GLXD14/MX53

Shure GLXD14/MX53 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Shure GLXD14/MX53 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. LEES deze instructies.
2. BEWAAR deze instructies.
3. NEEM alle waarschuwingen in acht.
4. VOLG alle instructies op.
5. GEBRUIK dit apparaat NIET in de buurt van water.
6. REINIG UITSLUITEND met een droge doek.
7. DICHT GEEN ventilatieopeningen AF. Zorg dat er voldoende afstand wordt gehouden
voor adequate ventilatie. Installeer het product volgens de instructies van de fabrikant.
8. Plaats het apparaat NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals vuur, radiatoren,
warmteroosters, kachels of andere apparaten (waaronder versterkers) die warmte
genereren. Plaats geen vuurbronnen in de buurt van het product.
9. Zorg ervoor dat de beveiliging van de gepolariseerde stekker of randaardestekker
INTACT blijft. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarbij er één breder is
dan de andere. Een randaardestekker heeft twee pennen en een extra aardaansluiting.
De breedste pen en de aardaansluiting zijn bedoeld om uw veiligheid te garanderen. Als
de meegeleverde stekker niet in de contactdoos past, vraag een elektricien dan om de
verouderde contactdoos te vervangen.
10. BESCHERM het netsnoer tegen erop lopen of afknelling, vooral in de buurt van stekkers
en uitgangen en op de plaats waar deze het apparaat verlaten.
11. GEBRUIK UITSLUITEND door de fabrikant gespecificeerde hulpstukken/accessoires.
12. GEBRUIK het apparaat UITSLUITEND in combinatie met een door de
fabrikant gespecificeerde wagen, standaard, driepoot, beugel of tafel of
met een meegeleverde ondersteuning. Wees bij gebruik van een wagen
voorzichtig tijdens verplaatsingen van de wagen/apparaat-combinatie om
letsel door omkantelen te voorkomen.
13. HAAL de stekker van dit apparaat uit de contactdoos tijdens onweer/bliksem of wanneer
het lange tijd niet wordt gebruikt.
14. Laat onderhoud altijd UITVOEREN door bevoegd servicepersoneel. Onderhoud moet
worden uitgevoerd wanneer het apparaat op enigerlei wijze is beschadigd, bijvoorbeeld
beschadiging van netsnoer of stekker, vloeistof of voorwerpen in het apparaat zijn
terechtgekomen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet naar behoren werkt
of is gevallen.
15. STEL het apparaat NIET bloot aan druppelend en rondspattend vocht. PLAATS GEEN
voorwerpen gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld een vaas, op het apparaat.
16. De NETSTEKKER of een koppelstuk van het apparaat moet klaar voor gebruik zijn.
17. Het door het apparaat verspreide geluid mag niet meer zijn dan 70 dB(A).
18. Apparaten van een KLASSE I-constructie moeten worden aangesloten op een
WANDCONTACTDOOS met beschermende aardaansluiting.
19. Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrische
schokken te verminderen.
20. Probeer dit product niet te wijzigen. Anders kan lichamelijk letsel optreden en/of het
product defect raken.
21. Gebruik dit product binnen de gespecificeerde bedrijfstemperaturen.
Dit symbool geeft aan dat in deze eenheid een gevaarlijk spanning aan-
wezig is met het risico op een elektrische schok.
Dit symbool geeft aan dat in de documentatie bij deze eenheid belangri-
jke bedienings- en onderhoudsinstructies zijn opgenomen.
IMPORTANTES INSTRUÇÕES DE SEGURANÇA
1. LEIA estas instruções.
2. GUARDE estas instruções.
3. PRESTE ATENÇÃO a todas as instruções.
4. SIGA todas as instruções.
5. NÃO use este aparelho perto de água.
6. LIMPE SOMENTE com um pano seco.
7. NÃO bloqueie nenhuma das aberturas de ventilação. Deixe distâncias suficientes para
ventilação adequada e instale de acordo com as instruções do fabricante.
8. NÃO instale próximo de nenhuma fonte de calor, tais como fogo aceso, radiadores,
bocais de aquecimento, fornos ou outros aparelhos que produzam calor (inclusive ampli-
ficadores). Não coloque fontes de chamas sobre o produto.
9. NÃO inutilize as características de segurança do conector polarizado ou com pino de
aterramento. Um conector polarizado possui duas lâminas com uma mais larga do que a
outra. Um conector com pino de aterramento possui duas lâminas e um terceiro pino de
aterramento. É fornecida uma lâmina mais larga ou o terceiro pino para a sua segurança.
Se por acaso o conector não se encaixar na tomada, chame um eletricista para substituir
a tomada obsoleta.
10. PROTEJA o cabo de alimentação, evitando que seja pisado ou que enrosque, especial-
mente nos conectores, nas tomadas elétricas de emprego geral e no ponto onde elas
saem do aparelho.
11. USE SOMENTE acessórios/apetrechos especificados pelo fabricante.
12. USE somente com um carrinho, pedestal, tripé, suporte ou mesa espe-
cificados pelo fabricante ou vendidos com o aparelho. Quando utilizar um
carrinho, tenha cuidado ao movimentar o conjunto aparelho/carrinho para
evitar danos com a queda do mesmo.
13. DESLIGUE este aparelho da tomada elétrica durante tempestades com relâmpagos ou
quando não seja utilizado por longo período.
14. DEIXE toda a manutenção sob a responsabilidade de uma equipe de manutenção
qualificada. É necessário realizar a manutenção quando por algum motivo o aparelho
tiver sido danificado de alguma forma, como por exemplo por dano do cabo de alimen-
tação elétrica ou do seu conector, por derramamento de líquido ou queda de objetos no
aparelho, se o aparelho tiver sido exposto à chuva ou à umidade, não esteja operando
normalmente ou tenha sofrido queda.
15. NÃO exponha o aparelho a respingos ou goteiras. NÃO coloque objetos cheios de
líquidos, tais como vasos, sobre o aparelho.
16. O plugue MAINS (rede elétrica) ou um acoplador de aparelho deve estar sempre pronto
para operação.
17. O ruído aéreo do Aparelho não ultrapassa 70 dB (A).
18. O aparelho com construção CLASSE I deve estar conectado à tomada da rede elétrica
com ligação à terra.
19. Para reduzir o risco de incêndio ou choque elétrico, não exponha este aparelho à chuva
ou umidade.
20. Não tente alterar este produto. Isso poderá resultar em lesão pessoal e/ou falha do
produto.
21. Opere este produto dentro da faixa de temperatura de operação especificada.
Este símbolo indica que existe nesta unidade tensão perigosa que
apresenta risco de choque elétrico.
Este símbolo indica que existem instruções operação e manutenção
importantes na literatura que acompanha esta unidade.
ВАЖНЫЕ ИНСТРУКЦИИ ПО ТЕХНИКЕ БЕЗОПАСНОСТИ
1. ПРОЧИТАЙТЕ эти инструкции.
2. СОХРАНИТЕ эти инструкции.
3. ОБРАЩАЙТЕ ВНИМАНИЕ на все предупреждения.
4. СЛЕДУЙТЕ всем инструкциям.
5. НЕ пользуйтесь этим прибором вблизи воды.
6. ЧИСТИТЕ ТОЛЬКО сухой тканью.
7. НЕ закрывайте никакие вентиляционные отверстия. Оставляйте расстояния, нужные
для достаточной вентиляции, и выполняйте установку в соответствии с инструкциями
изготовителя.
8. НЕ устанавливайте вблизи каких бы то ни было источников тепла — открытого
пламени, радиаторов, обогревателей, печей или других приборов (включая усилители),
выделяющих тепло. Не помещайте на изделие источники открытого пламени.
9. НЕ пренебрегайте защитными свойствами поляризованной или заземляющей вилки.
Поляризованная вилка имеет два ножевых контакта, из которых один шире другого.
Заземляющая вилка имеет два ножевых контакта и третий, заземляющий, штырь.
Более широкий контакт или третий штырь предусматриваются для безопасности. Если
вилка прибора не подходит к вашей розетке, обратитесь к электрику для замены
розетки устаревшей конструкции.
10. ЗАЩИТИТЕ силовой шнур, чтобы на него не наступали и чтобы он не был пережат,
особенно в местах подсоединения к вилкам, розеткам и в месте выхода из прибора.
11. ИСПОЛЬЗУЙТЕ ТОЛЬКО те принадлежности и приспособления, которые
предусмотрены изготовителем.
12. ИСПОЛЬЗУЙТЕ только с тележкой, стендом, штативом, кронштейном или
столом, которые предусмотрены изготовителем или наглухо прикреплены к
прибору. При использовании тележки будьте осторожны, когда передвигаете
тележку вместе с прибором — переворачивание может привести к травме.
13. ОТСОЕДИНЯЙТЕ прибор ОТ СЕТИ во время грозы или если он не используется
длительное время.
14. ПОРУЧИТЕ все обслуживание квалифицированному техническому персоналу.
Обслуживание требуется при каком-либо повреждении прибора, например, при
повреждении шнура питания или вилки, если на прибор была пролита жидкость или
на него упал какой-либо предмет, если прибор подвергся воздействию дождя или
сырости, не функционирует нормально или если он падал.
15. НЕ допускайте попадания на прибор капель или брызг. НЕ ставьте на прибор сосуды
с жидкостью, например, вазы.
16. Вилка электропитания или штепсель прибора должны быть легко доступны.
17. Уровень воздушного шума этого аппарата не превышает 70 дБ (A).
18. Аппараты конструкции КЛАССА I необходимо подсоединять к СЕТЕВОЙ розетке с
защитным соединением для заземления.
19. Чтобы уменьшить риск возгорания или поражения электрическим током, не
допускайте попадания на этот аппарат дождя или влаги.
20. Не пытайтесь вносить изменения в это изделие. Это может привести к травме и (или)
выходу изделия из строя.
21. Эксплуатируйте это изделие в указанном диапазоне рабочих температур.
Этот знак показывает, что внутри прибора имеется опасное
напряжение, создающее риск электрического удара.
Этот знак показывает, что в сопроводительной документации
к прибору есть важные указания по его эксплуатации и
обслуживанию.
ISTRUZIONI IMPORTANTI PER LA SICUREZZA
1. LEGGETE queste istruzioni.
2. CONSERVATELE.
3. OSSERVATE tutte le avvertenze.
4. SEGUITE tutte le istruzioni.
5. NON usate questo apparecchio vicino all'acqua.
6. PULITE l'apparecchio SOLO con un panno asciutto.
7. NON ostruite alcuna apertura per l'aria di raffreddamento. Consentite distanze sufficienti
per un'adeguata ventilazione e installate l'apparecchio seguendo le istruzioni del costrut-
tore.
8. NON installate l'apparecchio accanto a fonti di calore, quali fiamme libere, radiatori, aper-
ture per l'efflusso di aria calda, forni o altri apparecchi (amplificatori inclusi) che generano
calore. Non esponete il prodotto a fonti di calore non controllate.
9. NON modificate la spina polarizzata o con spinotto di protezione per non alterarne
la funzione di sicurezza. Una spina polarizzata è dotata di due lame, una più ampia
dell'altra. Una spina con spinotto è dotata di due lame e di un terzo polo di messa a terra.
La lama più ampia ed il terzo polo hanno lo scopo di tutelare la vostra incolumità. Se la
spina in dotazione non si adatta alla presa di corrente, rivolgetevi ad un elettricista per far
eseguire le modifiche necessarie.
10. EVITATE di calpestare il cavo di alimentazione o di comprimerlo, specie in corrispon-
denza di spine, prese di corrente e punto di uscita dall'apparecchio.
11. USATE ESCLUSIVAMENTE i dispositivi di collegamento e gli accessori
specificati dal costruttore.
12. USATE l'apparecchio solo con carrelli, sostegni, treppiedi, staffe o tavoli
specificati dal produttore o venduti unitamente all'apparecchio stesso. Se us-
ate un carrello, fate attenzione quando lo spostate con l'apparecchio collocato
su di esso, per evitare infortuni causati da un eventuale ribaltamento del carrello stesso.
13. Durante i temporali o in caso di inutilizzo prolungato dell'apparecchio, SCOLLEGATELO
dalla presa di corrente.
14. Per qualsiasi intervento, RIVOLGETEVI a personale di assistenza qualificato. È neces-
sario intervenire sull'apparecchio ogniqualvolta è stato danneggiato, in qualsiasi modo;
ad esempio la spina o il cavo di alimentazione sono danneggiati, si è versato liquido
sull'apparecchio o sono caduti oggetti su di esso, l'apparecchio è stato esposto alla piog-
gia o all'umidità, non funziona normalmente o è caduto.
15. NON esponete l'apparecchio a sgocciolamenti o spruzzi. NON appoggiate
sull'apparecchio oggetti pieni di liquidi, ad esempio vasi da fiori.
16. La spina ELETTRICA o l'accoppiatore per elettrodomestici deve restare prontamente
utilizzabile.
17. Il rumore aereo dell'apparecchio non supera i 70 dB (A).
18. L'apparecchio appartenente alla CLASSE I deve essere collegato ad una presa elettrica
dotata di messa a terra di protezione.
19. Per ridurre il rischio di incendio o folgorazione, non esponete questo apparecchio alla
pioggia o all'umidità.
20. Non tentate di modificare il prodotto. Tale operazione può causare infortuni e/o il guasto
del prodotto stesso.
21. Utilizzate questo prodotto entro la gamma di temperatura operativa specificata.
Questo simbolo indica la presenza di alta tensione all'interno
dell'apparecchio, che comporta il rischio di folgorazione.
Questo simbolo indica la presenza di istruzioni importanti per l'uso e la
manutenzione nella documentazione in dotazione all'apparecchio.
AVVERTENZA: pericolo di esplosione in caso di errato posizionamento
della pila. Da utilizzare esclusivamente con pile compatibili Shure.
AVVERTENZA: le pile non devono essere esposte a calore eccessivo (luce
del sole diretta, fuoco o simili).
AVVERTENZA:
Le pile possono esplodere o rilasciare sostanze tossiche. Rischio di
incendio o ustioni. Non aprite, schiacciate, modificate, smontate né
scaldate oltre i 60 °C.
Seguite le istruzioni del produttore
Non mettete le pile in bocca. Se ingerite, rivolgetevi al medico o al
centro antiveleni locale.
Non causate cortocircuiti, per evitare ustioni o incendi.
Caricate ed usate le pile esclusivamente con i prodotti Shure
specificati.
Smaltite le pile in modo appropriato. Per lo smaltimento appropriato
delle pile usate, rivolgetevi al fornitore locale.
Nota:
questo apparecchio è destinato all'uso nelle applicazioni audio
professionali.
La conformità ai requisiti relativi alla compatibilità elettromagnetica
dipende dall’uso dei cavi in dotazione e raccomandati. Utilizzando
altri tipi di cavi si possono compromettere le prestazioni relative alla
compatibilità elettromagnetica.
Utilizzate questo caricabatteria solo con i moduli di carica e le pile
Shure per i quali è stato progettato. L'utilizzo con moduli e pile diversi
da quelli specificati può aumentare il rischio di incendio o esplosione.
Modifiche di qualsiasi tipo non espressamente autorizzate dalla
Shure Incorporated potrebbero annullare il permesso di usare questo
apparecchio.
Nota: utilizzate unicamente con l'alimentatore in dotazione o con uno
equivalente autorizzato da Shure.
ATENÇÃO: Existe perigo de explosão caso a bateria seja
substituída incorretamente. Utilize apenas com baterias Shure
compatíveis.
ATENÇÃO: Baterias não devem ser expostas a calor excessivo
como luz do sol, fogo etc.
ATENÇÃO
Baterias podem explodir ou liberar materiais tóxicos.
Risco de incêndio ou queimaduras. Não abra, esmague,
modifique, desmonte, aqueça acima de 140°F (60°C) ou
incinere
Siga as instruções do fabricante
Nunca ponha baterias na boca. Se engolida, procure um
médico ou centro local de controle de veneno
Não provoque curto-circuito; isto pode causar queimaduras
ou incêndios
Não carregue ou use baterias diferentes dos produtos
especificados pela Shure
Descarte as baterias apropriadamente. Verifique com o
fornecedor local a forma correta de descarte de baterias
usadas
Observação:
Este equipamento se destina a aplicações de áudio
profissionais.
A compatibilidade eletromagnética é baseada no uso
dos tipos de cabos recomendados e fornecidos com o
equipamento. O uso de outros tipos de cabos pode degradar
o desempenho da compatibilidade eletromagnética.
Utilize este carregador de bateria apenas com módulos de
carga e baterias da Shure para os quais foi projetado. O uso
com módulos de carga e baterias diferentes do especificado
pode aumentar o risco de incêndio ou explosão.
Alterações ou modificações não expressamente aprovadas
pela Shure Incorporated podem anular a autorização do
usuário para a operação deste equipamento.
Observação: Use somente com a fonte de alimentação inclusa ou
uma equivalente aprovada pela Shure.
ВНИМАНИЕ: Неправильная замена батарейки может привести к
взрыву. Используйте только батарейки, совместимые с Shure.
ВНИМАНИЕ: Не подвергайте батарейные блоки питания чрезмерному
нагреву от солнца, открытого пламени и т.п.
ВНИМАНИЕ
Батарейные блоки питания могут взрываться или выделять
токсичные материалы. Остерегайтесь ожогов или возгорания.
Батарейки нельзя вскрывать, раздавливать, модифицировать,
разбирать, нагревать выше 60 °C или сжигать.
Следуйте инструкциям изготовителя
Ни в коем случае не берите батарейки в рот. При проглатывании
обратитесь к врачу или в местный токсикологический центр
Не замыкайте батарейки накоротко; это может привести к
ожогам или возгоранию
Не заряжайте и не используйте батарейки ни в каких изделиях,
кроме указанных изделий Shure
Утилизируйте батарейки надлежащим образом. По вопросам
надлежащей утилизации использованных батареек обращайтесь
к местному поставщику
Примечание.
Данное оборудование предназначается для использования в
профессиональных музыкальных выступлениях.
Данные о соответствии требованиям ЭМС основаны на
использовании входящих в комплект и рекомендуемых типов
кабелей. Использование кабелей других типов может ухудшить
характеристики ЭМС.
Настоящее зарядное устройство следует использовать только с
теми зарядными модулями и батарейками Shure, для которых
оно предназначено. Использование устройства с другими
модулями и батарейками может привести к увеличению
опасности возгорания или взрыва.
Изменения или модификации, не получившие специального
утверждения Shure Incorporated, могут лишить вас права
эксплуатировать это оборудование.
Примечание. Используйте только с блоком питания, входящим в
комплект, или эквивалентным устройством, утвержденным Shure.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar indien batterij door verkeerd
exemplaar wordt vervangen. Alleen gebruiken met compatibele
Shure-batterijen.
WAARSCHUWING: Batterijen mogen niet worden blootgesteld
aan grote hitte, zoals direct zonlicht, vuur, enzovoort.
WAARSCHUWING
Batterijpakketten kunnen exploderen of giftige stoffen
afgeven. Gevaar voor brand of verbranding. Niet openen,
indeuken, wijzigen, demonteren, tot boven 60 °C
verwarmen of verbranden.
Volg de instructies van de fabrikant op.
Stop nooit een batterij in uw mond. Neem bij doorslikken
contact op met een arts of de plaatselijke eerste hulp.
Niet kortsluiten; dit kan brandwonden of brand opleveren.
Geen batterijpakketten opladen of gebruiken met andere
dan de gespecificeerde Shure-producten.
Voer batterijpakketten op juiste wijze af. Raadpleeg de
plaatselijke verkoper voor de juiste afvoermethode voor
gebruikte batterijpakketten.
Opmerking:
Dit apparaat is bedoeld om in professionele
audiotoepassingen te worden gebruikt.
EMC-conformiteit wordt gebaseerd op het gebruik van
meegeleverde en aanbevolen kabeltypen. Bij gebruik van
andere kabeltypen kunnen de EMC-prestaties worden
aangetast.
Gebruik deze batterijlader uitsluitend met de laadmodules en
batterijpakketten van Shure waarvoor hij is bedoeld. Gebruik
met andere dan de opgegeven modules en batterijpakketten
kan het risico van brand of explosie vergroten.
Wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet zijn
goedgekeurd door Shure Incorporated, kunnen uw
bevoegdheid om het apparaat te gebruiken tenietdoen.
Opmerking: Gebruik dit apparaat alleen met de bijgeleverde voed-
ing of een door Shure goedgekeurd equivalent.
84
Systeemoverzicht
De nieuwe grensverleggende draadloze GLX-D-systemen van Shure combineren de allernieuwste technologie van automatische frequentiemanage-
ment met een eersteklas intelligente oplaadbaarheid van lithiumionbatterijen, wereldvermaarde microfones en een ongeëvenaard ontwerp en dito
constructie. Ze zijn verkrijgbaar in allerlei configuraties van bodypacks en handhelds - waaronder vocale, headset- en presentatiesystemen, evenals
traditionele gitaaropties. De revolutionaire draadloze GLX-D-systemen bepalen de nieuwste standaarden voor naadloos gebruiksgemak en uitzonderlijke
helderheid van digitale audio.
Uitzonderlijke helderheid van digitale audio
Werkt in het 2,4 GHz-spectrum, dat in de hele wereld beschikbaar is
Oplaadbare batterijen leveren goedkope energie en hebben een
gebruiksduur van maximaal 16 uur
Regelbare versterkingsfactor van zender om het audiosignaal te
optimaliseren
Stap ①
Sluit de voeding aan op de ontvanger en steek het snoer in een
netvoedingsbron. Sluit de audio-uitgang aan op een versterker of
mengpaneel.
Stap ③
Schakel de zender en ontvanger in. De blauwe RF LED gaat
knipperen terwijl de ontvanger aan de zender wordt gekoppeld.
Wanneer de koppeling met succes tot stand is gebracht, blijft de RF
LED continu oplichten.
Wordt automatisch zonder audio-onderbreking uit de buurt van
storingen gebracht
RF-back-upkanaal voor afstandsbediening of zenderfuncties
De wereldwijde licentievrije 2,4 GHz-frequentieband staat het gebruik
van maximaal 8 compatibele systemen toe
Automatische zenderuitschakeling om batterijgebruiksduur te
maximaliseren wanneer zender niet in gebruik is.
Inbegrepen componenten
Oplaadbare Shure-batterij SB902
Micro USB-batterijlader SBC-USB
Voeding PS42
Optionele accessoires
Batterijlader voor in de auto SBC-CAR
Autonome lader voor één batterij SBC-902
Snelstart
Voor het verminderen van de insteltijd worden zender en ontvanger automatisch gekoppeld en vormen zo een audiokanaal wanneer ze voor het eerst
worden ingeschakeld. Dit is eenmalig.
Opmerking: Ga bij het instellen van systemen met meerdere ontvangers als volgt te werk: schakel telkens niet meer dan één zender/ontvanger-paar tegelijk in en koppel
deze dan; zo kan er geen kruiskoppeling optreden.
Stap ②
Plaats de opgeladen batterijen in de zender.
Opmerking: De zender en ontvanger blijven voor
toekomstig gebruik gekoppeld. Bij inschakeling
blijft de blauwe RF LED meteen oplichten en
wordt het koppelen overgeslagen.
Stap ④
Controleer de audio en regel zo nodig de versterkingsfactor af.
rf group
link
channel
gain
+
-
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
GLXD2
on
o / on power mic out instr out
on
on
on
85
Bedieningselementen en connectors GLXD4-ontvanger
Scherm ontvanger
① Groep
Hiermee wordt de geselecteerde groep weergegeven.
② Kanaal
Hiermee wordt het geselecteerde kanaal weergegeven.
③ Gebruiksduur zenderbatterij
Geeft de resterende batterijgebruiksduur aan in uren en minuten.
Of geeft de volgende batterijstatus aan:
CALC = berekening batterijgebruiksduur
Lo = batterijgebruiksduur minder dan 15 minuten
Err = vervang batterij
④ Audiometer
Geeft de signaalniveaus en -pieken van de audio aan.
⑤ Versterkingsfactor
Geeft de versterkingsinstelling (dB) van de zender weer.
⑥ OL-indicator
Duidt op audio-oversturing; verminder de versterkingsfactor.
⑦ Zender vergrendeld
Verschijnt wanneer de bedieningselementen van de gekoppelde
zender zijn vergrendeld.
⑧ Scanning
Geeft aan dat er een scan wordt uitgevoerd.
⑨ Auto
Hiermee wordt aangegeven dat er voor de geselecteerde groep back-
upkanalen beschikbaar zijn.
GLXD4
rf group
channel
-
gain
+
link
Voorpaneel
① Antenne
Voor overdracht van het draadloze signaal, 2 per ontvanger.
② RF-status-LED
• AAN = gekoppelde zender is ingeschakeld
• Knipperen = bezig met zoeken naar zender
• UIT= gekoppelde zender uitgeschakeld of zender ontkoppeld
③ Knop 'group'
Houd deze twee seconden ingedrukt om handmatige groepsbewerking
in te schakelen.
④ Knop 'link'
Druk hierop om de ontvanger handmatig aan een zender te koppelen
of om de functie Extern-ID te activeren
⑤ Kanaal
• Druk hierop kort om een kanaalscan te starten
• Houd deze 2 seconden ingedrukt om handmatige kanaalbewerk-
ing in te schakelen
⑥ LCD-scherm
Geeft status van ontvanger en zender weer.
⑦ Knoppen 'gain'
Druk hierop om de zenderversterking te vergroten of te verkleinen in
stappen van 1 dB.
⑧ Laadindicator batterij
Licht op wanneer de batterij zich in het laadcompartiment bevindt:
• Rood = batterij wordt opgeladen
• Groen en knippert = batterijlading > 90%
• Groen = batterij is opgeladen
• Oranje en knippert = laadfout, vervang batterij
⑨ Laadcompartiment batterij
Hiermee wordt de batterij opgeladen wanneer de ontvanger van
spanning wordt voorzien.
⑩ Aan/uit-schakelaar
Hiermee wordt de unit in- of uitgeschakeld.
⑪ Voedingsconnector
Sluit de meegeleverde externe voeding van 15 V DC hierop aan.
⑫ Mic Out
De XLR-microfoonuitgangsconnector levert een audio-uitgangssignaal
op microfoonniveau.
⑬ USB-poort
⑭ Instr Out
¼" (6,35 mm) TRS-audio-uitgang. Voor aansluiting van mengpanelen,
recorders en versterkers.
o / on power mic out instr out
10 11 12 13 14
Achterpaneel
auto
86
Zenders
Zenderstatus-LED
① Antenne
Voor overdracht van draadloos signaal.
② Status-LED
LED-kleur en -toestand geven de zenderstatus aan.
③ Aan/uit-schakelaar
Hiermee wordt de zender in-/uitgeschakeld.
④ TA4M-ingangsconnector
Wordt aangesloten op een microfoon- of instrumentkabel met een
4-pens miniconnector (TA4F).
⑤ Micro USB-laadpoort
Wordt aangesloten op een USB-batterijlader.
⑥ Knop 'link'
Houd deze binnen 5 seconden na inschakelen ingedrukt om de
koppeling met de ontvanger handmatig te voltooien
• Druk kort op de knop om de functie Extern-ID te activeren
⑦ Batterijcompartiment
Voor 1 oplaadbare Shure-batterij.
⑧ Microfoonkop
GLXD-2-zendermodellen zijn verkrijgbaar met de volgende typen
capsules: SM58, Beta 58, SM86 en Beta 87A.
De bodypackzender dragen
De headsetmicrofoon dragen
De juiste microfoonplaatsing
Klem de zender vast aan een riem of schuif een gitaarband door de klem
van de zender, zoals hier wordt weergegeven.
Voor de beste resultaten moet de riem tegen de basis van de klem wor-
den geduwd.
Positioneer de headsetmicrofoon op 13 mm (1/2 inch) afstand van
uw mondhoek.
Positioneer een lavalier- of headsetmicrofoon zodanig dat er geen
kleren, sierraden of anders dingen tegen de microfoon kunnen stoten
of schuren.
Houd de microfoon binnen 30 cm (12 inch) van de geluidsbron.
Zet de microfoon dichterbij de geluidsbron voor een warmer geluid
met meer bas.
Houd uw hand niet over het rooster heen.
LED is groen tijdens normaal gebruik.
Knipperen of een verandering in de LED-kleur betekent een wijziging in de
zenderstatus, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Kleur Toestand Status
Groen Knippert
(langzaam)
zender probeert opnieuw koppeling met
ontvanger te maken
Knippert (snel) een niet-gekoppelde zender die een
ontvanger zoekt
Knippert 3 maal geeft een vergrendelde zender aan
wanneer de voedingsschakelaar wordt
ingedrukt
Rood Aan batterijgebruiksduur < 1 uur
Knippert batterijgebruiksduur < 30 minuten
Rood/
groen
Knippert extern-ID actief
Oranje Knippert batterijfout, vervang batterij
1
1
23
2
3
4
5
6
5
6
7
7
8
off on
GLXD2
on
13 mm
(.5 in.)
87
Batterijen en opladen
LED-status tijdens opladen
De volgende LED-toestanden geven de batterijstatus aan wanneer de ze-
nder is aangesloten op een laadapparaat:
Groen = opgeladen voltooid
Groen en knippert = batterijlading > 90%
Rood = batterij wordt opgeladen
Oranje en knippert = batterijfout, vervang batterij
De GLX-D-zenders worden gevoed door de oplaadbare lithium-ion Shure-batterijen SB902. Geavanceerde chemische batterijeigenschappen hebben de
gebruiksduur gemaximaliseerd. Dit zonder enig geheugeneffect, waardoor batterijen vóór het opladen niet eerst moeten worden ontladen.
Aanbevolen opslagtemperatuur voor niet-gebruikte batterijen is 10 °C (50 °F) tot 25 °C (77 °F).
Opmerking: De zender laat geen RF- of audiosignalen door wanneer deze is aangesloten op de laadkabel.
De volgende batterijlaadopties zijn mogelijk:
Opladen via een USB-poort
1. Steek de USB-laadkabel in de laadpoort op de
zender.
2. Steek de kabel in een standaard USB-poort.
Laadtijden en gebruiksduur zender
Bepaal aan de hand van onderstaande tabel bij benadering de gebrui-
ksduur van de batterij gebaseerd op de duur van de laadtijd. Afgebeelde
tijden zijn in uren en minuten.
Opladen via
laadcompartiment van
ontvanger of via de
netvoeding
Opladen via
USB-aansluiting
Gebruiksduur zender
0:15 0:30 max. 1:30
0:30 1:00 max. 3:00
1:00 2:00 max. 6:00
3:00 4:00 max. 16:00*
*Door opslag of te hoge temperatuur neemt de maximale gebruiksduur af.
Opmerking: GLX-D-zenders worden na ongeveer 1 uur automatisch uitgeschakeld
om de batterijgebruiksduur te verlengen als er geen signaal van een gekoppelde
ontvanger wordt waargenomen.
Batterijen van zender plaatsen
Bodypack-zender
1. Zet de vergrendeling in de stand open en schuif de batterijklep open.
Handheld zender
1. Schroef de batterijafdekking los en verwi-
jder deze.
2. Plaats de batterij in de zender.
3. Schroef de batterijafdekking op zijn plaats
terug vast.
Laadcompartiment ontvanger
De GLXD4-ontvanger heeft een ingebouwd
laadcompartiment voor de zenderbatterijen.
1. Plaats de batterij in het laadcompartiment.
2. Houd de batterijlaadindicator op het
voorpaneel in de gaten tot het opladen is
voltooid.
Opladen via de netvoeding
1. Steek de laadkabel in de laadpoort op
de zender.
2. Steek de laadkabel in een
netvoedingsbron.
2. Plaats de batterij in de
zender.
3. Sluit de batterijklep
en schuif de ver-
grendeling om te
vergrendelen.
1
2
88
Systemen met meerdere ontvangers
Als er meerdere draadloze audiokanalen nodig zijn, kunnen maximaal 8 GLX-D-ontvangers tegelijk in het 2,4 GHz-spectrum werken. Voor een gemak-
kelijke instelling zijn de beschikbare frequenties onderverdeeld in drie groepen, gebaseerd op het aantal ondersteunde ontvangers.
Alle ontvangers in het systeem moeten op dezelfde groep worden ingesteld. Bepaal voor het selecteren van een groep het totale aantal ontvangers in
het systeem (kanaaltelling) en selecteer vervolgens de toepasselijke groep.
Opmerking: Voor het maximaliseren van het aantal ontvangers in de lucht, kent groep 3 geen back-upfrequenties. Groep 3 mag alleen worden gebruikt in een geregelde Wi-
Fi-omgeving om storingen van onvoorziene Wi-Fi-apparaten te voorkomen.
Groep Kanaaltelling Back-upfrequenties beschikbaar? Aantekeningen
1 max. 4 Ja Initiële fabrieksinstelling.
2 max. 5 Ja Beste groep om te gebruiken bij storing.
3 max. 8 Nee Gebruik groep 3 alleen in een geregelde Wi-Fi-omgeving, omdat er geen back-upfre-
quenties beschikbaar zijn om storingen te voorkomen.
Opmerking: Als u last hebt van storing, verminder dan de afstand tussen zender en ontvanger en stel alle GLX-D-systemen in op groep 2, de meest robuuste draadloze
groep.
Zie het gedeelte 'Tips om de prestaties van een draadloos systeem te verbeteren' voor meer informatie.
Handmatig een zender aan een ontvanger koppelen
Gebruik de optie voor handmatig koppelen om de zender te wijzigen die is gekoppeld aan een ontvanger. Het wijzigen van bijvoorbeeld de gekoppelde
zender van een bodypack naar een handheld zender.
1. Schakel de zender in: Houd de knop LINK binnen 5 seconden ingedrukt tot de zender-LED groen wordt en gaat knipperen.
2. Houd de knop 'link' op de ontvanger ingedrukt: De blauwe LED rf gaat knipperen en blijft vervolgens oplichten wanneer de koppeling is ingesteld.
3. Controleer de koppeling met de audio en regel zo nodig de versterkingsfactor af.
Ontvangers en zenders instellen
Opmerking: Schakel voordat u begint alle ontvangers en zenders uit. Schakel telkens één zender/ontvanger-
paar tegelijk in en stel deze dan in, zodat er geen kruiskoppeling kan optreden.
1. Schakel de eerste ontvanger in.
2. Houd de knop 'group' ingedrukt om (indien nodig) een groep te selecteren of, als de groep al is
ingesteld, druk op de knop 'channel' om voor het beste, beschikbare kanaal te scannen.
3. Schakel de eerste zender in. Het blauwe RF-lampje licht op wanneer een koppeling tot stand is
gebracht.
Herhaal stappen 1-3 voor elke aanvullende ontvanger en zender. Denk eraan om elke ontvanger
op dezelfde groep in te stellen.
Combosystemen
Een combosysteem ontstaat wanneer twee zenders aan één ontvanger worden gekoppeld. Er kan maar één zender tegelijkertijd actief zijn om kruiskop-
peling te voorkomen. De versterkingsinstelling voor elke zender kunnen onafhankelijk worden ingesteld en opgeslagen wanneer de zender actief is.
Belangrijk! U dient de gekoppelde zenders nooit tegelijkertijd in te schakelen en te gebruiken.
Schakel beide zenders uit voordat u begint.
1. Druk op de knop Groep om een groep te selecteren. De ontvanger scant automatisch de geselecteerde groep om het beste, beschikbare kanaal te
vinden.
2. Schakel zender 1 in en koppel deze aan de ontvanger. Regel de versterkingsfactor af en schakel de zender dan uit.
3. Schakel zender 2 in en koppel deze aan de ontvanger. Regel de versterkingsfactor af en schakel de zender dan uit.
Opmerking: Wanneer er tijdens een kanaals-
can koppeltekens op het groeps- en kanaaldis-
play verschijnen, geeft dit aan dat er geen be-
schikbare frequenties binnen de geselecteerde
groep zijn. Kies een groep die meer ontvangers
ondersteunt en herhaal de instellingsstappen.
group channel
-- --
89
Overzicht 2,4 GHz-spectrum
GLX-D werkt binnen de 2,4GHz ISM-frequentieband, die wordt toegepast voor Wi-Fi, Bluetooth en andere draadloze apparaten. Het voordeel van de
2,4GHz is dat het een algemene frequentieband is die overal op de wereld licentievrij gebruikt kan worden.
Uitdagingen van 2,4GHz overwinnen
De uitdaging van de 2,4GHz is dat Wi-Fi-verkeer
onvoorspelbaar kan zijn. GLX-D pakt deze uitdag-
ingen op de volgende wijze aan:
Geeft prioriteit aan en zendt uit op de beste
3 frequenties per kanaal (door te kiezen
uit een bundel van 6 frequenties over de
2,4GHz-frequentieband)
Herhaalt de belangrijkste informatie zodanig
dat zonder audio-onderbreking één frequentie
volledig kan worden weggenomen
Voert tijdens gebruik voortdurend scans uit
om alle frequenties te rangschikken (zowel
actuele als back-upfrequenties)
Wordt naadloos zonder audio-onderbreking
uit de buurt van storingen naar back-
upfrequenties gebracht
Kan tegelijk met Wi-Fi actief zijn
GLX-D vermijdt het voortdurende Wi-Fi-
verkeer door de volledige 2,4GHz-omgeving
te scannen en dan de 3 beste frequenties te
selecteren waarover kan worden verzonden.
Het gevolg hiervan is dat uw draadloze GLX-
D-systeem betrouwbaar werkt en dat Wi-Fi-
transmissies worden vermeden, aangezien
die ook belangrijk kunnen zijn.
Wi-Fi-pieksignalen zijn moeilijker te de-
tecteren, omdat deze onregelmatig optreden;
maar, omdat bij GLX-D de belangrijkste infor-
matie wordt herhaald, oefenen zelfs pieksig-
nalen op zeer hoge niveaus geen invloed uit
op de audioprestaties.
Problematische draadloze
omgevingen
Sommige omgevingen bemoeilijken
de prestaties van het 2,4 GHz draad-
loze systeem meer dan anderen. In de
meeste gevallen is de afstand tussen de
zender en ontvanger verkleinen de een-
voudigste oplossing, bijvoorbeeld door
de ontvangers met een vrije zichtlijn op
het podium te plaatsen.
Problematische omgevingen omvatten:
Buitenlocaties
Ruimten met zeer hoge plafonds
Ruimten waar 3 of meer GLX-D-
ontvangers worden gebruikt
Ruimten waar een sterk WiFi-
signaal aanwezig is
Ruimten waar 2,4 GHz systemen
worden gebruikt die niet van Shure
zijn
Tips en methodes om de prestaties van een draadloos systeem te verbeteren
Als u storingen of uitval ervaart, kunt u het volgende proberen:
Scan voor het beste, beschikbare kanaal (druk op de knop 'channel')
Verplaats de ontvanger zodanig dat er geen obstakels zijn tussen de
ontvanger en de zender (inclusief het publiek)
Wijzig alle GLX-D-systemen in Groep 2, de meest robuuste draadloze
groep
Houd de zender en ontvanger meer dan 2 meter (6 ft) uit elkaar
Houd de afstand tussen zender en ontvanger binnen 60 meter (200
ft) - plaats ontvangers zo mogelijk binnen een zichtlijn op het podium
Verwijder of verplaats bronnen die storingen kunnen veroorzaken in
draadloze apparatuur, zoals Wi-Fi-apparaten of -hotspots, mobiele
telefoons, walkietalkies, computers, mediaspelers en digitale
sigaalprocessors.
Schakel niet-essentiële Wi-Fi/bluetooth-apparaten uit en vermijd
druk Wi-Fi-verkeer zoals het downloaden van grote bestanden of het
bekijken van een film.
Plaats GLX-D-ontvangers uit de buurt van niet-Shure 2,4
GHz-ontvangers
Plaats de zender en ontvanger niet in de buurt van metaal of
andere moeilijk doordringbare materialen
Verplaats de ontvanger naar de bovenkant van het rack met
apparatuur
Laad de batterij van de zender opnieuw op of vervang deze
Houd zenders meer dan 2 meter (6 ft) uit elkaar - dit komt minder
nauw bij kleinere afstanden tussen ontvanger en zender
Opmerking: Als zenders zich dichter dan 15 cm (6 inch) bij niet-GLXD-
zenders of microfoonkoppen bevinden, kan hoorbare ruis optreden.
Breng tijdens de soundcheck een markering aan op
'probleemplekken' en vraag sprekers of artiesten om die gebieden
te vermijden
2,4 GHz-frequentietabellen
In de volgende tabellen zijn de ontvangerkanalen, frequenties en latentietijd voor elke groep vermeld:
Groep 1: Kanalen 1-4 (latentietijd = 4,0 ms)
Groep/kanaal Frequenties
1/1 2424 2425 2442
2443 2462 2464
1/2 2418 2419 2448
2450 2469 2471
1/3 2411 2413 2430
2431 2476 2477
1/4 2405 2406 2436
2437 2455 2457
Groep 2: Kanalen 1-5 (latentietijd = 7,3 ms)
Groep/kanaal Frequenties
2/1 2423 2424 2443
2444 2473 2474
2/2 2404 2405 2426
2427 2456 2457
2/3 2410 2411 2431
2432 2448 2449
2/4 2417 2418 2451
2452 2468 2469
2/5 2437 2438 2462
2463 2477 2478
Groep 3: Kanalen 1-8 (latentietijd = 7,3 ms)
Groep/kanaal Frequenties
3/1 2415 2416 2443
3/2 2422 2423 2439
3/3 2426 2427 2457
3/4 2447 2448 2468
3/5 2409 2451 2452
3/6 2431 2462 2463
3/7 2404 2473 2474
3/8 2435 2477 2478
90
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
Versterkingsregeling
Werking
Bedieningselementen vergrendelen en ontgrendelen
Bedieningselementen ontvanger vergrendelen
Houd de knoppen 'group' en 'channel' tegelijkertijd inge-
drukt tot LK verschijnt op het LCD-scherm. Doe hetzelfde
om te ontgrendelen.
LK wordt weergegeven als een vergrendeld
bedieningselement wordt ingedrukt
UN wordt kort weergegeven om het
ontgrendelingscommando te bevestigen
Gekoppelde zenders en ontvangers met extern-ID identificeren
Gebruik de functie Extern-ID voor het identificeren van gekoppelde zender- en ontvangerparen in systemen met meerdere ontvangers. Wanneer extern-
ID actief is, knippert het LCD-scherm van de ontvanger en wordt ID weergegeven. De status-LED van de bijbehorende zender knippert ongeveer 45
seconden afwisselend rood en groen.
Een groep en kanaal handmatig selecteren
Specifieke groepen en kanalen kunnen aan de ontvanger worden toegewezen in plaats van het gebruik van de automatische scanfunctie.
Opmerking: Groep 3 mag alleen worden gebruikt in een geregelde Wi-Fi-omgeving om storingen van onvoorziene Wi-Fi-apparaten te voorkomen.
Een groep selecteren
1. Houd de knop group 2 seconden ingedrukt tot het display group begint
te knipperen.
2. Druk op de knop group om door de beschikbare groepen te bladeren.
3. De ontvanger slaat automatisch de geselecteerde groep op.
Een kanaal selecteren
1. Houd de knop channel 2 seconden ingedrukt tot het display channel
begint te knipperen.
2. Druk op de knop channel om door de beschikbare kanalen te bladeren.
3. De ontvanger slaat automatisch het geselecteerde kanaal op.
Opmerking: Een symbool van een dubbel koppelteken-- dat op het scherm van
de ontvanger wordt weergegeven tijdens een kanaalscan, geeft aan dat er geen
beschikbare kanalen binnen de geselecteerde groep zijn. Kies een groep met meer
kanalen en herhaal de instellingsstappen.
De bedieningselementen van ontvanger en zender kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen aan de instellingen te
voorkomen.
Opmerking: Vergrendelingen worden niet beïnvloed door in- en uitschakeling.
Verhoog of verlaag met de versterkingsknoppen op de ontvanger de ver-
sterkingsfactor van een gekoppelde zender:
Schakel de gekoppelde zender in en druk kort op de
versterkingsknoppen om de versterkingsfactor in stappen van 1 dB
af te regelen
Voor een snellere afregeling van de versterkingsfactor houdt u de
versterkingsknoppen ingedrukt.
Tip: Controleer de audio en houd het audiometerniveau van de ontvanger in de
gaten terwijl u de versterkingsfactor afregelt om zo signaaloversturing te voorkomen.
Voor het activeren van extern-ID:
1. Druk kort op de knop 'link' op de zender of de ontvanger.
2. Het LCD-scherm van de gekoppelde ontvanger knippert en geeft ID
weer en de status-LED op de gekoppelde zender knippert afwisselend
rood/groen.
3. Druk om de modus extern-ID af te sluiten kort op de knop 'link' of laat
de functie een time-out ondergaan.
Aan/uit-schakelaar van zender vergrendelen
Begin met de zender op off in te stellen en houd dan de knop LINK inge-
drukt terwijl u de zender inschakelt. Blijf de knop 'link' ingedrukt houden tot
het vergrendelingspictogram verschijnt op het LCD-scherm van de ontvanger. Herhaal
deze volgorde om te ontgrendelen.
Optioneel kan de aan/uit-schakelaar van de zender op afstand worden vergrendeld vanaf
het voorpaneel van de ontvanger:
Houd de knoppen group en link tegelijkertijd ongeveer 2 seconden ingedrukt tot het
knipperende vergrendelingspictogram verschijnt op het LCD-scherm van de ontvanger.
Herhaal deze volgorde om te ontgrendelen.
rf group
link
channel
gain
+
-
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
GLXD4
rf group
channel
-
gain
+
link
ID
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
GLXD2
on
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
91
Probleemoplossing
Probleem Indicatorstatus Oplossing
Geen geluid of zacht geluid
RF-LED ontvanger is AAN
Controleer alle verbindingen van het geluidssysteem of regel zo nodig de
versterkingsfactor af (zie Versterkingsfactor aanpassen).
Controleer of de ontvanger is aangesloten op het mengpaneel/de
versterker.
RF-LED ontvanger is UIT
Schakel de zender in.
Controleer of de batterijen correct zijn geplaatst.
Koppel zender en ontvanger (zie het onderwerp Koppelen).
Laad de batterij van de zender op of vervang deze.
LCD-scherm van ontvanger is uit Controleer of de AC-adapter goed in het stopcontact is gestoken.
Controleer of de ontvanger is ingeschakeld.
LED-indicator zender is rood en knippert Laad de batterij van de zender op of vervang deze.
Zender in laadapparaat geplaatst. Koppel zender los van laadapparaat.
Storing in of uitval van
audio
rf LED knippert of is uit
Schakel de ontvanger en zender over naar een andere groep en/of een
ander kanaal.
Kijk of er storingsbronnen in de buurt zijn (mobiele telefoons, Wi-Fi-
toegangspunten, signaalverwerker, enz...) en schakel deze bronnen uit of
verwijder ze.
Laad de batterij van de zender op of vervang deze.
Controleer of de ontvanger en zender binnen de systeemparameters zijn
geplaatst.
Het systeem moet zijn opgesteld binnen het aanbevolen bereik en de ont-
vanger moet uit de buurt van metalen oppervlakken staan.
Voor optimaal geluid moet de zender worden gebruikt in een ononderbro-
ken lijn naar de ontvanger.
Vervorming OL-indicator verschijnt op LCD-scherm
van ontvanger
Verminder de versterkingsfactor van de zender (zie Versterkingsregeling).
Verschillen in geluidsniv-
eau bij het overschakelen
tussen bronnen
n.v.t. Regel zo nodig de versterkingsfactor van de zender af (zie
Versterkingsregeling).
Ontvanger/zender kan niet
worden uitgeschakeld
Zender-LED knippert snel Bedieningselementen vergrendeld. Zie Bedieningselementen vergrendelen
en ontgrendelen
Versterkingsregeling ont-
vanger kan niet worden
afgeregeld
n.v.t. Controleer de zender. Zender moet zijn ingeschakeld om versterkingsfactor
te kunnen wijzigen.
Bedieningselementen ont-
vanger kunnen niet worden
afgesteld
LK verschijnt op scherm van ontvanger
wanneer er knoppen worden ingedrukt
Bedieningselementen vergrendeld. Zie Bedieningselementen vergrendelen
en ontgrendelen
Zender-ID-functie reageert
niet
Zender-LED is groen en knippert 3 maal Bedieningselementen vergrendeld. Zie Bedieningselementen vergrendelen
en ontgrendelen
Zenderinformatie verschijnt
niet op het LCD-scherm
van de ontvanger
n.v.t. De gekoppelde zender staat uit of de ontvanger is niet aan een zender
gekoppeld.
Zender schakelt na 1 uur
uit
Zenderstatus-LED is uit GLX-D-zenders worden na 1 uur automatisch uitgeschakeld om de bat-
terijgebruiksduur te maximaliseren als er geen signaal van een gekoppelde
ontvanger wordt waargenomen. Controleer of de gekoppelde ontvanger is
ingeschakeld.
Componenten resetten
Maak gebruik van de resetfunctie als het nodig is om voor de zender of ontvanger de fabrieksinstellingen te herstellen.
Ontvanger resetten
Hiermee worden voor de ontvanger de volgende fabrieksinstellingen
hersteld:
Versterkingsniveau = standaard
Bedieningselementen = ontgrendeld
Houd de knop link tijdens het inschakelen van de ontvanger ingedrukt tot
op het LCD-scherm RE wordt weergegeven.
Opmerking: Wanneer de reset is voltooid, begint de ontvanger automatisch naar
een zender te zoeken om deze te koppelen. Druk de knop 'link' van de zender bin-
nen vijf seconden na inschakeling in en houd deze ingedrukt om de koppeling te
voltooien.
Zender resetten
Hiermee worden voor de zender de volgende fabrieksinstellingen
hersteld:
Bedieningselementen = ontgrendeld
Houd de knop 'link' op de zender tijdens het inschakelen van de zender
ingedrukt tot de voedings-LED uit gaat.
Wanneer de knop 'link' wordt losgelaten, begint de zender automatisch
naar een beschikbare ontvanger te zoeken om deze te koppelen. Druk
op de knop 'link' op een beschikbare ontvanger om deze opnieuw te
koppelen.
92
Productgegevens
GLXD4
Afmetingen
40 x 183 x 117 mm (1,6 x 7,2 x 4,6 in.), H x B x D
Gewicht
286 g (10,1 oz.) zonder batterijen
Behuizing
Gegoten plastic
Voedingsvereisten
14 tot 18 V DC (Punt positief ten opzichte van ring), 550 mA
Parasitaire onderdrukking
>35 dB, normaal
Versterkingsregelbereik
-20 tot 40 dB in stappen van 1 dB
Bescherming fantoomvoeding
Ja
Configuratie
XLR-uitgang
Impedantie-gebalanceerd
6,35 mm (1/4") uitgang
Impedantie-gebalanceerd
Impedantie
XLR-uitgang
100 Ω
6,35 mm (1/4") uitgang
100 Ω
(50 Ω, Ongebalanceerd)
Maximaal audio-uitgangsniveau
XLR-connector (in 600 Ω belasting)
+1 dBV
6,35 mm (1/4") connector (in 3 kΩ
belasting)
+8,5 dBV
Afstemmingsbandbreedte
2400–2483,5 MHz
Werkbereik
60 m (200 ft) normaal
Opmerking: Werkelijk bereik is afhankelijk van RF-signaalabsorptie, -reflectie en -interferentie.
Zendmodus
Frequentieverspringing
Audiofrequentiekarakteristiek
20 Hz – 20 kHz
Opmerking: Afhankelijk van microfoontype
Dynamisch bereik
120 dB, A-gewogen
RF-gevoeligheid
-88 dBm, normaal
Totale harmonische vervorming
0,2%, normaal
Pentoewijzingen
XLR-uitgang
1=massa, 2=signaalvoerend, 3=spanningsloos
6,35 mm (1/4") con-
nector
Punt=audio, ring=geen audio, mantel=massa
Antenne-ingang ontvanger
Impedantie
50 Ω
Antennetype
Dipoolantenne van ½ golflengte, niet-verwijderbaar
Maximaal ingangsniveau
−20 dBm
Uitgangsaansluitingen
RF-uitgangsvermogen
10 mW E.I.R.P. max.
Bedrijfstemperatuurbereik
-18°C (0°F) tot 57°C (135°F)
Opmerking: Batterijeigenschappen kunnen dit bereik beperken.
Opslagtemperatuurbereik
-29°C (-20°F) tot 74°C (165°F)
Polariteit
Een positieve druk op het microfoonmembraan (of een positieve span-
ning op de punt van de WA302-steekplug) resulteert in een positieve
spanning op pen 2 (ten opzichte van pen 3 van de laagohmige uitgang)
en de punt van de hoogohmige 1/4-inch uitgang.
Batterijgebruiksduur
Max. 16 uur
1
3
2
50 Ω
50 Ω
50 Ω
50 Ω
22 µF
22 µF
22µF
22µF
93
GLXD1 GLXD2
Afmetingen
90 x 65 x 23 mm(3,56 x 2,54 x 0,90in.), H x B x D (zonder antenne)
Voedingsvereisten
3,7 V Oplaadbaar lithium-ion
Behuizing
Gegoten metaal, Zwarte poederlak
Ingangsimpedantie
900 kΩ
RF-uitgangsvermogen
10 mW E.I.R.P. max.
Zenderingang
Connector
4-pens miniconnector, mannetje (TA4M)
Configuratie
Ongebalanceerd
Maximaal ingangsniveau
1 kHz bij 1% THD
+8,4 dBV (7,5 Vp-p)
Antennetype
Interne monopool
Pentoewijzingen
TA4M
1
massa (kabelafscherming)
2
+ 5 V voorspanning
3
audio
4
Verbonden via actieve belasting met massa
(Aan instrumentadapterkabel, pen 4 zweeft)
Afmetingen
Gewicht
SM58
267 g (9,4 oz.) zonder batterijen
BETA 58
221 g (7,8 oz.) zonder batterijen
SM86
275 g (9,1 oz.) zonder batterijen
BETA 87A
264 g (9,3 oz.) zonder batterijen
Behuizing
Gegoten plastic
Voedingsvereisten
3,7 V Oplaadbaar lithium-ion
RF-uitgangsvermogen
10 mW E.I.R.P. max.
Maximaal ingangsniveau
SM58
146 dB SPL
BETA 58
147 dB SPL
SM86
143 dB SPL
BETA 87A
147 dB SPL
Model A B C
SM58 51 mm, 2,0 in. 252 mm, 9,9 in. 37 mm, 1,5 in.
BETA 58 51 mm, 2,0 in. 252 mm, 9,9 in. 37 mm, 1,5 in.
SM86 49 mm, 1,9 in. 252 mm, 9,9 in. 37 mm, 1,5 in.
BETA 87A 51 mm, 2,0 in. 252 mm, 9,9 in. 37 mm, 1,5 in.
B
A
C
GLXD2
on
94
Certificering
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen
schadelijke storing veroorzaken en (2) dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die ongewenste werking tot gevolg kan
hebben.
This wireless system operates in the globally available ISM band 2400 MHz to 2483.5 MHz. The operation does not require a user license.
Voldoet aan de volgende normen: EN 300 328, EN 301.489 Deel 1 en 9, EN60065.
Voldoet aan de essentiële vereisten van de volgende Europese Richtlijnen:
R&TTE-richtlijn 99/5/EG
WEEE-richtlijn 2002/96/EG zoals gewijzigd door 2008/34/EG
RoHS-richtlijn 2002/95/EG zoals gewijzigd door 2008/35/EG
Opmerking: Houd u aan het lokale recyclingschema voor elektronisch afval.
Gecertificeerd door IC in Canada onder RSS-210 en RSS-GEN.
IC: 616A-GLXD1, 616A-GLXD2, 616A-GLXD4
Gecertificeerd onder FCC-deel 15.
FCC-ID: DD4GLXD1, DD4GLXD2, DD4GLXD4
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003
du Canada.
Dit apparaat voldoet aan de RSS-norm(en) voor licentievrijstelling van Industry Canada. Voldoet aan de eisen van de Europese richtlijnen: R&TTE
richtlijn 99/5/EG, WEEE richtlijn 2002/96/EG aangevuld met 2008/34/EG, RoHS richtlijn 2002/95/EG aangevuld met 2008/35/EG. Volg de locale regel-
geving voor het ontzorgen van elektronisch afval. Voldoet aan de eisen van de volgende standaardiseringen EN 300 328, EN300 422 deel 1 en deel 2,
EN 301 489 deel 1 en deel 9, EN 60065. Gebruik van dit apparaat is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing
veroorzaken en (2) dit apparaat moet elke storing accepteren, inclusief storing die ongewenste werking van het apparaat tot gevolg kan hebben.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux
conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2) l'utilisateur de l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi,
même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
De CE-conformiteitsverklaring kan worden verkregen van Shure Incorporated of een van haar Europese vertegenwoordigers. Bezoek www.shure.nl voor
contactinformatie
De CE-conformiteitsverklaring kan worden verkregen via: www.shure.com/europe/compliance
Erkende Europese vertegenwoordiger:
Shure Europe GmbH
Hoofdkantoren in Europa, Midden-Oosten en Afrika
Afdeling: EMEA-goedkeuring
Jakob-Dieffenbacher-Str. 12
75031 Eppingen, Duitsland
Telefoon: 49-7262-92 49 0
Fax: 49-7262-92 49 11 4
E-mail: EMEAsupport@shure.de
Informatie voor de gebruiker
Deze apparatuur is getest en goed bevonden volgens de limieten van een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-regelgeving.
Deze limieten zijn bedoeld als aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie bij plaatsing in woonwijken. Deze apparatuur genereert en
gebruikt hoogfrequente energie, kan deze ook uitstralen en kan, indien niet geplaatst en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke
interferentie aan radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat in specifieke installaties geen storingen kunnen optreden. Als deze ap-
paratuur schadelijke interferentie in radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan worden vastgesteld door het apparaat uit- en weer in te schakelen,
wordt de gebruiker geadviseerd om de storing te corrigeren door een of meer van onderstaande maatregelen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw of plaats deze ergens anders.
Vergroot de scheidingsafstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een contactdoos van een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
Vraag de dealer of een ervaren radio/TV-monteur om hulp.
1/96