AEG BPE435020M Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Oven
BPE435020M
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 8
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK...........................................................................9
6. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
7. KLOKFUNCTIES.................................................................................................11
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...................................................................14
9. EXTRA FUNCTIES............................................................................................. 15
10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................16
11. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................31
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................35
13. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 37
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.aeg.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8
jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend
onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit
de buurt van het apparaat als het in werking is of
afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden
heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
NEDERLANDS 3
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, dient u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
www.aeg.com4
Controleer voordat u het apparaat
monteert of de ovendeur
onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte kast
onder werkblad)
578 (600) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
594 mm
Hoogte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
576 mm
Breedte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
595 mm
Breedte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
559 mm
Diepte van het appa‐
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open deur 1027 mm
Minimumgrootte ven‐
tilatieopening. Ope‐
ning geplaatst aan de
onderkant van de
achterzijde
560 x 20 mm
Lengte netvoedings‐
kabel. Kabel wordt in
de rechterhoek van
de achterzijde ge‐
plaatst
1500 mm
Bevestigingsschroe‐
ven
4 x 25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
NEDERLANDS 5
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
Dit apparaat wordt geleverd met
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
www.aeg.com6
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie Het
eerste gebruik uitvoert, moet u eerst
de volgende items uit de binnenkant
oven verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc.,
die met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief kinderen of
personen met medische
aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
NEDERLANDS 7
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.8 Afvalverwerking
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
7
6
31 2 4
1
2
3
4
5
9
8
1
Bedieningspaneel
2
Knop voor verwarmingsfuncties
3
Scherm
4
Bedieningsknop (voor de
temperatuur)
5
Verwarmingselement
6
Lamp
7
Ventilator
8
Verwijderbare inschuifrail
9
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Combipan
Voor gebak en koekjes. Voor braden en
roosteren of als pan om vet op te vangen
www.aeg.com8
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop
komt dan naar buiten.
4.2 Sensorveld / Knoppen
De KOOKWEKKER instellen. Houd deze langer dan 3 se‐
conden vast om de ovenlamp aan of uit te zetten.
De klokfunctie instellen.
De oventemperatuur of de temperatuur van de vleesthermo‐
meter (indien van toepassing). Uitsluitend als een verwar‐
mingsfunctie in werking is.
4.3 Display
A B
DG EF C
A. Timer / Temperatuur
B. Opwarmings- en restwarmte-indicator
C. Voedselsensor (alleen geselecteerde
modellen)
D. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
E. Uren/minuten
F. Demomodus
G. Klokfuncties
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Stel de tijd in voordat u de oven gebruikt.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires
en verwijderbare inschuif‐
rails uit de oven.
Maak de oven en de acces‐
soires schoon met een zach‐
te doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
NEDERLANDS 9
5.2 Eerste voorverwarming
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
Stap 1 Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Stap 2
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven één uur werken.
Stap 3
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven 15 minuten werken.
De oven kan een vreemde geur en rook afgeven tijdens het voorverwarmen. Zorg er‐
voor dat de kamer wordt verlucht.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Instellen:
Verwarmingsfunctie
Stap 1 Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selec‐
teren.
Stap 2 Draai aan de regelknop om de
temperatuur te selecteren.
Stap 3 Draai wanneer het bereiden
stopt aan de knoppen naar de
uit-stand om de oven uit te
schakelen.
6.2 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
6.3 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Uit-stand
De oven is uitgeschakeld.
Binnenverlich‐
ting
Om de lamp in te schake‐
len.
Hetelucht
Bakken op maximaal drie
rekstanden tegelijkertijd
en voedsel drogen.
Stel de temperatuur
20 °C tot 40 °C lager in
dan voor Boven- /onder‐
warmte.
Pizza-functie
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
bodem.
Boven- /onder‐
warmte
Voor het bakken en bra‐
den op één rekstand.
www.aeg.com10
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Warmelucht
(vochtig)
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Bij het gebruik van deze
functie kan de tempera‐
tuur in de ruimte verschil‐
len van de ingestelde
temperatuur. De rest‐
warmte wordt gebruikt.
Het verwarmingsvermo‐
gen kan worden vermin‐
derd. Raadpleeg voor
meer informatie het
hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik", opmerkingen op:
Warmelucht (vochtig) .
Grill
Voor het roosteren van
dunne stukjes voedsel en
voor het maken van
toast.
Turbo grill
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Verwarmings‐
functie
Toepassing
Pyrolyse
Voor inschakeling van
pyrolytische reiniging van
de oven.
De lamp kan tijdens
bepaalde ovenfuncties
automatisch uitgaan bij een
temperatuur die lager is dan
60° C.
6.4 Toelichting van:
Warmelucht (vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te
voldoen aan de energie-efficiëntieklasse
en ecodesign-vereisten overeenkomstig
EU 65/2014 en EU 66/2014. Testen
volgens EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet
wordt onderbroken en de oven werkt op
de hoogst mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit.
Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’,
Warmelucht (vochtig) voor
bereidingsinstructies. Zie voor algemene
aanbevelingen voor energiebesparing
het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’,
Energiebesparing.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de dag
Om het tijdstip van de dag weer te geven en te wijzi‐
gen. U kunt het tijdstip van de dag op elk gewenst mo‐
ment wijzigen, ook als de oven uit staat.
NEDERLANDS 11
Klokfunctie Toepassing
Duur
De duur van het koken instellen. Uitsluitend gebruiken
als er een verwarmingsfunctie is ingesteld.
Eindtijd
Om de uitschakeltijd van de oven in te stellen. Uitslui‐
tend gebruiken als er een verwarmingsfunctie is inge‐
steld.
Vertragingstijd
Combinatie van functies: Duur, Eindtijd.
Kookwekker
Om een afteltijd in te stellen. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van de oven.
Kookwekker - kan op elk gewenst moment worden in‐
gesteld, ook als de oven uit staat.
7.2 Instellen: Tijdstip van de
dag
Wacht bij eerste aansluiting op de
stroom totdat het display het volgende
weergeeft: hr, 12:00. 12 - knippert.
Stap 1 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen.
Stap 2
- druk hierop om te bevestigen.
Op het display wordt het ingestelde uur weergegeven, alsook: min. 00 - knip‐
pert.
Stap 3 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen.
Stap 4
- druk hierop om te bevestigen.
Op het display verschijnt de ingestelde tijd.
- druk hier herhaaldelijk op om het tijdstip van de dag te wijzigen. - knippert op het
display.
7.3 Functie instellen: Duur
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3
Draai de regelknop om de minuten in te stellen. - druk hierop om te beves‐
tigen.
www.aeg.com12
Stap 4
Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen. - druk hierop
om te bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 min een ge‐
luidssignaal. De tijdinstelling knippert op het display. De oven wordt automa‐
tisch uitgeschakeld.
Stap 5 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 6 Draai de knoppen naar de uitstand.
7.4 Functie instellen: Eindtijd
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3
Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen. - druk om te
bevestigen.
Stap 4
Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen. - druk om
te bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 min een geluidssignaal. De tij‐
dinstelling knippert op het display. De oven wordt automatisch uitgeschakeld.
Stap 5 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 6 Draai de knoppen naar de uitstand.
7.5 Functie instellen:
Vertragingstijd
Stap 1 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 2
- druk herhaaldelijk. - begint te knipperen.
Stap 3 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen voor de func‐
tie: Duur.
Druk op: .
Stap 4 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen voor de functie:
Duur.
Druk op: .
Op het display verschijnt: .
Stap 5 Draai de knop voor de temperatuur om het uur in te stellen voor de functie:
Eindtijd.
Druk op: .
NEDERLANDS 13
Stap 6 Draai de knop voor de temperatuur om de minuten in te stellen voor de func‐
tie: Eindtijd.
Druk op: .
Het display geeft weer: de ingestelde temperatuur, , .
De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde tijdsduur en stopt op de in‐
gestelde eindtijd.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 min een geluidssignaal. De tijdinstelling
knippert op het display. De oven gaat uit.
Stap 7 Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
Stap 8 Draai de knoppen naar de uitstand.
7.6 Functie instellen:
Kookwekker
De kookwekker kan zowel worden
ingesteld bij een ingeschakelde of
uitgeschakelde oven.
Stap 1
- druk herhaaldelijk. , 00 - knippert.
Stap 2 Draai aan de knop voor de temperatuur om de seconden en daarna de minu‐
ten in te stellen.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 min, knippert hr.
Stap 3 Stel de uren in.
Kookwekker - start automatisch na 5 seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal.
Stap 4 Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 min een ge‐
luidssignaal 00:00, - knippert. Druk op een willekeurige toets om het sig‐
naal uit te zetten.
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt
de veiligheid. Deze inkepingen
voorkomen bovendien omkanteling. De
hoge rand rond het rooster voorkomt dat
het kookgerei van het rooster afglijdt.
www.aeg.com14
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleides‐
tangen van de inschuifrail.
Braadpan:
Schuif de plaat tussen de geleidestan‐
gen van de inschuifrail.
Bakrooster, Braadpan:
Plaats de plaat tussen de geleiders van
de inschuifrails en het bakrooster op de
geleiders erboven.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Ga als volgt te werk voor
gebruik: Kinderslot
Als de functie aanstaat, kan de oven niet
per ongeluk worden geactiveerd.
Stap 1 Zorg ervoor dat de knop voor
de verwarmingsfuncties in de
uit-stand staat.
Stap 2
, - houd tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt.
Het signaal klinkt. SAFE , - worden
weergegeven op het display. De deur blijft
vergrendeld.
Herhaal stap 2 om het Kinderslot uit te
schakelen.
9.2 Hoe te gebruiken:
functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
de oven in werking is. Wanneer de
functie is ingeschakeld, kunnen de
NEDERLANDS 15
temperatuur- en tijdinstellingen niet per
ongeluk worden gewijzigd.
Stap 1 Stel een ovenfunctie in.
Stap 2
, - houd tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt.
Het signaal klinkt. Loc ver‐
schijnt 5 seconden op het dis‐
play.
Herhaal stap 2 om de Functievergrende‐
ling uit te schakelen.
Loc verschijnt op het display wanneer u
de regelknop draait of op een
willekeurige knop drukt wanneer de
Functievergrendeling is ingeschakeld.
Wanneer u aan de knop voor de
ovenfuncties draait, stopt de oven.
Wanneer u de oven uitschakelt terwijl de
Functievergrendeling is ingeschakeld,
schakelt de Functievergrendeling
automatisch over naar de Kinderslot.
Raadpleeg 'Aanvullende functies',
hoofdstuk 'Kinderslot gebruiken'.
9.3 Restwarmte-indicatie
Als u de oven uitschakelt, toont het
display de restwarmte-indicator bij
een oventemperatuur van boven de
40 °C.Draai de temperatuurknopnaar
links of rechts om de oventemperatuur te
controleren.
9.4 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd uit als er een
ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 245 5,5
250 - maximum 3
Na een automatische uitschakeling draait
u de knop naar de uit-stand.
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
9.5 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Als u de oven uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat de
oven is afgekoeld.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af‐
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediën‐
ten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De
onderstaande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rek‐
stand voor specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk
recept.
www.aeg.com16
10.2 Binnenzijde van de deur
Aan de binnenkant van de deur vindt
u het volgende:
de nummers van de inzetniveaus.
informatie over de ovenfuncties,
aanbevolen niveaus en temperaturen
voor gerechten.
10.3 Bakken
Gebruik voor de eerste baksessie de
lagere temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten weer afgekoeld zijn, verdwijnt
de vervorming.
10.4 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek‐
stand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets lager in.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe‐
ratuur in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
De cake wordt ongelijk‐
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe‐
ratuur in.
Het cakebeslag is niet ge‐
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets hoger in.
NEDERLANDS 17
10.5 Bakken op 1 rekniveau
BAKKEN IN
BAKVORMEN
(°C) (min)
Taartbodem -
zandtaartdeeg,
verwarm de
oven voor
Hetelucht 170 - 180 10 - 25 2
Taartbodem -
zacht cake‐
deeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Tulband / Brio‐
che
Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Zandgebak /
Fruitgebak
Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Kwarktaart Boven- /onderwarmte 170 - 190 60 - 90 1
Gebruik de derde rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik een bakplaat.
CAKE/GEBAK/BROOD
(°C) (min)
Kruimeltaart, droog 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/
zacht cakedeeg), gebruik een diepe pan
150 35 - 55
Vruchtencake van zanddeeg 160 - 170 40 - 80
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
Gebruik een bakplaat.
CAKE/
GEBAK/BROOD (°C) (min)
Koninginnenbrood
(opgerolde cake met
jam)
180 - 200 10 - 20 3
www.aeg.com18
CAKE/
GEBAK/BROOD (°C) (min)
Roggebrood: eerst: 230 20 1
dan: 160 - 180 30 - 60
Beboterde amandel‐
taart / Suikerkoek
190 - 210 20 - 30 3
Roomsoezen /
Eclairs
190 - 210 20 - 35 3
Plaatbrood / Brood‐
krans
170 - 190 30 - 40 3
Vruchtentaart (ge‐
maakt van gistdeeg/
zacht cakedeeg), ge‐
bruik een diepe pan
170 35 - 55 3
Plaatkoek met deli‐
cate garnering (bij‐
voorbeeld kwark,
room, puddingvul‐
ling)
160 - 180 40 - 80 3
Christstollen 160 - 180 50 - 70 2
Gebruik de derde rekstand.
KOEKJES EN
BISCUITS (°C) (min)
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20
Broodjes, verwarm de
oven voor
Hetelucht 160 10 - 25
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20
Koekjes van blader‐
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 170 - 180 20 - 30
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40
Makarons Hetelucht 100 - 120 30 - 50
Eiwitgebak/schuimge‐
bak / Schuimgebakjes
Hetelucht 80 - 100 120 - 150
NEDERLANDS 19
KOEKJES EN
BISCUITS (°C) (min)
Broodjes, verwarm de
oven voor
Boven- /onder‐
warmte
190 - 210 10 - 25
10.6 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden bedekt met
gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Groentegratin, ver‐
warm de oven voor
Turbo grill 160 - 170 15 - 30
Lasagne Boven- /onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Visschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
Zoete ovenschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Pasta gebakken Boven- /onderwarmte 180 - 200 45 - 60
10.7 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik de bakplaten.
CAKE/
GEBAK (°C) (min)
2 posities
Roomsoezen /
Eclairs, verwarm de
oven voor
160 - 180 25 - 45 1 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4
www.aeg.com20
KOEKJES/
CAKEJES/
GEBAK/
BROODJES
(°C) (min)
2 posities 3 posities
Broodjes 180 20 - 30 1 / 4 -
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 4 1 / 3 / 5
Koekjes ge‐
maakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4 -
Koekjes van bla‐
derdeeg, ver‐
warm de oven
voor
170 - 180 30 - 50 1 / 4 -
Koekjes ge‐
maakt van gist‐
deeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4 -
Makarons 100 - 120 40 - 80 1 / 4 -
Koekjes ge‐
maakt van ei‐
wit / Schuimge‐
bakjes
80 - 100 130 - 170 1 / 4 -
10.8 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken).
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
10.9 Braden
Gebruik de eerste rekstand.
RUNDVLEES
(°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg Boven- /onder‐
warmte
230 120 - 150
NEDERLANDS 21
RUNDVLEES
(°C) (min)
Rosbief of ossen‐
haas, rood, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Turbo grill 190 - 200 5 - 6
Rosbief of ossen‐
haas, medium, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Turbo grill 180 - 190 6 - 8
Rosbief of ossen‐
haas, gaar, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Turbo grill 170 - 180 8 - 10
VARKENSVLEES
Gebruik de functie: Turbo grill.
(kg)
(°C) (min)
Schouder / Nek / Ham‐
lap
1 - 1,5 160 - 180 90 - 120
Karbonade / Spare ribs 1 - 1,5 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 0,75 - 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschenkel, voor‐
gekookt
0,75 - 1 150 - 170 90 - 120
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Turbo grill.
(kg)
(°C) (min)
Geroosterd kalfs‐
vlees
1 160 - 180 90 - 120
www.aeg.com22
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Turbo grill.
(kg)
(°C) (min)
Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 120 - 150
LAMSVLEES
Gebruik de functie: Turbo grill.
(kg)
(°C) (min)
Lamsbout / Geroo‐
sterd lamsvlees
1 - 1,5 150 - 170 100 - 120
Lamsrugfilet 1 - 1,5 160 - 180 40 - 60
WILD
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
(kg)
(°C) (min)
Rug / Hazenpoot,
verwarm de oven
voor
tot 1 230 30 - 40
Hert rugfilet 1,5 - 2 210 - 220 35 - 40
Reebout, hertenbout 1,5 - 2 180 - 200 60 - 90
NEDERLANDS 23
GEVOGELTE
Gebruik de functie: Turbo grill.
(kg)
(°C) (min)
Gevogelte, porties 0,2 - 0,25 elk 200 - 220 30 - 50
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 190 - 210 35 - 50
Kip, haantje 1 - 1,5 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5 - 5 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5 - 3,5 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4 - 6 140 - 160 150 - 240
VIS (GESTOOMD)
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
(kg)
(°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 210 - 220 40 - 60
10.10 Knapperig bakken
met:Pizza-functie
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazie‐
taart
160 - 180 45 - 60
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Quiche Lor‐
raine / Zwit‐
serse flan
170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
www.aeg.com24
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst, ge‐
bruik een
diepe pan
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst
180 - 200 20 - 30
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Ongede‐
semd brood
230 - 250 10 - 20
Bladerdeeg‐
taart
160 - 180 45 - 55
Flammku‐
chen
230 - 250 12 - 20
Pierogi 180 - 200 15 - 25
10.11 Grill
Warm de lege oven voor het koken voor.
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Plaats een pan op de eerste rekstand om
vet op te vangen.
GRILLEN
Gebruik de functie: Grill
(°C) (min)
1e kant
(min)
2e kant
Rosbief 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
NEDERLANDS 25
GRILLEN
Gebruik de functie: Grill
(°C) (min)
1e kant
(min)
2e kant
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrugfilet 210 - 230 25 - 35 20 - 25 3
Hele vis, 0,5 kg -
1 kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 / 4
10.12 Bevroren gerechten
ONTDOOIEN
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, bevroren 190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizzasnacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 2
Frietjes, dun 200 - 220 20 - 30 3
Frietjes, dik 200 - 220 25 - 35 3
Aardappelschijfjes / Kro‐
ketjes
220 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni, be‐
vroren
160 - 180 40 - 60 2
Gebakken kaas 170 - 190 20 - 30 3
Vleugels van kippen 190 - 210 20 - 30 2
www.aeg.com26
10.13 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een
diepe schaal en zet deze bovenop het
bord in de oven. Verwijder indien nodig
de bakplaatsteunen.
Gebruik het eerste ovenniveau.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont‐
dooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht
bevroren slagroom.
Taart 1,4 60 60 -
10.14 Inmaken
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de
bakplaat om voldoende vocht in de oven
te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE
VRUCHTEN (min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bosbes‐
sen / Frambozen / rij‐
pe kruisbessen
35 - 45
NEDERLANDS 27
STEEN‐
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN (min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkom‐
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As‐
perge
50 - 60 15 - 20
10.15 Dehydrateren -
Hetelucht
Bedek de bakplaten met vetbestendig
papier of bakpapier.
Voor een beter resultaat, stop de oven
halverwege de droogtijd, open de deur
en laat het een nacht afkoelen om het
drogen af te ronden.
Gebruik de derde rekstand voor 1
bakplaat.
Gebruik de eerste en de vierde rekstand
voor 2 bakplaten.
GROEN‐
TEN (°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6
Champignons 50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Stel de temperatuur in op 60 - 70 °C.
FRUIT
(u)
Pruimen 8 - 10
Abrikozen 8 - 10
Schijfjes appel 6 - 8
Peren 6 - 9
10.16 Warmelucht (vochtig) - aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende bakjes en schalen. Ze nemen de warmte
beter op dan licht en reflecterend servies.
Pizza pan
Ovenschotel
Ovenschaal‐
tjes
Blik voor flanbodem
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diameter,
5 cm hoog
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
www.aeg.com28
10.17 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de
volgende aanwijzingen op die hieronder
in de tabel staan.
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Pastagratin 200 - 220 45 - 55
Aardappelgratin 180 - 200 70 - 85
Moussaka 170 - 190 70 - 95
Lasagne 180 - 200 75 - 90
Cannelloni 180 - 200 70 - 85
Broodpudding 190 - 200 55 - 70
Rijstpudding 170 - 190 45 - 60
Appeltaart, gemaakt van zacht cakedeeg
(ronde taartvorm)
160 - 170 70 - 80
Witbrood 190 - 200 55 - 70
10.18 Aanwijzingen voor
testinstituten
Testen in overeenstemming met: EN
60350, IEC 60350.
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Bakken in een bakblik
(°C) (min)
Biscuittaart zonder vet Hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Biscuittaart zonder vet Boven- /onderwarm‐
te
160 35 - 50 2
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Hetelucht 160 60 - 90 2
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Boven- /onderwarm‐
te
180 70 - 90 1
NEDERLANDS 29
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Koekjes
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaaien/
taarten
Hetelucht 140 25 - 40
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaaien/
taarten, verwarm de oven
voor
Boven- /onderwarmte 160 20 - 30
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de
oven voor
Hetelucht 150 20 - 35
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de
oven voor
Boven- /onderwarmte 170 20 - 30
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS. Koekjes
(°C) (min)
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaai‐
en/taarten
Hetelucht 140 25 - 45 1 / 4
Kleine cakes, 20 stuks
per bakplaat, verwarm
de oven voor
Hetelucht 150 23 - 40 1 / 4
Biscuittaart zonder vet Hetelucht 160 35 - 50 1 / 4
www.aeg.com30
GRILLEN
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
(min)
Geroosterd brood Grill 1 - 3 5
Biefstuk, halverwege de be‐
reidingstijd omdraaien
Grill 24 - 30 4
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten
kunnen brand veroorzaken.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uit‐
sparing na elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoi‐
res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen
of scherpe voorwerpen.
NEDERLANDS 31
11.2 Hoe te verwijderen:
Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te
reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht
tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrail bij de
voorkant uit de zijwand.
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de ach‐
terkant uit de zijwand en ver‐
wijder deze.
2
1
Stap 4 Installeer de inschuifrails in
de omgekeerde volgorde.
11.3 Gebruik: Pyrolytische
reiniging
Reinig de oven met pyrolytische
reiniging.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
LET OP!
Als er andere apparaten in
dezelfde kast zijn
geïnstalleerd, gebruik deze
dan niet tijdens deze functie.
Dit kan de oven
beschadigen.
Vóór de pyrolytische reiniging:
Schakel de oven uit en
wacht totdat deze is af‐
gekoeld.
Verwijder alle accessoires uit
de oven en de verwijderbare
inschuifrails.
Reinig de onderkant van de
oven en de glazen deur aan de
binnenkant met warm water,
een zachte doek en een mild
reinigingsmiddel.
Stap 1
Stel de functie in: . - knippert.
Stap 2 Draai aan de regelknop (voor de temperatuur) om de reinigingsmodus in te
stellen.
Optie Reinigingsmodus Duur
P1 Licht reinigen 1 uur 30 min
www.aeg.com32
P2 Normaal reinigen 3 uur
Stap 3
- druk hierop om het reinigen te starten.
Stap 4 Draai na de reiniging de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
Tijdens het reinigen is de ovenlamp uit. De ovendeur blijft vergrendeld. De deur gaat
open zodra de oven koud is.
Wanneer de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt de deur vergrendeld. Tot
de ontgrendeling van de deur toont het display de balkjes van de warmte-indicator, .
Na afloop van het reinigen:
Schakel de oven uit en
wacht totdat deze is afge‐
koeld.
Maak de ruimte schoon met
een zachte doek.
Verwijder het residu van de bo‐
dem van de ruimte.
11.4 Reinigingsherinnering
De oven herinnert u eraan wanneer u de
oven moet reinigen met: pyrolytische
reiniging.
PYR Knippert in het display gedurende
10 seconden na elke in- en uitschakeling
van de oven.
, - druk hier tegelijkertijd op om
de herinnering uit te schakelen.
11.5 Verwijderen en
installeren: Deur
U kunt de deur en de binnenste
glasplaten verwijderen om ze te reinigen.
U Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
LET OP!
Behandel het glas
voorzichtig, vooral rond de
randen van het voorpaneel.
Het glas kan breken.
Stap 1 Open de deur volledig.
A
A
Stap 2 Hef en druk de klemhendels
(A) op de twee deurschar‐
nieren.
NEDERLANDS 33
Stap 3 Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand (in een hoek van ongeveer 70°).
Houd de deur aan beide kanten vast en trek deze onder een opwaartse hoek
weg van de oven. Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zach‐
te doek op een stabiele ondergrond.
Stap 4 Pak de deurafdekking (B)
aan de bovenkant van de
deur aan beide kanten vast
en druk deze naar binnen
om de klemsluiting te ont‐
grendelen.
1
2
B
Stap 5 Trek de deurlijst naar voren
om hem te verwijderen.
Stap 6 Houd de glasplaten aan hun
bovenkant vast en trek deze
een voor een omhoog uit de
geleider.
Stap 7 Reinig de glasplaat met een
sopje. Droog de glasplaat
voorzichtig af. Reinig de
glasplaten niet in de vaat‐
wasser.
Stap 8 Voer na het reinigen de bo‐
venstaande stappen in de
omgekeerde volgorde uit.
Stap 9 Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaat en de deur.
11.6 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht
tot de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stop‐
contact.
Plaats een doek op de bo‐
dem van de holte.
www.aeg.com34
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om
die te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat te doen in de
volgende gevallen...
Neem in alle gevallen die niet in deze
tabel zijn opgenomen contact op met een
erkend servicecentrum.
De oven gaat niet aan of warmt
niet op
Probleem Controleer of de
volgende zaken
gelden...
U kunt de oven niet
inschakelen of be‐
dienen.
De oven is juist op
een elektrische toe‐
voer aangesloten.
De oven wordt niet
warm.
De automatische
uitschakeling is ge‐
deactiveerd.
De oven wordt niet
warm.
De ovendeur is ge‐
sloten.
De oven wordt niet
warm.
De zekering is door‐
geslagen.
De oven wordt niet
warm.
Het kinderslot staat
uit.
Onderdelen
Probleem Controleer of de
volgende zaken
gelden...
De lamp is uit. Warmelucht (voch‐
tig) - wordt inge‐
schakeld.
De lamp werkt niet. De lamp is opge‐
brand.
Foutcodes
Op het display ver‐
schijnt...
Controleer of de
volgende zaken
gelden...
C3 De ovendeur is ge‐
sloten of het deur‐
slot is niet kapot.
F102 De ovendeur is ge‐
sloten.
F102 Het deurslot is niet
kapot.
12:00 Er is een stroomsto‐
ring geweest. Stel
de dagtijd in.
NEDERLANDS 35
Foutcodes
Als het display een foutcode weergeeft
die niet in deze tabel staat, schakelt u de
zekering van het huis uit en weer in om de
oven opnieuw te starten. Als de foutcode
opnieuw optreedt, neemt u contact op met
een erkend servicecentrum.
Andere problemen
Probleem Controleer of de
volgende zaken
gelden...
Het apparaat staat
aan maar wordt niet
warm. De ventilator
werkt niet. Op het
display verschijnt
"Demo".
De Demomodus
wordt gedeacti‐
veerd:
1. Schakel de
oven uit.
2. , ,
- houd tegelij‐
kertijd inge‐
drukt.
3. Het eerste cijfer
op het display
en Demo knip‐
peren.
4. Draai de knop
voor de tempe‐
ratuur om de
code in te voe‐
ren: 2468. Druk
op: . Het vol‐
gende cijfer
knippert.
12.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
www.aeg.com36
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Productinformatie- en productinformatieblad*
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie BPE435020M 944188178
Energie-efficiëntie-index 81.2
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
1.09 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand he‐
telucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 71 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 34.5 kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU-verordeningen 65/2014 en 66/2014.
Voor de Republiek Belarus overeenkomstig STB 2478-2017, aanhangsel G; STB
2477-2017, bijlagen A en B.
Voor Oekraïne overeenkomstig 568/32020.
De energie-efficiëntieklasse is niet van toepassing op Rusland.
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 1: Range-ovens, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting.
13.2 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is
als u de oven in werking stelt. Open de
ovendeur niet te vaak tijdens gebruik.
Houd het deurrubber schoon en zorg
ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
NEDERLANDS 37
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Wanneer u deze functie gebruikt, gaat de
lamp na 30 seconden automatisch uit. U
kunt de lamp weer inschakelen, maar
deze actie vermindert de verwachte
energiebesparing.
14. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com38
www.aeg.com/shop
867344014-B-402020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

AEG BPE435020M Handleiding

Type
Handleiding