26
NEDERLANDS
X Zorg ervoor dat de schijnwerper en de LED-lampjes voor
AREA zijn uitgeschakeld (de lichtmodusschakelaar is niet
ingesteld op AREA en de schakelaar (7) wordt niet
ingedrukt).
X Ontkoppel eventuele 12 V apparatuur van de 12 V-uitgang
voor hulpstukken (11).
Waarschuwing! Laad de batterijen nooit langer op dan 30 uur.
Waarschuwing! Wanneer u de wisselstroomlader gebruikt,
mag u de schijnwerper niet aanzetten. Ook mag u geen
apparaten gebruiken via de 12 V-uitgang voor hulpstukken (11).
X Sluit de wisselstroomlader (10) aan op de aansluiting voor
de lader (4) (fig. B).
X Steek de stekker van de lader (10) in het stopcontact.
X Laad het apparaat totdat het groene LED-lampje (8) gaat
branden (ongeveer 20-30 uur).
X Als de batterijen zijn opgeladen, moet u 5 minuten wachten
voordat u de schijnwerper gebruikt.
De schijnwerper laden via de autolader (gelijkstroom)
(fig. A & C)
Waarschuwing! De wisselstroomlader en de 12 V-lader
mogen nooit tegelijkertijd worden aangesloten.
Tijdens het opladen van de schijnwerper via een autolader
(12 V) kunt u de schijnwerper gebruiken. Als u de
schijnwerper wilt gebruiken tijdens het laden, moet de
12 V-bron minimaal 15 ampère stroom kunnen leveren.
Waarschuwing! Laad de batterijen nooit langer op dan 4 uur.
X Plaats het vrije snoeruiteinde van de meegeleverde
gelijkstroomlader (9) in de aansluiting voor 12V
gelijkstroom (5) (fig. C).
X Plaats de stekker van de gelijkstroomlader (9) in de
aansluiting voor de sigarettenaansteker in de auto of in een
andere krachtbron voor 12V gelijkstroom.
X Laad het apparaat totdat het groene LED-lampje (8) gaat
branden (ongeveer 3-4 uur).
Controleer dat de krachtbron voor de gelijkstroom, dat wil
zeggen de accu en de sigarettenaansteker geschikt is voor
12 V gelijkstroom en dat deze bron gedurende 8 uur minimaal
0,5 ampère kan leveren. Dit betekent dat de batterijen
moeten worden geladen met een capaciteit van minimaal 4
ampère/uur.
Opmerking: Wanneer u de sigarettenaansteker van een
auto wilt gebruiken als krachtbron, moet u mogelijk het
contact van de auto inschakelen.
GEBRUIK
De LED-lampjes voor AREA gebruiken (fig. A)
X Stel de lichtmodusschakelaar (6) in op OO om de
LED-lampjes voor AREA (12) aan te zetten.
X Stel de lichtmodusschakelaar (6) in op elke andere stand
om de LED-lampjes voor AREA (12) uit te zetten.
De schijnwerper gebruiken (fig. A)
X Stel de lichtmodusschakelaar (6) in op 1 BEAM of 2 BEAM.
X Kantel het beschermkapje naar boven en druk op de
schakelaar (7) om de schijnwerper aan te zetten.
X Laat de schakelaar los (7) om de schijnwerper uit te zetten.
De 12 V-uitgang voor hulpstukken gebruiken (fig. D)
Waarschuwing! Gebruik de 12 V-uitgang voor hulpstukken
niet wanneer u de schijnwerper oplaadt via de
wisselstroomlader.
X Trek het afdekplaatje van de 12 V-uitgang voor hulpstukken
(11) omhoog.
X Schakel het 12 V-hulpstuk aan op de aansluiting.
ONDERHOUD
Uw Black & Decker-gereedschap is ontworpen om
gedurende langere periode te functioneren met een
minimum aan onderhoud. U kunt het gereedschap naar volle
tevredenheid blijven gebruiken als u voor correct onderhoud
zorgt en het gereedschap regelmatig schoonmaakt.
Waarschuwing! Koppel het gereedschap los van de
netvoeding voordat u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
X Neem het apparaat van tijd tot tijd af met een vochtige
doek. Gebruik geen schuur- of oplosmiddel. Dompel het
apparaat niet onder in water.
De lamp vervangen (fig. E & F)
Als u een lamp of beide lampen (1) wilt vervangen, hebt u
een kleine kruisschroevendraaier nodig en het juiste
vervangende lampje (zie de technische gegevens).
Raak het glazen gedeelte van de lamp niet aan.
De levensduur van de lamp kan hierdoor worden verkleind.
U kunt de lamp (1) schoonmaken met een doekje en een
schoonmaakmiddel op basis van alcohol.
X Koppel de schijnwerper los van een eventuele lader.
X Schuif de rubberen stootring (2) naar voren totdat u twee
kruiskopschroefjes (13) in de klemring ziet (14).
X Verwijder beide schroeven (13) en leg deze zorgvuldig weg.
X Verwijder de klemring (14), de glazen lens (15) en de
rubberen 'O'-ring (16) en leg deze zorgvuldig weg.
X Verwijder de reflector (17) en de lampenset.
X Maak het snoer van de lamp (18) los van het stroomsnoer.
X Haal de clip (19) van de opstaande rand van de
reflector (fig. F).
X Verwijder de schroef (20) en maak het snoer los.
X Verwijder de lamp (1) en maak het snoer los.
X Plaats de nieuwe lamp (1) in de opstaande rand van de
reflector (17).
X Plaats de clip (19) in de opstaande rand van de
reflector (17).
X Maak het snoer vast met de schroef (20).
X Bevestig het snoer van de lamp (18) aan het stroomsnoer.