Verwijder het remblokafstandstuk en monteer
vervolgens het wiel waaraan de rotor bevestigd is
op het frame. Monteer vervolgens de adapter
zoals aangegeven in de illustratie.
Begin met twee 0,5-mm dikke vulringen, en
gebruik de 0,2 mm vulringen voor fijnafstelling.
Trek de remblokhouder aan en controleer of de
remblokhouder en de rotor elkaar niet hinderen.
Controleer vervolgens of de bevestigingsbouten
van de remblokhouder de rotor niet raken. Als er
hinder is of als het er naar uitziet dat hinder kan
ontstaan, een 2 mm afstandstuk aanbrengen op
de plaats aangegeven in de illustratie.
• M04 remblokken zijn ontworpen ter vermindering van bijgeluiden die tijdens het gebruik van de
remmen door de remblokken en de rotor worden geproduceerd. Voor dit type remblok echter is
een langere inloopperiode vereist in vergelijking tot M03 remblokken.
■ Behandeling van de minerale olie
• Gebruik bij de behandeling een veiligheidsbril en vermijd aanraking met de ogen. Aanraking met de ogen kan
irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de ogen, deze met schoon water uitspoelen en onmiddellijk medische hulp
inroepen.
• Gebruik bij de behandeling handschoenen. Aanraking met de huid kan huiduitslag en irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de huid, deze goed met water en zeep wassen.
• Het inademen van olienevel of dampen kan braken veroorzaken. Bedek neus en mond met een stofmasker en
werk op een goed geventileerde plaats.
Als u olienevel of damp heeft ingeademd, onmiddellijk naar een plaats met frisse lucht gaan. Doe een deken om.
Houd uzelf warm en stabiel en roep deskundige medische hulp in.
• Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• Het olieblik niet inknippen, lassen of onder druk brengen, aangezien dit ontploffing of brand kan veroorzaken.
• Opruimen van afgewerkte olie : Houd u bij het opruimen aan de landelijk geldende milieuwetgeving. Neem bij het
gereedmaken van de olie voor het opruimen de nodige voorzichtigheid in acht.
• Aanwijzingen : Houd het blik gesloten om binnendringen van vuil en vocht te voorkomen en bewaar dit op een
koele, donkere plaats buiten het bereik van direct zonlicht of hitte.
■
Inloopperiode
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan met het verloop van de inloopperiode
toenemen. Zorg er voor dat u op de toename van de remkracht voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de
inloopperiode gebruikt. Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of de rotor vernieuwd worden.
■ Bij het reinigen met een compressor
• Als u bij het demonteren van het huis van de remblokhouder voor het reinigen van de interne onderdelen gebruik
maakt van een compressor, er rekening mee houden dat vocht van de perslucht op de onderdelen van de
remblokhouder achterblijft. Laat de onderdelen van de remblokhouder voldoende drogen alvorens de
remblokhouder te monteren.
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de linkerzijde van het
voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker en rechter zijden van het
achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2 hieronder voor de rechterzijde van het
voorwiel.
Afb. 1
Aantrekplaat
Rotorbevestigingsbouten
(#T25 torx)
Rotor
Naaf
■ Monteren van de slang
Monteer aan de remhendel zoals aangegeven in de illustratie. Controleer of de O-ringen in de
groeven aan zowel de bovenzijde als de onderzijde van de banjo geplaatst zijn en bevestig
vervolgens de banjo aan de remblokhouder zoals aangegeven in de illustratie. Let er op dat de
O-ringen daarbij niet uit de groeven steken.
WAARSCHUWING
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt van de draaiende
schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan het wiel. De rotor is bijzonder scherp en kan
ernstig letsel aan uw vingers toebrengen als deze in de openingen van de draaiende rotor
beklemd raken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen heet worden, dus raak deze onderdelen
tijdens het fietsen of onmiddellijk na het afstappen van de fiets niet aan, omdat anders de kans bestaat dat u
brandwonden oploopt. Controleer alvorens te proberen de remmen af te stellen of de remonderdelen voldoende
afgekoeld zijn.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer.
Verminder uw snelheid en trek de remmen tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen, bestaat de kans dat u van
de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen en de remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en achterremmen correct functioneren.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en de remblokken, anders bestaat de
kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u de remblokken te vernieuwen. Als er olie of
vet op de rotor terechtkomt, dient u de rotor te reinigen. Als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de remmen niet
correct functioneren.
• Dampstremming kan zich voordoen wanneer de remmen continu worden gebruikt. Om deze toestand te verhelpen,
de remhendel kortstondig loslaten.
• Gebruik uitsluitend originele Shimano minerale olie. Als andere soorten olie worden gebruikt, kan dit problemen
met de remwerking opleveren en er toe leiden dat het systeem onbruikbaar wordt.
• Gebruik uitsluitend olie uit een pas geopend blik en gebruik olie die afgetapt is van de ontluchtingsnippel niet
opnieuw. Oude olie of reeds gebruikte olie kan water bevatten dat dampstremming in het remsysteem kan
veroorzaken.
• Zorg er voor dat er geen water of luchtbellen in het remsysteem terechtkomen, omdat anders de kans op
dampstremming bestaat. Wees speciaal voorzichtig tijdens het verwijderen van de dop van de reservoirtank.
• Bij het ondersteboven of op zijn kant plaatsen van de fiets, is het mogelijk dat er wat luchtbellen in de reservoirtank
van het remsysteem achterblijven wanneer de dop van de reservoirtank wordt aangebracht of dat deze zich in
verschillende onderdelen van het remsysteem verzamelen nadat dit gedurende langere tijd gebruikt is. Het M755-
DH schijfremsysteem is niet geschikt om ondersteboven te worden geplaatst. Als de fiets ondersteboven of op zijn
kant wordt geplaatst, bestaat de kans dat de luchtbellen in de reservoirtank in de richting van de remblokhouder
verplaatst worden. Als er in deze toestand met de fiets wordt gereden, bestaat de kans dat de remmen niet
functioneren en dat er een ernstig ongeluk veroorzaakt wordt.
Als de fiets ondersteboven of op zijn kant is geplaatst, de remhendel enkele malen indrukken om te controleren of
de remmen normaal functioneren alvorens met de fiets te gaan rijden. Als de remmen niet normaal functioneren,
deze aan de hand van de volgende procedure afstellen.
• Als zich olielekkages voordoen, het gebruik van de remmen onmiddellijk stoppen en de juiste reparaties uitvoeren.
Als u blijft doorgaan met fietsen terwijl olie lekt, bestaat het gevaar dat de remmen plotseling niet meer
functioneren.
• Controleer of de quick release hendel zich aan de rechterzijde bevindt (aan de zijde tegenovergesteld aan de
rotor). Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als de rotor bevindt, bestaat het gevaar dat deze de
rotor hindert, dus controleer of er geen hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig begrijpt. Indien het remsysteem
niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg hebben dat u de macht over het stuur verliest of tot een
ongeluk leiden waarbij u ernstige verwondingen kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets verschillend is,
dient u de juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de remhendel ingedrukt dient te worden
alsmede de overige bedieningseigenschappen van uw fiets). Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets
en een professionele fietsenhandelaar en oefen uw rij- en remtechniek.
• Volg bij het monteren van onderdelen nauwkeurig de montage-instructies. Losse, versleten of beschadigde
onderdelen kunnen tot gevolg hebben dat de berijder letsel oploopt.
Het wordt bijzonder aangeraden enkel gebruik te maken van originele Shimano onderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige
referentie.
LET OP
Opmerking
• De SM-RT75-DH 203 mm rotor voor afdalingen heeft een grotere diameter en een grotere
kromming dan de 160 mm en 170 mm cross-country rotors. Als gevolg bestaat de kans dat
deze de remblokken raakt.
• Het wordt aanbevolen de remblokafstandstukken te monteren wanneer het fietswiel verwijderd
wordt. De remblokafstandstukken voorkomen dat de zuiger naar buiten komt als de remhendel
wordt ingedrukt wanneer het wiel verwijderd is.
• Als de remhendel wordt ingedrukt zonder dat de remblokafstandstukken gemonteerd zijn,
zullen de zuigers verder dan naar normaal naar buiten gedrukt worden. Gebruik een platte
schroevendraaier of een soortgelijk gereedschap om de remblokken terug te duwen. Let er op
daarbij de buitenzijden van de remblokken niet te beschadigen. (Als de remblokken niet
gemonteerd zijn, de zuigers recht naar binnen drukken en er op letten ze daarbij niet te
beschadigen.)
Als het moeilijk is de remblokken of de zuigers terug te duwen, de dop van de reservoirtank
verwijderen en vervolgens nogmaals proberen. (Het is mogelijk dat er dan enige olie uit de
reservoirtank lekt.)
• Gebruik isopropyl alcohol, zeepwater of een droge doek bij het reinigen of het uitvoeren van
onderhoud aan het remsysteem. Gebruik geen in de handel verkrijgbare
remreinigingsmiddelen of smeermiddelen, aangezien deze beschadiging van onderdelen als
afdichtingen kunnen veroorzaken.
• Bij het demonteren van de remblokhouder de zuigers niet verwijderen.
• Als de rotor versleten, gescheurd of kromgetrokken is, dient deze vernieuwd te worden.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat het gevolg is
van normaal gebruik.
Montage
Gebruik een platte schroevendraaier of soortgelijk gereedschap om de uiteinden van de
aantrekplaat over de boutkoppen te buigen zoals aangegeven in Afb. 3.
Aantrekkoppel:
2 - 4 N·m {20 - 40 kgf·cm}
■ Monteren van de remhendel (BL-M756)
Bevestig de remhendel zoals aangegeven in de
illustratie. (Controleer of de remhendel tijdens de
bediening de schakelhendel niet hindert. Zie ook de
montage-instructies voor de schakelhendel. Bij
bepaalde typen kan het noodzakelijk zijn dat de
schakelhendel als eerste gemonteerd wordt als gevolg
van de positie van de
schakelhendelbevestigingsbouten.)
Op de O-ring is vet aangebracht.
■ Monteren van de remblokhouder (BR-M755-DH) en bevestigen van de slang
Technische montage-instructies
■ Monteren van de rotor (SM-RT75-DH)
Monteer de rotor en de rotoraantrekplaat aan de naaf en
monteer vervolgens de bouten zoals aangegeven in Afb.
1 en trek deze aan.
Afb. 2 Afb. 3
Aantrekplaat
Bij remhendel uiteinde Bij remblokhouder uiteinde
Aantrekkoppel:
5 - 7 N·m {50 - 70 kgf·cm}
Er zijn lange en korte bevestigingsbouten beschikbaar. Doe
beschermende handschoenen aan en oefen kracht uit op de
remblokhouder en draai deze linksom. Trek daarbij de
bevestigingsbouten aan.
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Schijfremsysteem
(Voor afdalingen)
Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken van de onderstaande
combinatie van onderdelen.
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen vereist.
Plaats van gebruik
Rotorbevestigingsbout.
Rotoraantrekplaat
Bevestigingsbout van remhendel
Bevestigingsbout van remblokhouder
Bevestigingsbout van adapter (stang-gemonteerde type)
Bevestigingsas van remblok
Dop van reservoirtank
Kabelsteun
Bevestigingsbout van remslang
Ontluchtingsnippel
Gereedschap
Torx sleutel #25
Platte schroevendraaier
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 3 mm
Phillips schroevendraaier #1
Phillips schroevendraaier #2
Steeksleutel 10 mm
Steeksleutel 8 mm
Algemene veiligheidsinformatie
Doe beschermende handschoenen aan en oefen kracht uit
op de rotor en draai deze rechtsom zoals aangegeven in Afb.
2. Trek daarbij de rotorbevestigingsbouten aan in de
volgorde aangegeven in de illustratie.
Te gebruiken voorvork/frame voor afdalingen
Te gebruiken voorvork voor 203 mm rotor
adapter
BOXXER
MANITOU X-VERT-CARBON (2000, 2001 modellen)
Te gebruiken achtermontagenaaf
voor 203 mm rotor adapter
Internationale standaard
Het M755-DH voorremsysteem kan worden gebruikt met de hierboven aangegeven voorvork.
Dampstremming is een verschijnsel waarbij de olie binnen in het remsysteem verhit raakt, waardoor water of
luchtbellen die in het remsysteem aanwezig zijn gaan uitzetten. Dit kan vervolgens een plotselinge toename in
de remhendelslag veroorzaken.
Als bout
⁄op het punt staat los te raken (wanneer deze linksom draait),
wordt er via de draad kracht uitgeoefend die bout ¤ in de
aandraairichting (rechtsom) draait. Bout ¤ echter kan niet verder in de
aandraairichting draaien. Hierdoor wordt dus voorkomen dat bout ⁄ in
de losdraairichting draait aangezien deze eveneens via de draad
verbonden is.
Als een van de bouten op het punt staat los te raken, heeft dit tot gevolg
dat er een kracht op de andere bout wordt uitgeoefend waardoor deze in
de aandraairichting gedraaid wordt. Dit systeem voorkomt dus dat de
bouten kunnen losraken.
Bout ⁄
Bout ¤
Montage van de SHIMANO adapter
en remblokhouder
< Voor voorzijde >
< Voor achterzijde >
Voorvork
Adapter
Voorvork
Adapter
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Zadelsteun
Adapter
Voor BOXXER
Voor MANITOU
Draad
Bout
Bevestig de twee bouten met een stuk
kabel zoals aangegeven in de illustratie
om lostrillen van de bouten te voorkomen.
Monteren zoals aangegeven in de illustratie.
Draad
Draad
Bout
Draad
< Achterzijde >< Voorzijde >
Voor BOXXER Voor MANITOU
Reservoirtank
Controleer of de montagenaaf
zich in de positie bevindt
zoals aangegeven in de
illustratie.
Bijvullen van minerale olie en ontluchten
1. Zet de fiets met de
remblokafstandstukken nog aan de
remblokhouder bevestigd in een
fietsenrek of soortgelijks zoals
aangegeven in de illustratie, zodat
de reservoirtank parallel ten opzichte
van de grond komt te staan.
Tank dient parallel ten
opzichte van de grond
te staan
3. Draai de ontluchtingsnippel 1/8-ste slag los om deze te openen en giet
vervolgens olie in de reservoirtank. Druk hierbij de remhendel langzaam in om
de inspuiting van de olie in het systeem te bevorderen.
2. Breng een 8 mm steeksleutel in
positie, bevestig een zak aan de
slang en plaats vervolgens de slang
op de ontluchtingsnippel zoals
aangegeven in de illustratie.
Als er periodiek olie uit de ontluchtingsnippel
komt, de ontluchtingsnippel even vastdraaien.
Als de remhendel vervolgens ingedrukt wordt,
zullen de luchtbellen in het systeem via de poort
in de reservoirtank naar boven komen. Druk
zodra de luchtbellen niet langer te voorschijn
komen de remhendel zover mogelijk in. De
toestand is normaal, wanneer de hendel op dit
Als de hendel niet stroef aanvoelt, afstellen aan de hand
van de volgende procedure.
Wanneer de hendel nogmaals wordt ingedrukt,
zullen luchtbellen omhoog komen en in de
reservoirtank terecht komen. Het kan daarbij van
dienst zijn de slang voorzichtig heen en weer te
bewegen of de positie van de
remblokhouder te veranderen.
Wordt stroef
4. Wanneer de olie de slang in loopt, zal het
oliepeil in de reservoirtank dalen. Blijf dus
doorgaan met het toevoegen van olie om het
oliepeil te handhaven zodat er geen lucht door
de poort naar binnen gezogen wordt.
Remblokhouder
Slang
Slang
Ontluchtingsnippel
Steeksleutel
(8mm)
Zak
Werking van de hendel
Los Enigszins stroef Stroef
Parallel ± 10°
Onderhoud
■ Remblokken vernieuwen
Vernieuw de remblokken als na het olie bijvullen olie op de remblokken is terechtgekomen,
of als de remblokken afgesleten zijn tot een dikte van 0,5 mm of als de remblokdrukveren
met de rotor in aanraking komen.
1. Verwijder het wiel uit het frame en verwijder de
remblokken zoals aangegeven in de illustratie.
2. Reinig de zuigers en de directe omgeving daarvan.
3. Plaats de fiets zo dat de reservoirtank parallel ten
opzichte van de grond komt te staan en verwijder
vervolgens de dop van de reservoirtank.
6. Druk de remhendel enkele malen in om te controleren of de werking stroef wordt.
7. Controleer of de rotor en de remblokken elkaar niet raken en controleer vervolgens het
oliepeil (meer olie bijvullen indien vereist). Breng daarna de dop van de reservoirtank aan.
4. Duw de zuiger volledig naar binnen en
let er op deze daarbij niet te verdraaien.
(Het is echter mogelijk dat er dan wat
olie uit de reservoirtank vloeit.)
5. Monteer de nieuwe remblokken en
monteer vervolgens de
remblokafstandstukken.
Aantrekkoppel:
2 - 4 N·m {20 - 40 kgf·cm}
3 mm inbussleutel
Remblokafstandstuk
3 mm inbussleutel
Remblokken
Druk de remhendel enkele malen in en controleer of de remmen al dan niet normaal
functioneren. Controleer ook of er geen zichtbare tekenen zijn van olielekkage.
Gebruik bij C-vormige
geleiders en
kabelaanslagen van het
normale type voor het
bevestigen de speciale
Shimano kraag
(afzonderlijk verkrijgbare
onderdelen), zoals
aangegeven in de
illustratie.
< C-vormige geleider > < Normaal type kabelaanslag >
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
Opmerking:
Het M755-DH remsysteem is zodanig geconstrueerd dat wanneer de remblokken
versleten raken, de zuigers geleidelijk aan naar buiten schuiven waardoor de speling
tussen de rotor en de remblokken automatisch wordt afgesteld. Bij het vernieuwen
van de remblokken dienen daarom de zuigers in hun oorspronkelijke posities
teruggeduwd te worden.
■ Afstelling wanneer de zuigers niet correct werken
Het mechanisme van de remblokhouder omvat vier zuigers. Als deze zuigers niet goed
werken of ongelijkmatig uitsteken of als de remblokken in contact blijven met de rotor, de
zuigers aan de hand van de volgende procedure afstellen.
1. Verwijder het wiel en de remblokken.
Reinig de zuigers en hun directe omgeving en verwijder de dop van de reservoirtank.
2. Duw de zuiger recht naar binnen, zonder deze te verdraaien. Het is echter mogelijk dat
er dan wat olie uit de reservoirtank vloeit.
3. Monteer de remblokken en de remblokafstandstukken.
4. Druk de remhendel volledig in en druk deze daarna nog enkele malen in zodat de vier
zuigers alle naar hun uitgangsposities terugkeren.
5. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en de remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen met behulp
van vulringen.
6. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
■ Minerale olie vernieuwen
Het wordt aanbevolen de olie in de reservoirtank te vernieuwen als deze ernstig verkleurd
raakt.
Bevestig een slang met een zak aan de ontluchtingsnippel, open vervolgens de
ontluchtingsnippel en tap de olie af. U kunt daarbij de remhendel indrukken om het aftappen
van de olie te bespoedigen. Na het aftappen van de olie, het systeem met nieuwe minerale
olie vullen. Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten". Gebruik uitsluitend originele
Shimano minerale olie.
Ruim de afgewerkte olie op overeenkomstig de landelijk geldende milieuwetgeving.
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Zuiger
5. Open en sluit de ontluchtingsnippel in snelle opeenvolging terwijl
u de remhendel ingedrukt houdt (gedurende telkens ongeveer
0,5 seconde) om alle luchtbellen die zich in de remblokhouder
bevinden af te voeren. Herhaal deze procedure ongeveer 2 tot 3
maal. Draai vervolgens de ontluchtingsnippel weer vast.
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
6. Vul de reservoirtank met olie en breng vervolgens de dop van de reservoirtank aan. Bij het
aanbrengen van de dop de reservoirtank tot over de rand met olie vullen om er voor te zorgen
dat er geen luchtbellen in de reservoirtank achterblijven.
Let er verder op dat er geen olie op onderdelen zoals de rotor en de remblokken terechtkomt.
7. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
Opmerking:
Gebruik geen remvloeistofvullers, aangezien deze het ontstaan van kleine luchtbellen
kunnen veroorzaken. Dergelijke luchtbellen kunnen een drastische terugval in de
remprestaties veroorzaken.
Aantrekkoppel:
4 - 6 N·m {40 - 60 kgf·cm}
Remblokhouder
Framemontagenaaf
Lange bout
Frame
Rotor
Vulring
(0.5mm, 0.2mm)
Vulring
(0.5mm, 0.2mm)
afstandstuk
(2mm)
Korte bout
Draairichting
van wiel
Afb. 1 Afb. 2
RechtsvoorLinksachter RechtsachterLinksvoor
Aantrekkoppel van remhendel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Vulringen toevoegen
Vulringen verwijderen
Metalen remblokken
Kunststof remblokken
Remblokhouder
Remhendel
Rotor
Slang
BR-M755-DH
BL-M756
SM-RT75-DH
SM-BH62
Kabelsteun
Minerale Olie
Remblokeenheid
SM-HANG
SM-DB-OIL
M03
M04
< Als de remwerking traag is wanneer de hendel wordt ingedrukt >
Druk de remhendel voorzichtig enkele malen in en wacht totdat de luchtbellen naar de reservoirtank
terugkeren. Het wordt aanbevolen vervolgens de dop van de reservoirtank te verwijderen en de reservoirtank
met minerale olie te vullen totdat er geen luchtbellen meer over zijn.
Als de remmen nog steeds traag werken, het remsysteem ontluchten. (Zie "Bijvullen van minerale olie en
ontluchten".)
Slang
O-ringen
Banjo