70
Veilig werken
Bij ondeskundig gebruik kunnen kettingslijp-
apparaten gevaarlijk zijn. Worden elektrische werktuigen
toegepast, moeten de principiele veiligheidsmaatregelen
worden opgevolgd om de risico´s van vuur, elektrische
slag en verwondingen van personen uit te sluiten.
Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de
voorschriften te voorkoming van ongevallen en de
algemene veiligheidsvoorschriften op, om u zelf en
anderen tegen verwondingen te beschermen.
L
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen, die
met deze machine werken, door.
L
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
„Reglementaire toepassing“).
Monteer de machine op slipvaste en gladde ondergrond.
Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met vgerstand
te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of
onder de invloed van drugs, alcohol of medicamenten
staat. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van
het toestel kann tot ernstige verwondingen leiden.
Draag de juiste werkkleding.
− Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen.
− veiligheidshandschoenen en geen schoenen met
gladde zolen dragen
− Bij lang haar een haarnet dragen.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
− Veiligheidsbril
− Gehoorbeschermer dragen (geluidsdrukniveau aan de
werkplaats kan 85 dB (A) overschrijden).
− Stofmasker dragen.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Let op de omgevingsinvloeden.
− Gebruik de machine niet in een vochtige of natte
omgeving.
− Zet het kettingslijpapparaat niet aan regen bloot.
− Werk slechts bij voldoende zicht, zorg voor voldoende
omgevingslicht.
Laat de machine in bedrijfsklare toestand nooit zonder
toezicht.
Personen onder 18 jaren mogen het werktuig niet
bedienen.
Hou andere personen op afstand.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Houdt ze ver van uw werkplek weg.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de
juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine
wat de veiligheid in gevaar kan brengen.
Gebruik geen slijpschijven die niet aan de vermelde
gegevens in deze gebruiksaanwijzing beantwoorden.
Het gebruik van andere werktuigen en andere
toebehoren kan een verwondingsgevaar voor u betekenen.
Versleten en defecte slijpschijven (scheuren, onbalans,
afsplinteringen, enz.) dienen meteen te worden vervangen.
Let op een vaste zitting van de slijpschijf.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
− reparatiewerkzaamheden
− onderhouds- en reinigings- werkzaamheden
− Verhelpen van storingen (hiertoe behoort ook het
vrijmaken van een geblokkeerde slijpschijf)
− Opslag
− Verlaten van het kettingslijpapparaat (ook voor een
korte tijd).
Attentie! Slijpschijf draait na! Rem de slijpschijf niet met
de hand of door zijdelingse druk.
Onderhoudt het kettingslijpapparaat met zorgvuldigheid:
− Houdt het apparaat vrij van olie en vet.
− Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies
voor de werktuigwissel op.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
− Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
− Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten correct zijn gemonteerd en alle
voorwaarden moeten zijn vervuld, om een foutvrij
bedrijf van het kettingslijpapparaat te waarborgen.
− Beschadigde bescherminrichtingen en delen
moeten, indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiks-aanwijzing
anders aangegeven.
− Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen
te worden vervangen.
Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten
plaats buiten de reikwijdte van kinderen op.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
- 1,5 mm² bij een lengte tot 25m.
Langere aansluitleidingen veroorzaken een daling van de
spanning. De motor bereikt zijn maximum vermogen niet
meer, de functie van de machine wordt gereduceerd.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal