NL
07/2018 NL based on 2080268.08 01/2017 EN
WIKA gebruiksaanwijzing manometer, type 2 volgens ATEX
15
6. Inbedrijfstelling, gebruik
Voor zover een manometer een uitblaasvoorziening bezit, moet deze
beschermd zijn tegen blokkering door onderdelen van het apparaat of
door vuil.
Eisen aan de inbouwlocatie
Als de leiding naar de manometer niet stabiel genoeg is voor een
trillingsvrije bevestiging dient de bevestiging via een beugel of ens te
gebeuren (evt. via een exibele capilair). Kunnen trillingen niet worden
vermeden door een geschikte installatie dan dienen vloeistofgevulde
apparaten te worden ingezet.
De apparaten dienen te worden beschermd tegen stof en sterke
schommelingen van de omgevingstemperatuur.
Installatie
Nominale positie volgens EN 837-1 / 9.6.7 afbeelding 9: 90° ( ⊥ )
Procesaansluiting onderaan of aan de achterzijde
Ontluchtingsventiel (indien voorhanden) na montage van CLOSE op
OPEN zetten. De uitvoering van het
ontluchtingsventiel is afhankelijk van het
model en kan afwijken van de afbeelding!
Voor buiten toepassingen moet de gekozen installatielocatie
geschikt zijn voor de gespeciceerde beschermingsgraad, zodat
de manometer niet wordt blootgesteld aan niet-toegestane weers-
omstandigheden.
Om extra opwarming te vermijden mogen in werking zijnde appara-
ten niet worden blootgesteld aan directe zonnestraling!
Om ervoor te zorgen dat de druk veilig kan worden ontlucht in geval
van een storing moeten instrumenten met een veiligheidsventiel of
veligheidsbehuizing een minimumafstand van 20 mm aanhouden tot
elk object.