NL
6
07/2017 NL based on 08/2014 EN
WIKA veiligheidshandboek temperatuur-transmitter T32.xS
SC
Systematische geschiktheid (en: systematic capability)
De systematische geschiktheid van een element (SC1 tot SC4)
betekent dat de systematische veiligheidsintegriteit voor de
betreende SIL bereikt is.
SFF Percentage veilige uitvallen
SIL
Safety Integrity Level, de internationale norm IEC 61508 denieert
vier discrete Safety Integrity Levels (SIL 1 tot SIL 4). Iedere level
komt overeen met een waarschijnlijkheidsbereik waarmee een
veiligheidsrelevant systeem de vastgelegde veiligheidsfunctie
uitvoert volgens de aanvraag. Hoe hoger de Safety Integrity
Level van de veiligheidsrelevante systemen is, hoe groter de
waarschijnlijkheid is dat de veiligheidsfunctie wordt uitgevoerd.
T
1
of T
proof
Interval van de herhalingstests (in uren, typisch en jaar (8760 h))
Na dit interval wordt de herhalingstest (“proof test”) uitgevoerd.
Proof test
Terugkerende test om verborgen gevaarlijke uitvallen in een
veiligheidsrelevant systeem aan het licht te brengen zodat evt.
door een reparatie het systeem voorzover mogelijk in een “als
nieuw”-toestand gebracht kan worden.
Andere relevante afkortingen, zie IEC 61508-4.
2. Veiligheid
2.1 Beoogd gebruik in veiligheidstoepassingen
Alle veiligheidsfuncties staan uitsluitend in samenhang met het analoge
uitgangssignaal (4 … 20 mA). Het apparaat is gecerticeerd volgens SIL 2
(IEC 61508). Vanwege de systematische geschiktheid van de transmitter voor SC 3 is
het mogelijk om, afhankelijk van de veiligheidsintegriteit van de hardware, het apparaat
te gebruiken in homogeen redundante systemen tot SIL 3.
Met inachtneming van functies voor het aan het licht brengen van fouten van de
temperatuur-transmitter model T32.xS bereiken de volgende op de transmitter aangesloten
temperatuursensoren een voor SIL 2 voldoende SFF (Safe Failure Fraction) van > 60 %.
■
Thermo-elementen met intern of externe Pt100-vergelijkingspunt
(type E, J, T, U, R, S, B, K, L, N)
■
Weerstandstemperatuursensoren met 2-, 3- of 4-aderige aansluiting
(Pt100, JPt100, Ni100, Pt1000, Pt500, Pt25, Pt10)
■
Dubbele thermo-elementen resp. dubbele weerstandstemperatuursensoren
Alleen toegestaan in de modus “Sensor 1 en sensor 2 redundant”, “Gemiddelde
waarde”, “Minimumwaarde”, “Maximumwaarde” en als beide sensoren voor de
bewaking van hetzelfde meetpunt worden gebruikt. De modus “Dierentiemeting” is
niet toegestaan.
1. Algemene informatie / 2. Veiligheid