Redexim Eliminator de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
ELIMINATOR
Oorspronkelijke gebruikershandleiding
2302 Dutch 949.120.200 NL
Kwekerijweg 8 | 3709JA | Zeist | The Netherlands |
T: +31 (0)306 933 227
E: redexim@redexim.com
W: www.redexim.com
2
EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij,
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
Kwekerijweg 8
3709 JA Zeist, The Netherlands
verklaren dat deze EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT” is uitgegeven onder onze
volledige verantwoordelijkheid en behoort tot het volgende product:
ELIMINATOR MET MACHINE NUMMER ALS AANGEGEVEN OP DE MACHINE EN IN DEZE
HANDLEIDING,
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepaling van:
2006/42/EC Machinery Directive
en met de normen:
ISO 12100-1:2010 Safety of machinery - General principles for design - Risk assessment and
risk reduction
ISO 13857:2019 Safety of machinery - Safety distances to prevent hazard zones being
reached by upper and lower limbs
ISO 4254-1:2015 Agricultural machinery - Safety - Part 1: General requirements
Zeist, 13-01-2023
C.H.G. de Bree
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
3
UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij,
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
Kwekerijweg 8
3709 JA Zeist, The Netherlands
verklaren dat deze “UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT” is uitgegeven onder onze
volledige verantwoordelijkheid en behoort tot het volgende product:
ELIMINATOR MET MACHINE NUMMER ALS AANGEGEVEN OP DE MACHINE EN IN DEZE
HANDLEIDING,
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepaling van:
S.I. 2008 No. 1597 HEALTH AND SAFETY The Supply of Machinery (Safety) Regulations
2008
en met de normen:
ISO 12100-1:2010 Safety of machinery - General principles for design - Risk assessment and
risk reduction
ISO 13857:2019 Safety of machinery - Safety distances to prevent hazard zones being
reached by upper and lower limbs
ISO 4254-1:2015 Agricultural machinery - Safety - Part 1: General requirements
Zeist, 13-01-2023
C.H.G. de Bree
Redexim Handel- en Exploitatie Maatschappij B.V.
4
VOORWOORD
Gefeliciteerd met uw Eliminator aankoop. Voor een veilige en langdurige werking met deze
Eliminator is het noodzakelijk deze gebruikershandleiding te (laten) lezen en begrijpen.
Zonder volledige kennis van de inhoud kan men niet veilig met deze machine werken.
De Eliminator is een machine bedoeld voor het uithalen van vulmateriaal (infill) van
kunstgrasvelden. De Eliminator heeft zelf geen opvangbak en er dient dus een machine aan
te pas te komen die dit afgevoerde vulmateriaal op kan vangen.
Op de volgende pagina komen eerst de algemene veiligheidsinstructies ter sprake. Iedere
gebruiker dient deze te kennen en toe te passen. Hierna is een registratie kaart opgenomen,
die retour gestuurd dient te worden om latere claims te kunnen afhandelen.
In deze gebruikershandleiding worden vele instructies gegeven, die in volgorde genummerd
zijn. Men dient overeenkomstig deze volgorde te handelen. Indien een vermeld wordt
duidt dit op veiligheidsinstructies. Indien een wordt gebruikt, betekent dit een tip en/of
notitie.
Alle informatie en technische specificaties zijn de meest recente op het moment dat dit
document wordt gepubliceerd. Ontwerp specificaties kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
GARANTIE BEPALINGEN
DEZE ELIMINATOR WORDT GELEVERD MET GARANTIE TEGEN DEFECTEN IN MATERIALEN.
DEZE GARANTIE GELDT VOOR EEN PERIODE VAN 12 MAANDEN VANAF DE
AANKOOPDATUM.
ELIMINATOR GARANTIES ZIJN ONDERWORPEN AAN DE “GENERAL CONDITIONS FOR
SUPPLY OF PLANT AND MACHINERY FOR EXPORT, NUMBER 188”, DIE GEPUBLICEERD ZIJN
ONDER AUSPICIEN OF DE UNITED NATIONS ECONOMIC COMMISSION FOR EUROPE.
REGISTRATIE KAART
Voor uw eigen informatie, vul onderstaande tabel in:
Serienummer machine
Dealer naam
Datum van aankoop
Opmerkingen
5
! VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN !
Fig. 1
De Eliminator is ontworpen voor een veilig
gebruik. Dit kan alleen als de in deze handleiding
beschreven veiligheidsinstructies volledig worden
opgevolgd.
Lees en begrijp (Fig. 1) de handleiding voordat u
begint met het gebruiken van de Eliminator.
Als de machine niet wordt gebruikt zoals in de
handleiding beschreven kan er letselgevaar
ontstaan en/of schade aan de Eliminator.
(1) Bij het gebruik van de machine dient de gebruiker deskundig te zijn en de
machine deskundig te hebben afgesteld op de te bewerken ondergrond.
Voor ondeskundig gebruik en hieruit voortvloeiende schade aanvaardt de
fabrikant geen enkele verantwoordelijkheid; alle daarbij optredende risico’s zijn
volkomen voor rekening van de gebruiker.
Tot ondeskundig gebruik wordt ook gerekend het niet uitvoeren van de door de
fabrikant voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en reparatieaanwijzingen.
Inspecteer alvorens de Eliminator te gebruiken het te behandelen gebied.
Verwijder losse obstakels en vermijdt onregelmatigheden.
(2) De Eliminator is vervaardigd volgens de laatste technische inzichten en veilig te
gebruiken.
Wanneer de machine door onoordeelkundige personen wordt gebruikt,
onderhouden of gerepareerd, kan letselgevaar ontstaan voor zowel de gebruiker
als voor derden. Dit moet vermeden worden!
(3) Alle personen die door de eigenaar met de bediening, het onderhoud of de
reparatie van de Eliminator zijn aangewezen, moeten de bedieningshandleiding
en met name het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften gelezen en volledig
begrepen hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor veilig gebruik van de Eliminator.
(4) De gebruiker is verplicht om, voordat hij/zij de Eliminator in gebruik neemt, deze
op zichtbare schades en defecten te controleren.
Veranderingen aan de Eliminator (inclusief de werking) die de veiligheid nadelig
beïnvloeden, moeten onmiddellijk worden verholpen.
Het aanbrengen van wijzigingen of aanvullingen op de Eliminator (met
uitzondering van de door de fabrikant goedgekeurde) zijn uit
veiligheidsoverwegingen in principe niet toegestaan.
Indien er modificaties aan de Eliminator zijn aangebracht dan vervalt de huidige
CE-markering en dient degene die deze modificaties aangebracht heeft zelf te
zorgen voor een nieuwe CE-markering.
6
Controleer voor elke ingebruikname de Eliminator op loszittende bouten/ moeren/
onderdelen.
Controleer de hydraulische slangen regelmatig en vervang deze wanneer deze
beschadigd zijn of verouderingsverschijnselen vertonen. De vervangende slangen
moeten voldoen aan de technische eisen van de fabrikant.
De hydraulische installatie moet, voordat daaraan werkzaamheden worden
verricht, altijd drukloos worden gemaakt.
Bij afwezigheid van beschermkappen en veiligheidsstickers mag de Eliminator
NOOIT gebruikt worden.
Bij gebruik van de Eliminator MOETEN alle beschermkappen van de machine
gemonteerd zijn.
Kruip NOOIT onder de Eliminator.
Indien noodzakelijk kantel de Eliminator.
Stap NOOIT van de tractor als de motor nog draait.
Bij onderhoud, afstellen en reparaties is het noodzakelijk de Eliminator te
blokkeren tegen zakken/ wegrijden/ wegschuiven.
Bij onderhoud, afstellen en reparaties altijd de tractormotor uitschakelen en de
tractorsleutel uit het contact halen en PTO ontkoppelen (Fig.2)
Fig. 2
Gebruik voor onderhoud of reparaties uitsluitend originele Eliminator onderdelen
in verband met de veiligheid van de machine en gebruiker.
7
Reparatiewerkzaamheden aan de Eliminator mogen uitsluitend door
geautoriseerd technisch personeel worden uitgevoerd.
Houdt een overzicht van reparaties bij.
(5) Naast de aanwijzingen in deze gebruikshandleiding moeten ook de algemene
geldende veiligheids- en ARBO-voorschriften worden opgevolgd.
Bij gebruik op de openbare weg zijn ook de betreffende voorschriften van het
verkeersreglement van toepassing.
Het vervoer van personen is niet toegestaan!
Gebruik de Eliminator niet in de duisternis, bij hevige regen/ storm of hellingen
met een hoek groter dan 20 graden.
(6) Voor het begin van de werkzaamheden moeten alle personen die de Eliminator
gaan bedienen bekend zijn met alle functies en bedieningselementen ervan.
Koppel de Eliminator volgens de voorschriften aan het trekkende voertuig.
(Gevaar voor letsel!)
Contoleer voordat u vertrekt of u zowel dichtbij als veraf goed zicht heeft.
Aan weerszijden van de Eliminator zijn op het zijbord en bij de voor- en zijkap
veiligheidsstickers (Fig. 5) aanwezig met een gelijkluidende betekenis. Deze
veiligheidsstickers moeten altijd goed zichtbaar en leesbaar zijn en moeten,
wanneer deze beschadigd zijn, worden vervangen.
Tijdens bedrijf mogen er GEEN personen zonder de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen in het gevarengebied van de Eliminator aanwezig zijn,
omdat daar gevaar bestaat voor lichamelijk letsel door opspattend materiaal (Fig.
3).
Fig. 4
Houdt minimaal vier meter afstand! (Fig. 4)
8
Wees doelmatig gekleed. Draag stevige schoenen met stalen neus, een lange
broek, lang haar opgebonden en geen losse kledingstukken.
Gebruik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen volgens de geldende
ARBO- en veiligheidsvoorschriften.
Fig. 5
(7) Plaatsing veiligheidsstickers. (Fig. 5)
9
INHOUDSOPGAVE
EU - VERKLARING VAN CONFORMITEIT ........................................................................... 2
UK - VERKLARING VAN CONFORMITEIT ........................................................................... 3
VOORWOORD ..................................................................................................................... 4
GARANTIE BEPALINGEN .................................................................................................... 4
REGISTRATIE KAART .......................................................................................................... 4
! VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ! ........................................................................... 5
1.0 TECHNISCHE GEGEVENS.......................................................................................10
2.0 EERSTE INSTALLATIE, DE MACHINE VAN DE PALLET HALEN ............................11
3.0 ALGEMENE ONDERDELENLIJST ............................................................................12
4.0 AANKOPPELEN AAN DE TRACTOR ........................................................................13
5.0 DE PTO .....................................................................................................................14
5.1 LENGTE VAN DE PTO (fig. 8) ...................................................................................14
5.2 GEBRUIK VAN DE PTO ............................................................................................15
6.0 HET GEBRUIK VAN DE ELIMINATOR ......................................................................16
6.1 START/STOP PROCEDURE .....................................................................................16
6.2 DE RIJSNELHEID .....................................................................................................17
6.3 WERKDIEPTE INSTELLEN .......................................................................................18
6.4 V-SNAAR SPANNING VERSTELLEN .......................................................................19
6.5 TRANSPORTBAND OPSPANNEN ............................................................................20
7.0 TRANSPORT VAN DE ELIMINATOR ........................................................................21
8.0 ONDERHOUD ...........................................................................................................22
9.0 PROBLEEM ANALYSE .............................................................................................23
10
1.0 TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Eliminator
Werkbreedte
1500 mm
Werkdiepte (Bij onversleten borstel)
0mm - 40mm (0-1.5”)
Rijsnelheid
0 - 5 Km/h
0 - 3 mph
Gewicht
600 Kg (1320 lbs)
Aanbevolen tractor
35 HP. Liftcapaciteit 900 kg.
Maximale capaciteit
(Theoretisch bij maximale snelheid; 5 Km/h
(3mph))
7500 m2/h (80730 ft2/h)
Verschepingsafmetingen
L x W x H
1625 x 2120 x 2120 mm
64” x 83.5” x 83.5”
Driepuntsaansluiting
CAT. 1 / 2
Olie tandwielkast
SAE 30
Standaard onderdelen
Frame met in hoogte verstelbare achterrol.
Afvoerband, Opvoerband, Hefcilinder, Handleidingkoker
met gereedschap.
11
2.0 EERSTE INSTALLATIE, DE MACHINE VAN DE PALLET HALEN
1
3
2
4
Fig. 6
De machine wordt geleverd met de opvoerband in transportpositie op een pallet. Om de
pallet te verwijderen en de machine gereed te maken, handel als volgt (zie fig.6):
!! KRUIP NOOIT ONDER DE MACHINE !!
1. Verwijder de onderste 3-puntspennen 1 waarmee de machine aan de pallet vastgezet is.
2. Bevestig een kabel aan de topstangpen 2 en aan de hefpunten 3 aan weerszijde van de
machine.
Verzeker u ervan dat de kabel/kraan/lift minimaal 1000 kg (2200 lbs)kan heffen.
3. Til de machine van de pallet 4.
!! PAS OP EN HOUDT AFSTAND !!
4. Laat de machine gecontroleerd en rustig zakken tot deze volledig met beide rollen op de
ondergrond staat.
5. Controleer de machine op eventuele losse bouten/moeren of andere losse onderdelen.
6. Controleer of de hydraulische onderdelen (slangen, koppeling etc.) op de machine niet los
zitten.
12
3.0 ALGEMENE ONDERDELENLIJST
In figuur 8 worden enkele belangrijke onderdelen getoond:
613210
9
5
8
111
4
12
13
7
10
Fig. 7
1. Veiligheidssticker 900.280.402, voor gebruik eerst handleiding lezen/ toolbox.
2. Veiligheidssticker 933.280.402, Voor omstanders zonder persoonlijke
beschermingsmiddelen houdt 4 meter afstand tot de machine. Pas op voor
rondvliegend materiaal!
Alle veiligheidsstickers dienen zich te allen tijde op de machine te
bevinden en begrepen te worden.
3. Sticker serienummer.
4. PTO sticker voor aanduiding draairichting en toerental.
5. Hoofdframe met roterende opveegborstel.
6. Verstelinrichting (achterrol) voor werkdiepte-instelling.
7. Afvoerband.
8. Opvoerband.
9. Hefcilinder.
10. Hydraulische motoren.
11. Koker handleiding met gereedschapset.
12. Gat voor transportstand en gefixeerde bewerkingsstand.
13. Sleufgat voor terreinvolgende bewerkingsstand
13
4.0 AANKOPPELEN AAN DE TRACTOR
Controleprocedure alvorens te beginnen met het aankoppelen van de Eliminator.
Controleer de Eliminator op visueel waarneembare beschadigingen en
repareer deze indien een veilige werking van de machine niet meer
gewaarborgd is.
Controleer of alle moeren en bouten vastzitten.
Controleer of alle beschermkappen en alle veiligheidsstickers aanwezig zijn
op de machine en onbeschadigd zijn.
Zonder mag de machine NOOIT gebruikt worden.
4
51
23
Fig. 9
De Eliminator kan aan de tractor gekoppeld worden door middel van de 3-punts bevestiging.
De methode is als volgt: (Fig. 9)
1. Verwijder de 3-punts pennen 1 en 2
2. Rijdt de tractor voorzichtig achteruit, zodat de lage verbindingsarmen aan het frame
te verbinden zijn.
3. !! Verzeker u ervan dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen
beweging kan verplaatsen !!
4. !! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
5. Verbindt de lage verbindingsarmen met de 3-punts verbindingsplaatpennen 1 en borg
deze met de bijgeleverde zekeringspennen.
6. Stel de stabilisator van de tractor in op 100 mm zijdelingse slag
7. Monteer de topstang van uw tractor en draai deze uit totdat deze op dezelfde hoogte
is als de bovenste 3-puntstopverbinding 3 (transportstand) van de Eliminator.
8. Verbindt de topstang 4 met pen 2 aan het frame; borg pen 2 met de bijgeleverde
zekeringspin 3.
9. Draai de topstang in zodat deze onder spanning komt te staan.
10. Monteer de PTO 5 aan de PTO-as van de tractor en de Eliminator.
!! Verzeker u ervan dat alle bevestigingspennen geborgd zijn!!
11. Sluit de hydraulische slangen aan op de tractor.
12. Start de tractor en hef de Eliminator van de ondergrond.
!! Zorg er voor dat de machine zo parallel mogelijk met de ondergrond
geheven wordt. Gebruik hiervoor één van de drie gaten op de onderste 3-
puntsverbinding.
!! Let op dat tijdens het heffen de Eliminator niet tegen de tractor aan komt.
14
5.0 DE PTO
De PTO is een zeer belangrijk onderdeel. Het zorgt voor de aandrijving vanaf de tractor en zorgt,
indien op de juiste wijze onderhouden en geïnstalleerd, voor een veilig gebruik van de machine. De
PTO heeft een eigen CE-certificering. Lees de PTO handleiding; deze bevindt zich op de PTO zelf.
Fig. 8
5.1 LENGTE VAN DE PTO (fig. 8)
De lengte van de PTO is zeer belangrijk. Wanneer deze te lang is kan de aandrijving van de tractor
en/of Eliminator beschadigd raken.
Wanneer de overlappende lengte van de kokers op enig moment lager wordt dan 150 mm (6”) kan
de PTO beschadigd raken.
!! De lengte verandert wanneer de machine opgetild wordt of wanneer een andere
tractor wordt gebruikt !!
Om de PTO op de juiste lengte te brengen, wanneer nieuw aangeschaft of bij gebruik van een
andere tractor, ga als volgt te werk:
1. Koppel de Eliminator aan de tractor zoals beschreven in hoofdstuk 5.0.
2. !! Schakel de tractor uit en wees er zeker van dat de tractor goed geblokkeerd staat en
zich niet uit eigen beweging kan verplaatsen !!
3. Laat de Eliminator op de ondergrond zakken tot deze op de voor- en achterrol staat.
4. Meet de afstand A tussen de PTO aansluiting van de tractor en die van de Eliminator, van groef
tot groef.
5. Meet de afstand B van de PTO in zijn kortste stand van vergrendelingspen tot
vergrendelingsbout.
6. Splits de PTO in twee delen en verwijder de beschermingskap van beide uiteinden.
7. Zowel de uiteinden van de kokers als van de veiligheidskappen moeten korter gemaakt worden:
(B - A) + 75 mm (3”).
8. Braam alle onderdelen af, gebruik wat vet en zet alle onderdelen in elkaar.
9. Monteer de PTO met de breekboutbeveiliging aan de Eliminator zijde.
10. Bevestig het andere uiteinde van de PTO aan de tractor.
11. Controleer de overlap van de kokers.
!! Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap;
Vervang deze eerst. !!
B
150 mm (6") min.
Max. 30°
Max. 30°
A
15
5.2 GEBRUIK VAN DE PTO
Voor een juist gebruik van de PTO moeten de volgende items worden gecontroleerd:
1. Tijdens het in werking zijn van de Eliminator mag de hoek van de draaipunten nooit
groter zijn dan 30 graden.
2. De draaipunten moeten altijd in lijn zijn.
3. De overlap van de kokers moet altijd minimaal 150 mm (6) zijn.
4. Gebruik de machine nooit met een beschadigde PTO beschermkap.
16
6.0 HET GEBRUIK VAN DE ELIMINATOR
Voordat de Eliminator op een plaats gebruikt kan gaan worden, dient men het volgende na te
gaan:
1. Zijn er losse objecten aanwezig op het veld? Verwijder deze eerst.
2. Zijn er hellingen? De maximale helling waarop gewerkt mag worden met deze
machine is 20 graden.
Werk altijd van boven naar beneden.
3. Is er gevaar voor rondvliegende objecten als bijvoorbeeld ballen, die de aandacht van
de bestuurder afleiden? Zo ja, de Eliminator kan NIET gebruikt worden.
4. Is er gevaar voor wegzakken, wegglijden? Zo ja, stel de bewerking uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
5. Wanneer de bodem nat is, stel de werkzaamheden uit totdat de omstandigheden
beter zijn.
6. Indien de machine te hevig vibreert ga dan terug in PTO snelheid.
7. Een veld kan 2 of 3 keer gedaan worden in dezelfde richting om een grondige
verwijdering van het vulmateriaal te krijgen.
8. Maak geen bochten; de ondergrond kan beschadigd worden.
6.1 START/STOP PROCEDURE
De start procedure is ZEER belangrijk. Als deze procedure niet wordt uitgevoerd als hieronder is
beschreven, kunnen er serieuze beschadigingen aan de te bewerken ondergrond / machine
ontstaan.
423
1
Fig. 10
De start procedure is als volgt: (zie Fig. 10)
1. Controleer de Eliminator goed op loszittende onderdelen en kijk of alle onderdelen goed
functioneren.
!! Indien er losse onderdelen zijn geconstateerd of onderdelen niet goed werken dan
dienen de problemen eerst verholpen te worden alvorens de Eliminator te gebruiken !!
2. Rij naar de plek waar de bewerking moet plaatsvinden.
17
!! Let op, de opvoerband moet zich in transportstand bevinden! (Zie hfst 7.0)
3. Laat de Eliminator rustig op de te bewerken ondergrond zakken.
4. Zorg ervoor dat de verstelbare achterrol helemaal uitgedraaid staat of in ieder geval ver genoeg
zodat er niet meteen te veel vulmateriaal door de borstel uit de mat verwijderd wordt. Voor de
diepteverstelling zie hoofdstuk 6.3.
!! Verzeker u ervan dat de tractor goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen
beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
5. Indien gewenst kan de topstang 1 geplaatst worden in de terreinvolgende stand in sleufgat 4.
Doe dit door de zekeringspin 3 en topstangpen 4 los te maken en weer in het sleufgat 4 te
monteren.
6. Plaats opvoerband in werkpositie.
7. Schakel de tractor in de juiste versnelling.
8. Schakel de hydraulisch aangedreven transportbanden in.
9. Schakel de PTO in met een laag motortoerental en voer dit geleidelijk op tot de maximale
waarde van 540 omw./min.
10. Rijdt nu naar voren en voer de snelheid op tot maximaal 5 Km/h (3 mph). Zie hoofdstuk 6.2.
11. Zorg ervoor dat de Eliminator met gelijke snelheid loopt als de externe opvangbak.
12. Indien de gewenste diepte niet is gehaald, stel dan de borstel dieper in en start de bewerking
opnieuw.
Stoppen geschiedt als volgt:
1. Breng de tractor tot stilstand.
2. Schakel de PTO uit zodat de borstel tot stiltand komt.
3. Schakel de transportbanden uit zodra er geen vulmateriaal meer wordt afgevoerd.
4. Breng de opvoerband in transportstand.
5. Hef de Eliminator van de grond.
6. Rij naar de volgende plek toe en start de bewerking als hierboven besproken.
6.2 DE RIJSNELHEID
De maximale rijsnelheid tijdens de bewerking is gelimiteerd tot 5 km/h (3 mph).
De optimale rijsnelheid wordt bepaald door de hoeveelheid vulmateriaal wat moet worden
verwijderd. Naarmate er meer vulmateriaal verwijderd moet worden, dient de rijsnelheid te
worden teruggebracht om zo tot goed resultaat te komen. Dit is dus afhankelijk van de
toestand van de kunstgrasmat en is dus niet uit te drukken in een vaste waarde. De
bovengenoemde aanbevolen maximumsnelheid is een veiligheidswaarde om overmatige
slijtage en beschadigingen aan zowel machine als te bewerken ondergrond te voorkomen.
18
6.3 WERKDIEPTE INSTELLEN
Min.
Max.
40 mm / 1.5 In
2
13
Fig. 11
De werkdiepte van de borstel kan worden versteld door het verstellen van de achterrol. Dit
geschied door middel van het verdraaien van de spindels aan de achterzijde van de machine.
De procedure is als volgt: (zie fig.11)
!! Verzeker u ervan dat de tractor/Eliminator goed geblokkeerd staat en zich niet uit
eigen beweging kan verplaatsen !!
!! Schakel de tractor uit alvorens ervan af te stappen !!
1. Draai de bouten 1 aan beide kanten van de machine een paar slagen los.
Er is een set sleutels meegeleverd; deze bevinden zich in de handleiding /
gereedschapset koker(zie fig.7).
2. Verstel met behulp van de bijgeleverde sleutels de spindels 2 en hierdoor de
werkdiepte.
3. Stel beide kanten van de machine op gelijke hoogte af. Zo wordt over de volle
werkbreedte egaal evenveel vulmateriaal verwijderd. Gebruik hiervoor de
indicatiestickers 3.
4. Draai de bouten 1 aan beide kanten van de machine weer goed vast.
Aangezien kunstgrasvelden veel van elkaar verschillen zal de gewenste werkdiepte
voornamelijk proefondervindelijk gevonden moeten worden. De opgegeven maximale
werkdiepte van 40 mm is een theoretische waarde en dit zal in de werkelijkheid ongetwijfeld
verschillen.
Het kan zijn dat het vulmateriaal te sterk samen gedrukt is zodat het vulmateriaal niet goed
genoeg verwijderd wordt en dus de gewenste werkdiepte niet in één keer gehaald wordt.
Een tweede of derde keer de bewerking toepassen kan er voor zorgen dat dan de
uiteindelijk gewenste werkdiepte wel wordt gehaald. Indien het vulmateriaal toch te sterk
samen gedrukt blijkt, zorg er dan voor dat het vulmateriaal los gemaakt wordt alvorens de
bewerking te starten.
19
6.4 V-SNAAR SPANNING VERSTELLEN
1
2
5
4
A
3
6
Fig. 12
De Eliminator is standaard uitgerust met een verstelbare spanrol die de v-snaren onder
spanning houdt.
Naar gelang de machine gebruikt wordt ontstaat er slijtage aan de aandrijflijn.
Hierbij kan het voorkomen dat de v-snaren gaan slippen en nagespannen moeten worden.
Het verstellen van de spanrol gaat als volgt (Zie Fig 12):
!! Verzeker u ervan dat de Eliminator goed geblokkeerd staat en zich niet uit eigen
beweging kan verplaatsen !!
!! Verzeker u ervan dat de PTO-as van de Eliminator afgekoppeld is!!
1. Verwijder alle moeren 1 en veiligheidskap 2.
2. Maak moer 3 los.
3. Draai moer 4 een aantal slagen terug afhankelijk van hoe ver de v-snaar 6 op
spanning gebracht moet worden.
4. Stel met behulp van moer 5 de v-snaar spanning af.
5. Controleer de v-snaar spanning door aan punt A met een spanning van 3.8Kg
(8.4lbs) te trekken. De uitrekking moet dan 9 mm (0.35”) bedragen.
6. Draai moer 4 weer vast.
7. Draai moer 3 vast.
8. Plaats veiligheidskap 2 terug en monteer alle moeren 1.
20
6.5 TRANSPORTBAND OPSPANNEN
Fig. 13
Zodra de transportband na een bepaalde tijd of na montage begint te slippen of zich
zijwaarts begint te verplaatsen, gebruik dan onderstaande beschrijving om de band op te
spannen: (Zie fig. 1)
1. Controleer of de rollen en de binnenzijde van de transportband schoon zijn. Maak de
delen indien nodig schoon.
2. Ontspan de riem aan beide zijden en plaats op beide zijden van de band twee
markeringen op een afstand van 1000mm van elkaar.
3. Verstel de spanners (2+3) aan beide zijden totdat de afstand tussen de markeringen is
toegenomen tot 1004mm. Verstel beide zijden evenwijdig aan elkaar en in kleine
stappen.
4. Draai de transportband langzaam rond zodat de band zich kan zetten en eventuele
beschadigingen tijdig voorkomen kunnen worden.
5. Als de band blijft slippen dienen de spanners versteld te worden totdat de markeringen
een maximale onderlinge afstand hebben van 1010mm.
6. Als de transportband teveel naar links uitwijkt tijdens het draaien, dan dient de linker
spanner (2) verder opgesteld te worden. Als de transportband teveel naar rechts uitwijkt
tijdens het draaien, dan dient de rechter spanner (2) verder opgesteld te worden. Voer
het opspannen in kleine stappen uit.
7. Na elke verstelling dient de transportband minstens 10 rondgangen te maken om zichzelf
te kunnen zetten. Ga hierna pas verder met de volgende verstelling.
8. Als de band naar behoren werkt dient te worden gecontroleerd of de spanners geborgd
zijn tegen losdraaien.
21
7.0 TRANSPORT VAN DE ELIMINATOR
Work Position
Transport position
Fig. 14
De gebruiker is verantwoordelijk voor het transport van de Eliminator achter de tractor over
de openbare wegen. Ga de nationale wetgeving na betreffende de regelgeving.
Over open velden, de machine geheven, mag maximaal met een snelheid van 20 km/uur
(12.4 mph) worden gereden, vanwege het gewicht van de Eliminator.
Een hogere snelheid kan gevaarlijk zijn voor de bestuurder/omstanders en kan zelfs de
machine beschadigen.
Om de machine te transporteren dient deze eerst in transportstand gebracht te worden. Dit
wordt gedaan door de opvoerband geheel op te klappen zodat deze in z’n geheel boven de
machine hangt. (zie fig. 13)
Zorg ervoor dat de bovenste topstang aangekoppeld en op spanning gezet
is in de transportstand! Zie fig. 7
Indien niet kan er serieuze schade ontstaan aan de machine.
Wanneer de machine van de grond geheven is moet minimaal 20% van het
gewicht van de trekker op de vooras steunen.
Zorg dat tijdens transport de opvoerband in transportstand staat. Dit om
beschadiging aan de machine te voorkomen.
22
8.0 ONDERHOUD
Tijdpad
Controlepunt/Smeerpunt
Methode
Voor elke ingebruikname.
Controleer op loszittende bouten
/ moeren.
Draai de loszittende
bouten/ moeren vast met
het juiste moment.
Aanwezigheid en Leesbaarheid
van de veiligheidsstickers. (Fig. 7)
Vervang deze indien niet
aanwezig/ beschadigd.
Controleer op hydraulische
defecten.
Indien nodig, repareer of
vervang beschadigde
onderdelen.
Na eerste 20 werkuren
(nieuw of gerepareerd).
Controleer de rollagers en de
aandrijflijn.
Smeer rollagers / Indien
nodig, vervang versleten
onderdelen. Gebruik EP 2
smeervet.
Controleer op loszittende bouten/
moeren.
Draai de loszittende bouten
/ moeren vast met het
juiste
moment.
Controleer de spanning van de v-
snaren.
Pas indien nodig de
spanning van de v-snaren
aan. (zie hfst 6.4)
Na elke 40 werkuren of
jaarlijks.
Controleer de rollagers en de
aandrijflijn.
Smeer rollagers / Indien
nodig, vervang versleten
onderdelen. Gebruik EP 2
smeervet.
Controleer de lagerhuizen.
Smeer lagerhuizen / Indien
nodig vervang versleten
onderdelen.
Controleer op loszittende bouten
/ moeren.
Draai de loszittende bouten
/ moeren vast met het
juiste moment.
Controleer de spanning / slijtage
van de v-snaren.
Pas de spanning van de v-
snaren aan. (zie hfst 6.4)
Indien nodig vervang de v-
snaren.
Controleer de slijtage van de
borstel.
Indien nodig vervang
borstel.
Controleer tandwielkast op
olielekkage.
Repareer of vervang.
Controleer oliepeil in
tandwielkast.
Indien nodig, vul bij tot aan
rand vulopening.
Controleer op hydraulische
defecten.
Indien nodig, repareer of
vervang beschadigde
onderdelen.
Controleer PTO.
Smeer PTO of indien
nodig, vervang PTO.
Controleer spanning
transportbanden.
Indien nodig, zet
transportbanden onder
hogere spanning.
Na elke 500 uur.
Vervang olie tandwielkast.
Voer oude olie af en vul
nieuwe olie tot aan rand
vulopening.
23
9.0 PROBLEEM ANALYSE
Probleem
Mogelijke Oorzaak
Oplossing
Er wordt niet genoeg
vulmateriaal verwijderd.
De borstel staat niet diep
genoeg ingesteld.
Stel de diepte verder in door de
achterrol te verstellen.
Vulmateriaal is te compact
samen gedrukt.
Maak het vulmateriaal los.
Rijsnelheid te hoog.
Verminder rijsnelheid.
Materiaal te nat.
Wacht op verbeterde
omstandigheden.
De borstel draait niet of
slecht.
De v-snaren, die de borstel
aandrijven, slippen.
Span de v-snaren zoals
omschreven in hoofdstuk 6.4
Machine staat te diep
afgesteld.
Stel machine minder diep in.
De transportbanden kunnen
de hoeveelheid uitgehaalde
vulmateriaal niet aan.
Rijsnelheid te hoog.
Verminder rijsnelheid.
Transportbanden draaien te
langzaam.
Voer olieflow op zodat
transportbanden sneller gaan
draaien.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Redexim Eliminator de handleiding

Type
de handleiding