80
Richtwaarden voor het koken
De gegevens in onderstaande tabel zijn richtwaarden. Welke schakelstand
noodzakelijk is voor het kookproces, hangt af van de kwaliteit van de kook-
potten en van het type en de hoeveelheid van de levensmiddelen
.
3 Wij raden aan bij het lichtjes koken of aanbraden het toestel in te stellen op
temperatuurstand “9” en etenswaren met een langere kooktijd verder te la-
ten garen op een geschikte nakookstand.
Kookvermo-
gen
Kookproces/
Nakookstand
Geschikt voor
9 lichtjes koken
lichtjes koken van grote hoeveelheden
vloeistof, koken van macaroni
7-9
sterk aanbra-
den
frituren van frieten,
aanbraden van vlees, bv. goulash,
gaar braden, bv. aardappelkoekjes,
braden van lendestukken, steaks
6-7 zacht braden
braden van vlees, schnitzel, cordon
bleu, koteletten, frikadellen, braadwors-
ten, lever,
bloemsaus, zacht braden, eieren, ome-
letten, oliebollen frituren
4-5 koken
koken van grote hoeveelheden etens-
waren,
eenpansgerechten, soepen, vlees-
bouillon, stomen van aardappelen
3-4
stomen
stoven
stoven van groenten,
smoren van vlees,
rijstpap koken
2-3 gaar koken
gaar koken van rijst- en melkgerechten
(tussendoor roeren),
stomen van kleine hoeveelheden aard-
appelen of groenten,
opwarmen van kant-en-klare gerechten
1-2 smelten
schuimomelet, bouillon met ei, saus
hollandaise,
warm houden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
0 resterende warmte, UIT-stand.