groep/
Groepsnaam
r
Het aantal muziekstukken op de
disc/Discnaam
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, de bedieningsstatus
van de recorder, of van de opname-instellingen,
kan het zijn dat sommige items anders worden
weergegeven of dat niet alle items kunnen
worden geselecteerd.
z
• Zie pagina 41 wanneer u tijdens het afspelen
de afspeelpositie of de naam van het
muziekstuk wenst te zien.
• De uitlezing die op de recorder verschijnt,
verschilt van de uitlezing op de
afstandsbediening. Zie “Op de recorder”
(pagina 33) om te zien welke uitlezingen op
de recorder worden weergegeven.
Verschillende manieren van afspelen
Snel een bepaald
muziekstuk of punt
opzoeken (Snel zoeken)
Als u de procedures uitvoert terwijl de recorder
in de Shuffle-stand staat, begint het afspelen in
willekeurige volgorde met het muziekstuk dat u
hebt geselecteerd.
X
x
U kunt op twee manieren snel zoeken.
• Indexzoeken (Index) — Snel zoeken
terwijl u de nummers of namen van de
muziekstukken in de gaten houdt
(fabrieksinstelling).
• Tijdzoeken (Time) — Snel zoeken
terwijl u de verstreken tijd in de gaten
houdt.
De zoekmodus kan alleen via de
afstandsbediening worden geselecteerd
terwijl de recorder is gestopt, afspeelt, of
pauzeert tijdens het afspelen.
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “SEARCH” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “Index”
(indexzoeken) of “Time” (tijdzoeken)
op het uitleesvenster verschijnt, en
druk vervolgens op x.
4
5
Druk op X om het pauzeren te
annuleren.
Het afspelen begint vanaf het
geselecteerde muziekstuk.
z
DISPLAY
Bedieningsknop
6
Druk tijdens het afspelen van een disc
op X.
Het afspelen pauzeert.
Draai aan de bedieningsknop en houd
deze vast tot de naam of het nummer
van het gewenste muziekstuk
(indexzoeken) of de gewenste
verstreken tijd (tijdzoeken) op het
uitleesvenster verschijnt.
De groepsfunctie
gebruiken
(Groepsmodus)
De recorder kan een disc met
groepsinstellingen op verschillende
manieren afspelen. Zie “Muziekstukken
opnemen met de groepsfunctie
(Groepsmodusopname)” (pagina 27) voor
meer informatie over de groepsmodus.
GROUP
ENTER/
./>
DISPLAY
PLAY MODE
Bedieningsknop
x
Muziekstukken in een
bepaalde groep beluisteren
(Afspelen in Groepsmodus)
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
Op de recorder
1
Begin met afspelen.
vervolgd
35-NL
2
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP om de groepsmodus in te
schakelen.
Het afspelen stopt aan het eind van
het laatste muziekstuk van de
geselecteerde groep.
Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 36)
voor informatie over het selecteren
van een andere groep.
Op de afstandsbediening
1
2
Begin met afspelen.
3
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “GROUP” op
het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op x.
4
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “GROUP ON”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x om de groepsmodus
in te schakelen.
Het afspelen stopt aan het eind van
het laatste muziekstuk van de
geselecteerde groep.
Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 36)
voor informatie over het selecteren
van een andere groep.
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
z
• In de geselecteerde groep kunt u ook de
afspeelstand wijzigen (Herhaald, Shuffle- of
Geprogrammeerd afspelen). U volgt dan na de
hiergenoemde procedures de stappen in “De
afspeelstand wijzigen” (pagina 37).
• Als u tijdens het laatste muziekstuk van de
groep op > op de recorder of op N>
op de afstandsbediening drukt, gaat de
recorder verder met afspelen van het eerste
muziekstuk van de groep. En als u tijdens het
eerste muziekstuk van de groep twee maal
continu op . op de recorder of de
afstandsbediening drukt, gaat de recorder
verder met afspelen van het laatste
muziekstuk van de groep.
• Het groepsnummer verschijnt in de
linkerbovenhoek van het uitleesvenster.
36-NL
De groepsfunctie uitschakelen
Houd GROUP op de recorder nogmaals
ten minste 2 seconden ingedrukt.
Selecteer “GROUP OFF” op de
afstandsbediening in stap 4 en druk
vervolgens op x.
Opmerking
In de groepsmodus kent de recorder alle
muziekstukken zonder groepsinstellingen toe
aan de laatste groep op de disc. De laatste groep
wordt op het uitleesvenster van de recorder
weergegeven als “Group --”. Binnen een groep
worden de muziekstukken weergegeven in de
volgorde zoals ze op de disc staan; niet in de
volgorde die ze binnen de groep hebben.
Groepen selecteren en
afspelen (Groepsselectiemodus)
De functies zijn ook beschikbaar als de
groepsmodus is uitgeschakeld. Maar de
recorder speelt de muziekstukken dan wel
anders af.
• Als de groepsmodus is
ingeschakeld:
Afspelen begint met het eerste
muziekstuk van de geselecteerde groep
en eindigt met het laatste muziekstuk
van de groep.
• Als de groepsmodus is
uitgeschakeld:
Afspelen begint met het eerste
muziekstuk van de geselecteerde groep
en eindigt met het laatste muziekstuk
van de disc.
Als de groepsmodus is uitgeschakeld:
Disc
Muziekstuknummer
1 2 3
Sprong
5 6
Sprong
7 8
Sprong
4
Als de groepsmodus is ingeschakeld:
Disc
Groep 1
Muziekstuknummer
1 2 3
Sprong
Groep 2
Groep 3
Muziekstuknummer
Muziekstuknummer
1 2
Sprong
1 2
De afspeelstand
wijzigen
U kunt kiezen uit verschillende afspeelmogelijkheden zoals het afspelen van een
enkel muziekstuk (1 Track), shuffleafspelen (Shuffle) en geprogrammeerd
afspelen (PGM). In genoemde afspeelstanden kunt u ook herhaald afspelen
kiezen.
Sprong
ENTER/
./>
MENU
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
Op de recorder
1
Druk op GROUP.
“ ” knippert op het uitleesvenster
en u kunt een groep selecteren.
2
Druk binnen 5 seconden enkele
malen op . of op > om de
gewenste groep te selecteren. Druk
daarna op ENTER.
De recorder begint het eerste
muziekstuk in de groep af te spelen.
PLAY MODE
RPT/ENT
Bedieningsknop
Op de afstandsbediening
1
2
Druk op PLAYMODE en houd deze
knop ingedrukt totdat “– – –” op het
uitleesvenster knippert.
Op de recorder
1
Draai binnen 5 seconden enkele
malen aan de bedieningsknop om de
gewenste groep te selecteren.
Als de recorder afspeelt of is gestopt
drukt u op MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “PLAY MODE” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens nogmaals op ENTER.
3
Druk enkele malen op . of >
om een afspeelstand te kiezen en druk
vervolgens op ENTER.
Opmerking
Als u binnen 5 seconden na stap 1 niets doet,
wordt de groepsselectiemodus geannuleerd en
kunt u de daaropvolgende stap 2 niet uitvoeren.
Als u op dat punt door wilt gaan met stap 1,
moet u de procedure weer van begin af aan
uitvoeren.
vervolgd
37-NL
Het uitleesvenster op de recorder
Als u op > drukt, verandert A.
Als u op ENTER drukt, verschijnt B.
Op de afstandsbediening
1
A
Shuf.Rep
B
Op A/B
Normal /(geen)
Alle muziekstukken worden
eenmaal afgespeeld.
r
AllRepeat/
Alle muziekstukken worden
herhaald afgespeeld.
r
1 Track/1
Een muziekstuk wordt eenmaal
afgespeeld.
r
1 Repeat/ 1
Eén enkel muziekstuk wordt
herhaald afgespeeld.
r
Shuffle/SHUF
Nadat het gekozen muziekstuk is
afgespeeld, worden de overige
muziekstukken in willekeurige
volgorde afgespeeld.
r
Shuf.Rep/ SHUF
Nadat het gekozen muziekstuk is
afgespeeld, worden de overige
muziekstukken in willekeurige
volgorde herhaald afgespeeld.
r
PGM/PGM
De muziekstukken worden in de
door u opgegeven volgorde
afgespeeld.
r
PGMRepeat/
PGM
De muziekstukken worden in de
door u opgegeven volgorde herhaald
afgespeeld.
38-NL
Druk op PLAY MODE terwijl de
recorder afspeelt.
Telkens als u op de toets drukt,
verandert de indicatie voor de
afspeelstand zoals hieronder is
aangegeven. Het afspelen begint dan
in de geselecteerde afspeelstand.
Uitleesvenster op de
afstandsbediening
Indicatie afspeelstand
Indicatie (Afspeelstand)
— (Alle muziekstukken worden
eenmaal afgespeeld.)
r
1 (Er wordt één muziekstuk
afgespeeld.)
r
SHUF (Nadat het gekozen
muziekstuk is afgespeeld, worden
de overige muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.)
r
PGM (De muziekstukken worden
in de door u opgegeven volgorde
afgespeeld.)
2
Als u in de geselecteerde afspeelstand
herhaald afspelen wenst, drukt u op
RPT/ENT.
“ ” verschijnt op het uitleesvenster
en de recorder speelt herhaald af in de
geselecteerde speelstand.
Een programma maken
(Geprogrammeerd afspelen)
U kunt maximaal 20 muziekstukken
programmeren.
Op de recorder
1
Druk op MENU wanneer in stap 3
van “De afspeelstand wijzigen”
(pagina 37) “PGM” op het
uitleesvenster knippert.
2
Druk enkele malen op . of >
om een muziekstuk te kiezen en druk
vervolgens op ENTER.
Het geselecteerde muziekstuk wordt
ingevoerd.
3
Herhaal stap 2 als u meer muziekstukken wenst te programmeren.
4
Druk ten minste 2 seconden op
ENTER.
Het programma is nu gereed en het
afspelen begint vanaf het eerste
muziekstuk.
Opmerkingen
• Als het deksel van de recorder wordt geopend,
gaan alle programma-instellingen verloren.
• Als u het programmeren 5 minuten
onderbreekt terwijl de recorder is gestopt,
worden de muziekstukken die tot dan toe zijn
geselecteerd, als programma ingevoerd.
• Als u tijdens het programmeren de
groepsmodus in- of uitschakelt, wordt de
programmeerstand geannuleerd. Het
programma dat u tot dan toe had samengesteld
blijft echter intact.
• Als u tijdens het geprogrammeerd afspelen de
groepsmodus inschakelt, worden de
programma-instellingen geannuleerd.
Op de afstandsbediening
1
Druk bij spelende recorder enkele
malen op PLAY MODE totdat
“PGM ” op het uitleesvenster
knippert.
De geluidskwaliteit
regelen (Digitale
geluidsvoorkeuren)
2
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop om een
muziekstuknummer te selecteren, en
druk vervolgens op RPT/ENT om een
muziekstuknummer in te voeren.
U kunt de geluidskwaliteit aan uw eigen
smaak aanpassen. U kunt twee sets van
deze geluidsvoorkeuren opslaan.
ENTER/./
>/x/X
MENU
Muziek- Programmanummer
stuknummer
3
Herhaal stap 2 als u meer muziekstukken wenst te programmeren.
4
Druk ten minste 2 seconden op RPT/
ENT.
Het programma is nu gereed en het
afspelen begint vanaf het eerste
muziekstuk.
z
• Het afspeelprogramma blijft in het geheugen
opgeslagen, ook als het afspelen gereed is of
wordt gestopt.
• Als de groepsmodus is ingeschakeld, kunt u
de afspeelstand voor een geselecteerde groep
opgeven. Zie “Muziekstukken in een bepaalde
groep beluisteren (Afspelen in
Groepsmodus)” (pagina 35) voor het activeren
van de groepsmodus.
• De afspeelstand kan ook worden geselecteerd
bij stilstaande recorder.
SOUND
Bedieningsknop
x
De geluidskwaliteit selecteren
De fabrieksinstelling van
Digitale geluidsvoorkeuren
De fabrieksinstelling van Digitale
geluidsvoorkeuren is als volgt:
• “SOUND 1”: lage tonen +1, hoge tonen
±0
• “SOUND 2”: lage tonen +3, hoge tonen
±0
39-NL
Een ingesteld geluid
selecteren
De cursor verplaatst zich. (Positie: +2)
Op de recorder
1 Druk op MENU en druk enkele malen
op . of > totdat “SOUND” op
het uitleesvenster knippert, en druk
vervolgens op ENTER.
2 Druk enkele malen op . of >
totdat “SOUND 1” of “SOUND 2” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Op de afstandsbediening
B-===== +
-4
±0
+3
Het geluid kan worden geregeld in 8
stappen (–4, –3, ...±0, ...+2, +3).
4
Druk op ENTER.
De “B” (lage tonen) zijn nu ingesteld;
het uitleesvenster toont nu de optie
voor het instellen van de “T” (hoge
tonen).
5
Om het geluidsniveau te regelen,
drukt u enkele malen op . of
>. Druk vervolgens op ENTER.
“T” (hoge tonen) is ingesteld.
De geluidsvoorkeuren worden
opgeslagen en het afspeelvenster
verschijnt weer.
1 Druk enkele malen op SOUND om
“SOUND 1” of “SOUND 2” te
selecteren.
De geluidskwaliteit regelen
U kunt de ingestelde geluidskwaliteit
wijzigen. Om de ingestelde geluidskwaliteit te wijzigen selecteert u vooraf
“SOUND 1” of “SOUND 2”, afhankelijk
van welke u wenst te wijzigen.
Op de recorder
Op de afstandsbediening
1
Tijdens het afspelen en wanneer
“SOUND 1” of “SOUND 2” is
geselecteerd, drukt u op MENU.
1
2
Druk enkele malen op SOUND om
“SOUND 1” of “SOUND 2” te
selecteren.
Druk enkele malen op . of >
totdat “SOUND SET” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Het uitleesvenster toont de huidige
instelling voor de “B” (lage tonen).
2
Druk tijdens het afspelen ten minste
2 seconden op SOUND.
De recorder komt nu in de stand voor
het instellen van B (lage tonen). Als u
de SOUND-toets nogmaals ten
minste 2 seconden indrukt, keert de
recorder terug in de stand voor het
instellen van T (hoge tonen).
3
Druk enkele malen op . of >
om het geluidsniveau te regelen.
Door op . of > te drukken,
verschuift de cursor van links naar
rechts.
Als “B” verschijnt, kunt u de lage
tonen instellen. Als “T” verschijnt,
kunt u de hoge tonen instellen.
40-NL
3
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N> om
de lage of hoge tonen in te stellen.
Voorbeeld: Lage tonen regelen
De cursor verplaatst zich.
(Positie: –2)
–4
±0 +3
Het geluid kan worden geregeld in 8
stappen (–4, –3, ...±0, ...+2, +3).
Schakelen tussen “ B” (lage
tonen) en “ T” (hoge tonen):
druk ten minste 2 seconden op
SOUND.
Schakelen tussen “ SOUND 1”
en “ SOUND 2” :
druk kortstondig op SOUND.
4
• Als u tijdens een opname overgaat op een
andere instelling van Digitale geluidsvoorkeuren, heeft dit geen invloed op het
opgenomen geluid.
De resterende afspeeltijd of de afspeelpositie controleren
Tijdens het afspelen kunt u de
muziekstuknaam, de discnaam enz.
controleren. De items die betrekking
hebben op de groep worden alleen
weergegeven als een muziekstuk met
groepsinstellingen wordt afgespeeld.
MENU
ENTER/./
>
Druk op x om het item in te voeren.
De geluidsvoorkeuren worden
opgeslagen en het afspeelvenster
verschijnt weer.
De Digitale geluidsvoorkeuren
annuleren
• Op de recorder
Selecteer “SOUND OFF” in stap 2 bij
“Een ingesteld geluid selecteren”.
• Op de afstandsbediening
Druk enkele malen op SOUND totdat er
niets op het uitleesvenster verschijnt in
stap 1 bij “Een ingesteld geluid
selecteren”.
z
• De instellingen kunnen ook worden gewijzigd
als het afspelen tijdelijk is gepauzeerd (X).
• Als de recorder ongeveer 5 minuten niet wordt
bediend, wordt de huidige instelling
opgeslagen en schakelt het uitleesvenster
automatisch over op de normale afspeelstand.
Opmerkingen
DISPLAY
Op de recorder
1
Als de recorder afspeelt, drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “DISPLAY” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
• Als u gebruikmaakt van de Digitale
geluidsvoorkeuren, kan het geluid worden
onderbroken of vervormd. Een en ander is
afhankelijk van de instellingen of van het
muziekstuk. Wijzig in dit geval de instellingen
voor de geluidskwaliteit.
vervolgd
41-NL
3
Druk enkele malen op . of >
totdat de gewenste informatie op het
uitleesvenster knippert.
Telkens als u op > drukt, verandert
het uitleesvenster als volgt:
Op de afstandsbediening
1
Het uitleesvenster op de recorder
A
Druk tijdens het afspelen op
DISPLAY.
Telkens als u op DISPLAY drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt.
Uitleesvenster op de
afstandsbediening
D
E
B
Op A
LapTime
De verstreken tijd van het huidige
muziekstuk.
r
1 Remain
De resterende tijd van het huidige
muziekstuk.
r
GP Remain
De resterende tijd in de groep na de
huidige positie.
r
AllRemain
De resterende tijd na de huidige
positie.
4
Druk op ENTER.
Het uitleesvenster verandert als volgt.
De informatie die u in stap 3 hebt
geselecteerd, verschijnt in A en B.
A — muziekstuknummer,
muziekstuknaam of discnaam.
B — de informatie die u in stap 3
hebt geselecteerd.
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus of de bedieningsstatus
van de recorder kan het zijn dat sommige items
anders worden weergegeven of dat niet alle
items kunnen worden geselecteerd.
z
Zie pagina 33 als u tijdens het opnemen of in de
stopstand wenst te zien hoeveel opnametijd er
nog over is of wat de huidige positie is.
42-NL
Indicatie D/E
Muziekstuknummer/Verstreken tijd
r
Muziekstuknummer/
Muziekstuknaam
r
Het aantal muziekstukken in de
groep/Groepsnaam
r
Het aantal muziekstukken op de
disc/Discnaam
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, of van de
bedieningsstatus van de recorder, of van de
opname-instellingen, kan het zijn dat sommige
items anders worden weergegeven.
z
• Zie pagina 33 als u tijdens het opnemen of in
de stopstand wenst te zien hoeveel opnametijd
er nog over is of wat de huidige positie is.
• De uitlezing die op de recorder verschijnt,
verschilt van de uitlezing op de
afstandsbediening. Zie “Op de recorder”
(pagina 41) om te zien welke uitlezingen op
de recorder worden weergegeven.
Opgenomen muziekstukken bewerken
U kunt uw opnamen bewerken door
muziekstukmarkeringen toe te voegen of
te wissen. Verder kunt u de
muziekstukken en de MD’s een naam
geven. Voorbespeelde MD’s kunnen niet
worden bewerkt.
• U kunt geen muziekstukken bewerken op een
MD die beveiligd is tegen opnemen. U kunt
de muziekstukken bewerken als u het nokje
aan de zijkant van de MD hebt gesloten
(pagina 61).
• Als u tijdens het afspelen een bewerking
uitvoert, wordt deze bewerking pas
opgeslagen als u de recorder stopt en als
“TOC Edit” van het uitleesvenster is
verdwenen.
• Zorg ervoor dat u de recorder niet beweegt
wanneer “TOC Edit”* op het uitleesvenster
knippert.
• Het deksel gaat na het bewerken pas open als
“TOC Edit” van het uitleesvenster is
verdwenen.
• Als de groepsmodus is ingesteld, kunnen er
alleen muziekstukken worden bewerkt die tot
de geselecteerde groep behoren.
Het aantal tekens dat u op een
disc kunt invoeren
Cijfers en tekens: Ca. 1 700
Opmerkingen
• “NAME FULL” verschijnt als u probeert
meer dan 1 700 tekens op een disc in te
voeren. Voer in dat geval een kortere naam in
voor het muziekstuk, de groep of de disc, of
stel de “LP Stamp”-instelling in op “Stamp
OFF” als u opneemt in een MDLP-stand,
zodat “LP:” niet wordt toegevoegd aan het
begin van de muziekstuknaam (pagina 26).
• Als u een disc benoemd die met de
groepsfunctie is opgenomen, let er dan op dat de
groepsmodus is ingeschakeld om te voorkomen
dat de gegevens voor het groepsbeheer per
ongeluk worden overschreven.
• Als u in discnamen gebruikmaakt van het
symbool “//”, zoals in “abc//def”, kan het zijn
dat u de groepsfunctie niet langer kunt
gebruiken.
MENU
ENTER/./
>/x/X
∗ TOC = Table of Contents (Inhoudstabel)
Opnamen (opnieuw)
benoemen
Met behulp van het letterpalet van de
recorder kunt u muziekstukken, discs en
groepen benoemen.
GROUP/
CANCEL
T MARK
VOL +/–
END SEARCH
DISPLAY
PLAY MODE
Beschikbare tekens
• De hoofd- en kleine letters van het
Nederlandse alfabet.
• De cijfers 0 t/m 9
•! " # $ % & ( ) * . ; < = > ?
@ _ ` + – ' , / : _ (spatie)
X
Bedieningsknop
x
Het aantal tekens dat u kunt
invoeren
Muziekstuk-, groeps- en discnamen: Ca.
200 elk
43-NL
Opnamen benoemen
5
Op de recorder
1
Plaats een disc en voer de volgende
handelingen uit:
Een muziekstuk benoemen
Begin met afspelen of opnemen van
het muziekstuk dat u wenst te
benoemen, en benoem het
muziekstuk tijdens het afspelen of
opnemen.
Een groep benoemen
Schakel de groepsmodus in
(pagina 28) en begin met afspelen of
opnemen van het muziekstuk in de
groep die u wenst te benoemen, en
benoem de groep tijdens het afspelen
of opnemen.
Een disc benoemen
Als het gaat om een disc die reeds is
opgenomen, volg dan de procedure
vanaf stap 2 terwijl de recorder is
gestopt. Bij een nieuwe disc begint u
met het opnemen en benoemt u de
disc tijdens het opnemen.
Als u een disc met groepsinstellingen
benoemt, moet u de groepsmodus
inschakelen (pagina 28).
2
3
Druk op MENU.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat het volgende item op het
uitleesvenster verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Als u een muziekstuk benoemt
“ : Name”
Als u een groep benoemt
“ : Name”
Als u een disc benoemt
“
: Name”
De cursor knippert en het muziekstuk,
de groep of de disc is gereed om te
worden benoemd.
44-NL
Druk op . of op > om “EDIT”
op het uitleesvenster te kiezen en
druk vervolgens op ENTER.
Druk op . of > om een letter te
kiezen en druk op ENTER.
De geselecteerde letter verschijnt en
de cursor gaat naar de volgende
invoerpositie.
Hieronder volgt een overzicht van de
toetsen die bij de letterinvoer kunnen
worden gebruikt en de bijbehorende
functies.
Functies
Een teken
selecteren
Een letter invoeren
Een naam invoeren
Handelingen
Druk op . of
>.
Druk op ENTER.
Druk ten minste 2
seconden op
ENTER.
Een spatie invoeDruk tegelijkertijd
gen om een nieuwe op VOL + en END
letter te typen.
SEARCH.
Druk tegelijkertijd
Een letter wissen
en alle daaropvol- VOL – op en END
gende letters naar SEARCH.
links opschuiven.
Het benoemen
Druk op CANCEL
annuleren
of T MARK.
6
7
Herhaal stap 5 en voer daarna alle
tekens van de naam in.
Druk ten minste 2 seconden op
ENTER.
De disc is nu benoemd.
Op de afstandsbediening
1 Plaats een disc en voer de volgende
handelingen uit:
Een muziekstuk benoemen
Begin met afspelen of opnemen van het
muziekstuk dat u wenst te benoemen, en
benoem het muziekstuk tijdens het afspelen
of opnemen.
Een groep benoemen
Schakel de groepsmodus in (pagina 28) en
begin met het afspelen of opnemen van een
muziekstuk uit de groep die u wenst te
benoemen, en benoem de groep tijdens het
afspelen of opnemen.
Een disc benoemen
Als het gaat om een disc die reeds is
opgenomen, volg dan de procedure vanaf
stap 2 terwijl de recorder is gestopt. Bij een
nieuwe disc begint u met het opnemen en
benoemt u de disc tijdens het opnemen.
Als u een disc met groepsinstellingen
benoemt, moet u de groepsmodus
inschakelen (pagina 28).
2 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op x.
4 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat het volgende item op het uitleesvenster
verschijnt. Daarna drukt u op x.
Als u een muziekstuk benoemt:
“
: Name”
Als u een groep benoemt: “GP : Name”
Als u een disc benoemt: “
: Name”
De cursor knippert op het uitleesvenster en
het muziekstuk, de groep of de disc is gereed
om te worden benoemd.
De cursor knippert op de volgende
invoerpositie.
5 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
om een letter te selecteren en druk op x om
de letter in te voeren.
De geselecteerde letter houdt op met
knipperen en de cursor gaat naar de volgende
invoerpositie.
Functies
Handeling
Wisselen tussen hoofdletters, kleine letters,
cijfers/symbolen en
teksten
De cursor naar links of
rechts verplaatsen
Druk op X.
Trek de bedieningsknop uit en
draai eraan
(VOL +/–).
Draai aan de
bedieningsknop
(./N>).
Druk op
DISPLAY.
De letter één positie
naar links of rechts
verplaatsen
Een spatie invoegen om
een nieuwe letter te
typen
Het benoemen
Druk ten minste
annuleren (ten minste 2
2 seconden op
seconden indrukken)
DISPLAY.
Een letter wissen en alle Drukt op
daaropvolgende letters
PLAYMODE.
naar links opschuiven
6 Herhaal stap 5 en voer alle tekens van de
naam in.
7 Houd x ten minste 2 seconden ingedrukt.
Het muziekstuk, de groep of de disc is nu
benoemd.
Het benoemen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 6 op CANCEL.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 6 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
Opmerkingen
• Als de opname tijdens het benoemen van een
muziekstuk, groep of disc stopt, of wanneer
tijdens het benoemen van een muziekstuk het
volgende muziekstuk wordt opgenomen,
wordt de informatie automatisch op dat punt
ingevoerd.
• “LP:” wordt automatisch aan het begin van de
muziekstuknaam toegevoegd als het
muziekstuk is opgenomen in een MDLP-stand
(pagina 26).
• U kunt een voorbespeelde of blanco disc niet
benoemen of opnieuw benoemen.
Opnamen opnieuw benoemen
Op de recorder
1
Plaats een disc en voer de volgende
handelingen uit:
Een muziekstuk opnieuw
benoemen
Begin met afspelen van het
muziekstuk dat u opnieuw wenst te
benoemen, en wijzig de naam van het
muziekstuk tijdens het afspelen.
Een groep opnieuw benoemen
Schakel de groepsmodus in
(pagina 28) en begin met het afspelen
van een muziekstuk in de groep die u
opnieuw wenst te benoemen of voeg
een nieuw muziekstuk toe aan de
groep en wijzig de groepsnaam
tijdens het afspelen of opnemen.
Een disc opnieuw benoemen
Als een disc al is opgenomen volgt u
bij stilstaande recorder de procedures
vanaf stap 2.
Als u een disc met groepsinstellingen
opnieuw benoemt, moet u de
groepsmodus inschakelen
(pagina 28).
45-NL
2
Volg stap 2 t/m 4 van “Opnamen
benoemen” (pagina 44) om een
muziekstuk-, groeps- of discnaam
weer te geven.
3
Volg stap 5 t/m 7 van “Opnamen
benoemen” (pagina 44), en druk ten
minste 2 seconden op ENTER.
4
Druk ten minste 2 seconden op
ENTER.
De disc is nu opnieuw benoemd.
Op de afstandsbediening
1 Plaats een disc en voer de volgende
handelingen uit:
Een muziekstuk opnieuw benoemen
Begin met afspelen van het muziekstuk dat u
opnieuw wenst te benoemen, en wijzig de
naam van het muziekstuk tijdens het afspelen
of opnemen.
Een groep opnieuw benoemen
Schakel de groepsmodus in (pagina 28) en
begin met het afspelen van een muziekstuk in
de groep die u opnieuw wenst te benoemen
of voeg een nieuw muziekstuk toe aan de
groep en wijzig de groepsnaam tijdens het
afspelen of opnemen.
Een disc opnieuw benoemen
Als het gaat om een disc die reeds is
opgenomen, volg dan de procedure vanaf 2
terwijl de recorder is gestopt.
Als u een disc met groepsinstellingen
opnieuw benoemt, moet u de groepsmodus
inschakelen (pagina 28).
2 Volg stap 2 t/m 4 van “Op de
afstandsbediening” (pagina 44) in “Opnamen
benoemen” om een muziekstuk-, groeps- of
discnaam weer te geven.
3 Volg stap 5 t/m 7 van “Op de
afstandsbediening” (pagina 44) in “Opnamen
benoemen”.
4 Houd ENTER > ten minste 2 seconden
ingedrukt.
Opmerkingen
• Het is niet mogelijk om voorbespeelde MD’s,
of MD’s waarop niets is opgenomen, te
benoemen.
• De recorder is in staat om Japanse
“Katakana”-tekens weer te geven, maar u kunt
deze niet gebruiken bij het benoemen.
• De recorder kan een disc of muziekstuk niet
opnieuw benoemen, als deze reeds op een
ander apparaat is benoemd met een naam van
meer dan 200 letters.
46-NL
Het benoemen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 3 op CANCEL.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 3 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
Muziekstukken of
groepen als een nieuwe
groep instellen
(Groepsinstelling)
Volg onderstaande procedure als u
muziekstukken of groepen als nieuwe
groep wilt instellen. De betreffende
muziekstukken of groepen moeten echter
wel achter elkaar zijn opgeslagen.
Mochten de gewenste muziekstukken of
groepen niet achter elkaar zijn opgeslagen, dan moet u ze eerst verplaatsen,
zodat ze wél achter elkaar komen te staan
(“Opgenomen muziekstukken
verplaatsen”, pagina 49). De werking van
deze functie is gekoppeld aan het in- of
uitgeschakeld zijn van de groepsmodus.
• Als de groepsmodus op ON staat:
Verschillende groepen zijn ingesteld als
één groep.
• Als de groepsmodus op OFF staat:
Verschillende muziekstukken zijn
ingesteld als één groep.
Hierna wordt de situatie met
ingeschakelde groepsmodus nader uit de
doeken gedaan.
Groep
Groep
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Een nieuwe
groep met
muziekstuk
1 t/m 3.
Groep
Een nieuwe groep
met 2 groepen.
Groep
1 2 3 4 5 6 7 8 9
• Het is niet mogelijk een groep te maken
van muziekstukken die niet achter
elkaar zijn opgeslagen (zo kan
bijvoorbeeld muziekstuk 3 niet in een
groep met muziekstukken 5 t/m 7
geplaatst worden).
• De muziekstukken verschijnen altijd in
de volgorde zoals ze op de disc zijn
opgeslagen en niet in de volgorde
waarin ze in de groep staan (zelfs als de
groepsmodus is ingeschakeld).
• Plaats een disc.
STR:001
4
Druk enkele malen op . of >
totdat het nummer van het gewenste
eerste muziekstuk op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Hiermee is het eerste muziekstuk van
de nieuwe groep geselecteerd.
Ook als de groepsmodus is
ingeschakeld, verschijnen de
muziekstuknummers in de volgorde
waarin ze op de disc staan en niet in
de volgorde in de groep.
5
Druk enkele op . of > totdat
het nummer van het gewenste laatste
muziekstuk op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Het nummer van het laatste
muziekstuk in de groep (“END”)
verschijnt op het uitleesvenster.
Hiermee is het laatste muziekstuk van
de nieuwe groep geselecteerd.
6
Volg stap 5 t/m 7 van “Opnamen
benoemen” (pagina 44) om een groep
te benoemen.
ENTER/./>
GROUP
MENU
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
2
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Set” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Het muziekstuknummer van het
eerste muziekstuk (“STR”) verschijnt
op het uitleesvenster.
Opmerkingen
• Het eerste muziekstuk dat u in stap 4
selecteert, moet ofwel het eerste muziekstuk
van een bestaande groep zijn, ofwel een
muziekstuk dat niet tot een groep behoort.
• Als u in stap 5 het laatste muziekstuk
selecteert, zorg dan dat dit muziekstuk na het
muziekstuk komt dat u in stap 4 hebt
geselecteerd. Het laatste muziekstuk moet
ofwel het laatste muziekstuk van een
bestaande groep zijn, ofwel een muziekstuk
dat niet tot een groep behoort.
Op de afstandsbediening
1 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
vervolgd
47-NL
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP ON” op het uitleesvenster
verschijnt. Daarna drukt u op x om de
groepsmodus in te schakelen.
4 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
5 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GP:Set” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
6 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat het nummer van het gewenste eerste
muziekstuk op het uitleesvenster knippert en
druk vervolgens op x.
7 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat het nummer van het gewenste laatste
muziekstuk op het uitleesvenster knippert en
druk vervolgens op de bedieningsknop.
8 Als u verder wenst te gaan met benoemen
volg dan stap 5 t/m 7 van “Op de
afstandsbediening” in “Opnamen benoemen”
(pagina 44).
Een groepsinstelling
opheffen
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
ENTER/./>/x
GROUP
MENU
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
48-NL
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP om de groepsmodus in te
schakelen.
2
Selecteer de groep die u wenst op te
heffen en controleer de inhoud (zie
“Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 36)).
3
4
5
Druk op x.
6
Druk enkele malen op . of >
totdat “ : Release” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
“Release?” en “PushENTER”
verschijnen op het uitleesvenster.
7
Druk op ENTER.
De groepsinstelling van de
geselecteerde groep is opgeheven.
Druk op MENU.
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Op de afstandsbediening
1 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP ON” op het uitleesvenster
verschijnt. Daarna drukt u op x om de
groepsmodus in te schakelen.
4 Selecteer de groep die u wenst op te heffen
en controleer de inhoud (zie “Groepen
selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 36)).
5 Druk op x.
6 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY
terwijl het muziekstuk dat u wilt verplaatsen,
wordt afgespeeld.
7 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert
en druk vervolgens op x.
8 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GPRelease” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
“Release?” en “PushENTER” verschijnen op
het uitleesvenster.
9 Druk op x om het item in te voeren.
Opgenomen muziekstukken verplaatsen
U kunt de volgorde van de opgenomen
muziekstukken wijzigen.
“
: Name” knippert op het uitleesvenster en de recorder speelt het
gekozen muziekstuk herhaaldelijk af.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Move” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens
op ENTER.
In bovenstaand voorbeeld verschijnt
“MV 003 t 003” op het
uitleesvenster.
4
Druk enkele malen op . of >
om het nieuwe muziekstuknummer te
kiezen.
In bovenstaand voorbeeld verschijnt
“MV 003 t 002” op het
uitleesvenster.
5
Druk op ENTER.
Het muziekstuk wordt verplaatst naar
de gekozen positie.
Voorbeeld
Verplaats muziekstuk C van de derde naar
de tweede positie.
Voor het verplaatsen
A
B
C
D
A
C
B
D
Na het verplaatsen
ENTER/./>
CANCEL
MENU
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
2
Druk op MENU terwijl u het
muziekstuk afspeelt dat u wenst te
verplaatsen.
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Op de afstandsbediening
1 Druk tijdens het afspelen van het muziekstuk
dat u wenst te verplaatsen ten minste 2
seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert
en druk vervolgens op x.
De recorder speelt het geselecteerde
muziekstuk herhaald af.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “
: Move” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens op x.
In dit voorbeeld verschijnt “003 t 003” op
het uitleesvenster.
4 Draai aan de bedieningsknop totdat het
gewenste muziekstuknummer op het
uitleesvenster knippert.
In dit voorbeeld verschijnt “003 t 002” op
het uitleesvenster.
5 Druk op x om het item in te voeren.
Het muziekstuk wordt precies vóór het
muziekstuk met het geselecteerde
positienummer geplaatst.
Het verplaatsen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 4 op “CANCEL”.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 4 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
49-NL
Een muziekstuk naar
een andere groep
verplaatsen
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
ENTER/./>
GROUP/CANCEL
MENU
DISPLAY
Bedieningsknop
x
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“
” verschijnt op het uitleesvenster
en de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Druk op MENU terwijl u het
muziekstuk afspeelt dat u wenst te
verplaatsen.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
De recorder speelt het geselecteerde
muziekstuk herhaald af.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Move” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
5
Druk enkele malen op . of >
totdat de gewenste groep op het
uitleesvenster knippert, en druk
vervolgens op ENTER.
50-NL
6
Druk enkele malen op . of >
totdat de gewenste positie van het
muziekstuk binnen de groep op het
uitleesvenster knippert, en druk
vervolgens op ENTER.
Op de afstandsbediening
1 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP ON” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x om de
groepsmodus in te schakelen.
4 Druk tijdens het afspelen van het muziekstuk
dat u wenst te verplaatsen, ten minste 2
seconden op DISPLAY.
5 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op x.
De recorder speelt het geselecteerde
muziekstuk herhaald af.
6 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “
: Move” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens op x.
7 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat de doelgroep op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op x om het item in
te voeren.
8 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat het gewenste positienummer binnen de
groep op het uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op x om het item in te voeren.
Het verplaatsen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 5 op “CANCEL”.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 7 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
De groepsvolgorde op
een disc wijzigen
(Groepen verplaatsen)
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
ENTER/./>
GROUP/CANCEL
MENU
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“
” verschijnt op het uitleesvenster
en de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Speel een muziekstuk af dat deel
uitmaakt van de groep die u wenst te
verplaatsen en druk op MENU.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Move” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Nu kunt u de geselecteerde groep
verplaatsen.
5
Om de positie op de disc te kiezen,
drukt u enkele malen op . of >
en drukt u vervolgens op ENTER.
Op de afstandsbediening
1 Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op x.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GROUP ON” op het uitleesvenster
verschijnt. Daarna drukt u op x om de
groepsmodus in te schakelen.
4 Speel een muziekstuk af dat deel uitmaakt
van de groep die u wenst te verplaatsen en
druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
5 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert
en druk vervolgens op x.
6 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “GP : Move” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op x.
7 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
om de nieuwe positie op de disc te selecteren
en druk vervolgens op x.
Het verplaatsen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 5 op “CANCEL”.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 6 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
51-NL
Een muziekstukmarkering toevoegen
U kunt muziekstukmarkeringen
toevoegen zodat het gedeelte na de
nieuwe markering wordt aangemerkt als
een nieuw muziekstuk. De muziekstuknummers worden als volgt verhoogd.
U kunt geen muziekstukmarkering aan
een muziekstuk toevoegen dat vanaf uw
computer is overgezet.
1
2
3
4
Een muziekstukmarkering
toevoegen
1
2
3
4
5
Muziekstuknummers worden verhoogd
T MARK
Muziekstukmarkeringen
toevoegen tijdens het
opnemen (behalve tijdens
synchroonopnemen)
Op het punt waar u een muziekstukmarkering wenst toe te voegen, drukt u op
T MARK op de recorder.
Met de Automatische tijdmarkering kunt
u automatisch muziekstukmarkeringen
toevoegen op bepaalde intervallen
(behalve tijdens digitale opnamen)
(pagina 31).
Een muziekstukmarkering wissen
Als u opneemt met analoge (lijn)invoer,
worden soms overbodige muziekstukmarkeringen toegevoegd op punten waar
het opnameniveau laag is. U kunt een
muziekstukmarkering wissen om zo de
muziekstukken die zich voor en na deze
markering bevinden, samen te voegen. De
muziekstuknummers veranderen als volgt.
Het is niet mogelijk om
muziekstukmarkeringen te wissen bij
muziekstukken die afkomstig zijn van uw
computer.
1
1
Tijdens het afspelen of pauzeren,
drukt u op het punt dat u wenst te
markeren, op T MARK op de
recorder.
“MARK ON” verschijnt op het
uitleesvenster en er wordt een
muziekstukmarkering toegevoegd.
Het muziekstuknummer wordt met
één verhoogd.
z
Met de snelzoekfunctie kunt u snel een bepaald
muziekstuk of een bepaald punt opzoeken waar
u een muziekstukmarkering wenst toe te
voegen. U kunt een muziekstuk of een positie
opzoeken terwijl u de muziekstuknamen of de
verstreken tijd in de gaten houdt (pagina 35).
52-NL
2
3
4
Een muziekstukmarkering wissen
1
2
3
Muziekstuknummers worden verlaagd
./X
T MARK
1
2
3
Speel het muziekstuk af waarin zich
de muziekstukmarkering bevindt die
u wilt wissen. Druk vervolgens op X
om te pauzeren.
Zoek de muziekstukmarkering op
door lichtjes op . te drukken.
Als u bijvoorbeeld de derde
muziekstukmarkering wilt wissen,
zoekt u het begin op van het derde
muziekstuk. “00:00” verschijnt op het
uitleesvenster.
“MARK” verschijnt gedurende 2
seconden op het uitleesvenster.
Druk op T MARK om de markering
te wissen.
“MARK OFF” verschijnt op het
uitleesvenster. De
muziekstukmarkering wordt gewist
en de twee muziekstukken worden
samengevoegd.
Het is niet mogelijk om muziekstukken te wissen
die vanaf de computer op de disc zijn
overgebracht. U kunt geen groep of een volledige
disc wissen als deze een overgebracht
muziekstuk bevat. Stuur in dat geval het
muziekstuk of de muziekstukken naar OpenMG
Jukebox.
ENTER/./>
CANCEL
MENU
DISPLAY
z
Als u een muziekstukmarkering wist, wordt ook
de naam gewist die aan het muziekstuk was
toegekend.
Opmerkingen
• Als u een muziekstukmarkering wist die zich
tussen twee muziekstukken bevindt die bij
verschillende groepen horen, wordt het
tweede muziekstuk toegekend aan dezelfde
groep als het eerste muziekstuk. Als u een
muziekstuk dat bij een groep hoort combineert
met een daaropvolgend muziekstuk dat niet
bij een groep hoort, krijgt het tweede
muziekstuk dezelfde instellingen als het eerste
muziekstuk. Als echter de groepsfunctie is
ingeschakeld, kunt u alleen muziekstukken
combineren die zich binnen de geselecteerde
groep bevinden.
• U kunt een muziekstukmarkering niet wissen
als de systeembeperkingen dat niet toestaan.
Zie “Systeembeperkingen” (pagina 63) voor
bijzonderheden.
Bedieningsknop
Een muziekstuk wissen
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen. Let er
dus op dat u het juiste muziekstuk
wist.
Op de recorder
1
Muziekstukken wissen
x
Druk tijdens het afspelen van het
muziekstuk dat u wenst te wissen op
MENU.
Opmerking
vervolgd
53-NL
2
3
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens
nogmaals op ENTER.
“ : Name” knippert op het
uitleesvenster en de recorder speelt
het gekozen muziekstuk herhaald af.
Druk enkele malen op . of >
totdat “ : Erase” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
“Erase OK?” en “PushENTER”
verschijnen afwisselend op het
uitleesvenster.
Druk nogmaals op ENTER.
Het muziekstuk wordt gewist en de
recorder begint het volgende
muziekstuk af te spelen. Alle
muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk, worden
automatisch hernummerd.
De hele disc wissen
Het is mogelijk om snel alle
muziekstukken en informatie die op de
MD staan, in één keer te wissen.
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen.
Controleer vooraf de inhoud van de
disc die u wilt wissen.
• Deze functie kan uitsluitend op de
recorder worden uitgevoerd.
1
Speel de disc die u wenst te wissen af
om te inhoud te controleren.
2
3
Druk op x om te stoppen.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
“
: Name” knippert op het
uitleesvenster.
5
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Erase” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
“All Erase?” en “PushENTER”
verschijnen afwisselend op het
uitleesvenster.
Druk op CANCEL om het wissen te
annuleren.
6
Druk op ENTER.
“TOC Edit” knippert op het
uitleesvenster en alle muziekstukken
worden gewist.
Als de MD volledig is gewist,
verschijnt “BLANKDISC” op het
uitleesvenster.
Op de afstandsbediening
1 Speel het muziekstuk dat u wilt wissen af en
druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “EDIT” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op x.
3 Draai enkele malen aan de bedieningsknop
totdat “ : Erase” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op x.
“Erase OK?” en “PushENTER” verschijnen
op het uitleesvenster.
4 Druk op x om het item in te voeren.
Een deel van een muziekstuk
wissen
Voeg muziekstukmarkeringen toe aan het
begin en aan het eind van het gedeelte dat
u wenst te wissen. Wis vervolgens het
betreffende deel (pagina 52).
Het wissen annuleren
• Op de recorder
Druk in stap 3 op CANCEL.
• Op de afstandsbediening
Druk in stap 3 ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
54-NL
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
Het wissen annuleren
Druk in stap 5 op CANCEL.
Een groep wissen
U kunt muziekstukken van een
geselecteerde groep wissen.
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen.
Controleer dus vooraf de inhoud
van de groep die u wenst te wissen.
• Deze functie kan uitsluitend op de
recorder worden uitgevoerd.
• Plaats een disc met groepsinstellingen.
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“
” verschijnt op het uitleesvenster
en de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Selecteer de groep die u wenst te
wissen (“Groepen selecteren en
afspelen (Groepsselectiemodus)”,
pagina 36) om te inhoud te
controleren.
3
4
Druk op x om te stoppen.
5
Druk enkele malen op . of >
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
6
Druk enkele malen op . of >
totdat “
: Erase” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
De groepsnaam en “GP Erase?”
verschijnen en “PushENTER”
knippert op het uitleesvenster.
7
Druk op ENTER.
De groep is gewist.
Bij stilstaande recorder drukt u op
MENU.
Het wissen annuleren
Druk in stap 6 op CANCEL.
55-NL
Andere functies
Op de afstandsbediening
Uw gehoor beschermen
(AVLS)
De AVLS automatische volumebegrenzer
(Automatic Volume Limiter System)
zorgt ervoor dat het volume beneden een
bepaald maximum blijft, om zo uw
gehoor te beschermen.
MENU
ENTER/
./>
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
2
Druk op MENU.
Druk enkele malen op . of >
totdat “OPTION” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “AVLS” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “AVLS ON” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
Als u probeert het volume te hoog in
te stellen, knippert “AVLS” op het
uitleesvenster. Het volume wordt op
een gematigd niveau gehouden.
56-NL
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “OPTION” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “AVLS” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
4
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “AVLS ON”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
AVLS annuleren
• Op de recorder
Selecteer “AVLS OFF” in stap 4 en druk
vervolgens op ENTER.
• Op de afstandsbediening
Selecteer “AVLS OFF” in stap 4 en druk
vervolgens op x.
De pieptoon
uitschakelen
U kunt op zowel de recorder als de
afstandsbediening de pieptoon
uitschakelen. U kunt op de recorder de
pieptoon van zowel de recorder als de
afstandsbediening uitschakelen. Via de
afstandsbediening kunt u alleen de
pieptoon van de afstandsbediening
uitschakelen.
ENTER/
./>
4
Druk enkele malen op . of >
totdat “MAIN UNIT” of “REMOTE”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
MAIN UNIT: als u de pieptoon via de
recorder uitschakelt.
REMOTE: als u de pieptoon via de
afstandsbediening uitschakelt.
5
Druk enkele malen op . of >
totdat “BEEP OFF” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
MENU
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “OPTION” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “BEEP” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
4
Draai enkele malen aan de
bedieningsknop totdat “BEEP OFF”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Op de recorder
1
2
Druk op MENU.
3
Druk enkele malen op . of >
totdat “BEEP” op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
ENTER.
Druk enkele malen op . of >
totdat “OPTION” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op ENTER.
De pieptoon aanzetten
• Op de recorder
Selecteer “BEEP ON” in stap 5 en druk
vervolgens op ENTER.
• Op de afstandsbediening
Selecteer “BEEP ON” in stap 4 en druk
vervolgens op x.
57-NL
De bediening
vergrendelen (HOLD)
Deze functie gebruikt u om te voorkomen
dat de toetsen per ongeluk worden
bediend als u de recorder vervoert.
HOLD
HOLD
1
Schuif HOLD in de richting van de
..
Verschuif HOLD op de recorder om
de bediening van de recorder te
vergrendelen. Verschuif HOLD op de
afstandsbediening om de bediening
van de afstandsbediening te
vergrendelen.
De bediening ontgrendelen
Schuif HOLD tegen de richting van de
pijl in.
58-NL
Stroombronnen
U kunt de recorder via netspanning van
stroom voorzien, of op de hieronder
beschreven manier:
In de recorder ...
— een oplaadbare nikkelcadmiumbatterij NC-WMAA
(meegeleverd)
— een droge LR6-alkalinebatterij (AAformaat) (niet meegeleverd)
Wanneer u lange tijd achter elkaar
opneemt, verdient het de voorkeur
gebruik te maken van netspanning.
Tijdens het afspelen
(Eenheid: geschatte uren) (JEITA1))
Batterijen
SP
LP2
LP4
Stereo Stereo Stereo
Oplaadbare
nikkelcadmiumbatterij (NCWMAA)2)
15
16
20
Droge
alkalinebatterij
Sony LR6
(SG)3)
42
48
56
1) Meetwaarden
Gebruiksduur van de
batterij1)
Tijdens het opnemen2)
(Eenheid: geschatte uren) (JEITA3))
Batterijen
SP
LP2
LP4
Stereo Stereo Stereo
Oplaadbare
nikkelcadmiumbatterij (NCWMAA)4)
4
6
7,5
Droge
alkalinebatterij
Sony LR6
(SG)5)
9
13
16
conform de JEITA-standaard
(Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
2) Met een 100% volledig geladen oplaadbare
batterij.
3) Met een droge alkalinebatterij, Sony LR6
(SG) “STAMINA” (gemaakt in Japan).
De batterij vervangen
Als de droge of oplaadbare batterij bijna
leeg is, knippert r en verschijnt “LOW
BATT” e.d. op het uitleesvenster. Vervang
de droge batterij of laad de oplaadbare
batterij op.
Denk eraan dat de indicatie van de
batterijlading niet exact is en varieert al
naar gelang de toestand van de recorder.
Opmerking
Stop de recorder voordat u de batterij vervangt.
1) De
levensduur van de batterij kan korter zijn
ten gevolge van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt, de omgevingstemperatuur, en
het soort batterij.
2) Maak bij het opnemen gebruik van een
volledig geladen oplaadbare batterij. De
opnametijd hangt af van de alkalinebatterij die
u gebruikt.
3) Meetwaarden conform de JEITA-standaard
(Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
4) Met een 100% volledig geladen oplaadbare
batterij.
5) Met een droge alkalinebatterij, Sony LR6 (SG)
“STAMINA” (gemaakt in Japan).
59-NL
Aanvullende informatie
Koptelefoon/oortelefoon
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Stop geen vreemde objecten in de DC IN 3Vaansluiting.
• Raak de aansluitingen op de recorder niet aan
met metalen voorwerpen of oppervlakken.
Hierdoor kan kortsluiting tussen de
aansluitingen ontstaan waardoor er
gevaarlijke hitteontwikkeling kan optreden.
Voedingsbronnen
• Gebruik netspanning, een oplaadbare nikkelcadmiumbatterij, een LR6-batterij (SG) of een
autoaccu.
• Bij gebruik binnenshuis: Gebruik de
netspanningsadapter die met deze recorder is
meegeleverd. Gebruik geen andere
netspanningsadapter, omdat de recorder dan
defect kan raken.
Polariteit van
de stekker
• Steek de stekker van de netspanningsadapter
in een stopcontact dat binnen handbereik ligt
zodat u de stekker snel uit het contact kunt
halen als dat nodig mocht zijn.
• De recorder wordt voorzien van netspanning
zolang deze op het stopcontact is aangesloten,
zelfs als de recorder is uitgeschakeld.
• Als u deze recorder voor een lange periode niet
gebruikt, zorg dan dat de stroomvoorziening is
afgesloten (de netspanningsadapter, de droge
batterij, de oplaadbare batterij of de accukabel).
Als u de netspanningsadapter uit het
stopcontact haalt, trek dan aan de
adapterstekker zelf; trek nooit aan het snoer.
Warmtevorming
Wanneer de recorder lange tijd achter elkaar
wordt gebruikt, kan zich warmte ophopen in het
apparaat. Dit is echter geen storing.
Opstelling
• Gebruik de recorder niet onder
omstandigheden met extreem veel licht,
warmte, vocht of trillingen.
• Wikkel de recorder niet ergens in als deze
wordt gebruikt met een netspanningsadapter.
Er hoopt zich dan warmte op waardoor er
storingen of schade kunnen ontstaan.
60-NL
Verkeersveiligheid
Maak geen gebruik van de koptelefoon/
oortelefoon tijdens het autorijden, fietsen of het
bedienen van een gemotoriseerd voertuig.
Hierdoor kunnen verkeersongevallen ontstaan.
Bovendien is het in veel landen verboden om in
het verkeer een koptelefoon te dragen. Verder
kan het gevaarlijk zijn om tijdens het lopen uw
recorder met een hoog geluidsvolume af te
spelen, met name bij
voetgangersoversteekplaatsen. U dient in deze
gevallen uiterste voorzichtigheid te betrachten
of de recorder te stoppen bij situaties die gevaar
kunnen opleveren.
Gehoorbeschadiging voorkomen
Gebruik de koptelefoon/oortelefoon niet met
het hoogste geluidsvolume. Gehoorexperts
raden het af om vaak gedurende lange tijd naar
harde muziek te luisteren. Als u merkt dat uw
oren gaan suizen, stel dan het geluidsvolume
lager in of stop met luisteren.
Rekening houden met anderen
Houd het geluid op een gematigd
volumeniveau. U bent dan in staat om geluiden
van buiten op te vangen en u houdt dan
rekening met anderen.
De MiniDisc-behuizing
• Wanneer u een MiniDisc vervoert of opbergt,
doe hem dan in het daarvoor bestemde doosje.
• Verbreek de sluiting van de behuizing niet.
• Leg de MiniDisc niet op plaatsen waar deze
wordt blootgesteld aan licht, extreme hitte,
vocht of stof.
• Bevestig het meegeleverde MD-label alleen
op de hiervoor bestemde plaats op de disc en
niet op een ander deel van het oppervlak.
Reinigen
• Reinig de behuizing van de recorder met een
zachte doek die licht is bevochtigd met water
of een oplossing met een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik in geen geval
schuursponsjes, schuurpoeder of oplossingen
met alcohol of benzeen, aangezien hierdoor de
afwerking van de behuizing kan worden
aangetast.
• Gebruik een droge doek om vuil van de
MiniDisc-behuizing te verwijderen.
• Stof op de lens kan het goed functioneren van
het apparaat belemmeren. Zorg er daarom
voor dat u het deksel van het discgedeelte
altijd sluit.
• Veeg de stekkers van de koptelefoon/
oortelefoon of de afstandsbediening af met
een droge doek voor een optimale
geluidskwaliteit. Vuile stekkers kunnen het
geluid vervormen of onderbrekingen in het
geluid veroorzaken.
Een opgenomen MD beveiligen
Om een MD tegen opnemen te beveiligen, dient
u het nokje aan de zijkant van de MD open te
schuiven. In deze stand kan op de MD niet
worden opgenomen en kan deze niet worden
bewerkt. Als u weer wilt opnemen, zet u het
nokje terug zodat deze weer zichtbaar is.
Nokje
Opmerkingen over de
batterijen
Bij onjuist gebruik van de batterijen kan er
lekkage van batterijvloeistof ontstaan of
kunnen de batterijen barsten. Om dit te
voorkomen, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
• Plaats de batterijen met de polen (+ en – ) in
de juiste positie.
• Probeer geen droge batterijen op te laden.
• Verwijder de batterijen als de recorder
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
• Als u een oplaadbare batterij vervoert, bewaar
deze dan in de batterijdoos. Het is gevaarlijk
om de batterij buiten het etui in uw broekzak
of tas te vervoeren tezamen met metalen
voorwerpen zoals sleutelbossen, aangezien dat
kortsluiting kan veroorzaken.
• Zorg dat u de droge batterij niet tezamen met
metalen voorwerpen zoals munten,
sleutelbossen en halsbandjes vervoert of
opbergt. Dit kan kortsluiting en
warmtevorming veroorzaken.
• Als een batterij lek is, veegt u de
batterijvloeistof voorzichtig en grondig uit de
batterijbehuizing, voordat u nieuwe batterijen
plaatst.
Achterzijde
van de MD
Opnamen zijn
beveiligd.
Opnamen zijn niet
beveiligd.
Opmerking over digitaal
opnemen
Deze recorder maakt gebruik van het Serial
Copy Management System, waardoor er alleen
digitale eerstegeneratieopnamen gemaakt
kunnen worden van voorbespeelde media.
Wanneer u een zelfopgenomen MD kopieert,
kan dat alleen via de analoge aansluitingen.
Voorbespeelde media zoals
CD’s of MD’s.
Opmerking over mechanische
bijgeluiden
Als de recorder in werking is, worden er
mechanische bijgeluiden geproduceerd. Deze
worden veroorzaakt door het energiebesparingssysteem van de recorder en vormen
geen probleem.
Digitale opnamen
Zelfopgenomen
MD
Geen
Onbespeelde
digitale
MD
opnamen
61-NL
Microfoon, platenspeler, tuner enz. (met
analoge uitgangen).
Analoog opnemen
Zelfopgenomen MD
Digitale opnamen
Onbespeelde
MD
Geen
digitale
opnamen
Onbespeelde
MD
Onderhoud
Maak de contactpunten van tijd tot tijd schoon
met een wattenstaafje of een zachte doek, zoals
hieronder is afgebeeld.
Contactpunten
62-NL
Als u vragen of problemen hebt met betrekking
tot uw recorder, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-dealer. (Als het probleem
zich heeft voorgedaan terwijl de disc zich in
recorder bevond, raden we u aan om de disc in
het apparaat te laten zitten wanneer u uw Sonydealer raadpleegt, zodat de oorzaak van het
probleem beter kan worden achterhaald.)
Systeembeperkingen
Het opneemsysteem van uw MiniDisc-recorder verschilt aanzienlijk van dat van cassetteen DAT-decks. Een en ander wordt gekenmerkt door de hieronder beschreven beperkingen.
Deze beperkingen zijn overigens inherent aan het MD-opneemsysteem en hebben geen
mechanische oorzaak.
Probleem
Oorzaak
“TR FULL” verschijnt
nog voordat de disc de
maximale opnametijd
(60, 74 of 80 minuten)
heeft bereikt.
Als er 254 muziekstukken op de disc zijn opgenomen,
verschijnt “TR FULL”, ongeacht de gebruikte opnametijd. Op
de disc kunnen niet meer dan 254 muziekstukken worden
opgenomen. Als u door wilt gaan met opnemen, moet u
overbodige muziekstukken wissen.
“TR FULL” verschijnt
nog voordat de disc het
maximale aantal
muziekstukken of de
maximale opnametijd
heeft bereikt.
Herhaaldelijk opnemen en wissen kan fragmentatie en
verspreiding van gegevens tot gevolg hebben. Hoewel deze
verspreide gegevens kunnen worden gelezen, wordt ieder
fragment aangemerkt als een muziekstuk. Op deze manier kan
het aantal van 254 muziekstukken worden bereikt, waardoor
verder opnemen niet mogelijk is. Als u door wilt gaan met
opnemen, moet u overbodige muziekstukken wissen.
Muziekstukmarkeringe
n kunnen niet worden
gewist.
Hoewel er vele korte
muziekstukken zijn
gewist, neemt de
resterende opnametijd
niet toe.
Wanneer de gegevens van een muziekstuk zijn gefragmenteerd,
is het niet mogelijk om een muziekstukmarkering te
verwijderen van een fragment dat korter duurt dan 12 seconden
(stereo-opname), 24 seconden (mono- of LP2-opname) of 48
seconden (LP4-opname). Het is niet mogelijk om
muziekstukken die in verschillende opnamestanden zijn
opgenomen, te combineren, bijvoorbeeld een muziekstuk dat in
stereo is opgenomen en een muziekstuk dat in mono is
opgenomen. Het is ook niet mogelijk om een muziekstuk dat is
opgenomen met een digitale verbinding, samen te voegen met
een muziekstuk dat met een analoge verbinding is opgenomen.
Muziekstukken die korter duren dan 12, 24 of 48 seconden,
worden niet meegeteld, zodat het wissen ervan niet resulteert in
een toename van de resterende opnametijd.
De totale opnametijd en
resterende opnametijd
tezamen blijven onder
de maximale
opnametijd van de disc
(van 60, 74 of 80
minuten).
Gewoonlijk wordt het opnemen gedaan in eenheden van
ongeveer 2 seconden (in stereo), 4 seconden (in mono of LP2stand), of 8 seconden (in LP4-stand). Wanneer de opname stopt,
verbruikt de laatst opgenomen eenheid altijd deze complete
eenheid van 2, 4 of 8 seconden, ook al duurt de daadwerkelijke
opname minder lang. Ook wanneer de opname na een stop
wordt hervat, voegt de recorder automatisch een lege ruimte
van 2, 4 of 8 seconden in voordat de nieuwe opname begint.
(Dit wordt gedaan om te voorkomen dat een voorgaand
muziekstuk per ongeluk wordt gewist wanneer er een nieuw
muziekstuk wordt gestart.) Telkens wanneer een opname wordt
gestopt, neemt de potentiële opnametijd dus af met maximaal 6,
12 of 24 seconden.
63-NL
Probleem
Oorzaak
Tijdens het zoeken kan
er bij de bewerkte
muziekstukken
geluidsuitval optreden.
Door de fragmentatie van gegevens kan er tijdens het zoeken
geluidsuitval optreden, omdat de muziekstukken dan op een
hogere snelheid worden afgespeeld dan normaal.
De afspeeltijd van een Dat komt doordat de recorder en de computer verschillende
muziekstuk dat van de berekeningswijzen hanteren.
computer afkomstig is,
wijkt af van de tijd die
op uw computerscherm
wordt aangegeven.
U kunt geen
muziekstukken
overzetten om de
resterende opnametijd
op de disc op te vullen
(U kunt bijvoorbeeld
geen muziekstukken
met een totale
speelduur van 160
minuten overzetten naar
een MD van 80 minuten
in stereomodus LP2).
De minimale opnametijd bedraagt normaal 2 seconden in de
stereostand, 4 seconden in de LP2-stereostand en 8 seconden in
de LP4-stereostand. Wanneer u een muziekstuk overzet vanaf
uw computer heeft de recorder daarvoor een ruimte van 2 (of 4
of 8) seconden nodig, zelfs als de duur van het muziekstuk
minder is dan 2 (of 4 of 8) seconden. De recorder voert bij het
overzetten tevens een ruimte van 2 (of 4 of 8) seconden tussen
de muziekstukken in om te voorkomen dat het daarvoor
opgenomen muziekstuk wordt overschreven. Hierdoor heeft de
recorder 6 (of 12 of 24) seconden meer nodig om een
muziekstuk op te slaan. Bij het overbrengen van muziekstukken
vanaf de computer wordt de maximaal beschikbare
opnameruimte op de disc dus 6 (of 12 of 24) seconden korter
dan normaal.
Een vanaf uw computer Als een u muziekstuk wilt wissen dat vanaf de computer op de
disc is overgezet, moet u het muziekstuk eerst terugplaatsen en
overgezet muziekstuk
kan niet gewist worden. vervolgens kunt u het met behulp van de OpenMG Jukeboxsoftware wissen.
Bij gebruik van de
netspanningsadapter
blijft het uitleesvenster
na het uitschakelen van
de recorder nog enige
tijd zwak verlicht.
64-NL
Drie minuten nadat de recorder is gestopt schakelt deze uit om
te zorgen dat de oplaadtijd op de laadsteun kan worden
berekend.
Verhelpen van storingen
Als een probleem zich blijft voordoen nadat u de onderstaande punten hebt gecontroleerd,
raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony-dealer. Zie ook “Meldingen” (pagina 76).
Probleem
De recorder doet het
niet of matig.
Oorzaak/Oplossing
• De audiobronnen zijn wellicht niet goed aangesloten.
, Koppel de audiobronnen los en sluit ze opnieuw aan (pagina
17, 25).
• De HOLD-functie is ingeschakeld (op het uitleesvenster
verschijnt “HOLD” als u op een recordertoets drukt).
, Schakel HOLD op de recorder uit door de HOLD-schakelaar
tegen de richting van de pijl in te schuiven (pagina 14, 58).
• Het deksel is niet goed gesloten.
, Sluit het deksel totdat deze klikt. Druk vervolgens op OPEN
om het deksel te openen.
• Er is condensatie in de recorder opgetreden.
, Haal de MD eruit en laat de recorder enkele uren op een
warme plaats liggen totdat het vocht is verdampt.
• De oplaadbare of droge batterij is bijna leeg (“LOW BATT”
knippert of er verschijnt niets op het uitleesvenster).
, Laad de oplaadbare batterij op, vervang de droge
batterij(pagina 13) of sluit de meegeleverde
netspanningsadapter aan op de recorder.
• De oplaadbare of droge batterij is onjuist geplaatst.
, Plaats de batterij op de juiste wijze (pagina 13).
• U hebt op een toets gedrukt terwijl de discindicatie snel
ronddraaide.
, Wacht totdat de indicatie langzaam draait.
• U hebt bij het maken van een digitale opname vanaf een
draagbare CD-speler niet gebruikgemaakt van de
netspanningsadapter of u hebt de stabilisatiefunctie (zoals ESP)
niet uitgeschakeld (pagina 19).
• De analoge opname is gemaakt via een aansluitkabel met een
signaalverzwakker.
, Gebruik een aansluitkabel zonder signaalverzwakker
(pagina 25).
• De netspanningsadapter is tijdens het opnemen losgeraakt of er
heeft zich een stroomonderbreking voorgedaan.
• De recorder heeft tijdens het opnemen een mechanische schok
ondergaan of last gehad van te veel statische ruis, abnormale
spanning ten gevolge van bliksem, enz.
, Begin als volgt opnieuw met opnemen.
1 Sluit alle voedingsbronnen af.
2 Laat de recorder ongeveer 30 seconden met rust.
3 Sluit de stroomvoorziening aan.
• De disc is beschadigd of bevat niet de juiste opname- of
bewerkingsgegevens.
, Plaats de disc opnieuw. Maak een nieuwe opname op de
disc. Als de foutmelding nog steeds verschijnt, vervang de
disc dan door een andere.
65-NL
Probleem
De recorder doet het
niet of matig.
Oorzaak/Oplossing
• De disc is tegen opnemen beveiligd (“PROTECTED”
verschijnt).
, Verschuif het nokje (pagina 61).
• Het opnameniveau is te laag om op te nemen (als u handmatig
opneemt).
, Pauzeer de recorder en regel het opnameniveau.
• Er is bij het opnemen een voorbespeelde MD geplaatst (“P/B
ONLY” verschijnt).
, Plaats een onbespeelde MD.
• De recorder wordt bediend terwijl deze op de oplaadsteun is
geplaatst.
, Haal de recorder van de oplaadsteun.
• U hebt geprobeerd om tijdens het instellen van het programma
de groepsmodus in te schakelen.
, Schakel de groepsmodus in voordat u een programma
instelt.
• De beginpositie van de opname (“REC-Posi”) is ingesteld op
“From Here”.
, Stel “REC-Posi” in op “From End”.
De recorder
overschrijft bestaand
materiaal tijdens het
opnemen.
De recorder werkt
• De computer herkent de recorder niet.
niet terwijl deze op de
, Controleer of de recorder correct is aangesloten.
computer is
, Plaats de recorder op de juiste wijze op de oplaadsteun.
aangesloten.
, Installeer het stuurprogramma op correcte wijze op uw
computer.
, Installeer eerst de OpenMG-software op uw computer, en
sluit pas daarna de recorder aan.
• Er komt geen digitaal signaal van de draagbare CD-speler.
“NO SIGNAL”
, Als u een digitale opname maakt vanaf een draagbare CDverschijnt op het
speler, gebruik dan een netspanningsadapter en schakel de
uitleesvenster tijdens
stabiliseerfunctie op de CD-speler (bijvoorbeeld ESP) uit
het opnemen vanaf
(pagina 19).
een draagbare CDspeler.
Na het opnemen
• De netspanningsadapter is losgeraakt of er heeft zich tijdens het
bevindt er zich geen
opnemen een stroomstoring voorgedaan.
opname op de MD.
Het deksel gaat niet
• De voedingsbronnen zijn tijdens het opnemen of bewerken
open.
losgekoppeld, of de batterij is leeggeraakt.
, Sluit de voedingsbronnen weer aan of vervang de
leeggeraakte batterij.
• Het deksel is niet goed gesloten.
, Sluit het deksel totdat deze klikt. Druk vervolgens op OPEN
om het deksel te openen.
Er komt geen geluid • De stekker van de koptelefoon/oortelefoon is niet goed
uit de koptelefoon/
aangesloten.
oortelefoon.
, Sluit de stekker van de koptelefoon/oortelefoon goed aan op
de afstandsbediening. Sluit de stekker van de
afstandsbediening goed aan op i.
• Het volume is te laag.
, Regel het volume door op VOL +/– te drukken.
• De stekker is vuil.
, Reinig de stekker.
66-NL
Probleem
Het volume kan niet
worden opgevoerd.
Een MD wordt niet
normaal afgespeeld.
Een MD wordt niet
afgespeeld vanaf het
eerste muziekstuk.
Oorzaak/Oplossing
• AVLS is ingeschakeld.
, Stel AVLS in op “AVLS OFF” (pagina 56).
• De afspeelstand is gewijzigd.
, Stel de normale afspeelstand in.
• Het afspelen van de disc is gestopt voordat het laatste
muziekstuk is bereikt.
, Druk ten minste 2 seconden op N om het afspelen te
starten, of druk de bedieningsknop op de afstandsbediening
enkele malen naar ..
• De groepsmodus is ingeschakeld.
, Schakel de groepsmodus uit en speel af vanaf het eerste
muziekstuk (druk ten minste 2 seconden op N om het
afspelen te starten, of druk de bedieningsknop op de
afstandsbediening enkele malen naar .).
Het geluid slaat over • De recorder is ergens geplaatst waar hij voortdurend blootstaat
bij het afspelen.
aan trillingen.
, Zet de recorder op een stabiele plaats.
• Een zeer kort muziekstuk kan ervoor zorgen dat het geluid
overslaat.
, Probeer geen muziekstuk korter dan één seconde te maken.
Het geluid bevat veel • Sterke magnetische velden van televisietoestellen e.d. verstoren
statische ruis.
de werking van de recorder.
, Houd de recorder verwijderd van een bron met sterke
magnetische velden.
Kan geen
• U hebt X ingedrukt na . of >.
muziekstukmarkering
, Druk op X voordat u drukt op . or >.
en vinden.
De oplaadbare batterij • De oplaadbare batterij is onjuist geplaatst of de
netspanningsadapter is onjuist aangesloten.
begint niet met
, Plaats de batterij op de juiste wijze of sluit de
opladen. De
netspanningsadapter goed aan.
oplaadbare batterij
• De contactpunten van de oplaadsteun zijn vuil.
kan niet volledig
, Reinig de contactpunten met een droge doek (pagina 60).
worden opgeladen.
De disc kan niet op
• LP2- en LP4-stereo worden niet door het betreffende apparaat
een ander apparaat
ondersteund.
worden bewerkt.
, Voer de bewerking uit op een ander apparaat dat LP2- en
LP4-stereo wel ondersteunt.
Er is een kortstondig • Door de speciale audiocompressietechnologie die bij LP4bijgeluid te horen.
stereo-opnamen wordt gebruikt, kan het in zeer zeldzame
gevallen voorkomen dat er bij bepaalde geluidsbronnen een
kortstondig bijgeluid wordt geproduceerd.
, Neem op in de normale stereostand of in de LP2-stereostand.
De groepsfunctie
• U hebt geprobeerd de groepsmodus in te schakelen, terwijl u
(groepsmodus/
bezig was met het instellen van geprogrammeerd afspelen.
groepsselectiemodus)
, Schakel de groepsmodus in voordat u geprogrammeerd
doet het niet.
afspelen instelt.
67-NL
Probleem
Het uitleesvenster
functioneert niet naar
behoren.
Oorzaak/Oplossing
• De recorder is losgekoppeld geweest van de stroombron.
, Laat de recorder even met rust of ontkoppel de stroombron
en sluit deze opnieuw aan. Druk daarna op een willekeurige
toets.
De menu’s
Menufuncties
Druk op . of > op de recorder of druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de
afstandsbediening om een menu te openen.
Menu op de
recorder1)
Menu op de Functies
afstandsbediening1)
EDIT
EDIT
Bewerkingen selecteren (muziekstukken, discs of
groepen benoemen, wissen enz.) (pagina 44 t/m 51 en 54
t/m 54).
DISPLAY
—
De verstreken afspeeltijd, de resterende afspeeltijd enz.
weergeven (pagina 34 en 41).
PLAY MODE —
Een afspeelstand kiezen (herhaald afspelen, shuffle enz.)
(pagina 37).
RecVolume
—
Automatische of handmatige opnameniveauregeling
selecteren (pagina 32).
REC MODE —
Een opnamestand kiezen (SP-stereo, LP2-stereo, LP4stereo of mono) (pagina 26).
SOUND
—
“SOUND 1” of “SOUND 2” (Digitale geluidsvoorkeuren) selecteren (pagina 40).
—
GROUP
De groepsfunctie in- en uitschakelen (pagina 28).
SYNC REC
—
“SYNC ON” of “SYNC OFF” voor synchroonopnamen
selecteren (pagina 17).
TIME MARK —
Automatische tijdmarkering instellen (pagina 31).
—
SEARCH
Indexzoeken (zoeken terwijl u de namen of nummers van
de muziekstukken in de gaten houdt) of Tijdzoeken
(zoeken terwijl u de verstreken tijd in de gaten houdt)
selecteren (pagina 35).
68-NL
Menu op de
recorder1)
OPTION
Menu op de Functies
afstandsbediening1)
OPTION
• AVLS (Automatic Volume Limiter System) — “AVLS
ON” of “AVLS OFF” selecteren (pagina 56).
• BEEP — “BEEP ON” of “BEEP OFF” op de recorder
selecteren voor zowel “MAIN UNIT” als “REMOTE”.
“BEEP ON” of “BEEP OFF” selecteren op de
afstandsbediening (pagina 57).
—
• REC-Posi — Beginpunt selecteren tijdens het opnemen
(pagina 30).
• LP Stamp — “Stamp ON” (“LP:” wordt aan het begin
van de muziekstuknaam toegevoegd) of “Stamp OFF”
selecteren (pagina 27).
1) De
menu-items waaruit u kunt kiezen, variëren afhankelijk van het al dan niet actief zijn van de
groepsmodus of van de bedieningsstatus van de recorder.
z
Voor de menufuncties DISPLAY (pagina 34 en 42), PLAYMODE (pagina 37), RPT (herhalen)
(pagina 37) en SOUND (pagina 40) op de afstandsbediening, kunt u de desbetreffende toetsen
gebruiken.
69-NL
Overzicht van de menu’s op de recorder
Op deze en volgende pagina’s vindt u voor elke bedieningsstatus de menu-items die op de
recorder beschikbaar zijn. Elk schema laat verschillende menu’s en menu-items zien die op
elk menuniveau kunnen worden geselecteerd. Zie “De menu’s” (pagina 68) voor meer
informatie over de menubewerkingen. De menu’s en menu-items worden afwisselend op
het uitleesvenster weergegeven.
Beschikbare menu’s en menu-items bij stilstaande recorder
EDIT
:Name
:Release1)
:Erase2)
RecRemain
GP Remain2)
AllRemain
AllRepeat
1 Track
1 Repeat
Shuffle
PGMRepeat
PGM
Shuf. Rep
LP4
MONO
:Set
:Erase
DISPLAY
LapTime
PLAY MODE
Normal
REC MODE
SP
LP2
SOUND
SOUND OFF
SOUND 1
SOUND 2
vervolgd op de volgende pagina
70-NL
, : Op ENTER drukken
h : Op . of op>
drukken.
vervolgd van de vorige pagina
, : Op ENTER drukken
h : Op . of op> drukken.
SYNC REC
SYNC OFF
SYNC ON
OPTION
AVLS
AVLS OFF
BEEP
AVLS ON
MAIN UNIT
BEEP ON
REC-Posi3)
From Here
LP Stamp
From End
REMOTE
BEEP OFF
BEEP ON
Stamp ON
Stamp OFF
BEEP OFF
1) Verschijnt
alleen als de recorder zich in de groepsmodus bevindt terwijl een andere groep dan “GP -”
is geselecteerd
2) Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus staat.
3) Kan alleen worden geselecteerd als de groepsmodus is uitgeschakeld.
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
71-NL
Beschikbare menu’s en menu-items tijdens afspelen
EDIT
:Name
:Name1)
:Move1)
:Move
:Erase
DISPLAY
LapTime
1 Remain
GP Remain2)
AllRemain
AllRepeat
1 Track
1 Repeat
Shuffle
PGMRepeat
PGM
Shuf. Rep
PLAY MODE
Normal
SOUND
SOUND OFF
SOUND 1
SOUND 2
SOUND SET3)
, : Op ENTER drukken
h : Op . of op> drukken.
OPTION
AVLS
AVLS OFF
BEEP
AVLS ON
MAIN UNIT
BEEP ON
REMOTE
BEEP OFF
BEEP ON
BEEP OFF
1) Verschijnt
alleen als de recorder zich in de groepsmodus bevindt terwijl een andere groep dan
“GP --” is geselecteerd
2) Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus staat.
3) Verschijnt alleen als “SOUND 1” of “SOUND 2” is geselecteerd.
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
72-NL
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder opneemt
EDIT
:Name
:Name1)
:Name
DISPLAY
LapTime
RecRemain
RecVolume2)
Auto REC
ManualREC
REC MODE2)
SP
LP2
LP4
SOUND OFF
SOUND 1
SOUND 2
OFF
5 min. ON
10 min. ON
SYNC OFF
SYNC ON
MONO
SOUND
3)
SOUND SET
TIME MARK
15 min. ON
SYNC REC
, : Op ENTER drukken
h : Op . of op > drukken.
OPTION
AVLS
AVLS OFF
AVLS ON
1) Verschijnt
alleen als de recorder zich in de groepsmodus bevindt terwijl een andere groep dan
“GP --”. is geselecteerd.
alleen als de recorder in de wachtstand staat.
3) Verschijnt alleen als “SOUND 1” of “SOUND 2” is geselecteerd.
2) Verschijnt
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
73-NL
Overzicht van de menu’s op de afstandsbediening
Op deze en volgende pagina’s vindt u voor elke bedieningsstatus de menu-items die op de
afstandsbediening beschikbaar zijn. Elk schema laat verschillende menu’s en menu-items
zien die op elk menuniveau kunnen worden geselecteerd. Zie “Menufuncties” (pagina 68)
voor meer informatie over de menubewerkingen. De menu’s en menu-items worden
afwisselend op het uitleesvenster weergegeven.
Beschikbare menu’s en menu-items bij stilstaande recorder
EDIT
:Name
GP:Set
GPRelease1)
GROUP
GROUP OFF
GROUP ON
SEARCH
Index
Time
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
OPTION
AVLS
AVLS OFF
BEEP
AVLS ON
BEEP ON
BEEP OFF
1) Verschijnt
alleen als de recorder zich in de groepsmodus bevindt terwijl een andere groep dan
“GP --” is geselecteerd.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een
menubewerking te annuleren.
74-NL
Beschikbare menu’s en menu-items tijdens afspelen
EDIT
:Name
GP:Name1)
:Move
GP:Move1)
GROUP
:Erase
GROUP OFF
GROUP ON
SEARCH
Index
Time
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
OPTION
AVLS
AVLS OFF
BEEP
AVLS ON
BEEP ON
BEEP OFF
1) Verschijnt
alleen als de recorder zich in de groepsmodus bevindt terwijl een andere groep dan
“GP --” is geselecteerd.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een
menubewerking te annuleren.
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder opneemt
EDIT
:Name
1) Verschijnt
GP:Name1)
:Name
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
alleen als de recorder in de groepsmodus staat.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een
menubewerking te annuleren.
75-NL
Meldingen
Als een van de volgende foutmeldingen op het uitleesvenster knippert, raadpleeg dan
onderstaand overzicht.
Foutmelding
Betekenis/Oplossing
BLANKDISC
• Er is een lege MD geplaatst.
BUSY
• U hebt geprobeerd de recorder te bedienen terwijl deze bezig was de
opgenomen gegevens te lezen.
, Wacht tot de melding weer verdwijnt (in zeldzame gevallen kan
dit enkele minuten vergen).
Data Save
• De MD-speler is bezig om informatie (geluiden) vanuit het geheugen
op de disc op te nemen.
, Wacht totdat dit proces is voltooid. Zorg ervoor dat de speler niet
blootstaat aan fysieke schokken en dat de stroomvoorziening niet
wordt onderbroken.
DISC FULL
• De resterende opnametijd op de disc is 12 seconden (stereo), 24
seconden (LP2-stereo of mono), 36 seconden (LP4-stereo) of
minder.
, Vervang de disc.
Hi DC in
• Het voltage van de stroomvoorziening is te hoog (er is geen
gebruikgemaakt van de meegeleverde netspanningsadapter of van de
aanbevolen autoaccukabel).
, Gebruik de meegeleverde netspanningsadapter of de aanbevolen
autoaccukabel.
HOLD
• De recorder is vergrendeld.
, Ontgrendel de recorder door HOLD tegen de richting van de pijl
te schuiven (pagina 58).
LOW BATT
• De batterij is bijna leeg.
, Laad de oplaadbare batterij op of vervang de droge batterij
(pagina 13).
MEM OVER
• U hebt geprobeerd op te nemen terwijl de recorder zich op een plaats
bevond waar deze continu aan trillingen stond blootgesteld.
, Zet de recorder op een stabiele plaats en begin opnieuw met
opnemen.
MENU
• U hebt een toets op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u op de
recorder een menu hebt geselecteerd. U hebt een toets op de recorder
ingedrukt terwijl u op de afstandsbediening een menu hebt
geselecteerd.
NAME FULL
• U hebt geprobeerd een naam van meer dan 200 tekens in te voeren
voor één muziekstuk of disc.
• U hebt geprobeerd in totaal meer dan 1 700 tekens in te voeren voor
de namen van de muziekstukken en de naam van de disc.
, Voer een kortere naam in voor het muziekstuk, de groep of de
disc (pagina 45), of zet de “LP Stamp”-instelling op “Stamp
OFF” zodat “LP:” niet aan het begin van de muziekstuknaam
wordt toegevoegd (pagina 26).
76-NL
Foutmelding
Betekenis/Oplossing
NO BATT
• De oplaadbare batterij is niet geplaatst.
, Plaats een oplaadbare batterij.
NO COPY
• U hebt geprobeerd op te nemen van een disc die is beveiligd door het
Serial Copy Management System. Het is niet mogelijk te kopiëren
van een digitaal aangesloten bron die zelf is opgenomen via een
digitale aansluiting.
, Gebruik in plaats hiervan een analoge aansluiting (pagina 25).
NO DISC
• U hebt geprobeerd af te spelen of op te nemen zonder dat er een disc
in de recorder zat.
, Plaats een MD.
NO SIGNAL
• De recorder heeft geen digitale invoersignalen kunnen waarnemen.
, Zorg dat de bron goed is aangesloten (pagina 17).
P/B ONLY
• U hebt geprobeerd een voorbespeelde MD op te nemen of te
bewerken (P/B staat voor “playback”, afspelen).
, Plaats een onbespeelde MD.
PROTECTED
• U hebt geprobeerd op te nemen op een MD die tegen opnemen is
beveiligd, of u hebt geprobeerd deze MD te bewerken.
, Schuif het nokje terug (pagina 61).
REC ERR
• Opnemen werd niet goed uitgevoerd.
, Plaats de recorder op een trillingvrije plaats en neem nogmaals
op.
• De disc is vervuild met een oliefilm of vingerafdrukken, is
beschadigd of is van een afwijkend type.
, Neem een andere disc en probeer opnieuw op te nemen.
READ ERR
• De recorder kan de informatie op de disc niet goed lezen.
, Plaats de disc opnieuw.
SORRY
• U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering aan het begin van het
eerste muziekstuk te wissen.
• U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering te wissen waardoor
onverenigbare muziekstukken zouden worden samengevoegd
(bijvoorbeeld een stereo- en een mono-opname).
• U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering te overschrijven.
• U hebt geprobeerd tijdens een synchroonopname op X of T MARK
te drukken.
• U hebt geprobeerd tijdens het programmeren de groepsfunctie in te
schakelen.
, Schakel de groepsfunctie in voordat u gaat programmeren.
TEMP OVER
• Er heeft zich te veel warmte in de recorder opgehoopt.
, Laat de recorder afkoelen.
TOC Edit
• De MD-speler is bezig om informatie (begin- en eindpunten van
muziekstukken) vanuit het geheugen op de disc op te nemen.
, Wacht totdat dit proces is voltooid. Zorg ervoor dat de speler niet
blootstaat aan fysieke schokken en dat de stroomvoorziening niet
wordt onderbroken.
77-NL
Foutmelding
Betekenis/Oplossing
TOC ERR
• De recorder kan de informatie op de disc niet goed lezen.
, Plaats een andere disc.
, Wis alles als het voor u geen probleem is de gehele inhoud van
de disc te wissen (pagina 53).
TR FULL
• Muziekstuknummer 254 is bereikt.
, Wis overbodige muziekstukken (pagina 53).
TrPROTECT
• U hebt geprobeerd een opname of een bewerking uit te voeren op
een muziekstuk dat tegen wissen is beveiligd.
, Neem op over een ander gedeelte of voer de bewerking uit op
een ander muziekstuk.
• U hebt geprobeerd een muziekstuk te bewerken dat van een
computer was overgedragen.
, Zet het muziekstuk terug op uw computer en voer dan de
bewerking uit.
78-NL
Technische gegevens
MD-recorder
Audioafspeelsysteem
Digitaal audiosysteem MiniDisc
Laserdiode-eigenschappen
Materiaal: GaAlAs MQW
Golflengte: λ = 790 nm
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 44,6 µW
(Deze waarde is gemeten op een afstand van
200 mm van het lensoppervlak op de optische
afleeseenheid met een opening van 7 mm.)
Opname- en afspeelduur
Bij een MDW-80:
Maximaal 160 min. in mono
Maximaal 320 min. in stereo
Omwentelingen
Ca. 380 tot 2.700 omw./min. (constante lineaire
snelheid)
Foutcorrectie
ACIRC (Advanced Cross Interleave Reed
Solomon Code)
Aftastfrequentie
44,1 kHz
Aftastfrequentie-converter
Invoer: 32 kHz/44,1 kHz/48 kHz
Codering
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic
Coding)
ATRAC3 — LP2
ATRAC3 — LP4
Modulatiesysteem
EFM (Eight to Fourteen Modulation)
Aantal kanalen
2 stereokanalen
1 monokanaal
Weergavefrequentie
20 tot 20 000 Hz ± 3 dB
Wow en flutter
Onder de meetbare limiet
Ingangen
Microfoon: stereoministekker, minimaal
ingangsniveau 0,35 mV
Lijningang: stereoministekker, minimaal
ingangsniveau 49 mV
Optische (digitale) ingang: optische (digitale)
ministekker
Uitgang
i: stereoministekker, maximaal
uitgangsvermogen 5 mW+5 mW,
belastingsimpedantie 16 ohm
Algemeen
Voeding
Sony-netspanningsadapter aangesloten op de
aansluiting DC IN 3 V (model wordt tussen
haakjes vermeld):
120 V wisselstroom, 60 Hz (V.S., Canada en
Taiwan)
230 V wisselstroom, 50/60 Hz (Europese
vasteland, Singapore en Thailand)
240 V wisselstroom, 50 Hz (Australië)
220 V wisselstroom, 50 Hz (China)
230 - 240 V wisselstroom, 50 Hz (V.K. en
Hongkong)
220 V wisselstroom, 50 Hz (Argentinië)
110/220 V wisselstroom, 60 Hz (Korea)
100 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (overige
landen)
Nikkel-cadmiumbatterij NC-WMAA
(meegeleverd)
LR6-alkalinebatterij (AA-formaat) (niet
meegeleverd)
Gebruiksduur batterij3
Zie “Gebruiksduur van de batterij” (pagina 59)
Afmetingen
Ca. 81 × 74,4 × 27,7 mm (b/h/d) zonder
uitstekende delen.
Gewicht
Ca. 116 g, alleen de recorder
Amerikaanse en andere octrooien in licentie
van Dolby Laboratories.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Verkrijgbare accessoires
Optische kabel
POC-15B, POC-15AB, POC-DA12SP
Lijnkabel RK-G129, RK-G136
Stereomicrofoon ECM-717, ECM-MS907,
ECM-MS957
Stereokoptelefoon* MDR-EX70LP, MDRG72LP, MDR-A34LP
Actieve luidsprekers SRS-Z500
Onbespeelde MD’s MDW-serie
Het is mogelijk dat uw dealer enkele van de
genoemde accessoires niet kan leveren.
Raadpleeg uw dealer voor uitgebreide
informatie over de accessoires die in uw land
verkrijgbaar zijn.
∗ U kunt de koptelefoon/oortelefoon zowel
direct op de i-aansluiting van de recorder
aansluiten als op de afstandsbediening.
Gebruik in beide gevallen uitsluitend
stereoministekkers. U kunt geen koptelefoon/
oortelefoon met microstekkers gebruiken.
79-NL
Snelle toegang tot gegevens
Toelichting
Wat is “Net MD”?
Net MD is een formaat waarmee u op hoge
snelheid geluidsgegevens van een computer
naar een MiniDisc-apparaat kunt overdragen
via een USB-kabel (Universal Serial Bus).
Hierbij wordt gebruikgemaakt van de zeer
geavanceerde copyright-beschermingstechnologie OpenMG en MagicGate.
Dit formaat vereist geen ander MiniDiscopnamesysteem; het gebruik van bestaande
MiniDiscs en het afspelen van overgedragen
geluidsbestanden op bestaande MiniDiscapparatuur wordt ondersteund.*
Met dit formaat kunt u tevens de OpenMG
Jukebox-software gebruiken, zodat u de
tekens eenvoudig via uw computer kunt
bewerken of invoeren.
Net als CD’s, bieden MD’s direct toegang tot
het begin van elk muziekstuk. Voorbespeelde
MD’s worden opgenomen met een
adressering voor ieder muziekgedeelte.
Onbespeelde MD’s worden gemaakt met een
“User TOC Area” (TOC-gebied) waar de
volgorde van de muziekgedeelten wordt
bewaard. Het TOC-systeem (Table of
Contents – Inhoudstabel) lijkt op het
“directory-managementsysteem” van gewone
diskettes. Dat wil zeggen dat het begin- en
eindadres van alle opgenomen
muziekstukken die zich op de disc bevinden,
in dit gebied worden opgeslagen. Hierdoor
hebt u rechtstreeks toegang tot het begin van
elk muziekstuk, zodra u het muziekstuknummer (AMS) hebt ingevoerd. U kunt een
muziekstuk ook benoemen, net zoals u dat bij
diskettebestanden kunt doen.
∗ Audiobestanden die in de LP-stand worden
overgedragen, kunnen alleen worden
afgespeeld op MiniDisc-apparatuur die de
MDLP-stand ondersteunt.
Waarom een MiniDisc zo klein
kan zijn
De 2,5-inch-MiniDisc zit in een plastic
behuizing die lijkt op een 3,5-inch-diskette
en maakt gebruik van de nieuwe digitale
audiocompressietechnologie: ATRAC
(Adaptive TRansform Acoustic Coding).
Om meer geluid op minder ruimte te kunnen
opslaan, onttrekt en codeert ATRAC alleen
die frequentiecomponenten die feitelijk
hoorbaar zijn voor het menselijk oor.
De betekenis van “no sound”
“No sound” geeft een situatie aan waarbij
het ingangsniveau van de recorder bij
analoge invoer ongeveer 4,8 mV bedraagt,
of minder is dan –89 dB bij optische
(digitale) invoer (met 0 dB als full bit (het
maximale opnameniveau van een
MiniDisc)).
80-NL
A
B
A — User TOC Area
Bevat de volgorde en de begin- en
eindpunten van de muziekstukken.
B — Muziekgegevens
Beperkingen ten aanzien van
het bewerken van
muziekstukken die zijn
overgezet vanaf uw computer
Dit apparaat is zo ontworpen dat bepaalde
bewerkingen (zoals het wissen van
muziekstukken en het toevoegen en wissen
van muziekstukmarkeringen) niet kunnen
worden uitgevoerd op muziekstukken die
vanaf uw computer zijn overgezet. Hiermee
wordt voorkomen dat de autorisatiegegevens
voor het overzetten vanaf uw computer
verloren gaan. Als u deze muziekstukken
wilt bewerken moet u ze eerst terugzetten op
de computer, om ze vervolgens op de
computer te bewerken.
Register
A
M
Aansluiten
analoog 25
digitaal 17
op een computer 20
tijdens het opladen 14
Accessoires
meegeleverd 9
optioneel 79
Afspeelstand 37
Automatische tijdsmarkering 31
AVLS 56
MDLP 26
Menu’s 68
Muziekstukmarkering
toevoegen 52
wissen 52
B
Batterijen
droge batterij 13
gebruiksduur 15
oplaadbaar 13
Battery
battery life 59
Benoemen 44
C
Controleren
afspeelpositie 41
resterende tijd 33, 41
D
Digitale geluidsvoorkeuren 39
DSP TYPE-R 19
E
N
Net MD 80
O
OpenMG Jukebox 8, 9, 20
Opladen 14
Opnemen
analoog 25
digitaal 16
groepsmodus 27
MDLP-stand 26
muziekstukmarkeringen toevoegen 31
via een microfoon 30
zonder muziekstukken te
overschrijven 29
Opnieuw benoemen 45
Overdracht 8, 20
R
Regelen
volume 22
Reinigen 62
S
EMD 8
SDMI 8
Snel zoeken 35
G
U
Geprogrammeerd afspelen 38
G-PROTECTION 23
Groep
afspelen 35
groepsinstelling 46
groepsselectiemodus 36
opheffen 48
opnemen 27
selecteren 36
verplaatsen 51
wissen 55
USB
W
houder 14
kabel 8, 9, 20
Wissen
een groep 55
een hele disc 54
een muziekstuk 53
H
Handmatig opnemen 32
81-NL