Documenttranscriptie
ITALIANO
(Traduzione del testo originale)
Questi prodotti sono conformi alle Direttive 2014/30/UE e
2011/65/UE.
Per tagliasiepi e tagliasiepi con asta, Allegato V Pressione
sonora misurata (LwA) 99 dB(A)
Incertezza (K) 1,5 dB(A)
Pressione sonora garantita (LwA) 101 dB(A)
Per motosega e potatore telescopico, Allegato V Pressione
sonora misurata (LwA) 94 dB(A)
Incertezza (K) 1,9 dB(A)
Pressione sonora garantita (LwA) 96 dB(A)
Per maggiori informazioni contattare Black & Decker
all’indirizzo riportato di seguito oppure consultare l’ultima di
copertina del manuale.
Il sottoscritto è responsabile della redazione del presente
documento tecnico ed effettua questa dichiarazione per conto
di Black & Decker.
R. Laverick
Direttore del Dipartimento tecnico
Black & Decker Europe,
210 Bath Road, Slough,
Berkshire, SL1 3YD
Regno Unito
14/12/2017
Garanzia
Black & Decker è certa della qualità dei propri prodotti e offre
ai consumatori una garanzia di 24 mesi dalla data di acquisto.
Il presente certificato di garanzia è complementare ai diritti
legali e non li pregiudica in alcun modo. La garanzia è valida
nei territori degli Stati membri dell’Unione Europea o dell’EFTA
(Associazione europea di libero scambio).
Per attivare la garanzia, la richiesta di intervento e riparazione
in garanzia deve essere effettuata in accordo con i Termini e
condizioni Black & Decker e sarà necessario presentare la
prova di acquisto al venditore o all’agente di riparazione autorizzato. I Termini e condizioni della garanzia Black & Decker
di 2 anni e la sede dell’agente di riparazione autorizzato più
vicino sono consultabili su Internet all’indirizzo www.2helpU.
com oppure è possibile contattare l’ufficio Black & Decker di
zona all’indirizzo indicato in questo manuale.
Visitare il nostro sito web www.blackanddecker.it per
registrare il prodotto Black & Decker appena acquistato e
ricevere gli aggiornamenti su nuovi prodotti e offerte speciali.
(Vertaling van de originele
instructies)
NEDERLANDS
Bedoeld gebruik
De BLACK+DECKER BCASK861D SEASONMASTERTM,
een 4-in-1 snoerloos multitool-systeem, is ontworpen voor het
snoeien en vellen van bomen en het zagen van houtblokken
en het knippen van heggen, heesters en braamstruiken. Dit
gereedschap is uitsluitend bestemd voor consumentengebruik.
Veiligheidsinstructies
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap
@
Waarschuwing! Lees alle veiligheidsinstructies en alle instructies. Wanneer de volgende
waarschuwingen en voorschriften niet in acht
worden genomen, kan dit een elektrische schok,
brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies als referentiemateriaal. De hierna gebruikte term ‘elektrisch gereedschap’
in alle waarschuwingen die hieronder worden vermeld, heeft
betrekking op elektrisch gereedschap voor gebruik op netspanning (met netsnoer) of met een accu (snoerloos).
1. Veilige werkomgeving
a. Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Op
rommelige of donkere plekken zullen sneller ongelukken
gebeuren.
b. Werk niet met elektrisch gereedschap in een
omgeving met explosiegevaar, zoals in de nabijheid
van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch
gereedschap veroorzaakt vonken die het stof of de
dampen kunnen doen ontbranden.
c. Houd kinderen en omstanders tijdens het gebruik van
elektrisch gereedschap op afstand. Als u wordt afgeleid,
kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a. De netstekker van het elektrisch gereedschap moet in
het stopcontact passen. Pas de stekker nooit op enige
manier aan. Gebruik geen adapterstekkers in
combinatie met geaard elektrisch gereedschap.
Niet-aangepaste stekkers en passende contactdozen
verminderen het risico van een elektrische schok.
b. Vermijd aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld buizen, verwarmingen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico
van een elektrische schok als uw lichaam contact heeft
met aarde.
c. Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen en
vocht. Als er water in een elektrisch gereedschap dringt,
verhoogt dit het risico van een elektrische schok.
59
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
d. Behandel het snoer voorzichtig. Gebruik het snoer
nooit om het elektrische gereedschap te dragen of
naar u toe te trekken, of de stekker uit het stopcontact
te halen. Houd het snoer uit de buurt van
warmtebronnen, olie, scherpe randen, of bewegende
onderdelen. Beschadigde snoeren of snoeren die in de
war zijn geraakt, verhogen het risico van een elektrische
schok.
e. Gebruik, wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, alleen verlengsnoeren die zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. Het gebruik
van een verlengsnoer dat geschikt is voor buiten
vermindert het risico van een elektrische schok.
f. Als u met elektrisch gereedschap werkt op een
vochtige locatie, gebruik dan een aardlekschakelaar
(RCD).
Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het
risico van een elektrische schok.
3. Persoonlijke veiligheid
a. Blijf alert, let goed op wat u doet en ga met verstand
te werk bij het gebruik van elektrische gereedschap.
Gebruik elektrisch gereedschap niet als u vermoeid
bent of onder de invloed van drugs, alcohol of
medicatie bent. Een moment van onoplettendheid tijdens
het werken met elektrisch gereedschap kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag
altijd oogbescherming. Beschermende uitrusting, zoals
een stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, een helm, of
gehoorbescherming, gebruikt in de juiste omstandigheden,
zal het risico op persoonlijk letsel verminderen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat de
schakelaar in de uit-stand staat voordat u het
gereedschap aansluit op het stopcontact en/of de
accu plaatst en voordat u het gereedschap optilt of
gaat dragen. Het dragen van elektrisch gereedschap met
uw vinger op de schakelaar of het aanzetten van
elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar aan staat,
kan leiden tot ongelukken.
d. Verwijder instelgereedschap of schroefsleutels
voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Een
steeksleutel of een inbussleutel in een draaiend deel van
het elektrisch gereedschap kan tot persoonlijk letsel
leiden.
e. Reik niet buiten uw macht. Blijf altijd stevig en in
balans op de grond staan. Dit geeft u betere controle
over het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties.
f. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende
kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende
onderdelen. Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen door bewegende delen worden gegrepen.
60
g. Als voorzieningen voor stofafzuiging of stofopvang
kunnen worden gemonteerd, controleer dan dat deze
zijn aangesloten en op de juiste wijze worden
gebruikt. Het gebruik van stofafzuiging kan aan stof
gerelateerde gevaren verminderen.
4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a. Overbelast het elektrisch gereedschap niet. Gebruik
het juiste elektrisch gereedschap voor uw toepassing.
Met het juiste elektrisch gereedschap kunt u de
werkzaamheden waarvoor het gereedschap is ontworpen,
beter en veiliger uitvoeren.
b. Gebruik het elektrisch gereedschap niet als de
schakelaar niet goed werkt. Ieder elektrisch
gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden
bediend, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c. Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit
het elektrisch gereedschap voordat u het gereedschap
instelt, accessoires wisselt of het elektrisch
gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve
veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het
elektrisch gereedschap per ongeluk wordt gestart.
d. Bewaar elektrisch gereedschap dat niet wordt
gebruikt, buiten bereik van kinderen. Laat niet
personen die er niet vertrouwd mee zijn en deze
aanwijzingen niet hebben gelezen met het
gereedschap werken. Elektrisch gereedschap is
gevaarlijk in handen van ongetrainde gebruikers.
e. Onderhoud het gereedschap goed.
Controleer dat bewegende delen van het elektrisch
gereedschap wel goed functioneren en niet klemmen,
en dat er niet onderdelen zodanig zijn gebroken of
beschadigd dat de werking van het gereedschap
nadelig wordt beïnvloed. Laat het gereedschap voor
gebruik repareren als het beschadigd is. Veel
ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f. Houd zaag- en snijgereedschap scherp en schoon.
Goed onderhouden zaaggereedschap met scherpe
snijvlakken loopt minder snel vast en is gemakkelijker
onder controle te houden.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, zaagjes
en boortjes, enz., volgens deze aanwijzingen. Let
daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Gebruik van het elektrisch
gereedschap voor werkzaamheden die anders zijn dan
bedoeld, kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
5. Gebruik en onderhoud van accugereedschap
a. Laad accu’s alleen op met de door de fabrikant
aanbevolen lader. Een lader die geschikt is voor het ene
type accu, kan een risico van brand doen ontstaan bij
gebruik met een andere accu.
(Vertaling van de originele instructies)
b. Gebruik elektrisch gereedschap alleen in combinatie
met specifiek vermelde accu’s. Het gebruik van andere
accu’s kan gevaar voor letsel en brand opleveren.
c. Houd de accu, wanneer u deze niet gebruikt, weg bij
andere metalen objecten zoals paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die een verbinding tot stand kunnen
brengen tussen de ene pool en de andere. Als
kortsluiting tussen de polen van de accu wordt gemaakt,
kan dit tot brandwonden of brand leiden.
d. Wanneer de accu slecht wordt behandeld, kan er
vloeistof uit de accu spuiten, vermijd contact met
deze vloeistof. Als er per ongeluk contact ontstaat,
spoel dan met water. Als de vloeistof in de ogen komt,
roep dan tevens medische hulp in. Vloeistof uit de accu
kan irritatie en brandwonden veroorzaken.
6. Service
a. Laat het gereedschap alleen repareren door
gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. De veiligheid van het
gereedschap blijft dan gewaarborgd.
@
Waarschuwing! Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor kettingzagen.
Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Controleer
voordat u de kettingzaag start of de zaagketting vrij
kan draaien. Een moment van onoplettendheid bij het
gebruik van kettingzagen kan ertoe leiden dat kledingstukken of lichaamsdelen in de kettingzaag verstrikt raken.
Houd altijd uw rechterhand op de achterste handgreep
van de kettingzaag en uw linkerhand op de voorste
handgreep. Houd de kettingzaag nooit anders beet,
aangezien hierdoor het gevaar voor lichamelijk letsel
toeneemt.
Houd het gereedschap alleen vast bij de geïsoleerde
greepoppervlakken, omdat de kettingzaag met
verborgen bedrading in aanraking kan komen. Als een
draad onder spanning met een kettingzaag wordt geraakt,
komen onbedekte metalen onderdelen van het gereedschap onder spanning te staan en kunt u een elektrische
schok krijgen.
Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermers. Ook
beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen
en voeten wordt aanbevolen. Adequaat beschermende
kleding verkleint eventueel letsel door rondvliegende snippers of contact met de zaagketting.
Gebruik de kettingzaag niet terwijl u zich in een boom
bevindt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
NEDERLANDS
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik de
kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en
horizontaal vlak staat. Bij gladde of instabiele vlakken,
zoals ladders, kunt u uw evenwicht of de controle
over de kettingzaag verliezen.
Wees er bedacht op dat takken die onder spanning
staan, kunnen terugveren wanneer u ze doorzaagt.
Zodra de spanning in de houtvezels vrijkomt, kunt u door
de tak worden geraakt en/of de controle over de kettingzaag verliezen.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het zagen van struikgewas of jong hout. Het dunne materiaal kan in de
zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen
of u uit balans trekken.
Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep,
in uitgeschakelde toestand en van uw lichaam af
gericht. Plaats altijd de kap over het zwaard als u de
kettingzaag vervoert of bewaart. Een juist gebruik van
de kettingzaag verkleint de kans dat u de bewegende
zaagketting raakt.
Volg de instructies voor het smeren en spannen van
de ketting, en het vervangen van accessoires nauwgezet op. Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting
kan breken en vergroot de kans
op terugslag
Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en
vet. Vettige handvatten zijn glad, waardoor u de controle
over het gereedschap kunt verliezen.
Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet
voor doeleinden waarvoor deze niet bestemd is.
Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet voor het zagen
van kunststof, metselwerk of bouwmaterialen die niet van
hout zijn. Gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor
de kettingzaag bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Oorzaken van terugslag en preventie door de
gebruiker Er kan terugslag optreden wanneer de punt van
het zwaard op een voorwerp stoot of het hout terugveert en de
zaagketting in de zaagsnede klem komt te zitten.
Als de punt een voorwerp raakt, kan het zwaard plotseling
omhoog en naar achter slaan in de richting van de gebruiker.
Wanneer de zaagketting aan de bovenzijde van het zwaard
klem komt te zitten, kan het zwaard snel achterwaarts in de
richting van uw lichaam worden geduwd. Door deze beide
reacties kunt u de controle over de kettingzaag verliezen en
ernstig lichamelijk letsel oplopen. Vertrouw niet uitsluitend op
de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van de kettingzaag.
Als gebruiker van de kettingzaag kunt u ook zelf het nodige
doen om ongevallen of letsel tijdens de zaagwerkzaamheden
te voorkomen.
61
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of van
onjuiste gebruiksomstandigheden van het gereedschap.
Met geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn
beschreven, kan terugslag worden voorkomen:
Zorg voor een stevige grip, sluit uw duimen en
vingers om de handgrepen. Houd de kettingzaag met
beide handen vast en houd uw lichaam en armen
zodanig dat u weerstand kunt bieden aan de terugslagkrachten. Met geschikte voorzorgsmaatregelen kunt
u de terugslagkrachten onder controle houden. Laat de
kettingzaag niet los.
Reik niet te ver en zaag niet boven schouderhoogte.
Dit voorkomt onbedoeld contact met de punt en zorgt
ervoor dat u de kettingzaag in onverwachte situaties beter
onder controle kunt houden.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen
vervangingsonderdelen. Onjuiste zwaarden en kettingen
kunnen kettingbreuk en/of terugslag
veroorzaken.
Volg voor de zaagketting de slijp- en onderhoudsinstructies van de fabrikant. Verkleining van de dieptemaat kan tot meer terugslag leiden.
Het raken van metaal, cement of andere harde
materialen in of in de buurt van het hout kan terugslag
veroorzaken.
Een botte of losse ketting kan terugslag veroorzaken.
U kunt beter niet proberen verder te zagen in een
eerder gemaakte zaagsnede, omdat dit zou kunnen leiden tot terugslag. Maak elke keer een nieuwe
zaagsnede.
Onervaren gebruikers wordt sterk aangeraden een
ervaren gebruiker om praktische instructies over het
gebruik van de kettingzaag en veiligheidsuitrusting te
vragen. De eerste ervaringen kunnen het beste worden
opgedaan met het zagen van stammen op een zaagbok of
montageframe.
Wij adviseren u tijdens het dragen van de kettingzaag de accu te verwijderen en de zaagketting naar
achteren te richten.
Onderhoud uw kettingzaag ook goed wanneer u deze
niet gebruikt. Berg de kettingzaag niet op zonder
dat u eerst de ketting en het zwaard uit de zaag hebt
verwijderd en ondergedompeld in olie hebt bewaard.
Bewaar alle onderdelen van uw kettingzaag op een droge,
veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
Wij adviseren u het oliereservoir leeg te laten lopen
voordat u de kettingzaag opbergt.
Ga vooral stevig op uw voeten staan en zoek van tevoren naar een veilige uitweg voor de vallende boom
of vallende takken.
Houd met behulp van wiggen controle over het kapproces en voorkom zo dat de ketting en het zwaard in
de zaagsnede vast komen te zitten.
62
Onderhoud van de zaagketting. Houd de zaagketting
scherp en zorg dat deze stevig tegen het zwaard ligt.
Zorg dat de zaagketting en het zwaard schoon en
goed geolied zijn. Houd de handvatten droog, schoon en
vrij van olie en vet.
Zorg dat er iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is voor het geval er zich een ongeluk voordoet.
Controleer dat de kettingzaag niet meer op de netspanning is aangesloten wanneer u de zaagketting om
welke reden dan ook moet aanraken.
Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85
dB(A) bedragen. Het is daarom raadzaam om adequate
maatregelen te nemen om uw gehoor te beschermen.
Het zwaard kan heet worden tijdens het zagen. Ga
voorzichtig te werk.
Houd verlengsnoeren uit de buurt van maai-elementen.
@
Waarschuwing! Aanvullende veiligheidswaarschuwingen voor heggenscharen.
Houd lichaamsdelen uit de buurt van het snijblad.
Verwijder geen gesneden materiaal en houd niets vast
dat moet worden gesneden wanneer de bladen in beweging zijn. Zorg dat de schakelaar uit staat wanneer
u vastgelopen materiaal verwijderd. Een moment van
onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap kan
leiden tot ernstige verwondingen.
Houd de heggenschaar bij de handgreep vast terwijl
het snijblad stilstaat. Plaats altijd de afdekkap over de
heggenschaar wanneer u de heggenschaar vervoert
of opbergt.
Wanneer de heggenschaar op de juiste manier wordt
behandeld, verkleint u de kans op persoonlijk letsel door
de snijbladen.
Houd het gereedschap alleen vast bij de geïsoleerde
greepoppervlakken, omdat het snijblad met verborgen
bedrading in aanraking kan komen. Als een snoer
onder spanning wordt geraakt met de snijbladen, komen
onbedekte metalen onderdelen van het gereedschap
onder spanning te staan en kunt u een elektrische schok
krijgen.
Het bedoeld gebruik wordt beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken, dan wel de uitvoering van andere
handelingen met dit gereedschap dan in deze gebruikershandleiding worden aanbevolen, kan tot persoonlijk letsel
en/of schade aan eigendom leiden.
Draag het gereedschap niet bij de voorste handgreep,
de schakelaar of de aan/uit-schakelaar, tenzij de accu
is verwijderd.
(Vertaling van de originele instructies)
Heeft u nog nooit met een heggenschaar gewerkt,
raadpleeg dan een ervaren gebruiker voor praktische
informatie naast deze handleiding.
Zorg ervoor dat u nooit de bladen aanraakt terwijl het
apparaat in werking is.
Probeer nooit de bladen met geweld tot stilstand te
laten komen.
Leg het apparaat pas neer wanneer de messen geheel
tot stilstand zijn gekomen.
Controleer de messen regelmatig op beschadigingen
en slijtage. Het gereedschap mag niet worden gebruikt
wanneer de messen beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat u tijdens het snoeien niet in de buurt
komt van hard materiaal (zoals metalen snoeren,
railings). Als u per ongeluk op dergelijk materiaal stuit,
schakel het gereedschap dan onmiddellijk uit en controleer het op schade.
Als het gereedschap op abnormale wijze gaat trillen,
schakel het dan onmiddellijk uit en verwijder de accu
voordat u het controleert op schade.
Als het gereedschap vastloopt, moet u het onmiddellijk uitschakelen. Verwijder de oorzaak van het vastlopen,
maar neem vooral eerst de accu uit het gereedschap.
Schuif de bladschede na gebruik over de bladen. Let
er, wanneer u het gereedschap opbergt, vooral goed op
dat het snijmes niet onbedekt is.
Zorg er altijd voor dat alle beschermkappen zijn
aangebracht wanneer het apparaat wordt gebruikt.
Probeer nooit een incompleet apparaat te gebruiken
of een apparaat waarop ongeoorloofde wijzigingen zijn
aangebracht.
Zorg ervoor dat kinderen het apparaat nooit gebruiken.
Let op vallend afval wanneer de hogere gedeelten van
een heg worden gesnoeid.
Houd het apparaat altijd met beide handen aan de
daartoe bestemde hendels vast.
Houd verlengsnoeren uit de buurt van maai-elementen.
Veiligheid van anderen
Dit gereedschap mag niet worden gebruikt door personen
(waaronder kinderen) die lichamelijk of geestelijk mindervalide zijn of die geen ervaring met of kennis van dit
gereedschap hebben, tenzij ze onder toezicht staan of
instructies krijgen wat betreft het gebruik van het gereedschap van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Houd toezicht op kinderen zodat zij niet met het apparaat
kunnen spelen.
NEDERLANDS
Overige risico’s
Er kunnen zich bij het gebruik van dit gereedschap nog
meer risico’s voordoen, die mogelijk niet in de bijgesloten
veiligheidswaarschuwingen worden beschreven. Deze
risico’s kunnen zich voordoen door onoordeelkundig gebruik,
langdurig gebruik, enz.
Zelfs wanneer de veiligheidsvoorschriften in acht worden
genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt,
kunnen bepaalde risico’s niet worden uitgesloten. Dit zijn
onder meer:
Verwondingen die worden veroorzaakt door het aanraken
van draaiende of bewegende onderdelen.
Verwondingen die worden veroorzaakt bij het vervangen
van onderdelen, messen of accessoires.
Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig
gebruik van gereedschap. Wanneer u langere periodes
met gereedschap werkt, kunt u het beste regelmatig een
pauze nemen.
Gehoorbeschadiging.
Gezondheidsrisico’s door het inademen van stof dat
vrijkomt tijdens het gebruik van uw gereedschap (bijvoorbeeld: het werken met hout, met name eiken, beuken en
MDF.)
Trillingen
De aangegeven waarden voor trillingsemissie in de technische gegevens en de conformiteitverklaring, zijn gemeten
conform een standaardtestmethode die door EN 60745 wordt
verstrekt. Hiermee kan het ene gereedschap met het andere
worden vergeleken. De aangegeven waarde voor trillingsemissie kan ook worden gebruikt bij een voorlopige bepaling van
blootstelling.
Waarschuwing! De waarde voor trillingsemissie tijdens
het werkelijke gebruik van het elektrisch gereedschap kan
verschillen van de aangegeven waarde afhankelijk van de
manieren waarop het gereedschap wordt gebruikt. Het trillingsniveau kan toenemen tot boven het aangegeven niveau.
Bij beoordeling van de blootstelling aan trillingen met het doel
vast te stellen welke veiligheidsmaatregelen 2002/44/EG
vereist ter bescherming van personen die tijdens hun werk
regelmatig elektrisch gereedschap gebruiken, moet bij een
inschatting van de blootstelling aan trillingen rekening worden
gehouden met de werkelijke gebruiksomstandigheden en
de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. Daarbij
moet ook rekening worden gehouden met alle onderdelen
van de bedrijfscyclus, zoals wanneer het gereedschap wordt
uitgeschakeld en wanneer het gereedschap stationair loopt en
ook de aanlooptijd.
Etiketten op het gereedschap
Naast de datumcode is het gereedschap voorzien van de
volgende symbolen:
63
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
Waarschuwing! De gebruiker moet de instructiehandleiding lezen zodat het risico van letsel
wordt beperkt.
Draag altijd oor- en oogbescherming
Draag handschoenen
Draag iets op uw hoofd
Haal de accu altijd uit het apparaat voordat u
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden gaat
uitvoeren.
Wees bedacht op voorwerpen die worden
weggeslingerd. Houd omstanders uit de buurt
van uw werkgebied
R
Stel het apparaat niet bloot aan regen of een
hoge luchtvochtigheid.
Draag antislipschoeisel.
Wees bedacht op vallende voorwerpen.
Elektrocutiegevaar. Blijf minimaal 10 meter uit
de buurt van bovengrondse kabels.
Controleer voor een voortdurend veilig gebruik
steeds na 10 minuten gebruik de kettingspanning, zoals beschreven in deze handleiding
en stel, als dat nodig is, de ketting opnieuw af
op een speling van 3 mm. Smeer de ketting
steeds na 10 minuten gebruik.
Draairichting van de ketting
Waarschuwing! Raak de ketting niet aan bij
de zaagselafvoer.
93
64
Richtlijn 2000/14/EG gegarandeerd geluidsvermogen.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor accu’s en
laders
Accu’s
Probeer nooit, om welke reden dan ook, de accu open te
maken.
Stel de accu niet bloot aan water.
Bewaar de accu niet op locaties waar de temperatuur kan
stijgen tot boven 40 °C.
Laad de accu uitsluitend op bij een omgevingstemperatuur
tussen 10 °C en 40 °C.
Gebruik alleen de lader die bij het gereedschap is
geleverd.
Gooi lege accu’s weg volgens de instructies in het
gedeelte “Het milieu beschermen”.
p
Probeer niet beschadigde accu’s op te laden.
Laders
Gebruik de lader van BLACK+DECKER alleen voor de
accu’s in het gereedschap waarbij de lader is geleverd.
Andere accu’s kunnen openbarsten, met persoonlijk letsel
en materiële schade tot gevolg.
Probeer nooit niet-oplaadbare accu’s op te laden.
Laat een defect snoer onmiddellijk vervangen.
Stel de lader niet bloot aan water.
Open de lader niet.
Steek nooit een voorwerp in de lader.
$
De lader is uitsluitend bestemd voor gebruik
binnenshuis.
+
Lees de instructiehandleiding voordat u de lader
in gebruik neemt.
Elektrische veiligheid
#
De lader is dubbel geïsoleerd, en daarom is een
aardedraad niet nodig. Controleer altijd dat de
netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje. Probeer nooit de lader te voorzien
van een normale netstekker.
Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant of een BLACK+DECKER-servicecentrum zodat gevaarlijke situaties worden voorkomen.
Functies
Dit apparaat heeft enkele van de volgende functies of allemaal.
1. Vloerkop
2. Hoofdhandgreep
3. Hendel voor in-/uitschakelen
4. Aan/Uit-schakelaar
(Vertaling van de originele instructies)
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Schakelaar voor vergrendeling in de Uit-stand
Kettingzaaghulpstuk
Vrijgave van het kettingzaaghulpstuk
Terugslagbeschermkap
Vrijgaveknop van de terugslagbeschermkap
Zwaard
Zaagketting
Zwaardkap
Heggenschaarhulpstuk
Vrijgaveknop heggenschaar
Heggenschaarmes
Beschermkap
Verlengde stang
Stanghandgreep
Vrijgaveknop verlengde stang
Accu
Een accu laden (afb. A1)
BLACK+DECKER-laders zijn ontworpen voor het laden van
BLACK+DECKER-accu’s.
Steek de lader (21) in een geschikt stopcontact voordat u
een accu (20) plaatst.
Plaats de accu (20) in de lader, en let er daarbij op dat de
accu geheel in de lader komt te zitten (Afbeelding A1).
Het LED-lampje (21a) gaat knipperen ten
teken dat de accu wordt opgeladen.
Wanneer de accu geheel is opgeladen, blijft
het LED-lampje ononderbroken branden. De
accu is nu volledig opgeladen en kan worden
gebruikt of in de acculader blijven zitten.
Laad accu’s die leeg zijn zo spoedig mogelijk na gebruik
op, omdat anders de levensduur van de accu mogelijk
ernstig wordt bekort.
Accu’s hebben de langste levensduur wanneer u ze niet
volledig ontlaadt. Aangeraden wordt de accu’s na elk
gebruik op te laden.
Hot/cold pack delay (vertraging hete/koude accu)
Wanneer de lader waarneemt dat een accu
veel te warm of veel te koud is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold Delay gestart en wordt het
laden uitgesteld tot de accu een normale temperatuur heeft
bereikt. Zodra dit het geval is, schakelt de lader automatisch
over op de stand Pack Charging. Deze functie waarborgt een
maximale levensduur van de accu.
Het lampje knippert in een patroon dat op het label wordt
aangeduid.
De accu in de lader laten
U kunt de accu voor onbeperkte tijd in de lader laten terwijl
het LED-lampje blijft branden. De lader houdt de accu volledig
opgeladen. De lader heeft een automatische opwaardeerstand die de afzonderlijke cellen in de accu van gelijke lading
voorziet of de lading ervan in evenwicht brengt zodat de accu
optimaal kan presteren. Accu’s moeten elke week worden
opgewaardeerd of wanneer de accu niet meer hetzelfde rendement geeft. Plaats, als u de automatische opwaardeerstand
wilt gebruiken, de accu in de lader en laat de accu ten minste
8 uur in de lader zitten.
Belangrijke opmerkingen over opladen
Diagnosefuncties van de lader (afb. A2)
Deze lader is zo ontworpen dat bepaalde problemen die zich
kunnen voordoen met accu’s of met de stroomvoorziening,
kunnen worden gedetecteerd. Problemen worden aangeduid
door middel van een LED die in verschillende patronen knippert.
Slechte accu
De lader kan vaststellen dat een accu zwak
is of beschadigd. De LED knippert in een
patroon dat op het label wordt aangeduid. Ziet
u het lampje in dit patroon van een slechte accu knipperen,
ga dan niet door met het opladen van de accu. Breng de accu
terug naar het servicecentrum of naar een inzamelpunt waar
de accu kan worden gerecycled.
NEDERLANDS
De langste levensduur en de beste prestaties kunnen
worden behaald als de accu wordt opgeladen bij een
temperatuur tussen 18 °- 24 °C. Laad de accu NOOIT op
in een luchttemperatuur lager dan +4,5 °C, of boven +40
°C. Dit is erg belangrijk en voorkomt ernstige schade aan
de accu.
De lader en de accu’s zullen tijdens het laden misschien
bij aanraking warm aanvoelen. Dit is normaal en wijst niet
op een probleem. Plaats de accu en de lader na gebruik
niet in een warme omgeving, zoals een metalen schuur of
een niet-geïsoleerde aanhangwagen, laat ze op een koele
plaats afkoelen.
Als de accu niet goed wordt opgeladen:
Controleer de werking van het stopcontact door een
lamp of een ander apparaat aan te sluiten;
Controleer of er op het stopcontact misschien
verlichting is aangesloten en het stopcontact
stroomloos wordt wanneer u de verlichting uitschakelt;
Breng de lader en de accu naar een ruimte waar de
luchttemperatuur tussen 18 ° en 24 °C ligt.
Breng, als de problemen met het opladen aanhouden,
het gereedschap, de accu en de lader naar het
servicecentrum bij u in de buurt.
De accu moet worden opgeladen wanneer de accu niet
voldoende vermogen levert voor werkzaamheden die eerder zonder veel moeite werden uitgevoerd. WERK NIET
LANGER MET HET GEREEDSCHAP in deze toestand.
Volg de procedure voor het laden.
65
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
U kunt ook een gedeeltelijk lege accu opladen, wanneer
u dat maar wilt, zonder dat dat negatieve gevolgen heeft
voor de accu.
Houd vreemde materialen die geleidende eigenschappen
hebben, zoals, maar niet uitsluitend, slijpstof, metaalsnippers, staalwol, aluminiumfolie of een ophoping van
metaaldeeltjes, weg uit de uitsparingen in de lader. Trek
de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u de
lader gaat reinigen.
Laat de lader niet bevriezen en dompel de lader niet onder
in water of andere vloeistoffen.
De accu plaatsen en verwijderen (afb. A3)
Plaats de accu (20) door deze op één lijn te plaatsen met
het contragedeelte op het gereedschap. Schuif de accu in
het vak en duw tot de accu op z’n plaats klikt.
Druk, als u de accu wilt verwijderen, op de vrijgaveknop
(20a) van de accu en trek tegelijkertijd de accu uit het vak.
Het bladblazerhulpstuk gebruiken
Waarschuwing! Let er vóór aanvang van de montage op dat
het apparaat is uitgeschakeld en de accu is uitgenomen.
Het kettingzaaghulpstuk gebruiken
Waarschuwing! Let er vóór aanvang van de montage op dat
het apparaat is uitgeschakeld en de accu is uitgenomen.
U mag de kap pas weer terugzetten wanneer de pijlen
op de kap van het kettingwiel en de spanknop tegenover
elkaar uitkomen. Houd het zwaard, wanneer u dat op
z’n plaats hebt gezet, stil en plaats de kap (22) van het
kettingwiel terug.
Controleer dat het gat voor de bout van de instelling
(zonder gereedschap) van de spanning op de kap
tegenover de bout (25) in de hoofdbehuizing uitkomt,
zoals wordt getoond in afbeelding A5.
Draai de vergrendelknop (23) voor de afstelling van het
zwaard naar rechts tot deze vastzit, draai vervolgens de
knop één volle slag los, zo dat de zaagketting goed op
spanning kan worden gebracht.
Opmerking: Als de kap niet goed past, controleer dan dat
de nok voor de spanner (zonder gereedschap) tegenover de
sleuf aan de binnenzijde van de kap van het ketting staat.
Draai terwijl u de vergrendelknop (23) van de afstelling
van het zwaard vasthoudt, de kettingspanknop (26) naar
links als u de spanning wilt laten toenemen, zoals wordt
getoond in afbeelding A6. Controleer of de zaagketting
(11) netjes rond het zwaard (10) zit.
De spanning van de ketting afstellen (afb. A7, A8)
Het zwaard en de zaagketting plaatsen (afb. A4, A5,
A6, A7, A8)
Waarschuwing! De ketting is scherp. Draag altijd veiligheidshandschoenen bij het verwijderen of monteren van de
zaagketting. De ketting is scherp en kan u ook verwonden
wanneer de ketting stilstaat.
Als de zaag kan (11) en het zwaard (10) apart in de doos zijn
verpakt, moet de ketting op het zwaard worden bevestigd
en beide moeten aan de romp van het gereedschap worden
bevestigd.
Plaats de zaag op een stevige, vlakke ondergrond.
Draai de vergrendelingsknop (23) van de afstelling van het
zwaard naar links zoals wordt getoond in afbeelding B1,
en verwijder de kap (22) van het kettingwiel.
Pak met veiligheidshandschoenen aan uw handen de
zaagketting (11) vast en leid deze rond het zwaard (10),
en let er daarbij op dat de tanden in de juiste richting
wijzen (zie afbeelding A8)
Controleer dat de ketting goed in de sleuf rondom het
zwaard ligt.
Plaats de zaagketting rond het kettingwiel (24) terwijl
u de sleuf op het zwaard uitlijnt met de bout (25) in het
basisgedeelte, zoals wordt getoond in afbeelding A5.
U moet de spanknop naar links draaien zo ver als dat
gaat.
66
Controleer met de zaag op een vlak, stevig oppervlak, de
spanning van de zaagketting (11). De spanning is goed
wanneer de zaagketting terugschiet als u deze 3 mm van
het zwaard (10) wegtrekt, wanneer u met de middelvinger
en de duim wat kracht uitoefent, zoals in afbeelding A7
wordt getoond. De ketting mag aan de onderzijde van
het zwaard niet doorhangen, zoals wordt getoond in
Afbeelding A8.
U kunt de spanning van de zaag afstellen door de
vergrendelknop van de afstelling (23) één volle slag te
draaien en de instructies te volgen voor “Het zwaard en de
zaagketting plaatsen”.
Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot overmatige
slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard en de
ketting.
Zet, wanneer de spanning van de ketting eenmaal goed
is, de vergrendelknop voor het afstellen van het zwaard
goed vast.
Wanneer de ketting nieuw is, moet u de spanning tijdens
de eerste 2 gebruiksuren regelmatig controleren (nadat u
de accu hebt uitgenomen), aangezien een nieuwe ketting
wat oprekt.
Het zaagketting vervangen (afb. A9)
Draai de vergrendelknop (23) van de afstelling van het
zwaard naar links voor minder spanning van de ketting.
Verwijder de kap (22) van het kettingwiel, zoals wordt
beschreven in het hoofdstuk “Het zwaard en de
zaagketting plaatsen”.
(Vertaling van de originele instructies)
Licht de versleten zaagketting (11) uit de groef in het
zwaard (10).
Plaats de nieuwe ketting in de sleuf op het zwaard, en
let er daarbij op dat de zaagtanden in de juiste richting
wijzen door de pijl op de ketting in dezelfde richting te
laten wijzen als de afbeelding op de kap (22) van het
kettingwiel, zoals wordt getoond in afbeelding A9.
Volg de instructies voor “Het zwaard en de zaagketting
plaatsen”.
Een vervangende ketting en een vervangend zwaard zijn
verkrijgbaar bij het BLACK+DECKER-servicecentrum bij u
in de buurt.
De zaag vervoeren (Afb. A10)
Neem altijd de accu uit het gereedschap en bedek
het zwaard (10) met de kap (12) van het zwaard zie
afbeelding A10, wanneer u de zaag vervoert.
Hulpstukken van de kettingzaag plaatsen en verwijderen. (afb A11)
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang op de
basis-unit (1) plaatsen, door het hulpstuk/de stang tegen
over het motorhuis te houden, zoals wordt getoond in
afbeelding A11.
Duw het hulpstuk of de verlengde stang stevig op de
basis-unit tot dit/deze hoorbaar op z’n plaats klikt.
Opmerking: Hulpstukken passen op dezelfde wijze op de
verlengde stang als op de basis-unit.
Opmerking: Voor de basisstand moet de beschermkap
(8) rechtop staan. Druk op de vergrendelknop (9) van de
beschermkap en til de beschermkap op z’n plaats, zoals wordt
getoond in afbeelding A12.
Voor de stand met de verlengde stang moet de beschermkap
(8) voor de terugslag in de opgeborgen positie zijn. Druk op
de vergrendelknop (9) van de beschermkap en breng de
beschermkap omlaag op z’n plaats, zoals wordt getoond in
afbeelding A12.
Controleer dat het hulpstuk stevig op de basis-unit of de
verlengde stang is bevestigd, door voorzichtig te proberen
het los te trekken. Het hulpstuk of de verlengde stang
moet dan blijven zitten.
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang losnemen
door op de vrijgaveknop (7) of (19) die zich opzij van de
hulpstuk of de verlengde stang bevindt, te drukken en het
hulpstuk of de verlengde stang van de basis-unit of de
verlengde stang los te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen hulpstukken die speciaal
ontworpen zijn voor en geschikt zijn voor het motorhuis.
Juiste handpositie (afb. A13, A14)
Basisstand: Voor een juiste positie van de handen zet u
één hand op de beugelhandgreep (3) en de andere op de
hoofdhandgreep (2).
NEDERLANDS
Stand met de verlengde stang: U kunt werken met de ene
hand op de hoofdhandgreep (2) en uw andere hand op de
greep (18) voor de verlengde stang.
Inschakelen (afb. A13)
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Knijp de beugelhandgreep (3) in en vervolgens
de AAN/UIT-schakelaar (2) in. U kunt de knop voor
vergrendeling in de uit-stand loslaten zodra het apparaat
in werking is. Hoe verder u de AAN/UIT-schakelaar
indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u zowel de
beugelhandgreep als de AAN/UIT-schakelaar ingeknepen
houdt. U kunt het gereedschap uitschakelen door de AAN/
UIT-schakelaar of de beugelhandgreep los te laten.
Stand Verlengd bereik/Verlengde stang
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Pak de greep (18) op de verlengde stang vast en
knijp vervolgens de AAN/UIT-schakelaar (2) in.
U kunt de knop voor vergrendeling in de uit-stand loslaten
zodra het apparaat in werking is. Hoe verder u de AAN/
UIT-schakelaar indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UITschakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar los te laten.
Opmerking: Als u te veel druk uitgeoefend tijdens het zagen,
schakelt de zaag zichzelf uit. U kunt de zaag opnieuw starten
door de AAN/UIT-schakelaar (1) los te laten en vervolgens
weer in te knijpen.
Begin een nieuwe zaagsnede maar nu met minder kracht.
Laat de zaag op z’n eigen snelheid werken.
Werken in de basisstand trimmen / snoeien Veelgebruikte kniptechnieken (afb. A15, A16, A17, A18,
A19, A20)
Vellen
Het proces van het omzagen van een boom. Het is belangrijk
dat de accu volledig is opgeladen zodat u een boom op één
enkele lading kunt omzagen. Zaag niet bomen om wanneer
het hard waait.
Plan een uitwijkroute en maak die vrij voordat u met zagen
begint. Een uitwijkroute moet zich uitstrekken tot achter en
opzij van de verwachte vallijn, zie afbeelding A15.
Voordat u met omzagen begint moet u de natuurlijke vorm
van de boom bekijken, de plaats van de grotere takken
en de windrichting, zodat u kunt beoordelen in welke
richting de boom zal vallen. Houd wiggen (hout, kunststof
of aluminium) en een zware houten hamer in gereedheid.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nagels en
draad van de boom waar u de zaagsneden gaat maken.
Inkeping zagen - Maak een inkeping tot op 1/3 van de
diameter van der Boom, haaks op de voorlichting. Zaag
de lagere horizontale inkeping eerst.
67
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
Zo voorkomt u dat de zaagwerk of het zwaard bekneld
raken wanneer u de tweede inkeping zaagt, zie
afbeelding A16.
Definitieve zaagsnede - Maak de definitieve zaagsnede
ten minste 5 cm hoger dan de horizontale inkeping. Zaag
de definitieve zaagsnede parallel aan de horizontale
inkeping. Maak de definitieve zaagsnede zo dat er genoeg
hout overblijft dat als scharnier kan dienen. Het hout dat
dient als scharnier zorgt ervoor dat de boom niet kan
draaien en niet in de verkeerde richting kan vallen. Zaag
het scharnier niet door, zie afbeelding A16.
Als de definitieve zaagsnede dicht in de buurt van het
scharnier komt, moet de boom beginnen te vallen. Als er
een kans is dat de boom misschien niet in de gewenste
richting valt of terugkantelt en de zaagketting afklemt,
stop dan met zagen voordat de zaagsnede is voltooid
en open met wiggen de zaagsnede zodat de boom in de
gewenste richting valt. Wanneer de boom begint te vallen,
haal dan de kettingzaag uit de zaagsnede, stopt de motor,
leg de kettingzaag neer, en neem afstand via de geplande
uitwijkroute. Wees alert op vallende takken boven uw
hoofd en kijk maar u loopt.
Takken afzagen
Het verwijderen van takken van een omgevallen boom.
Wanneer u takken afzaagt, laat u grotere takken onderaan
zitten zodat de boom van de grond wordt gehouden. Verwijder
de kleine takken in één zaagbeweging. Takken die onder
spanning staan, moeten van onderaf naar boven worden
gezaagd om te voorkomen dat de kettingzaag vast komt te
zitten, zoals in afbeelding A17 wordt getoond. Snoei takken
vanaf de overkant en houdt de stam tussen u en de zaag.
Maak nooit zaagsneden met de zaag tussen uw benen en
klem de af te zagen tak niet tussen uw benen.
Waarschuwing voor terugslaan van takken! Gebruikt u de
kettingzaag voor het eerst, dan kunt u beter oefenen op een
zaagbok.
Een geveilde boom of een stronk in stukken zagen. De manier
van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van het blok.
Maak zo mogelijk gebruik van een zaagbok, zie afbeelding
A18.
Begin altijd pas met zagen wanneer de ketting op volle
snelheid loopt.
Plaats de onderste scherpe punt van de kettingzaag
achter de plaats van de eerste zaagsnede, zoals wordt
getoond in afbeelding a19.
Schakel de kettingzaag in en draai de ketting en het
zwaard omlaag in de boom, met de scherp punt als
scharnier.
Verplaats, wanneer de kettingzaag een hoek van 45
graden bereikt, de kettingzaag weer en herhaal de
stappen tot u de zaagsnede hebt voltooid.
68
Wanneer de boom over de volle lengte wordt ondersteund,
maak dan een zaagsnede van boven af (overbuck), maar
zaag niet in de grond omdat uw zaag dan snel bot wordt.
Afbeelding A20 - wanneer de boom aan één zijde wordt
ondersteund.
Zaag eerst tot op 1/3 van de diameter van onderen af
(underbuck). Maak vervolgens de zaagsnede af door van
boven af naar de eerste zaagsnede te zagen.
Afbeelding a21 - Wanneer de boom aan beide zijden
wordt ondersteund.
Zaag eerst tot 1/3 vanaf de bovenzijde. Maak vervolgens
de zaagsnede af door van onderen af 2/3 naar de eerste
zaagsnede te zagen.
Staat u op een helling, ga dan altijd boven het houtblok
staan. Wanneer u het blok “doorzaagt” kunt u volledige
controle houden door druk op de zaag te verminderen
wanneer u het einde van de zaagsneden nadert, maar
u moet niet uw greep op de handgrepen ontspannen.
Laat niet de ketting in aanraking komen met de grond.
Wanneer u de zaagsnede hebt voltooid, verplaats uw
kettingzaag dan pas wanneer de zaagketting tot stilstand
is gekomen. Zet altijd de motor uit voordat u een nieuwe
zaagsnede begint.
Werken in de stand Verlengd bereik/Verlengde
stang voor knippen en snoeien
Waarschuwing! Ga nooit onder de tak staan die u aan het
zagen bent. Blijf altijd weg uit de baan van vallende takken.
Ga nooit op een ladder staan (afb. A22) of op een
onstabiele ondersteuning wanneer u met de Pole Saw
werkt. Zorg er altijd voor dat u niet uw evenwicht kunt
verliezen omdat u dan ernstig letsel kunt veroorzaken.
Houd andere personen op tenminste 15 m afstand van het
werkgebied. Als u wordt afgeleid, kunt u de controle over
het gereedschap verliezen (afb. A23).
Gevaar voor elektrocutie. Voorkom dat u een elektrische
schok krijgt, werk niet op een afstand van minder dan 15
m van elektrische leidingen boven uw hoofd. Controleer
de omgeving altijd op verborgen elektrische leidingen (afb.
A24).
Schuif de handgreep met de schakelaar van de Pole Saw
niet tot boven schouderhoogte.
Werkpositie (afb. A25)
Draag altijd:
A. Hoofdbescherming.
B. Bescherming voor uw ogen.
C. Werkhandschoenen.
D. Draagriem.
E. Kettingzaagbroek.
F. Schoenen met stalen neuzen.
Waarschuwing! Wanneer uw bomen gesnoeid:
(Vertaling van de originele instructies)
Bescherm u tegen een terugslag omdat die kan leiden tot
ernstige letsel of tot een ongeluk met dodelijke afloop. Zie
hoofdstuk “TERUGSLAG”, zodat u het risico van terugslag
kunt voorkomen.
Reik niet buiten uw macht. Ga vooral goed stevig op uw
voeten staan. Houd uw voeten van elkaar. Verdeel uw
gewicht gelijk over beide voeten.
Pak de Pole Saw vast zoals wordt getoond in afbeelding
A25. Pak het gereedschap stevig vast. Uw duimen en
vingers moeten de handgreep van de Pole Saw stevig
omklemmen.
Werk nooit terwijl u in een boom zit, in een onhandige
positie, op een ladder of een onstabiele oppervlak. U zou
de controle over de Pole Saw kunnen verliezen en ernstig
letsel kunnen veroorzaken.
Een boom trimmen (afb. A26)
Het is belangrijk dat de Pole Saw op volle snelheid draait
wanneer u aan een zaagsnede begint. Plaats, wanneer u
een zaagsnede begint, de lopende ketting tegen de tak.
Houd de Pole Saw stevig op zijn plaats zodat terugslag
of wegglijden (zijwaartse beweging) van de zaag worden
voorkomen.
Maak de eerste zaagsnede op 150 mm van de stam van
de boom, aan de onderzijde van een tak. Gebruik de
bovenzijde van het zwaard voor deze zaagsnede.
Leid de Pole Saw met lichte druk voor een zaagsnede tot
op 1/3 van de diameter van de tak. Maak vervolgens de
definitieve zaagsnede zoals wordt getoond in afbeelding
A26. Oefen niet te veel druk uit op de Pole Saw. De motor
zal overbelast raken en doorbranden. Het gereedschap
werkt beter en veiliger als u het binnen het aangegeven
capaciteitsbereik gebruikt.
Opmerking: Als u probeert dikke takken van onderaf door
te zagen, dan zal de tak doorzakken en de zaagketting in de
zaagsnede vastklemmen. Als u probeert dikke takken van
onderaf door te zagen, zonder een ondiepe zaagsnede van
onderaf, dan zal de tak versplinteren en schors van de boom
trekken.
Haal de Pole Saw uit de zaagsnede terwijl de zaag nog
op volle snelheid draait. Schakel de Pole Saw uit door de
AAN/UIT-schakelaar Los te laten. Zet vooral de Pole Saw
pas wanneer de ketting tot stilstand is gekomen.
Ketting en zwaard
Na enkele uren gebruik moet u de kap van het kettingwiel, het
zwaard en de ketting verwijderen en grondig reinigen met een
zachte borstel. Let erop dat er geen vuil in de smeeropening
op het zwaard mag zitten. Wanneer u een botte ketting
vervangt door een scherpe, is het een goede gewoonte het
zwaard om te keren.
NEDERLANDS
Zaagketting slijpen
Opmerking: De zaagtanden worden direct bot als zij bij het
zagen de grond of een spijker raken. Voor optimale prestaties
van de kettingzaag is het belangrijk dat u de tanden van de
zaagketting scherp houdt. Volg deze handige tips voor het op
de juiste wijze slijpen van de zaagketting:
U bereikt de beste resultaten met vijl van 4,5 mm en een
vijlhouder of vijlsteun voor het slijpen van uw ketting. Zo
zorgt u ervoor dat u altijd de juiste slijphoek aanhoudt.
Plaats de vijlhouder plat op de bovenplaat en de
dieptemeter van de zaagtand.
Afbeelding A27 - houd de juiste hoek van 30° van de
bovenplaat (11a) aan op uw vijlsteun, parallel aan uw
ketting (vijl op 60° van de ketting van opzij gezien).
Slijp de zaagtanden van de ketting eerst aan de ene
zijde. Vijl van de binnenzijde van de zaagtand naar
de buitenzijde. Draai dan uw zaag om en herhaal de
procedure voor de zaagtanden aan de andere zijde van
de ketting.
Opmerking: Gebruik voor de bovenzijde van de ruimers
(deel van de ketting voor de zaagtand) een platte vijl zodat
deze ruimers ongeveer 0,635 mm onder de punten van de
zaagtanden uitkomen, zoals wordt getoond in afbeelding A28.
Afbeelding A29 - Houd voor alle zaagtanden een gelijke
lengte aan.
Ziet u een beschadiging op het chromen oppervlak van de
boven- of zijplaten, vijl deze beschadiging dan weg.
Opmerking: Na het vijlen is de zaagtand scherp, ga zeer
voorzichtig te werk.
Opmerking: Iedere keer dat de ketting wordt geslepen, gaat
iets van de kenmerken van geringe terugslag verloren en
moet u extra voorzichtig zijn. U kunt een ketting beter niet
meer dan vier keer slijpen.
Een heggenschaarhulpstuk gebruiken
Waarschuwing! Let er vóór aanvang van de montage op dat
het apparaat is uitgeschakeld en de accu is uitgenomen.
Hulpstukken van de heggenschaar plaatsen en
verwijderen. (afb B1)
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang op de
basis-unit (1) plaatsen, door het hulpstuk/de stang tegen
over het motorhuis te houden, zoals wordt getoond in
afbeelding B1.
Duw het hulpstuk of de verlengde stang stevig op de
basis-unit tot dit/deze hoorbaar op z’n plaats klikt.
Opmerking: Hulpstukken passen op dezelfde wijze op de
verlengde stang als op de basis-unit.
Controleer dat het hulpstuk stevig op de basis-unit of de
verlengde stang is bevestigd, door voorzichtig te proberen
het los te trekken. Het hulpstuk of de verlengde stang
moet dan blijven zitten.
69
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang losnemen
door op de vrijgaveknop (14) of (19) die zich opzij van de
hulpstuk of de verlengde stang bevindt, te drukken en het
hulpstuk of de verlengde stang van de basis-unit of de
verlengde stang los te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen hulpstukken die speciaal
ontworpen zijn voor en geschikt zijn voor het motorhuis.
Nieuwe aangroei knippen (afb. B4)
Juiste handpositie (afb. B2, B3)
U kunt uitzonderlijk strakke heggen krijgen door te maaien
langs een stuk draad dat u als leidraad over de gehele lengte
van de heg spant.
Voor een juiste positie van de handen in de basisstand zet u
uw linkerhand op de beugelhandgreep (3) en de andere hand
op de hoofdhandgreep (2).
U kunt in de verlengde stand werken met uw rechterhand op
de hoofdhandgreep (2) en uw linkerhand op de greep (18)
voor de verlengde stang.
Inschakelen
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Knijp de beugelhandgreep (3) in en vervolgens
de AAN/UIT-schakelaar (2) in. U kunt de knop voor
vergrendeling in de uit-stand loslaten zodra het apparaat
in werking is. Hoe verder u de AAN/UIT-schakelaar
indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u zowel de
beugelhandgreep als de AAN/UIT-schakelaar ingeknepen
houdt. U kunt het gereedschap uitschakelen door de AAN/
UIT-schakelaar of de beugelhandgreep los te laten.
Stand Verlengd bereik/Verlengde stang
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Pak de greep (18) op de verlengde stang vast en
knijp vervolgens de AAN/UIT-schakelaar (2) in.
U kunt de knop voor vergrendeling in de uit-stand loslaten
zodra het apparaat in werking is. Hoe verder u de AAN/
UIT-schakelaar indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UITschakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar los te laten.
Instructies voor het knippen (afb. B2, B3, B4, B5,
B6)
Opmerking: houd uw handen weg bij de messen. Miss kan
uitlopen na het uitschakelen.
Werkposities (afb. B2, B3)
Blijf altijd stevig op uw voeten en in evenwicht staan en
reik niet buiten uw macht. Draag tijdens het knippen een
veiligheidsbril en antislip-schoeisel. Houd het gereedschap
stevig met beide handen vast en schakel het in (ON). Houd
de heggenschaar altijd vast zoals in afbeeldingen B2 en B3
wordt getoond, met één hand op de hoofdhandgreep (3) en
één hand op de beugelhandgreep (4) of de greep (18) van de
verlengde stang. Houd de unit nooit vast aan de beschermkap
(16) of het mes van de heggenschaar (15).
70
Het meest effectief is knippen met een brede zwaaiende
beweging, waarbij u de tanden van het maaimes door de
aangroei haalt. Een lichte neerwaartse kanteling van het
maaimes, in de richting van de maaibeweging geeft het beste
resultaat.
Strakke heggen (afb. B5)
De zijkanten van heggen knippen (Afb. B6)
Houd de heggenschaar zoals wordt getoond, begin onderaan
en knop met een zwaaibeweging omhoog.
Opmerking: De maaibladen zijn vervaardigd van
hoogwaardig, gehard staal en bij normaal gebruik zullen zij
niet hoeven te worden geslepen. Maar als u per ongeluk een
afrastering, stenen, glas of andere harde voorwerpen raakt,
zoals in afbeelding B7 wordt getoond, kan er een braam op
het maaiblad komen.
Deze braam hoeft niet te worden verwijderd als hij geen
gevolgen heeft voor de beweging van het maaiblad. Als
dat wel zo is, neem dan de accu uit en verwijder de braam
met een fijne vijl of een slijpsteen. Inspecteer de schaar op
beschadiging wanneer u het gereedschap hebt laten vallen.
Als het maaiblad is verbogen, de behuizing is gescheurd, of
er zijn handgrepen afgebroken, of u ziet iets anders dat van
invloed kan zijn op de werking van de heggenschaar, neem
dan contact op met het BLACK+DECKER-servicecentrum
voor reparatie, voordat u het gereedschap weer in gebruik
neemt.
Meststoffen en andere tuinchemicaliën bevatten stoffen die
de roestvorming van metalen sterk versnellen. Berg het
gereedschap niet op op of bij kunstmest of chemicaliën.
Maak het gereedschap schoon met alleen een milde
zeepoplossing en een vochtige doek, nadat u de accu heeft
uitgenomen. Laat nooit vloeistof in het gereedschap dringen
en dompel de onderdelen van het gereedschap nooit onder in
vloeistof. Voorkom dat de maaimessen gaan roesten, breng
een dunne laag machine-olie aan na het schoonmaken.
vanaf de behuizing.
Breng de nokken op de spoelkap op één lijn met de
uitsparingen in de behuizing (Afb. D13).
Druk de kap op de behuizing, tot deze stevig vastklikt.
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Unit start niet.
De accu is niet goed
geplaatst.
Controleer de manier
waarop de accu is
geplaatst
De accu is niet opgeladen.
Controleer de
laadvereisten voor de
accu.
Interne componenten te heet
geworden.
Laat het apparaat
afkoelen.
Hulpstuk of verlengde
stang niet op de basis-unit
bevestigd.
Controleer dat het hulpstuk
goed op z’n plaats zit en
op de verlengde stang is
vergrendeld.
Controleer dat de
verlengde stang goed
op z’n plaats zit en op
de verlengde stang is
vergrendeld.
De accu is niet in de oplader
geplaatst.
Plaats de accu in de lader,
zodat het LED-lampje rood
gaat branden.
De stekker van de lader zit
niet in het stopcontact.
Steek de stekker van de
lader in een stopcontact
waar stroom op staat.
Raadpleeg “Belangrijke
opmerkingen over laden”
voor meer informatie.
De accu laadt
niet op.
Gereedschap
werkt
plotseling niet
meer.
Voorkom dat vloeistof het apparaat binnendringt en
dompel nooit enig onderdeel van het apparaat in vloeistof
onder.
Het milieu beschermen
Gescheiden afvalinzameling. Producten en accu’s
waarop dit symbool is aangebracht, mogen niet bij het
normale huishoudafval worden weggegooid.
Producten en accu’s bevatten materialen die kunnen worden
teruggewonnen of gerecycled en dat doet de vraag naar
grondstoffen afnemen.
Recycle elektrische producten en accu’s volgens de ter
plaatse geldende bepalingen.
Nadere informatie is beschikbaar op www.2helpU.com
Technische gegevens
BCASK861D
BCAS81B– Heggenschaar
Ingangsspanning
V
Snelheid onbelast
CSPM
De omgevingstemperatuur is
te hoog of te laag
Verplaats de lader en de
accu naar een locatie waar
de luchttemperatuur hoger
is dan 4,5°C en lager is
dan +40,5°C
Ingangsspanning
V
Accu heeft de maximale
temperatuur bereikt.
Laat de accu afkoelen.
Snelheid onbelast
m/s
tpm
Accu is leeg. (De accu is zo
ontworpen dat hij zichzelf
plotseling uitschakelt wanneer
hij bijna leeg is. Dit verlengt
de levensduur van de accu.)
Plaats de accu op de lader
en laad de accu op.
Accu
Accessoires
Er zijn andere hulpstukken leverbaar waarmee u van uw
gereedschap een Strimmer®, Bladblazer kan maken.
BCASST91B – Strimmer®
BCASBL71B – Blazer.
Neem contact op met het BLACK+DECKER-servicecentum
ter plaatse of ga naar www.blackanddecker.nl. voor meer
informatie.
Onderhoud
Dit BLACK+DECKER-apparaat is ontworpen om gedurende
een lange periode te functioneren met een minimum
aan onderhoud. Of het gereedschap voortdurend naar
tevredenheid zal functioneren hangt af van de juiste zorg en
regelmatige reiniging.
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek.
Gebruik niet een schurend schoonmaakmiddel of een
schoonmaakmiddel op basis van een oplosmiddel.
18
AC
3575
BCASCS61B – Kettingzaag
18
AC
Snelheid van de ketting = 3,8 tandwiel
= 2.000
90617054
Spanning
V
Capaciteit
Ah
18
DC
2
Type
Li-Ion
Lader
90634971
Ingangsspanning
V
Laadstroom
A
Oplaadtijd ongev.
min
230
AC
1
120
Geluidsdrukniveau, volgens EN 60745:
Geluidsdruk voor Kettingzaag (L ) 83 dB(A), onzekerheid (K) 3 dB(A)
akoestisch vermogen voor Kettingzaag (L ) 94 dB(A), onzekerheid (K) 1,9
dB(A)
pA
WA
Geluidsdruk voor Pole Pruner (snoeischaar op verlengde stang) (L ) 82,5
dB(A), onzekerheid (K) 4 dB(A)
akoestisch vermogen voor Snoeischaar op verlengde stang (L ) 92,9 dB(A),
onzekerheid (K) 2,5 dB(A)
pA
pA
Geluidsdruk voor Heggenschaar (L ) 84,5 dB(A), onzekerheid (K) 1,4 dB(A)
akoestisch vermogen voor Heggenschaar (L ) 94,5 dB(A), onzekerheid (K)
0,8 dB(A)
pA
WA
Geluidsdruk voor Heggenschaar op verlengde stang (L ) 83,3 dB(A), onzekerheid (K) 4 dB(A)
akoestisch vermogen voor Heggenschaar op verlengde stang (L ) 99,1 dB(A),
onzekerheid (K) 1,5 dB(A)
pA
pA
71
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele instructies)
Totale trillingswaarden (som triaxvector) volgens EN 60745:
Kettingzaag (ah, SG) < 2,3 m/s2, onzekerheid (K) 1,5 m/s2
Ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling
van het technische bestand en legt deze verklaring af namens
Black & Decker.
Pole Pruner (Snoeischaar op verlengde stang (ah, SG) < 2,5 m/s2,
meetonzekerheid (K) 1,5 m/s2
Heggenschaar (ah, SG) < 2,5 m/s2, onzekerheid (K) 1,5 m/s2
%
Heggenschaar op verlengde stang (ah, SG) < 2,5 m/s2, meetonzekerheid (K) 1,5
m/s2
BCASK861D SEASONMASTERTM
4-in-1 snoerloos multitool-systeem Black & Decker verklaart
dat deze producten, die zijn beschreven bij ‘Technische
gegevens’, voldoen aan:
2006/42/EG,
kettingzaag: EN 60745-1:2009+A11:2010, EN 60745-213:2009+A1:2010,
Pole Pruner (Verlengde snoeischaar): EN 607451:2009+A11:2010;
EN ISO 11680-1:2011,
heggenschaar: EN 60745-1:2009+A11:2010, EN 60745-215:2009+A1:2010,
Verlengde heggenschaar: EN 60745-1:2009+A11:2010, EN
ISO 10517:2009+A1:2013,
Deze producten voldoen ook aan richtlijn 2014/30/EU en
2011/65/EU.
Voor Heggenschaar en Verlengde heggenschaar, Bijlage V
Gemeten geluidsvermogen (LwA) 99 dB(A)
Meetonzekerheid (K) 1,5 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogen (LwA) 101
dB(A)
Voor Kettingzaag, Verlengde snoeischaar, Bijlage V Gemeten
geluidsvermogen (LwA) 94 dB(A)
Meetonzekerheid (K) 1,9 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogen (LwA) 96
dB(A)
Neem voor meer informatie contact op met Black & Decker
op het volgende adres of raadpleeg de achterzijde van de
handleiding.
72
R. Laverick
Director of Engineering
Black & Decker Europe,
210 Bath Road, Slough,
Berkshire, SL1 3YD
United Kingdom
14/12/2017
Garantie
Black & Decker heeft vertrouwen in zijn producten en biedt
consumenten een garantie van 24 maanden vanaf de aankoopdatum. Deze garantie vormt een aanvulling op uw wettelijke
rechten en beperken deze niet. De garantie is geldig op het
grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de
Europese Vrijhandelszone.
Voor een garantie-aanspraak moet uw aanspraak in overeenstemming zijn met de Voorwaarden en Condities van Black &
Decker en moet u een bewijs van aankoop overleggen aan de
verkoper of aan een geautoriseerde reparatiemonteur. Voorwaarden en condities van de 2-jarige garantie van Black &
Decker en het adres van de vestiging van het geautoriseerde
reparatiecentrum bij u in de buurt, kunt u vinden op internet
op www.2helpU.com, of door contact op te nemen met het
Black & Decker-kantoor ter plaatse, op het adres dat in deze
handleiding wordt vermeld.
Bezoek onze website www.blackanddecker.nl waar u uw
nieuwe Black & Decker-product kunt registreren en updates
over nieuwe producten en speciale aanbiedingen kunt
ontvangen.