19
B. Afkoeling
1. Stel de thermostaat in op de gewenste temperatuur.
2. Kies de ventilatorsnelheid die u het beste past:
a. HOOG KOEL: Voor maximale afkoeling en
ontvochtiging. (3
)
b. GEMIDDELD KOEL: Voor normale of gemiddelde
afkoeling. (2
)
c. LAAG KOEL: Wanneer de gewenste
kamertemperatuur is bereikt en behouden moet
blijven. Normaal gezien voor ‘s nachts. (1
)
Belangrijk: Wanneer de airconditioner is ingeschakeld en
volgens de thermostaat afkoeling is vereist, beginnen de
ventilator en de compressor tegelijkertijd te werken. Wacht,
nadat de airconditioner handmatig werd uitgeschakeld door
de keuzeschakelaar of de thermostaat, altijd 2 à 3 minuten
voordat u de airconditioner opnieuw inschakelt. Zo kan de
koelmiddeldruk in de airconditioner zich stabiliseren zodat de
compressor opnieuw kan starten.
NB: De ventilator draait continu om de lucht te doen circuleren
en de temperatuur constant te houden. De compressor wordt
ingeschakeld wanneer afkoeling nodig is om de geselecteerde
temperatuur te bewaren.
C. Werking van de ventilator
1. Deze doet de lucht in uw caravan circuleren, zonder
afkoeling of verwarming. Er zijn drie standen: VENT.
HOOG (3
), VENT. GEMIDDELD (2 ) of VENT. LAAG
(1 ), afhankelijk van uw voorkeur. Zie FIG. 15.
D. Verwarming (indien aanwezig)
NB: Deze elektrische kachel vervangt niet de inrichting die nodig
is om uw caravan bij koud weer te verwarmen. Hij is alleen
bedoeld om te vermijden dat u gaat rillen van de kou.
1. Draai de keuzeschakelaar op “OPT. WARMTE”
(
). Zie FIG. 15.
2. De verwarming begint dan te werken.
3. Wanneer in de caravan de gewenste temperatuur
is bereikt, plaatst u de keuzeschakelaar op “UIT” of
“VENTILATOR”.
NB: De thermostaat regelt niet de AAN/UIT-cyclus van de
verwarming. Als de optionele kachel niet is geïnstalleerd en
geselecteerd, draait de ventilator op “VENT. LAAG”.
E. “UIT”-stand
1. Dient om het apparaat uit te schakelen.
F. Onderhoud door de klant
1. Verwijder regelmatig de retourluchtfilters boven de
afneembare panelen van de luchthapper. Was de filters
met lauw water en zeep, laat ze drogen en plaats ze
terug op hun plaats.
NB: Laat de airconditioner nooit draaien als de retourluchtfilters
niet op hun plaats zitten. De verdamperspiraal kan dan nl.
geblokkeerd raken met vuil, wat de werking van het apparaat
aanzienlijk kan aantasten.
2. Reinig de behuizing van de luchthapper en het
bedieningspaneel met een zachte, met een mild
reinigingsmiddel bevochtigde doek. Gebruik nooit
meubelwas of schuurpoeder.
3. De motor van de ventilator werd door de fabrikant
gesmeerd en behoeft bij normaal gebruik geen
onderhoud.
4. Onder bepaalde omstandigheden kan zich op de
verdamperspiraal vorst vormen. Inspecteer in dat
geval de filter en reinig deze als hij vuil is. Zorg ervoor
dat de luchtgaten niet geblokkeerd zijn. Er is bij
airconditioners een grotere kans op vorst wanneer de
buitentemperatuur relatief laag is. Dat kan worden
voorkomen door de regelknop van de thermostaat
warmer in te stellen (draai naar links). Als u vorst blijft
zien, gebruik dan de stand VENT. LAAG, VENT.
GEMIDDELD of VENT. HOOG pas als de koelspiraal
vorstvrij is.
5. Als het apparaat helemaal niet of niet naar behoren
werkt, controleer dan eerst het volgende voordat u de
onderhoudsdienst opbelt:
a. Als de caravan is aangesloten op een
motorgenerator, controleer dan of deze draait en
stroom levert.
b. Als de caravan op het stroomnet is aangesloten via
een landlijn, controleer dan of deze geschikt is voor
de belasting van de airconditioner en op het
stroomnet is aangesloten.
c. Controleer of de zekering of stroomonderbreker
open is.
d. Bel na de bovenstaande controles uw lokale
onderhoudsdienst voor extra hulp. Dit toestel mag
alleen door bevoegd onderhoudspersoneel
worden onderhouden.
6. Als bedrading of een stroomsnoer beschadigd is en
dient te worden vervangen, moet dit worden gedaan
door de fabrikant, zijn onderhoudstechnicus of een
andere, even bevoegde persoon.
7. Geef altijd de volgende informatie op wanneer u belt
voor service:
a. Het model en serienummer van de airconditioner;
u vindt die op de typeplaat op de bodem van de
airconditioner.
b. Het onderdeel- en serienummer van de
luchtdistributiekit; u vindt die op de typeplaat van de
plafondcontourplaat. U kunt deze plaat door de
roosteropening van de luchthapperfilter zien.