5.0 WERKDIEPTE VERSTELLING
De werkdiepte kan worden versteld door het verstellen van de loopwielen door middel van
het verdraaien van de spindels 4 (Fig. 8) aan de voorzijde van de machine.
Stel beide kanten van de machine op gelijke hoogte af zodat het veld zo egaal mogelijk
gereinigd wordt.
Stel de machine NOOIT zo af zodat er schade kan ontstaan aan de te bewerken ondergrond.
! BELANGRIJK! Controleer eerst statisch op de te bewerken ondergrond de
werkdiepte alvorens de machine te gebruiken!
6.0 TRANSPORT VAN DE VERTI-GROOM
De gebruiker is verantwoordelijk voor het transport van de Verti-Groom achter de tractor over
de openbare wegen. Ga de nationale wetgeving na betreffende de regelgeving.
Over open velden, de machine geheven, mag maximaal met een snelheid van 20 km/uur
(12.4 mph) worden gereden indien de omstandigheden dit toelaten, vanwege het gewicht
van de Verti-Groom.
Een hogere snelheid kan gevaarlijk zijn voor de bestuurder/ omstanders en kan zelfs de
machine beschadigen.
Wanneer de machine van de grond geheven is moet minimaal 20% van het
gewicht van de trekker op de vooras steunen.
7.0 DE RIJSNELHEID
De rijsnelheid is gelimiteerd tot 12 km/h (7.5mph).
Sneller is niet aanbevolen i.v.m. overmatige slijtage en beschadigingen die kunnen ontstaan
aan de machine en de te bewerken ondergrond.
8.0 HET GEBRUIK VAN DE VERTI-GROOM
Voordat de Verti-Groom op een plaats gebruikt kan gaan worden, dient met het volgende na
te gaan:
1. Zijn er losse objecten aanwezig op het veld? Verwijder deze eerst.
2. Zijn er hellingen? De maximale helling waarop gewerkt mag worden met deze
machine is 20 graden.
3. Werk altijd van boven naar beneden.
Is er gevaar voor rondvliegende objecten als bijvoorbeeld ballen, die de aandacht
van de bestuurder afleiden? Zo ja, de Verti-Groom kan NIET gebruikt worden.
4. Is er gevaar voor wegzakken, wegglijden? Zo ja, stel de bewerking uit totdat de
omstandigheden beter zijn.
5. Een veld kan meerdere keren gedaan worden in dezelfde of in verschillende
richtingen om een betere reiniging te verkrijgen.
6. Maak geen korte bochten, rij bij voorkeur rechtlijnig; de ondergrond kan
beschadigd worden.
7. Stel de machine niet te diep in; dit kan resulteren in een ongewenste
beschadiging op de ondergrond.