EINHELL 45.017.20 Handleiding

Type
Handleiding
NL
- 50 -
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsaanwijzingen
2. Beschrijving van het gereedschap en leveringsomvang
3. Reglementair gebruik
4. Technische gegevens
5. Vóór inbedrijfstelling
6. Gebruik
7. Werken met de kettingzaag
8. Reiniging, onderhoud en bestellen van wisselstukken
9. Aanwijzingen omtrent milieubescherming/afvalbeheer
10. Opbergen
11. Foutopsporing
12. Indicatie lader
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 50Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 50 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 51 -
Gevaar!
Bij het gebruik van toestellen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de in-
formatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht
u dit toestel aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding / veiligheidsins-
tructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk
voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan
niet-naleving van deze handleiding en van de vei-
ligheidsinstructies.
1. Veiligheidsaanwijzingen
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u
in de bijgaande brochure.
Gevaar!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzin-
gen. Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen voor de toekomst.
Verklaring van de symbolen op het ge-
reedschap ( g. 28):
1. Handleiding lezen
2. Oogbeschermer dragen
3. Gehoorbeschermer dragen
4. Stel het gereedschap niet bloot aan de regen.
5. Maximale snijlengte / Kettingsnelheid vu:
4,3 m/s
6. Kettingrem vóór inbedrijfstelling ontgrende-
len!
7. Opslag van de accu’s alleen in droge ruimtes
met een omgevingstemperatuur van +10 °C
tot +40 °C.
De accu’s alleen in geladen toestand opber-
gen (min. 40% geladen).
2. Beschrijving van het gereedschap
en leveringsomvang
2.1 Beschrijving van het gereedschap
( g. 1-3)
1. Klauwaanslag
2. Voorste handbeschermer
3. Voorste handgreep
4. Achterste handgreep
5. Beveiliging tegen onbedoeld aanzetten
6. AAN/UIT-schakelaar
7. Olietankdop
8. Kettingwielafdekking
9. Bevestigingsschroef voor kettingwielafdek-
king
10. Kettingspanschroef
11. Kijkglas kettingoliepeil
12. Accu (bij art.-nr.: 4501761 niet meegeleverd)
13. Grendelknop
14. Achterste handbescherming
15. Zwaard
16. Zaagketting
17. Zwaardbescherming
18. Lader (bij art.-nr.: 4501761 niet meegeleverd)
19. Adapterplaat
2.2 Leveringsomvang
Gelieve de volledigheid van het artikel te contro-
leren aan de hand van de beschreven omvang
van de levering. Indien er onderdelen ontbreken,
gelieve u dan binnen 5 werkdagen na aankoop
van het artikel te wenden tot ons servicecenter of
tot het verkooppunt waar u het apparaat heeft ge-
kocht, en leg een geldig bewijs van aankoop voor.
Gelieve daarvoor de garantietabel in de service-
informatie aan het einde van de handleiding in
acht te nemen.
Open de verpakking en neem het toestel
voorzichtig uit de verpakking.
Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede
verpakkings-/transportbeveiligingen (indien
aanwezig).
Controleer of de leveringsomvang compleet
is.
Controleer het toestel en de accessoires op
transportschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het
verloop van de garantieperiode.
Gevaar!
Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn
geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mo-
gen niet met plastic zakken, folies en kleine
stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstik-
kingsgevaar!
Originele handleiding
Veiligheidsinstructies
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 51Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 51 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 52 -
3. Reglementair gebruik
De kettingzaag is bedoeld om bomen te vellen
alsmede om stammen, takken, houten balken,
planken enz. te zagen en kan voor dwars- en
langssneden worden gebruikt. Zij is niet geschikt
om andere materialen dan hout te zagen.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Voeding motor: ....................................... 18 V DC
Nullasttoerental n
0
: ..............................2400 min
-1
Uitgangsspanning lader: ........................ 21 V DC
Uitgangsstroom lader: ....................................3 A
Netspanning lader: ............. 200-250V~ 50-60Hz
Accu type: .................................................. Li-Ion
Aantal accucellen: .......................................... 10
Accucapaciteit: ............................................. 3 Ah
Zwaardlengte ......................................... 250 mm
Snijlengte max.: ..................................... 230 mm
Snijsnelheid bij nominaal toerental: ..........4,3 m/s
Vulhoeveelheid olietank: ...........................200 ml
Gewicht met zwaard, ketting en accu: . ca. 3,6 kg
Gevaar!
Geluid en vibratie
De geluids- en trilwaarden werden vastgesteld
overeenkomstig EN 60745-1 en EN 60745-2-13.
Geluidsdrukniveau L
pA
....................... 85,7 dB (A)
Onzekerheid K
pA
...........................................3 dB
Geluidsvermogen L
WA
........................ 95,4 dB (A)
Onzekerheid K
WA
.....................................2,47 dB
Geluidsvermogen gegarandeerd L
WA
..... 98 dB(A)
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale trilwaarden (vectorsom van drie richtingen)
vastgesteld overeenkomstig EN 60745-1 en
EN 60745-2-13.
Handgreep onder last
Trillingsemissiewaarde voorste handgreep
a
h
= 4,88 m/s
2
Trillingsemissiewaarde achterste handgreep
a
h
= 4 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure en
kan veranderen naargelang van de wijze waarop
het elektrische gereedschap wordt gebruikt en
in uitzonderingsgevallen boven de opgegeven
waarde liggen.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden
gebruikt om elektrische gereedschappen onder-
ling te vergelijken.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook wor-
den gebruikt om voor begin van de werkzaamhe-
den de nadelige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
Overbelast het toestel niet.
Laat het toestel indien nodig nazien.
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Draag handschoenen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Waarschuwing!
Trek altijd de accu eruit, voordat u instellingen aan
het apparaat uitvoert.
Gevaar! Steek de accu pas erin als de ketting-
zaag volledig gemonteerd en de kettingspanning
ingesteld is. Draag om verwondingen te vermijden
altijd werkhandschoenen als u werkzaamheden
aan de kettingzaag verricht.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 52Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 52 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 53 -
5.1 Montage van zwaard en zaagketting
Pak alle onderdelen zorgvuldig uit en contro-
leer deze op volledigheid (fig. 2-3).
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdek-
king losdraaien (fig. 4).
Kettingwielafdekking wegnemen (fig. 5).
Ketting, zoals in de figuur voorgesteld, de om-
lopende groef van het zwaard in leggen (fig.
6a, pos. A).
Zwaard en ketting, zoals in de figuur getoond,
de opname van de kettingzaag in leggen.
Daarbij de ketting rond het rondsel (fig. 6b/6c,
pos. B) leiden.
Kettingwielafdekking aanbrengen en bevesti-
gen d.m.v. de bevestigingsschroef (fig. 7). Let
op! Bevestigingsschroef pas na het afstellen
van de kettingspanning (zie punt 5.2) defini-
tief vastschroeven.
5.2 Spannen van de zaagketting
Waarschuwing! Voor controles en afstel-
werkzaamheden altijd de netstekker uit het
stopcontact verwijderen. Draag altijd veiligheids-
handschoenen als u werkzaamheden op de ket-
tingzaag verricht om letsel te voorkomen.
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdek-
king met enkele slagen losdraaien (fig. 4).
Kettingspanning afstellen m.b.v. de kettings-
panschroef (fig. 8, pos. 10). Door draaien
met de wijzers van de klok mee (naar rechts)
verhoogt u de kettingspanning, door draaien
tegen de richting van de wijzers van de klok
in (naar links) verlaagt u de kettingspanning.
De zaagketting is correct gespannen als ze in
het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan
worden opgeheven (fig. 9).
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdek-
king vastdraaien (fig. 7).
Gevaar! Alle kettingschakels moeten naar
behoren in de geleidegroef van het zwaard
liggen.
Aanwijzing omtrent het spannen van de ket-
ting:
De zaagketting dient omwille van de bedrijfsze-
kerheid en veiligheid altijd correct te zijn gespan-
nen. De zaagketting is optimaal gespannen als ze
in het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan
worden opgeheven. Aangezien de zaagketting
bij het zagen warm wordt en bijgevolg van lengte
verandert, dient u de kettingspanning om de 10
minuten te controleren en, indien nodig, bij te
regelen. Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettin-
gen. Ontspan de zaagketting aan het einde van
het werk omdat de ketting bij het afkoelen korter
wordt. Daardoor voorkomt u dat schade aan de
ketting wordt berokkend.
5.3 Smering van de zaagketting
Waarschuwing! Vóór controles en instelwerk-
zaamheden altijd de accu uittrekken. Draag om
verwondingen te vermijden altijd werkhandscho-
enen als u werkzaamheden aan de kettingzaag
verricht.
Aanwijzing! Stel de ketting nooit zonder zaag-
kettingolie in werking! Het gebruik van de zaag-
ketting zonder zaagkettingolie of bij een oliepeil
beneden het minimummerk ( g. 10, pos. B) heeft
een beschadiging van de kettingzaag tot gevolg!
Aanwijzing! Hou rekening met de temperatu-
uromstandigheden: verschillende omgevings-
temperaturen eisen smeermiddelen van zeer ver-
schillende viscositeit. Bij lage temperaturen hebt
u dunvloeibare oliën (lage viscositeit) nodig om
een voldoende smeer lm te doen ontstaan. Als
u dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie
alleen door de hogere temperaturen nog meer
vloeibaar worden gemaakt. Een onderbreking van
de smeer lm zou het gevolg kunnen zijn, de ket-
ting zou kunnen worden oververhit en zou kunnen
worden beschadigd. Bovendien zou de smeerolie
verbranden, waardoor het milieu onnodig met
schadelijke sto en zou worden belast.
Olietank vullen:
Zaagketting op een effen plaats neerzetten.
Het gebied rond de olietankdop (fig. 10, pos.
A) schoonmaken en daarna de tank openen.
Tank met zaagkettingolie vullen. Let er goed
op dat geen vuil in de tank terechtkomt om
te voorkomen dat de oliesproeier verstopt
geraakt.
Olietankdop sluiten.
5.4 Laden van de LI-accupack ( g. 11-12)
De accu is beschermd tegen diepe ontlading. Het
apparaat wordt door een geïntegreerde veilig-
heidsschakeling automatisch uitgeschakeld, als
de accu is ontladen.
Waarschuwing! Bedien de Aan/Uit-schakelaar
niet meer als de veiligheidsschakeling het ap-
paraat heeft uitgeschakeld. Dit kan schade aan
de accu tot gevolg hebben.
1. Accupack uit de handgreep trekken, terwijl u
de grendelknop (13) naar beneden drukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 53Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 53 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 54 -
lader (18) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 12 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie aan
de lader.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
of aan het stopcontact de netspanning aan-
wezig is.
of een foutloos contact aan de laadcontacten
van de lader voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
de lader en de laadadapter
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack valt het aan te raden om tijdig voor het
herladen van de LI-accupack te zorgen. Dit is in
ieder geval noodzakelijk, indien u vaststelt dat het
vermogen van de accu-kettingzaag afneemt.
6. Gebruik
6.1 In-/uitschakelen
Inschakelen
Steek de accu aan het apparaat in.
Kettingzaag met beide handen aan de hand-
grepen vasthouden (duim onder de hand-
greep) zoals getoond in fig. 13.
Beveiliging tegen onbedoeld inschakelen (fig.
1, pos. 5) blijven indrukken.
Kettingzaag inschakelen door op de AAN/
UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 6) te drukken. U
kan dan de inschakelbeveiliging terug losla-
ten.
Uitschakelen
AAN/UIT-schakelaar ( g. 1, pos. 6) loslaten.
De geïntegreerde rem brengt de omlopende
zaagketting in de kortst mogelijke tijd tot stilstand.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
als u het werk onderbreekt.
Waarschuwing! Draag de zaag enkel aan de
voorste handgreep! Als u de aangesloten zaag
enkel aan de achterste handgreep waarop de
schakelelementen zich bevinden draagt, kan
het gebeuren dat u per ongeluk tegelijkertijd de
inschakelbeveiliging én de AAN/UIT-schakelaar
bedient en de kettingzaag aanloopt.
6.2 Veiligheidsvoorzieningen motorrem
De motor remt de zaagketting af zodra u de
AAN/UIT-schakelaar ( g. 1, pos. 6) loslaat of de
stroomtoevoer onderbreekt. Daardoor wordt het
gevaar voor lichamelijk letsel door een ketting die
uitloopt aanzienlijk verminderd.
Kettingrem
De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat
via de voorste handbeschermer ( g. 1, pos. 2) in
werking wordt gezet. Als de kettingzaag door een
terugstoot terugschiet, reageert de kettingrem en
wordt de zaagketting in minder dan 0,1 seconden
gestopt. Controleer regelmatig de functie van de
kettingrem. Klap daarvoor de handbeschermer
( g. 1, pos. 2) naar voren en schakel de ketting-
zaag kort in. De zaagketting mag niet starten!
Trek de voorste handbeschermer ( g. 1, pos.
2) terug tot hij vastklikt om de kettingrem los te
zetten.
Gevaar! Gebruik de zaag niet als de veiligheid-
sinrichtingen niet naar behoren werken. Probeer
geen beschermende voorzieningen die belangrijk
zijn voor de veiligheid zelf te herstellen, maar
wendt u zich tot onze service of tot een overeen-
komstig gekwali ceerde werkplaats.
Handbeschermer
De voorste handbeschermer (gelijktijdig ket-
tingrem) ( g. 1, pos. 2) en de achterste handbe-
schermer ( g. 1, pos. 14) beschermen uw vingers
tegen letsel door contact met de zaagketting
indien die door overbelasting breekt.
7. Werken met de kettingzaag
7.1 Voorbereiding
Controleer voor elk gebruik volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Ga voor werkbegin na of de behuizing, de
netkabel, de zaagketting of het zwaard van de
kettingzaag beschadigd zijn. Neem nooit een ge-
reedschap in gebruik dat blijkbaar beschadigd is.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 54Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 54 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 55 -
Olietank
Oliepeil van de tank. Controleer ook tijdens het
werk of er steeds voldoende olie voorhanden is.
Werk nooit met de zaag als er geen olie voorhan-
den is of als het oliepeil onder het minimummerk
is gezakt ( g. 10, pos. B) om een beschadiging
van de kettingzaag te vermijden.
Een vulling volstaat gemiddeld voor 15 minuten
naargelang de ingelaste pauzen en de belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting is des te
gemakkelijker kan u de kettingzaag bedienen en
onder controle houden. Hetzelfde geldt voor de
kettingspanning. Controleer ook tijdens het werk
om de 10 minuten de kettingspanning om uw vei-
ligheid te verhogen! Vooral nieuwe zaagkettingen
neigen tot verhoogd uitzetten.
Kettingrem
Controleer de functie van de kettingrem zoals be-
schreven in hoofdstuk “veiligheidsvoorzieningen”
en zet haar in werking.
Beschermende kleding
Draag zeker de gepaste beschermende nauw
sluitende kleding zoals een speciale broek die
u beschermt tegen snijwonden, alsmede hand-
schoenen en veiligheidsschoenen.
Gehoorbeschermer en veiligheidsbril
Draag bij vel- en boswerkzaamheden zeker een
veiligheidshelm met geïntegreerde gehoor- en
gelaatsbeschermer. Die biedt bescherming tegen
neervallende dikke takken en terugschietende
takjes.
7.2 Toelichting omtrent het correct te werk
gaan bij fundamentele werkzaamheden
Boom vellen ( g. 14-17)
Indien twee of meer personen tegelijkertijd op
maat snijden en vellen, moet de afstand tussen
de vellende en op maat snijdende personen
minstens twee boomlengtes bedragen ( g. 14).
Bij het vellen van bomen dient u erop te letten
dat geen andere personen in gevaar worden ge-
bracht, geen toevoerleidingen worden geraakt en
geen materiële schade wordt veroorzaakt. Mocht
een boom een toevoerleiding raken, dient de
desbetre ende energievoorzieningsmaatschappij
onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld.
Bij zaagwerkzaamheden op een helling moet de
bedienaar van de kettingzaak op het terrein hoger
staan dan de te vellen boom omdat de boom na
het vellen bergaf gaat rollen of glijden ( g. 15).
Vóór het vellen moet een vluchtweg worden
gepland en, indien nodig, vrij worden gemaakt.
De vluchtweg moet vanaf de verwachte vallijn
schuin naar achteren verlopen zoals voorgesteld
in g. 16 (A = gevarenzone, B = valrichting, C =
vluchtzone).
Vóór het vellen dient u rekening te houden met de
natuurlijke schuine stand van de boom, de stand
van de dikkere takken en met de windrichting om
de valrichting van de boom te kunnen beoordelen.
Vuil, stenen, losse schors, spijkers, klemmen en
metalen draad dienen van de boom te worden
verwijderd.
Kerfsnede maken ( g. 17)
Zaag haaks t.o.v. de valrichting een kerf (A) met
een diepte van 1/3 van de boomdiameter, zoals
in g. 17 getoond. Eerst de onderste horizontale
kerfsnede (1) uitvoeren. Daardoor wordt voor-
komen dat de zaagketting of de geleiderail bij
het uitvoeren van de tweede kerfsnede beklemd
raakt.
Velsnede maken ( g. 17)
Met de velsnede minstens 50 mm boven de
horizontale kerfsnede beginnen. De velsnede
(B) evenwijdig met de horizontale kerfsnede
doorvoeren. De velsnede enkel tot een diepte
zagen zodat nog een tussenstuk (vellijst) (D) blijft
staan dat als scharnier kan dienen. Het scharnier
voorkomt dat de boom draait en de verkeerde
richting op neervalt. Zaag het scharnier niet door.
Als de velsnede het scharnier nadert gaat de
boom normaal beginnen neer te vallen. Mocht het
blijken dat de boom mogelijk niet in de gewenste
valrichting (C) neervalt of naar achteren terug-
neigt en de zaagketting vastklemt, de velsnede
onderbreken en wiggen van hout, kunststof of
aluminium gebruiken om de snede te openen en
de boom in de gewenste vallijn te doen omvallen.
Zodra de boom begint te vallen, de kettingzaag uit
de snede verwijderen, uitschakelen, neerzetten
en de gevarenzone via de geplande vluchtweg
verlaten. Op neervallende takken letten en niet
struikelen.
Onttakken
Hieronder verstaat men het verwijderen van de
takken van de gevelde boom. Bij het onttakken
laat u grotere omlaag wijzende takken waarop
de boom rust voorlopig staan tot de stam is
doorgezaagd. Kleinere takken volgens g. 18 (A
= snijrichting bij het onttakken, B = van de grond
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 55Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 55 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 56 -
verwijderd houden! Steunende takken laten staan
tot de stam is doorgezaagd) van beneden naar
boven met één snede afzagen. Takken die onder
spanning staan moeten van beneden naar boven
worden afgezaagd om te voorkomen dat de zaag
beklemd raakt.
Boomstam afkorten
Hieronder verstaat men het in stukken zagen
van de gevelde boom. Let er goed op dat u veilig
staat en dat uw lichaamsgewicht gelijkmatig op
beide voeten is verdeeld. Het is aan te bevelen
onder de stam, indien mogelijk, takken, balken of
wiggen te plaatsen om hem te steunen. Neem de
eenvoudige aanwijzingen voor het gemakkelijk
zagen in acht.
Als de boomstam over de hele lengte gelijkmatig
op de grond ligt, zoals in g. 19 getoond, zaagt u
van boven naar beneden. Let er wel op dat u niet
in de grond snijdt.
Als de boomstam aan een uiteinde op de grond
rust, zoals getoond in g. 20, zaagt u eerst 1/3
van de stamdiameter vanaf de onderkant (A) om
het splinteren te voorkomen. De tweede snede
van boven (2/3 diameter) op hoogte van de eerste
snede uitvoeren (B) (om te voorkomen dat de
zaag beklemd raakt).
Als de boomstam aan beide uiteinden op de
grond rust, zoals getoond in g. 21, zaagt u eerst
1/3 van de stamdiameter vanaf de bovenkant
om het splinteren te voorkomen (A). De tweede
snede van beneden (2/3 diameter) op hoogte van
de eerste snede (B) uitvoeren (om te voorkomen
dat de zaag beklemd raakt).
Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient u al-
tijd hoger te staan dan de boomstam, zoals in g.
15 getoond. Om op het moment van het doorza-
gen de volledige controle te behouden vermindert
u tegen het einde van de snede de aandrukkracht
zonder de vaste greep aan de handvaten van de
kettingzaag te lossen. Let er goed op dat de zaag-
ketting niet de grond raakt.
Na het afmaken van de snede wacht u af tot de
zaagketting stilstaat voordat u de kettingzaag
daar verwijdert. Schakel de motor van de ketting-
zaag altijd uit voordat u van een boom naar de
andere gaat.
7.3 Terugstoot
Onder terugstoot verstaat men het plots omhoog-
of terugschieten van de draaiende kettingzaag.
De oorzaken zijn meestal het raken van het
werkstuk met de top van het zwaard of het be-
klemd raken van de zaagketting.
Bij een terugstoot doen zich onverhoeds grote
krachten voor. Daardoor reageert de kettingzaag
meestal ongecontroleerd. Het gevolg zijn vaak
zwaarste letsels bij de werkman of bij personen in
de omgeving. Vooral bij zijdelingse sneden, als-
mede bij schuine sneden en langssneden is het
gevaar voor een terugstoot bijzonder groot omdat
de klauwaanslag niet kan worden ingezet. Vermi-
jdt daarom zoveel mogelijk dergelijke sneden uit
te voeren en werk bijzonder voorzichtig als ze niet
te vermijden zijn!
Het gevaar voor een terugstoot is het grootst
als u de zaag in de zone rond de top van het
zwaard aanzet omdat daar de hefboomwerking
het sterkst is ( g. 22). Zet de zaag daarom altijd
zo vlak mogelijk en dichtbij de klauwaanslag aan
( g. 23).
Waarschuwing!
Let er steeds op dat de ketting correct is ge-
spannen!
Gebruik enkel kettingzagen die in onberispeli-
jke staat verkeren!
Werk alleen met een naar behoren gescherp-
te zaagketting!
Zaag nooit boven schouderhoogte!
Zaag nooit met de bovenkant of top van het
zwaard!
Hou de zaag steeds met beide handen vast!
Maak indien mogelijk altijd gebruik van de
klauwaanslag als steunpunt.
Zagen van hout onder spanning
Bij het zagen van hout dat onder spanning staat
dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan! Onder
spanning staand hout waarvan de spanning door
zagen vrijkomt reageert soms volledig ongecon-
troleerd. Dat kan leiden tot zwaarste en zelfs do-
delijke letsels ( g. 24-26).
Dergelijke werkzaamheden mogen slechts door
geschoolde vakmannen worden verricht.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 56Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 56 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 57 -
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Voor elke reiniging de accu uittrekken.
Dompel het gereedschap voor het schoon-
maken geenszins in water of andere vloeistof-
fen.
8.1 Reiniging
Maak het spanmechanisme regelmatig door
uitblazen met perslucht of met een borstel
schoon. Gebruik voor het schoonmaken geen
gereedschappen.
Hou de handgrepen vrij van olie zodat u altijd
een veilige houvast hebt.
Maak het gereedschap, indien nodig, met
een vochtige doek en eventueel met een mild
spoelmiddel schoon.
Als u de kettingzaag een langere tijd niet ge-
bruikt, verwijdert u de kettingolie uit de tank.
Leg de zaagketting en het zwaard kort in een
oliebad en draai het daarna in oliepapier.
8.2 Onderhoud
Vervangen van zaagketting en zwaard
Het zwaard dient te worden vervangen als
de geleidegroef van het zwaard versleten is,
het recht tandwiel in het zwaard beschadigd
of versleten is.
Demonteer de adapterplaat ( g. 19) zoals voorge-
steld in afbeelding 27 van het zwaard. Monteer de
adapterplaat nu aan het nieuwe zwaard. Ga hier-
voor te werk zoals beschreven in het hoofdstuk
„Montage van zwaard en zaagketting“!
Controleren van de automatische
kettingsmering
Ga regelmatig na of de automatische kettings-
mering functioneert teneinde een oververhitting
en de daaruit voortvloeiende beschadiging van
zwaard en zaagketting te voorkomen. Richt daar-
voor de top van het zwaard tegen een glad op-
pervlak (plank, aansnede van een boom) en laat
de kettingzaag draaien.
Indien zich dan een toenemend oliespoor ver-
toont, werkt de automatische smering van de
ketting perfect. Is geen duidelijk oliespoor te zien
gelieve de overeenkomstige aanwijzingen in het
hoofdstuk “foutopsporing“ te lezen! Indien ook
deze aanwijzingen niet vooruithelpen wendt u
zich tot onze service of tot een overeenkomstig
gekwali ceerde werkplaats.
Gevaar! Raak daarbij niet het oppervlak. Neem
een voldoende veiligheidsafstand (ca. 20 cm) in
acht.
Scherpen van de zaagketting
U kan met de kettingzaag enkel e ectief werken
als de zaagketting in goede staat verkeert en
scherp is. Daardoor vermindert ook het gevaar
voor een terugstoot.
De zaagketting kan bij elke gespecialiseerde han-
delaar worden bijgeslepen. Probeer niet de zaag-
ketting zelf te scherpen als u niet over het gepas-
te gereedschap en de nodige ervaring beschikt.
8.3 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
9. Aanwijzingen omtrent
milieubescherming/afvalbeheer
Ontdoet u zich van het gereedschap op een be-
hoorlijke manier als het ooit uitgediend heeft. Ver-
wijder de netkabel om misbruik te voorkomen. Het
gereedschap hoort niet thuis in het huisvuil, maar
breng het in het belang van de milieubescherming
naar een inzamelplaats voor elektrisch materieel.
Uw gemeente informeert u over adressen en
openingstijden. Breng ook verpakkingsmateriaal
en versleten toebehoorstukken naar de voorziene
inzamelplaatsen.
10. Opbergen
Bewaar het toestel en de accessoires op een
donkere, droge en vorstvrije plaats die voor
kinderen ontoegankelijk is. De optimale opberg-
temperatuur ligt tussen 5° C en 30° C. Bewaar
het elektrische gereedschap in de originele ver-
pakking.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 57Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 57 14.05.2019 09:10:3914.05.2019 09:10:39
NL
- 58 -
11. Foutopsporing
Gevaar!
Apparaat vóór een foutopsporing uitschakelen en accu uittrekken.
De volgende tabel toont foutsymptomen aan en legt uit hoe u een fout kan verhelpen mocht uw ge-
reedschap ooit niet naar behoren werken. Indien u het probleem desondanks niet kan lokaliseren en
verhelpen gelieve zich tot uw servicewerkplaats te wenden.
Oorzaak Fout Verhelpen
Kettingzaag werkt
niet
- Terugstootrem heeft gereageerd
- Geen stroomtoevoer
- Handbeschermer naar zijn normale
stand terugtrekken
- Stroomtoevoer controleren
Kettingzaag werkt
met tussenpozen
- Extern loszittend contact
- intern loszittend contact
- AAN/UIT-schakelaar defect
- Naar een vakwerkplaats gaan
- Naar een vakwerkplaats gaan
- Naar een vakwerkplaats gaan
Zaagketting droog - Geen olie in de tank
- Ontluchting in de olietankdop ver-
stopt geraakt
- Olieuitlaatkanaal verstopt geraakt
- Olie bijvullen
- Olietankdop reinigen
- Olieuitlaatkanaal ontstoppen
Kettingrem werkt
niet
- Probleem met het schakelmecha-
nisme in de voorste handgreep
- Naar een vakwerkplaats gaan
Ketting/geleiderail
warm
- Geen olie in de tank
- Ontluchting in de olietankdop ver-
stopt geraakt
- Olieuitlaatkanaal verstopt geraakt
- Ketting bot
- Olie bijvullen
- Olietankdop reinigen
- Olieuitlaatkanaal ontstoppen
- Ketting laten bijslijpen of vervangen
Kettingzaag werkt
met rukken, trilt of
zaagt niet correct
- Ketting onvoldoende gespannen
- Ketting bot
- Ketting versleten
- Tanden van de ketting wijzen in de
verkeerde richting
- Ketting bijspannen
- Ketting laten bijslijpen of vervangen
- Ketting vervangen
- Zaagketting met de tanden in de
correcte richting opnieuw monte-
ren
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 58Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 58 14.05.2019 09:10:4014.05.2019 09:10:40
NL
- 59 -
12. Indicatie lader
Indicatiestatus
Betekenis en maatregel
Rode LED
Groene
LED
Uit Knippert Operationaliteit
De lader is aangesloten aan het net en operationeel; de accu zit niet in de
lader.
Aan Uit Laden
De lader laadt de accu in de snelle laadmodus. De laadduur vindt u direct
aan de lader.
Aanwijzing! Al naargelang de acculading kan de laadduur iets afwijken
van de vermelde tijden.
Uit Aan De accu is opgeladen en operationeel.
Daarna wordt tot aan de volledige lading omgeschakeld op een
bu erlading.
Laat de accu hiervoor ongeveer 15 min. langer in de lader zitten.
Maatregel:
Neem de accu uit de lader. Isoleer de lader van het net.
Knippert Uit Aanpassingslading
De lader bevindt zich in de modus behoedzame lading.
Hierbij wordt de accu om veiligheidsredenen langzamer geladen, hetgeen
meer tijd vergt. Dit kan de volgende oorzaken hebben:
- De accu werd zeer lange tijd niet meer geladen.
- De accutemperatuur ligt niet in het ideale bereik.
Maatregel:
Wacht tot het laadproces is afgesloten, de accu kan niettemin verder
worden geladen.
Knippert Knippert Fout
Laadproces is niet meer mogelijk. De accu is defect.
Maatregel:
Een defecte accu mag niet meer worden opgeladen.
Neem de accu uit de lader.
Aan Aan Temperatuurstoring
De accu is te warm (bijv. direct instralend zonlicht) of te koud (onder 0 °C).
Maatregel:
Neem de accu de lader uit en bewaar hem 1 dag bij kamertemperatuur
(ca. 20 °C).
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 59Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 59 14.05.2019 09:10:4014.05.2019 09:10:40
NL
- 60 -
Enkel voor EU-landen
Elektrisch gereedschap hoort niet bij het huisvuil thuis!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG op afgedankte elektrische en elektronische toestellen en
omzetting in nationaal recht dienen afgedankte elektrische gereedschappen afzonderlijk te worden ver-
zameld en milieuvriendelijk te worden gerecycleerd.
Recyclagealternatief i.p.v. het toestel terug te sturen:
De eigenaar van het elektrische toestel is alternatief verplicht, i.p.v. het toestel terug te sturen, mede te
werken bij de behoorlijke recyclage in geval hij zich van het eigendom ontdoet. Het afgedankte toestel
kan hiervoor ook bij een verzamelplaats worden afgegeven die voor een verwijdering als bedoeld in de
wetgeving in zake recyclage en afvalverwerking zorgt. Hieronder vallen niet bij de afgedankte toestellen
gevoegde accessoires en hulpmiddelen zonder elektrische componenten.
Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of ge-
deeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 60Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 60 14.05.2019 09:10:4014.05.2019 09:10:40
NL
- 61 -
Ser vice-informatie
Wij werken in alle landen die in het garantiebewijs zijn genoemd, samen met competente servicepart-
ners, wier contactgegevens u kunt a eiden uit het garantiebewijs. Deze staan voor alle diensten zoals
reparatie, het verscha en van wisselstukken of slijtdelen of voor de aankoop van verbruiksmaterialen te
uwer beschikking.
U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage
door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen.
Categorie Voorbeeld
Slijtstukken* Zwaard, Accu
Verbruiksmateriaal/verbruiksstukken* Zaagketting
Ontbrekende onderdelen
* niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen!
Bij gebreken of defecten verzoeken wij u om de fout te melden op het internet onder www.isc-gmbh.info.
Gelieve te zorgen voor een nauwkeurige beschrijving van de fout en daarbij in elk geval de volgende
vragen te beantwoorden:
Heeft het toestel reeds eenmaal gewerkt of was het vanaf het begin defect?
Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom vóór het defect)?
Welke foutieve werkwijze vertoont het toestel volgens u (hoofdsymptoom)?
Beschrijf deze foutieve werkwijze.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 61Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 61 14.05.2019 09:10:4014.05.2019 09:10:40
NL
- 62 -
Garantiebewijs
Geachte klant,
onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit apparaat echter ooit
niet naar behoren functioneren, spijt dit ons ten zeerste en vragen u zich te wenden tot onze service-
dienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via
het vermelde servicetelefoonnummer. Voor eisen in verband met het recht garantie geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden zijn uitsluitend gericht aan de gebruikers, d.w.z. natuurlijke personen die
dit product niet in het kader van hun ambachtelijke noch van een andere zelfstandige activiteit willen
gebruiken. Deze garantievoorwaarden regelen aanvullende garantieprestaties, die de hieronder ge-
noemde fabrikant kopers van zijn nieuwe apparaten toezegt in aanvulling tot de wettelijke garantie.
Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor
u gratis.
2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan een door u aangekocht nieuw apparaat
van de hieronder genoemde fabrikant die aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout,
en is naar onze keuze beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervan-
ging ervan.
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor com-
mercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Van een garantiecontract is derhalve geen sprake, als
het apparaat binnen de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke of industriële bedrijven werd
ingezet of aan een daarmee gelijk te stellen belasting werd blootgesteld.
3. Van onze garantie zijn uitgesloten:
- Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de montagehandleiding of op
grond van ondeskundige installatie, als gevolg van niet-inachtneming van de gebruiksaanwijzing
(zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort) of niet-inachtneming
van de onderhouds- en veiligheidsvoorschriften, door blootstelling van het apparaat aan abnormale
omgevingsvoorwaarden of door nalatig onderhoud en verzorging.
- Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige toepassingen (zoals bijv. over-
belasting van het apparaat of de inzet van niet toegelaten gereedschappen of toebehoren), binnen-
dringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade),
gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade door vallen).
- Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot slijtage als gevolg
van gebruik, en als gevolg van normale of andere natuurlijke slijtage.
4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat.
Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vast-
stellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het indienen van garantieclaims na verloop van
de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt niet tot een
verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor
het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter
plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit.
5. Gelieve om een garantieclaim in te dienen het defecte apparaat aan te melden onder: www.isc-
gmbh.info. Houd het aankoopbewijs of een ander bewijs van uw aankoop van het nieuwe apparaat
bij de hand. Apparaten die zonder bijhorende bewijzen of zonder typeplaatje worden teruggestuurd,
worden op grond van de ontbrekende mogelijkheid om het apparaat toe te kennen uitgesloten van
de garantieprestatie. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie, dan bezorgen
wij u per omgaande een gerepareerd of nieuw apparaat terug.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om, mits betaling van de kosten, defecten van het apparaat te ver-
helpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres
op.
Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen
van deze garantie conform de service-informatie van deze handleiding.
Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 62Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 62 14.05.2019 09:10:4014.05.2019 09:10:40

Documenttranscriptie

NL Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van het gereedschap en leveringsomvang Reglementair gebruik Technische gegevens Vóór inbedrijfstelling Gebruik Werken met de kettingzaag Reiniging, onderhoud en bestellen van wisselstukken Aanwijzingen omtrent milieubescherming/afvalbeheer Opbergen Foutopsporing Indicatie lader - 50 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 50 14.05.2019 09:10:39 NL Gevaar! Bij het gebruik van toestellen dienen enkele veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u dit toestel aan andere personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding / veiligheidsinstructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan niet-naleving van deze handleiding en van de veiligheidsinstructies. 6. 7. 8. 9. AAN/UIT-schakelaar Olietankdop Kettingwielafdekking Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking 10. Kettingspanschroef 11. Kijkglas kettingoliepeil 12. Accu (bij art.-nr.: 4501761 niet meegeleverd) 13. Grendelknop 14. Achterste handbescherming 15. Zwaard 16. Zaagketting 17. Zwaardbescherming 18. Lader (bij art.-nr.: 4501761 niet meegeleverd) 19. Adapterplaat 1. Veiligheidsaanwijzingen De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in de bijgaande brochure. Gevaar! Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Nalatigheden bij de inachtneming van de veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen elektrische schok, brand en/of zware letsels tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor de toekomst. Verklaring van de symbolen op het gereedschap (fig. 28): 1. Handleiding lezen 2. Oogbeschermer dragen 3. Gehoorbeschermer dragen 4. Stel het gereedschap niet bloot aan de regen. 5. Maximale snijlengte / Kettingsnelheid vu: 4,3 m/s 6. Kettingrem vóór inbedrijfstelling ontgrendelen! 7. Opslag van de accu’s alleen in droge ruimtes met een omgevingstemperatuur van +10 °C tot +40 °C. De accu’s alleen in geladen toestand opbergen (min. 40% geladen). 2. Beschrijving van het gereedschap en leveringsomvang 2.1 Beschrijving van het gereedschap (fig. 1-3) 1. Klauwaanslag 2. Voorste handbeschermer 3. Voorste handgreep 4. Achterste handgreep 5. Beveiliging tegen onbedoeld aanzetten 2.2 Leveringsomvang Gelieve de volledigheid van het artikel te controleren aan de hand van de beschreven omvang van de levering. Indien er onderdelen ontbreken, gelieve u dan binnen 5 werkdagen na aankoop van het artikel te wenden tot ons servicecenter of tot het verkooppunt waar u het apparaat heeft gekocht, en leg een geldig bewijs van aankoop voor. Gelieve daarvoor de garantietabel in de serviceinformatie aan het einde van de handleiding in acht te nemen. • Open de verpakking en neem het toestel voorzichtig uit de verpakking. • Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede verpakkings-/transportbeveiligingen (indien aanwezig). • Controleer of de leveringsomvang compleet is. • Controleer het toestel en de accessoires op transportschade. • Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het verloop van de garantieperiode. Gevaar! Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en kleine stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstikkingsgevaar! • • Originele handleiding Veiligheidsinstructies - 51 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 51 14.05.2019 09:10:39 NL 3. Reglementair gebruik De kettingzaag is bedoeld om bomen te vellen alsmede om stammen, takken, houten balken, planken enz. te zagen en kan voor dwars- en langssneden worden gebruikt. Zij is niet geschikt om andere materialen dan hout te zagen. De machine mag slechts voor werkzaamheden worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van welke aard dan ook is de gebruiker/ bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk. Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij geven geen garantie indien het gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt. 4. Technische gegevens Voeding motor: ....................................... 18 V DC Nullasttoerental n0: ..............................2400 min-1 Uitgangsspanning lader: ........................ 21 V DC Uitgangsstroom lader: .................................... 3 A Netspanning lader: ............. 200-250V~ 50-60Hz Accu type: .................................................. Li-Ion Aantal accucellen: .......................................... 10 Accucapaciteit: ............................................. 3 Ah Zwaardlengte ......................................... 250 mm Snijlengte max.: ..................................... 230 mm Snijsnelheid bij nominaal toerental: ..........4,3 m/s Vulhoeveelheid olietank: ...........................200 ml Gewicht met zwaard, ketting en accu: . ca. 3,6 kg Gevaar! Geluid en vibratie De geluids- en trilwaarden werden vastgesteld overeenkomstig EN 60745-1 en EN 60745-2-13. Geluidsdrukniveau LpA ....................... 85,7 dB (A) Onzekerheid KpA ........................................... 3 dB Geluidsvermogen LWA ........................ 95,4 dB (A) Onzekerheid KWA ..................................... 2,47 dB Geluidsvermogen gegarandeerd LWA ..... 98 dB(A) Draag een gehoorbeschermer. Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies. Totale trilwaarden (vectorsom van drie richtingen) vastgesteld overeenkomstig EN 60745-1 en EN 60745-2-13. Handgreep onder last Trillingsemissiewaarde voorste handgreep ah = 4,88 m/s2 Trillingsemissiewaarde achterste handgreep ah = 4 m/s2 Onzekerheid K = 1,5 m/s2 De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens een genormaliseerde testprocedure en kan veranderen naargelang van de wijze waarop het elektrische gereedschap wordt gebruikt en in uitzonderingsgevallen boven de opgegeven waarde liggen. De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden gebruikt om elektrische gereedschappen onderling te vergelijken. De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt om voor begin van de werkzaamheden de nadelige gevolgen te beoordelen. Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot een minimum! • Gebruik enkel intacte toestellen. • Onderhoud en reinig het toestel regelmatig. • Pas uw manier van werken aan het toestel aan. • Overbelast het toestel niet. • Laat het toestel indien nodig nazien. • Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt. • Draag handschoenen. 5. Vóór inbedrijfstelling Waarschuwing! Trek altijd de accu eruit, voordat u instellingen aan het apparaat uitvoert. Gevaar! Steek de accu pas erin als de kettingzaag volledig gemonteerd en de kettingspanning ingesteld is. Draag om verwondingen te vermijden altijd werkhandschoenen als u werkzaamheden aan de kettingzaag verricht. - 52 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 52 14.05.2019 09:10:39 NL 5.1 Montage van zwaard en zaagketting Pak alle onderdelen zorgvuldig uit en controleer deze op volledigheid (fig. 2-3). • Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking losdraaien (fig. 4). • Kettingwielafdekking wegnemen (fig. 5). • Ketting, zoals in de figuur voorgesteld, de omlopende groef van het zwaard in leggen (fig. 6a, pos. A). • Zwaard en ketting, zoals in de figuur getoond, de opname van de kettingzaag in leggen. Daarbij de ketting rond het rondsel (fig. 6b/6c, pos. B) leiden. • Kettingwielafdekking aanbrengen en bevestigen d.m.v. de bevestigingsschroef (fig. 7). Let op! Bevestigingsschroef pas na het afstellen van de kettingspanning (zie punt 5.2) definitief vastschroeven. • 5.2 Spannen van de zaagketting Waarschuwing! Voor controles en afstelwerkzaamheden altijd de netstekker uit het stopcontact verwijderen. Draag altijd veiligheidshandschoenen als u werkzaamheden op de kettingzaag verricht om letsel te voorkomen. • Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking met enkele slagen losdraaien (fig. 4). • Kettingspanning afstellen m.b.v. de kettingspanschroef (fig. 8, pos. 10). Door draaien met de wijzers van de klok mee (naar rechts) verhoogt u de kettingspanning, door draaien tegen de richting van de wijzers van de klok in (naar links) verlaagt u de kettingspanning. De zaagketting is correct gespannen als ze in het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan worden opgeheven (fig. 9). • Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking vastdraaien (fig. 7). Gevaar! Alle kettingschakels moeten naar behoren in de geleidegroef van het zwaard liggen. Aanwijzing omtrent het spannen van de ketting: De zaagketting dient omwille van de bedrijfszekerheid en veiligheid altijd correct te zijn gespannen. De zaagketting is optimaal gespannen als ze in het midden van het zwaard ca. 3 tot 4 mm kan worden opgeheven. Aangezien de zaagketting bij het zagen warm wordt en bijgevolg van lengte verandert, dient u de kettingspanning om de 10 minuten te controleren en, indien nodig, bij te regelen. Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettingen. Ontspan de zaagketting aan het einde van het werk omdat de ketting bij het afkoelen korter wordt. Daardoor voorkomt u dat schade aan de ketting wordt berokkend. 5.3 Smering van de zaagketting Waarschuwing! Vóór controles en instelwerkzaamheden altijd de accu uittrekken. Draag om verwondingen te vermijden altijd werkhandschoenen als u werkzaamheden aan de kettingzaag verricht. Aanwijzing! Stel de ketting nooit zonder zaagkettingolie in werking! Het gebruik van de zaagketting zonder zaagkettingolie of bij een oliepeil beneden het minimummerk (fig. 10, pos. B) heeft een beschadiging van de kettingzaag tot gevolg! Aanwijzing! Hou rekening met de temperatuuromstandigheden: verschillende omgevingstemperaturen eisen smeermiddelen van zeer verschillende viscositeit. Bij lage temperaturen hebt u dunvloeibare oliën (lage viscositeit) nodig om een voldoende smeerfilm te doen ontstaan. Als u dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie alleen door de hogere temperaturen nog meer vloeibaar worden gemaakt. Een onderbreking van de smeerfilm zou het gevolg kunnen zijn, de ketting zou kunnen worden oververhit en zou kunnen worden beschadigd. Bovendien zou de smeerolie verbranden, waardoor het milieu onnodig met schadelijke stoffen zou worden belast. Olietank vullen: • Zaagketting op een effen plaats neerzetten. • Het gebied rond de olietankdop (fig. 10, pos. A) schoonmaken en daarna de tank openen. • Tank met zaagkettingolie vullen. Let er goed op dat geen vuil in de tank terechtkomt om te voorkomen dat de oliesproeier verstopt geraakt. • Olietankdop sluiten. 5.4 Laden van de LI-accupack (fig. 11-12) De accu is beschermd tegen diepe ontlading. Het apparaat wordt door een geïntegreerde veiligheidsschakeling automatisch uitgeschakeld, als de accu is ontladen. Waarschuwing! Bedien de Aan/Uit-schakelaar niet meer als de veiligheidsschakeling het apparaat heeft uitgeschakeld. Dit kan schade aan de accu tot gevolg hebben. 1. Accupack uit de handgreep trekken, terwijl u de grendelknop (13) naar beneden drukt. 2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het typeplaatje overeenstemt met de beschikbare netspanning. Steek de netstekker van de - 53 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 53 14.05.2019 09:10:39 NL lader (18) in het stopcontact. De groene LED begint te knipperen. 3. Schuif de accu op de lader. Onder punt 12 (indicatie lader) vindt u een tabel met de betekenissen van de LED-indicatie aan de lader. Mocht het laden van de accupack niet mogelijk zijn, controleer dan: • of aan het stopcontact de netspanning aanwezig is. • of een foutloos contact aan de laadcontacten van de lader voorhanden is. Indien het laden van het accupack nog altijd niet mogelijk is, dan verzoeken wij u • de lader en de laadadapter • en de accupack op te sturen aan onze klantendienst. In het belang van een lange levensduur van de accupack valt het aan te raden om tijdig voor het herladen van de LI-accupack te zorgen. Dit is in ieder geval noodzakelijk, indien u vaststelt dat het vermogen van de accu-kettingzaag afneemt. 6. Gebruik 6.1 In-/uitschakelen Inschakelen • Steek de accu aan het apparaat in. • Kettingzaag met beide handen aan de handgrepen vasthouden (duim onder de handgreep) zoals getoond in fig. 13. • Beveiliging tegen onbedoeld inschakelen (fig. 1, pos. 5) blijven indrukken. • Kettingzaag inschakelen door op de AAN/ UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 6) te drukken. U kan dan de inschakelbeveiliging terug loslaten. Uitschakelen AAN/UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 6) loslaten. De geïntegreerde rem brengt de omlopende zaagketting in de kortst mogelijke tijd tot stilstand. Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact als u het werk onderbreekt. Waarschuwing! Draag de zaag enkel aan de voorste handgreep! Als u de aangesloten zaag enkel aan de achterste handgreep waarop de schakelelementen zich bevinden draagt, kan het gebeuren dat u per ongeluk tegelijkertijd de inschakelbeveiliging én de AAN/UIT-schakelaar bedient en de kettingzaag aanloopt. 6.2 Veiligheidsvoorzieningen motorrem De motor remt de zaagketting af zodra u de AAN/UIT-schakelaar (fig. 1, pos. 6) loslaat of de stroomtoevoer onderbreekt. Daardoor wordt het gevaar voor lichamelijk letsel door een ketting die uitloopt aanzienlijk verminderd. Kettingrem De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat via de voorste handbeschermer (fig. 1, pos. 2) in werking wordt gezet. Als de kettingzaag door een terugstoot terugschiet, reageert de kettingrem en wordt de zaagketting in minder dan 0,1 seconden gestopt. Controleer regelmatig de functie van de kettingrem. Klap daarvoor de handbeschermer (fig. 1, pos. 2) naar voren en schakel de kettingzaag kort in. De zaagketting mag niet starten! Trek de voorste handbeschermer (fig. 1, pos. 2) terug tot hij vastklikt om de kettingrem los te zetten. Gevaar! Gebruik de zaag niet als de veiligheidsinrichtingen niet naar behoren werken. Probeer geen beschermende voorzieningen die belangrijk zijn voor de veiligheid zelf te herstellen, maar wendt u zich tot onze service of tot een overeenkomstig gekwalificeerde werkplaats. Handbeschermer De voorste handbeschermer (gelijktijdig kettingrem) (fig. 1, pos. 2) en de achterste handbeschermer (fig. 1, pos. 14) beschermen uw vingers tegen letsel door contact met de zaagketting indien die door overbelasting breekt. 7. Werken met de kettingzaag 7.1 Voorbereiding Controleer voor elk gebruik volgende punten om veilig te kunnen werken: Toestand van de kettingzaag Ga voor werkbegin na of de behuizing, de netkabel, de zaagketting of het zwaard van de kettingzaag beschadigd zijn. Neem nooit een gereedschap in gebruik dat blijkbaar beschadigd is. - 54 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 54 14.05.2019 09:10:39 NL Olietank Oliepeil van de tank. Controleer ook tijdens het werk of er steeds voldoende olie voorhanden is. Werk nooit met de zaag als er geen olie voorhanden is of als het oliepeil onder het minimummerk is gezakt (fig. 10, pos. B) om een beschadiging van de kettingzaag te vermijden. Een vulling volstaat gemiddeld voor 15 minuten naargelang de ingelaste pauzen en de belasting. het vellen bergaf gaat rollen of glijden (fig. 15). Vóór het vellen moet een vluchtweg worden gepland en, indien nodig, vrij worden gemaakt. De vluchtweg moet vanaf de verwachte vallijn schuin naar achteren verlopen zoals voorgesteld in fig. 16 (A = gevarenzone, B = valrichting, C = vluchtzone). Vóór het vellen dient u rekening te houden met de natuurlijke schuine stand van de boom, de stand van de dikkere takken en met de windrichting om de valrichting van de boom te kunnen beoordelen. Vuil, stenen, losse schors, spijkers, klemmen en metalen draad dienen van de boom te worden verwijderd. Zaagketting Spanning van de zaagketting, toestand van de snijkanten. Hoe scherper de zaagketting is des te gemakkelijker kan u de kettingzaag bedienen en onder controle houden. Hetzelfde geldt voor de kettingspanning. Controleer ook tijdens het werk om de 10 minuten de kettingspanning om uw veiligheid te verhogen! Vooral nieuwe zaagkettingen neigen tot verhoogd uitzetten. Kerfsnede maken (fig. 17) Zaag haaks t.o.v. de valrichting een kerf (A) met een diepte van 1/3 van de boomdiameter, zoals in fig. 17 getoond. Eerst de onderste horizontale kerfsnede (1) uitvoeren. Daardoor wordt voorkomen dat de zaagketting of de geleiderail bij het uitvoeren van de tweede kerfsnede beklemd raakt. Kettingrem Controleer de functie van de kettingrem zoals beschreven in hoofdstuk “veiligheidsvoorzieningen” en zet haar in werking. Beschermende kleding Draag zeker de gepaste beschermende nauw sluitende kleding zoals een speciale broek die u beschermt tegen snijwonden, alsmede handschoenen en veiligheidsschoenen. Gehoorbeschermer en veiligheidsbril Draag bij vel- en boswerkzaamheden zeker een veiligheidshelm met geïntegreerde gehoor- en gelaatsbeschermer. Die biedt bescherming tegen neervallende dikke takken en terugschietende takjes. 7.2 Toelichting omtrent het correct te werk gaan bij fundamentele werkzaamheden Boom vellen (fig. 14-17) Indien twee of meer personen tegelijkertijd op maat snijden en vellen, moet de afstand tussen de vellende en op maat snijdende personen minstens twee boomlengtes bedragen (fig. 14). Bij het vellen van bomen dient u erop te letten dat geen andere personen in gevaar worden gebracht, geen toevoerleidingen worden geraakt en geen materiële schade wordt veroorzaakt. Mocht een boom een toevoerleiding raken, dient de desbetreffende energievoorzieningsmaatschappij onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld. Bij zaagwerkzaamheden op een helling moet de bedienaar van de kettingzaak op het terrein hoger staan dan de te vellen boom omdat de boom na Velsnede maken (fig. 17) Met de velsnede minstens 50 mm boven de horizontale kerfsnede beginnen. De velsnede (B) evenwijdig met de horizontale kerfsnede doorvoeren. De velsnede enkel tot een diepte zagen zodat nog een tussenstuk (vellijst) (D) blijft staan dat als scharnier kan dienen. Het scharnier voorkomt dat de boom draait en de verkeerde richting op neervalt. Zaag het scharnier niet door. Als de velsnede het scharnier nadert gaat de boom normaal beginnen neer te vallen. Mocht het blijken dat de boom mogelijk niet in de gewenste valrichting (C) neervalt of naar achteren terugneigt en de zaagketting vastklemt, de velsnede onderbreken en wiggen van hout, kunststof of aluminium gebruiken om de snede te openen en de boom in de gewenste vallijn te doen omvallen. Zodra de boom begint te vallen, de kettingzaag uit de snede verwijderen, uitschakelen, neerzetten en de gevarenzone via de geplande vluchtweg verlaten. Op neervallende takken letten en niet struikelen. Onttakken Hieronder verstaat men het verwijderen van de takken van de gevelde boom. Bij het onttakken laat u grotere omlaag wijzende takken waarop de boom rust voorlopig staan tot de stam is doorgezaagd. Kleinere takken volgens fig. 18 (A = snijrichting bij het onttakken, B = van de grond - 55 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 55 14.05.2019 09:10:39 NL verwijderd houden! Steunende takken laten staan tot de stam is doorgezaagd) van beneden naar boven met één snede afzagen. Takken die onder spanning staan moeten van beneden naar boven worden afgezaagd om te voorkomen dat de zaag beklemd raakt. Boomstam afkorten Hieronder verstaat men het in stukken zagen van de gevelde boom. Let er goed op dat u veilig staat en dat uw lichaamsgewicht gelijkmatig op beide voeten is verdeeld. Het is aan te bevelen onder de stam, indien mogelijk, takken, balken of wiggen te plaatsen om hem te steunen. Neem de eenvoudige aanwijzingen voor het gemakkelijk zagen in acht. Als de boomstam over de hele lengte gelijkmatig op de grond ligt, zoals in fig. 19 getoond, zaagt u van boven naar beneden. Let er wel op dat u niet in de grond snijdt. Als de boomstam aan een uiteinde op de grond rust, zoals getoond in fig. 20, zaagt u eerst 1/3 van de stamdiameter vanaf de onderkant (A) om het splinteren te voorkomen. De tweede snede van boven (2/3 diameter) op hoogte van de eerste snede uitvoeren (B) (om te voorkomen dat de zaag beklemd raakt). Als de boomstam aan beide uiteinden op de grond rust, zoals getoond in fig. 21, zaagt u eerst 1/3 van de stamdiameter vanaf de bovenkant om het splinteren te voorkomen (A). De tweede snede van beneden (2/3 diameter) op hoogte van de eerste snede (B) uitvoeren (om te voorkomen dat de zaag beklemd raakt). Bij zaagwerkzaamheden op een helling dient u altijd hoger te staan dan de boomstam, zoals in fig. 15 getoond. Om op het moment van het doorzagen de volledige controle te behouden vermindert u tegen het einde van de snede de aandrukkracht zonder de vaste greep aan de handvaten van de kettingzaag te lossen. Let er goed op dat de zaagketting niet de grond raakt. Na het afmaken van de snede wacht u af tot de zaagketting stilstaat voordat u de kettingzaag daar verwijdert. Schakel de motor van de kettingzaag altijd uit voordat u van een boom naar de andere gaat. 7.3 Terugstoot Onder terugstoot verstaat men het plots omhoogof terugschieten van de draaiende kettingzaag. De oorzaken zijn meestal het raken van het werkstuk met de top van het zwaard of het beklemd raken van de zaagketting. Bij een terugstoot doen zich onverhoeds grote krachten voor. Daardoor reageert de kettingzaag meestal ongecontroleerd. Het gevolg zijn vaak zwaarste letsels bij de werkman of bij personen in de omgeving. Vooral bij zijdelingse sneden, alsmede bij schuine sneden en langssneden is het gevaar voor een terugstoot bijzonder groot omdat de klauwaanslag niet kan worden ingezet. Vermijdt daarom zoveel mogelijk dergelijke sneden uit te voeren en werk bijzonder voorzichtig als ze niet te vermijden zijn! Het gevaar voor een terugstoot is het grootst als u de zaag in de zone rond de top van het zwaard aanzet omdat daar de hefboomwerking het sterkst is (fig. 22). Zet de zaag daarom altijd zo vlak mogelijk en dichtbij de klauwaanslag aan (fig. 23). Waarschuwing! • Let er steeds op dat de ketting correct is gespannen! • Gebruik enkel kettingzagen die in onberispelijke staat verkeren! • Werk alleen met een naar behoren gescherpte zaagketting! • Zaag nooit boven schouderhoogte! • Zaag nooit met de bovenkant of top van het zwaard! • Hou de zaag steeds met beide handen vast! • Maak indien mogelijk altijd gebruik van de klauwaanslag als steunpunt. Zagen van hout onder spanning Bij het zagen van hout dat onder spanning staat dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan! Onder spanning staand hout waarvan de spanning door zagen vrijkomt reageert soms volledig ongecontroleerd. Dat kan leiden tot zwaarste en zelfs dodelijke letsels (fig. 24-26). Dergelijke werkzaamheden mogen slechts door geschoolde vakmannen worden verricht. - 56 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 56 14.05.2019 09:10:39 NL 8. Reiniging, onderhoud en bestellen van wisselstukken Gevaar! Raak daarbij niet het oppervlak. Neem een voldoende veiligheidsafstand (ca. 20 cm) in acht. Gevaar! • Voor elke reiniging de accu uittrekken. • Dompel het gereedschap voor het schoonmaken geenszins in water of andere vloeistoffen. 8.1 Reiniging Maak het spanmechanisme regelmatig door uitblazen met perslucht of met een borstel schoon. Gebruik voor het schoonmaken geen gereedschappen. • Hou de handgrepen vrij van olie zodat u altijd een veilige houvast hebt. • Maak het gereedschap, indien nodig, met een vochtige doek en eventueel met een mild spoelmiddel schoon. • Als u de kettingzaag een langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de kettingolie uit de tank. Leg de zaagketting en het zwaard kort in een oliebad en draai het daarna in oliepapier. • 8.3 Bestellen van wisselstukken: Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende gegevens te vermelden: • Type van het toestel • Artikelnummer van het toestel • Ident-nummer van het toestel • Wisselstuknummer van het benodigd stuk Actuele prijzen en info vindt u terug onder www.isc-gmbh.info 8.2 Onderhoud Vervangen van zaagketting en zwaard Het zwaard dient te worden vervangen als • de geleidegroef van het zwaard versleten is, • het recht tandwiel in het zwaard beschadigd of versleten is. 9. Aanwijzingen omtrent milieubescherming/afvalbeheer Demonteer de adapterplaat (fig. 19) zoals voorgesteld in afbeelding 27 van het zwaard. Monteer de adapterplaat nu aan het nieuwe zwaard. Ga hiervoor te werk zoals beschreven in het hoofdstuk „Montage van zwaard en zaagketting“! Controleren van de automatische kettingsmering Ga regelmatig na of de automatische kettingsmering functioneert teneinde een oververhitting en de daaruit voortvloeiende beschadiging van zwaard en zaagketting te voorkomen. Richt daarvoor de top van het zwaard tegen een glad oppervlak (plank, aansnede van een boom) en laat de kettingzaag draaien. Indien zich dan een toenemend oliespoor vertoont, werkt de automatische smering van de ketting perfect. Is geen duidelijk oliespoor te zien gelieve de overeenkomstige aanwijzingen in het hoofdstuk “foutopsporing“ te lezen! Indien ook deze aanwijzingen niet vooruithelpen wendt u zich tot onze service of tot een overeenkomstig gekwalificeerde werkplaats. Scherpen van de zaagketting U kan met de kettingzaag enkel effectief werken als de zaagketting in goede staat verkeert en scherp is. Daardoor vermindert ook het gevaar voor een terugstoot. De zaagketting kan bij elke gespecialiseerde handelaar worden bijgeslepen. Probeer niet de zaagketting zelf te scherpen als u niet over het gepaste gereedschap en de nodige ervaring beschikt. Ontdoet u zich van het gereedschap op een behoorlijke manier als het ooit uitgediend heeft. Verwijder de netkabel om misbruik te voorkomen. Het gereedschap hoort niet thuis in het huisvuil, maar breng het in het belang van de milieubescherming naar een inzamelplaats voor elektrisch materieel. Uw gemeente informeert u over adressen en openingstijden. Breng ook verpakkingsmateriaal en versleten toebehoorstukken naar de voorziene inzamelplaatsen. 10. Opbergen Bewaar het toestel en de accessoires op een donkere, droge en vorstvrije plaats die voor kinderen ontoegankelijk is. De optimale opbergtemperatuur ligt tussen 5° C en 30° C. Bewaar het elektrische gereedschap in de originele verpakking. - 57 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 57 14.05.2019 09:10:39 NL 11. Foutopsporing Gevaar! Apparaat vóór een foutopsporing uitschakelen en accu uittrekken. De volgende tabel toont foutsymptomen aan en legt uit hoe u een fout kan verhelpen mocht uw gereedschap ooit niet naar behoren werken. Indien u het probleem desondanks niet kan lokaliseren en verhelpen gelieve zich tot uw servicewerkplaats te wenden. Oorzaak Fout Verhelpen Kettingzaag werkt niet - Terugstootrem heeft gereageerd - Geen stroomtoevoer - Handbeschermer naar zijn normale stand terugtrekken - Stroomtoevoer controleren Kettingzaag werkt met tussenpozen - Extern loszittend contact - intern loszittend contact - AAN/UIT-schakelaar defect - Naar een vakwerkplaats gaan - Naar een vakwerkplaats gaan - Naar een vakwerkplaats gaan Zaagketting droog - Geen olie in de tank - Ontluchting in de olietankdop verstopt geraakt - Olieuitlaatkanaal verstopt geraakt - Olie bijvullen - Olietankdop reinigen Kettingrem werkt niet - Probleem met het schakelmechanisme in de voorste handgreep - Naar een vakwerkplaats gaan Ketting/geleiderail warm - Geen olie in de tank - Ontluchting in de olietankdop verstopt geraakt - Olieuitlaatkanaal verstopt geraakt - Ketting bot - Olie bijvullen - Olietankdop reinigen - - Kettingzaag werkt met rukken, trilt of zaagt niet correct Ketting onvoldoende gespannen Ketting bot Ketting versleten Tanden van de ketting wijzen in de verkeerde richting - Olieuitlaatkanaal ontstoppen - Olieuitlaatkanaal ontstoppen - Ketting laten bijslijpen of vervangen Ketting bijspannen Ketting laten bijslijpen of vervangen Ketting vervangen Zaagketting met de tanden in de correcte richting opnieuw monteren - 58 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 58 14.05.2019 09:10:40 NL 12. Indicatie lader Indicatiestatus Groene Rode LED LED Uit Knippert Aan Uit Uit Aan Knippert Uit Knippert Knippert Aan Aan Betekenis en maatregel Operationaliteit De lader is aangesloten aan het net en operationeel; de accu zit niet in de lader. Laden De lader laadt de accu in de snelle laadmodus. De laadduur vindt u direct aan de lader. Aanwijzing! Al naargelang de acculading kan de laadduur iets afwijken van de vermelde tijden. De accu is opgeladen en operationeel. Daarna wordt tot aan de volledige lading omgeschakeld op een bufferlading. Laat de accu hiervoor ongeveer 15 min. langer in de lader zitten. Maatregel: Neem de accu uit de lader. Isoleer de lader van het net. Aanpassingslading De lader bevindt zich in de modus behoedzame lading. Hierbij wordt de accu om veiligheidsredenen langzamer geladen, hetgeen meer tijd vergt. Dit kan de volgende oorzaken hebben: - De accu werd zeer lange tijd niet meer geladen. - De accutemperatuur ligt niet in het ideale bereik. Maatregel: Wacht tot het laadproces is afgesloten, de accu kan niettemin verder worden geladen. Fout Laadproces is niet meer mogelijk. De accu is defect. Maatregel: Een defecte accu mag niet meer worden opgeladen. Neem de accu uit de lader. Temperatuurstoring De accu is te warm (bijv. direct instralend zonlicht) of te koud (onder 0 °C). Maatregel: Neem de accu de lader uit en bewaar hem 1 dag bij kamertemperatuur (ca. 20 °C). - 59 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 59 14.05.2019 09:10:40 NL Enkel voor EU-landen Elektrisch gereedschap hoort niet bij het huisvuil thuis! Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG op afgedankte elektrische en elektronische toestellen en omzetting in nationaal recht dienen afgedankte elektrische gereedschappen afzonderlijk te worden verzameld en milieuvriendelijk te worden gerecycleerd. Recyclagealternatief i.p.v. het toestel terug te sturen: De eigenaar van het elektrische toestel is alternatief verplicht, i.p.v. het toestel terug te sturen, mede te werken bij de behoorlijke recyclage in geval hij zich van het eigendom ontdoet. Het afgedankte toestel kan hiervoor ook bij een verzamelplaats worden afgegeven die voor een verwijdering als bedoeld in de wetgeving in zake recyclage en afvalverwerking zorgt. Hieronder vallen niet bij de afgedankte toestellen gevoegde accessoires en hulpmiddelen zonder elektrische componenten. Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of gedeeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH. Technische wijzigingen voorbehouden - 60 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 60 14.05.2019 09:10:40 NL Service-informatie Wij werken in alle landen die in het garantiebewijs zijn genoemd, samen met competente servicepartners, wier contactgegevens u kunt afleiden uit het garantiebewijs. Deze staan voor alle diensten zoals reparatie, het verschaffen van wisselstukken of slijtdelen of voor de aankoop van verbruiksmaterialen te uwer beschikking. U moet er rekening mee houden dat bij dit product de volgende delen onderhevig zijn aan een slijtage door gebruik of een natuurlijke slijtage, resp. dat de volgende delen nodig zijn als verbruiksmaterialen. Categorie Voorbeeld Slijtstukken* Zwaard, Accu Verbruiksmateriaal/verbruiksstukken* Zaagketting Ontbrekende onderdelen * niet verplicht bij de leveringsomvang begrepen! Bij gebreken of defecten verzoeken wij u om de fout te melden op het internet onder www.isc-gmbh.info. Gelieve te zorgen voor een nauwkeurige beschrijving van de fout en daarbij in elk geval de volgende vragen te beantwoorden: • • • Heeft het toestel reeds eenmaal gewerkt of was het vanaf het begin defect? Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom vóór het defect)? Welke foutieve werkwijze vertoont het toestel volgens u (hoofdsymptoom)? Beschrijf deze foutieve werkwijze. - 61 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 61 14.05.2019 09:10:40 NL Garantiebewijs Geachte klant, onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit apparaat echter ooit niet naar behoren functioneren, spijt dit ons ten zeerste en vragen u zich te wenden tot onze servicedienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via het vermelde servicetelefoonnummer. Voor eisen in verband met het recht garantie geldt het volgende: 1. Deze garantievoorwaarden zijn uitsluitend gericht aan de gebruikers, d.w.z. natuurlijke personen die dit product niet in het kader van hun ambachtelijke noch van een andere zelfstandige activiteit willen gebruiken. Deze garantievoorwaarden regelen aanvullende garantieprestaties, die de hieronder genoemde fabrikant kopers van zijn nieuwe apparaten toezegt in aanvulling tot de wettelijke garantie. Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor u gratis. 2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan een door u aangekocht nieuw apparaat van de hieronder genoemde fabrikant die aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout, en is naar onze keuze beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervanging ervan. Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Van een garantiecontract is derhalve geen sprake, als het apparaat binnen de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke of industriële bedrijven werd ingezet of aan een daarmee gelijk te stellen belasting werd blootgesteld. 3. Van onze garantie zijn uitgesloten: - Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de montagehandleiding of op grond van ondeskundige installatie, als gevolg van niet-inachtneming van de gebruiksaanwijzing (zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort) of niet-inachtneming van de onderhouds- en veiligheidsvoorschriften, door blootstelling van het apparaat aan abnormale omgevingsvoorwaarden of door nalatig onderhoud en verzorging. - Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige toepassingen (zoals bijv. overbelasting van het apparaat of de inzet van niet toegelaten gereedschappen of toebehoren), binnendringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade), gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade door vallen). - Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot slijtage als gevolg van gebruik, en als gevolg van normale of andere natuurlijke slijtage. 4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat. Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vaststellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het indienen van garantieclaims na verloop van de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt niet tot een verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit. 5. Gelieve om een garantieclaim in te dienen het defecte apparaat aan te melden onder: www.iscgmbh.info. Houd het aankoopbewijs of een ander bewijs van uw aankoop van het nieuwe apparaat bij de hand. Apparaten die zonder bijhorende bewijzen of zonder typeplaatje worden teruggestuurd, worden op grond van de ontbrekende mogelijkheid om het apparaat toe te kennen uitgesloten van de garantieprestatie. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie, dan bezorgen wij u per omgaande een gerepareerd of nieuw apparaat terug. Uiteraard staan wij ook tot u dienst om, mits betaling van de kosten, defecten van het apparaat te verhelpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres op. Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen van deze garantie conform de service-informatie van deze handleiding. - 62 - Anl_GE_LC_18_Li_Kit_SPK2.indb 62 14.05.2019 09:10:40
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

EINHELL 45.017.20 Handleiding

Type
Handleiding