AEG C61300M-ALNAD8 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
C61300M
Glaskeramik-Kochfeld
Glaskeramische kookplaat
Table de cuisson vetrocéramique
Superficie di cottura in vetroceramica
Encimera de vitrocerámica
ÊåñáìéêÞ ìáãåéñéêÞ åóôßá
Montage- und Gebrauchsanweisung
Montage- en gebruikshandleiding
Instructions de montage et mode d’emploi
Istruzioni di montaggio e per l’uso
Instrucciones para el montaje y para el uso
Ïäçãßåò óõíáñìïëüãçóçò êáé ÷ñÞóçò
22
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje
door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In de tekst worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid.
Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het ap-
paraat.
3
Aanwijzingen en praktische tips
2
Informatie m.b.t. het milieu
1. Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
3. ...
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze ser-
vice-afdeling (zie ook hoofdstuk Service).
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
23
INHOUD
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De belangrijkste kenmerken van uw apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opbouw van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Uitrusting kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Voor het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Bediening van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Driekringskookzone inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Braadzone inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Restwarmte-indicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Toepassingen, tabellen, tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Raam van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Wat is er aan de hand als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Montage-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Gebruiksaanwijzing
24
Gebruiksaanwijzingzing
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt u met onder-
staande aanwijzingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door
een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
3
Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij schade de aanspraak op
garantie vervalt.
Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat ze zijn inge-
bouwd in passende inbouwkasten en werkbladen die aan de normen
voldoen. Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescherming van elek-
trische apparaten veiliggesteld.
Als zich storingen aan het apparaat, breuken, barsten of scheuren
voordoen:
alle kookzones uitschakelen,
de zekering voor de kookplaat in de huisinstallatie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet. Houd daarom kleine
kinderen altijd uit de buurt.
Gebruiksaanwijzing
25
Veiligheid tijdens het gebruik
Dit apparaat mag alleen voor het normaal koken en braden van le-
vensmiddelen worden gebruikt.
Gebruik de kookplaat niet om het vertrek te verwarmen.
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcon-
tacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete
kookzones in aanraking komen.
Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand. Als u gerechten in
vet of olie (bijv. patates frites) bereidt, dient u altijd in de buurt te
blijven.
Schakel elke keer na het gebruik de kookzones uit.
Veiligheid bij het reinigen
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het gaat reinigen. Het rei-
nigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen verboden.
Gebruiksaanwijzing
26
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aanrecht.
Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan of geen pan op
staat.
Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer sterk,
maar niet onbreekbaar. Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die
op de kookplaat vallen, kunnen beschadiging veroorzaken.
Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde,
ruwe of oneffen bodem. Bij het verschuiven kunnen krassen ontstaan.
Zet geen pannen op het raam van de kookplaat. Er kunnen krassen en
lakschade ontstaan.
Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of
kalkoplossende middelen op het raam van de kookplaat terechtko-
men, omdat anders matte plekken ontstaan.
Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete kookplaat terechtko-
men en smelten, verwijder de plekken dan direct, als ze nog heet zijn,
met een glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het verwijderen
schade aan de oppervlakte ontstaan.
Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen smelten, bijv. kunst-
stof, aluminiumfolie of braadfolie, uit de buurt van de glaskeramische
plaat. Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat smelten, dan
moet deze plek direct met een glasschraper worden verwijderd.
Gebruiksaanwijzing
27
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle verpakkingsdelen zijn recyclebaar, folies en piepschuim onderde-
len zijn overeenkomstig gecodeerd. Verpakkingsmateriaal en even-
tuele oude apparaten moeten op de juiste manier weggegooid
worden.
Houd u aan de nationale en regionale voorschriften en let op de ma-
teriaalaanduiding (materiaalscheiding, afvalverzameling, inzamel-
punten).
Aanwijzingen voor het weggooien
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de ge-
meentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
Waarschuwing! Afgedankte apparaten moeten voor het weggooien
onbruikbaar gemaakt worden. Aansluitsnoer verwijderen.
Gebruiksaanwijzing
28
De belangrijkste kenmerken van uw appa-
raat
Glaskeramische kookplaat: Het apparaat heeft een glaskeramische
kookplaat en 4 snel opgloeiende kookzones Hierbij wordt door bij-
zonder sterke stralingselementen de opwarmduur van het verwar-
mingselement aanzienlijk verkort.
Reiniging: De rand van de glaskeramische kookplaat zonder raam-
werk is stootgevoelig. De gladde Oppervlakte is gemakkelijk te reini-
gen (zie Hoofdstuk: Brandervermogen en -mondstuk)
Driekringskookzone: De kookplaat is uitgevoerd met een driekrings-
kookzone. Daarmee biedt uw apparaat u een kookzone met variabele
grootte, b.v. voor kleinere pannetjes. Daardoor kan energie worden
bespaard.
Braadzone: De kookplaat is uitgevoerd met een braadzone. Al naar
gelang de instelling kan deze als ronde - of ovale kookzone worden
gebruikt, b.v. voor braadpannen.
Restwarmte-indicator: Gevaar voor verbranding! Bij gebruik worden
de binnenkant van de oven en de kookzones heet.
Gebruiksaanwijzing
29
Opbouw van het apparaat
Uitrusting kookplaat
Voor het in gebruik nemen
Reinigen
De glaskeramische kookplaat met een vochtige doek afnemen.
1
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De op-
pervlakte kan beschadigd worden.
1
4
5
m
m
1
7
0
m
m
1
4
5
m
m
Driekrings-kookzone
750/1800/2300W
Eénkringskookzone
1200W
Eénkringskookzone
1200W
Schakelaar voor inschakelen braad-
panzone (met controlelampje)
Braadpanzone
1500/2400W
Restwarmte-
indicaties
Restwarmte-
indicaties
Schakelaar voor inschakelen
driekringszone (met controlelampjes)
Dampuittrede-
plaats uit de
oven
Gebruiksaanwijzing
30
Bediening van de kookplaat
3
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
eigenschap van alle glaskeramische kookzones en heeft geen negatieve
invloed op het functioneren of de levensduur van het apparaat.
3
De kookzones worden bediend met de kookzoneschakelaars van het
fornuis of het schakelpaneel. Meer informatie vindt u in de ge-
bruiksaanwijzing van het betreffende apparaat.
Driekringskookzone inschakelen
Afhankelijk van de afmetingen van de pan kunnen bij driekringskook-
zones met het betreffende sensorveld op de glaskeramische kookplaat
naast de kleinste kookzone nog twee grotere verwarmingskringen wor-
den ingeschakeld.
1. Schakel de kleine kookzone op de gebruikelijke manier in met de kook-
zoneschakelaar.
2. Raak het sensorveld op de kookplaat aan.
De middelste verwarmingskring wordt ingeschakeld.
Het controlelampje onder het symbool II gaat aan.
3. Om ook de buitenste verwarmingskring in te schakelen raakt u het sen-
sorveld opnieuw aan. Het controlelampje onder het symbool III gaat
aan.
4. Indien nodig:
U kunt de grotere verwarmingskringen uitschakelen door het sensor-
veld aan te raken.
Als de driekringskookzone met de kookzoneschakelaar volledig wordt
uitgeschakeld, dan moeten de grotere verwarmingskringen bij het vol-
gende gebruik eventueel weer worden ingeschakeld.
II II III
Gebruiksaanwijzing
31
Braadzone inschakelen
Afhankelijk van de afmetingen van de pan kan bij braadzones met het
betreffende sensorveld op de glaskeramische kookplaat naast de kleine
kookzone ook nog de ovale verwarmingskring worden ingeschakeld.
1. Schakel de kleine kookzone op de gebruikelijke manier in met de kook-
zoneschakelaar.
2. Raak het sensorveld op de kookplaat aan.
De ovale verwarmingskring wordt ingeschakeld. Het controlelampje
van het sensorveld gaat aan.
3. Indien nodig:
U kunt de ovale verwarmingskring uitschakelen door het bijbehorende
sensorveld aan te raken.
Als de braadzone met de kookzoneschakelaar volledig wordt uitgescha-
keld, dan moet de grotere verwarmingskring bij het volgende gebruik
eventueel weer worden ingeschakeld.
Gebruiksaanwijzing
32
Restwarmte-indicator
Uw glaskeramische kookplaat is uitgerust met een restwarmte-indica-
tor; voor iedere kookzone is er zo’n controlelampje voorzien. Zodra de
overeenkomstige kookzone heet is, begint dit lampje te branden om u
te waarschuwen voor onbedachtzame aanrakingen.
Ook na het uitschakelen van de kookzone gaat de restwarmte-indicator
pas uit wanneer de kookzone is afgekoeld.
2
U kunt gebruik maken van de restwarmte om spijzen te smelten of
warm te houden.
1
Let op! Zolang de restwarmte-indicator brandt, bestaat er verbran-
dingsgevaar.
1
Let op! Bij stroompanne valt ook de restwarmte-indicator uit en als ge-
volg daarvan eveneens het signaal dat beschikbare restwarmte aan-
geeft. Toch is het gevaar zich te verbranden nog reëel. Door
behoedzaam te handelen vermijdt u dit gevaar.
Gebruiksaanwijzing
33
Toepassingen, tabellen, tips
Pannen
Hoe beter de pan, des te beter het kookresultaat.
Goede pannen herkent u aan de bodem. De bodem moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Let bij het kopen van pannen op de diameter van de bodem. Fabri-
kanten geven vaak de diameter van de bovenste rand van de pan aan.
Pannen met een aluminium of koperen bodem kunnen metaalachtige
verkleuringen op de glaskeramische plaat achterlaten die moeilijk of
helemaal niet meer te verwijderen zijn.
Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met een beschadigde
bodem met ruwe plekken en bramen. Bij het verschuiven kunnen blij-
vende krassen ontstaan.
In koude toestand is de panbodem normaliter iets
naar binnen gewelfd (hol). De panbodem mag in
geen geval naar buiten gewelfd (bol) zijn.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant, als u spe-
ciale pannen gebruikt (bijv. snelkookpan wok, enz.).
2
Tips voor het besparen van energie
U bespaart waardevolle energie, als u met onderstaande punten reke-
ning houdt:
De kookzone pas inschakelen als er een pan op staat.
Vuile kookzones en panbodems verhogen het
stroomverbruik.
Pannen indien mogelijk altijd met een deksel af-
sluiten.
Kookzones vóór het einde van de kooktijd uitscha-
kelen om gebruik te maken van de restwarmte, bijv.
om gerechten warm te houden of om levensmiddelen
te smelten.
Panbodem en kookzone moeten
even groot zijn.
Bij gebruik van een snelkookpan
wordt de kooktijd max. 50% kor-
ter.
Gebruiksaanwijzing
34
Richtwaarden voor het koken
De gegevens in onderstaande tabel zijn richtwaarden. Welke schakel-
stand noodzakelijk is voor het kookproces, hangt af van de kwaliteit
van de kookpotten en van het type en de hoeveelheid van de levens-
middelen.
3
Wij raden aan bij het lichtjes koken of aanbraden het toestel in te stel-
len op temperatuurstand “9” en etenswaren met een langere kooktijd
verder te laten garen op een geschikte nakookstand.
Kookvermo-
gen
Kookproces/Na-
kookstand
Geschikt voor
9 lichtjes koken
lichtjes koken van grote hoeveelheden vloeistof,
koken van macaroni
7-9 sterk aanbraden
frituren van frieten,
aanbraden van vlees, bv. goulash,
gaar braden, bv. aardappelkoekjes,
braden van lendestukken, steaks
6-7 zacht braden
braden van vlees, schnitzel, cordon bleu, kotelet-
ten, frikadellen, braadworsten, lever,
bloemsaus, zacht braden, eieren, omeletten, olie-
bollen frituren
4-5 koken
koken van grote hoeveelheden etenswaren,
eenpansgerechten, soepen, vleesbouillon, stomen
van aardappelen
3-4
stomen
stoven
stoven van groenten,
smoren van vlees,
rijstpap koken
2-3 gaar koken
gaar koken van rijst- en melkgerechten
(tussendoor roeren),
stomen van kleine hoeveelheden aardappelen of
groenten,
opwarmen van kant-en-klare gerechten
1-2 smelten
schuimomelet, bouillon met ei, saus hollandaise,
warm houden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
0 resterende warmte, UIT-stand.
Gebruiksaanwijzing
35
Reiniging en onderhoud
Kookplaat
1
Attentie: Reinigingsmiddelen mogen niet op de hete glaskeramische
plaat terechtkomen! Alle reinigingsmiddelen moeten na het schoonma-
ken met ruim schoon water worden verwijderd, omdat ze bij het weer
opwarmen etsend kunnen werken!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals grill- of ovensprays,
grove schuurmiddelen of krassende pannenreinigers.
3
Reinig de glaskeramische kookplaat elke keer na het gebruik als hij
handwarm of koud is. Zo voorkomt u dat verontreinigingen inbranden.
Kalk- en watervlekken, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleu-
ringen met een in de handel verkrijgbaar speciaal reinigingsmiddel voor
glaskeramiek of edelstaal verwijderen.
Lichte verontreinigingen
1. Glaskeramische plaat met een vochtige doek en wat afwasmiddel afne-
men.
2. Daarna met een schone doek droogwrijven. Er mogen geen resten reini-
gingsmiddel op de oppervlakte achterblijven.
3. De gehele glaskeramische plaat eenmaal per week grondig reinigen met
een speciaal reinigingsmiddel voor glaskeramiek of edelstaal.
4. Dan de kookplaat met ruim schoon water afnemen en met een schone
niet-pluizende doek droogwrijven.
Vastklevende verontreinigingen
1. Gebruik voor het verwijderen van
overgekookte levensmiddelen of
vastgekleefde spatten een glas-
schraper.
2. De glasschraper schuin op de glas-
keramische plaat zetten.
3. Verontreinigingen verwijderen met
een glijdende beweging van de
schraper.
3
Glasschrapers en reinigingsmiddelen
voor glaskeramische kookplaten zijn
in de vakhandel verkrijgbaar.
Gebruiksaanwijzing
36
1 Speciale verontreinigingen
1. Ingebrande suiker, gesmolten kunst-
stof, aluminiumfolie of andere mate-
rialen die kunnen smelten direct, als
ze nog heet zijn, met een glasschra-
per verwijderen.
1
Attentie: Bij het gebruik van de glas-
schraper op een hete kookzone be-
staat verbrandingsgevaar!
2. Reinig daarna de afgekoelde kook-
plaat op de normale wijze.
3
Mocht de kookzone met daarop ge-
smolten materiaal al afgekoeld zijn, verwarm de zone dan nog een keer
voor reinigen.
Krassen en donkere vlekken in de glaskeramische plaat, die bijv. door
scherpe panbodems zijn ontstaan, kunnen niet worden verwijderd. Ze
hebben echter geen nadelige invloed op het functioneren van de kook-
plaat.
Raam van de kookplaat
1
Attentie! Geen azijn, citroen of kalkoplossende middelen op het raam
aanbrengen omdat anders matte plekken ontstaan.
1. Raam met een vochtige doek en wat afwasmiddel afnemen.
2. Ingedroogde verontreinigingen met een natte doek verwijderen. Daarna
wegvegen en droogwrijven.
Gebruiksaanwijzing
37
Wat is er aan de hand als ...
Hulp bij storingen
Misschien gaat het om een kleine storing die u aan de hand van de vol-
gende aanwijzingen zelf kunt oplossen. Voer zelf verder geen werk-
zaamheden uit, als onderstaande informatie u niet verder helpt.
1
Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
mensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kunnen aan-
zienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Wend u bij reparaties
altijd tot onze service-afdeling.
Wat te doen, als ...
... de kookzones niet functioneren?
Controleert u, of
de zekering in de elektrische installatie (zekeringenkast) intact is. In-
dien de zekeringen herhaaldelijk doorslaan, contacteert u dan een er-
kende elektromonteur.
de overeenkomstige kookzone is ingeschakeld en of de gewenste ver-
mogensgraad is ingesteld.
bij meerkrings-kookzones: de gewenste verhittingskring is bijgescha-
keld.
Indien U een beroep doet op de klantendienst als gevolg van een ver-
keerd gebruik, zal een bezoek van de klantendiensttechnicus ook tij-
dens de garantieperiode niet kostenloos plaatsvinden.
Montage-aanwijzing
38
Montage-aanwijzing
1
Attentie! Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen al-
leen door een erkend elektro-installateurworden uitgevoerd.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij schade de aanspraak op ga-
rantie vervalt.
Technische gegevens
Afmetingen van het apparaat
Afmetingen van de uitsnijding
Opgenomen vermogen
Breedte 572 mm
Diepte 502 mm
Hoogte 49 mm
Breedte 560 mm
Diepte 490 mm
Hoekstraal R5
Driekrings-kookzone vooraan links
ø 120/170/210 mm 750/1800/2300 W
Kookzone achteraan links ø 145 mm 1200 W
Multifunctionele kookzone achteraan rechts
ø 170/265 mm 1500/2400 W
Kookzone vooraan rechts ø 145 mm 1200 W
Spanning verwarmingselement 230 V ~ 50 Hz
Totale aansluitwaarde max. 7,1 kW
Montage-aanwijzing
39
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6 m.b.t. de veiligheid van elektrische
apparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden en
EN 60350 resp. DIN 44546 / 44547 / 44548 m.b.t. de gebruikseigen-
schappen van elektrische fornuizen voor het huishouden.
EN 55014-2 / VDE 0875 deel 14-2
EN 55014 / VDE 0875 deel 14/1999-10
EN 61000-3-2 / VDE 0838 deel 2
EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3 m.b.t. de fundamentele bescher-
mingseisen voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
;
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen
93/68/EG CE identificatierichtlijn
73/23/EG van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn)
89/336/EG van 03./05.1989 (EMC-richtlijn
incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EG)
Montage-aanwijzing
40
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
In de elektrische installatie moet een inrichting worden aangebracht,
die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte
van min. 3 mm met alle polen van het net te scheiden.
Geschikte scheidingsinrichtingen zijn bijv. automatische zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting geschroefd worden), aard-
lekschakelaar en veiligheidsschakelaars.
Dit apparaat voldoet wat betreft brandbeveiliging aan type Y (EN 60
335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één zijde tegen
daarnaast staande hoge kasten of wanden ingebouwd worden.
Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
Bescherming tegen aanraken moet door de inbouw gegarandeerd
zijn.
De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde snijvlakken
met geschikt afdichtmateriaal worden beschermd.
Bij betegelde werkbladen moeten de voegen bij het kookgedeelte ge-
heel met voegenmateriaal opgevuld zijn.
Bij natuurstenen, kunststenen of keramische platen moeten de
springveren met geschikte kunsthars- of tweecomponentenlijm ver-
lijmd worden.
Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op even-
tuele gaten. Er mag geen extra siliconenafdichting aangebracht wor-
den, omdat dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt wor-
den.
Montage-aanwijzing
41
Elektrische aansluiting
Voordat men het apparaat aansluit, moet men controleren of de no-
minale spanning – dat is de spanning die op het typeplaatje is aange-
geven - overeenkomt met de beschikbare netspanning en de
nominale spanning van het combinatie-apparaat. Het typeplaatje be-
vindt zich op het onderste kozijn van de kookplaat.
De aansluitstekkers van het kookraam verbinden met de overeenkom-
stige tegenhangers van het ingebouwde fornuis of schakelkastje en
vast in elkaar doen sluiten. Druk de verbindingskabel zijdelings op het
ovendek.
1
Na het aansluiten aan de stroomverzorging controleren of de kook-
zones bedrijfsklaar zijn door ze één voor één ca. 30 seconden op de
maximale stand in te schakelen.
Service
43
Servicece
In het hoofdstuk ”Wat is er aan de hand als …” vindt u enkele storingen
die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling. (Adres en telefoon-
nummers vindt u in hoofdstuk ”Adres klantenservice”.)
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Dat vereenvoudigt de diag-
nose en de vaststelling of bezoek van een servicetechnicus nodig is:
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
Hoe uit de storing zich?
Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat
op het typeplaatje:
PNC-nr. (9 cijfers),
S-nr. (9 cijfers).
Wij raden u aan de nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de
hand hebt.
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kos-
ten?
als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk ”Wat is er aan
de hand als ...”) zelf had kunnen opheffen,
als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
PNC . . . . . . . . .
S-nr . . . . . . . . .
133
Montage / Montaggio / Montaje /
ÔïðïèÝôçóç
134
min.
5 mm
min.
25 mm
135
136
Ausbau / Demontage / Démontage / Smontaggio / Desmontaje /
ÁðåãêáôÜóôáóç
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

AEG C61300M-ALNAD8 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding