Gossen MetraWatt SI232-II Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
3-348-636-05
4/8.08
Interface-adapter SI 232, BD 232
met METRAwin 10 / METRA -software
voor meet- en registratiesystemen met multimeters
2 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Inhoud Pagina
1 Introductie ................................................................................................................ 3
2 Systeemvoorwaarden .............................................................................................. 3
3 Gebruiksmogelijkheden van de multimeter, adapter en METRAwin 10 ................... 4
3.1 Algemene informatie ........................................................................................... 4
3.2 Meetwaarden in het geheugen van de multimeter opslaan .................................. 4
3.3 Uitlezen van het geheugen van de multimeter ..................................................... 4
3.4 Instellen van de parameters van de multimeter .................................................... 5
3.5 Live-meetwaarden van het DMM ontvangen ....................................................... 5
3.6 Meetwaarden in de geheugenadapter SI232/-II opslaan ..................................... 6
3.7 Meetwaarden uitlezen met de geheugenadapter SI232/-II
of de parameters van de adapter instellen .......................................................... 6
4 Aansluiten en in gebruik nemen van de adapter ..................................................... 7
4.1 Aansluiten van de adapter ................................................................................... 7
4.2 Ingebruikname van de geheugenadapter SI232-II ............................................... 7
4.3 Ingebruikname van de interface-adapter BD232 ................................................. 8
5 Functionele elementen, in- en uitschakelen, het vervangen van de batterij ........... 9
5.1 Toetsen, interface .............................................................................................. 9
5.2 Display .............................................................................................................. 10
5.3 In-/uitschakelen van de geheugenadapter ......................................................... 11
5.4 Vervangen van de batterij .................................................................................. 11
6 Korte gebruiksaanwijzing ...................................................................................... 12
6.1 Bedienen van het menu .................................................................................... 12
6.2 Sneltoetsfuncties op de adapter ....................................................................... 12
6.3 Sneltoetsfuncties op de multimeter ................................................................... 13
6.4 Menu-overzicht ............................................................................................... 14
7 Beschrijving van het menu .................................................................................... 15
7.1 Instellen van de meetfrequentie – rAtE .............................................................. 15
7.2 Instellen van de hysterese – HYSt ..................................................................... 15
7.3 Trigger-instellingen – triG .................................................................................. 16
7.4 Registratie: duur, type – durA, CYCLE .............................................................. 18
7.5 Interne klok – timE ............................................................................................ 18
7.6 Adres en modemaansluiting instellen – Addr, ModEM ....................................... 18
7.7 Transmissiesnelheid instellen – bAud-ou, bAud-in ............................................. 19
7.8 Data-opname starten, onderbreken, beëindigen – StorE, LAbEL ....................... 19
7.9 Data op de adapter aflezen – reCAll .................................................................. 20
7.10 Data van de adapter uitlezen met de PC / parameterconfiguraties – PC ............ 22
7.11 Live-meetwaarden van de multimeter naar de PC overladen onlinE .............. 22
7.12 Geheugen wissen – CLEAr ............................................................................... 22
7.13 Algemene informatie oproepen – inFo ............................................................... 22
8METRAwin 10 ......................................................................................................... 24
8.1 Installeren van METRAwin 10 ............................................................................ 24
8.2 Programmadokumentatie / gebruiksinformatie .................................................. 24
8.3 METRAwin 10 starten ....................................................................................... 24
9 Technische gegevens van de geheugenadapter .................................................... 25
10 Reparatie-, onderhouds- en huurservice,
DKD-kalibratielaboratorium ................................................................................... 27
11 Produktondersteuning ........................................................................................... 27
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 3
1 Introductie
METRAwin 10 is een software-produkt met een groot vermogen voor het gebruik onder
WINDOWS 3.1 of hoger.
Met deze software kunnen op gebruiksvriendelijke wijze meetwaarden van maximaal 10 mul-
timeters geregistreerd, opgeslagen, weergegeven en gedocumenteerd worden.
Het weergeven van de waarden kan in multimeter-, printer of datalogger-formaat geschie-
den.
Het opslaan van de meetwaarden geschiedt in ASCII-formaat om verder bewerkt te kunnen
worden.
De geheugenadapter maakt naast de directe transmissie naar de PC, de opname van multi-
meterdata mogelijk zonder dat er een PC ter plaatse is, met aansluitend de transmissie van
data naar de PC.
De software-bediening kan op verschillende talen worden ingesteld.
Voor het programmeren van eigen WINDOWS-toepassingen wordt indien gewenst een inter-
face-beschrijving van onze multimeter meegeleverd.
Indien u onze multimeters met de software LabView van National Instruments wilt gebruiken,
is de benodigde driver verkrijgbaar bij ons produkt support-team.
2 Systeemvoorwaarden
IBM AT compatibele PC 80486/33 MHz met minimaal 4 MB RAM
Harde schijf met minimaal 10 MB beschikbaar geheugen
VGA-beeldscherm of beter
MS WINDOWS 3.x / 95 / NT
1 seriële interface COM1 of COM2
1 tot 10 multimeters met interface
Geheugenadapter SI232/-II of interface-adapter BD232
4 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3 Gebruiksmogelijkheden van de multimeter, adapter en METRAwin 10
3.1 Algemene informatie
De adressen van de adapter en die van de bijbehorende multimeter moeten identiek zijn.
Ook moet de baudrate van de adapter met die van de multimeter overeenkomen.
De meetsnelheid van de multimeter moet groter zijn, dan de vereiste datasnelheid van de
geheugenadapter resp. van de METRAwin
10-software.
3.2 Meetwaarden in het geheugen van de multimeter opslaan
– alleen bij METRAHit 22M, 26M, 29S
3.3 Uitlezen van het geheugen van de multimeter
– alleen bij METRAHit22M, 26M, 29S met SI232-II of BD232
uitsluitend
METRAHit
22M, 26M, 29S
store
rate:
send off
Draaischakelaar:
op meetfunctie
SI232-II
Adr: 1
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: pc
uitsluitend
METRAHit
22M, 26M, 29S
Adr: 1
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
BD232
Adr: 2
Bd-PC 9600 vast
uitsluitend
METRAHit
22M, 26M, 29S
Adr: 2
Adapter: BD232
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
PC
METRAwin 10
instellingen/apparaattype ..., instellingen/kanalen ...
bestand/geheugen lezen
* online uitsluitend bij
METRAHit 28S,29S,
anders store instellen
tot max. 10 instrumenten parallel
- bij uitlezen van geheugen,
tot max. 4 instrumenten parallel
- bij live-datatransmissie
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 5
3.4 Instellen van de parameters van de multimeter
– bij alle METRAHit 2x met de SI232-II of BD232
3.5 Live-meetwaarden van het DMM ontvangen
– via de adapter, maar zonder op te slaan in de adapter
Bij het gebruiken van METRAHit 2x kunnen SI- en BD-adapters door elkaar worden gebruikt.
Indien de METRAHit 1x/2x in combinatie wordt gebruikt, kan echter alleen de SI-adapter worden
gebruikt. Bij meer dan 4 adapters dient u 19,2 kBd in te stellen, bij minder dan 4 stelt u 9,6 kBd in.
SI232-II
Adr: 1
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: pc
METRAHit
slechts 2x
Adr: 1
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
BD232
Adr: 2
Bd-PC 9600 vast
METRAHit
slechts 2x
Adr: 2
Adapter: BD232
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
PC
METRAwin 10
instellingen/app.type ..., instellingen/kanalen ...
* online uitsluitend bij
METRAHit 28S,29S,
anders store instellen
SI232/-II
Adr: 1
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: on(line)
METRAHit 1x, 2x
Adr: 1
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send on
Draaischakelaar
op meetfunctie
max. 4 parallel
tegelijk
SI232/-II
Adr: 2
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: on(line)
METRAHit 1x, 2x
Adr: 2
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send on
Draaischakelaar
op meetfunctie
SI232-II
Adr: 1
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: pc
METRAHit
slechts 2x
Adr: 1
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
METRAwin 10
instellingen/apparaattype ..., instellingen/kanalen..., bestand/start meting
BD232/ RS232
Adr: 1
Bd-PC 9600 vast
METRAHit
slechts 2x
Adr: 1
Adapter: BD / RS
rate:
send off
Draaischakelaar
op meetfunctie
* online uitsluitend bij METRAHit 28S,29S, anders store instellen
PC
PCPC
6 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3.6 Meetwaarden in de geheugenadapter SI232/-II opslaan
De geheugenadapter kan bij alle multimeter-modellen worden gebruikt.
Uitzondering: vermogen- en netstoringmetingen (VAC+dropouts+pieken) met de Multimeter
29S kunnen alleen worden opgeslagen in het interne multimetergeheugen.
Aanwijzing: het is aan te raden om eerst de klok in de multimeter en de adapter te synchroni-
seren voordat u het geheugen gaat gebruiken.
3.7 Meetwaarden uitlezen met de geheugenadapter SI232/-II
of de parameters van de adapter instellen
SI232
Adr: 1
Baud: 9600
Mode: store
METRAHit 1x, 2x
Adr: 1
Adapter: SI232
store
rate:
send on
Draaischakelaar
op meetfunctie
SI232-II
Adr: 2
Bd-PC: 9600
Bd-MM: 8192
Mode: store
METRAHit 1x, 2x
Adr: 2
Adapter: SI232
* store/online
rate:
send on
Draaischakelaar
op meetfunctie
* online uitsluitend bij
METRAHit 28S,29S en SI232-II,
anders store instellen
SI232/-II
Adr: 1
Baud: 9600
Mode: pc
METRAHit 1x, 2x
Instellingen zijn
zonder betekenis
SI232/-II
Adr: 2
Baud: 9600
Mode: pc
METRAHit 1x, 2x
Instellingen zijn
zonder betekenis
METRAwin 10
instellingen/apparaattype ..., instellingen/kanalen.
bestand/geheugen uitlezen
PC
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 7
4 Aansluiten en in gebruik nemen van de adapter
4.1 Aansluiten van de adapter
De schroefbevestigingen tussen de aan elkaar gestoken adapters dienen uitsluitend om de
juiste aansluiting van de seriële interfaces te zekeren. Maak alle adapters los voor transport
om beschadigingen aan de instrumenten te voorkomen.
¼ Sluit de 9-polige D-SUB verbindingskabel aan een vrije COM-interface van de PC aan.
¼ Plug het andere eind van de kabel in de linkerkant van de eerste adapter. Plug overige
geheugenadapters in de rechterkant.
¼ Zeker de aansluitingen van de afzonderlijke adapters door het aandraaien van de schroe-
ven tussen de adapters.
¼ Steek de multimeter op de adapter.
Let op
De behuizing van de geheugenadapter bestaat uit elektriciteitsgeleidende
kunststof. De behuizing mag niet aangeraakt worden met delen die onder
spanning staan.
4.2 Ingebruikname van de geheugenadapter SI232-II
Voor transmissie naar de PC moet een individueel adres worden ingesteld bij iedere geheu-
genadapter, en dient de geheugenadapter op de transmissiemodus (PC of online) worden
ingesteld (zie handmatige bediening van de geheugenadapter).
Bij gebruik van meerdere geheugenadapters moet bij alle instrumenten dezelfde transmissie-
snelheid worden ingesteld.
Indien er meer dan 4 geheugenadapters worden gebruikt in de online-modus, dan moet er een
transmissiesnelheid van 19200 baud worden ingesteld om een storingsvrije datatransmissie te
kunnen garanderen.
¼ Stel voor het uitvoeren van een meting de benodigde multimeters in op datatransmissie
door gelijktijdig op de toetsen DATA en ON te drukken
¼ Controleer de adressen van de aangesloten geheugenadapters.
¼ Start de PC en het programma METRAwin 10.
Alle aangesloten geheugenadapters worden via de seriële interface aangesproken en er
wordt automatisch verbinding gemaakt met de PC (functie PC
hoofdstuk 6.2, pag. 12 en
hoofdstuk 7.10, pag. 22).
¼ Activeer in het submenu “instellingen/kanalen” in het veld “interface” de “adapter” en kies
de voor uw systeem juiste interface en transmissiesnelheid.
¼ Controleer de datatransmissie naar de PC door in het submenu “instellingen/kanalen” op
de toets “TEST” te klikken.
¼ In het submenu “instellingen/geheugenadapter” kunnen de aangesloten geheugenadap-
ters individueel worden opgeroepen en de parameters worden ingesteld resp. de klok en
de transmissiesnelheid worden gesynchroniseerd.
¼ Om een meting uit te voeren dient u in de modus “instellingen/geheugenadapter” op de
toets “modus: ONLINE” te klikken. Alle aan de interface aangesloten geheugenadapters
worden overeenkomstig hun adressering online geschakeld.
!
8 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
¼ Save de gekozen instellingen in het submenu “instellingen/instellingen opslaan”.
Alle onder het menu “instellingen” gekozen instellingen worden dan opgeslagen in het
geheugen. Hierna kunnen de metingen met de gekozen instellingen worden uitgevoerd.
¼ Na het kiezen van het submenu “bestand/meten” worden de geregistreerde meetwaar-
den naar de PC getransporteerd en volgens de in het submenu “instellingen” gekozen
weergavevorm op het beeldscherm weergegeven.
4.3 Ingebruikname van de interface-adapter BD232
¼ Stel voor het uitvoeren van een meting de benodigde multimeters in op datatransmissie
door gelijktijdig op de toetsen DATA en ON te drukken.
¼ Start de PC en het programma METRAwin 10.
Er wordt automatisch verbinding gemaakt met de PC, en de LED’s van de interface-adapter
tonen dat de data-transmissie plaats vindt.
Fig. 4.1 functionele onderdelen van de geheugenadapter
1 RS232-interface
De RS232-interface verbindt de adapters onderling en met de PC.
2LEDs
Voor het controleren van de datatransmissie. Het rode LED licht op als de data naar de
PC worden getransporteerd. Het groene LED licht op bij datatransmissie van de PC naar
de multimeter.
3 Verbinding tussen twee adapters door middel van de schroefbevestiging
Aanwijzing
De hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6 komen voor deze interface-adapter te vervallen,
aangezien deze geen functionele onderdelen bezit.
3
1
1
3
2
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 9
5 Functionele elementen, in- en uitschakelen, het vervangen van de batterij
5.1 Toetsen, interface
Fig. 4.2 Functionele elementen van de geheugenadapter
1LCD-display
Geeft het desbetreffende submenu weer tijdens de handmatige bediening van de geheu-
genadapter.
2 Verbinding tussen twee adapters met schroefbevestiging
3 RS232-Schnittstelle
De RS232-interface verbindt de adapters onderling en met de PC
4 ESC-toets
Voor het verlaten van het huidige submenu en terugkeer naar het bovenliggende menu
5 ON/OFF- resp. ENTER-toets
Toets voor het in- en uitschakelen en voor het bevestigen van het gekozen submenu
6 SCROLL UP-toets
Toets waarmee omhoog gescrolld kan worden voor het kiezen van een submenu en het
verhogen van waarden
7 SCROLL DOWN-toets
Toets waarmee omlaag gescrolld kan worden voor het kiezen van een submenu en het
verlagen van waarden
Aanwijzing
Via combinatie van toetsen kunnen verscheidene functies worden gekozen
(hoofdstuk 6.2, pag. 12 „sneltoetsfuncties“).
1
2
5
6
3
3
2
4
21.978 mA
7
DATA ON
10 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
5.2 Display
Fig. 4.3 LCD-display van de geheugenadapter
1 Digitale weergave
Het huidige submenu verschijnt op het liquid crystal display, dat uit 7 segmenten bestaat,
gedurende de handmatige bediening van de geheugenadapter.
Als de opgeslagen waarden worden opgeroepen, dan worden de meetwaarden digitaal
in het display weergegeven (submenu „reCAll “,
pag. 21).
2 Analoge weergave
De vrije geheugenruimte kan met behulp van het analoge display worden geschat.
Voorbeeld: het diagram in hoofdstuk 5.3, pag. 11 laat zien, dat ongeveer 13/30 van het
geheugen bezet is.
Als de opgeslagen waarden worden opgeroepen, dan worden de meetwaarden digitaal
in het display weergegeven (submenu „reCAll “, pag. 21).
3 Overige tekens
De overige tekens in het display hebben de volgende betekenis:
DATA licht op, als er waarden van de multimeter afkomstig worden ontvangen.
REM licht op, als er waarden van de PC afkomstig worden ontvangen.
•De ON-driehoek (linksboven) verschijnt, als er waarden van de multimeter naar het geheu-
gen worden getransporteerd (adapter in de STORE-modus)
ON (middenboven) verschijnt, als in de STORE-modus aan de trigger-voorwaarde is vol-
daan. Als er geen trigger is ingesteld, verschijnt ON zodra er waarden worden geregis-
treerd.
•De linker overflow-peil naast het analoge display licht altijd op als er waarden
in de STORE-modus worden opgeslagen.
•Het t-symbool verschijnt, als de tijd-trigger actief is in de STORE-modus.
•Het batterijsymbool verschijnt, als het vermogen van de batterijen ca.
2
/
3
verbruikt is. Het
restvermogen van de batterijen (alkaline-batterijen) is toereikend om, afhankelijk van de
gekozen meetsnelheid, nog gedurende minstens 96 uur meetwaarden op te slaan.
3
1
2
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 11
5.3 In-/uitschakelen van de geheugenadapter
Om de geheugenadapter in te schakelen dient kort de rechtertoets ON/OFF te worden inge-
drukt.
Op het LCD-display verschijnt de analoge schaal met de geheugenbezetting en daarboven
aan de linkerkant de laatst gebruikte instellingen. De geheugenadapter is klaar voor gebruik.
Fig. 4.4 Startdisplay
Om de geheugenadapter uit te schakelen dient de gele ESC-toets te worden ingedrukt totdat
het startdisplay verschijnt (zie boven). Druk vervolgens de rechtertoets ON/OFF langer dan
een seconde in.
De geheugenadapter wordt automatisch uitgeschakeld nadat hij 10 minuten niet gebruikt is,
of er geen registratie van meetwaarden heeft plaatsgevonden (met uitzondering van de tijd
-
weergave). In de modes PC, STORE en ONLINE wordt de adapter echter niet automatisch
uitgeschakeld. Indien de adapter ca. 17 seconden lang geen signaal van de PC en van de
multimeter ontvangt, wordt hij op “batterijbesparende” modus gezet.
5.4 Vervangen van de batterij
De geheugenadapter is van twee 1,5 V penlight-batterijen voorzien, overeenkomstig
IEC
R 6.
Voor het vervangen van de batterijen dienen de beide schroeven aan het onderste deel van
de behuizing van de geheugenadapter te worden losgedraaid. De batterijen bevinden zich in
een houder ongeveer in het midden van de adapter.
Verwijder de volledig lege batterijen en plaats twee 1,5 V penlight-batterijen met de juiste
pool in de juiste richting volgens de aangegeven symbolen.
Plaats het verwijderde deel van de behuizing weer terug en draai de schroeven vast.
Let op: indien de opgeslagen meetwaarden tijdens het vervangen van de batterijen
niet verloren dienen te gaan, sluit dan de geheugenadapter aan op een PC en start
METRAwin
10.
De geheugenadapter wordt op deze manier tijdens het vervangen van de batterijen
via de RS232-interface van stroom voorzien.
!
12 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
6 Korte gebruiksaanwijzing
De geheugenadapter kan worden bediend door middel van de toetsen, of eenvoudig via de
METRAwin 10-software. De belangrijkste functies van het menu zijn ook via sneltoetsfunc-
ties te kiezen.
6.1 Bedienen van het menu
De toets bevestigt het actuele menupunt en opent het submenu.
Dezelfde toets met het symbool verplaatst de cursor naar rechts, bijvoorbeeld bij het
invoeren van de tijd.
Met de beide toetsen en kan een submenu worden gekozen door naar boven of naar
beneden te scrollen, of voor het verkleinen en vergroten van de ingestelde waarden wor-
den gebruikt.
Met behulp van de gele ESC-toets kan het huidige menu worden verlaten en naar het
bovengelegen menu worden teruggekeerd. Dezelfde toets met het symbool verplaatst
bijv. bij het invoeren van de tijd de cursor naar links.
Bij numerieke instellingen zoals de trigger-drempel en de tijd dienen de toetsen en
voor het selecteren van het gewenste cijfer.
Aanwijzing: als een menu wordt afgesloten, dan springt het display automatisch naar het
hoofdmenu.
6.2 Sneltoetsfuncties op de adapter
Drie belangrijke functies zijn via een combinatie van toetsen activeerbaar.
Handmatige opname van waarden starten / stoppen – „StorE“-functie
Sneltoetsfunctie: start: gele ESC-toets en de toets tegelijkertijd indrukken.
Display: nn.n = procentuele geheugenbezetting
Sneltoetsfunctie: stop: tweemaal op de toets drukken.
Waarden uitlezen, parameters instellen – „PC“-functie
Sneltoetsfunctie: gele ESC-toets ingedrukt houden en op de toets drukken.
Display: PC-nn (nn = ingesteld adres van de geheugenadapter)
In deze modus kunnen de parameters van de geheugenadapter via de interface vanuit de
PC worden ingesteld. Ook kunnen de waarden vanuit de PC naar de multimeter en terug
naar de PC via de adapter worden getransporteerd. Bovendien kunnen de geregistreerde
meetwaarden naar de PC worden overgeladen.
Live-meetwaarden vanuit de multimeter overladen – „onlinE“-functie
Sneltoetsfunctie: gele ESC-toets ingedrukt houden en op de toets drukken.
Display: PC-nn (nn = ingesteld adres van de geheugenadapter)
Sneltoetsfunctie: stop: op de gele ESC-toets drukken.
In deze modus worden de waarden van de multimeter (SEND-modus) naar de PC verzon-
den, echter slechts in één richting en zonder de PC te activeren.
Let op
Bij alle aangesloten geheugenadapters moeten verschillende adressen worden
ingesteld (hoofdstuk 7.6, pag. 18).
!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 13
6.3 Sneltoetsfuncties op de multimeter
Instellen van de normale modus
Schakel het instrument uit en weer aan
Of, als het zich in de meetmodus bevindt: druk gelijktijd op de FUNC- en ON-toets
Of, als het zich in het keuzemenu bevindt: kies STORE - STOP en bevestig met ON
Of, als het zich in de zendmodus bevindt: kies in het menu SET: SEND – OFF
Meetwaarden naar de adapter zenden – SEND-modus
Schakel de multimeter in door gelijktijdig op DATA en ON te drukken
Of in het menu SET: SEND instellen
Meetwaarden in het geheugen van de multimeter opslaan – STORE-modus
Geldt alleen bij de Multimeters 22M, 26M, 29S
Bij ingeschakelde multimeters gelijktijdig op FUNC en ON drukken
14 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
6.4 Menu-overzicht
Test4
mm:ss
hh:mm
dd
mm:ss
hh:mm
dd
mm:ss
hh:mm
dd
mm:ss
YES
no
38400no
ModEM
nnnnn
Hi
rAtE HYSt triG CYCLE tIME Addr bd-ouSEt durA
meet-
interval
p. 15
hysterese
p. 15
trigger
p. 16
registratie-
soort
p. 18
interne
klok
p. 18
adapter-
adres
p. 18
transmissiesnelheid
p. 19
registratie-
duur
p. 18
000010:00.00
oFF
oFF oFF dd 00001
9600
out
oFF
high level
YES
hh:mm
dd
on on
hh:mm
19200
LAbELStorE
00.0
bL.001
d0000
StoP
In
St-In
St-out
nnnnn
LO
low level
PrEtr
hier: 0...6 dagen
on
oFFrEtri
re-trigger
on
oFF
on
tiME
trigger-start-tijdstip p. 17
mybloc
dd
hh:mm
tiME
reCAII
nnnn bEGinStAt xxxxx xxxxxEnd
MIN-waarde MAX-waarde
hh:mm
dd
mm:ss
hh:mm
dd
xxxxN
xxxx1
meetwaarde 1...N
mm:ss
hh:mm
dd
xxxxN
xxxx1SCAn
hoofdwaarde 1...N
statistieken
p. 20
meetwaarden
p. 21
hoofdwaarde
p. 21
PC
PC-nn
onlinE
on-nn
CLEAr
no YES
inFo
tiME tESt
mm:ss
hh:mm
dd
Startdisplay
instellen van
de parameters
dataregistratie
p. 19
datao-
verzicht
p. 20
PC-modus
p. 22
online-modus
p. 22
geheugen
wissen
p. 22
informatie
p. 22
Test3
Test2
Test1
diSP
rAm
buSY
YES
no
geheugencluster
bevestigen van de invoer, enter- en ON/OFF-toets
waarden vergroten/verkleinen, menu-scroll-toetsen
cursor rechts, menu-scroll-toets
cursor links, menu-scroll-toets
dag van de week, Engelse afkorting
dd
SEE
digits
-:--.--
All
128 clusters
à 1000 bytes
data
bd-in
9600
8192
on
pre-trigger
p. 17
p. 17
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 15
7 Beschrijving van het menu
7.1 Instellen van de meetfrequentie – rAtE
Volgorde: SEt rAtE m:ss.hh
Instellingen: m = minuten, ss = seconden, hh = honderdste seconden
De meetfrequentie bepaalt de tijdresolutie van de geregistreerde waarden in de geheuge-
nadapter. Een speciale interval -:--.-- wordt gebruikt, om slechts 1 meetwaarde na het star-
ten van de STORE-modus op te slaan. De volgende keer dat de STORE-modus wordt
gestart, wordt er weer slechts 1 meetwaarde opgeslagen. Op deze wijze worden meetwaar-
den van 2x multimeters opgeslagen. De meetfrequentie van deze multimeters moet op DATA
worden ingesteld en ook moet de functie met de DATA-toets op de multimeter worden
geactiveerd. In de SEND-modus van de multimeter wordt dan alleen de met deze meetfunc-
tie gevonden meetwaarde naar de adapter overgeladen.
Aanwijzing:
Met een lange meetinterval kunnen meetwaarden langere tijd dan met een korte meetinterval
worden opgeslagen in het geheugen, wat echter wel ten koste gaat van de tijdresolutie van
de waarden. Aangezien uitsluitend de verschillen worden opgeslagen in het geheugen, is het
aan te raden voor een optimale weergave van de waarden een relatief korte interval te kiezen
en de gevoeligheid (hysterese) zo groot mogelijk te kiezen.
7.2 Instellen van de hysterese – HYSt
Volgorde: SEt rAtE HYSt nnnnn
Instellingen: nnnnn = hysterese in digits
De hysterese-instelling maakt een efficiënt gebruik van het geheugen mogelijk. Zo lang de
meetwaarden in het hysterese-bereik liggen, worden geen meetwaarden opgeslagen in de
adapter. Als de hysterese op ALL of 0 is ingesteld, worden alle meetwaarden in de adapter
opgeslagen.
De linker digits van de hysterese (nnnnn) corresponderen met de linker digits van de meet-
waarde (voor ieder meetbereik). Bijv. een op de adapter ingegeven waarde van 00010 komt
overeen met 00100 op 5-digit-DMM. In het 3.0000 V-bereik komt dit dan overeen met een
hysterese van 0.01 V.
Aanwijzing:
De hysterese is onafhankelijk van het meetbereik. Indien het te verwachten waardebereik van
de meetwaarden bekend is, is het aan te raden de multimeter op het juiste bereik in te stel
-
len. Hiermee wordt ook vermeden, dat waarden door het automatisme in de multimeter tij-
dens het kiezen van het bereik verloren gaan.
Display
All 0 1 4 9 19 00005 00010 00020 00050 00100 00200 00500 01000
5-digit-DMM
alle 00000 00001 00004 00009 00019 00050 00100 00200 00500 01000 02000 05000 10000
6-digit-DMM
alle 000000 000001 000004 000009 000019 000050 000100 000200 000500 001000 002000 005000 010000
adapter-instelling 01000 00100 00010
bij 5-digit-multimeters werkzame waarde 10000 01000 00100
meetbereik werkzame hysterese
300 mV 100 mV 010.0 mV 001.00 mV
3.0000 V 1.0000 V 0.1000 V 0.0100 V
adapter-instelling 01000 00100 00010
bij 6-digit-multimeters werkzame waarde 010000 001000 000100
meetbereik werkzame hysterese
3.00000 V 0.10000 V 0.01000 V 0.00100 V
30.0000 V 01.0000 V 00.1000 V 00.0100 V
16 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
7.3 Trigger-instellingen – triG
Met behulp van de trigger kan worden ingesteld, welke meetwaarden van de multimeter in
het geheugen van de adapter moeten worden opgeslagen. Bovendien kan met behulp van de
verschillende trigger-typen (st-ou, st-in, out, in) het opslaan worden gestart. Een trigger-
gebeurtenis vindt plaats, als de boven- of ondergrens wordt overschreden. Het registreren
kan voor of na de trigger-gebeurtenis plaatsvinden.
De registratieduur is afhankelijk van de meetsnelheid, de hysterese, de beschikbare ruimte in
het geheugen en de gewenste registratieduur (durA).
Het starten van het opslaan in het geheugen (nadat alle instellingen zijn bepaald) geschiedt
door middel van de sneltoetsfunctie ESC en of in het StorE-menu.
Registreren na de trigger-gebeurtenis (zonder re-trigger of pre-trigger)
a) De ingestelde trigger-starttijd is bereikt. Vanaf nu is de trigger actief.
b) Er treedt een trigger-gebeurtenis op, de registratieduur (durA) loopt, de registratie begint.
c) De registratieduur (durA) is afgelopen, de registratie stopt, eventueel ook eerder indien
het geheugen niet toereikend is of als de cyclus-geheugenmodus (CYCLE) is ingesteld.
Meervoudige registratie vanaf de trigger-gebeurtenis (met re-trigger)
Alleen mogelijk voor de trigger-typen triG = in en triG = out.
De pre-trigger moet hiertoe uitgeschakeld zijn (PrEtr = oFF)!
a) b), c) als boven in het voorbeeld zonder re-/pre-trigger
d) Na afloop van de registratie is de trigger meteen weer actief.
Registratie voor de trigger-gebeurtenis resp. onmiddellijke registratie (met pre-trigger)
a) De ingestelde trigger-starttijd is bereikt. Vanaf nu is de trigger actief. De registratie begint
(omdat PrEtr = on). De registratieduur (durA) kan ook hier worden ingesteld om de regis-
tratie te beëindigen.
b) De trigger-gebeurtenis treedt op, de registratie stopt.
bijv.
ingestelde
trigger-tijd
do 12:00
t
echte tijd
a)
do 12:00
trigger actief
b)
trigger-gebeurtenis
registratie
c)
durA
bijv.
ingestelde
trigger-tijd
do 12:00
t
echte tijd
a)
do 12:00
trigger actief
b)
trigger-gebeurtenis
registratie 1
c)
d)
durA
registratie 2
durA
e)
trigger-gebeurtenis
trigger actief trigger actief
rEtri = on
PrEtr = oFF !
bijv.
ingestelde
trigger-tijd
do 12:00
t
echte tijd
a)
do 12:00
trigger actief
b)
trigger-gebeurtenis
registratie
rEtri = buiten werking
PrEtr = on
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 17
Trigger uitschakelen
Volgorde: SEt ... ... trIG oFF tiME oFF
Instellingen: triG = oFF, de trigger is uitgeschakeld
Trigger activeren – trigger-niveau (HI, LO) en type (out, in, st-ou, st-in) instellen
Volgorde: SEt ... ... trIG OFF out
HI nnnnn LO nnnnn
PrEtr on oFF rEtri on oFF tiME oFF
Instellingen: nnnnn = hoog / laag trigger-niveau in digits
De linker digits van de trigger (nnnnn) corresponderen met de linker digits van de meet-
waarde (voor ieder meetbereik). Trigger 12300 in het 3.0000 V-bereik komt bijvoorbeeld
overeen met trigger 1.2300 V.
Trig = st-ou: alleen de meetwaarden die buiten het HI-/ LO-niveau liggen worden opgeslagen.
Trig = st-in: alleen de meetwaard. die binnen het HI-/ LO-niveau liggen worden opgeslagen.
Trig = out: alle meetwaarden worden opgeslagen indien: minstens 1 meetwaarde binnen en
een van de volgende meetwaarden buiten de grenzen van het HI-/LO-niveau ligt.
Trig = in: alle meetwaarden worden opgeslagen indien: minstens 1 meetwaarde buiten en
een van de volgende meetwaarden binnen de grenzen van het HI-/LO-niveau ligt.
Registratie op het ingestelde tijdstip beginnen, vervolgens trigger inschakelen (t.time)
Volgorde: SEt ... ... trIG OFF out
HI nnnnn LO nnnnn
PrEtr on oFF rEtri on oFF tiME oFF on
dd hh:mm
Instellingen: dd = dag van de week waarop de registratie begint
hh:mm = tijd in uren en minuten voor het begin van de registratie
nnnn = hoog / laag trigger-niveau in digits
nn = voortrigger-geheugen in procenten
De registratie van meetwaarden begint op het ingestelde tijdstip (trigger-time).
Daarna wordt de trigger actief.
gekozen trigger-waarde in digits
12300 01230 00123
meetbereik werkzame trigger-drempel
300 mV 123 mV 012.3 mV 001.23 mV
3.0000 V 1.2300 V 0.1230 V 0.0123 V
3.00000 V 1.23000 V 0.12300 V 0.01230 V
30.000 V DC 12.300 V 01.230 V 00.123 V
18 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
7.4 Registratie: duur, type – durA, CYCLE
Registratie zonder tijdslimiet – durA
Volgorde: SEt ... ... durA on oFF
Instellingen: oFF = tijdslimiet uitgeschakeld
De registratie gaat door totdat het geheugen vol is. Indien de functie CYLCE is ingeschakeld,
dan wordt het geheugen in een cyclus volgeschreven. Zie ook
hoofdstuk 7.3, pag. 16.
Registratie met tijdslimiet – durA
Volgorde: SEt ... ... durA ON
dd hh:mm
Instellingen: d = aantal dagen (instelbaar: 0 ... 6)
hh = aantal uren, mm = aantal minuten
Na de aangegeven tijd wordt de registratie afgebroken.
Zie ook tekening hoofdstuk 7.3, pag. 16.
Registratie, cyclisch – CYCLE
Volgorde: SEt rAtE . . . CYCLE OFF on
Instellingen: on = cyclisch opslaan in het geheugen is ingeschakeld
Als het geheugen vol is, dan worden telkens de oudste waarden door nieuwe waarden over-
schreven. Zie ook tekening hoofdstuk 7.3, pag. 16.
Registratie totdat geheugen vol is – CYCLE
Volgorde: SEt ... ... CYCLE on OFF
Instellingen: OFF = cyclisch opslaan in het geheugen uitgeschakeld
Als het geheugen vol is, dan wordt de registratie afgebroken.
Zie ook tekening hoofdstuk 7.3, pag. 16.
7.5 Interne klok – timE
Actuele dag van de week en actuele tijdstip instellen (geen datum)
Volgorde: SEt ... ... tiME dd hh:mm
Instellingen: dd = actuele dag van de week
hh:mm = actuele tijd in uren en minuten
De actuele dag van de week en de actuele tijd worden op deze manier ingesteld.
7.6 Adres en modemaansluiting instellen – Addr, ModEM
Volgorde: SEt ... ... Addr nn ModEM no YES
Instellingen: nn = 1 ... 15
ModEM = YES, als de adapter via een modem aan de PC is aangesloten
Indien meerdere geheugenadapters aan de PC worden aangesloten, dan heeft iedere adap-
ter een eigen adres nodig. Voor de eerste adapter moet dan adres 1 worden ingesteld, voor
de tweede adapter adres 2, enz.
Aanwijzing: indien er maar 1 adapter is aangesloten, moet adres 1 worden ingesteld.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 19
7.7 Transmissiesnelheid instellen – bAud-ou, bAud-in
Transmissiesnelheid naar de PC instellen – bAud-ou
Volgorde: SEt ... ... bAud-ou 19200
Instellingen: 9600 (basisinstelling), 19200, 38400 baud
De transmissiesnelheid tussen de geheugenadapter en de PC wordt hiermee bepaald.
Dezelfde transmissiesnelheid moet in METRAwin 10 worden gekozen op de PC.
Transmissiesnelheid naar de multimeter instellen – bAud-in
Volgorde: SEt ... ... bAud-in 9600
Instellingen: 9600 (basisinstelling) of 8192 baud
De transmissiesnelheid tussen de geheugenadapter en de multimeter kan hier worden
bepaald.
Aanwijzing: bij METRAHit 1xS-multimeters is alleen 8192 baud instelbaar.
Instrumenten van de serie METRAHit 2x zenden met de instelling RS232 of SI232 automa-
tisch met 8192 Bd. In dit geval moet de SI232-II ook op 8192 Bd worden ingesteld.
Indien u de METRAHit 2x met 9600 Bd wilt gebruiken, dan moet dit op adaptertype BD232
(onder interface-parameters) worden ingesteld, en de SI232-II op 9600 Bd worden inge
-
steld.
7.8 Data-opname starten, onderbreken, beëindigen – StorE, LAbEL
Data-opname starten (StorE-modus)
Voorbereidingen op de multimeter:
Het juiste adaptertype instellen, voor de
SI232-II: AdAPt = SI232 onlinE, resp. voor de
SI232: AdAPt = SI232 StorE
(DMM-menu: SEt ... ... SI232 StorE ... )
De meetsnelheid, bijv. ratE = 0.05 instellen. Bij de METRAHit 12S - 18S zijn geen instelmo-
gelijkheden aanwezig; de snelheid is vast, maar afhankelijk van de meetfunctie.
Kies de benodigde meetfunctie (V, A, ...) en het meetbereik.
Activeer de meetwaardentransmissie door gelijktijdig op DATA en ON te drukken, of in het
menu SEt – SEnd – on.
Voorbereidingen op de adapter:
De data-opname wordt beïnvloed door de volgende instellingen, die vooraf moeten wor-
den gecontroleerd: meetfrequentie (rAtE), hysterese (HYSt), trigger-instellingen (triG), regis-
tratieduur (durA), registratietype (CYCLE).
De dag van de week en de tijd moeten ingesteld zijn (tiME).
Als de inhoud van het adaptergeheugen later door andere adapters moeten worden uitge-
lezen, dan moet ten behoeve van de synchroniteit de klok van de adapter met behulp van
METRAwin 10 worden ingesteld.
¼ Kies handmatige data-opname via de functies SEt en rAtE. Het volgende display ver-
schijnt: –:– –.– –
¼ Druk na het inschakelen gelijktijdig op ESC en ON. De procentuele geheugenbezetting
verschijnt op het display, bijv. 00.0 bij een leeg geheugen. DATA en ON lichten kort op.
20 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Starten van de handmatige data-opname:
Sneltoetsfunctie: gele ESC-toets ingedrukt houden en voor iedere meetwaarde-opname de
-toets indrukken.
– Of via het menu StorE (met het invoeren van een naam voor het geheugencluster):
Volgorde: SEt StorE LAbEL no YES mybloc ESC
Instellingen: mybloc = naam van het actuele geheugencluster (optioneel)
ESC-toets – start de opname
Een nieuw geheugencluster wordt geactiveerd om de data in op te slaan. Het nieuwe geheu-
gencluster kunt u een naam geven (LAbEL). Deze naam kunt u dan gebruiken in
METRAwin
10 bij het analyseren van de meetwaarden. Na het activeren van de registratie
met behulp van de ESC-toets worden de volgende displays zichtbaar:
bL.nnn = nummer van het actuele geheugencluster 1 ... 128 (verder met )
d.nnnn = nummer van de actuele meetwaarde binnen het geheugencluster 1 ... 1000
(verder met ) nn.n = procentuele geheugenbezetting van 00.1 ... 99.9 %
Met de ESC-toets kunt u terugkeren naar het hoofdmenu zonder de geheugenmodus te hin-
deren.
Data-opname onderbreken
Volgorde: druk tweemaal op de ESC-toets.
De meetwaarden kunnen nu via de functies reCAII en SEE worden opgevraagd.
Door het ingedrukt houden van ESC en op te drukken, wordt de data-opname hervat.
Data-opname (StorE-modus) beëindigen
Volgorde: SEt StorE LAbEL no bL.nnn StOP
Instellingen: StOP = einde van de data-opname
De handmatige data-opname wordt beëindigd en het overeenkomstige geheugencluster
afgesloten.
Sneltoetsfunctie: de gele ESC-toets gelijktijdig met de -toets indrukken
7.9 Data op de adapter aflezen – reCAll
Statistisch overzicht van de opgeslagen waarden
Volgorde: rECAll bbbb StAt
bEGin dd hh:mm mm:ss End dd hh:mm mm:ss
MIN xxxxx dd hh:mm mm:ss
MAX xxxxx dd hh:mm mm:ss
Instellingen: bbbb = clusternummer van de data in het geheugen
bEGin = begintijd van de registratie in het geheugencluster
End = eindtijd van de registratie in het geheugencluster
dd = dag van de week
hh:mm, mm:ss = tijd in uren, minuten en seconden
MIN, MAX = weergave minimum-/maximumwaarde (display)
xxxxx = meetwaarde (digitale en analoge weergave)
In deze functie wordt een statistisch overzicht weergegeven via een verkiesbaar geheugen-
cluster. In het display worden het geheugenclusternummer, de begin- en eindtijd van de
registratie, en de minimum- en maximumwaarde telkens met de datum en tijd weergegeven.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 21
Individueel opgeslagen meetwaarden bekijken
Volgorde: rECAll bbbb StAt SEE
(bEGin) ... nnnnn
1
... nnnnn
m
... (End)
dd hh:mm mm:ss
Instellingen: bbbb = clusternummer van de data in het geheugen
bEGin = markering van het begin van de registratie in het geheugencluster
End = markering van de eindtijd van de registratie in het geheugencluster
nnnnn
1... m
= individuele meetwaarde 1 ... m
dd = dag van de week
hh:mm, mm:ss = tijd in uren, minuten en seconden
In deze functie worden de individuele meetwaarden van een gekozen geheugencluster
weergegeven.
Met de toetsen kunnen de opgeslagen individuele waarden van het geheugencluster
worden geselecteerd door omhoog of omlaag te scrollen.
De weergave van bEGin resp. End geven het begin resp. het einde weer van het geheugen-
cluster.
Het tijdstip van opslaan in het geheugen (dag van de week met het daarbij behorende tijd-
stip) van een gekozen meetwaarde wordt door herhaald drukken op de toets weergege-
ven.
Aanwijzing: door langer te drukken op de toets of kan omhoog of omlaag gescrolld wor-
den door de afzonderlijk opgeslagen hoofdwaarden. De scrollsnelheid van het omlaag scrol-
len is lager, dan van het omhoog scrollen.
Hoofdwaarden van een geheugencluster bekijken
Volgorde: rECAll bbbb StAt SEE SCAn geheugencluster kiezen
(bEGin) ... xxxxx
1
... xxxxx
m
... (End) hoofdwaarde uitkiezen
dd hh:mm mm:ss registratietijd kiezen
Instellingen: bbbb = clusternummer van de data in het geheugen
bEGin = markering van het begin van de registratie in het geheugencluster
End = markering van de eindtijd van de registratie in het geheugencluster
xxxxx
1... m
= hoofdwaarde 1 ... m
dd = dag van de week
hh:mm, mm:ss = tijd in uren, minuten en seconden
In deze functie worden de hoofdwaarden van de individueel opgeslagen meetwaarden van
een gekozen geheugencluster weergegeven. De tussenwaarden worden overgeslagen.
Deze functie maakt het mogelijk om snel de totale inhoud van een geheugencluster te bekij
-
ken.
Met de toetsen resp. kunnen de opgeslagen individuele waarden van het geheugen-
cluster worden geselecteerd door omhoog of omlaag te scrollen.
De weergave van bEGin resp. End geven het begin resp. het einde weer van het geheugen-
cluster.
Het tijdstip van opslaan in het geheugen (dag van de week en tijdstip) van een gekozen
hoofdwaarde wordt door herhaald drukken op de toets weergegeven.
Aanwijzing: door langer te drukken op de toets of kan omhoog of omlaag gescrolld wor-
den door de afzonderlijk opgeslagen hoofdwaarden. De scrollsnelheid van het omlaag scrol-
len is lager, dan van het omhoog scrollen.
22 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
7.10 Data van de adapter uitlezen met de PC / parameterconfiguraties – PC
Volgorde: PC PC-nn
Instellingen: nn = ingesteld adres van de geheugenadapter
In deze bidirectionele modus kunnen de parameters van de geheugenadapter via de inter-
face vanuit de PC worden ingesteld. Bovendien kunnen de geregistreerde meetwaarden op
de PC worden opgeroepen.
Sneltoetsfunctie: de gele ESC-toets ingedrukt houden + op de toets drukken.
Aanwijzing: bij alle aangesloten geheugenadapters moeten verschillende adressen worden
ingesteld (hoofdstuk 7.6, pag. 18). Het adres van de adapter en de bijbehorende multimeter
moeten echter identiek zijn.
7.11 Live-meetwaarden van de multimeter naar de PC overladen onlinE
Volgorde: onlinE on-nn
Instellingen: nn = ingesteld adres van de geheugenadapter
In deze modus worden de gemeten waarden vanuit de multimeter rechtstreeks naar de PC
gezonden (zonder activering van deze functie op de PC) en alleen in één richting. De adapter
transporteert slechts, en slaat geen waarden op in het geheugen.
Sneltoetsfunctie: de gele ESC-toets ingedrukt houden + op de toets drukken.
Aanwijzing: bij alle aangesloten geheugenadapters moeten verschillende adressen worden
ingesteld (
hoofdstuk 7.6, pag. 18). In deze modus kunnen maximaal 4 adapters zonder bat-
terijen gebruikt worden.
7.12 Geheugen wissen – CLEAr
Volgorde: CLEAr no YES
Instellingen: no = het geheugen blijft onveranderd
YES = het geheugen wordt zonder waarschuwing gewist
Met deze functie wordt het complete geheugen van de geheugenadapter gewist.
Let op: controleer of alle opgeslagen meetwaarden die u nog nodig heeft naar een
PC zijn overgeladen en opgeslagen, voordat u het totale geheugen van de adapter
wist.
7.13 Algemene informatie oproepen – inFo
Weergave van de actuele dag van de week en de tijd
Volgorde: InFO tiME dd hh:mm mm:ss
Instellingen: dd = actuele dag van de week, met: MO = maandag,
tu = dinsdag, We = woensdag, th = donderdag,
Fr = vrijdag, SA = zaterdag, SU = zondag
hh:mm, mm:ss = tijd in uren, minuten en seconden
De actuele dag van de week en de actuele tijd worden na elkaar weergegeven.
•LCD-test
Volgorde: InFO tiME tESt dISP Pattern 1 Pattern 2 . . .
Op het LCD-display worden voor het testen van het LCD bij het bevestigen van de display-
test alle displaymogelijkheden weergegeven. Met de toetsen
en kunnen de verschil-
!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 23
lende testweergaven van het display worden gekozen. Het nummer van de software-versie
wordt numeriek weergegeven op het display als onderdeel van de test.
Fig. 4.5 Display LCD-test
Testen van het interne geheugen
Volgorde: InFO tiME tESt diSP rAM no YES buSY
Instellingen: no = de geheugentest wordt niet uitgevoerd
YES = de geheugentest wordt zonder waarschuwing uitgevoerd
Na het bevestigen van YES met de ENTER-toets wordt het totale geheugen van de adapter
automatisch getest. De geheugentest duurt ca. 5 minuten.
Tijdens de geheugentest worden alle in het geheugen opgeslagen waarden gewist.
Tijdens de geheugentest verschijnt het woord buSY op het display.
Het einde van de test wordt aangegeven met het woord PASS. Door op de ENTER-toets te
drukken keert u terug naar het startdisplay.
Let op: controleer of alle opgeslagen meetwaarden die u nog nodig heeft naar een
PC zijn overgeladen en opgeslagen, voordat u het totale geheugen van de adapter
wist.
!
24 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
8METRAwin 10
8.1 Installeren van METRAwin 10
Voorwaarde voor het installeren is WINDOWS versie 3.1 of hoger.
METRAwin 10 wordt automatisch geïnstalleerd.
¼ Plaats de PROGRAMMADISKETTE in drive A of B.
¼ Open de ROOT-directory voor de drive waar de diskette in geplaatst is.
¼ Lees het README-bestand, die de nieuwste aanwijzingen en correcties bevat, die niet in
deze gebruiksaanwijzing te vinden zijn. Gebruik hiertoe het WINDOWS notebook.
¼ Start het installeren door het intypen van INSTALL <ENTER>
¼ Volg de instructies die op het beeldscherm verschijnen.
8.2 Programmadokumentatie / gebruiksinformatie
„Help“ oproepen:
In het programma kan op elk moment met de F1-toets de dokumentatie en de gebruiksaan-
wijzingen worden opgeroepen.
„Help“ printen:
De programmadokumentatie kan in de .HLP-bestanden worden nagelezen of via de .WRI-
bestanden worden geprint.
Start voor het printen de „.WRI“-bestanden met de WRITE-editor. Open het bestand MULTI-
GER.WRI en print de help-tekst.
8.3 METRAwin 10 starten
Nadat u de software succesvol heeft geïnstalleerd, dient u minstens één aangesloten multi-
meter op data-transmissie in te stellen voordat u METRAwin 10 start. De multimeter kan op
datatransmissie worden ingesteld, door gelijktijdig op DATA en ON op de multimeter te druk-
ken.
Indien deze multimeter is uitgerust met een interface-adapter, dan dient hij te worden aan-
gesloten op de PC op een vrije seriële interface.
Indien deze multimeter is uitgerust met een geheugenadapter, dan dient nu eerst de
geheugenadapter online op de PC te worden aangesloten.
Door het ingedrukt houden van de gele ESC-toets en vervolgens te drukken op de toets
wordt de geheugenadapter en de daaraan aangesloten multimeter via de seriële interface
met de PC verbonden (hoofdstuk 6.2, pag. 12).
Aanwijzing
Bij alle aangesloten geheugenadapters moeten verschillende adressen ingesteld
zijn (hoofdstuk 7.6, pag. 18). Het adres van de adapter en de bijbehorende multi-
meter moet echter identiek zijn.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 25
9 Technische gegevens van de geheugenadapter
Ondersteunde meetinstrumenten
METRAHit 12S ... 16S, 16I/T, 18S, 14A, 22S/M ... 29S
Bediening
LCD-display met 7 segmenten en 4 toetsen.
Bijna alle parameters kunnen handmatig of via de interface op de PC worden ingesteld.
Geheugen
128 kB CMOS geheugen met batterijenbuffer.
Het opslaan van de meetwaarden volgens de differentiewaardenmethode (gecomprimeerd)
met hysterese-mogelijkheid. Er worden gemiddeld 50000 meetwaarden verwerkt; het mini-
mum ligt bij ca. 20000 meetwaarden, afhankelijk van grote signaalveranderingen of tijdsinter-
vallen tussen de afzonderlijke meetwaarden. Het maximum ligt bij 100000 meetwaarden, als
er sprake is van geringe signaalveranderingen, een meetsnelheid van 0,5 s en de hyste-
rese op ALL staat.
Echte tijd-klok
Echte tijd-klok met batterijenbuffer. Maximale fout: 0,5 min / maand.
Interface
Naar de multimeter Optische ontvanger/zender, golflengte 950 nm,
8192 / 9600 baud, 8 bits, geen pariteit, 1 stopbit
Naar de PC Bidirectioneel, baudrate omschakelbaar 9600, 19 200,
38 400 baud, 8 bits, geen pariteit, 1 stopbit
Aantal adapters Er kunnen max. 10 geheugenadapters aangesloten worden.
Bij simultane PC-data-opname (online) is het aantal afhankelijk
van de ingestelde meetsnelheid:
bij het gebruik van METRAHit 1x
maximaal 6 adapters bij een baudrate van 19,2 kBd
maximaal 4 adapters bij een baudrate van 9,6 kBd
bij gebruik van METRAHit 2x
maximaal 3 adapters bij een meetsnelheid van 50 ms
maximaal 8 adapters bij een meetsnelheid van 200 ms
Aansluitingen Leiding 9 dient voor het synchroniseren van aaneengescha-
kelde adapters in de PC-modus.
Leidingen 4 en 7 moeten vanuit de PC op 1 ingesteld worden
en worden gebruikt voor de stroomvoorziening van de geheu
-
genadapter. De stroom wordt in de geheugenadapter vanaf
een sterkte van 5 V uit de voeding gehaald; is de stroom-
sterkte lager, dan zorgt de batterij voor de stroomvoorziening.
Leiding 3 (PC-TXD) wordt voor een negatieve niveau-genere-
ring van het RS232-interface-signaal PC-RXD gebruikt.
Met uitzondering van de leidingen 1 en van de synchronisatie-
leiding 9 staan alle interface-leidingen met andere geheuge-
nadapters in verbinding.
26 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Voeding:
2 x 1,5 V penlight-batterijen;
Bruinsteen volgens IEC R6 type-nr. 3006: 1100 mAh
Alkaline volgens IEC LR6 typ-nr. 4006: 2300 mAh
Gebruiksduur Met alkaline-batterijen, uitgeschakeld:
27 000 h = 3 jaar (zonder zelfontlading van de batterij).
Met alkaline-batterijen, ingeschakeld:
Batterijentest Automatische weergaven van het symbool -||- als het vermo-
gen van de batterijen onder de ca. 2,5 V komt.
Hierna is noch ca. 30 % van het vermogen beschikbaar.
Stroomverbruik Geen batterijverbruik, als de adapter op de PC is aangesloten
en deze van stroom voorziet (tot ca. 4 geheugenadapters in
serie geschakeld).
Verbruik door PC-besturingsleidingen ca. 1,1 mA,
bij een meetsnelheid van 50 ms
Elektrische veiligheid
Veiligheidsinstrument met lage spanning volgens DIN VDE 0411
Kruip- en vrije ruimtes: volgens IEC 1010/ DIN VDE 0411
EMC elektromagnetische veiligheid
Stralingsongevoeligheid Stralingsongevoeligheid N volgens DIN VDE 0875
Grenswaarde klasse B volgens DIN VDE 0871
Temperatuurbereik / klimaatklasse
Werktemperatuur 0 °C ... + 50 °C
Opslagtemperatuur -25 °C ... + 70 °C
Klimaatklasse 2z/0/50/70/75% overeenkomstig DIN VDE 3540
Mechanische opbouw
Behuizing Uit elektrisch geleidende kunststof
Afmetingen 135 x 97 x 39 mm
Gewicht ca. 0,25 kg met batterijen
Interface Naar de PC:
9 polige sub-D ingebouwde bus links met schroefdraad
Naar de geheugenadapter:
9 polige sub-D ingebouwde steker rechts met verzonken
schroeven
Meetfrequentie Duur
50 ms ... 1 s 750 h
2 s 2 200 h
5 s 4 400 h
10 s 6 600 h
20 s 8 800 h
30 s 10 000 h
60 s 11 000 h
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 27
10 Reparatie-, onderhouds- en huurservice,
DKD-kalibratielaboratorium
Neem voor reparaties en onderdelen contact op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
11 Produktondersteuning
Neem voor reparaties en onderdelen contact op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Südwestpark 15
90449 Nürnberg, Duitsland
Telefoon +49 911 8602-0
Telefax +49 911 8602-669
http://www.gmc-instruments.com
Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Gossen MetraWatt SI232-II Handleiding

Type
Handleiding