Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
2NL
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de versterker.
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de
afstandsbediening blz. 31 t/m 34.
Demonstratiefunctie
De eerste keer dat u de stroom inschakelt, begint
er een demonstratie van de mogelijkheden van het
apparaat. Aan het begin van de demonstratie
verschijnt het volgende bericht tweemaal in het
uitleesvenster:
“NOW DEMONSTRATION MODE IF YOU
FINISH DEMONSTRATION PLEASE PRESS
POWER KEY WHILE THIS MESSAGE
APPEARS IN THE DISPLAY THANK YOU”
Voorkomen dat de demonstratie
verschijnt
Wanneer het bericht op het scherm verschijnt,
drukt u op de ?/1 aan/uit-toets om de versterker
uit te schakelen. Dan zal de volgende keer dat u
de versterker aan zet, de demonstratie uitblijven.
Om de demonstratie weer te zien
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk op de de
?/1 aan/uit-toets om de versterker aan te zetten.
Opmerkingen
• Bij inschakelen van de demonstratie wordt het
geheugen van de versterker gewist. Welke
instellingen er verdwijnen, staat beschreven
onder “Het geheugen van de versterker wissen”
op blz. 13.
• Er wordt geen geluid weergegeven zolang de
demonstratiefunctie is ingeschakeld.
• De demonstratiefunctie kan niet geannuleerd
worden met een druk op de ?/1 aan/uit-toets
nadat het bericht al uit het uitleesvenster is
verdwenen. Om de demonstratiefunctie uit te
schakelen nadat het bericht al is verdwenen,
drukt u eerst tweemaal op de ?/1 aan/uit-toets
om de demonstratie weer te starten. Vervolgens
drukt u nogmaals op de ?/1 toets terwijl het
bericht nog in het uitleesvenster te zien is.
Inhoudsopgave
Bedieningsorganen
Voorpaneel ............................................ 4
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 5
Aansluiten van audio-apparatuur ........... 6
Aansluiten van video-apparatuur ........... 7
Aansluiten van digitale apparatuur ........ 8
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ....... 9
Andere aansluitingen ........................... 10
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ....................11
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 13
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 13
Controleren van de aansluitingen ........ 18
Basisbediening
Andere bedieningsfuncties
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 24
Instellingen met de SET UP toets ........ 24
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 25
Verhelpen van storingen ...................... 25
Technische gegevens ........................... 27
Tabel voor de instellingen met
de LEVEL, SURR en SET UP
toetsen ........................................... 29
Instelbare parameters voor elk van
de klankbeelden ............................. 30
Voor het gebruik van de
afstandsbediening .......................... 31
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 31
Aanpassen van de fabrieksinstellingen
van de FUNCTION
componentkeuzetoetsen
..................................... Achterpagina
NL
Keuze van het weergave-apparaat ....... 18
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Keuze van een klankbeeld ................... 19
Betekenis van de meerkanaals Surround
aanduidingen ................................. 21
Bijregelen van de klankbeelden .......... 22
3NL
Bedieningsorganen
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers.
Voorpaneel
1
2 3 456 7 8
ql
qk
AUX 6 (18)
Cursortoetsen (U/u) qh (14,
22–24)
DVD 3 (18)
LEVEL qj (22)
MASTER VOLUME qa (17, 18)
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL
DECODING) 5
MULTI CH IN 8 (18)
MUTING qd (18)
Hoofdtelefoon-aansluiting
(PHONES) ql (18)
SET UP q; (14, 24)
SOUND FIELD +/– qs (19, 23)
SURR 9 (23)
TEST TONE qf (17)
TUNER 7 (18)
TV 4 (18)
Uitleesvenster qk (21)
VIDEO 2 (18)
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (13,
17, 18, 23)
+/– qg (14, 22–24)
4NL
9
0
qjqh qgqf
qa
qs
qd
Aansluiten van de apparatuur
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Voor het aansluiten van de optische digitaalkabel neemt u de dopjes van de aansluitbussen en dan steekt
u de stekkers er recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optische digitaalkabel niet geknikt of verwrongen wordt.
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L)
rood (R)
wit (L)
rood (R)
B S-Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video)
geel (video)
Bedieningsorganen/Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
C Optische digitaalkabel (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
D Coaxiale digitaalkabel (bijgeleverd)
oranje
oranje
E Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
5NL
Aansluiten van audio-apparatuur
Nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A – E) vindt u op blz. 5.
IN
IN
IN
IN
MONITOR OUT
S-VIDEO
L
OUT
CENTER
R
DIGITAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
AUX
TV
DVD
AUDIO IN
IN
FRONT
VIDEO TUNER
A
OUTPUT
LINE
Tuner
L
R
Tip
Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in
combinatie met de audiosignalen van de TUNER
aansluitingen, maakt u de instelling voor het TUNER
video-ingangssignaal in het SET UP menu (zie blz. 24).
6NL
SURROUND SUB WOOFER
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
Aansluiten van video-apparatuur
Aansluiten van de apparatuur
TV of videomonitor
INPUT
S-VIDEO
IN
B
IN
IN
IN
IN
MONITOR OUT
S-VIDEO
L
OUT
CENTER
R
DIGITAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
AUX
TV
DVD
AUDIO IN
IN
VIDEO TUNER
B
FRONT
SURROUND SUB WOOFER
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
A
OUTPUT
S-VIDEO
OUT
Videorecorder
AUDIO
OUT
L
R
Geluidseffecten toepassen
op het TV-geluid
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO AUDIO
IN stekkerbussen van de versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u
de video-uitgangsaansluiting van het
TV-toestel niet verbinden met de VIDEO IN
stekkerbus van de versterker.
Als u de TV-zenders wilt kiezen met deze
afstandsbediening, zult u de VIDEO toets
moeten toewijzen aan TV-bediening (zie blz.
34).
7NL
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD-videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze versterker, om thuis te genieten van een
indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
OUTPUT
DVDvideospeler
(enz.)
S-VIDEO
OUT
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
B
IN
IN
D
IN
MONITOR OUT
IN
S-VIDEO
L
OUT
CENTER
R
DIGITAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
AUX
TV
DVD
C
AUDIO IN
IN
VIDEO TUNER
FRONT
SURROUND SUB WOOFER
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
B
S-VIDEO
OUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
Digitale
satellietontvanger
(enz.)
OUTPUT
Opmerkingen
• De OPTICAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• De COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz,
48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz.
8NL
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Aansluiten van de apparatuur
Alhoewel deze versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien
van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u genieten van
meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of DTS
gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u deze
rechtstreeks aansluiten op deze versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Tips
• Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in combinatie met de audiosignalen van de MULTI CH
INPUT aansluitingen, maakt u de instelling voor het MULTI CH IN video-ingangssignaal in het SET UP
menu (zie blz. 24).
• U kunt ook snoer A gebruiken in plaats van de 2 snoeren E.
Opmerkingen
• Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
• Zie blz. 11 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
IN
IN
IN
IN
MONITOR OUT
S-VIDEO
L
OUT
CENTER
R
DIGITAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
AUX
TV
DVD
AUDIO IN
IN
FRONT
VIDEO TUNER
SUB
WOOFER
SURROUND SUB WOOFER
MULTI CH INPUT
A
FRONT
A
E
SURROUND CENTER
L
E
DVD videospeler,
meerkanaalsdecodeereenheid,
enz.
R
MULTI CH OUT
SUB
WOOFER
9NL
Andere aansluitingen
IN
IN
IN
IN
MONITOR OUT
S-VIDEO
L
OUT
CENTER
R
DIGITAL
OPTICAL
OPTICAL
COAXIAL
AUX
TV
DVD
C
AUDIO IN
IN
FRONT
VIDEO TUNER
SURROUND SUB WOOFER
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
B
S-VIDEO
OUT
OUTPUT
Audio/videoapparatuur
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
AUX hulpaansluitingen
Aansluiten van het netsnoer
Voor aansluiten van extra audio/
video-apparatuur
Alvorens u de netsnoerstekker van deze
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
versterker (zie blz. 11).
Gebruik een optisch digitaal aansluitsnoer (niet
bijgeleverd) om de optische uitgangsaansluiting
van uw CD-speler, minidisc-recorder of
videospelapparaat aan te sluiten op de AUX
OPTICAL aansluitbus van de versterker, zodat
u stereo geluidsbronnen kunt beluisteren met
ruimtelijke “surround sound” akoestiek.
Gebruik een S-video aansluitsnoer (niet
bijgeleverd) om de S-video uitgangsaansluiting
van uw video-apparatuur aan te sluiten op de
AUX S-VIDEO IN aansluitbus van de
versterker.
10NL
Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon wandstopcontact.
Opmerking
Als de stekker ongeveer twee weken lang niet op het
stopcontact is aangesloten, worden alle gegevens uit
het geheugen van de versterker gewist en dan volgt er
een demonstratie van de mogelijkheden wanneer u
het apparaat weer inschakelt.
Netsnoer
b
Naar een stopcontact
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (bijgeleverd)
(+)
(+)
(–)
(–)
B Mono-audiosnoer (bijgeleverd)
zwart
zwart
Actieve lagetonenluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Middenluidspreker
Linker
voorluidspreker
INPUT
AUDIO
IN
E
e
A
B
b
E
e
A
e
E
A
Aansluiten op een
wandstopcontact
(Eerst uitschakelen
met de aan/uitschakelaar
(POWER) voordat u
het netsnoer
aansluit.)
+
+
+
–
–
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Schakel vooral dit toestel uit, voordat u de luidsprekers gaat aansluiten.
+
OUT
–
SUB
WOOFER
R
L
SURROUND
–
R
CENTER
L
FRONT
SPEAKERS (IMPEDANCE USE 8–16Ω)
A
E
A
e
Rechter
akoestiekluidspreker
E
e
Linker
akoestiekluidspreker
Tip
Om te voorkomen dat de luidsprekers tijdens het luisteren
wegglijden of teveel trillingen doorgeven, kunt u de
bijgeleverde voetjes onder de luidsprekers aanbrengen.
wordt vervolgd
11NL
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de versterker veroorzaken. Om dit
te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de
luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht
te nemen.
Zorg dat de gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat
ze niet zover uitsteken dat ze kortsluiting
met andere aansluitpunten of metalen
delen van de versterker kunnen maken.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 17.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon, of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Om schade aan uw
luidsprekers te vermijden
Draai altijd eerst het volume terug, voordat u
de versterker uitschakelt. Bij weer inschakelen
van de versterker zal het geluid onmiddellijk
klinken op de laatst gekozen geluidssterkte
voor het uitschakelen.
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
12NL
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (zie blz. 18).
Het geheugen van de
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de versterker of
wanneer u het geheugen van het apparaat wilt
wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1 Schakel de versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze versterker biedt u echter de mogelijkheid
de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter
dichterbij te zetten (B) en de
achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
dichterbij (C) uw luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter
uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden
er naast, afhankelijk van de vorm van uw
kamer, e.d.
Plaats de lagetonen-luidspreker op dezelfde
afstand van uw luisterplaats als de (linker of
rechter) voorluidspreker.
Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats
B
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden begint
(zie blz. 2) en al de volgende onderdelen worden
gewist of in de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn vastgelegd
voor de diverse geluidsbronnen
verdwijnen uit het geheugen.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op to “MIN”.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de versterker in gebruik neemt, dient u
met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te
passen aan de configuratie van uw stereo-installatie.
Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 29.
Zie verder blz. 13 t/m 17 voor de luidsprekerinstellingen en blz. 24 voor de andere instellingen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Lagetonenluidspreker
A
A
45°
C
C
90°
20°
Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats
Lagetonenluidspreker
B
A
A
45°
C
C
90°
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
wordt vervolgd
13NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
x Afstand van de voorluidsprekers
( L R )
Instellen van de
luidsprekerparameters
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op pagina 13).
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
3 Druk op de + of – toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 t/m 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
L
C
14NL
R
(FRONT) XX.X m
(CENTER) XX.X m
Oorspronkelijke
instelling
DIST. 5.0 m
DIST. 5.0 m
SL
SR
(SURR) XX.X m
DIST. 3.5 m
SL
SR
(SURR) PL. XXX
PL. BEHD.
SL
SR
(SURR) HGT. XXX
HGT. LOW
x Afstand van de middenluidspreker (
C
)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 13) tot
ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand B op blz. 13).
x Afstand van de achterluidsprekers
( SL SR )
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) achterluidspreker. U kunt
de afstand van de achterluidsprekers gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 13) tot ongeveer 4,5 meter dichter
bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 13).
Uitleg
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw
luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook
weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw
effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm
bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt
omdat de achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u
door het verminderen van de luidsprekerafstand
(dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een
dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Opstelling van de achterluidsprekers
( SL SR )*
• Stel in op “PL. SIDE” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
• Stel in op “PL. BEHD.” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
90°
A
A
45°
B
B
20°
x Hoogte van de achterluidsprekers
( SL SR )*
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw
achterluidsprekers, voor een juiste werking van
de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” genre. Zie de onderstaande
afbeelding.
• Stel in op “HGT. LOW” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital
Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL”
genre. Bij de Digital Cinema Sound klankbeelden is
de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende
factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de
“VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de
veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel
achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar
het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook
wanneer de achterluidsprekers nogal opzij en ver
uiteen staan. Als de achterluidsprekers echter pal
naast de luisteraar hangen en recht op oorhoogte
gericht zijn, zullen de “VIRTUAL” klankbeelden
alleen klinken zoals ze zijn bedoeld indien u voor de
opstelling van de achterluidsprekers de stand
“PL. SIDE” hebt gekozen.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “PL. BEHD.”
opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
achterluidsprekers”. Kies de stand die een fraai open,
ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“PL. BEHD.” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
achterluidsprekers invoeren, voor een juiste
werking van de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het “VIRTUAL” genre.
Zie de onderstaande afbeelding.
Uitleg
wordt vervolgd
• Stel in op “HGT. HIGH” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
B
A
B
60
A
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de achterluidsprekers” de stand
“NO” is gekozen.
15NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Alleen indien u andere dan de
bijgeleverde luidsprekers gebruikt, zal
het nodig zijn de volgende parameters
in te stellen.
Het luidsprekerformaat en de keuze van een
lagetonen-luidspreker zijn vooraf ingesteld op
“MICRO SP.” (micro-satellietluidsprekers),
overeenkomstig het bijgeleverde
luidsprekersysteem. Als u andere luidsprekers
aansluit, schakel de instelling dan over naar
“NORM. SP” (normale luidsprekers) om het
luidsprekerformaat en de keuze van een lagetonenluidspreker aan te passen. Om in te stellen op
“NORM. SP.” schakelt u het apparaat uit en dan
weer in terwijl u cursortoets U ingedrukt houdt.
(Om terug te schakelen naar “MICRO SP.” doet u
ditzelfde nogmaals.)
Parameter
L
C
SL
SW
R
(FRONT)
(CENTER)
SR
(SURR)
(SUB WOOFER)
Oorspronkelijke
instelling
LARGE
LARGE
LARGE
S.W. YES
In de “MICRO SP.” stand ligt de configuratie vast
en kunt u deze niet aanpassen.
x Formaat van de voorluidsprekers
( L R )
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
surround-sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te
schakelen, zodat de laagste frequenties van
de voorkanalen worden overgeheveld naar
de aparte lagetonen-luidspreker.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de
middenluidspreker en de achterluidsprekers
ook automatisch ingesteld op “SMALL”
(tenzij u eerder de stand “NO” hebt
gekozen).
16NL
x Formaat van de middenluidspreker ( C )
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet
instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan
de stand “NO”. Al het geluid van het
middenkanaal wordt dan weergegeven door
de voorluidsprekers.*2
x Formaat van de achterluidsprekers
( SL SR )
• Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, kunt u de achterluidsprekers niet
instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de
stand “NO”.*3
Uitleg
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
2 Draai de MASTER VOLUME knop van
Uitleg
x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW )
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “S.W. YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “S.W. NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby
Digital basverdelingscircuits willen wij u
aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor
de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te
stellen.
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte
in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
POWER
LEVEL
POWER
spanningslampje
1 Druk op de ?/1 toets om de
versterker in te schakelen.
de versterker naar rechts (totdat de
waarde 10 of 20 in het uitleesvenster
verschijnt).
3 Schakel de stroom van de lagetonenluidspreker in.
4 Draai de LEVEL knop van de lagetonenluidspreker naar rechts (tot ongeveer
de
stand).
5 Druk op de TEST TONE toets.
Dan hoort u de testtoon achtereenvolgens via
elk van de luidsprekers.
Linksvoor t midden t rechtsvoor t
rechtsachter t linksachter t lagetonenluidspreker
6 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt.
Om de balans en de geluidssterkte van de
luidsprekers bij te regelen, drukt u eerst op
de MENU </> toets van de
afstandsbediening om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen (zie blz. 22).
Vervolgens kiest u het gewenste niveau met
de MENU +/– toetsen.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze
van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat
voor elk stel luidsprekers, of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen.
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen, als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
7 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME
regelknop van de tuner/versterker of druk op de MASTER
VOL +/– toetsen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
• De testtoon wordt niet weergegeven wanneer de
MULTI CH IN functie is ingeschakeld.
• Tijdens het afstellen toont het uitleesvenster de
balans van de voorluidsprekers, de balans van de
achterluidsprekers en het niveau van de
middenluidspreker, de achterluidsprekers en de
lagetonen-luidspreker.
• Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken
met de toetsen op het voorpaneel van de versterker,
via het LEVEL instelmenu (bij weergave van de
testtoon schakelt de versterker automatisch over
naar het LEVEL instelmenu), willen wij u toch
aanbevelen om zo mogelijk de hierboven
beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
• Voor de beste geluidskwaliteit is het aanbevolen de
lagetonen-luidspreker niet al te luid in te stellen.
wordt vervolgd
17NL
Basisbediening
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Tip
Na de instelling met behulp van de testtoon kan het
nuttig zijn de geluidssterkte van de afzonderlijke
luidsprekers precies af te stellen terwijl u luistert naar
een CD, een DVD e.d. Alhoewel u met de testtoon
alle luidsprekers prima evenwichtig kunt instellen
voor de beste gemiddelde geluidskwaliteit, zult u met
uw favoriete muziek of filmgeluid de weergave beter
zo kunnen regelen dat die precies goed klinkt.
Bovendien zijn bij de meeste weergavebronnen de
geluidssporen voor de middenluidspreker en de
achterkanalen iets zachter opgenomen dan die voor de
voorluidsprekers.
Bij het luisteren naar muziek of filmgeluid dat is
opgenomen met meerkanaals “surround sound” zult u
bemerken dat het luider instellen van de
middenluidspreker en de achterluidsprekers een
hechter geïntegreerd geluidsbeeld vooraan geeft en
een betere cohesie tussen het voorgeluid en de
akoestiek rondom. Vaak verkrijgt men het beste
resultaat door de middenluidspreker ongeveer 1 dB
luider te zetten en de achterluidsprekers ongeveer
1~2 dB luider.
Met andere woorden, voor een evenwichtig
klankbeeld met perfect gelocaliseerde instrumenten of
dialoog willen we u aanraden om tijdens het afspelen
van uw geluidsbronnen de weergave op het oor fijn te
regelen. Aanpassingen van slechts 1 dB kunnen soms
een enorm verschil maken in de totale klank en dus in
uw luisterplezier.
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de versterker
2
in te schakelen.
Druk op een van de weergavebronkeuzetoetsen om in te stellen op een
apparaat (geluidsbron) dat u hebt
aangesloten (bijv. de DVD-videospeler).
3 Schakel het betreffende apparaat in en
start de weergave van de geluidsbron.
4 Draai aan de MASTER VOLUME knop
om de geluidssterkte naar wens in te
stellen.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 25 door en tref de vereiste
NL maatregelen om het probleem te verhelpen.
18
Keuze van het weergaveapparaat
Weergavebron-keuzetoetsen
Druk op een van de weergavebron-keuzetoetsen
om een beeld- en/of geluidsbron te kiezen.
Voor keuze van de
drukt u op
Videorecorder
VIDEO
DVD-videospeler
DVD
Digitale satelliet-ontvanger (enz.) TV
Tuner
TUNER
Andere audio/video
component
AUX
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de
weergave van de geluidsbron.
MULTI CH IN afzonderlijk
beeld en geluid
Druk op de MULTI CH IN toets om te
luisteren naar de geluidsbron aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen, samen met
de beelden van de gekozen weergavebron.
• Wanneer een afzonderlijke MULTI CH IN
geluidsbron is gekozen, zullen de parameters
voor klankbeelden en akoestiekeffecten niet
meer werken.
MUTING geluiddemping
Druk op de MUTING toets om de
geluidsweergave te dempen. De aanduiding
“MUTING” verschijnt in het uitleesvenster
wanneer het geluid gedempt is. De geluiddemping
wordt geannuleerd wanneer u de stroom
uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt.
PHONES hoofdtelefoon-aansluiting
Op de PHONES stekkerbus kunt u een
hoofdtelefoon aansluiten.
• Zolang er een hoofdtelefoon is aangesloten,
zullen de luidsprekers geen geluid geven.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Druk enkele malen op de SOUND FIELD
+/– toets om in te stellen op het gewenste
klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven. Zie blz. 19–20 voor
nadere bijzonderheden over de verschillende
klankbeelden.
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
DCS is een algemene term voor de digitale
signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek
die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem
recreëert met een Digitale Signaal Processor
(DSP) de akoestische eigenschappen van een
echte filmmuziekstudio in Hollywood.
Zo biedt het DCS systeem bij u thuis een
spectaculair bioscoopgeluid dat de complete
filmervaring van actie, dialoog en
achtergrondgeluiden optimaal presenteert zoals
de makers van de film die bedoeld hebben.
x NORM.SURR. (Normal Surround)
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x STUDIO A–C (Cinema Studio A–C)
DCS
• CINEMA STUDIO A levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
klassieke filmmontage-studio.
• CINEMA STUDIO B levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
filmgeluid-mengstudio, een van de meest
geavanceerde studio’s in Hollywood.
• CINEMA STUDIO C levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
opnamestudio voor filmmuziek.
Basisbediening/Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de versterker biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten klinken
als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt
de klankbeelden ook naar eigen inzicht
aanpassen door de diverse akoestiekparameters
bij te stellen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 13
voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
wordt vervolgd
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op de A.F.D. toets of de 2CH ST. toets
(zie blz. 20).
Tips
• De versterker onthoudt voor elke geluidsbron afzonderlijk
het laatst gekozen klankbeeld (Sound Field Link). Telkens
wanneer u een geluidsbron kiest, wordt automatisch het
laatst daarvoor gekozen klankbeeld toegepast. Als u
bijvoorbeeld een DVD afspeelt met het HALL
concertzaal-klankbeeld en u schakelt over naar een andere
geluidsbron, dan zal de eerstvolgende keer dat u een DVD
afspeelt weer automatisch het HALL klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het
beeldmerk.
19NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
x V.M.DIMENS.* (Virtual Multi Dimension)
DCS
A.F.D. (AUTO FORMAT DECODING)
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” boven normale
luisterhoogte te simuleren, op basis van slechts
twee werkelijke achterluidsprekers. Dit
klankbeeld biedt 4 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
Deze neemt automatisch waar welk soort
geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital,
DTS of standaard 2-kanaals stereo) en zorgt
voor een juiste decodering, waar nodig. Deze
functie neemt het geluidsspoor zoals het is
opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
x V.SEMI M.D.* (Virtual Semi Multi
Dimension) DCS
Hierbij geven alleen de linker en rechter
voorluidsprekers geluid weer. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Ook hierbij wordt met de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van
het geluid van de linker en rechter
voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x HALL
Reproduceert de akoestiek van een
rechthoekige concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x L.HOUSE (Live House)
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
* “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met
gesimuleerde extra luidsprekers.
Opmerkingen
• De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
20NL
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening
voor de bediening van de volgende
akoestiekfuncties.
2CH ST. (2 CHANNEL)
Opmerkingen
• De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor “NORM SP.” luidsprekers (zie
blz. 16) en voor “2CH ST.” weergave. Om te
luisteren naar gewone 2-kanaals (stereo)
geluidsbronnen via de linker en rechter
voorluidsprekers en een lagetonen-luidspreker, stelt
u in op het “A.F.D.” klankbeeld.
• Wanneer u de stand “MICRO SP.” kiest, zorgt de
ingebouwde geluidsprocessor dat de lage tonen
automatisch worden uitgestuurd via de lagetonenluidspreker.
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
9 0
SLEEP
1
2
3
a DIGITAL PRO LOGIC DTS
LFE
SL S SR
8
6
5
D.RANGE
4
7
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de versterker signalen decodeert die
zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat.
2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en
achterluidsprekers. De aanduiding licht echter
niet op als u voor de aanwezigheid van een
middenluidspreker en achterluidsprekers de
stand “NO” hebt gekozen en als er is ingesteld
op het “A.F.D.” of “NORMAL
SURROUND” klankbeeld.
3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
4 D.RANGE: Deze dynamisch bereik
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 23 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
5 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
7 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters kunt u zien welke
geluidskanalen er worden weergegeven.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker
(mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter,
S: middenachterluidspreker (mono of
achterkanalen gebaseerd op 6.1-kanaals
matrix-decodering), SW: lagetonenluidspreker.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien via welke luidsprekers het geluid van
de diverse kanalen wordt weergegeven.
8
Genieten van Surround Sound akoestiek
SW SP. OFF OPT COAX
L C R
LFE
: Deze aanduiding licht op wanneer
de afgespeelde disc een apart LFE (Low
Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat en
wanneer het geluidssignaal van het LFE
kanaal op dat moment ook wordt
weergegeven.
9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld.
q; SP.OFF: Deze aanduiding licht op wanneer
er een hoofdtelefoon is aangesloten.
6 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
21NL
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de
geluidssterkte-parameters voor de luidsprekers
voor, midden en achter zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven, tenzij de versterker langer dan
twee weken geen stroom krijgt. Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen,
hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te
brengen.
In het overzicht op blz. 30 kunt u zien met
welke parameters u een bepaald klankbeeld
kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek” vanaf blz. 13 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Druk op de + of – toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
22NL
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
FRONT BALANCE*
BALANCE
SURR BALANCE*
BALANCE
CENTER LEVEL*
CTR 0 dB
SURR LEVEL*
SURR 0 dB
SUB WOOFER LEVEL*
S.W. 0 dB
LFE MIX LEVEL
L.F.E. 0 dB
DYNAMIC RANGE COMP
COMP. OFF
* Deze parameters kunnen afzonderlijk worden
ingesteld voor de MULTI CH IN geluidsbron.
Voorluidspreker-balans (
R
L
)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Achterluidspreker-balans (
SL
SR
)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter achterluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker ( C )
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de
achterluidsprekers ( SL
SR
)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de linker en rechter achterluidsprekers.
Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker ( SW )
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau (
LFE
)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en achterkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker.
• Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het volledige
LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is
gekozen door de opnamestudio-technicus.
• Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de
“OFF” stand. De lage tonen van de voor-, middenen achterkanalen die door de basverdelingscircuits
worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker
worden echter wel weergegeven, volgens de keuze
gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de
luidspreker-instellingen (zie blz. 16 en 17).
Dynamiekcompressie (
D. RANGE
)
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de “COMP. OFF”
stand.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de “COMP. STD” stand.
• Met de standen “COMP. 0.1”–“COMP. 0.9”
kunt u het dynamisch bereik geleidelijk steeds
verder comprimeren, om precies het gewenste
effect te bereiken.
• In de “COMP. MAX” stand wordt het
dynamisch bereik drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal
parameters waarmee u allerlei verschillende
aspecten van het gekozen klankbeeld kunt
aanpassen. De instellingen die u in dit menu
kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke instelling
EFFECT LEVEL
(hangt af van het gekozen
klankbeeld)
WALL TYPE
WALL MID
REVERBERATION
TIME
REVB. MID
Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Wandbekleding (WALL)
Hiermee simuleert u de hardheid van de
wandbekleding van uw kamer, door het variëren
van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft)
instelling geeft een zachte wandbekleding aan en
de H (hard) instelling een harde wandbekleding.
De gemiddelde stand geldt voor een standaard
halfharde wand (van hout).
Weerkaatsing (REVERB)
Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de
vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een
langere (L) of een kortere (S) ruimte te
simuleren. De gemiddelde stand geeft een
standaard ruimte, zonder bijregeling.
Genieten van Surround Sound akoestiek
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.
Wij willen u aanraden de “MAX” stand te
gebruiken.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
1 Als de versterker nog aan staat, drukt u
op de ?/1 toets om het apparaat uit te
schakelen.
2 Houd de SOUND FIELD + toets
ingedrukt en druk op de ?/1 toets.
De aanduiding “S.F. CLR.” verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
4 Druk op de + of – toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
23NL
Andere bedieningsfuncties
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening wanneer de stoom is
ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd
hebt ingesteld.
Tips
• U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets en stel dan de
gewenste sluimertijd in met de cursortoetsen (U of
u) van de versterker. De sluimertijd verspringt in
stapjes van 1 minuut bij een instelling van 1 minuut
tot een 5 uur lange sluimertijd, en in stapjes van
1 seconde wanneer de sluimertijd minder dan
1 minuut bedraagt.
• Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Instellingen met de SET
UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen (U of u) om
de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
Wanneer u instelt op MULTI VI. of
TUNER VI. verschijnt in het uitleesvenster
na ongeveer 2 seconden de aanduiding
M[XXX] of T[XXX].
3 Druk op de + of – toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
Oorspronkelijke
instelling
MULTI VI.
DVD
TUNER VI.
OFF
x MULTI CH IN videosignaal-keuze
Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien
tijdens het luisteren naar de geluidsbron
aangesloten op de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
x TUNER videosignaal-keuze
Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien
tijdens het luisteren naar het inkomend geluid
via de TUNER aansluitingen.
24NL
Aanvullende informatie
Aansluiten
Voorzorgsmaatregelen
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de versterker uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Veiligheid
Schoonmaken
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de versterker
uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een
onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Stroomvoorziening
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
• Zet de versterker op een goed geventileerde plaats,
met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of
in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet
contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u
dan de controlepunten even door om het
probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf
“Controleren van de aansluitingen” op blz. 18
om zeker te stellen dat alle aansluitingen in
orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk
te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven, van geen
enkele geluidsbron.
• Controleer of de versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
• Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de “MIN” stand staat.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten op de PHONES stekkerbus. Zolang
er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de
luidsprekers geen geluid geven.
• Controleer of de “demonstratiefunctie” van de
versterker niet is ingeschakeld (zie blz. 2).
Andere bedieningsfuncties/Aanvullende informatie
• Controleer, alvorens de versterker in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de versterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat
staan, ook al is de versterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken;
trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
• Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
• Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen
zitten, zowel bij de versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
wordt vervolgd
25NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de
hoofdtelefoon wel goed geluid geeft (zie blz. 18).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de versterker. Controleer dan of alle
stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden,
op de versterker en de geluidsbron zelf, stevig in
de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van
de niet werkende luidspreker op de tuner/
versterker. Controleer dan de aansluitingen van
de luidspreker die geen geluid geeft.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Controleer of de versterker wel is ingesteld op de
juiste geluidsbron.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
• Druk op de MUTING toets om de geluiddemping
uit te schakelen, als die is ingeschakeld.
• Het thermisch beveiligingscircuit van de
versterker is in werking getreden, vanwege
oververhitting (in het uitleesvenster knippert de
aanduiding “OVERHEAT”). Schakel de
versterker eenmaal uit, wacht een tijdje en
schakel hem dan weer in.
• Het overstroom-beveiligingscircuit van de versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting of een te
lage impedantie (in het uitleesvenster knippert de
aanduiding “PROTECT”). Schakel de versterker uit,
verhelp het probleem dat de kortsluiting veroorzaakt en
schakel ongeveer 20 seconden later de stroom weer in.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
26NL
• Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
• Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
• Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
• Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/– toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA”
of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 19 en 20).
• Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 17).
• Zorg dat de parameter voor het
middenluidsprekerformaat staat ingesteld op
“SMALL” of “LARGE” (zie blz. 16).
De achterluidsprekers/middenachterluidsprekers
geven niet of nauwelijks geluid.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/– toets).
• Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA”
of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 19 t/m 20).
• Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 17).
• Zorg dat de parameter voor het formaat van de
achterluidsprekers/middenachterluidsprekers staat
ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 16).
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
• Als er is gekozen voor “NORM SP.”
luidsprekers, kiest u dan voor de aanwezigheid
van een lagetonen-luidspreker de stand “S.W.
YES” (zie blz. 17).
• Controleer of er niet is ingesteld op “2CH ST.” voor
eenvoudige tweekanaals-weergave (zie blz. 20).
Er verschijnt “PCM-kHz” in het uitleesvenster.
• De bemonsteringsfrequentie is hoger dan 48
kHz. Schakel zo mogelijk de geluidsbron over
naar een frequentie van 48 kHz.
Het akoestiekeffect werkt niet.
• Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/– toets).
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
• Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron in.
• Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave.
De afstandsbediening werkt niet.
• Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
• Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
• Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
• Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
• Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening
van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan
de TV, dan kunt u daarna de versterker of het
gewenste apparaat bedienen.
Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen
van het geheugen van de versterker
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
pagina 13
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 23
Uitgangen
FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R,
SUB WOOFER
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
Video-gedeelte
Ingangen
S-video:
Technische gegevens
Uitgangen
S-video:
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Versterker-gedeelte
Algemeen
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,3 % THV)
80 W + 80 W
Stroomvoorziening
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
98 W
Muziekvermogen, referentie
(bij 0,3 % THV)
Voor1): 80 W/kanaal
Midden1): 80 W
Achter1): 80 W/kanaal
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
Frequentiebereik
MICRO SP.:
NORMAL SP.:
Ingangen (Analoog)
TV, AUX (Optisch)
Afmetingen (b/h/d)
430 × 83 × 289 mm
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.)
3,1 kg
Luidsprekers
150 Hz – 20 kHz
0/–3 dB
150 Hz (6 dB/octaaf)
Laagfilter AAN
20 Hz – 20 kHz
+/–0,5 dB
Gevoeligheid: 250 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ ruisverhouding2):
80 dB (A, 250 mV3))
2) INPUT ingangen kortgesloten.
3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
DVD (Coaxiaal)
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
1,9 W
Aanvullende informatie
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
SS-MSP1 Voor-, midden- en achterluidsprekers
Luidsprekersysteem Breedband-luidsprekers,
magnetisch afgeschermd
Luidsprekereenheden 8 cm conus-type
Luidsprekerboxen
Basreflexkast
Nominale impedantie 8 ohm
Opgenomen vermogen
(maximaal
100 watt
ingangsvermogen)
Rendement
85 dB (bij 1 watt, op 1 meter)
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 kOhm
Signaal/ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
Frequentiebereik
160 Hz – 20.000 Hz
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 92 x 133 x 115 mm
incl. voorrooster
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
Gewicht
Ca. 1 kg
wordt vervolgd
27NL
Technische gegevens (vervolg)
SA-WMSP1 Lagetonen-luidspreker
Luidsprekersysteem Actieve lagetonenluidspreker, magnetisch
afgeschermd
Luidsprekereenheden Woofer: 20 cm conus-type
Luidsprekerbox
Akoestisch geladen
basreflexkast
Continu RMS uitgangsvermogen
(aan 8 ohm, 20 - 250 Hz) 50 watt
Frequentiebereik
28 Hz - 200 Hz
Hogetonen-filtergrensfrequentie
150 Hz
Ingangsaansluiting
LINE IN (tulpstekkerbus)
Stroomvoorziening
Modellen met landcode CEL, CEK:
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Modellen met landcode CN:
220 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
50 W
Afmetingen (b/h/d)
270 x 325 x 385 mm
inclusief het voorpaneel
Gewicht
Ca. 10 kg
Bijgeleverd toebehoren
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Luidsprekers
• Voorluidsprekers (2)
• Middenluidspreker (1)
• Akoestiek-achterluidsprekers (2)
• Lagetonen-luidspreker (1)
Luidsprekersnoeren (5)
Luidsprekervoetjes (24)
Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (1)
Mono audio-aansluitsnoer (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
28NL
Tabel voor de instellingen met de LEVEL, SURR en SET UP
toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURR en SET UP toetsen, de cursortoetsen en de +/– toetsen. De tabel toont de parameters, elk met
hun eigen instelbereik.
Druk op
Druk op U of u voor keuze van
Druk op + of – voor keuze van
Pagina
LEVEL
FRONT BALANCE
L8 tot R8 (in stappen van 1)
22
L8 tot R8 (in stappen van 1)
CENTER LEVEL
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURR LEVEL
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUB WOOFER LEVEL
–10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
LFE MIX LEVEL
OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
DYNAMIC RANGE COMP
OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
EFFECT LEVEL
afhankelijk van het klankbeeld (in 16 stappen)
WALL TYPE
S (8 tot 1), MID, H (1 tot 8) (in stappen van 1)
REVERBERATION TYPE
SET UP
L
C
SL
SW
L
C
R
(FRONT)
(CENTER)
SR
(SURR)
(SUB WOOFER)
R
(FRONT) XX.X m
(CENTER) XX.X m
23
S (8 tot 1), MID, L (1 tot 8) (in stappen van 1)
LARGE, SMALL
Aanvullende informatie
SURR
SURR BALANCE
14
LARGE, SMALL, NO
LARGE, SMALL, NO
S.W. YES, S.W. NO
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SL
SR
(SURR) XX.X m
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SL
SR
(SURR) PL. XXX
PL. SIDE, PL. BEHD.
SL
SR
(SURR) HGT. XXX
HGT. LOW, HGT. HIGH
MULTI VI.
TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF
TUNER VI.
TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF
24
29NL
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden. De
bijgeregelde SURR akoestiekparameters parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
<
LEVEL
FRONT
BAL.
SURR
BAL.
CENTER
LEVEL
>
SURR SUB WOOFER LFE
LEVEL
LEVEL
MIX
2CH
z
z
z
A.F.D.
z
z
z
z
z
z
z
NORM.SURR.
z
z
z
z
z
z
z
STUDIO A
z
z
z
z
z
z
z
STUDIO B
z
z
z
z
z
z
z
STUDIO C
z
z
z
z
z
z
z
V.M.DIMENS.
z
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.D.
z
z
z
z
HALL
z
z
z
z
z
z
z
JAZZ
z
z
z
z
z
z
z
L.HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
MULTI CH IN
z
z
z
z
z
z
<
SURR
EFFECT
LEVEL
WALL
TYPE
REVERB
TIME
>
2CH
A.F.D.
NORM.SURR.
STUDIO A
z
STUDIO B
z
STUDIO C
z
V.M.DIMENS.
V.SEMI M.D.
HALL
z
z
z
JAZZ
z
z
z
L.HOUSE
z
z
z
GAME
z
z
z
MULTI CH IN
30NL
D.RANGE
COMP.
Voor het gebruik van de
afstandsbediening
Batterijen in de
afstandsbediening aanbrengen
]
}
U kunt de afstandsbediening gebruiken om de
componenten van uw stereo-installatie te bedienen.
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Toets(en) Voor afstandsbediening van
SLEEP
Versterker
AV ?/1
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/
de audio- en videoCD-speler/
apparatuur.
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
?/1
Versterker
}
]
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Wanneer de versterker niet
langer goed op de afstandsbediening reageert, dient u
beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Instellen van de
sluimerfunctie en de tijdsduur
waarna de versterker
automatisch moet worden
uitgeschakeld.
In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
VIDEO
Versterker
Videocassette-weergave.
DVD
Versterker
Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
TV
Versterker
TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
AUX
Versterker
Luisteren naar
aangesloten audio-apparatuur.
TUNER
Versterker
Luisteren naar de radio.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening niet op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterij tegelijk.
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan directe zonnestraling of fel
lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan
verstoren.
• Als u de afstandsbediening voorlopig een tijdlang
niet meer gebruikt, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Functie
Aanvullende informatie
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in het
batterijvak van de afstandsbediening met de +
en – polen in de juiste richting. Bij het gebruik
van de afstandsbediening richt u deze op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
MULTI CH Versterker
Luisteren naar geluid dat
binnenkomt via de MULTI
CH INPUT aansluitingen.
0-9
Tuner
Samen met de “SHIFT” toets
indrukken voor keuze van een
voorkeurzendernummer tijdens
directe afstemming (DIRECT
TUNING) of geheugenafstemming (MEMORY).
CD-speler/
Minidisc-recorder/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
Keuze van beeld/
muziekstuknummers.
Toets 0 voor beeld/
muziekstuk 10.
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/
Keuze van beeld/
Minidisc-recorder/ muziekstuknummers
Cassettedeck/
boven de 10.
Laserdisc-speler/
Video-CD speler
wordt vervolgd
31NL
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Toets(en) Voor afstandsbediening van
ENTER
Na keuze van een zender,
disc of beeld/muziekstuk
met de cijfertoetsen,
drukt u hierop om uw
keuze in te voeren.
SHIFT
Tuner
Meermalen indrukken om
een geheugengroep te
kiezen voor het
vastleggen of afstemmen
op een voorkeurzender.
-/--
TV-toestel
Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer
zendernummer.
CD-speler/
Minidisc-recorder/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DVD-videospeler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
x
CD-speler/
Stoppen met afspelen.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DVD-videospeler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
Verplaatsen van het
inzetbeeld.
SWAP*
TV-toestel
Verwisselen van het
hoofdbeeld en het
inzetbeeld.
DISC
CD-speler
Keuze van discs (alleen
voor een CD-wisselaar).
SUB CH
+/–*
TV-toestel
Keuze van het
zendernummer voor het
inzetbeeld.
D. SKIP/CH/ Tuner
PRESET +/–
n
N
32NL
Cassettedeck
Doorgaan met afspelen
van de andere kant.
CD-speler/
Beginnen met afspelen.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DVD-videospeler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
Doorzoeken en kiezen
van voorkeurzenders.
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
m/M CD-speler/
Beeld/muziekstukken
DVD-videospeler/ doorzoeken (voor- of
Video-CD speler/ achterwaarts).
Minidisc-recorder/
Laserdisc-speler
Cassettedeck/
Snel vooruit of
Videorecorder/
terugwaarts zoeken.
DAT-cassettedeck Beeld/muziekstukken
doorzoeken, bij
indrukken tijdens
afspelen.
Pauzeren van de
weergave of opname.
(Ook voor beginnen met
opnemen vanuit de
opnamepauzestand.)
POSITION* TV-toestel
Directe keuze van een
bekende radiozender.
./> CD-speler/
Doorgaan naar een ander
Minidisc-recorder/ beeld/muziekstuk.
DVD-videospeler/
Laserdisc-speler/
Video-CD speler/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DAT-cassettedeck
Functie
X
Functie
TV-toestel/
Videorecorder/
Satelliet-ontvanger/
Cassettedeck/
Laserdisc-speler/
Video-CD speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
D.TUNING Tuner
Toets(en) Voor afstandsbediening van
CD-speler
Wisselen van discs
Minidisc-recorder/ (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar).
Video-CD speler/
DISPLAY TV-toestel/
Keuze van de informatie
Videorecorder/
op het TV-scherm.
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Video-CD speler
P IN P*
TV-toestel
Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.
JUMP
TV-toestel
Overschakelen tussen de
vorige en de huidige
zender.
WIDE
TV-toestel
Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
Toets(en) Voor afstandsbediening van
ANT
TV/VTR
Functie
Videorecorder Keuze van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of videoweergave.
Keuze van het inkomend
beeldsignaal of TVontvangst.
FM/AM
Tuner
Keuze van de afstemband.
A.F.D.
Versterker
Automatische Formaat
Decodering.
2CH/OFF Versterker
Uitschakelen van het
klankbeeld of keuze van
gewone 2-kanaals
weergave (2CH).
MODE +/– Versterker
Keuze van een
klankbeeld.
MUTING Versterker
Demping van het geluid
van de versterker.
TEST
TONE
Versterker
Indrukken voor weergave
van de testtoon.
MAIN
MENU
Versterker
Keuze van de
instelfunctie van de
versterker.
MASTER Versterker
VOL +/–
De totale geluidssterkte van
de tuner/versterker regelen.
MENU </> Versterker
Keuze van menuonderdelen.
MENU +/– Versterker
Bijregelen of instellingen
aanpassen.
MENU
Aanvullende informatie
TV/VIDEO TV-toestel
DVD-videospeler Weergave van het DVD
keuzemenu.
F/f/G/g DVD-videospeler Keuze van menuonderdelen.
ENTER
DVD-videospeler Invoeren van uw keuze.
RETURN DVD-videospeler Sluiten of terugkeren
naar het vorige menu.
TITLE
DVD-videospeler Aangeven van de DVD titel.
* Alleen voor Sony televisies met inzetbeeldfunctie.
Opmerkingen
• Sommige van de hier genoemde functies kunnen niet
altijd werken, afhankelijk van uw model versterker.
• De beschrijvingen hierboven gelden slechts als voorbeeld.
Afhankelijk van de aangesloten apparatuur kunnen
sommige functies niet beschikbaar zijn of anders
werken dan staat vermeld.
33NL
Aanpassen van de
fabrieksinstellingen van
de FUNCTION
componentkeuzetoetsen
Als de fabrieksinstellingen voor de
FUNCTION toetsen niet overeenkomen met de
componenten van uw stereo-installatie, kunt u
deze instellingen wijzigen. Als u bijvoorbeeld
beschikt over een minidisc-recorder en een
cassettedeck, maar geen DVD-speler, dan kunt
u de functie van de DVD toets zonder bezwaar
omschakelen naar bediening van uw
cassettedeck.
AV ?/1
AV
?/1
SLEEP
?/1
?/1
SYSTEM
STANDBY
VIDEO
DVD
TV
AUX
TUNER
MULTI CH
1
MENU
F
2
G
4
3
f
TITLE
8
9
0
>10
– /– –
POSITION
SWAP
=
+
– SUB CH +
2 Druk op de cijfertoets die overeenkomt
met de nieuw toe te wijzen beeld/
geluidsbron (bijvoorbeeld toets 4 voor
een cassettedeck).
De cijfertoetsen voor toewijzing van de
diverse beeld/geluidsbronnen zijn als volgt:
Voor bediening van een
ENTER
D.TUNING
D.SKIP/
CH/PRESET
0
)
DISPLAY
P IN P
9
(
DISC
JUMP
WIDE
TV/
VIDEO
P
p
FM/AM
– MODE +
MUTING
1
DAT-cassettedeck
2
Minidisc-recorder
3
Cassettedeck A
4
Cassettedeck B
5
Laserdisc-speler
6
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
7
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
8
Videorecorder
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
9
Digitale satelliet-ontvanger (DSS)
ENTER
Video-CD speler
D.SKIP/CH/
PRESET +
Tuner
ANT
TV/VTR
SOUND FIELD
2CH/OFF
A.F.D.
Drukt u op cijfertoets
CD-speler
DVD-videospeler
RETURN
SHIFT
>10
=
Cijfertoetsen
6
waaraan u een andere beeld/geluidsbron
wilt toewijzen ingedrukt (bijvoorbeeld de
DVD toets).
TV-toestel
g
ENTER
5
7
FUNCTION
componentkeuzetoetsen
1 Houd de FUNCTION componentkeuzetoets
0
>10
ENTER
.
D.SKIP/CH/
PRESET +
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8-mm en VHS
videorecorders.
MASTER
TEST TONE MAIN MENU
VOL
MENU
MASTER VOL –
Na deze twee stappen kunt u de DVD toets
gebruiken voor de bediening van uw
cassettedeck.
g
AV SYSTEM
Terugstellen van een toets op de
fabrieksinstelling
Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen.
Alle toetsen tegelijk terugstellen op
hun oorspronkelijke fabrieksinstelling
Druk de ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
toets alle drie tegelijk in.
34NLSony Corporation
Printed in Malaysia