Inhoud Blz.
Voorwoord en algemene aanwijzingen betreffende de veiligheid
Deel 1: Gebruiksaanwijzing Kl. 271 - 274
1. Beschrijving van de machine
1.1 Beknopte beschrijving en gebruik volgens . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.2 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.3 Extras . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2. Machineonderdelen en hun funktie
2.1 Onderdelen van het bovendeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.2 Onderdelen van het onderstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3. Bediening
3.1 Naalden, garens en draadspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.2 Opspoelen van de onderdraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.3 Vervangen van de spoel van afstellen van de spanning
van de opnemerdraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3.4 Insteken van de bovendraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
3.5 Regelen van de spanning van de bovendraad . . . . . . . . . . . . . . . 17
3.6 Draadregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4. Onderhoud
4.1 Schoonmaken en/of testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.2 Invetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Home
De navolgende patenten en gebruiksmodellen zijn van toepassing:
Stand maart 1994
DE - 41 15 520 DE - 87 05 550
DE - 41 05 563 JP - 1 933 346
JP - HEI - 4 - 32044 DE - 41 38 402
DE - 40 04 892 JP - HEI - 4 - 312432
1. Beschrijving van de machine
1.1 Beknopte beschrijving en gebruik de voorschriften
De modellen 271 tot 274 zijn dubbele stiksteek
naaimachines met één naald voorzien van een inrichting
voor het afsnijden van de draad voor lijnnaden volgens
het steektype 301.
Volgens de voorschriften mogen de machines slechts
worden gebruikt voor het naaien van textielvezelmateriaal
en leer dat deel uitmaakt van de kleding.
Model 271 heeft een beweegbare ondertransportinrichting.
De machine is voorzien van een automatische centrale
d.m.v. een oliekousje met olievoorraadstank, alsmede
een aparte automatische smering van de opnemer,
eveneens met olievoorraadstank. De oliestand kan
worden gekontroleerd d.m.v. een peilglas.
Doordat de machine is voorzien van een draadregelaar is
het mogelijk om op dezelfde subklasse bij een geschikte
keuze van naaiinrichting en naald zowel dik als dun
materiaal te gebruiken.
Het spanningsmechanisme, de draadafsnijder, de
automatische vergrendeling en de ventilatie van de
naaivoet worden elektromagnetisch bediend.
Uitgezonderd bij klasse 273, 274 en 272-740142 is
perslucht niet noodzakelijk.
Verdere technische kenmerken en uitrustingen per
subklasse: zie onder 1.2 Technische gegevens.
Type 272 als 271, echter met naaldtransport.
273 als 271, echter bovendien met een met tussenpozen
werkende rollenboventransportinrichting.
De transportlengte van de rollenboventransportinrichting
is 7 mm. Deze transportlengte kan gedifferentieerd
worden afgesteld voor ondertransport d.m.v. een
regelknop aan de voorkant van de arm van de machine.
Het toerental is stabiel tot aan het maximum aantal
steken van 5500 per minuut. Dat betekent konstante
steeklengtes alsmede gladde naden die niet verschuiven,
zelfs bij snelle veranderingen van net toerental.
Bij omschakeling op achterwaarts transport wordt de
transportwals automatisch opgeheven (vergrendeling).
274 als 273, maar bovendien met naaldtransport.
5
1.2 Technische gegevens
Subklassen
steken per minuut
1234567
max.
af werk
271-140041 5500 4800 4mm x
271-140042 5500 4800 4mm x x x
271-240042 5500 4800 4mm x x x x
272-140041 5000 4800 4mm x
272-140042 5000 4800 4mm x x x
272-160062* 5000 4000 6mm x x x
272-640141 5000 4800 4mm x x
272-640142 5000 4800 4mm x x x x
272-740142 5000 4800 4mm x x x x
273-140042 5500 4800 4mm x x x
274-140042 5000 4800 4mm x x x
*
massaopnemer = 70% groter opnamevermogen van de onderdraadklos dan bij de
standaardklos
Ad 1: maximum steeklengte volgens de subklasse
Ad 2: draadafsnijder voor boven- en onderdraad
Ad 3: Elektromagnetisch vergrendelingsmechanisme. Wordt geschakeld d.m.v. een pedaal.
Daarbij worden de volgende funkties uitgevoerd: naaivoet laten zakken, begin en
eind van de naad vergrendelen, boven- en onderdraad afsnijden, naaivoet opheffen.
Ad 4: Taster op het bovengedeelte van de arm:
-
naald hoog - laag
-
grendel in - grendelfunktie aan het bedieningsveld uitgeschakeld
- grendel geblokkeerd - grendelfunktie aan het bedieningsveld ingeschakeld
- grendel binnen het verloop van de naad
Ad 5: Randafsnijder rechts naast de naald. Kan worden in- en uitgeschakeld d.m.v.
een handhefboom - of (als extra) ook elektropneumatisch via een drukknop. Al
naar gelang de naaiinrichting (E no.) is de snijdafstand 3,5; 5,0; 8,0 of 10 mm.
Speciale naaiinnrichtingen zijn noodzakelijk voor trapsgewijs snijden. De
hefhoogte van het mes bedraagt 5,5 mm.
Ad 6: Randafsnijder, echter met separate elektroaan- drijving. Kan worden
geschakeld op twee snijdtoerentallen.
Ad 7: Randafsnijder die de rand van het materiaal tij- dens het naaien dwars insnijdt
(bijv. bij ronde halsuitsnijdingen, kragen, armsgaten enz.) Het insnijden vindt
plaats na 6 steken (op aanvtaag na 4 steken). De insnijddiepte bedraagt
hoogstens 15 mm en kan aan de naad worden afgesteld tot 1 mm.
Nadelsystem: 134, 797 of Sy 1955-01
Doorgang onder de naaivoet
Bij het opheffen: 8,0 mm bij 271 en 273
9,5 mm bij 272 en 274
Bij het naaien: 8,0 mm
Werkdruk: 6 bar.
Verbruik aan lucht: 0,02 Ni per cyclus bij 273 en 274
0,1 Ni per cyclus bij 272-740142
mm
6
1.3 Extras
App. 301 afdekkap voor het bovendeel van de machine
Z 120 1801 elektromagnetische dtaadwisser voor 271 en 272
subklasse -140000 en -160000
Z 120 1851 elektromagnetische draadwisser voor 273 en 274
Z 133 371 Automatisch foto-elektrisch mechanisme, waardoor
de naaicyclus wordt gestopt bij het eind van de stof
met volgfunkties. Voor motoren met buitenliggend
bedieningspaneel V730 of DB5.
Z 116 6741 Elektropneumatisch mechanisme voor het
afwisselend naaien met twee verschillend afgestelde
steeklengten en twee verschillend afgestelde
bovendraadspanningen. Normale naad en naad met
stekenversoepeling (hechtsteken). Gedeeltelijk
verhoogde spanning (naadverdikking) en siernaden.
Z 124 401 elektropneumatische bediening voor het in- en
uitschakelen van de randafsnijder door taster voor
272-640142
Z 145 1 Trapsgewijze randafsnijding (vingerversie foor licht
naaimateriaal). In kombinatie met de naaiinrichting
272/E 111 voor afsnijbreedtes van 4,5 en 7 mm.
Z 145-101 Trapsgewijze randafsnijding (met 2 messen voor
middelzwaar naaimateriaal). In kombinatie met
naaiinrichting 272/E 112 voor afsnijbreedtes van 3,5
en 6,5 mm.
722 2041 Bak voor snijdafval (aansluiting op de vakuum-installatie
van de firma). Als er geen vakuuminstallatie aanwezig is
moet de centrifugaalventilator worden gebruikt.
999 260029 voor draaistroom 380-400 V+N, 50 Hz
999 260030 voor draaistroom 220-230 V, 60 Hz
999 260031 voor draaistroom 415-440 V, 50 Hz
933 5736 stalen wals getand, breedte 9 mm voor 273 en 274
walstransport
933 3501 Getande stalen wals, breedte 15 mm voor 273 en 274
walstransport stalen rollen mogen niet steunen, tussen
rol en steekplaat moet 0,5 mm tussenruimte bestaan.
Voor de afstelling zie de servicehandeleiding.
273 1041 en 274 1141 afstelling van de hoogte voor het onderste gedeelte
van de stofdrukker bij transportkritisch naaimateriaal,
zoals fluweel
570 1833 filterregelaar voor de persluchtaansluiting
271 661 set onderdelen kniehefboom voor het opheffen van
de naaivoet bij machines met automatisch
vergrendelingsmechanisme
271 1671 set onderdelen handhefboom voor
naadvergrendeling bij machines met automatisch
vergrendelingsmechanisme
7
Geluidsniveau
emis
siewaarde met betrekking tot de arbeidsplaats vlg. DIN EN ISO 10821:
L
pA
K
pA
271 78,5 dB(A) 0,48 dB(A)
272 79,4 dB(A) 0,63 dB(A)
273 79,2 dB(A) 0,35 dB(A)
274 79,1 dB(A) 0,78 dB(A)
2. Machineonderdelen en hun funktie
2.1 Onderdelen van het bovendeel
Onderdeel Funktie
1 Schroef – Regelt de naaivoetdruk. De schroef moet in de juiste
stelling worden vergrendeld.
2 Handhefboom – In- en uitschakelen van de randafsnijder 10. De
handhefboom kan variabel worden ingesteld.
3 Opspoelinrichting – Zie paragraaf 3.2 opspoelen van de onderdraad.
4 Bedieningspaneel – Zie gebruiksaanwijzing van de motorenfabrikant.
5 Olievoorraadstank – Het oliepeil mag niet lager zijn dan "MIN". Indien
nodig moet er olie merk ESSO SP-NK10 worden
bijgevuld tot aan de stand "MAX".
6 Afstelknop – Afstellen van de steeklengte voor achterwaarts
naaien (bij subklasse -....41 via de handhefboom).
7 Afstelknop – Afstellen van de steeklengte voor voorwaarts naaien
(bij subklasse -....41 via de handhefboom).
8 Steun – Voor het omklappen van het bovendeel van de
machine naar achteren (niet bij klasse 273 en 274).
9 Spanning van de naalddraad– in draairichting + = naalddraad strakker gespannen
in draairichting - = naalddraad minder strak
gespannen.
10 Randafsnijder – Funktie zie volgende bladzijde.
11 Naald – systeem 134, 797 of Sy 1955-01
- gevaar voor verwondingen! -
Vóór het vervangen van de naald in ieder geval de
hoofdschakelaar uizschakelen!
12 Vergrendelknop – Naaivoet vergrendelen als deze opgeheven is.
13 Handhefboom – Transportwals in de hoogte heffen. De wals wordt
buiten het arbeidsbereik gezwenkt. - Naaien alleen
met ondertransport.
14 Afstelknop – Transportlengte voor boventransportwals.
15 Walsenboventransport – Funktie zie volgende bladzijde.
8
Onderdeel Funktie
16 Separate aandrijving
voor randafsnijder
– twee snijdtoerentallen kunnen worden geschakeld
(alleen 272-740142)
- GEVAAR VOOR VERWONDINGEN! -
voorzichtig in de buurt van de randafsnijder!
17 LED – Het oplichten van de diode geeft aan dat de
randafsnijder bedrijfsklaar is. Voor het in- en
uitschakelen be-staan de volgende varianten:
* handbediening d.m.v. een drukknop
* via het naaipedaal door het loopsignaal van de
naaiaandrijving
* automatisch "in" en "uit" volgens het gekozen
aantal steken
* automatisch "uit" na het afsnijden van de draad
(zie montageinstruktie paragraaf 13)
18 Schakelaar voor
de randafsnijder
– I = normaal toerental
D = aandrijving "uit". Mes buiten het naaibereik
II = verhoogd toerental voor grote steeklengtes en
dik materiaal
19 LED – contrôlelamp voor hoofdschakelaar "in" (alleen
272-740142)
20 Drukknop – begin- en eindvergrendeling in - grendel aan het
bedieningpaneel uit
begin- en eindvergrendeling uit - grendel aan het
bedieningspaneel in
21 Drukknop – afzonderlijke steken
22 Drukknop – Bij stilstand van de naaimachine: naald hoog-laag.
Tijdens het naaien: vergrendelen (achterwaarts
naaien) op een willekeurige plaats van het
naadverloop.
23 Drukknop – In- en uitschakelen van de randafsnijder. Bij
subklasse 272-640000 moet daartoe de
pneumatische bediening Z124-401 (extra) worden
ingebouwd. Anders is de drukknop vrij.
24 Drukknop – Boventransportwals per hand opheffen en laten
zakken. Voor het automatisch laten zakken na een
aantal steken zie montageinstrukties 12.
25 Kniehefboom
(alleen subkl. -....41)
– Voor het omklappen van het bovendeel van de
machine naar achteren moet de hoofdschakelaar
worden uitgeschakeld en de kniehefboom worden
verwijderd. Voor het uithangen moeten de
bewegingen 1 en 2 voor het inhangen de
bewegingen 3 en 4 worden uitgevoerd.
26 Smering van de opnemer – De olievoorraadtank voor de smering van de
op-nemer mag geen lagere stand dan de markering
"MIN" aangeven.
Bij normaal gebruik moet de oliestand iedere week
worden gekontroleerd. Olie van het merk
ESSO SP-NK10 kan worden bij-gevuld tot aan de
markering "MAX" door de vulopening.
De olietoevoer voor de smering van de opnemer
wordt geregeld door schroef 5.
10
2.2 Onderdelen van het onderstel
Onderdelen Funktie
1 Hoofschakelaar – In- en uitschakelen van de naaiaandrijving.
Het bovendeel van de naaimachine is bedrijfsklaar.
BELANGRIJK!!
Voor het insteken en vervangen van naaigereedschap
(zoals naald, naaivoet, steekplaat, stofschuiver enz.),
voor het schoonmaken, bij het verlaten van de
arbeidsplaats alsmende bij onderhoudswerkzaamheden
moet de hoofdschakenlaar beslist worden uitgeschakeld.
Zie ook onder Algemene veiligheidsaanwijzingen
2 Pedal –
A
nulstand - geen funktie
B
naaivoet opheffen bij stilstand van de machine
C
naaien met het maximum aantal steken door
intrappen
D
naadvergrendling* - draad afsnijden - opheffen
van de naaivoet*
* niet bij subklasse -....41
Onderhoudsunit
6 Luchtfilter en
7 waterafscheider
– Voordat de waterstand het luchtfilter 6 bereikt,
schroef 8 inschroeven en het water onder druk
afvoeren.
4 Drukregelaar – Voor het instellen van de luchtdruk (6 bar) de
handgreep 4 naar boven trekken en afstellen.
naar rechts draaien = verhogen van de druk
naar links draaien = verlagen van de druk
9 Oliesprayapparaat – Dit apparaat voorziet de magneetventielen en
cilinders van smeerolie.
Met de regelschroef 11 1 druppel olie voor 15
arbeidscyclussen instellen.
Voor het bijvullen van het oliesprayapparaat moet de
perslucht worden afgesloten. Daartoe handgreep 4
omhoog trekken en naar links draaien.
Schroef 10 er uit draaien en olie Esso SP-NK10
bijvullen tot aan de gegroefde markering van de
olietank.
12
3. Bediening
3.1 Naalden, garens en draadspanning
Er moeten naalden systeem 134, 797 of Sy 1955-01
worden gebruikt.
Bij het aanbrengen van de naald moet men er op letten
dat die erin wordt geschoven tot aan de verdikking en dat
de holle vorm van de naald naar rechts, d.w.z. naar de
opnemerspits, wijst.
In de onderstaande tabel zijn de voor enkele naalddikten
aanbevolen garendikte, draadspanning en positie van de
draadregelaar weergegeven.
naalddikte naaidraad
spanning van
de
naalddraad 1)
spanning van de
opnemerdraad
1)
Kl.271/273 Kl.272/274
draadregelaar
1)
kleine opnemer massaopnemer
70
Poly-Poly
Nm 95/2
60-100 20-30 25-35 4 2,5
80
Poly-BW
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
90
Poly-Poly
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
100
Poly-Poly
Nm 65/2
BW Ne 50/2
70-100
60-100
20-30 25-40 3 2
110
Poly-BW
Nm 50/2
100-150 25-35 30-45 3 2
120
Poly-Poly
Nm 30/3
Poly-BW
Nm 25/2
200-300 30-40 40-70 2,5 1,5
1) transportlengte 2,5 mm en aantal 5000/min. voor subklasse -140041,-140042,-640041,-640142 en-740142
1) transportlengte 4 mm en aantal steken 4000/min. voor subklasse -160062
3.2 Opspoelen van de onderdraad
Voor het insteken van de onderdraad vanaf de
garenstander tot aan de spoelinrichting: zie onderstaande
afbeelding.
Draadresten die nog op de naaf van de spoel zitten
moeten worden verwijderd vóór het opspoelen.
De spoeldraad moet met de klok mee op de spoelnaaf
worden gewikkeld.
Het einde van de draad afsnijden in klem 2.
Om de volle spoel eruit te halen moet men op de-zelfde
wijze te werk gaan.
1
2
14
3.3 Vervangen van de spoel en afstellen van de spanning van de
opnemerdraad
- Gevaar voor verwondingen -
Hoofdschakelaar uitschakelen!
Verwijderen van de spoel
Deksel 3 optillen en het bovenste deel van het spoelhuis
met de spoel er uit halen.
Inleggen van de spoel
Het inleggen van een nieuwe volle spoel wordt
weergegeven in onderstaande afbeelding.
De draad wordt gevoerd in gleuf a onder de bladveer b tot
in boring c. Bij het afrollrn van de draad moet de door de
pijl aangegeven richting draaien.
Belangrijk!
De ruimte onder de remveer 5 van de spoel
Moet
re-gelmatig
worden schoongemaakt en al het naaistof
worden verwijderd opdat de remveer ongehinderd kan
bewegen. De veer moet worden opgetild (bijv. met een
naald) en het stof worden weggeblazen.
Instellen van de spanning van de opnemerdraad
Bij de geadviseerde spanning van bijv. 30g wordt 15g
door remveer 5 en 15g door spanningsveer 7 bereikt.
Basisinstelling van spanningsveer 7:
Het spoelhuis moet door zijn eigen gewicht langzaam
zakken (zie de afbeelding).
Remveer 5 verhindert, dat de spoel naloopt tijdens het
afsnijden van de draad.
De remwerking moet fijn worden afgesteld.
3
4
6
67
5
15
Voor het regelen van de beide spanningen moet men als
volgt te werk gaan:
– Regelschroef 6 zò ver terugdraaien dat de spanning
van bladveer 7 volkomen is geneutraliseerd.
– Remveer 5 overeenkomstig afstellen door draaien
van schroef 4.
– De spoel in het bovenste deel van het spoelhuis
inleggen en de opnemerdeaad volgens de
afbeelding insteken.
– Spoelhuis met spoel in de opnemer aanbrengen.
– D.m.v. een zogenaamde "luchtsteek" de
opnemer-draad met behulp van de naalddraad naar
de bovenkant van de steekopening trekken.
– De opnemerdraad aftrekken onder een hoek van 45°.
Ongeveer de helft van de spanning moet voelbaar
zijn.
Vervolgens regelschroef 6 tot op de geadviseerde
spanning aandraaien.
3.4 Insteken van de bovendraad
- Gevaae voor verwondingen -
Hoofdschakelaar uitschakelen!
De draadweg van de bovendraad is in onderstaande
afsbeelding weergegeven.
Om de draden zoveel mogelijk zonder spanning van de
garenstander af te wikkelen, alleen door een
draadopening in de afwikkelarm steken.
De andere draadopening worden afgesloten d.m.v. de in
de bijpakking meegeleverde stop.
3
4
16
3.5 Regelen van de spanning van de bovendraad
Voorspanning voor het draadafsnijden
Voor het veilig werken van de draadafsnijder als de
hoofdspanning 4 is geopend is een geringe restspanning
van de bovendraad noodzakelijk.
Deze restspanning wordt bereikt door voorspanning 3 en
be invloedt tegelijkertijd ook de lengte van het
afgesneden einde van de naalddraad (begindraad voor
de volgende naad).
Kortere begindraad = kartelmoer 3 aandraaien.
De basisinstelling is:
Voorkant kartelmoer en bout gelijk.
Voor een grote verstelling van de voorspanning is een
extra regeling van de hoofdspanning noodzakelijk.
Hoofdspanning
Voorspanning 3 en hoofdspanning 4 moeten samen de
geadviseerde bovendraadspanning van bijv. 80g leveren.
Hoofdspanning 4 moet daarmee overeenkomstig worden
ingesteld.
3.6 Draadregelaar
De draadregelaar 6 dient voor het regelen van de
hoeveelheid bovendraad die benodigd is voor de
steekvorming. De instelling is afhankelijk van de steeklengte,
dikte van het naaimateriaal en eigenschappen van het garen.
Belangrijk:
Een optimaal naairesultaat wordt allen maar gega-
randeerd wanneer de draadregelaar precies is afgesteld.
De lus van de bovendraad moet zonder overschot met
geringe spanning over de opnemer glijden.
Schroef 9 losdraaien en de regelaar afstellen.
De vertikale draad 7 dient in kombinatie met schaal 8 als
afstelhulp.
6
45
987
17
Opmerking
Wanneer de regelaar juist is gepositioneerd wordt de
draadaanhaalveer 5 0,5 mm uit de bovenste eindpositie
naar beneden getrokken, wanneer de draadlus de grootste
opnemeromvang passeert, d.w.z. wanneer de grootste
hoeveelheid draad benodigd is (zie de afbeelding).
Het getal van 0,5 mm is een richtwaarde. Al naar gelang
de spanning van de draadaanhaalver kan deze waarde
groter of kleiner zijn.
4. Onderhoud
- Gevaar voor verwondingen -
De hoofdschakelaar moet in ieder geval worden uit-
geschakeld wanneer de machine wordt schoongemaakt
of ingevent.
De onderhoudswerkzaamheden moeten uiterlijk na de tussen
haakjes aangegeven bedrijfsuren worden uitgevoerd.
Andere tussentijden tussen de onderhoudsbeurten
kunnen noodzakelijk blijken wanner er speciaal materiaal
wordt gebruikt.
4.1 Schoonmaken en/of testen
Een machine die regelmatig wordt schoongehouden geeft
minder aanleiding tot storingen!
– Van de ruimte onder de steekplaat moet het naai-
stof worden verwijderd. (8 uur)
Dit kan het beste worden gedaan met een persluchtpistool.
– Het stof dat tussen de transportruggen is opge-hoopt
moet worden verwijderd. (8 uur)
Daartoe moet de steekplaat eraf worden gehaald.
– De ruimte onder spoelremveer 3 moet worden ont-
daan van naaistof. (8 uur)
Daartoe veer 3 bijv. met een naald ietsje optillen en
het stof wegblazen.
– Het motorventilatiefilter van naaistof reinigen. (8 uur)
– Wanneer de machine is uitgerust met de
persluchtonderhoudsunit 5 moeten olie- en
waterstand worden gekontroleerd.
18
Voordat het waterpeil tot aan het filterinzetstuk 6 is
gestegen moet het water in ieder geval uit de
waterafscheider 7 worden afgevoerd nadat schroef 8
is aangedraaid, bij onder druk staande
onderhoudsunit.
waterstand in waterafscheider 7 (40 uur)
luchtfilterinzetstuk 6 reinigen (500 uur)
olietransport van het oliesprayapparaat 11
kontroleren (180 uur)
zie ook paragraaf 2.2
3
11
9
10
8
7
6
5
4
19
4.2 Invetten
Voor het invetten van deze machine moet smeerolie
merk ESSO SP-NK 10 (of olie van een
overeenkomstige kwaliteit) worden gebruikt.
Het onderhoud van de met olie te verzorgen puten is
beperkt tot de volgende plaatsen:
– Het oliepeil in de olievoorraadtank 1 mag niet tot
onder de markering "MIN" dalen. (40 uur)
Olie bijvullen tot aan de markering "MAX" wanneer
de machine rechtop staat.
Met uitzondering van de smering van de opnemer
worden alle lagers gesmeerd door een centrale
oliesmering d.m.v. een oliekousje uit de
olievoorraadstank 1.
– Het oliepeil in de olievoorraadtank 2 voor de smering
van de opnemeer mag eveneens niet dalen tot onder
de markering "MIN". (40 uur)
Olie bijvullen tot aan de markering "MAX" wanneer
het bovendeel van de machine is omgeklapt.
– Indien nodig olie bijvullen in de olietank 9 van de
onderhoudsunit tot aan de markering d.m.v.
geleuven. (40 uur)
Daartoe de persluchttoevoer volkomen afsluiten door
de handgreep 4 naar links te draaien en dan
schroef 10 eruit te draaien.
Oil SP-NK 10
1
Oil SP-NK 10
2
20
Inhould . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz:
Deel 2: Montageinstrukties Kl. 271 - 274
1. Algemene inlichtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.1 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Machine in bedrijf zonder naaimateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Tafelbladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Montage van het onderstel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Tafelblad kompleteren en vastschroeven
. . . . . . . . . . . . . . . . 5
4. Verbinding aandrijving naaimechanisme met het tafelblad
. . . . . . 6
4.1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.2 Motortype vlg. subklasse en extra uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.3 Bevestiging van de aandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.4 Aantallen steken voor draaistroomaandrijvingen als funktie
van de gemiddelde doorsnede van de riemschijf . . . . . . . . . . . . . 8
4.5 Instelling motorbeveiligingsschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. Aanbrengen bovendeel en- V-snaren, snaarbeveiliging,
montage handwiel en pedaal
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. Verbinding met de motorbediening en
aanbrengen positiemelder
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
7. Aansluiten persluchtonderhoudsunit
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8. Machine bedrijfsklaar maken en naaitest doen
. . . . . . . . . . . . . 13
9. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van een
naaiaandrijving met digitale bedieningstechniek
. . . . . . . . . . . 14
9.1 Aansluiting op het net en draairichting van een
gelijkstroomnaaiaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.2 Korrektie der afstellingswaarden (parameter) . . . . . . . . . . . . . . . 15
9.3 Funktie foto-elektr. beveiliging bij "Quick" . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. Taster aan de kop van de arm
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
11. Afstelling positiemelder
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11.1 Positioneringsaandrijving zonder extern bedieningspaneel . . . . . . . . 19
11.2 Positioneringsaandrijving met extern bedieningspaneel . . . . . . . . . 20
12. Hef- en daalfunkties van de transportwals bij klasse 273 en 274
. . 24
13. In- en uitschakelfunkties van de randafsnijder bij
klasse 272-640142 en -740142 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25
Home
1. Algemene inlichtingen
1.1 Veiligheidsvoorschriften
Zeer belangrijk!
De netspanning en de op het identifikatiebordje van de
motor aangegeven werkspanning moeten overeenstemmen!
Alle werkzaamheden aan de elektrische uitrusting mogen
alleen maar worden uitgevoerd door daartoe bevoegde
personen en alleen indien de stekker uit het stopkontakt
is gehaald!
De veiligheidsvoorschriften moeten worden opgevolgd.
De montagewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd
volgens onderstaande voorschriften.
–
De elektrische aansluitingen zijn aangegeven in het
schakelschema.
–
De bezetting van de in- en uitgangen die voor iedere
subklasse typisch is, alsmede de betreffende
parameter-nos. staan vermeld in het gegevensblad.
–
Alle noodzakelijke onderdelen zitten in de
meegeleverde bijpakking.
1.2 Machine in bedrijf zonder naaimateriaal
In dat geval moeten eerst de naaivoeten in opgeheven
toestand worden vastgezet.
1.3 Tafelbladen
De uitsnijdingen van zelfgemaakte tafelbladen moeten de
in de tekeningen aangegeven maten hebben.
2. Montage van het onderstel
De onderdelen van het onderstel (zie de afbeelding)
monteren.
De bijgesloten onderstelpoten 1 er op schuiven.
Wanner de schroeven 2 worden losgedraaid staat het
onderstel veilig.
De gewenste werkhoogte en een horizontaal werkop-
pervlak kunnen worden ingesteld nadat de schroeven 3
zijn losgedraaid.
2
1
3
2
3. Tafelblad kompleteren en vastschroeven
–
Versterkingsribben 2 tussen de uitsnijdingen voor
het bovendeel en de motorriem aanschroeven.
–
Kabelgoot 5 en houder voor de trekontlasting van de
leidingen aan de onderkant van het tafelblad
schroeven.
–
Hoofdschakelaar 6 vastschroeven.
–
Naailichttrafo. (indien aanwezig) vastschroeven.
–
Elektrische leidingen aanbrengen.
–
Schuiflade 8 met houder vastschroeven.
–
Tafelblad met houtschroeven B8x35 op het
onder-stel schroeven. De stand van het tafelblad
t.o.v. het onderstel is aangegeven door de markering
op de onderkant van het tafelblad (zie de
maatschets).
–
Scharnieronderdelen 3 voor de machinescharnieren
in de uitsparingen in het tafelblad drukken en
vastschroeven.
–
Voor het voorste steunpunt van het bovendeel der
machine moeten 2 steunpluggen in het tafelblad
worden aangebracht en de drukveren daarop worden
geschoven. De linker plug 1 moet in de boring vlg.
doorsnede C-C en de rechter plug in de boring vlg.
detail Y worden aangebracht. De aan de onderkant
van het tafel-blad uitstekende plugeinden afsnijden.
Technische bijzonderheid!
De plaatsing van de linker plug 1 heeft tot resultaat
dat het linker machinescharnier 1 mm omhoog
gelicht kan worden; op die manier vindt een
ontkoppeling van het tafelblad plaats.
–
Olieopvanbblik 7 met houtschroeven zo onder het
tafelblad schroeven dat er tussen de rechterkant van
het blik en de rechterkant van de tafelbladuitsnijding
een afstand van 55 mm bestaat. Het olieopvangblik
is aan de voor- en achterkant van de
tafelbladuitsnijding zó te richten dat het bovendeel
van de machine nergens tegenaan stoot bij het
omklappen. De kniehefboom stoot bij het
omklappen. De kniehefboom mag later, rekening
houdend met alle afstelmogelijkheden, niet tegen het
olieopvangblik stoten.
5
4. Verbinding aandrijving naaimechanisme met het
tafelblad
4.1 Algemene aanwijzingen
Voor type 271, 272, 273 en 274 zijn komplete
aan-drijvingspaketten leverbaar; deze bestaan uit de
naaiaandrijving, hoofdschakelaar met de leidingen,
V-snaarschijf, V-snaar en verschillende onderdelen.
De koppelingsmotoren voor draaistroom zijn in de
standaarduitvoering gebouwd voor 3x380-400V 50 Hz.
Het toerental is 2800 omw/min. Draaistroommotoren voor
andere netspanningen op aanvraag.
De voor deze machines gebruikte
gelijkstroomaandrijvingen benodigen een-fazige
wisselstroomspanning; daarom moeten de aansluitingen
bij meerdere machines gelijkmatig over de fazen van het
draaistroomnet worden verdeeld; anders kunnen fazen
worden overbelast.
Het type motor dat per subklasse en extra uitrusting
noodzakelijk is is vermeld in het navolgende overzicht in
par. 4.2.
Belangrijk!
Wanneer de naaiaandrijvingen voor type 273 en 274
worden aangebracht moet bij de daaropvolgende
inbedrijfneming worden gekontroleerd of in de
motorbediening de juiste funkties voor de transportwals
zijn ingevoerd (zie par. 12).
Indien de elektrische uitrusting niet wordt geleverd door
DÜRKOPP ADLER moet de kontrole vlg. EN 60204-3-1 of
JEC 204-3-1 worden uitgevoerd.
6
4.2 Motortype vlg. subklasse en extra uitrusting
271 272
273 274
Subklasse
Type motor
Bedienings-
paneel
( ) op
bestelling
extra uitrusting
Z120
1801
Z133
371
Z116
6741
Z124
401
-140041
-640141
FIR 1100F-ZT37
Efka VD552/6F62AV
Efka DC1600/DA62AV
Quick QD552/D21K01
- x---
-140042
-160062
-240042
-640142
FIR 1180F70 670 x - - -
Efka VD552/6F62AV V62 x - - -
Efka DC1600/DA62AV (V62) x - - -
-140042
-160062
-240042
-640142
Efka VD552/6F72CV2049
1)
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QD552/D40K02
1)
DB4x---
DB5 x x - -
Efka DC1600/DA82CV
1)2)
3201
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QE6040/D40S02
1)2)
DB4 x - - x
DB5 x x - x
-740142
Efka VD552/6F72CV2049
V720 x - - o
V730 x x - o
Efka DC1600/DA82CV3201
V720 x - - o
V730 x x - o
Quick QE6040/D40S02
DB4 x - - o
DB5 x x - o
-140042
-160062
Efka DC1600/DA82AV
2)
3207
V720 x - x
3)
-
V730 x x x
3)
-
Quick QE6040/D50S01
2)
DB4 x - x
3)
-
DB5 x x x
3)
-
1)
Voor klasse 273 en 274 kunnen allen worden gebruikt
de met
1)
gemerkte aandrijvingen.
2)
Gelijkstroom-positioneringsaandrijvingen voor de
aansluiting op 1x220-240 V 50/60 Hz.
3)
niet voor klasse 273 en 274
Z120181
–
draadwisser
Z133371
–
foto-elektrische cel voor naaistop aan het einde van
de naad met volgfunkties
Z1166741
–
mechanisme voor het naaien met twee van tevoren
ingestelde naalddraadspanningen (zie par. 1.3
extras)
Z124401
–
elektropneumatische bediening voor het in- en
uitschakelen van de randafsnijder d.m.v. een taster
(voor type 272-640142)
o
–
bij subklasse -740142 standaard
7
4.3 Bevestiging van de aandrijving
–
De aandrijving met het voetstuk aan de onderkant
van het tafelblad bevestigen. Daartoe de 3
zeskantbouten M8x35 in de moeren 4 (zie de
maatschets van het tafelblad) schroeven.
–
Met de aardkabel 2 uit het aandrijvingspakket een
verbinding maken van het motorvoetstuk naar de
onderkant van de machine.
–
Daarbij het oog van de kabel met een bout M4
bevestingen aan de van schroefdraad voorziene
boring in het motorvoetstuk.
–
De kabel door het olieopvangblik halen en de platte
stekker 1 in de kontaktlijst steken (zie afbeelding).
–
De aardkabel dient om de statische lading van het
bovendeel der machine via de motor naar de massa
af te leiden.
–
V-snaarschijf op de motoras bevestigen.
–
De plaatsing van de aansluitingen aan de trafo. van
de naaiaandrijving kontroleren en zo nodig wijzigen
overeenkomstig de netspanning (zie het bijgaande
schakelschema).
4.4 Aantallen steken als funktie van de doorsnede van de riemschijf
Aantallen steken voor draaistroomaandrijvingen
Steken/min. 50 Hz 60 Hz
3800
4000
4200
4500
4800
5000
5500
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
100 mm
106 mm
112 mm
67 mm
71 mm
75 mm
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
Met
gelijkstroomaandrijvingen
kunnen aanzienlijk hogere toerentallen worden
gehaald dan met draaistroomaandrijvingen. Daarom moet men hier een kleinere
doorsnede van de riemschijf nemen.
Algemene regel:
Riemschifdroorsnee voor wisselstroomaandrijvingen minus 30% = de geschikte
doorsnee voor gelijkstroomaandrijvingen.
Bovendien kan het motortoerental worden geregeld aan het bedieningspaneel (zie de
gebruiksaanwijzing van de motor).
2
1
8
4.5 Instelling motorbeveiligingsschakelaar
Type motor Netspanning
3 x 380-400V 3 x 220-230V 3 x 415-440V
FIR 1,6A 2,7A -
Efka VD552/.... 2,5A 4,2A 2,4A
Quick 1,9A 3,3A 1,7A
5. Aanbrengen bovendeel en v-snaren, snaarbeveiliging
montage handwiel en pedaal
–
Bovendeel van de machine in de uitsnijding in het
tafelblad aanbrengen.
–
Steun 2, die nodig is voor het omklappen van de
machine, inslaan (niet bij klasse 273 en 274).
–
De vergrendelingspen (in de bijpakking) in een van
de insnijdingen van de ingebouwde regelschijf
insteken. Schroeven van het handwiel losdraaien en
het handwiel wegnemen.
–
Bij machines met een draadafsnijder en een
au-tomatisch vergrendelingsmechanisme moet de
gemarkeerde opening 6 voor de stekkeraansluiting
met behulp van een schroevendraaier uit de
snaarbeveiliging worden geslagen.
–
Zoals op nevenstaande afbeelding is te zien, wordt
de V-snaar vervolgens van buitenaf door de
snaarbeveiliging gehaald; dan worden de beide
delen over de riemschijf naar het bovendeel toe
gebracht.
–
Leg de V-snaar op de riemschijf aan het handwiel.
–
De vier bouten 5 van de snaarbeveiliging aan-draaien.
–
Nu het bovendeel van de machine naar achteren
omklappen en de V-snaar op de motorschijf leggen.
–
Bij het omklappen moet de snaarbeveiliging
ongehinderd in de uitsnijdingen van het tafelblad
kunnen komen.
–
Door de motor te zwenken kan de V-snaar zo worden
gespannen, dat deze in het midden noch 10 mm
zonder al te grote krachtsinspanning naar binnen
kan worden gedrukt.
–
De snaarbeveiliging aandraaien en daarbij de nok zó
instellen, dat de riem in de riemschijf bilijft liggen
wanneer de machine naar achteren is gezwenkt.
43 2
5
6
9
Belangrijk!
De boringen voor het bevestigen van het handwiel
zijn systematisch aangebracht.
–
Bij het aanbrengen van het handwiel moet de
vergrendelingspen 4 (in de bijpakking) door de
boring 3 in de diepere insnijding A van de op de as
van de arm aangebrachte regelschijf worden
gemonteerd.
–
Handwiel met letter A op markering 7 instellen en
bouten 8 vast aandraaien.
–
De voetstangen 9 zó instellen, dat het pedaal 10 zich
op 10 ten opzichte van de horizontale lijn bevindt,
d.w.z. met de voorkant lager en met de achterkant
enigszins verhoogd.
–
Om ergonomische redenen moet het pedaal in
zijdelingse richting dusdanig op de versterkingsbalk
zijn bevestigd, dat het midden van het pedaal
ongeveeer onder de naald ligt.
873
4
9
10
10
6. Verbinding met de motorbediening en aanbrengen
positiemelder
–
Alle elektrische aansluitingen naar het bovendeel
van de machine via de centrale stekkerverbinding 16
leiden. De leiding kompl. met koppeling en stekker
voor de motorbediening ligt in de bijpakking.
–
Wanneer de knoppen 15 tegelijkertijd worden ingedrukt
kan de koppeling naar buiten worden getrokken.
–
Indien aanwezig, moet het buitenliggende
bedie-ningspaneel aan de arm van de machine
worden bevestigd d.m.v. de bouten 17.
–
De leidingen voor de taster en evt. voor het
naailampje in het leidingskanaal van het bovendeel
der machine aanbrengen; daartoe moet de deksel
van het opspoelapparaat worden weggenomen.
–
De positiemelder moet bij uitgeschakelde
hoofd-schakelaar dusdanig worden vastgezet op de
flens van het handwiel, dat de sleuf over de sluitpen
op snaarbeveiliging pakt.
–
Bij "Efka"-motoren met
Bedieningspaneel
, stand D van
het handwiel (punt van de naald in de steekplaat) naar
markering 11 brengen en de vergrendelingspen insteken.
–
Merk 12 en inkerving 13 nauwkeurig met elkaar in
overeenstemming berengen.
–
Bouten van de positiemelder aandraaien.
–
Dit is stand 0, d.w.z., het uitgangspunt voor alle
machines die door de fabriek zijn afgesteld.
–
Bij op die manier aangebrachte positiemelders is de
door de fabriek ingestelde onderste en bovenste
stand van de naald gegeven.
Andere motoren
Hier moeten de posities van de machine na het
bevestigen van de positiemelder volgens par. 11 worden
gekontro-leerd en indien nodig ingesteld.
11
12 13
14
17
15
16
11
7. Aansluiten persluchtondererhoudsunit
–
Ingeval van gebruik van bepaalde subklassen en
extra uitrustingen is de voorziening met perslucht
(watervrij en enigszins geolied) noodzakelijk.
–
De onderhoudsunit moet worden bevestigd aan het
onderstel (zie afb.).
–
Onderhoudsunit en bovendeel van de machine
verbinden d.m.v. de slangkoppeling (Pu3) 1.
–
Onderhoudsunit d.m.v. de aansluitingsslang 4 (door
de klient ter beschikking te stellen) en
aanslui-tingsonderdelen aansluiten op het
persluchtnet.
–
Bij niet aangesloten of afgesloten persluchttoevoer
de olievooraadtank 3 vullen met smeerolie ESSO
SP-NK 10 tot aan de gleufmarkering, nadat bout 2
verwijderd is.
–
De werkdruk van 6 bar instellen door de handgreep 5
omhoog te trekken en te draaien.
5
1
2
3
4
12
8. Machine bedrijfsklaar maken en naaitest doen
–
Maschine schoonmaken na de verzending.
–
De garenstandaard volgens onderstaande tekening
bevestigen.
–
De draadopeningen sluiten d.m.v. de meegeleverde
plugs, zoals in de afbeelding.
–
Naald- en klosdraad mogen elk maar door één
opening worden gestoken.
–
De olietank voor de smering van de opnemer en de
centrale smering d.m.v. een oliekousje moet tot aan
de markering "Max." met olie worden gevuld. Zie 4
van de gebruiksaanwijzing.
–
Als smeerolie moet worden gebruikt
ESSO SP-NK 10 - of olie van een volkomen
gelijkwaardige kwaliteit.
–
De netstekker in het stopkontakt steken. Door de
motorbeveiligingsschakelaar korte tijd in te
schakelen ( bij
draaistroom naaiaandrijvingen ) de
looprichting aan het ventilatiewiel van de motor
vaststellen.
–
Voor de looprichting van de machine zie de pijl aan
de snaarbeveiliging.
–
Bij een verkeerde looprichting moeten 2 fazen in de
netstekker worden verwisseld.
–
De machine een paar minuten op een laag toerental
laten lopen, voordat er wordt genaaid op het
toegestane max. toerental.
–
De transporthoeveelheid van de oliesprayinrichting (
1 druppel per 15 werkcyclussen) kontroleren en,
indien nodig, korrigeren. Zie 4 van de
gebruiks-aanwijzing.
13
9. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van een
naaiaandrijving met digitale bedieningstechniek
Vóór het inbedrijfnemen van deze aandrijvingen moeten
de onderstaande aanwijzingen zorgvuldig worden
doorgelezen om te voorkomen dat aandrijving en
naaimachine worden beschadigd.
De gebruiksaanwijzing van de naaiaandrijving moet in
ieder geval in acht worden genomen.
9.1 Aansluiting op het net en draairichting van een gelijkstroom
naaiaandrijving
D.m.v. een interne omschakeling kan de aandrijving
worden omgeschakeld op een netspanning tussen 190 V
en 240 V (50 en 60 Hz).
De fabriek levert de aandrijving met een geaarde
schakelaar. Indien aansluiting op een draaistroomnet
noodzakelijk is kan de geaarde stekker worden
vervangen door een perilexstekker. Die wordt
aangesloten op een van de 3 fazen (L1, L2 of L3), de
null-eider (N) en de aardleider (of PE).
Als ze zijn aangesloten op een draaistroomnet, moeten
de motoren gelijkelijk worden verdeeld over de drie fazen.
Wij adviseren de perilexstekker te markeren zodat men
van buitenaf kan zien welke faze is aangesloten.
Daardoor verkrijgt men een overzicht van de verdeling.
Normaliter wordt de aandrijving geleverd met de juiste
looprichting van de machine: naar links (tegen de wijzers
van klok in).
De looprichting kan worden veranderd aan onderstaande
parameters:
–
rechtsomdraaiend met blikrichting riemschijf (met de
wijzers van de klok mee)
bij Efka modulair = F161-0
bij Quick digitaal = 800-1
–
linksomdraaiend met blikrichting riemschijf (tegen de
wijzers van de klok in)
bij Efka modulair = F161-1
bij Quick digitaal = 800-2
Voor de noodzakelijke bediening van de regeling zie 11.2
of de bijgesloten motorgebruiksaanwijzing.
Rangschikking van de aansluitingen in de perilex-stekker,
gezien vanaf de aansluiting.
14
9.2 Korrektie der afstellingswaarden (parameter)
Om de aandrijving aan te passen aan de machineklasse
moeten enkele parameters worden gekontroleerd en
eventueel moeten de bij levering ingestelde waarden
worden gewijzigd.
Daartoe moet het nummer van de parameter die moet
worden gewijzigd worden opgeroepen en de waarde die
dan in het display verschijnt moet worden verhoogd (+) of
verlaagd (-).
Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de
volgende parameter-nummers:
a) max. toerental
F111 bij Efka modulair
607 bij Quick digitaal
Er mag géén groter aantal steken/min. worden ingesteld
dan in 1.2 van de aan te drijven machineklasse is
voorgeschreven. De ingestelde waarde verschijnt in
het display als eerste informatie na het inschakelen
van de hoofdschakelaar.
Bijj draaistroom naaiaandrijvingen moet het max. aantal
steken/min. (pedaal helemaal ingetrapt) worden
bepaald door de keuze van de motorriemschujf (zie
4.4).
Het max. aantal steken dat op het bedienings-paneel is
aangegeven moet worden ingesteld in bovenstaande
parameter overeenkomstig de waarde van de
motorriemschijf.
Het aantal steken kan dan via het bedieningspaneel
worden verlaagd tot onder het maximum.
b) Referentiestand (stand 0)
F170 bij Efka modulair
700 bij Quick digitaal
Het instellen is noodzakelijk voordat de 10-po-lige
machinestekker in de motorregeling wordt gestoken.
De referentiestand is bereikt wanneer het handwiel in
de looprichting wordt gedraaid en in stand D wordt
vergrendeld.
Met deze instelling zijn tegelijkertijd de naaldpositie
insnijding F en de naaldpositie insnijding C juist
ingesteld voor de meeste toepassingen. Deze
naaldposities kunnen worden gekorrigeerd in de
onderstaande parameters:
Bij Efka modulair
F-171. 1- naaldpositie insnijding F
F-171. 2- naaldpositie insnijding C
Bij Quick digitaal
702 - naaldpositie insnijding F
703 - naaldpositie insnijding C
(zie 11)
15
c) 884 - instelparameter bij Quick
Met de in parameter 884 ingestelde waarde wordt de
regelkarakteristiek van het toerental aangepast aan
de betreffende belasting van de aan te drijven
machineklasse. Voor zware machines is een hogere
waarde nodig als voor lichte.
Bij een te hoog ingestelde waarde "knort" de motor bij
lage toerentallen.
Bij een te laag ingestelde waarde krijgt men
regelproblemen wanneer er een verhoogde prestatie
(bijn. draadaf-snijden) wordt verlangd.
9.3 Funktie foto-elektr. beveiligimg bij Quick
Op de printplaat van het bedieningspaneel DB 5 be-vindt
zich een draadschakelaar voor de omschakeling van de
gevoeligheid der foto-elektrische beveiliging.
Bij de levering van het bedieningspaneel is deze
schakelaar gesloten, d.w.z. de hoge gevoeligheid is
ingeschakeld en klaar voor aansluiting van de reflex
foto-elektrische beveiliging Weko 7245
(on-derdeel no. Z133 103).
Foto-elektrische beveiligingen van andere fabrikanten
(bijv. Leutze) hebben gedeeltelijk een lagere
gevoeligheid. In dat geval moet de draadschakelaar
worden geopend.
Bij problemen met de foto-elektr. beveiliging adviseren wij
eveneens een kontrole van deze schakelaar. Daartoe
moet de voorkant van het bedieningspaneel worden
geopend.
16
10. Taster aan de kop van de arm
–
Maschines met een automatisch
vergrendlings-mechanisme zijn uitgerust met de
viervoudige taster 1.
–
De in de bijpakking meegeleverde taster moet d.m.v.
de twee bouten 2 worden bevestigd aan de kop van
de arm.
–
De deksel van de opspoeler afnemen en de
toe-voerleiding in de kabelgoot aanbrengen.
–
De stekker door de doorbraak in het tafelbald halen
en in de motorregeling steken.
1
2
17
11. Afstelling positiemelder
De in de arm van de machine ingebouwde afstelschijf is
voorzien van insnijdingen, die d.m.v. letters kenbaar zijn
gemaakt op het handwiel.
Samen met markering 4 geven de letters de ligging vn de
insnijdingen aan, waarin de machine d.m.v. de bijgesloten
pen 3 kan worden vergrendeld.
Nadat de positiemelder
bij uitgeschakelde
hoofd-schakelaar zodanig is bevestigd op de flens van
het handwiel dat de sleuf daarin over de sluitpen aan de
snaarbeveiliging grijpt, kunnen de posities snel worden
gekontroleerd of ingesteld.
Positie 1
De machine moet tot stilstand komen wanneer de naald
een lage stand inneemt = insnijding F.
Positie 2
De machine moet tot stilstand komen wanneer de
draadhefboom een hoge stand inneemt = insnijding C.
11.1 Positioneringsaandrijving zonder extern bedieningspaneel
Voorbeeld Efka DC 1600 DA 62 AV of 6 F 62 AV
Opgepast!
Bij het verplaatsen van de positiemelderschijven
Hoofdschakelaar uit!
Eerste positie
1. Schakelaar S3 aan de motorbediening naar rechts
draaien. (niet bij 6 F 62 AV)
2. Pedaal naar voren indrukken en loslaten.
3. Handwiel in de draairichting draaien en pen 3 in de
insnijding F vergrendelen.
4. Hoofdschakelaar uitschakelen.
5. Schijf 7 draaien totdat de regelsleuf 8 achter
schakelaar 9 staat.
Tweede positie
1. Schakelaar S3 aan de motorbediening links draaien.
(niet bij 6 F 62 AV)
2. Handwiel in draairichting verder draaien en d.m.v. pen
3 in insnijding C vergrendelen.
3. Schijf 11 draaien totdat de regelsleuf 12 achter
schakelaar 10 staat.
4. Pen wegnemen.
Indien er naaimateriaal aanwezig is moeten de po-sities
worden gekontroleerd. Indien nodig moet de
instelprocedure worden herhaald.
19
11.2 Positioneringsaandrijving met extern bedienings-paneel
Voor de inbedrijfstelling moet alleen bij Efka de 0-stand
en bij Quick de referentiepositie (uitgangspunt voor alle
machineposities) worden ingevoerd.
Dit uitgangspunt is insnijding D van de afstel-schijf = punt
van de naald in de steekplaat.
Vóór de bevestiging van de Efka positiemelder moet 6
goed worden doorgelezen.
Alle machineposities zijn geprogrammeerd door de fabriek.
Aan de positiemelder moeten geringe mechanische
instellingen worden uitgevoerd. De kap van de melder
kan niet worden afgenomen.
De machineposities worden door de positiemelder in
sektoren (inkrementen) in het display aangegeven. Een
volle omwenteling is bij Efka in 510 en bij Quick in 480
sektoren verdeeld.
a) Efka modulair
Voor het ingeven van de 0-stand gaat men als volgt te werk:
1. Toets P ingedrukt houden.
2. Hoofdschakelaar inschakelen. In het display verschijnt
code no. C-0000.
3. Voor het binnengaan in "Serviceniveau 1" geeft U de
Efka code no. 1907 aan de hand van de toetsen 1....0
in.
4. Toets E indrukken. In het display verschijnt parameter
no. F 100.
5. Met de toetsen 1...0 parameter no. 170 in-geven.
Toets E indrukken - service-routine 1 (sr1) verschijnt.
Toets F indrukken - positie 0 verschijnt.
6. Het handwiel een volle omwenteling in de looprichting
draaien en in stand D d.m.v. de meegeleverde pen
vergrendelen.
Dit is de "0-stand", d.w.z. het afhankelijke
uitgangspunt voor alle machines die afgesteld zijn
door de leverancier.
7. Toets P twee maal indrukken.
Machineposities F en C kontroleren.
Daarmee is de afstelprocedure beeindigd.
20
8.
Opgepast!
In ieder geval een naad met
draad-afsnijding naaien. Dan pas is de ingevoerde
afstelling definitief in het geheugen opgenomen.
Indien een korrektie t.a.v. de door de leverancier
uitgevoerde afstellingen noodzakelijk is moet voor de
programmering van de posities F en C als volgt te werk
worden gegaan:
Belangrijk! bij alle afstellingen steeds verder in de
looprichting van de machine draaien.
1. Indien de hoofdschakelaar in de tussentijd werd
uitgeschakeld moet weer worden begonnen zoals
beschreven bij "ingeven van de 0-stand".
Anders P indrukken.- In het display verschijnt P170.
2. Toets E twee maal indrukken.- In het display verschijnt
de "serviceroutine 2" (sr2).
3. Toets F indrukken. Positie 1 verschijnt.
Handwiel minstens 1 omwenteling draaien en in
positie F vergrendelen.
4. Toets E indrukken. In het display verschijnt positie 2.
Handwiel in stand C vergrendelen.
5. Toets P twee maal indrukken en daarmee de
afstellingsprocedure beeindigen.
6.
Belangrijk!
In ieder geval een naad met
draadafsnijding naaien, want pas dan is de
ingevoerde afstelling definitief in het geheugen
opgenomen.
Indien er niet wordt genaaid, gaat de afstelling bij het
uitschakelen van de hoofdschakelaar verloren.
Het aangegeven aantal inkrementen bedraagt voor
positie F = 60 en positie C = 438 telkens 2.
21
b) Quick digitaal
1. Hoofdschakelaar uitschakelen, terwijl de toetsen G en
Minus (-) ingedrukt blijven.
In het display verschijnt * en bijv. 3000. Het sterretje
staat voor programmeermodus en 3000 voor het
aantal steken per minuut.
2. Toets G blijft ingedrukt, daarna de minus-toets (-)
drukken. In het display verschijnt INGEVEN.
Dan beide toetsen loslaten.
3. Toets G zo vaak indrukken totdat er G7 .... verschijnt in
het display.
4. Toets F indrukken. In het display verschijnt 7000*XXXX, dat
is een toevallige getalswaarde die met de
vastgeschroefde stand van de positiemelder overeenkomt.
5. Pedal naar voren indrukken. De machine positioneert
in elke willekeurige stand.
6. Handwiel in machinelooprichting draaien en d.m.v. de
vergrendelingspen in stand D van het handwiel
vergrendelen.
Dit is de referentiepositie voor de verdere posities
van de verdere posities van de machine.
7. Vergrendelingspen wegnemen. De referentie-positie in het
geheugen doen opnemen door het pedaal in te drukken.
8. Referentiepositie D d.m.v. de vergrendelings-pen nog een
keer kontroleren. Wanneer de positie niet juist is (kan
gebeurd zijn door het naar voren trekken van de rotor in
de zgn. "voorkeursstand"), moet de afstellingsprocedure
zoals beschreven in 6 en 7 worden herhaald.
9. Toetsen G en Minus (-) tegelijkertijd indruk-ken. In het
display verschijnt * MANUEEL.
Machineposities F en C kontroleren. Normaal ge-sproken
is dan de afstellingsprocedure beeindingd.
Indien er een korrektie t.a.v. de door de leveran-cier
uitgevoerde afstellingen noodzakelijk is moet men voor
het programmeren van de machineposities F en C te
werk gaan zoals hiernaast aangegeven.
Opgepast
! Bij alle afstellingen steeds verder in de
looprichting van de machine draaien.
22
1. Indien de schakelaar in de tussentijd werd
uitgeschakeld moet men eerst van voren af aan
beginnen zoals hiervoor beschreven. Anders toets G
en tegelijkertijd de minustoets (-) indrukken. In het
display verschijnt INGEVEN.
2. Toets F indrukken. In het display verschijnt 700 *XXXX
= getalswaarde der referentiepositie.
3. Toets F meermaals indrukken totdat 702* 0026
verschijnt.
Pedaal kort intrappen. Machine positioneert in de
door de leverancier afgestelde stand.
Handwiel draaien in machinelooprichting en
vergrendelingspen in positie F (onderste stand van
de naald) vergrendelen.
4. Vergrendelingspen wegnemen en de waarde in het
geheugen doen opnemen door het pedaal in te
trappen. Positie F d.m.v. de vergrendelingspen
kontroleren. Indien nodig, bijn. door de
voorkeursstand van de rotor, de afstellingsprocedure
weer herhalen.
Belangrijk!
Afhankelijk van toleranties kunnen de voor
de posities aangegeven afstellingswaarden tot 0002
afwijken.
5. Toets F een keer indrukken. Er verschijnt 703* 0205.
Pedaal intrappen. Machine positioneert in de door de
leverancier afgestelde positie.
Handwiel draaien in machinelooprichting en
vergrendelingspen in stand C (bovenste stand van de
draadhefboom) vergrendelen.
6. Vergrendelingspen wegnemen. De waarde in het
geheugen doen opnemen door het pedaal in te
trappen.
Positie C d.m.v. de vergrendelingspen kontroleren.
Indien noodzakelijk, afstelling herhalen.
7. Toetsen G en (-) indrukken. In het display verschijnt *
MANUEEL. Daarmee is de machine gebruiksklaar.
Opmerking!
Het bedieningspaneel biedt de mogelijkheid om in
verschillende talen iest aan te geven. Daartoe d.m.v.
toets F op 733 drukken. Met de minus- of de plustoets de
gewenste taal kiezen.
Met toets F terug in de gewenste parameter.
23
12. Hef- en daalfunkties van de transportwals bij
klasse 273 en 274
De transportwals wordt bij het opheffen van de naaivoet
en de naadvergrendeling automatisch omhoog gebracht.
De daalfunktie kan plaatsvinden zonder vertraging of bij
een instelbaar aantal steken.
D.m.v. de bijbehorende parameter nos. moet dit worden
ingegeven op het bedieningspaneel. Voor de daartoe
benodigde toegang tot het "serviceniveau" zie 11.2
a) Efka modulair, of b) Quick digitaal.
Motortype Efka modulair Quick digitaal
Flip-flop
Mode
parameter 190
Flip-flop 5
parameter 510
Flip-flop 5
Dalen na
een aantal
steken
parameter 191
aantal steken
instellen (max.254)
parameter 550
aantal steken
instellen (max.254)
Dalen
zonder
vertraging
parameter 191
aantal steken
instellen op 0
parameter 550
aantal steken
instellen op 0
24
13. In- en uitschakelfunkties van de randafsnijder
bij klasse 272 - 640142 EN - 740142
Om de hierna beschreven funkties bij klasse
272 - 640142 te kunnen uitvoeren moet de extra
uitrusting Z 124401 aanwezig zijn. Deze extra uitrusting
bestaat uit de elektropneumatische bediening voor de
randafsnijder.
De verschillende in- en uitschakelfunkties kunnen worden
ingegeven op het bedieningspaneel met de bijbehorende
parameter nos.
Voor de daartoe noodzakelijke toegang tot het
"serviceniveau" zie 11.2 a) Efka modulair, of b) Quick
digitaal.
Motortype Efka modulair Quick digitaal
Flip-flop
Mode
parameter 190
flip-flop 6
parameter 510
flip-flop 6
In na
een aantal
steken
parameter 192
aantal steken
instellen (max.254)
parameter 551
aantal steken
instellen (max.254)
Uit na
een aantal
steken
parameter 193
aantal steken
instellen (max.254)
parameter 552
aantal steken
instellen (max.254)
In - uit
manueel
via taster
parameter 192 op 0
parameter 193 op 0
parameter 194 op "off"
parameter 552 op 0
parameter 551 op 0
parameter 504 op 1
Uit na
draadafsnijden
parameter 194 op "on" parameter 504 op 2
afsnijden
In - uit
Met signaal "motor
loopt" via pedaal
parameter 190
flip-flop 3
parameter 510
flip-flop 3
25
Indhold Side:
Forord og generelle sikkerhedsoplysninger
Del 1: Betjeningsvejledning Kl. 271 - 274
1. Produktbeskrivelse
1.1 Kort beskrivelse og korrekt anvendelse . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.2 Tekniske data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.3 Ekstraudstyr . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2. Maskinelementer og deres funktioner
2.1 Elementer ved overdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.2 Elementer ved rammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3. Betjening
3.1 Nåle, garner og trådspænding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.2 Opspoling af undertråden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.3 Udskiftning af spolen og indstilling af gribertrådspændingen . . . . . . . 15
3.4 Isætning af overtråden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
3.5 Regulering af overtrådspændingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
3.6 Trådregulator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4. Vedligeholdelse
4.1 Rensning og kontrol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.2 Smøring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Home
Følgende patenter og brugsmønstre kommer i anvendelse:
Status marts 1994
DE - 41 15 520 DE - 87 05 550
DE - 41 05 563 JP - 1 933 346
JP - HEI - 4 - 32044 DE - 41 38 402
DE - 40 04 892 JP - HEI - 4 - 312432
1. Produktbeskrivelse
1.1 Kort beskrivelse og korrekt anvendelse
Typerne 271 til 274 er flade éntråds-
dobbeltstikkestings-symaskiner med
trådafklipperindretning til liniesøm efter stingtype 301.
Ifølge deres bestemmelse må maskinerne kun anvendes
til syning i materialer af tekstilfibre og beklædningsskind.
271 med springende undertransport.
Maskinen har en automatisk, central olievægesmøring
med olieforrådsbeholder samt en særskilt automatisk
gribersmøring, ligeledes med olieforrådsbeholder.
Olieniveauerne er synlige gennem kontrolglas.
På grund af udrustningen med trådregulator kan der på
samme underklasse ved tilsvarende valg af
syindretningen og nålen sys i såvel tyndt som tykt
materiale.
Aktiveringen af spændingsudløsningen, trådafklipperen,
låseautomatikken og løftning af syfoden sker
elektromagnetisk. Med undtagelse af klasserne 273, 274
og 272-740142 kræves der ingen trykluft.
Yderligere tekniske kendetegn og udstyr alt efter
underklasse fremgår af 1.2 Tekniske Data.
272 som 271, dog desuden med nåletransport.
273 som 271, dog desuden med intermitterende
valse-overtransport.
Valseovertransportens transportlængde andrager
maksimalt 7 mm. Den kan ved hjælp af et stillehjul
indstilles forskelligt fra undertransporten.
Den er omdrejningsstabil op til et maksimalt antal sting
på 5500 sting/min. Dette betyder konstante stinglængder
samt glatte søm uden forskydninger også ved hurtige skift
af omdrejningstallene.
Automatisk løftning af transportvalsen ved omskiftning til
returtransport (låsning).
274 som 273, dog yderligere med nåletransport.
5
1.2 Tekniske data
Underklasser
sting/min1234567
max.
ab
fabrik
271-140041 5500 4800 4mm x
271-140042 5500 4800 4mm x x x
271-240042 5500 4800 4mm x x x x
272-140041 5000 4800 4mm x
272-140042 5000 4800 4mm x x x
272-160062* 5000 4000 6mm x x x
272-640141 5000 4800 4mm x x
272-640142 5000 4800 4mm x x x x
272-740142 5000 4800 4mm x x x x
273-140042 5500 4800 4mm x x x
274-140042 5000 4800 4mm x x x
* Jumbospole = 70% større kapacitet af undertrådsspolen end standardspolen
Til 1: Max. stinglængde, afhængig af underklasse
Til 2: Trådafklipper til over- og undertråd
Til 3: Elektromagnetisk låseautomatik. Den aktiveres via pedal og udfører derved
følgende funktioner: sømfoden sænkes ned, blokering af sømmens begyndelse
og slutning, afklipning af over- og undertråd, løftning af sømfoden.
Til 4: Tast ved armhovedet:
-
N
ål høj - lav
- Skyder ind - skyderfunktion frakoblet ved betjeningsfeltet
- Skyder undertrykt - skyderfunktion tilkoblet ved betjeningsfeltet
- Skyder inden for sømforløbet
Til 5: Kantafklipper til højre ved siden af nålen. Kan kobles til eller fra ved hjælp af
håndgreb eller som ekstraudstyr også elektropneumatisk via tast. Alt efter
syindretningen (E-nr.) andrager klippeafstanden 3,5 ; 5,0 ; 8,0 eller 10 mm. Til
trinvis klipning kræves specielle syindretninger. Knivens vandring andrager
5,5 mm.
Til 6: Kantafklipper, dog med separat elektrisk drivorgan. Der kan tilkobles to
omdrejningstal for klipningen.
Til 7: Kantafklipper, der klipper på tværs ind i sytøjets kant, f.eks. til spændingsfrit
overslag af runde halsudskæringer, kraver, armhuler etc. Indsnittet sker altid
efter 6 sting. På forespørgsel efter 4 sting. Indsnitsdybden andrager max.
15 mm. Den er indstillelig frem til ca. 1 mm fra sømmet.
Nålesystem: 134, 797 eller Sy 1955-01
Gennemgang under sømfoden
Ved løftning: 8,0mm ved 271 og 273
9,5mm ved 272 og 274
Ved syning: 8,0mm
Arbejdstryk: 6bar
Luftforbrug: 0,02 Nl pr. arbejdscyklus ved 273 og 274
0,1 Nl pr. arbejdscyklus ved 272-740142
mm
6
1.3 Eks
tratilbehør:
App. 301
Z 120 1801
Z 120 1851
Z 133 371
Z 116 6741
Z 124 401
Z 145 1
Z 145-101
722 2041
999 260029
999 260030
999 260031
933 5736
273 1041 og 274 1141
570 1833
271 661
271 1671
Dækhætte
til maskinoverdelen
Elektromagnetis
k t
rådvisker til
271 og 272
underklasser -140000 og -160000
Elektromagnetisk trådvisker til 273 og 274
Refleksfotocelle til automatisk systop for enden af
stoffet med følgefunktioner. Til motorer med eksternt
betjeningsfelt V730 eller DB5.
Elektropneumatisk indretning til skiftevis syning med
to forskelligt indstillede stinglængder og to forskelligt
indstillede overtrådspændinger. Normal søm og søm
med løse sting (hæftesting). Partielt forstærket
spænding (sømfortykkelse) og pyntesøm.
Elektropneumatisk aktivering til til- og frakobling af
kantafklipperen ved hjælp af tast for 272-640142.
Trindelt kantklipning (fingerversion til let sytøj). I
forbindelse med syindretningen 272/E 111 til
snitbredder på 4,5 og 7mm.
Trindelt kantklipning (2 knivversioner til middeltungt
sytøj). I forbindelse med syindretningen 272/E 112 til
snitbredder på 3,5 og 6,5mm.
Beholder til afklipningsaffald for tilslutning til husets
eget vakuumanlæg. Forefindes dette ikke, bør den
pågældende centrifugalblæser anvendes.
til trefasestrøm 380-400V+N, 50Hz
til
trefasestrøm 220-230V, 60Hz
til trefasestrøm 415-440V, 50Hz
Takket stålvalse, 9mm bred til 273 og 274
valsetransport
Højdeindstilling til stoftrykfoden ve
d sytøj, der er
vanskeligt at transportere, f.eks. fløjl.
Filterregulator til tryklufttilslutning
Delesæt knæarm til løftning af sømfoden til maskiner
med låseautomatik.
Delesæt håndgreb til sømhæftning til maskiner med
låseautomatik.
7
Støj-indikationsværdi
Arbejdspladsrelateret emissionsværdi ifølge DIN EN ISO 10821:
Klasser L
pA
K
pA__________
271 78,5 dB(A) 0,48 dB(A)
272 79,4 dB(A) 0,63 dB(A)
273 79,2 dB(A) 0,35 dB(A)
274 79,1 dB(A) 0,78 dB(A)
2. Maskinelementer og deres funktioner
2.1 Elementer ved overdelen
Element Funktion
1 Skrue – Regulering af sømfodtrykket. Skruens position skal
arreteres.
2 Håndgreb – Til- og frakobling af kantafklipperen 10. Håndgrebets
position kan indstilles variabelt.
3 Spoleindretning – Se under afsnit 3.2 Opspoling af undertråden.
4 Betjeningsfelt – Se motorproducentens vejledning.
5 Olieforrådsbeholder – Olieniveauet må ikke falde under "MIN". Ved behov
påfyldes olie ESSO SP-NK10 op til "MAX".
6 Stillehjul – Indstilling af stinglængden til baglæns syning
(ved underklasser -....41 via håndgreb)
7 Stillehjul – Indstilling af stinglængden til fremadsyning
(ved underklasser -....41 via håndgreb).
8 Støtte – Til nedlægning af maskinoverdelen bagtil
(ikke ved klasserne 273 og 274).
9 Nåletrådspænding – I omdrejningsretning + = fastere nåletrådspænding
I omdrejningsretning - = løsere nåletrådspænding
10 Kantafklipper – Funktion se efterfølgende side.
11 Nål – System 134, 797 eller Sy 1955-01
- Fare for tilskadekomst! -
Det er absolut nødvendigt at slukke for hovedafbryderen,
inden nålen udskiftes.
12 Arreterknap – Sømfoden arreteres i løftet position
13 Håndgreb – Transportvalsen løftes op. Den svinges ud af
arbejdsområdet. - Syning kun med undertransport
14 Stillehjul – Transportlængde til overtransportvalsen
15 Valseovertransport – Funktion se efterfølgende side
8
Elementer Funktion
16 Separat drivorgan
til kantafklipper
– To omdrejningstal for afklipning kan indstilles. (Kun
272-740142)
- Fare for tilskadekomst! -
Vær forsigtig i kantafklipperens område.
17 Lysdiode – Diodens blink indikerer, at kantklipperen er driftsklar.
Følgende varianter er disponible for til- og
frakoblingen:
* Manuelt via tast
* Via pedalen ved sydrevets køresignal
* Automatisk "Ind" hhv. "Ud" efter det valgte antal
sting
* Automatisk "Ud" efter trådafklipning (Se
monteringsvejledning afsnit 13.)
18 Afbryder til
kantklipper
– I = Normalt omdrejningstal
D = drivorgan "Ud". Kniv uden for syområdet
II = Forhøjet omdrejningstal til store stinglængder og
tykke materialer
19 Lysdiode – Indikator for hovedafbryder "Ind" (kun 272-740142)
20 Tast – Start- hhv. slutskyder Ind - skyder ved
betjeningsfeltet Ud
Start- hhv. slutskyder Ud - skyder ved
betjeningsfeltet Ind
21 Tast – Enkeltsting
22 Tast – Ved stilstand af symaskinen: Nål Høj-Dyb.
I syområdet: Blokering (baglæns syning) på valgfrit
sted ved sømforløbet
23 Tast – Til- og frakobling af kantklipperen. Ved underklasse
272-640000 skal den pneumatiske aktivering
Z124-401 være påbygget (ekstraudstyr). Ellers er
tasten fri.
24 Tast – Overtransportvalsen løftes og sænkes manuelt.
Automatisk nedsænkning efter et antal sting se
monteringsvejledning afsnit 12.
25 Knæarm
(Kun underklasser -....41)
– Inden maskinoverdelen nedlægges bagtil slukkes for
hovedafbryderen og knæarmen fjernes. Til
udtagningen udføres bevægelserne 1 og 2 og til
ophængningen bevægelserne 3 og 4.
26 Gribersmøring – Olieforrådet til gribersmøringen må ikke falde under
afmærkningen "Min".
Ved normal drift skal olieniveauet kontrolleres en
gang ugentligt. Gennem påfyldningsåbningen
påfyldes olie Esso SP-NK 10 op til afmærkningen
"Max".
Olietilførslen til gribersmøringen kan reguleres ved
skrue 5.
10
2.2. Elementer ved rammen
Elementer Funktion
1 Hovedafbryder – Sydrevet kobles til og fra.
Symaskineoverdelen er driftsklar.
Advarsel!
Ved isætning af tråd, ved udskiftning af syværktøjer (som
f.eks. sømfod, stikplade, stofskyder etc.), ved
rensningsarbejder, når arbejdspladsen forlades samt ved
vedligeholdelsesarbejder er det absolut nødvendigt at
slukke for hovedafbryderen.
Se også Generelle sikkerhedsoplysninger.
2 Pedal –
A
Hvileposition. - Ingen funktion.
B
Sømfoden løftes, når maskinen står stille.
C
Syning op til maksimalt stingtal ved at betjene
pedalen tilsvarende.
D
Sømhæftning* - Trådklipning - Løftning af
sømfoden*
* Ikke ved underklasser -....41
Vedligeholdelsesenhed
6 Luftfilter og
7 Vandudskiller
– Inden vandstanden når luftfilteret 6, isættes skruen 8
og vandet aftappes under tryk.
4 Trykregulator – Til indstilling af lufttrykket på 6 bar trækkes
drejehåndgrebet 4 opad og indstilles.
Drejning mod højre = trykforøgelse
Drejning mod venstre = trykreduktion
9 Olietågesmøring – Olietågesmøringen forsyner magnetventiler og
cylindre med smøreolie.
Ved hjælp af reguleringsskruen 11 indstilles ca.
1 dråbe olie til 15 arbejdscykler.
Ved påfyldning af smøreindretningen 9 spærres for
trykluften.
Hertil trækkes drejehåndgrebet 4 opad og drejes
mod venstre.
Skruen 10 tages ud og der påfyldes olie Esso
SP - NK 10 op til oliebeholderens rilleafmærkning.
12
3. Betjening
3.1 Nåle, garner og trådspænding
Der skal anvendes nåle af systemet 134, 797 eller Sy
1955-01.
Ved isætning af nålen skal det påses, at den skubbes ind
til anlæg og at nålens hulkel peger mod højre, dvs. mod
spidsen af griberen.
Nedenstående tabel viser garntykkelse, trådspænding og
position af trådregulatoren til de respektive nåle.
Nåletykkels
e
Sytråd
Nåletråd-
spænding
1)
Gribertrådspænding
1)
Kl.271/273 Kl.272/274
Trådregulator
1)
lille griber Jumbogriber
70
Poly-Poly
Nm 95/2
60-100 20-30 25-35 4 2,5
80
Poly-BW
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
90
Poly-Poly
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
100
Poly-Poly
Nm 65/2
BW Ne 50/2
70-100
60-100
20-30 25-40 3 2
110
Poly-BW
Nm 50/2
100-150 25-35 30-45 3 2
120
Poly-Poly
Nm 30/3
Poly-BW
Nm 25/2
200-300 30-40 40-70 2,5 1,5
1) Transportlængde 2,5 mm og stingtal 5000/min f. UKL -140041,-140042,-640041,-640142 u.-740142
1) Transportlængde 4 mm og stingtal 4000/min f. UKL -160062
3.2 Opspoling af undertråden
Spoleprocessen foregår ved fasttrykt spolerklap 1
automatisk under syningen.
Til isætning af undertråden fra garnstanderen frem til
spoleren se nedenstående illustration.
Trådrester, der befinder sig på spolenavet, fjernes inden
spolingen.
Spoletråden vikles mod højre på spolenavet.
Trådenden afklippes i klippeklemmen 2.
Ved udtagning af den fyldte spole forholder man sig på
samme måde.
12
14
3.3 Udskiftning af spolen og indstilling af gribertrådspændingen
- Fare for tilskadekomst -
Sluk for hovedafbryderen!
Udtagning af spolen
Løft låget 3 og udtag spolehusoverdelen med spolen.
Isætning af spolen
Isætningen af en ny, fyldt spole fremgår af den
efterfølgende illustration.
Tråden trækkes i spalten a under bladfjederen b frem til
boringen c. Ved aftrækning af tråden skal spolen dreje i
pilens retning.
Vigtig oplysning !
For at spolebremsefjederen 5 kan bevæge sig uhindret,
skal rummet neden for denne
med regelmæssige
driftsmellemrum
renses for systøv. Løft fjederen, f.eks.
med en nål, og blæs ud.
Indstilling af gribertrådspændingen
Ved en anbefalet gribertrådspænding på f.eks. 30g skal
15g nås ved hjælp af bremsefjederen 5 og 15g ved hjælp
af spændingsfjederen 7.
Basisindstillingen for spændingsfjederen 7 er som følger:
Spolehuset skal sænkes langsomt på grund af dets
egenvægt. Se skitse.
Bremsefjederen 5 forhindrer spolens efterløb under
trådklipningsprocessen.
Dens bremsevirkning skal indstilles fintfølende.
3
4
6
67
5
15
Til regulering af de to spændingsværdier foretages
følgende:
– Reguleringsskruen 6 drejes så langt tilbage, at
spændingen af bladfjederen 7 er fuldstændigt
ophævet.
– Bremsefjederen 5 indstilles tilsvarende ved drejning
af skruen 4.
– Spolen lægges ned i spolehusoverdelen og
griberarmen trådes i henhold til illustrationen.
– Spolehuset med spole isættes i griberen.
– Med et såkaldt luftsting trækkes gribertråden ved
hjælp af nåletråden til stinghullets overside.
– Gribertråden trækkes af med en vinkel på 45°.
Omtrent halvdelen af spændingsværdien bør være
følelig.
Derefter strammes reguleringsskruen 6 indtil den
anbefalede spændingsværdi er opnået.
3.4 Overtråden isættes
- Fare for tilskadekomst -
Sluk for hovedafbryderen!
Overtrådens trådbane fremgår af de nedenstående
illustrationer.
Til en så spændingsfri afvikling som mulig af trådene fra
garnstanderen trådes kun gennem et trådhul af
afviklerarmen.
De øvrige trådhuller lukkes med den prop, der forefindes i
tilbehørspakken.
3
4
16
3.5 Regulering af overtrådspændingen
Forspænding til trådafklipningen
Til trådklipperens sikre funktion ved tilsluttet
hovedspænding 4 kræves en lille restspænding af
overtråden.
Denne restspænding opnås ved hjælp af forspænding 3.
Den påvirker samtidigt også længden af den afklippede
nåletrådende. (Begyndelsestråden til den næste søm.)
Kortere begyndelsestråd = stram roulettemøtrikken 3.
Der gælder følgende basisindstilling:
Roulettemøtrikkens forside og bolten er i niveau.
Større ændring af forspændingen kræver tilsvarende
efterregulering af hovedspændingen.
Hovedspænding
Forspænding 3 og hovedspænding 4 skal tilsammen give
den anbefalede overtrådspænding på f.eks. 80g.
Hovedspænding 4 indstilles tilsvarende.
3.6 Trådregulator
Med trådregulatoren 6 kan den overtrådmængde
reguleres, der kræves til stingdannelsen. Indstillingen er
afhængig af stinglængde, sytøjets tykkelse og
garnegenskaberne.
Vær opmærksom på:
Kun en nøjagtigt indstillet trådregulator garanterer et
optimalt resultat af syningen.
Overtrådsløjfen bør glide over griberen uden overskud og
med ringe spænding.
Skruen 9 løsnes og regulatoren indstilles tilsvarende.
I forbindelse med skala 8 tjener den lodret stående tråd 7
som indstillingshjælp.
45
987
6
17
Oplysning
Ved korrekt regulatorposition trækkes
trådtiltrækningsfjederen 5 ca. 0,5 mm nedad ud af sin
øvre slutposition, når trådsløjfen passerer det maksimale
griberomfang, dvs. når der kræves den største
trådmængde. Se illustration.
Dimensionen 0,5 mm er vejledende. Alt efter
trådtiltrækningsfjederen kan den være større eller mindre.
4. Vedligeholdelse
- Fare for tilskadekomst -
Det er absolut nødvendigt at slukke for hovedafbryderen
under rensning og smøring af maskinen.
Vedligeholdelsesarbejderne skal foretages senest efter
de i parenteserne ( ) anførte driftstimer.
Forarbejdningen af specielle materialer kan medføre
andre vedligeholdelsesintervaller.
4.1 Rensning hhv. kontrol
Holdes maskinen ren, undgås forstyrrelser!
– Området under nålepladen renses for systøv
(8 timer).
Dette sker hensigtsmæssigt med en trykluftpistol.
– Det systøv, der har samlet sig mellem
transportbroerne, fjernes (8 timer).
Hertil aftages nålepladen.
– Rummet under spolebremsefjederen 3 renses for
systøv (8 timer).
Hertil løftes fjederen 3 let, f.eks. med en nål, og
blæses ren.
– Motorventilatorsien renses for systøv (8 timer).
– Ved maskinens udrustning med trykluft-
vedligeholdelsesenheden 5 kontrolleres olie- og
vandstand.
18
Forinden vandstanden er steget til filterindsatsen 6
skal vandet ved under tryk stående
vedligeholdelsesenhed efter fastskruning af skruen 8
aftappes fra vandudskillelsen 7.
Vandstand i vandudskilleren 7 (40 timer)
Luftfilterindsatsen 6 renses (500 timer)
Oliefremføringen af olietågesmøringen 11
kontrolleres (180 timer)
Se under afsnit 2.2
3
11
9
10
8
7
6
5
4
19
4.2 Smøring
Til smøring af denne maskine anvendes smøreolien
Esso SP-NK 10 eller en olie af absolut tilsvarende
kvalitet.
Vedligeholdelsen af de steder, der skal forsynes med olie,
indskrænker sig til følgende punkter:
– Oliestanden i olieforrådsbeholderen 1 må ikke synke
dybere end til stregafmærkningen "MIN". (40 timer)
Ved opretstående maskine påfyldes olie op til
stregafmærkningen "MAX".
Med undtagelse af griberen forsynes alle maskinens
lejesteder ved hjælp af en central olievægesmøring
fra olieforrådsbeholderen 1.
– Oliestanden i olieforrådsbeholderen 2 til smøring af
griberen må ej heller synke dybere end til
stregafmærkningen "MIN". (40 timer)
Ved nedlagt maskinoverdel påfyldes olie op til
stregafmærkningen "MAX".
– Ved behov fyldes vedligeholdelsesenhedens
oliebeholder 9 med olie op til rilleafmærkningen.
(40 timer)
Hertil afspærres trykluften fuldstændigt ved at dreje
drejehåndgrebet 4 mod venstre og derefter skrues
skruen 10 ud.
Oil SP-NK 10
1
Oil SP-NK 10
2
20
Indhold Side:
Sektion 2: Monteringsvejledning Kl. 271-274
1. Generelle oplysninger
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.1 Sikkerhedsoplysninger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Maskindrift uden sytøj . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Bordplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Montering af rammen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Færdiggørelse og fastskruning af bordpladen
. . . . . . . . . . . . . 5
4. Forbindelse af sydrev med bordpladen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.1 Generelle oplysninger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.2 Motortype for hver underklasse og ekstraudstyr . . . . . . . . . . . . . . 7
4.3 Fastgørelse af motoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.4 Antal sting til trefasede motorer, afhængig af den
gennemsnitlige remskivediameter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.5 Indstilling af motorsikkerhedsafbryderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. Isætning af overdel, placering af overdel, anbringelse af kileremme,
anbringelse af rembeskyttelse, håndhjul og pedal
. . . . . . . . . . . 9
6. Etablering af stikforbindelser til motorstyringen og anbringelse
af positionsindikator
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
7. Tilslutning af trykluft-vedligeholdelsesenhed
. . . . . . . . . . . . . 12
8. Maskinen gøres driftsklar og sytest foretages
. . . . . . . . . . . . . 13
9. Bemærkninger inden idrifttagning af et sydrev
med digital styreteknik
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.1 Nettilslutning og rotationsretning af et jævnstrøms-sydrev . . . . . . . . 14
9.2 Korrektion af de indstillede værdier (parametre) . . . . . . . . . . . . . . 15
9.3 Fotocellefunktion ved Quick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. Følere ved armhovedet
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
11. Indstilling af positionsindikatoren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11.1 Positioneringsmotor uden eksternt betjeningsfelt . . . . . . . . . . . . . 19
11.2 Positioneringsmotor med eksternt betjeningsfelt . . . . . . . . . . . . . 20
12. Fremføringsvalsens løfte- og nedsænkningsfunktioner
ved klasse 273 og 274
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
13. Tilslutnings- og afbrydelsesfunktioner af kantklipperen
ved klasse 272-640142 og -740142
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Home
1. Generelle oplysninger
1.1 Sikkerhedsoplysninger
Specielle bemærkninger!
Netspændingen og den driftsspænding, der fremgår af
motorens typeskilt skal stemme overens.
Samtlige arbejder ved den elektriske udrustning må kun
udføres af personer med særlig beføjelse og ved
udtrukket netstik.
Sikkerhedsoplysningerne skal overholdes.
Installationen skal foretages i henhold til nedenstående
instruktioner.
–
De elektriske tilslutninger fremgår af
strømdiagrammet.
–
Den underklassespecifikke indretning af
indgangsstrøm og udgangseffekt samt de tilsvarende
parameternumre er opført i databladet.
–
Alle nødvendige dele er indeholdt i tilbehørspakken.
1.2 Maskinens drift uden sytøj
I dette tilfælde skal sømfødderne arreteres forinden i den
løftede position.
1.3 Bordplader
Udskæringerne af hjemmelavede bordplader skal
overholde de mål, der fremgår af skitserne.
Bordpladerne skal desuden udvise den fornødne
bæredygtighed og stabilitet.
2. Montering af rammen
Rammedelene monteres i henhold til afbildningen.
De vedlagte rammefødder 1 skydes på.
Rammen kan positioneres stabilt, når skruerne 2 er
løsnet.
Den ønskede arbejdshøjde og en vandret arbejdsflade
kan indstilles, når skruerne 3 er løsnet.
2
1
3
2
3. Færdiggørelse og fastskruning af bordpladen
–
Fastskru forstærkningsstiveren 2 mellem
udskæringerne til overdelen og motorremmen.
–
Fastskru kabelkanal 5 og holder til ledningernes
trækaflastning på bordpladens underside.
–
Fastskru hovedafbryder 6.
–
Fastskru sylystransformatoren, såfremt den
forefindes.
–
Læg de elektriske ledninger.
–
Fastskru skuffe 8 med dens fiksering.
–
Fastskru bordpladen på rammen med træskruer
B8x35. Bordpladens position i forhold til rammen
fremgår af markeringerne på bordpladens underside.
Se målskitse.
–
Hængselunderdele 3 til maskinhængslerne presses i
bordpladens udsparinger og fastskrues.
–
Til det forreste underlag af maskinoverdelen isættes
to underlagspropper i bordpladen og trykfjedrene
skydes på. Det er absolut nødvendigt at anbringe
den venstre prop 1 i boringen ifølge snit C-C og den
højre prop i boringen ifølge detalje Y. De ved
undersiden af bordpladen udragende propender
afskæres.
Teknisk specialitet!
På grund af positioneringen af den venstre låseprop
1 opstår der en løftning af venstre maskinhængsel
med ca. 1mm og således en frakobling fra
bordpladen.
–
Olieopsamlingspladen 7 fastskrues under
bordpladen med træskruer således, at der mellem
olieopsamlingspladens højre kant og
bordpladeudskæringens højre kant forbliver en
afstand på 55 mm.Olieopsamlingspladen justeres
således i forhold til bordpladeudskæringens for- og
bagkant, at maskinoverdelen ikke støder på, når den
hældes. Knæarmen må senere under hensyntagen
til alle indstillingsmuligheder ikke støde på
olieopsamlingspladen.
5
4. Forbind sydrevet med bordpladen
4.1 Generelle oplysninger
Komplette samlede drivenheder er disponible for 271,
272, 273 og 274, der består af sydrevet, hovedafbryderen
med ledningerne, kileremskiverne, kileremmen og diverse
komponenter.
Koblingsmotorerne til trefasestrømmen er konstrueret i
normaludførelsen til 3x380-400V 50 Hz.
Omdrejningstallet andrager 2800 o/min. Trefasemotorer
til andre netspændinger fås på forespørgsel.
De til disse maskiner anvendte jævnstrømsmotorer drives
med en "enfaset vekselspænding". Derfor skal
tilslutningerne ved flere maskiner fordeles ensartet på det
trefasede strømnets enkelte faser. I modsat fald kan dette
medføre overbelastning af en enkelt fase.
Den motortype, der er nødvendig alt efter underklasse og
ekstraudstyr fremgår af afsnit 4.2 i nedenstående
oversigt.
Advarsel!
Såfremt der anbringes sydrevet til 273 og 274, skal det
ved den påfølgende idrifttagning kontrolleres, om de
rigtige funktioner for transportvalsen er indlæst i
motorstyringen. Se afsnit 12
Såfremt den elektriske udrustning ikke leveres af
DÜRKOPP ADLER, skal kontrollen foretages i henhold til
EN 60204-3-1, hhv. JEC 204-3-1.
6
4.2 Motortype alt efter underklasse og ekstraudstyr
271 272
273 274
Underklasse
motortype
betjeningsfelt
( )efter
forespørgsel
ekstraudstyr
Z120
1801
Z133
371
Z116
6741
Z124
401
-140041
-640141
FIR 1100F-ZT37
Efka VD552/6F62AV
Efka DC1600/DA62AV
Quick QD552/D21K01
- x---
-140042
-160062
-240042
-640142
FIR 1180F70 670 x - - -
Efka VD552/6F62AV V62 x - - -
Efka DC1600/DA62AV (V62) x - - -
-140042
-160062
-240042
-640142
Efka VD552/6F72CV2049
1)
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QD552/D40K02
1)
DB4x---
DB5 x x - -
Efka DC1600/DA82CV
1)2)
3201
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QE6040/D40S02
1)2)
DB4 x - - x
DB5 x x - x
-740142
Efka VD552/6F72CV2049
V720 x - - o
V730 x x - o
Efka DC1600/DA82CV3201
V720 x - - o
V730 x x - o
Quick QE6040/D40S02
DB4 x - - o
DB5 x x - o
-140042
-160062
Efka DC1600/DA82AV
2)
3207
V720 x - x
3)
-
V730 x x x
3)
-
Quick QE6040/D50S01
2)
DB4 x - x
3)
-
DB5 x x x
3)
-
1) Til klasserne 273 og 274 kan kun anvendes de med
1)
kendetegnede motorer.
2) Jævnstrøm-positioneringsmotorer for tilslutning til
1x220-240V 50/60Hz
3) Ikke til klasserne 273 og 274
Z120181
–
Trådbørste
Z133371
–
Fotocelle for systop ved sømenden med
følgefunktioner
Z1166741
–
Indretning til syning med to forudindstillede
nåletrådspændingsværdier. Se under 1.3
Ekstraudstyr.
Z124401
–
Elektropneumatisk betjening for til- og frakobling af
kantafklipperen ved hjælp af følere til 272-640142.
o
–
Standard ved underklasse -740142.
7
4.3 Montering af motoren
–
Fastgør motoren med dens fod på undersiden af
bordpladen. Hertil skrues de 3 sekskantskruer
M8x35 i møtrikkerne 4 (se målskitse for bordpladen).
–
Etabler en forbindelse fra motorfoden til maskinens
underside med det jordkabel, der forefindes i den
samlede motorpakke.
–
Fastgør derved kablets øsken med en M4-skrue ved
den i motorfoden tilvejebragte gevindboring.
–
Før kablet gennem olieopsamlingspladen og anbring
fladstik 1 i stiklisten, således som det fremgår af
illustrationen.
–
Jordkablet tjener til afledning af den statiske
opladning af maskinoverdelen over motoren til
massen.
–
Fastgør kileremskiven på motorakselen.
–
Indretningen af tilslutningerne ved sydrevets
transformator kontrolleres og ændres om nødvendigt
svarende til den eksisterende netspædning. Se
vedlagte strømdiagram.
4.4 Antal sting i afhængighed af den gennemsnitlige remskivediameter
Antal sting til trefasede motorer
Sting/min 50 Hz 60 Hz
3800
4000
4200
4500
4800
5000
5500
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
100 mm
106 mm
112 mm
67 mm
71 mm
75 mm
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
Jævnstrømsmotorer
opnår betydeligt større omdrejningstal end trefasede motorer.
Derfor skal der her vælges en mindre remskivediameter.
Følgende gælder som tommelfingerregel:
Remskivediameter til trefasede motorer minus 30% er den egnede diameter for
jævnstrømssydrev.
Motorens omdrejningstal kan desuden reguleres ved betjeningsfeltet. Se
driftsvejledningen til motoren.
2
1
8
4.5 Indstil motorens sikkerhedsafbryder
Motortype Netspanding
3 x 380-400V 3 x 220-230V 3 x 415-440V
FIR 1,6A 2,7A -
Efka VD552/.... 2,5A 4,2A 2,4A
Quick 1,9A 3,3A 1,7A
5. Isæt overdelen, placer kileremme, anbring
rembeskyttelse, håndhjul og pedal
–
Isæt maskinoverdelen i bordpladeudskæringen
–
Den til sænkning af maskinen nødvendige støtte 2
bankes ind. (Ikke ved klasserne 273 og 274.)
–
Den arreterstift 4, der forefindes i tilbehørspakken,
sættes ind i ét af indsnittene i den indbyggede
justeringsskive. Håndhjulsskruerne løsnes og
håndhjulet tages af.
–
Ved maskiner med trådafklippere og låseautomatik
brækkes den markerede åbning 6 til stiktilslutningen
ud af rembeskyttelsen ved hjælp af en skruetrækker.
–
Som det fremgår af illustrationen til venstre stikkes
kileremmen udefra gennem rembeskyttelsen og
føres via remskiven frem til overdelen.
–
Kileremmen lægges på remskiven ved håndhjulet.
–
Rembeskyttelsens fire skruer 5 strammes.
–
Hæld derefter maskinoverdelen bagtil og læg
kileremmen på motorskiven.
–
Under hældningen skal rembeskyttelsen uhindret
dykke ned i bordpladeudskæringen.
–
Stram kileremmen ved drejning af motoren således,
at den i midten stadig uden stor kraftudfoldelse kan
presses omtrent 10 mm indad.
–
Motorrembeskyttelsen fastskrues og dens knaster
indstilles således, at remmen ved bagud drejet
maskine bliver liggende i kileremskiven.
43 2
5
6
9
Bemærk!
Boringerne til fastgørelse af håndhjulet er anbragt
asymmetrisk.
–
Ved anbringelsen af håndhjulet stikkes arreterstiften
4, der findes i tilbehørspakken, gennem boring 3 ind i
det dybere indsnit A i den justeringsskive, der er
anbragt på armakselen.
–
Håndhjul med bogstavet A anbringes på markering 7
og skruer 8 trækkes stramt til.
–
Trædestangsystemet 9 indstilles således, at pedalen
10 indtager en position på 10 grader til horisontalen,
dvs. at det med sin forkant står lavere og lettere
forhøjet med sin bagkant.
–
Af ergonomiske grunde skal pedalen i sideværts
retning være fastgjort på rammestøtten på en sådan
måde, at pedalens midte befinder sig omtrent neden
for nålen.
4873
9
10
10
6. Etabler stikforbindelser til motorstyringen og
anbring positionsindikatoren
–
Alle elektriske tilslutninger til maskinoverdelen føres
om den centrale stikforbindelse 16. Ledningen,
komplet med kobling og stik til motorstyringen findes
i tilbehørspakken.
–
Koblingen kan trækkes ud, når stoppeknasterne 15
trykkes ned samtidigt.
–
Det eksterne betjeningsfelt, såfremt det forefindes,
fastgøres ved maskinarmen med skruer 17.
–
Læg ledningerne til taster og eventuel sylampe i
maskinoverdelens ledningskanal. Fjern dertil
spolelåget.
–
Sæt positionsindikatoren ved afbrudt hovedkontakt
på håndhjulsflangen således, at dens not griber over
arreterstiften ved rembeskyttelsen.
–
Ved Efka-motorer med
betjeningsfelt
anbringes
position D af håndhjulet (nålespids i stingpladen) på
afmærkningen 11 og arreterstiften stikkes ind.
–
Stregafmærkning 12 og indskæring 13 skal nøje
dække hinanden.
–
Stram skruerne ved positionsindikatoren.
–
Dette er position 0, dvs. det afhængige
udgangspunkt for alle på fabriken indstillede
maskinpositioner.
–
Ved således anbragt positionsindikator er den
fabriksindstillede nedre og øvre nåleposition givet.
Andre motorer
Her skal maskinpositionerne kontrolleres eller indstilles
efter fastgørelse af positionsindikatoren ifølge afsnit 11.
11
12 13
14
17
16
15
11
7. Tilslut trykluft-vedligeholdelsesenheden
–
Ved drift af visse underklasser og ekstraudstyr
kræves forsyningen med vandfri, let olieholdig
trykluft.
–
Vedligeholdelsesenheden fastgøres på rammen som
vist i illustrationen.
–
Pu3-slangeforbindelsen 1 mellem
vedligeholdelsesenhed og maskinoverdel etableres.
–
Vedligeholdelsesenheden sluttes til
trykluft-ledningsnettet med kundens egen
tilslutningsslange 4 og tilslutningsdele.
–
Ved ikke tilsluttet eller spærret trykluft fyldes
olieforrådsbeholderen 3 efter udtrækning af skruen 2
med smøreolie ESSO SP-NK 10 op til
rilleafmærkningen.
–
Efter opløftning og drejning af håndtaget 5 indstilles
et arbejdstryk på 6 bar.
5
1
2
3
4
12
8. Maskinen gøres driftsklar, og der foretages sytest
–
Maskinen renses efter forsendelsen.
–
Garnstanderen fastgøres i henhold til efterfølgende
skitse.
–
Trådhullerne lukkes som vist med vedlagte tappe.
–
Nåle- og spoletråd må hver især kun anbringes i ét
trådhul.
–
Oliebeholderne til gribersmøringen og den centrale
olievægesmøring fyldes med olie op til
afmærkningen "Max". Se afsnit 4 i
betjeningsvejledningen.
–
Som smøreolie anvendes ESSO SP-NK 10 eller en
smøreolie af absolut tilsvarende kvalitet.
–
Isæt netstikket. Ved kortvarig tilkobling af
motorbeskyttelseskontakten ved trefasede sydrev
konstateres omdrejningsretning ved motorens
ventilationshjul.
–
Vedrørende maskinens omdrejningsretning se pilen
ved rembeskyttelsen.
–
Ved forkert omdrejningsretning udskiftes 2 faser i
netstikket.
–
Lad maskinen køre med lille omdrejningstal i nogle
minutter, inden der sys med maksimalt tilladeligt
omdrejningstal.
–
Kontroller oliesprayerens fødekapacitet (ca. 1 dråbe
ved 15 arbejdscykler) og korriger ved behov. Se
afsnit 4 i betjeningsvejledningen.
13
9. Instruktioner før idrifttagning af et sydrev med digital
styreteknik
Før idrifttagning af disse motorer bør de i det følgende
anførte instruktioner nøje overholdes for at beskytte
motor og symaskine mod beskadigelse.
Det er absolut nødvendigt at overholde den
betjeningsvejledning, der er vedlagt hvert sydrev.
9.1 Nettilslutning og omdrejningsretning af et jævnstrøms-sydrev
Ved intern omskiftning kan motoren omstilles til
netspændinger mellem 190 V og 240 V (50 og 60 Hz).
Motoren leveres fra fabriken med et Schukostik. Såfremt
der kræves tilslutning til et trefasenet, kan Schukostikket
udskiftes med et Perilexstik. Det tilsluttes én af de 3 faser
(L1, L2 eller L3), nullederen (N) og jordledning (eller PE).
Ved et trefaset net bør motorerne tilsluttes ligeligt fordelt
på de 3 faser.
Vi anbefaler en afmærkning af Perilexstikkene, således at
det kan konstateres udefra, hvilken fase der er tilsluttet.
Derved muliggøres en oversigt over fordelingen.
Motoren udleveres normalt med korrekt
maskinomdrejningsretning, dvs. venstre om (modsat uret).
Omdrejningsretningen kan ændres ved følgende
parametre:
–
Højre om med blik på kileremskiven (med uret)
ved Efka modular = F161-0
ved Quick digital = 800-1
–
Venstre om med blik på kileremskiven (modsat uret)
ved Efka modular = F161-1
ved Quick digital = 800-2
Vedr. nødvendig adgang til styringens serviceplan se
afsnit 11.2 eller vedlagte betjeningsvejledning for
motoren.
Indretning af tilslutningerne i Perilexstikket. Set fra
tilslutningssiden.
14
9.2 Korrektion af indstillingsværdierne (parametre)
Til tilpasning af drevet til den aktuelle maskinklasse er det
absolut nødvendigt at kontrollere nogle parametre og i
givet fald at ændre de ved leveringen indstillede værdier.
Hertil udvælges nummeret af den parameter, der skal
ændres, og den i displayet viste værdi forhøjes (+),
henholdsvis reduceres (-).
Følgende parameternumre kræver særlig
opmærksomhed:
a) Maksimalt omdrejningstal
F111 ved Efka modular
607 ved Quick digital
Der må ikke indstilles noget større stingtal/min. end det
er tilladt ifølge afsnit 1.2 af den maskinklasse, der
skal arbejdes med. Den indstillede værdi vises efter
tilslutning af hovedafbryderen som første oplysning i
displayet.
Ved trefasede sydrev skal det maksimale stingtal/min.
(pedalen er trådt helt ned) bestemmes ved valget af
motorremskiven. Se afsnit 4.4.
Det i betjeningsfeltet viste maksimale antal sting/min.
skal i ovennævnte parameter indstilles svarende til
værdien af motorremskiven.
En reduktion af stingtallet under max. er derefter mulig
ved betjeningsfeltet.
b) Referenceposition (0-position)
F170 ved Efka modular
700 ved Quick digital
Indstilles ubetinget før isætningen af det 10-polede
maskinstik i motorstyringen. Referencepositionen er
nået, når håndhjulet drejes i kørselsretning og
arreteres i position D.
Med denne indstilling er nålepositionen indsnit F og
nålepositionen indsnit C samtidigt indstillet rigtigt til
de fleste anvendelsesformål. Korrektioner af disse
nålepositioner er mulige i de følgende parametre:
Ved Efka modular
F-171. 1- Nåleposition indsnit F
F-171. 2- Nåleposition indsnit C
Ved Quick digital
702 - Nåleposition indsnit F
703 - Nåleposition indsnit C
(Se afsnit 11.)
15
c) 884 - Reguleringsparameter ved Quick
Med den i parametren 884 indstillede værdi tilpasses
omdrejningstallets reguleringskarakteristik til den
aktuelle belastning af den maskinklasse, der skal
arbejdes med. Tunge maskiner kræver en større
værdi end lette maskiner.
En for stor indstillet værdi konstateres ved at der
høres en "brummende motor" i områder med lave
omdrejningstal.
En for lille indstillet værdi viser sig ved
reguleringsproblemer ved større kapacitetskrav
(f.eks. trådoverklipning).
9.3 Fotocellefunktion ved Quick
På betjeningsfeltets DB 5 lederplade findes en
trådafbryder til omskiftning af fotocellefølsomheden.
Ved levering af betjeningsfeltet er denne afbryder lukket,
dvs. den store følsomhed er indstillet og således
forberedt for tilslutningen af refleksfotocellen Weko 7245
(del nr.: Z133 103).
Fotoceller fra andre producenter (f.eks. Leutze) kræver
delvis en reduceret følsomhed. I dette tilfælde skal
trådafbryderen åbnes.
Ved funktionsproblemer med fotocellen anbefaler vi at
kontrollere også denne afbryder. Hertil skal
betjeningsfeltets frontside åbnes.
16
10.Taster ved armhovedet
–
Maskiner med låseautomatik har fire tastepuder 1
som standardudstyr
–
Den taster, der findes i tilbehørspakken, fastgøres
ved armhovedet med de to skruer 2, således som
det fremgår af illustrationen.
–
Spoledækslet fjernes og tilførselskablerne
nedlægges i kabelkanalen.
–
Afbryderen føres gennem
bordpladegennembrydningen og anbringes i
motorstyringen.
1
2
17
11.Indstilling af positionsindikatoren
Justeringsskiven, der er indbygget i maskinarmen, er
forsynet med indsnit, der er afmærket med bogstaver
på håndhjulet.
I forbindelse med afmærkningen 4 angiver bogstaverne
positionen af de indsnit, i hvilke maskinen kan arreteres
med vedlagte stift 3.
Når positionsindikatoren
ved afbrudt hovedafbryder er
fastgjort således på håndhjulsflangen, at dens not griber
over arreterstiften ved rembeskyttelsen, kan positionerne
hurtigt kontrolleres eller indstilles.
1. position
Maskinen skal standse i nålens dybe position = indsnit F.
2. position
Maskinen skal standse i trådarmens høje position =
indsnit C.
11.1 Positioneringsdrev uden eksternt betjeningsfelt
Eksempel Efka DC 1600 DA 62 AV eller 6 F 62 AV
Advarsel!
Der skal slukkes for hovedafbryderen ved indstilling af
positionsindikatorskiverne !
Første position
1. Afbryder S3 ved motorstyringen indstilles mod højre.
(Ikke ved 6 F 62 AV).
2. Pedalen trædes fremad og slippes.
3. Håndhjulet drejes i omdrejningsretning og stift 3
arreteres i indsnittet F.
4. Der slukkes for hovedafbryderen.
5. Skive 7 drejes, indtil styrespalten 8 står bag ved
afbryderen 9.
Anden position
1. Afbryder S3 ved motorstyringen indstilles mod
venstre.(Ikke ved 6 F 62 AV)
2. Håndhjulet drejes videre i omdrejningsretning og
arreteres med stift 3 i indsnittet C.
3. Skive 11 drejes, indtil styrespalten 12 står bag
afbryderen 10.
4. Stiften trækkes ud.
Kontroller positionerne ved pålagt sytøj. Gentag
indstillingsproceduren, såfremt det er nødvendigt.
19
11.2 Positioneringsdrev med eksternt betjeningsfelt.
Inden idrifttagning kontrolleres ved Efka kun position 0,
henholdsvis referencepositionen ved Quick, der danner
udgangspunkt for alle maskinpositioner.
Dette udgangspunkt svarer til justeringsskivens indsnit D
= nålespids i stingpladen.
Ved fastgørelsen af Efka positionsindikatorerne se
afsnit 6.
Alle maskinpositioner er programmeret fra fabriken.
Ved positionsindikatoren skal der foretages mekanisk
små indstillinger. Dens hætte er ikke aftagelig.
Maskinpositionerne registreres af positionsindikatoren i
trin (inkrementer) og vises i displayet. En hel omdrejning
er ved Efka inddelt i 510 og ved Quick i 480 trin.
a) Efka modular
Til input af position 0 foretages følgende:
1. Tast P holdes nede.
2 Der tændes for hovedafbryderen. I displayet
fremkommer kodenummer C-0000.
3. For adgang til "serviceplanet 1" indtastes
Efka-kodenummer 1907 ved hjælp af tasterne 1....0.
4. Tryk på tast E. -I displayet fremkommer
parameternummer F 100.
5. Indtast parameternummer 170 med tasterne 1...0.
Tryk på tast E. - Service-rutine 1 (Sr1) fremkommer.
Tryk på tast F. - Position 0 fremkommer.
6. Håndhjulet drejes en hel omdrejning i maskinretning og
arreteres i position D med vedlagte arreterstift.
Dette er "position 0", dvs. det afhængige
udgangspunkt for alle maskinpositioner, der er
indstillet fra fabriken.
7. Tryk to gange på tast P.
Kontroller maskinpositionerne F og C.
Hermed er indstillingen afsluttet.
20
8.
Advarsel!
Det er absolut nødvendigt at sy et søm med
trådafklipningsprocedure. Først derefter er en
indtastet indstilling endeligt lagret.
Såfremt en korrektion af de indstillinger, der er foretaget
på fabriken, viser sig nødvendig, foretages følgende til
programmering af positionerne F og C:
Advarsel! Drej altid videre i maskinretning ved alle
indstillinger.
1. Er der midlertidigt slukket for hovedafbryderen,
begyndes igen som beskrevet under indtastning af
position "0".
Ellers tastes P. - I displayet fremkommer P170.
2. Tryk to gange på tast E. - I displayet fremkommer
servicerutine 2 (Sr2).
3. Tryk på tast F. Position 1 fremkommer.
Drej håndhjulet mindst én omdrejning og arreter i
position F.
4. Tryk på tast E. - I displayet fremkommer position 2.
Arreter håndhjulet i position C.
5. Tryk to gange på tast P og afslut dermed indstillingen.
6.
Advarsel!
Det er absolut nødvendigt at sy et søm med
trådafklipningsprocedure.
Først derefter er en indtastet indstilling endeligt
lagret.
Såfremt der ikke sys, går indstillingen tabt, når der
slukkes for hovedafbryderen.
Det indikerede tal af inkrementerne andrager for position
F = 60 og for position C = 438, 2 for hver.
21
b) Quick digital
1. Tænd for hovedafbryderen, medens tasterne G og
minus (-) holdes nede.
I indikatorfeltet fremkommer * og f.eks. 3000. -
Stjernen står for programmeringsmodus og 3000 for
antal sting/min.
2. Hold tast G nede, tryk derefter på minus (-). I
indikatorfeltet fremkommer EINGEBEN (Indtast).
Slip begge taster.
3. Tryk på tast G, indtil G7 .... fremkommer i
indikatorfeltet.
4. Tryk på tast F. I indikatorfeltet fremkommer
7000*XXXX, dvs. en tilfældig talværdi, der svarer til
positionsindikatorens påskruede position.
5. Træd pedalen fremad. - Maskinen går i den ønskede
position.
6. Drej håndhjulet i maskinens omdrejningsretning og
arreter med arreterstift i håndhjulets position D.
Dette er referenepositionen for yderligere
maskinpositioner.
7. Fjern arreterstiften. Når pedalen trædes ned, lagres
referencepositionen.
8. Kontroller endnu en gang referencepositionen D med
arreterstift. - Ved ukorrekt position, der kan opstå, når
motorrotoren trækkes frem i den såkaldte "fremtrukne
position", gentages indstillingen som beskrevet under
6. og 7.
9. Tryk samtidig G og minus (-) tasten. I indikatorfeltet
fremkommer * MANUELL (Manuel).
Kontroller maskinpositionerne F og C. Dermed er
indstillingen normalt afsluttet.
Såfremt en korrektion af fabrikens indstilling viser sig at
være nødvendig, foretages programmeringen af
maskinpositionerne F og C som beskrevet.
Advarsel
! Ved alle indstillinger drejes videre i maskinens
omdrejningsretning.
22
1. Såfremt der midlertidigt er blevet slukket for
afbryderen, begyndes påny som beskrevet ovenfor.
Ellers trykkes tast G og samtidigt minus (-) tasten. I
indikatorfeltet fremkommer EINGEBEN (Indtast).
2. Tryk på tast F. - I indikatorfeltet fremkommer 700
*XXXX = referencepositionens talværdi.
3. Tryk gentagne gange på tast F, indtil 702* 0026
fremkommer.
Træd kort på pedalen. - Maskinen går i den position,
der er indstillet fra fabriken.
Drej håndhjulet i maskinens omdrejningsretning og
arreter arreterstiften i position F (nedre
nålearmposition).
4. Træk arreterstiften ud. Værdien lagres ved at træde
pedalen ned. Kontroller position F ved hjælp af
arreterstiften. Såfremt det er nødvendigt, f.eks. på
grund af rotorens fremtrukne position, gentages
indstillingen endnu en gang.
Advarsel!
Betinget af tolerancer kan de
indstillingsværdier, der er angivet for positionerne, variere
med 0002.
5. Tryk én gang på tast F. - Der fremkommer 703* 0205.
Træd pedalen ned. - Maskinen går i den position, der
er indstillet fra fabriken.
Drej håndhjulet i maskinens omdrejningsretning og
arreter arreterstiften i position C (øvre
nålearmposition).
6. Træk arreterstiften ud. Værdien lagres ved at træde
pedalen ned.
Kontroller position C ved hjælp af arreterstiften.
Gentag indstillingen, såfremt dette er nødvendigt.
7. Tryk på tasterne G og (-). -I indikatorfeltet fremkommer
* MANUELL (manuel). - Hermed er maskinen
driftsklar.
Bemærkning!
Betjeningsfeltet giver mulighed for at indikere på
forskellige sprog. Hertil trykkes på 733 med tasten F. Ved
hjælp af tasterne -, hhv. + vælges det ønskede sprog.
Med tast F vender man tilbage til den ønskede parameter.
23
12. Transportvalsens løfte- og nedsænkningsfunktioner
ved klasse 273 og 274
Transportvalsen løftes automatisk, når sømfoden løftes
og ved sømlukningen.
Nedsænkningsfunktionen kan foregå med det samme
eller efter et indstilleligt antal sting.
Dette skal indtastes ved betjeningsfeltet med de
tilsvarende parameternumre. Vedrørende den hertil
nødvendige adgang til serviceniveauet se afsnit 11.2.
a) Efka modular hhv. b) Quick digital.
Motortype Efka modular Quick digital
Flip-Flop
Mode
Parameter 190
Flip-Flop 5
Parameter 510
Flip-Flop 5
Nedsænkning
efter et antal
sting
Parameter 191
Indstil antal
sting (max.254)
Parameter 550
Indstil antal
sting (max.254)
Nedsænkning
uden
forsinkelse
Parameter 191
Indstil antal sting
på 0
Parameter 550
Indstil antal sting
på 0
24
13. Kantafklipperens til- og frakoblingsfunktioner
ved klasserne 272 - 640142 og - 740142
For at kunne udføre de i det følgende beskrevne
funktioner ved 272 - 640142, skal den være udstyret med
ekstraudstyret Z 124401. Ekstraudstyret består af den
elektropneumatiske aktivering for kantafklipperen.
De forskellige til- og frakoblingsfunktioner kan indtastes
ved betjeningsfeltet med de tilsvarende parameternumre.
Vedrørende den hertil nødvendige adgang til
serviceniveauet se afsnit 11.2 a) Efka modular, hhv. b)
Quick digital.
Motortype Efka modular Quick digital
Flip-Flop
Mode
Parameter 190
Flip-Flop 6
Parameter 510
Flip-Flop 6
Ind efter
et antal
sting
Parameter 192
Indstil antal
sting (max.254)
Parameter 551
Indstil antal
sting (max.254)
Ud
efter et antal
sting
Parameter 193
Indstil antal
sting (max.254)
Parameter 552
Indstil antal
sting (max.254)
Ind - Ud
manuelt
via taster
Parameter 192 på 0
Parameter 193 på 0
Parameter 194 på Off (Ud)
Parameter 552 på 0
Parameter 551 på 0
Parameter 504 på 1
Ud efter
trådafklipning
Parameter 194 på On (Ind) Parameter 504 på 2
Ind - Ud
Med
motorkøresignal
via pedal
Parameter 190
Flip-Flop 3
Parameter 510
Flip-Flop 3
25
Innehåll Sida:
Förord och allmänna säkerhetsanvisningar
Del 1: Bruksanvisning Modeller 271 - 274
1. Produktbeskrivning
1.1 Kortfattad beskrivning och föreskriftsenlig användning . . . . . . . . . . 5
1.2 Tekniska data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.3 Extrautrustning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2. Maskinens element och funktioner
2.1 Element på överdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.2 Element på underredet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3. Manövrering
3.1 Nålar, trådar och trådspänning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.2 Spolning av undertråden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.3 Byta spole och ställa in gripartrådspänningen . . . . . . . . . . . . . . . 15
3.4 Trädning av övertråden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
3.5 Reglering av övertrådspänningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
3.6 Trådregulator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4. Underhåll
4.1 Rengöring resp kontroll . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.2 Smörjning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Home
Följande patent och bruksmönster tillämpas:
Version mars 1994
DE - 41 15 520 DE - 87 05 550
DE - 41 05 563 JP - 1 933 346
JP - HEI - 4 - 32044 DE - 41 38 402
DE - 40 04 892 JP - HEI - 4 - 312432
1. Produktbeskrivning
1.1 Kortfattad beskrivning och föreskriftsenlig användning
Modellerna 271 till 274 är plana
ennåls-skyttelstygnssymaskiner med trådavskärare för
raksömmar enligt stygntyp 301.
Maskinerna är endast avsedda för att sy i material av
textilfibrer och konfektionsläder.
Modell 271 med hoppande undermatning.
Maskinen har en automatisk, central oljevekssmörjning
med oljebehållare liksom en separat automatisk
griparsmörjning, även den med oljebehållare.
Oljenivåerna kan kontrolleras med hjälp av syningsglas.
Tack vare trådregulatorn kan man sy i både tjockt och
tunt material på samma modelltyp genom att välja riktig
syutrustning och nål.
Manövrering av spänningsutlösningen, trådavskäraren,
tränsautomatiken och pressarfotslyftningen sker på
elektromagnetisk väg. Ingen tryckluft behövs utom för
modellerna 273, 274 och modelltyp 272-740142.
Beträffande ytterligare tekniska uppgifter och utrustning
för de olika modelltyperna se kap 1.2 "Tekniska data".
Modell 272 som 271, men dessutom med nålmatning.
Modell 273 som 271, men dessutom med intermittent
vals-övermatning.
Matningslängden för valsövermatningen uppgår till max 7
mm. Den kan ställas in med en inställningsratt på
maskinarmens framsida så att den avviker från
undermatningen.
Den har ett stabilt varvtal på upp till maximalt 5 500
stygn/min. Det betyder konstant stygnlängd och jämna
sömmar utan förskjutningar även vid snabba
varvtalsändringar.
Automatisk lyftning av matningsvalsen vid omkoppling till
backmatning (tränsning).
Modell 274 som 273, men dessutom med nålmatning.
5
1.2 Tekniska data
Modelltyp
Stygn/min1234567
max
fabriksin-
ställning
271-140041 5500 4800 4mm x
271-140042 5500 4800 4mm x x x
271-240042 5500 4800 4mm x x x x
272-140041 5000 4800 4mm x
272-140042 5000 4800 4mm x x x
272-160062* 5000 4000 6mm x x x
272-640141 5000 4800 4mm x x
272-640142 5000 4800 4mm x x x x
272-740142 5000 4800 4mm x x x x
273-140042 5500 4800 4mm x x x
274-140042 5000 4800 4mm x x x
* Extra effektiv gripare = Undertrådsspolen har 70% högre kapacitet än hos
standardgriparen
1: Max stygnlängd beroende av modell
2: Trådavskärare för över- och undertråd
3: Elektromagnetisk tränsautomatik. Den manövreras genom pedal och utför
följande funktioner: sänka pressarfoten, träns i sömmens början och slut, skära
av över- och undertrådan, lyfta pressarfoten.
4: Tangenter på armhuvudet:
- Nål uppe - nere
- Träns till - Tränsfunktionen på manöverpanelen är frånkopplad
- Träns från - Tränsfunktionen på manöverpanelen tillkopplad
- Träns under sömnadsförloppet
5: Kantklippare till höger bredvid nålen. Kan kopplas till och från genom en
handspak eller som extra tillbehör även på elektromagnetisk väg via knapp.
Beroende av syutrustning (E-nr) uppgår klippavståndet till 3,5 ; 5,0 ; 8,0 eller 10
mm. Speciell syutrustning behövs för avtrappad kantskärning. Knivens slag
uppgår till 5,5 mm.
6: Kantklippare, men med separat elektrisk drift. Två klippvarvtal kan ställas in.
7: Kantklippare, som under sömnaden klipper tvärs in i tygkanten för att
exempelvis möjliggöra att runda halsringningar, kragar, ärmhål kan kantsys utan
att tyget spänner. Inskärningen sker efter vart 6:e stygn. På förfrågan även efter
4 stygn. Inskärningslängden uppgår till max 15 mm. Den kan ställas in f o m ett
avstånd på ca 1 mm till sömmen.
Nålsystem:
134, 797 eller Sy 1955-01
Passage under pressarfoten
Vid lyft pressarfot: 8,0 mm på modell 271 och 273
9,5 mm på modell 272 och 274
Vid sömnad: 8,0 mm
Drifttryck: 6 bar
Luftförbrukning: 0,02 Nl per arbetscykel för modell 273 och 274
0,1 Nl per arbetscykel för modell 272-740142
mm
6
1.3 Extrautrustning
App. 301
Z 120 1801
Z 120 1851
Z 133 371
Z 116 6741
Z 124 401
Z 145 1
Z 145-101
722 2041
999 260029
999 260030
999 260031
933 5736
273 1041 och 274 1141
570 1833
271 661
271 1671
Skyddshuv för maskinöverdel
Elektromagnetisk trådviska för modellerna 271 och
272 modelltyper
-140000 und -160000
Elektromagnetisk trådviska för 273 och 274
Reflexljusbarriär för automatiskt systopp vid tygets
slut med följdfunktioner. För motorer med extern
manöverpanel V730 eller DB5.
Elektropneumatisk anordning för växelvis sömnad
med två olika stygnlängder och två olika
övertrådspänningar. Normal söm och söm med
tråddragning (tråckelstygn). Partiell förstärkt
spänning (sömförstärkning) och dekorativa sömmar.
Elektropneumatisk manövrering för till- och
frånkoppling av kantklipparen med hjälp av tangent
för 272-640142.
Avtrappad kantskärning (fingerversion för lätta
material). I förbindelse med syutrustning 272/E 111
för klippbredder på 4,5 och 7 mm.
Avtrappad kantskärning (2 knivversion för medeltungt
material). I förbindelse med syutrustning 272/E 112
för klippbredder på 3,5 och 6,5 mm.
Behållare för klipprester för anslutning till kundens
egen vakuumanläggning. Om sådan ej är förhanden
skall lämplig centrifugalfläkt användas.
för trefasström 380-400V+N, 50Hz
för trefasström 220-230V, 60Hz
för trefasström 415-440V, 50Hz
Stålvals tandad, 9 mm bred för 273 och 274
valsmatning
Höjdinställning för pressarfot vid svårmatade tyger, t
ex sammet.
Filterregulator för tryckluftanslutning
Delsortiment knäspak för pressarfotslyftning för
maskiner med tränsautomatik.
Delsortiment handspak för sömträns för maskiner
med tränsautomatik.
7
Bullernivå
Arbetsplatsrelaterat emissionsvärde enligt DIN EN ISO 10821:
L
pA
K
pA_________
271 78,5 dB(A) 0,48 dB(A)
272 79,4 dB(A) 0,63 dB(A)
273 79,2 dB(A) 0,35 dB(A)
274 79,1 dB(A) 0,78 dB(A)
2. Maskinens element och funktioner
2.1 Element på överdelen
Element Funktion
1 Skruv – Reglering av pressarfotstrycket. Skruvens position
skall arreteras.
2 Handspak – Till- resp frånkoppling av kantklipparen 10.
Handspakens position kan ställas in variabelt.
3 Spolningsanordning – Se avsnitt 3.2 "Spolning av undertråden".
4 Manöverpanel – Se motortillverkarens bruksanvisning.
5 Oljebehållare – Oljenivån får inte sjunka under "MIN". Vid behov
skall olja (ESSO SP-NK10) fyllas på till "MAX".
6 Inställningsratt – Inställning av stygnlängden för bakåtsömnad
(på modelltyperna -....41 via handspak).
7 Inställningsratt – Inställning av stygnlängden för framåtsömnad
(på modelltyperna -....41 via handspak).
8 Stöd – För att fälla maskinöverdelen bakåt (ej på
modellerna 273 och 274).
9 Nåltrådspänning – Vridning i riktning + = fastare nåltrådspänning
Vridning i riktning - = lösare nåltrådspänning
10 Kantklippare – Funktion se nästa sida.
11 Nål – System 134, 797 eller Sy 1955-01
- Risk för skada! -
Innan nålen byts ut skall huvudströmbrytaren ovillkorligen
kopplas från.
12 Arreteringsknapp – Arreterar pressarfoten i lyft läge.
13 Handspak – Lyfter upp transportvalsen. Den svängs ut ur
arbetsområdet. - Sömnad med bara undermatning.
14 Inställningsratt – Matningslängd för övermatningsvalsen
15 Valsövermatning – Funktion se nästa sida
8
Element Funktion
16 Separat drivanordning
för kantklippare
– Två olika klippvarvtal kan ställas in (bara
272-740142)
- Risk för skada! -
Iakttag försiktighet i närheten av kantklipparen.
17 Lysdiod – Den blinkande dioden indikerar att kantklipparen är
driftberedd. För till- och frånkoppling finns följande
alternativ:
* Manuellt via knapp
* Via sypedalen genom driftsignal
* Automatiskt "Till" resp "Från" efter valt stygntal
* Automatiskt "Från" efter trådavskärning (se
monteringsanvisning avsnitt 13.)
18 Brytare för
kantklippare
– I = Normalt varvtal
D = Drivanordning "Från". Kniven utanför syområdet
II = Höjt varvtal för stora stygnlängder och tjocka
material
19 Lysdiod – Indikering för huvudströmbrytare "Till" (bara
272-740142)
20 Knapp – Begynnelse- resp ändträns "Till" - tränsfunktion på
manöverpanelen "Från"
Begynnelse- resp ändträns "Från" - tränsfunktion på
manövelpanelen "Till"
21 Knapp – Enkelstygn
22 Knapp – När symaskinen står stilla: Nål upp-ner.
Vid sömnad: tränsning (backsömnad) vid godtyckligt
ställe på sömmen.
23 Knapp – Till- och frånkoppling av kantklipparen. På
modelltypen 272-640000 måste den pneumatiska
manövreringen Z124-401 (extrautrustning) vara
monterad för detta ändamål. Annars är inte knappen
belagd med någon funktion.
24 Knapp – Höja och sänka övertransportvalsen manuellt.
Automatisk sänkning efter ett visst antal stygn, se
monteringsanvisning avsnitt 12.
25 Knäspak (Bara
modelltyperna -....41)
– Innan maskinens överdel fälls bakåt skall
huvudströmbrytaren frånkopplas och knäspaken
avlägsnas. Häng ur spaken med hjälp av greppen 1
och 2 och häng in den genom greppen 3 och 4.
26 Griparsmörjning – Nivån i oljebehållaren för griparsmörjningen får inte
sjunka under markeringen "Min".
Vid normal drift skall oljenivån kontrolleras en gång i
veckan. Fyll på olja (Esso SP-NK 10) i
påfyllningsöppningen upp till markeringen "Max".
Griparsmörjningens oljeflöde kan regleras med hjälp
av skruv 5.
10
2.2. Element på underredet
Element Funktion
1 Huvudströmbrytare – Till- och frånkoppling av drivanordningen.
Symaskinsöverdelen är driftberedd.
Varning!
Vid trädning, byte av syutrustning (t ex nål, pressarfot,
stygnplåt, tygmatare), rengöring, avlägsnande från
arbetsplatsen liksom vid underhållsarbeten skall
huvudströmbrytare ovillkorligen kopplas från.
Se även de allmänna säkerhetsanvisningarna.
2 Pedal –
A
Viloläge. - Ingen funktion.
B
Lyfta upp pressarfoten när maskinen står stilla.
C
Sy till maximalt stygntal genom att trycka ner
pedalen.
D
Sömträns* - Trådavskärning - Lyfta pressarfoten*
*Ej på modelltyperna -....41
Underhållsenhet
6 Luftfilter och
7 Vattenavskiljare
– Innan vattenståndet når upp till luftfiltret 6, skall
skruv 8 skruvas in och vattnet tappas av under tryck.
4 Tryckregulator – För inställning av ett lufttryck på 6 bar skall vredet 4
dras uppåt och ställas in.
Vridning till höger = Tryckökning
Vridning till vänster = Tryckminskning
9 Dimsmörjare – Dimsmörjaren förser magnetventiler och cylinder
med smörjolja.
Med justeringsskruven 11 ställs smörjning med ca 1
droppe olja för 15 arbetscykler in.
För påfyllning av smörjaren 9 skall tryckluften
spärras av. Dra upp vredet 4 och vrid till vänster.
Skruva loss skruv 10 och fyll på olja (Esso SP - NK
10) till oljebehållarens spårmarkering.
12
3. Manövrering
3.1 Nålar, trådar och trådspänning
Nålsystem 134, 797 eller Sy 1955-01 skall användas.
Vid isättning av nålen skall man se till att den är inskjuten
så långt det går, och att nålens hålkäl visar till höger dvs i
riktning griparspetsen.
Nedanstående tabell visar den trådtjocklek, trådspänning
och trådregulatorställning som rekommenderas för olika
nålgrovlekar.
Nålgrovlek Sytråd
Nåltrådsp.
1)
Gripartrådsp.
1)
Mod 271/273 Mod 272/274
Trådregulator
1)
liten gripare stor gripare.
70
Poly-Poly
Nm 95/2
60-100 20-30 25-35 4 2,5
80
Poly-BW
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
90
Poly-Poly
Nm 80/2
60-100 20-30 25-35 3,5 2
100
Poly-Poly
Nm 65/2
BW Ne 50/2
70-100
60-100
20-30 25-40 3 2
110
Poly-BW
Nm 50/2
100-150 25-35 30-45 3 2
120
Poly-Poly
Nm 30/3
Poly-BW
Nm 25/2
200-300 30-40 40-70 2,5 1,5
1) Transportlängd 2,5 mm och stygntal 5000/min för mod.typ -140041,-140042,-640041,-640142 och
-740142
1) Transportlängd 4 mm och stygntal 4000/min för mod.typ -160062
3.2 Spolning av undertråden
Spolning sker automatiskt vid intryckt spollock 1 under
sömnad.
För trädning av undertråden från trådrullshållaren till
spolen se nedanstående bild.
Avlägsna trådrester som befinner sig på spolnaven före
spolningen.
Linda upp spoltråden åt höger på spolnaven.
Skär av trådändan i skärklämman 2. Den fyllda spolen tas
ut på samma sätt.
1
2
14
3.3 Byta spole och ställa in gripartrådspänningen
- Risk för skada -
Koppla från huvudströmbrytaren!
Ta ut spolen
Lyft upp locket 3 och ta ut spolkapselns överdel med
spolen.
Lägga in spolen
Lägg in en ny, fylld spole såsom visas på nedanstående
bild.
Man drar tråden in i skåran a under bladfjädern b ända till
hålet c. När tråden rullas av måste spolen rotera i
pilriktningen.
Viktigt!
För att spolbromsfjädern 5 skall kunna röra sig
obehindrat, skall utrymmet därunder rengöras från damm
i regelbundna intervaller
. Lyft på fjädern med t ex en nål
och blås rent.
Inställning av gripartrådspänningen
Rekommenderas en gripartrådspänning på t ex 30 g,
skall 15 g uppnås genom bromsfjädern 5 och 15 g genom
spännfjädern 7.
Som grundinställning för spännfjädern 7 gäller:
Låt spolkapseln långsamt sjunka ner till följd av sin egen
vikt. Se skiss.
Bromsfjädern 5 förhindrar att spolen fortsätter att rotera
vid trådavskärning.
Dess bromsverkan skall fininställas.
3
4
6
67
5
15
För att reglera de båda spänningsvärdena går man
tillväga på följande sätt:
– Skruva tillbaka justeringsskruven 6 så långt att
bladfjäderns 7 spänning fullständigt upphävs.
– Ställ in bromsfjädern 5 genom att vrida på skruven 4.
– Lägg in spolen i spolkapselns överdel och träd
gripartråden enligt bilden.
– Sätt in spolkapseln med spolen i griparen.
– Genom ett så kallat luftstygn dras gripartråden med
hjälp av nåltråden upp på ovansidan av nålhålet.
– Dra av gripartråden i en vinkeln av 45°. Ungefär
hälften av spänningsvärdet skall vara kännbart.
Anslutningsvis dras justeringsskruven 6 åt till
rekommenderat spänningsvärde.
3.4 Trädning av övertråden
- Risk för skada -
Koppla från huvudströmbrytaren!
Övertrådens trädningsväg framgår av nedanstående
bilder.
För att uppnå en så spänningsfri avlindning av tråden från
trådrullshållaren som möjligt, skall tråden bara föras
genom ett trådhål på avlindningsarmen.
De andra trådhålen försluts med de medlevererade
förslutningspluggarna.
3
4
16
3.5 Reglering av övertrådspänningen
Förspänning för trådavskärning
För att garantera en säker funktion av trådavskäraren vid
öppen huvudspänning 4 är det nödvändigt att övertråden
har en liten restspänning.
Denna restspänning uppnås genom förspänningen 3. Den
har samtidigit inflytande på den avskurna trådändans
längd. (Begynnelsetråd för nästa söm.)
Kortare begynnelsetråd = Dra åt den räfflade muttern 3.
Följande grundinställning gäller:
Framsidan av den räfflade muttern och bult i samma plan.
Större justeringar av förspänningen kräver motsvarande
justering av huvudspänningen.
Huvudspänning
Förspänningen 3 och huvudspänningen 4 bör tillsammans
uppgå till den rekommenderade övertrådspänningen på
t ex 80 g.
Ställ in huvudspänningen 4 i överensstämmelse härmed.
3.6 Trådregulator
Med trådregulatorn 6 kan den mängd övertråd som
behövs för stygnbildningen regleras. Inställningen är
beroende av stygnlängd, materialtjocklek och trådens
egenskaper.
Observera:
Endast en exakt inställd trådregulator garanterar ett
optimalt syresultat.
Övertrådens ögla skall inte vara överflödigt lång och glida
över griparen med låg spänning.
Lossa skruv 9 och ställ in regulatorn i överensstämmelse
härmed.
Den lodräta metalltråden 7 tillsammans med skalan 8
tjänar som inställningshjälp.
45
987
6
17
Anmärkning
Är regulatorn riktigt inställd dras trådtilldragningsfjädern 5
ca 0,5 mm neråt från sitt övre ändläge, när trådöglan
passerar det maximala griparomfånget, dvs när den
största trådmängden behövs. Se bild.
Måttet 0,5 mm är ett riktvärde. Beroende av
trådtilldragningsfjäderns spänning kan det vara större
eller mindre.
4. Underhåll
- Risk för skada -
Vid rengöring och smörjning av maskinen skall
huvudströmbrytaren ovillkorligen kopplas från.
Underhållsarbetena måste utföras senast efter de i
parentes ( ) angivna drifttimmarna.
Andra underhållsintervall kan uppstå vid arbeten med
speciella material.
4.1 Rengöring resp kontroll
Hålls maskinen ren innebär det ett skydd mot störningar!
– Rengör området under stygnplåten från ludd
(8 timmar).
Detta sker enklast med en tryckluftspistol.
– Avlägsna det ludd som samlats i matarbanan
(8 timmar).
Stygnplåten måste först avlägsnas.
– Rengör utrymmet under spolbromsfjädern 3 från ludd
(8 timmar).
Lyft härför lätt upp fjädern 3 t ex med en nål och blås
rent.
– Rengör motorfläktssilen från ludd (8 timmar).
– Är maskinen utrustad med trycklufts-
underhållenheten 5 skall olje- och vattennivåerna
kontrolleras.
18
Innan vattennivån nått upp till filterinsatsen 6, måste
ovillkorligen vattnet i vattenavskiljare 7 tappas ut i
den under tryck stående underhållsenheten genom
att skruva i skruv 8.
Vattennivå i vattenavskiljaren 7 (40 timmar).
Rengör luftfilterinsats 6 (500 timmar).
Kontrollera dimsmörjarens 11 oljeflöde (180 timmar).
Se avsnitt 2.2
3
11
9
10
8
7
6
5
4
19
4.2 Smörjning
Använd endast Esso SP-NK 10 eller en motsvarande
kvalitet vid smörjning av maskinen.
Underhåll av de ställen som skall smörjas inskränker sig
till följande punkter:
– Oljenivån i oljebehållaren 1 får inte sjunka under
streckmarkeringen "MIN" (40 timmar).
Fyll på olja i den upprättstående maskinen upp till
streckmarkeringen "MAX".
Med undantag av smörjning av griparen smörjs
maskinens alla lagerställen genom en central
oljevekssmörjning från oljebehållaren 1.
– Oljenivån i oljebehållaren 2 för griparsmörjningen får
inte sjunka under streckmarkeringen "MIN"
(40 timmar).
Fäll ner maskinöverdelen och fyll på olja till
streckmarkeringen "MAX".
– Vid behov skall underhållsenhetens oljebehållare 9
fyllas på med olja till spårmarkeringen (40 timmar).
Därvid skall tryckluften spärras av fullständigt genom
att vrida vredet 4 till vänster. Därefter skall skruv 10
skruvas loss.
Oil SP-NK 10
1
Oil SP-NK 10
2
20
Innehåll Sida:
Del 2: Monteringsanvisning Modeller 271-274
1. Allmän information
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.1 Säkerhetsanvisningar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.2 Maskindrift utan inlagt material . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
1.3 Bordsplattor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Montering av underrede
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3. Komplettera och skruva fast bordsplattan
. . . . . . . . . . . . . . . 5
4. Förbinda drivanordningen med bordsplattan
. . . . . . . . . . . . . . 6
4.1 Allmänt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4.2 Motortyp beroende av modelltyp och extrautrustning . . . . . . . . . . . 7
4.3 Montering av drivanordningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.4 Stygntal för trefasdrift beroende av remskivans medeldiameter . . . . . 8
4.5 Inställning av motorskyddsbrytaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. Sätta in överdelen, lägga på kilremmen, montera
remskydd, handratt och pedal
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. Ansluta motorstyrningen och montera lägesgivaren
. . . . . . . . . 11
7. Ansluta trycklufts-underhållsenheten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8. Göra maskinen driftberedd och genomföra sytest
. . . . . . . . . . . 13
9. Anmärkningar till idrifttagning av drivanordning
med digital styrningsteknik
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.1 Nätanslutning och rotationsriktning vid likströmsdrift . . . . . . . . . . . 14
9.2 Justering av inställningsvärdena (parametrar) . . . . . . . . . . . . . . . 15
9.3 Ljusbarriärfunktion på Quick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
10. Tangenter på armhuvudet
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
11. Inställning av lägesgivaren
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11.1 Positioneringsdrift utan extern manöverpanel . . . . . . . . . . . . . . . 19
11.2 Positioneringsdrift med extern manöverpanel . . . . . . . . . . . . . . . 20
12. Matningsvalsens lyftnings- och sänkningsfunktioner,
modellerna 273 och 274
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
13. Kantklipparens till- och frånkopplingsfunktioner,
modelltyperna 272-640142 och -740142
. . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Home
1. Allmän information
1.1 Säkerhetsanvisningar
Observera speciellt!
Nätspänningen och den driftspänning som anges på
motorns typskylt måste överensstämma.
Arbeten på den elektriska utrustningen får endast utföras
av auktoriserade personer och bara när stickkontakten är
utdragen.
Beakta säkerhetsanvisningarna.
Montering skall ske i enlighet med nedanstående
anvisningar.
–
De elektriska anslutningarna framgår av
kopplingsschemat.
–
In- och utgångarna liksom de motsvarande
parameternumren för de olika modelltyperna är
upplistade i databladet.
–
Alla nödvändiga delar befinner sig i den
medlevererade tillbehörsförpackningen.
1.2 Maskindrift utan inlagt material
I detta fall måste pressarfötterna först arreteras i det lyfta
läget.
1.3 Bordsplattor
Utskärningarna för egentillverkade bordsplattor skall ha
de mått som anges i skisserna.
Dessutom skall bordsplattorna ha nödvändig bärkraft och
stabilitet.
2. Montering av underrede
Montera underredets delar såsom framgår av bilden.
Skjut på de medlevererade fötterna 1.
Genom att lossa på skruvarna 2 uppnår man att
underredet står stadigt.
Ställ in den önskade arbetshöjden och en vågrät
arbetsyta genom att lossa på skruvarna 3.
2
1
3
2
3. Komplettera och skruva fast bordsplattan
–
Skruva fast förstärkningssträvan 2 mellan
utskärningarna för överdelen och motorremmen.
–
Skruva fast kabelkanalen 5 und hållaren för
ledningarnas dragavlastning på undersidan av
bordsplattan.
–
Skruva fast huvudströmbrytaren 6.
–
Skruva fast syljustransformatorn, om förhanden.
–
Dra de elektriska ledningarna.
–
Skruv fast lådan 8 med dess fäste.
–
Skruva fast bordsplattan på underredet med hjälp av
träskruvarna B8x35. Bordsplattans placering på
underredet framgår av markeringen på bordsplattans
undersida. Se måttskiss.
–
Tryck in gångjärnsunderdelarna 3 för
maskingångjärnen i bordsplattans urtag och skruva
fast dem.
–
Sätt in två underlagspluggar i bordsplattan för
maskinöverdelens främre underlag och skjut på
tryckfjädrar. Den vänstra pluggen 1 skall ovillkorligen
placeras i hålet enligt snitt C-C och den högra
pluggen i hålet enligt detalj Y. Skär av pluggändarna
som skjuter ut på bordsplattans undersida.
Teknisk fördel!
Den vänstra underlagspluggens 1 placering
gör att det vänstra maskingångjärnet lyfts upp ca
1 mm, varigenom en avkoppling från bordsplattan
uppnås.
–
Skruva fast oljeskyddsbrickan 7 under bordsplattan
med träskruvarna så att ett avstånd på 55 mm
uppstår mellan den högra kanten på
oljeskyddsbrickan och den högra kanten på
utskärningen för bordsplattan. Rikta
oljeskyddsbrickan så i förhållande till den främre och
bakre kanten på bordsplattans utskärning, att
maskinens överdel inte stöter mot när den fälls ner.
Knäspaken får senare, oberoende av i vilket läge
den befinner sig i, inte stöta mot oljeskyddsbrickan.
5
4. Förbinda drivanordningen med bordsplattan
4.1 Allmänt
För modellerna 271, 272, 273 och 274 finns kompletta
sets med drivanordningar, som består av drivanordning,
huvudströmbrytare med kablar, kilremsskivor, kilrem och
diverse delar.
Kopplingsmotorerna för trefasström är i normalfall
konstruerade för 3x380-400V 50 Hz. Varvtalet uppgår till
2800 U/min. Trefasmotorer för andra nätspänningar kan
erhållas på förfrågan.
De likströmsdrivanordningar som sätts in för dessa
maskiner drivs med en "enfasväxelspänning". Därför
måste anslutningarna fördelas likvärdigt på trefasnätets
enskilda faser vid flera maskiner. Annars kan det leda till
överbelastning av enskilda faser.
Vilken motortyp som krävs för olika modelltyper och
extrautrustning framgår av nedanstående tabell i avsnitt
4.2.
Observera!
När drivanordningar för modellerna 273 och 274
monteras, skall man vid idrifttagning kontrollera, att de
korrekta funktionerna för matningsvalsen är inmatade i
motorstyrningen. Se avsnitt 12.
Levereras den elektriska utrustningen inte av DÜRKOPP
ADLER, skall kontroll ske i enlighet med
EN 60204-3-1 resp JEC 204-3-1.
6
4.2 Motortyp beroende av modelltyp och extrautrustning
271 272
273 274
Modelltyp
Motortyp
Manöverpanel
( )På begäran
Extrautrustning
Z120
1801
Z133
371
Z116
6741
Z124
401
-140041
-640141
FIR 1100F-ZT37
Efka VD552/6F62AV
Efka DC1600/DA62AV
Quick QD552/D21K01
- x---
-140042
-160062
-240042
-640142
FIR 1180F70 670 x - - -
Efka VD552/6F62AV V62 x - - -
Efka DC1600/DA62AV (V62) x - - -
-140042
-160062
-240042
-640142
Efka VD552/6F72CV2049
1)
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QD552/D40K02
1)
DB4x---
DB5 x x - -
Efka DC1600/DA82CV
1)2)
3201
V720 x - - x
V730 x x - x
Quick QE6040/D40S02
1)2)
DB4 x - - x
DB5 x x - x
-740142
Efka VD552/6F72CV2049
V720 x - - o
V730 x x - o
Efka DC1600/DA82CV3201
V720 x - - o
V730 x x - o
Quick QE6040/D40S02
DB4 x - - o
DB5 x x - o
-140042
-160062
Efka DC1600/DA82AV
2)
3207
V720 x - x
3)
-
V730 x x x
3)
-
Quick QE6040/D50S01
2)
DB4 x - x
3)
-
DB5 x x x
3)
-
1) För modellerna 273 und 274 kan endast
drivanordningar märkta
1)
användas.
2) Likströms-positioneringsdrift för anslutning till
1x220-240V 50/60Hz
3) Ej för modellerna 273 och 274
Z120181
–
Trå dviska
Z133371
–
Ljusbarriär för systopp vid sömslut med
följdfunktioner
Z1166741
–
Anordning för sömnad med två förinställda
nåltrådspänningsvärden. Se kap 1.3
"Extrautrustning" i bruksanvisningen.
Z124401
–
Elektropneumatisk manövrering för till- och
frånkoppling av kantklipparen genom tangent för
272-640142.
7
o
–
På modelltyp -740142 seriemässigt.
4.3 Montering av drivanordningen
–
Montera drivanordningen med dess fot på
bordsplattans undersida. Skruva härför fast de 3
sexkantskruvarna M8x35 i skruvmuttrarna 4 (se
måttskiss för bordsplattan).
–
Förbind motorfoten med maskinens undersida med
hjälp av jordningskabel 2 som finns i förpackningen
med drivanordningen.
–
Fäst därvid kabelns ögla vid det gänghål som
befinner sig i motorfoten med en M4-skruv.
–
För kabeln genom oljeskyddsbrickan och anslut den
flata stickkontakten 1 till kontaktlisten såsom framgår
av bilden.
–
Jordningskabeln är till för att avleda
maskinöverdelens statiska laddning via motorn till
jord.
–
Fäst kilremsskivan på motoraxeln.
–
Kontrollera anslutningarnas anordning på
drivanordningens transformator och korrigera med
hänsyn till den förhandenvarande nätspänningen. Se
bifogat kopplingsschema.
4.4 Stygntal vid trefasdrift beroende av remskivans medeldiameter
Stygntal för trefasdrift
Stygn/min 50 Hz 60 Hz
3800
4000
4200
4500
4800
5000
5500
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
100 mm
106 mm
112 mm
67 mm
71 mm
75 mm
80 mm
85 mm
90 mm
95 mm
Vid likströmsdrift
uppnås väsentligt högre varvtal än vid trefasdrift.
Därför skall en mindre remskivediameter väljas.
2
1
8
Som tumregel gäller:
Remskivediametern för växelstsrömsdrift minus 30% är lika med den lämpliga
diametern för remskivan vid likströmsdrift.
Motorvarvtalet kan dessutom regleras på manöverpanelen. Se bruksanvisning för motor.
4.5 Inställning av motorskyddsbrytaren
Motortyp Nätspänning
3 x 380-400V 3 x 220-230V 3 x 415-440V
FIR 1,6A 2,7A -
Efka VD552/.... 2,5A 4,2A 2,4A
Quick 1,9A 3,3A 1,7A
5. Sätta in överdelen, lägga på kilremmen, montera
remskydd, handratt och pedal
–
Sätt in maskinöverdelen i utskärningen för
bordsplattan
–
Slå in stödet 2, vilket behövs för att kunna fälla ner
maskinen. (Ej på modellerna 273 och 274.)
–
Stick in det medlevererade arreteringsstiftet 4 i en av
den inbyggda justeringsskivans skåror. Lossa
handrattsskruvarna och avlägsna handratten.
–
På maskiner med trådavskärare och tränsautomatik
skall den markerade öppningen 6 för stickanslutning
brytas ut ur remskyddet med hjälp av en skruvmejsel.
–
Såsom visas i vidstående bild skjuter man först
kilremmen utifrån genom remskyddet och för båda
delarna över remskivan till maskinens överdel.
–
Lägg kilremmen på remskivan på handratten.
–
Dra åt remskyddets fyra skruvar 5.
–
Fäll sedan maskinens överdel bakåt och lägg på
kilremmen på motorskivan.
–
När maskinen fälls bakåt måste remskyddet utan
problem gå ner i bordsplattans utskärning.
–
Genom att svänga motorn skall kilremmen spännas
så att den utan stor kraftansträngning kan tryckas in
ungefär 10 mm på mitten.
–
Skruva fast motorremskyddet och ställ därvid in dess
kam så att remmen ligger kvar i kilremsskivan när
maskinen svängs bakåt.
43 2
5
6
9
Observera!
Hålen för montering av handratten är asymmetriskt
placerade.
–
Vid montering av handratten skall det arreteringsstift
4 som finns i tillbehörsförpackningen stickas in
genom hålet 3 i den djupare skåran A i den
justeringsskiva som befinner sig på armaxeln.
–
Ställ handratten med bokstaven A på markeringen 7
och skruva fast skruvarna 8 ordentligt.
–
Ställ in stångsystemet 9 så att pedalen 10 har ett
läge av 10 grader i förhållande till den vågräta linjen,
vilket betyder att dess framkant ligger lägre och dess
bakkant står lätt uppåtriktad.
–
Av ergonomiska skäl skall pedalen monteras längs
underredets sträva på så sätt att pedalens mitt ligger
ungefär under nålen.
4
873
9
10
10
6. Ansluta motorstyrningen och
montera lägesgivaren
–
Alla elektriska anslutningar till maskinens överdel
görs via den centrala instickningsanslutningen 16.
Den kompletta kabeln med koppling och stickkontakt
för motorstyrningen finns i tillbehörsförpackningen.
–
När spärrknapparna 15 trycks in samtidigt kan
kopplingen dras ur.
–
Ifall förhanden, skall den externa manöverpanelen
fästas på maskinarmen med skruvarna 17.
–
Kablarna för tangenter och eventuellt syljus skall
dras i maskinöverdelens kabelkanal. Ta bort
spollocket före.
–
Vid frånkopplad huvudströmbrytare sätts
lägesgivaren fast på handrattsflänsen så att dess
spår fattar över fäststiftet på remskyddet.
–
På Efka-motorer med
manöverpanel
skall
handrattens läge D (nålspetsen i stygnplåten) ställas
på markering 11 och arreteringsstiftet stickas in.
–
Streckmarkeringen 12 och skåran 13 skall ligga i
linje med varandra.
–
Dra åt lägesgivarens skruvar.
–
Detta är läge 0, dvs beroende utgångspunkt för alla
från fabriken inställda maskinlägen.
–
När lägesgivaren är monterad på detta sätt gäller det
från fabriken inställda undre och övre nålläget.
Andra motorer
Här skall maskinlägena kontrolleras resp ställas in i
enlighet med avsnitt 11 efter fastsättning av lägesgivaren.
11 12 13
14
17
16
15
11
7. Anslutning av trycklufts-underhållsenhet
–
Vid drift av vissa modelltyper och extrautrustning är
det nödvändigt att sätta in vattenfri, lätt smord
tryckluft.
–
Montera underhållsenheten på underredet såsom
visas i bilden.
–
Upprätta Pu3-slangförbindelsen 1 mellan
underhållsenheten och maskinens överdel.
–
Anslut underhållsenheten till tryckluftsledningsnätet
med kundens egen anslutningsslang 4 och
anslutningsdelar.
–
Vid ej ansluten eller spärrad tryckluft skall
oljebehållaren 3 fyllas med smörjolja (ESSO SP-NK
10) upp till markeringen efter att skruven 2 lossats.
–
Dra upp och vrid greppet 5 och ställ in ett drifttryck
på 6 bar.
5
1
2
3
4
12
8. Göra maskinen driftberedd och genomföra sytest
–
Rengör maskinen efter leverans.
–
Fäst garnrullshållaren enligt nedanstående skiss.
–
Slut trådhålen med de medlevererade pluggarna
såsom visas.
–
Nål- och spoltråden får bara träs igenom respektive
ett hål.
–
Fyll oljebehållarna för griparsmörjning och central
oljevekssmörjning med olja upp till markeringen
"Max". Se avsnitt 4 i bruksanvisningen.
–
Använd endast ESSO SP-NK 10 eller en kvalitativt
likvärdig olja.
–
Stick in nätkontakten. Genom att kort koppla till
motorskyddsbrytaren kan man hos
trefasdrivna
maskiner fastställa rotationsriktning på motorns
fläkthjul.
–
Beträffande maskinens rotationsriktning se pilen på
remskyddet.
–
Är rotationsriktningen felaktig skall 2 faser bytas i
nätkontakten.
–
Låt maskinen gå ett par minter på lågt varvtal innan
syarbeten på det högsta tillåtna varvtalet utförs.
–
Kontrollera oljeflödet från dimoljaren (ca 1 droppe
per 15 arbetscykler) och korrigera vid behov. Se
avsnitt 4 i bruksanvisningen.
13
9. Anmärkningar till idrifttagning av drivanordning med
digital styrningsteknik
Innan dessa drivanordningar tas i drift skall
nedanstående anmärkningar noggrant beaktas, för att
skydda drivanordning och symaskin mot skador.
Beakta ovillkorligen bruksanvisningen som bifogas
respektive drivanordning.
9.1 Nätanslutning och rotationsriktning vid likströmsdrift
Genom en intern omkoppling kan drivanordningen
kopplas om till nätspänningar mellan 190 V och 240 V (50
och 60 Hz).
Drivanordningen levereras med en jordad stickkontakt.
Skulle anslutning till ett trefasnät bli nödvändigt, kan den
jordade stickkontakten bytas ut mot en
perilexstickkontakt. Den ansluts till en av de 3 faserna
(L1, L2 eller L3), nolledaren (N) och skyddsledaren
( eller PE).
I ett trefasnät skall motorerna anslutas så att de är
likvärdigt fördelade på de 3 faserna.
Vi rekommenderar att märka perilexstickkontakterna, så
att man på utsidan kan se, vilken fas som anslutits. En
översikt över fördelningen möjliggörs på så sätt.
Drivanordningen levereras i vanliga fall med riktig
maskinrotationsriktning, dvs vänstergång (moturs).
Rotationsriktningen kan förändras med hjälp av följande
parametrar:
–
Högergång med blicken riktad mot kilremsskivan
(medurs)
på Efka modular = F161-0
på Quick digital = 800-1
–
Vänstergång med blicken riktad mot kilremsskivan
(moturs)
på Efka modular =F161-1
på Quick digital = 800-2
För det nödvändiga tillträdet till styrningens funktioner se
avsnitt 11.2 eller den bifogade bruksanvisningen för
motorn.
Anordning av anslutningarna i perilexstickkontakten. Sett
från anslutningssidan.
14
9.2 Justering av inställningsvärdena (parametrar)
För att anpassa drivanordningen till respektive modell
måste en del parametrar ovillkorligen kontrolleras, och de
fabriksinställda värdena eventuellt förändras.
Härför måste numret på den parameter som skall
förändras väljas, och det värde som indikeras i displayen
ökas (+) resp minskas (-).
Beakta framför allt följande parameternummer:
a) Maximalt varvtal
F111 på Efka modular
607 på Quick digital
Det är inte tillåtet att ställa in ett högre stygntal/min än
det som föreskrivs i avsnitt 1.2 för den modell som
skall drivas. Det inställda värdet visas som första
indikering efter det att huvudströmbrytaren kopplats
till.
Vid trefasdrift måste max stygntal/min (pedalen är
fullständigt nedtryckt) fastläggas genom val av
motorremskivan. Se avsnitt 4.4.
Det max stygntal/min som visas på manöverpanelen
måste ställas in i den ovannämnda parametern på så
sätt att det motsvarar motorremskivans värde.
En stygntalsminskning under max är därefter möjlig på
manöverpanelen.
b) Referensläge (0-läge)
F170 på Efka modular
700 på Quick digital
Skall ovillkorligen ställas in innan den 10-poliga
maskinstickkontakten ansluts till motorstyrningen.
Referensläget är uppnått när handratten vridits i
rotationsriktningen och arreterats i läge D.
Med denna inställningen är samtidigt nålläget skåra F
och nålläget skåra C riktigt inställda för de flesta
användningsområden. Justering av dessa nållägen är
möjligt i följande parametrar:
På Efka modular
F-171. 1- Nålläge skåra F
F-171. 2- Nålläge skåra C
På Quick digital
702 - Nålläge skåra F
703 - Nålläge skåra C
(Se avsnitt 11.)
15
c) 884 - Regleringsparameter på Quick
Med det i parameter 884 inställda värdet anpassas
varvtalsregleringskarakteristiken till den individuella
last den modell har som skall drivas. Tunga maskiner
fordrar ett högre värde än lätta maskiner.
Ett för högt inställt värde känns igen på att motorn låter
illa vid lägre varvtal.
Ett för lågt inställt värde har till följd att
regleringsproblem uppstår vid högre ställda
prestandakrav (t ex trådavskärning).
9.3 Ljusbarriärfunktion på Quick
På manöverpanelens mönsterkort DB 5 befinner sig en
brytare av metalltråd för justering av ljusbarriärens
känslighet.
Vid leverans av manöverpanelen är denna brytare sluten,
dvs den högsta känsligheten är inställd, och därmed är
anslutning till reflexljusbarriären Weko 7245 (del nr: Z133
103) förberedd.
En del ljusbarriärer från andra tillverkare (t ex Leutze)
fordrar en reducerad känslighet. I dessa fall måste
brytaren öppnas.
Uppstår problem med avseende på ljusbarriärens
funktion, rekommenderar vi att även denna brytare
kontrolleras. Härför måste manöverpanelens framsida
öppnas.
16
10. Brytare på armhuvudet
–
Maskiner med tränsautomatik är seriemässigt
utrustade med fyra tangenter 1.
–
Fäst den medlevererade tangentlisten på
armhuvudet med de två skruvarna 2 såsom framgår
av bilden.
–
Ta bort spollocket och dra tilledningen i kabelkanalen.
–
För kontakten genom bordsplattans hål och stick in
den i motorstyrningen.
1
2
17
11. Inställning av lägesgivaren
Den i maskinarmen inbyggda justeringsskivan är försedd
med skåror, som är märkta med bokstäver på handratten.
I förbindelse med markeringen 4 anger bokstäverna
skårornas läge, i vilka maskinen kan arreteras med det
medlevererade stiftet 3.
Efter att lägesgivaren
vid frånkopplad huvudströmbrytare
har fästs på handrattsflänsen, så att dess spår griper över
fäststiftet på remskyddet, kan man snabbt kontrollera
resp ställa in lägena.
Läge 1
Maskinen skall stoppa när nålen befinner sig i sitt nedre
läge = skåra F.
Läge 2
Maskinen skall stoppa när trådgivaren befinner sig i lyft
läge = skåra C
11.1 Positioneringsdrift utan extern manöverpanel
Exempel Efka DC 1600 DA 62 AV eller 6 F 62 AV
Observera!
När positioneringsskivorna justeras skall
huvudströmbrytaren stå på "Från"!
Läge 1
1. Ställ brytaren S3 på motorstyrningen till höger. (Ej på 6
F 62 AV).
2. Manövrera pedalen framåt och släpp den.
3. Vrid handratten i rotationsriktningen och arretera stiftet
3 i skåran F.
4. Koppla från huvudströmbrytaren.
5. Vrid skivan 7, tills styröppningen 8 befinner sig bakom
brytaren 9.
Läge 2
1. Ställ brytaren S3 på motorstyrningen till vänster.(Ej på
6 F 62 AV)
2. Vrid handratten vidare i rotationsriktningen och
arretera med stiftet 3 i skåran C.
3. Vrid skivan 11, tills styröppningen 12 befinner sig
bakom brytaren 10.
4. Dra ut stiftet.
Lägg in tyg och kontrollera lägena. Upprepa om
nödvändigt inställningsförloppet.
19
11.2 Positioneringsdrift med extern manöverpanel
Före idrifttagning skall endast läge 0 för Efka resp
referensläget för Quick anges, som är utgångspunkt för
alla maskinlägen.
Denna utgångspunkt motsvarar skåra D på
justeringsskivan = nålspetsen i stygnplåten.
Beakta avsnitt 6 vid montering av Efka lägesgivare.
Alla maskinlägen är programmerade från fabriken.
På lägesgivaren måste smärre inställningar genomföras
mekaniskt. Dess huv kan inte tas bort.
Maskinlägena registreras stegvis av lägesgivaren
(inkrement) och visas i displayen. Ett helt varv är på Efka
indelat i 510 och på Quick i 480 steg.
a) Efka modular
För att mata in läge 0 förfar man på följande sätt:
1. Håll knapp P intryckt.
2 Koppla till huvudströmbrytaren. I displayen visas kod-nr
C-0000.
3. För tillträde till "Servicenivå 1" matas Efka-kod-nr 1907
in med knapparna 1....0.
4. Tryck in knapp E. -I displayen visas parameter-nr F 100.
5. Slå in parameter-nr 170 med knapparna 1....0.
Tryck in knapp E. - Servicerutin 1 (Sr1) visas.
Tryck in knapp F. - Läge 0 visas.
6. Vrid handratten ett helt varv i maskinens
rotationsriktning och arretera i läge D med det
medlevererade arreteringsstiftet.
Detta är "läge 0", dvs beroende utgångspunkt för alla
fabriksinställda maskinlägen.
7. Tryck in knapp P två gånger.
Kontrollera maskinlägena F och C.
Därmed är inställningen avslutad.
20
8.
Observera!
Sy ovillkorligen en söm med
trådavskärningsfunktion. Först därigenom är en
inmatad inställning slutgiltigt lagrad.
Skulle det vara nödvändigt att korrigera de inställningar
som gjorts av tillverkaren, skall man programmera lägena
F och C på följande sätt:
Observera! Vid alla inställningar skall man alltid
fortsätta att vrida i maskinens rotationsriktning.
1. Om huvudströmbrytaren frånkopplats under tiden,
måste man först gå tillväga såsom beskrivs under
punkt "Inmatning av läge 0".
Tryck annars in P. - I displayen visas P170.
2. Tryck in knapp E två gånger. - I displayen visas
servicerutin 2 (Sr2).
3. Tryck in knapp F. Läge 1 visas.
Vrid handratten minst 1 varv och arretera i läge F.
4. Tryck in knapp E. - I displayen visas läge 2.
Arretera handratten i läge C.
5. Tryck in knapp P två gånger och avsluta därmed
inställningen.
6.
Observera!
Sy ovillkorligen en söm med
trådavskärningsfunktion.
Först därigenom är en inmatad inställning slutgiltigt
lagrad.
Om man inte syr, raderas inställningen när
huvudströmbrytaren kopplas från.
Det visade antalet inkrement för läge F = 60 och för läge
C = 438 uppgår till 2 för varje.
21
b) Quick digital
1. Håll knapparna G och minus (-) intryckta och koppla till
huvudströmbrytaren.
I displayen visas * och t ex 3000. - Stjärnan står för
programmeringsmodus och 3000 för stygntal/min.
2. Håll knapp G intryckt, tryck sedan in minusknappen (-).
I displayen visas "EINGEBEN" ("MATA IN").
Släpp båda knapparna.
3. Tryck in knapp G så ofta tills G7 .... visas i displayen.
4. Tryck in knapp F. I displayen visas 7000*XXXX, dvs ett
slumpmässigt siffervärde som motsvarar
lägesgivarens fastskruvade läge.
5. Tryck ner pedalen framåt. - Maskinen positionerar i
godtyckligt läge.
6. Vrid handratten i maskinens rotationsriktning och
arretera i handrattens läge D med arreteringsstiftet.
Detta är referensläget för vidare maskinlägen.
7. Ta bort arreteringsstiftet. Genom att trycka ner pedalen
lagras referensläget.
8. Kontrollera referensläget D med arreteringsstiftet än en
gång. - Är läget inte korrekt, vilket kan vara fallet pga
framåtdragning av motorrotorn till det så kallade
"framåtdragna läget", skall inställningen upprepas
som beskrivs under punkterna 6. och 7.
9. Tryck samtidigt in knapparna G och Minus (-). I
displayen visas "* MANUELL".
Kontrollera maskinlägena F och C. Därmed är
inställningen i vanliga fall avslutad.
Skulle det bli nödvändigt att korrigera den inställning som
gjorts av tillverkaren, skall maskinlägena F och C
programmeras såsom beskrivits.
Observera
! Vid alla inställningar skall man fortsätta att
vrida i maskinens rotationsriktning.
22
1. Om huvudströmbrytaren kopplats från under tiden, så
måste man först börja om såsom beskrivs ovan. I
annat fall trycks knapparna G och Minus (-) samtidigt
in. I displayen visas "EINGEBEN" ("MATA IN").
2. Tryck in knapp F. - I displayen visas 700 *XXXX =
referenslägets siffervärde.
3. Tryck in knapp F igen, tills 702* 0026 visas.
Tryck ner pedalen kort. - Maskinen positionerar i det
läge som ställts in av tillverkaren.
Vrid handratten i maskinens rotationsriktning och
arretera arreteringsstiftet i läge F (undre nålläge).
4. Dra ut arreteringsstiftet. Genom att trycka ner pedalen
lagras värdet. Kontrollera läge F med hjälp av
arreteringsstiftet. Ifall nödvändigt, t ex pga rotorns
framåtdragna läge, skall inställningen upprepas.
Observera!
Beroende av toleranser kan de
inställningsvärden vom matats in för lägena variera med
0002.
5. Tryck in knapp F en gång. - 703* 0205 visas.
Tryck ner pedalen. - Maskinen positionerar i det läge
som ställts in av tillverkaren.
Vrid handratten i maskinens rotationsriktning och
arretera arreteringsstiftet i läge C (övre trådgivarläge).
6. Dra ut arreteringsstiftet. Genom att trycka ner pedalen
lagras värdet.
Kontrollera läge C med hjälp av arreteringsstiftet.
Upprepa inställningen om nödvändigt.
7. Tryck in knapparna G och Minus (-). -I displayen visas
"* MANUELL". - Därmed är maskinen driftberedd.
Anmärkning!
Det är möjligt att visa meddelandena på displayen på
olika språk. Tryck in knapp F till 733. Välj önskat språk
med knapparna - resp +.
Gå tillbaka till den önskade parametern med knapp F.
23
12. Matningsvalsens lyftnings- och sänkningsfunktioner
modellerna 273 och 274
Transportvalsen lyfts automatiskt när pressarfoten lyfts
och vid sömtränsning.
Sänkningsfunktionen kan ske utan fördröjning eller efter
ett bestämt antal stygn som ställts in.
Detta skall anges med de motsvarande
parameter-numren på manöverpanelen. Beträffande det
härför nödvändiga tillträdet till servicenivån se avsnitt 11.2
a) Efka modular resp b) Quick digital.
Motortyp Efka modular Quick digital
Flip-Flop
Mode
Parameter 190
Flip-Flop 5
Parameter 510
Flip-Flop 5
Sänkning efter
ett visst antal
stygn
Parameter 191
Ställa in
antal stygn (max 254)
Parameter 550
Ställa in
antal stygn (max 254)
Sänkning
utan
fördröjning
Parameter 191
Ställa in antal
stygn på 0
Parameter 550
Ställa in antal
stygn på 0
24
13. Kantavskärarens till- och frånkopplingsfunktioner
modelltyperna 272 - 640142 och - 740142
För att kunna utföra de funktioner som beskrivs nedan på
modelltypen 272 - 640142, måste den vara utrustad med
tillbehör Z 124401. Denna extrautrustning består av en
elektropneumatisk manövrering för kantklipparen.
De olika till- och frånkopplingsfunktionerna kan matas in
med de motsvarande parameternumren på
manöverpanelen.
Beträffande det nödvändiga tillträdet till servicenivån se
avsnitt 11.2 a) Efka modular resp b) Quick digital.
Motortyp Efka modular Quick digital
Flip-Flop
Mode
Parameter 190
Flip-Flop 6
Parameter 510
Flip-Flop 6
"Till" efter
ett visst antal
stygn
Parameter 192
Ställa in antal
stygn (max 254)
Parameter 551
Ställa in antal
stygn (max 254)
"Från" efter
ett visst antal
stygn
Parameter 193
Ställa in antal
stygn (max 254)
Parameter 552
Ställa in antal
stygn (max 254)
Till - Från
manuellt
via tangent
Parameter 192 på 0
Parameter 193 på 0
Parameter 194 på Off
Parameter 552 på 0
Parameter 551 på 0
Parameter 504 på 1
"Från" efter
trådavskärning
Parameter 194 på On Parameter 504 på 2
Till - Från
Med motorsignal
via pedal
Parameter 190
Flip-Flop 3
Parameter 510
Flip-Flop 3
25
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
-
29
-
30
-
31
-
32
-
33
-
34
-
35
-
36
-
37
-
38
-
39
-
40
-
41
-
42
-
43
-
44
-
45
-
46
-
47
-
48
-
49
-
50
-
51
-
52
-
53
-
54
-
55
-
56
-
57
-
58
-
59
-
60
-
61
-
62
-
63
-
64
-
65
-
66
-
67
-
68
-
69
-
70
-
71
-
72
-
73
-
74
-
75
-
76
-
77
-
78
-
79
-
80
-
81
-
82
-
83
-
84
-
85
-
86
-
87
-
88
-
89
-
90
-
91
-
92
-
93
-
94
-
95
-
96
-
97
-
98
-
99
-
100
-
101
-
102
-
103
-
104
-
105
-
106
-
107
-
108
-
109
-
110
-
111
-
112
-
113
-
114
-
115
-
116
-
117
-
118
-
119
-
120
-
121
-
122
-
123
-
124
-
125
-
126
-
127
-
128
-
129
Duerkopp Adler 273 Handleiding
- Type
- Handleiding
in andere talen
Gerelateerde artikelen
-
Duerkopp Adler 669 Handleiding
-
Duerkopp Adler 868-M Handleiding
-
Duerkopp Adler 911-211 Handleiding
-
Duerkopp Adler H867 Handleiding
-
Duerkopp Adler 867 Handleiding
-
Duerkopp Adler 1767 Handleiding
-
Duerkopp Adler 967 Handleiding
-
Duerkopp Adler 969 Handleiding
-
Duerkopp Adler N291 de handleiding
-
Duerkopp Adler D867 Handleiding
