Voor het verkrijgen van de beste prestaties wordt het aanbevolen gebruik te maken
van de onderstaande combinatie van onderdelen.
Remblokhouder
Remhendel
Rotor
BR-M486
BL-M486
SM-RT53 (160mm)
SM-RT53M (180mm)
SM-RT53L (203mm)
■ Monteren van de remhendel (BL-M486)
Bevestig de remhendel zoals aangegeven in de illustratie. (Controleer of de remhendel tijdens de
bediening de schakelhendel niet hindert. Zie ook de montage-instructies voor de schakelhendel.
Bij bepaalde typen kan het noodzakelijk zijn dat de schakelhendel als eerste gemonteerd wordt
als gevolg van de positie van de schakelhendelbevestigingsbouten.)
Aantrekkoppel van remhendel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
Kabelsteun
Minerale Olie
Remblokeenheid
SM-HANG
Slang
SM-BH59
SM-DB-OIL
B01S
(Kunststof remblokken)
Technische montage-instructies SI-8FZ0A-001
Schijfremsysteem
(Voor cross-country)
Montage
Voor de montage van dit product zijn de volgende gereedschappen
vereist.
Gereedschap
TL-LR15 of TL-LR10
Inbussleutel 5 mm
Inbussleutel 5 mm
Radio tang
8 mm steeksleutel
Phillips schroevendraaier #1
Phillips schroevendraaier #2
Dopsleutel 7 mm
Plaats van gebruik
Borgring van rotorbevestiging
Bevestigingsbout van remhendel
Bevestigingsbout van remblokhouder /
Bevestigingsbout van adapter
Bevestigingsas van remblok
Bevestigingsbout van remslang
Dop van reservoirtank
Kabelsteun
Ontluchtingsnippel
■ Monteren van de rotor (SM-RT53 / 53M / 53L)
Aantrekkoppel:
40 N·m {400 kgf·cm}
Borgring van rotorbevestiging
TL-LR15 / LR10
■ Monteren van de slang
Zie de montage-instructies voor de SM-BH59 remslang (SI-8H20) voor bijzonderheden over het
monteren van de slang.
Zorg ervoor tijdens het monteren de slang niet te verdraaien. Let erop dat de remblokhouder en
de hendels in de posities zijn zoals aangegeven in de illustraties.
< Voor rechter hendel >
< Voor linker hendel >
Kapjes
< Voorzijde > < Achterzijde >
Stang-gemonteerd type
Kapjes
Kapjes
Om te voorkomen dat de bouten losraken kan er gebruik worden gemaakt van een dopmethode of
een draadringmethode. Gebruik de methode die het meest geschikt is voor de voorvork en het
frame.
160 mm rotor
Kapjes
Kapjes
< Voorzijde > < Achterzijde >
Stang-gemonteerd type
Draad
Kapjes
203 / 180 mm rotors
<Draadringmethode>
Als bout ➀ op het punt staat los te raken (wanneer deze linksom draait),
wordt er via de draad kracht uitgeoefend die bout ➁ in de aandraairichting
(rechtsom) draait. Bout ➁ echter kan niet verder in de aandraairichting
draaien. Hierdoor wordt dus voorkomen dat bout ➀ in de losdraairichting
draait aangezien deze eveneens via de draad verbonden is. Als een van
de bouten op het punt staat los te raken, heeft dit tot gevolg dat er een
kracht op de andere bout wordt uitgeoefend waardoor deze in de
aandraairichting gedraaid wordt. Dit systeem voorkomt dus dat de bouten
kunnen losraken.
Bout ➀
Bout ➁
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Lees de montage-instructies voor het “Bijvullen van minerale olie en
ontluchten” tesamen met deze montage-instructies.
WAARSCHUWING
• Neem extra voorzichtigheid in acht en houd uw vingers uit de buurt van
de draaiende schijfremrotor tijdens montage of onderhoud aan het
wiel. De rotor is bijzonder scherp en kan ernstig letsel aan uw vingers
toebrengen als deze in de openingen van de draaiende rotor beklemd
raken.
• De 203 mm en 180 mm rotors leveren een groter remvermogen dan de 160 mm rotors.
Zorg ervoor dat u volledig vertrouwd bent met de remeigenschappen alvorens u de
remmen gaat gebruiken.
• De remblokhouder en de rotor zullen tijdens het gebruik van de remmen heet worden,
dus raak deze onderdelen tijdens het fietsen of onmiddellijk na het afstappen van de
fiets niet aan, omdat anders de kans bestaat dat u brandwonden oploopt. Controleer
alvorens te proberen de remmen af te stellen of de remonderdelen voldoende afgekoeld
zijn.
• De benodigde remafstand zal langer zijn bij nat weer.
Verminder uw snelheid en trek de remmen tijdig en voorzichtig aan.
• Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker slippen. Als de banden slippen,
bestaat de kans dat u van de fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen
en de remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
• Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de voor- en achterremmen
correct functioneren.
• Wees voorzichtig en laat geen olie of vet in aanraking komen met de rotor en de
remblokken, anders bestaat de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Als er per ongeluk olie of vet op de remblokken terechtkomt, dient u
de remblokken te vernieuwen. Als er olie of vet op de rotor
terechtkomt, dient u de rotor te reinigen. Als dit niet gebeurt, bestaat
de kans dat de remmen niet correct functioneren.
• Controleer alvorens met de fiets te gaan rijden of de dikte van de
remblokken 0,5 mm of meer is.
• Als de remmen tijdens het gebruik geluid te horen geven, kan dit er
op duiden dat de remblokken tot op hun gebruikslimiet versleten
zijn. Controleer de dikte van de remblokken na eerst gecontroleerd
te hebben of het remsysteem voldoende is afgekoeld. Vernieuw de
remblokken als de remblokslijtage indicators zichtbaar zijn.
• Dampstremming kan zich voordoen wanneer de remmen continu
worden gebruikt. Om deze toestand te verhelpen, de remhendel kortstondig loslaten.
• Gebruik uitsluitend originele Shimano minerale olie. Als andere soorten olie worden
gebruikt, kan dit problemen met de remwerking opleveren en er toe leiden dat het
systeem onbruikbaar wordt.
• Gebruik uitsluitend olie uit een pas geopend blik en gebruik olie die afgetapt is van de
ontluchtingsnippel niet opnieuw. Oude olie of reeds gebruikte olie kan water bevatten
dat dampstremming in het remsysteem kan veroorzaken.
• Zorg er voor dat er geen water of luchtbellen in het remsysteem terechtkomen, omdat
anders de kans op dampstremming bestaat. Wees speciaal voorzichtig tijdens het
verwijderen van de dop van de reservoirtank.
• Bij het ondersteboven of op zijn kant plaatsen van de fiets, is het mogelijk dat er wat
luchtbellen in de reservoirtank van het remsysteem achterblijven wanneer de dop van de
reservoirtank wordt aangebracht of dat deze zich in verschillende onderdelen van het
remsysteem verzamelen nadat dit gedurende langere tijd gebruikt is. Het M486
schijfremsysteem is niet geschikt om ondersteboven te worden geplaatst. Als de fiets
ondersteboven of op zijn kant wordt geplaatst, bestaat de kans dat de luchtbellen in de
reservoirtank in de richting van de remblokhouder verplaatst worden. Als er in deze
toestand met de fiets wordt gereden, bestaat de kans dat de remmen niet functioneren
en dat er een ernstig ongeluk veroorzaakt wordt.
Als de fiets ondersteboven of op zijn kant is geplaatst, de remhendel enkele malen
indrukken om te controleren of de remmen normaal functioneren alvorens met de fiets te
gaan rijden. Als de remmen niet normaal functioneren, deze aan de hand van de
volgende procedure afstellen.
• Als zich olielekkages voordoen, het gebruik van de remmen onmiddellijk stoppen en de
juiste reparaties uitvoeren. Als u blijft doorgaan met fietsen terwijl olie lekt, bestaat het
gevaar dat de remmen plotseling niet meer functioneren.
• Als de quick release hendel zich aan dezelfde zijde als de rotor bevindt, bestaat het
gevaar dat deze de rotor hindert, dus controleer of er geen hinder is.
• Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem van uw fiets volledig
begrijpt. Indien het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg
hebben dat u de macht over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden waarbij u
ernstige verwondingen kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets verschillend is,
dient u de juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee de remhendel
ingedrukt dient te worden alsmede de overige bedieningseigenschappen van uw fiets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets en een professionele
fietsenhandelaar en oefen uw rij- en remtechniek.
• De M486 schijfremmen zijn bestemd voor het leveren van optimale
prestaties wanneer deze gebruikt worden in combinatie met de BR-M486
(remblokhouder), BL-M486 (remhendel), SM-RT53 (rotor) en de Shimano
remblokeenheid (B01S).
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen tot
gevolg hebben dat u met de fiets komt te vallen en ernstig letsel oploopt. Het wordt ten
zeerste aanbevolen uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano
vervangingsonderdelen.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige
plaats voor toekomstige referentie.
< Als de remwerking traag is wanneer de hendel wordt ingedrukt >
Stel de remhendel zodanig af dat deze parallel ten opzichte van de grond staat en
druk vervolgens de remhendel voorzichtig enkele malen in en wacht totdat de
luchtbellen naar de reservoirtank terugkeren. Het wordt aanbevolen vervolgens de
dop van de reservoirtank te verwijderen en de reservoirtank met minerale olie te
vullen totdat er geen luchtbellen meer over zijn.
Als de remmen nog steeds traag werken, het remsysteem ontluchten.
(Zie "Bijvullen van minerale olie en ontluchten".)
Dampstremming is een verschijnsel waarbij de olie binnen in het remsysteem verhit
raakt, waardoor water of luchtbellen die in het remsysteem aanwezig zijn gaan
uitzetten. Dit kan vervolgens een plotselinge toename in de remhendelslag
veroorzaken.
LET OP
Algemene veiligheidsinformatie
Remblokslijtage
indicators
In het geval van aanraking met de ogen, deze met schoon water uitspoelen en
onmiddellijk medische hulp inroepen.
• Gebruik bij de behandeling handschoenen. Aanraking met de huid kan
huiduitslag en irritatie veroorzaken.
In het geval van aanraking met de huid, deze goed met water en zeep wassen.
• Het inademen van olienevel of dampen kan braken veroorzaken. Bedek neus
en mond met een stofmasker en werk op een goed geventileerde plaats.
Als u olienevel of damp heeft ingeademd, onmiddellijk naar een plaats met
frisse lucht gaan. Doe een deken om. Houd uzelf warm en stabiel en roep
deskundige medische hulp in.
• Niet drinken. Dit kan braken of diarree veroorzaken.
• Buiten het bereik van kinderen houden.
• Het olieblik niet inknippen, lassen of onder druk brengen, aangezien dit
ontploffing of brand kan veroorzaken.
• Opruimen van afgewerkte olie : Houd u bij het opruimen aan de landelijk
geldende milieuwetgeving. Neem bij het
gereedmaken van de olie voor het opruimen de
nodige voorzichtigheid in acht.
• Aanwijzingen : Houd het blik gesloten om binnendringen van vuil en vocht te
voorkomen en bewaar dit op een koele, donkere plaats buiten
het bereik van direct zonlicht of hitte.
■ Inloopperiode
• Schijfremmen hebben een inloopperiode en de remkracht zal geleidelijk aan
met het verloop van de inloopperiode toenemen. Zorg er voor dat u op de
toename van de remkracht voorbereid bent wanneer u de remmen tijdens de
inloopperiode gebruikt. Hetzelfde doet zich voor wanneer de remblokken of de
rotor vernieuwd worden.
■ Bij het reinigen met een compressor
• Als u bij het demonteren van het huis van de remblokhouder voor het reinigen
van de interne onderdelen gebruik maakt van een compressor, er rekening
mee houden dat vocht van de perslucht op de onderdelen van de
remblokhouder achterblijft. Laat de onderdelen van de remblokhouder
voldoende drogen alvorens de remblokhouder te monteren.
Opmerking
• De SM-RT53L/M 203/180 mm rotors heeft een grotere diameter en een grotere
kromming dan de 160 mm cross-country rotors. Als gevolg bestaat de kans dat
deze de remblokken raakt.
• Als het montageuitsteeksel van de remklauw en de vork niet parallel zijn,
bestaat de kans dat de rotor en de remklauw elkaar raken.
• Het wordt aanbevolen de remblokafstandstukken te monteren wanneer het
fietswiel verwijderd wordt. De remblokafstandstukken voorkomen dat de zuiger
naar buiten komt als de remhendel wordt ingedrukt wanneer het wiel verwijderd
is.
• Als de remhendel wordt ingedrukt zonder dat de remblokafstandstukken
gemonteerd zijn, zullen de zuigers verder dan naar normaal naar buiten
gedrukt worden. Gebruik een platte schroevendraaier of een soortgelijk
gereedschap om de remblokken terug te duwen. Let er op daarbij de
buitenzijden van de remblokken niet te beschadigen. (Als de remblokken niet
gemonteerd zijn, de zuigers recht naar binnen drukken en er op letten ze
daarbij niet te beschadigen.)
Als het moeilijk is de remblokken of de zuigers terug te duwen, de dop van de
reservoirtank verwijderen en vervolgens nogmaals proberen. (Het is mogelijk
dat er dan enige olie uit de reservoirtank lekt.)
• Gebruik isopropyl alcohol, zeepwater of een droge doek bij het reinigen of het
uitvoeren van onderhoud aan het remsysteem. Gebruik geen in de handel
verkrijgbare remreinigingsmiddelen of smeermiddelen, aangezien deze
beschadiging van onderdelen als afdichtingen kunnen veroorzaken.
• Bij het demonteren van de remblokhouder de zuigers niet verwijderen.
• Als de rotor versleten, gescheurd of kromgetrokken is, dient deze vernieuwd te
worden.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat
het gevolg is van normaal gebruik.
■ Behandeling van de minerale olie
• Gebruik bij de behandeling een veiligheidsbril en vermijd aanraking met de ogen.
Aanraking met de ogen kan irritatie veroorzaken.
■ Inrijgen van de wielspaken
Controleer of de spaken zijn ingeregen zoals aangegeven in de illustratie.
Radiaalmontage mag niet worden toegepast.
Rijg de spaken in zoals aangegeven in Afbeelding 1 hieronder voor de linkerzijde
van het voorwiel (de zijde waar de rotor gemonteerd is) en de linker en rechter
zijden van het achterwiel en zoals aangegeven in Afbeelding 2 hieronder voor de
rechterzijde van het voorwiel.
Draairichting
van wiel
Afb. 1 Afb. 2
RechtsvoorLinksachter RechtsachterLinksvoor
■ Monteren van de remblokhouder (BR-M486) en bevestigen van de slang
Monteer bij internationale standaard bevestigingen adapters aan de remblokhouders
voor post-type bevestigingen.
(Er zijn afzonderlijke voor en achter adapters beschikbaar.)
1. Draai de bevestigingsbouten van de remblokhouder los zodat de remblokhouder zijdelings
verplaatst kan worden en monteer vervolgens de adapter aan het frame.
2. Druk de remhendel zodanig in dat de rotor door de remblokken vastgeklemd wordt en draai
vervolgens de bevestigingsbouten van de remblokhouder vast.
Monteer provisorisch de remblokhouder
aan het frame (zodat de remblokhouder
zijdelings verplaatst kan worden), druk de
remhendel zodanig in dat de rotor door de
remblokken vastgeklemd wordt en draai
vervolgens de bevestigingsbouten van de
remblokhouder vast.
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
Bevestigingsbouten
van remblokhouder
● Stang-gemonteerde montagetype
Remblokhouder
Rotor
Adapter
● Internationale standaard montagetype
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
< Voorzijde >
< Achterzijde >
Aantrekkoppel:
6 - 8 N·m {60 - 80 kgf·cm}
< Voorzijde >
Bevestigingsbouten
van adapter
Bevestigingsbouten
van adapter
Onderhoud
■ Remblokken vernieuwen
Vernieuw de remblokken als na het olie bijvullen olie op de remblokken is terechtgekomen,
of als de remblokken afgesleten zijn tot een dikte van
0,5 mm.
1. Verwijder het wiel uit het frame en verwijder
de remblokken zoals aangegeven
in de illustratie.
■ Afstelling wanneer de zuigers niet correct werken
Het mechanisme van de remblokhouder omvat twee zuigers. Als deze zuigers niet goed
werken of ongelijkmatig uitsteken of als de remblokken in contact blijven met de rotor, de
zuigers aan de hand van de volgende procedure afstellen.
1. Verwijder het wiel en de remblokken.
Reinig de zuigers en hun directe omgeving, stel de remhendel zodanig af dat deze
parallel ten opzichte van de grond staat en verwijder de dop van de reservoirtank.
2. Duw de zuiger recht naar binnen, zonder deze te verdraaien. Het is echter mogelijk dat
er dan wat olie uit de reservoirtank vloeit.
3. Monteer de remblokken en de remblokafstandstukken.
4. Druk de remhendel volledig in en druk deze daarna nog enkele malen in zodat de twee
zuigers alle naar hun uitgangsposities terugkeren.
5. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen aan de hand
van de instructies onder "Monteren van de remblokhouder".
6. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
7. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
■ Tijdstip voor vernieuwen van de minerale olie
Het wordt aanbevolen de olie in de reservoirtank te vernieuwen als deze ernstig verkleurd
raakt.
2. Reinig de zuigers en de directe omgeving
daarvan.
3. Stel de remhendel zodanig af dat deze
parallel ten opzichte van de grond staat
en verwijder vervolgens de dop van de
reservoirtank.
6. Druk de remhendel enkele malen in om te controleren of de werking stroef wordt.
7. Verwijder de remblokafstandstukken, monteer het wiel en controleer vervolgens of de
rotor en remblokhouder elkaar niet raken. Als deze elkaar raken, afstellen aan de hand
van de instructies onder "Monteren van de remblokhouder".
8. Breng na het controleren van het oliepeil de dop van de reservoirtank aan.
9. Zet de remhendel in de uitgangspositie terug.
4. Duw de zuiger volledig naar binnen en
let er op deze daarbij niet te verdraaien.
(Het is echter mogelijk dat er dan wat
olie uit de reservoirtank vloeit.)
Opmerking:
Het M486 remsysteem is zodanig geconstrueerd dat wanneer de remblokken
versleten raken, de zuigers geleidelijk aan naar buiten schuiven waardoor de speling
tussen de rotor en de remblokken automatisch wordt afgesteld. Bij het vernieuwen
van de remblokken dienen daarom de zuigers in hun oorspronkelijke posities
teruggeduwd te worden.
5. Monteer de nieuwe remblokken
en monteer vervolgens de
remblokafstandstukken.
Druk de remhendel enkele malen in en controleer of de remmen al dan niet normaal
functioneren. Controleer ook of er geen zichtbare tekenen zijn van olielekkage.
Gebruik bij C-vormige geleiders
en kabelaanslagen van het
normale type voor het bevestigen
de speciale Shimano kraag
(afzonderlijk verkrijgbare
onderdelen), zoals aangegeven
in de illustratie.
< C-vormige geleider > < Normaal type kabelaanslag >
Aantrekkoppel:
0.3 - 0.5 N·m {3 - 5 kgf·cm}
Remblokken
Zuiger
Remblokafstandstuk