AEG BD320P Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Oven
BD320P
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 8
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK...........................................................................9
6. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
7. KLOKFUNCTIES.................................................................................................12
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...................................................................14
9. EXTRA FUNCTIES............................................................................................. 15
10. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................16
11. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................32
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................36
13. ENERGIEZUINIGHEID..................................................................................... 39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.aeg.com2
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8
jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend
onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit
de buurt van het apparaat als het in werking is of
afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden
heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
NEDERLANDS 3
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, dient u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
www.aeg.com4
Controleer voordat u het apparaat
monteert of de ovendeur
onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
De stevigheid van de inbouwkast
moet voldoen aan de DIN 68930-
norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte kast
onder werkblad)
600 (600) mm
Kastbreedte 550 mm
Kastdiepte 605 (580) mm
Hoogte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
594 mm
Hoogte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
576 mm
Breedte van de voor‐
kant van het appa‐
raat
549 mm
Breedte van de ach‐
terkant van het appa‐
raat
548 mm
Diepte van het appa‐
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open deur 1017 mm
Minimumgrootte ven‐
tilatieopening. Ope‐
ning geplaatst aan de
onderkant van de
achterzijde
550 x 20 mm
Lengte netvoedings‐
kabel. Kabel wordt in
de rechterhoek van
de achterzijde ge‐
plaatst
1500 mm
Bevestigingsschroe‐
ven
4 x 12 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat
of de niche onder het apparaat, met
name niet als deze werkt of als de
deur heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
NEDERLANDS 5
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
Dit apparaat wordt geleverd met
stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
www.aeg.com6
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Start de pyrolysefunctie niet
als de Plus Steam-knop is
ingedrukt.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie Het
eerste gebruik uitvoert, moet u eerst
de volgende items uit de binnenkant
oven verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc.,
die met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief kinderen of
personen met medische
aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
NEDERLANDS 7
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.8 Afvalverwerking
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
8
10
9
41 2 3 5 6 7
1
2
3
4
5
13
11
12
1
Bedieningspaneel
2
Knop voor verwarmingsfuncties
3
Stroomlampje/symbool
4
Scherm
5
Bedieningsknop (voor de
temperatuur)
6
Temperatuurindicator/symbool
7
Plus Steam
8
Verwarmingselement
9
Lamp
10
Ventilator
11
Verwijderbare inschuifrail
12
Uitholling reliëf
13
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Combi schaal
Voor gebak en koekjes. Voor braden en
roosteren of als pan om vet op te vangen
www.aeg.com8
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Toetsen
Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
MIN Om de tijd in te stellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS Om de tijd in te stellen.
PLUS STOOM Het activeren van de functie Multi-hete‐
lucht PLUS.
4.2 Display
A B
DG EF C
A. Timer / Temperatuur
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
D. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
E. Uren/minuten
F. Demomodus (alleen geselecteerde
modellen)
G. Klokfuncties
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Stel de tijd in voordat u de oven gebruikt.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires
en verwijderbare inschuif‐
rails uit de oven.
Maak de oven en de acces‐
soires schoon met een zach‐
te doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
NEDERLANDS 9
5.2 Eerste voorverwarming
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
Stap 1 Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Stap 2
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven één uur werken.
Stap 3
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven 15 minuten werken.
De oven kan een vreemde geur en rook afgeven tijdens het voorverwarmen. Zorg er‐
voor dat de kamer wordt verlucht.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop
komt dan naar buiten.
6.2 Verhittingsfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand
De oven staat uit.
Binnenverlich‐
ting
Het lampje activeren zon‐
der een bereidingsfunc‐
tie.
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht /
Hete lucht
PLUS
Bakken op maximaal drie
rekstanden tegelijkertijd
en voedsel drogen.
Stel de temperatuur 20 -
40 °C lager in dan voor
Boven + onderwarmte.
Om tijdens de bereiding
vocht toe te voegen. Om
tijdens het bakken de
juiste kleur en knapperig‐
heid te krijgen. Om bij het
opwarmen meer sappig‐
heid te geven.
Pizza-functie
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
bodem.
Boven + on‐
derwarmte
Voor het bakken en bra‐
den op één ovenniveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
www.aeg.com10
Ovenfunctie Applicatie
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Warmelucht
(vochtig)
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Zie het hoofdstuk 'Hints
and tips’, Warmelucht
(vochtig) voor bereidings‐
instructies. De ovendeur
dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de
functie niet wordt onder‐
broken en om ervoor te
zorgen dat de oven werkt
op de hoogst mogelijke
energie-efficiëntie. Bij het
gebruik van deze functie
kan de temperatuur in de
ruimte verschillen van de
ingestelde temperatuur.
De restwarmte wordt ge‐
bruikt.Het verwarmings‐
vermogen kan worden
verminderd. Zie voor al‐
gemene aanbevelingen
voor energiebesparing
het hoofdstuk ‘Energie-
efficiëntie’, Energiebe‐
sparing. Deze functie
wordt gebruikt om de
energie-efficiëntieklasse
vast te stellen overeen‐
komstig EN 60350-1. Bij
gebruik van deze functie
gaat de verlichting na 30
seconden automatisch
uit.
Grillen
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
Ovenfunctie Applicatie
Circulaviegrill
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Pyrolyse
Voor inschakeling van
pyrolytische reiniging van
de oven. Hierdoor wor‐
den vuilresten in de oven
verbrand.
De lamp kan tijdens
bepaalde ovenfuncties
automatisch uitgaan bij een
temperatuur die lager is dan
60° C.
6.3 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te kiezen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u
de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uitstand.
6.4 De functie instellen:Hete
lucht PLUS
Deze functie verhoogt de vochtigheid
tijdens het koken.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden
en schade aan het apparaat.
Vrijgekomen vocht kan brandwonden
veroorzaken. Nadat de functie gestopt is,
dient u de deur voorzichtig te openen.
1. Vul de uitsparing in de ovenruimte
met kraanwater.
NEDERLANDS 11
De maximumcapaciteit van de
uitsparing in de ovenruimte is 250 ml.
Vul uitsluitend de uitsparing van de
ovenruimte met water als de oven
koud is.
LET OP!
Vul de uitsparing in de
ovenruimte niet bij
tijdens de bereiding of
als de oven heet is.
2. Stel de functie in: .
3. Druk op: Plus Steam .
Het werkt alleen met de functie: Hete
lucht PLUS.
Het indicatielampje gaat branden.
4. Draai aan de regelknop om de
temperatuur in te stellen.
5. Verwarm de oven 10 minuten voor
om vochtigheid te creëren.
6. Plaats het voedsel in de oven.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen
en tips'.
De ovendeur niet openen tijdens het
koken.
7. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
standen druk op Plus Steam om
de oven uit te schakelen.
Het controlelampje gaat uit.
8. Verwijder het water uit de uitsparing
van de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Controleer of de oven is
afgekoeld voordat u het
resterende water uit de
ovenuitsparing
verwijdert.
6.5 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD
Met deze functie kunt u
de dagtijd weergeven of
veranderen. U kunt de
dagtijd alleen wijzigen als
de oven uitstaat.
DUUR
Instellen hoe lang de
oven in werking is. Ge‐
bruik dit alleen wanneer
de verwarmingsfunctie is
ingesteld.
EINDE
Instellen als de oven uit‐
staat. Gebruik dit alleen
wanneer de verwar‐
mingsfunctie is ingesteld.
Klokfunctie Applicatie
VERTRA‐
GINGSTIJD
Combinatie van de func‐
ties DUUR en EINDE.
KOOKWEK‐
KER
Gebruik de kookwekker
voor het instellen van een
afteltijd. Deze functie
heeft geen invloed op de
werking van de oven. U
kunt de KOOKWEKKER
op elk gewenst moment
instellen, ook als de oven
uitstaat.
www.aeg.com12
Klokfunctie Applicatie
00:00
TIMER MET
OPTELFUNC‐
TIE
Als u geen andere klok‐
functie instelt, zal de TI‐
MER MET OPTELFUNC‐
TIE automatisch bijhou‐
den hoe lang de oven
werkt.
Deze wordt onmiddellijk
ingeschakeld wanneer de
oven begint met opwar‐
men.
De timer met optelfunctie
kan niet worden gebruikt
met de functies: DUUR,
EINDE.
7.2 Instellen en wijzigen van
de tijd
Wacht na de eerste aansluiting op het
stopcontact totdat het display en
"12:00" weergeeft. "12" knippert.
1. Druk op of om de uren in te
stellen.
2. Druk op om te bevestigen en de
minuten in te stellen.
Het display toont en het ingestelde
uur. "00" knippert.
3. Druk op of om de huidige
minuten in te stellen.
4. Druk op
om te bevestigen of de
ingestelde dagtijd zal na vijf
seconden automatisch worden
opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen
herhaaldelijk op tot het
indicatielampje voor de dagtijd
knippert op het display.
7.3 De DUUR instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt,
klinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal en knipperen en de
tijd in het display. De oven wordt
automatisch uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.4 Het EINDE instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de uren en
daarna de minuten in te stellen. Druk
op
om te bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.5 De functie
VERTRAGINGSTIJD instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op
of om de minuten en
uren voor de DUUR in te stellen.
Druk op om te bevestigen.
Op het display knippert .
4. Druk op of om de uren en
daarna de minuten voor het EINDE in
te stellen. Druk op
om te
bevestigen. Het display toont
en de ingestelde temperatuur.
De oven gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde tijds DUUR en
stopt op de ingestelde EINDE.
NEDERLANDS 13
Op de ingestelde EINDE klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven gaat uit.
5. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-
stand.
7.6 De KOOKWEKKER
instellen
De kookwekker kan zowel worden
ingesteld bij een ingeschakelde of
uitgeschakelde oven.
1. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op of om de seconden in
te stellen en daarna de minuten.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60
minuten knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start
automatisch na vijf seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt
er een geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal. "00:00"
en knipperen op het display. Druk
op een willekeurige toets om het
signaal uit te zetten.
7.7 TIMER MET
OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te
resetten en ingedrukt. De timer
gaat weer optellen.
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun .
Diepe pan:
Schuif de bakplaat diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en diepe pansamen:
Plaats de diepe pan tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op
de geleiders erboven.
www.aeg.com14
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Gebruik van het
Kinderslot
Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de
oven niet per ongeluk worden aangezet.
1. Zorg dat de knop voor de
ovenfuncties in de uit-stand staat.
2. Druk 2 seconden lang
en
tegelijkertijd in.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en
verschijnen op het display. De deur blijft
vergrendeld.
Het symbool verschijnen
ook op het display als de
pyrolysefunctie in werking is.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
9.2 Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functievergrendeling alleen
inschakelen als het apparaat in werking
is.
Als de functievergrendeling is
ingeschakeld, kunnen de instellingen
voor de temperatuur en tijd van een
werkende oven niet per ongeluk worden
gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het
in volgens uw voorkeur.
2. Houd
en gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidsignaal. Loc en
verschijnt gedurende 5 seconden op het
display.
Loc verschijnt op het display
als u de aan de
temperatuurknop draait of op
een willekeurige knop drukt
en de functievergrendeling is
ingeschakeld.
Als u aan de knop voor de ovenfuncties
draait, gaat de oven uit.
Als u het apparaat uitschakelt terwijl de
functievergrendeling aan is, schakelt de
functievergrendeling automatisch over
naar het kinderslot. Raadpleeg 'Het
kinderslot gebruiken'.
Als de Pyrolysefunctie werkt,
is de deur vergrendeld en
gaat aan op het display.
Herhaal stap 2 om de
functievergrendeling uit te schakelen.
9.3 Restwarmte-indicatie
Als u de oven uitschakelt, toont het
display de restwarmte-indicator bij
een oventemperatuur van boven de
40 °C.
9.4 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er
een ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
NEDERLANDS 15
(°C) (u)
200 - 245 5,5
250 - maximum 3
De automatische uitschakeling werkt niet
met de functies: Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
9.5 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
10.1 Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. De onderstaande tabellen tonen
aanbevolen instellingen voor
temperatuur, kooktijd en rekstand voor
specifieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
10.2 Binnenzijde van de deur
Aan de binnenkant van de deur vindt
u het volgende:
de nummers van de inzetniveaus.
informatie over de ovenfuncties,
aanbevolen niveaus en temperaturen
voor gerechten.
10.3 Hete lucht PLUS
Gebruik de tweede rekstand.
Gebruik 150 ml water.
Gebruik een bakplaat.
CAKE/GEBAK/BROOD
(°C) (min)
Koekjes / Sco‐
nes / Croissants
150 - 180 10 - 20
Focaccia 200 - 210 10 - 20
Pizza 230 10 - 20
Broodjes 200 20 - 25
Brood 180 35 - 40
Pruimentaart /
Appeltaart / Ka‐
neelbroodjes,
gebakken in een
taartvorm
160 - 180 30 - 60
Gebruik 200 ml water.
BEVROREN KANT-EN-KLAAR‐
MAALTIJDEN
(°C) (min)
Pizza 200 - 210 10 - 20
Croissants 170 - 180 15 - 25
Lasagne 180 - 200 35 - 50
www.aeg.com16
Gebruik 100 ml water.
Stel de temperatuur in op 110 °C.
VOEDSELHERSTEL
(min)
Broodjes 10 - 20
Brood 15 - 25
Focaccia 15 - 25
Vlees 15 - 25
Pastaschotel 15 - 25
Pizza 15 - 25
Rijst 15 - 25
Groenten 15 - 25
Gebruik 200 ml water.
Gebruik een glazen ovenschaal.
BRADEN
(°C) (min)
Rosbief 200 50 - 60
BRADEN
(°C) (min)
Kip 210 60 - 80
Geroosterd
varkensvlees
180 65 - 80
10.4 Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin. Als
de cake niet overal even bruin wordt,
hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen
tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in
de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
10.5 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek‐
stand.
De cake zakt in en
wordt klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere
baktijd en een lagere oventempe‐
ratuur in.
NEDERLANDS 17
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere
baktijd in.
De cake wordt ongelijk‐
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager instel‐
len en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet ge‐
lijkmatig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het
cakebeslag gelijkmatig over de
bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
Stel de volgende keer de oven‐
temperatuur iets hoger in.
10.6 Bakken op 1 rekniveau
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C)
(min)
Taartbodem -
zandtaartdeeg,
verwarm de
oven voor
Hetelucht 170 - 180 10 - 25 2
Taartbodem -
zacht cake‐
deeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Tulband / Brio‐
che
Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Zandgebak /
Fruitgebak
Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Kwarktaart Boven + onderwarmte 170 - 190 60 - 90 1
www.aeg.com18
CAKE/GEBAK/BROOD
Gebruik de derde rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik een bakplaat.
(°C) (min)
Kruimeltaart, droog 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (ge‐
maakt van gist‐
deeg/zacht cake‐
deeg), gebruik een
diepe pan
150 35 - 55
CAKE/GEBAK/BROOD
Gebruik de derde rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik een bakplaat.
(°C) (min)
Vruchtencake van
zanddeeg
160 - 170 40 - 80
CAKE/GEBAK/BROOD
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
Gebruik een bakplaat.
(°C) (min)
Koninginnenbrood
(opgerolde cake met
jam)
180 - 200 10 - 20 3
Roggebrood: eerst: 230 20 1
dan: 160 - 180 30 - 60
Beboterde amandel‐
taart / Suikerkoek
190 - 210 20 - 30 3
NEDERLANDS 19
CAKE/GEBAK/BROOD
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
Gebruik een bakplaat.
(°C) (min)
Roomsoezen /
Eclairs
190 - 210 20 - 35 3
Plaatbrood / Brood‐
krans
170 - 190 30 - 40 3
Vruchtentaart (ge‐
maakt van gistdeeg/
zacht cakedeeg), ge‐
bruik een diepe pan
170 35 - 55 3
Plaatkoek met deli‐
cate garnering (bij‐
voorbeeld kwark,
room, puddingvul‐
ling)
160 - 180 40 - 80 3
Christstollen 160 - 180 50 - 70 2
KOEKJES EN BISCUITS
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20
Broodjes, verwarm de
oven voor
Hetelucht 160 10 - 25
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20
www.aeg.com20
KOEKJES EN BISCUITS
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Koekjes van blader‐
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 170 - 180 20 - 30
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40
Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50
Eiwitgebak/schuimge‐
bak / Schuimgebakjes
Hetelucht 80 - 100 120 - 150
Broodjes, verwarm de
oven voor
Boven + onder‐
warmte
190 - 210 10 - 25
10.7 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden bedekt met
gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Groentegratin, ver‐
warm de oven voor
Circulaviegrill 160 - 170 15 - 30
Lasagne Boven + onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Visschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
Zoete ovenschotels Boven + onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Pasta gebakken Boven + onderwarmte 180 - 200 45 - 60
10.8 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik de bakplaten.
NEDERLANDS 21
CAKE/GEBAK
(°C)
(min)
2 posities
Roomsoezen /
Eclairs, verwarm de
oven voor
160 - 180 25 - 45 1 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4
KOEKJES/CAKEJES/GEBAK/BROODJES
(°C)
(min)
2 posities 3 posities
Broodjes 180 20 - 30 1 / 4 -
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 4 1 / 3 / 5
Koekjes ge‐
maakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4 -
Koekjes van bla‐
derdeeg, ver‐
warm de oven
voor
170 - 180 30 - 50 1 / 4 -
Koekjes ge‐
maakt van gist‐
deeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4 -
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4 -
Koekjes ge‐
maakt van ei‐
wit / Schuimge‐
bakjes
80 - 100 130 - 170 1 / 4 -
10.9 Tips voor braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Braad grote vleesstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te
voorkomen dat druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1
kg of meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen
met hun eigen sap tijdens het roosteren.
www.aeg.com22
10.10 Braden
Gebruik de eerste rekstand.
RUNDVLEES
(°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg Boven + onder‐
warmte
230 120 - 150
Rosbief of ossen‐
haas, rood, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Circulaviegrill 190 - 200 5 - 6
Rosbief of ossen‐
haas, medium, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Circulaviegrill 180 - 190 6 - 8
Rosbief of ossen‐
haas, gaar, ver‐
warm de oven voor
per cm dikte Circulaviegrill 170 - 180 8 - 10
VARKENSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Schouder / Nek / Ham‐
lap
1 - 1,5 160 - 180 90 - 120
Karbonade / Spare ribs 1 - 1,5 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 0,75 - 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschenkel, voor‐
gekookt
0,75 - 1 150 - 170 90 - 120
NEDERLANDS 23
KALFSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Geroosterd kalfs‐
vlees
1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 120 - 150
LAMSVLEES
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Lamsbout / Geroo‐
sterd lamsvlees
1 - 1,5 150 - 170 100 - 120
Lamsrugfilet 1 - 1,5 160 - 180 40 - 60
WILD
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(kg)
(°C) (min)
Rug / Hazenpoot,
verwarm de oven
voor
tot 1 230 30 - 40
Hert rugfilet 1,5 - 2 210 - 220 35 - 40
Reebout, hertenbout 1,5 - 2 180 - 200 60 - 90
www.aeg.com24
GEVOGELTE
Gebruik de functie: Circulaviegrill.
(kg)
(°C) (min)
Gevogelte, porties 0,2 - 0,25 elk 200 - 220 30 - 50
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 190 - 210 35 - 50
Kip, haantje 1 - 1,5 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5 - 5 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5 - 3,5 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4 - 6 140 - 160 150 - 240
VIS (GESTOOMD)
Gebruik de functie: Boven + onderwarmte.
(kg)
(°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 210 - 220 40 - 60
10.11 Knapperig bakken
met:Pizza-functie
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazie‐
taart
160 - 180 45 - 60
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Quiche Lor‐
raine / Zwit‐
serse flan
170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
NEDERLANDS 25
PIZZA
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst, ge‐
bruik een
diepe pan
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst
180 - 200 20 - 30
PIZZA
Warm de lege oven voor het ko‐
ken voor.
Gebruik de tweede rekstand.
(°C) (min)
Ongede‐
semd brood
230 - 250 10 - 20
Bladerdeeg‐
taart
160 - 180 45 - 55
Flammku‐
chen
230 - 250 12 - 20
Pierogi 180 - 200 15 - 25
10.12 Grillen
Warm de lege oven voor het koken voor.
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Plaats een pan op de eerste rekstand om
vet op te vangen.
GRILLEN
Gebruik de functie: Grillen
(°C) (min)
1e kant
(min)
2e kant
Rosbief 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
www.aeg.com26
GRILLEN
Gebruik de functie: Grillen
(°C) (min)
1e kant
(min)
2e kant
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrugfilet 210 - 230 25 - 35 20 - 25 3
Hele vis, 0,5 kg -
1 kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 / 4
10.13 Bevroren gerechten
ONTDOOIEN
Gebruik de functie: Hetelucht.
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, bevroren 190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizzasnacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 2
Frietjes, dun 200 - 220 20 - 30 3
Frietjes, dik 200 - 220 25 - 35 3
Aardappelpartjes / Aard‐
appelkroketjes
220 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni, be‐
vroren
160 - 180 40 - 60 2
Gebakken kaas 170 - 190 20 - 30 3
Vleugels van kippen 190 - 210 20 - 30 2
NEDERLANDS 27
10.14 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de
ontdooitijd verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een
diepe schaal en zet deze bovenop het
bord in de oven. Verwijder indien nodig
de bakplaatsteunen.
Gebruik de eerste rekstand.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont‐
dooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Vlees, halverwe‐
ge de berei‐
dingstijd om‐
draaien
1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be‐
reidingstijd om‐
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room, klop de
nog licht bevro‐
ren slagroom
2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht
bevroren slagroom.
Taart 1,4 60 60 -
10.15 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat
er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
www.aeg.com28
ZACHTE VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
Aardbeien / Bosbes‐
sen / Frambozen / rij‐
pe kruisbessen
35 - 45
STEENVRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudde‐
ren begint
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkom‐
mers
50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As‐
perge
50 - 60 15 - 20
10.16 Drogen - Hetelucht
Gebruik hiervoor een met
boterhampapier of bakpapier belegde
plaat.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de deur
en laat het één nacht afkoelen om het
drogen te voltooien.
Gebruik voor 1 bakplaat de derde
rekstand.
Gebruik voor 2 bakplaten de eerste en
de vierde rekstand.
GROENTEN
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6
Champignons 50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Stel de temperatuur in op 60 - 70 °C.
FRUIT
(u)
Pruimen 8 - 10
Abrikozen 8 - 10
Schijfjes appel 6 - 8
Peren 6 - 9
10.17 Warmelucht (vochtig) -
aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende
bakjes en schalen. Ze nemen de warmte
beter op dan licht en reflecterend
servies.
NEDERLANDS 29
Pizza pan
Ovenschotel
Ovenschaal‐
tjes
Blik voor flanbodem
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diameter,
5 cm hoog
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
10.18 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de
volgende aanwijzingen op die hieronder
in de tabel staan.
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Pastagratin 200 - 220 45 - 55
Aardappelgratin 180 - 200 70 - 85
Moussaka 170 - 190 70 - 95
Lasagne 180 - 200 75 - 90
Cannelloni 180 - 200 70 - 85
Broodpudding 190 - 200 55 - 70
Rijstpudding 170 - 190 45 - 60
Appeltaart, gemaakt van zacht cakedeeg
(ronde taartvorm)
160 - 170 70 - 80
Witbrood 190 - 200 55 - 70
10.19 Aanwijzingen voor
testinstituten
Testen in overeenstemming met: EN
60350, IEC 60350.
www.aeg.com30
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Bakken in een bakblik
(°C) (min)
Biscuittaart zonder vet Hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Biscuittaart zonder vet Boven + onder‐
warmte
160 35 - 50 2
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Hetelucht 160 60 - 90 2
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Boven + onder‐
warmte
180 70 - 90 1
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Koekjes
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaaien/
taarten
Hetelucht 140 25 - 40
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaaien/
taarten, verwarm de oven
voor
Boven + onderwarmte 160 20 - 30
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de
oven voor
Hetelucht 150 20 - 35
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de
oven voor
Boven + onderwarmte 170 20 - 30
NEDERLANDS 31
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS. Koekjes
(°C) (min)
2 posi‐
ties
3 posi‐
ties
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op
vlaaien/taarten
Hetelucht 140 25 - 45 1 / 4 1 / 3 / 5
Kleine cakes, 20
stuks per bakplaat,
verwarm de oven
voor
Hetelucht 150 23 - 40 1 / 4 -
GRILLEN
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
(min)
Geroosterd brood Grillen 1 - 3 5
Biefstuk, halverwege de be‐
reidingstijd omdraaien
Grillen 24 - 30 4
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
www.aeg.com32
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter voor de
grillpan.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoi‐
res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen, scherpe
voorwerpen of in een vaatwasser.
11.2 Reinigen van de
uitsparing in de binnenkant
van de oven
De reinigingsprocedure verwijdert
kalkresten van de bodemuitsparing na
het bereidingsproces met stoom.
Voor de functie: Hete lucht
PLUSwe raden aan de
reinigingsprocedure na
minstens iedere 5 -10
kookcycli uit te voeren.
1. Doe 250 ml witte azijn in de
uitsparing onderin de oven.
Gebruik maximaal 6% azijn zonder
toevoegingen.
2. Laat de azijn de kalkresten
gedurende 30 minuten op
kamertemperatuur oplossen.
3. Reinig de uitsparing met warm water
en een zachte doek.
11.3 Verwijderen:
inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het
verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in
de omgekeerde volgorde.
11.4 Pyrolyse
LET OP!
Start de pyrolysefunctie niet
als de Plus Steam-toets is
ingedrukt.
LET OP!
Verwijder alle accessoires
en verwijderbare
inschuifrails.
NEDERLANDS 33
Start de pyrolytische
reiniging niet als u de
ovendeur niet volledig heeft
gesloten. Bij sommige
modellen geeft de display
"C3" weer als deze fout zich
voordoet.
WAARSCHUWING!
De oven wordt zeer heet. Er
bestaat verbrandingsgevaar.
LET OP!
Als er in hetzelfde kastje
andere apparaten zijn
geïnstalleerd, gebruik deze
dan niet tegelijkertijd met de
pyrolytische functie. Dit kan
schade aan het apparaat
veroorzaken.
1. Veeg de ruimte schoon met een
natte, zachte doek.
2. Reinig de binnenkant van de deur
met heet water, zodat de resten niet
inbranden door de hete lucht.
3. Stel de pyrolytische functie in.
Raadpleeg 'Dagelijks gebruik' in het
hoofdstuk 'Ovenfuncties'.
4. Als
knippert, drukt u op of
om de pyrolyseduur in te stellen:
Optie Omschrijv‐
ing
P1 Lichte reinig‐
ing. Duur: 1
uur 30 min.
P2 Normale rein‐
iging. Duur: 3
uur.
Na 2 seconden begint de pyrolyse.
U kunt de EINDE-functie gebruiken om
de start van de reiniging uit te stellen.
Tijdens de pyrolytische reiniging is het
ovenlampje uit.
5. U kunt de standaardlengte van de
pyrolyse (P1 of P2) wijzigen door op
te drukken om in te stellen.
Druk vervolgens op of op .
6. Als de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt de
deur vergrendeld. Het display toont
en de balkjes van de
warmteaanduiding tot de deur wordt
vergrendeld.
7. Na afloop van de pyrolytische
reiniging geeft het display de tijd van
de dag aan. De ovendeur blijft
vergrendeld.
8. Wanneer de oven weer koel is, wordt
de deur ontgrendeld.
11.5 Reinigingsherinnering
Om u te herinneren aan de pyrolytische
reiniging, knippert PYR in het display
gedurende 10 seconden na elke in- en
uitschakeling van de oven.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de
functie pyrolytische
reiniging.
als u gelijktijdig op en
drukt terwijl op het
display PYR knippert.
11.6 Verwijderen en
installeren: Deur
U kunt de deur en de binnenste
glasplaten verwijderen om ze te reinigen.
U Het aantal glasplaten verschilt per
model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
LET OP!
Behandel het glas
voorzichtig, vooral rond de
randen van het voorpaneel.
Het glas kan breken.
www.aeg.com34
Stap 1 Open de deur volledig.
A
A
Stap 2 Hef en druk de klemhendels
(A) op de twee deurschar‐
nieren.
Stap 3 Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand (in een hoek van ongeveer 70°).
Houd de deur aan beide kanten vast en trek deze onder een opwaartse hoek
weg van de oven. Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zach‐
te doek op een stabiele ondergrond.
Stap 4 Pak de deurafdekking (B)
aan de bovenkant van de
deur aan beide kanten vast
en druk deze naar binnen
om de klemsluiting te ont‐
grendelen.
1
2
B
Stap 5 Trek de deurlijst naar voren
om hem te verwijderen.
Stap 6 Houd de glasplaten aan hun
bovenkant vast en trek deze
een voor een omhoog uit de
geleider.
Stap 7 Reinig de glasplaat met een
sopje. Droog de glasplaat
voorzichtig af. Reinig de
glasplaten niet in de vaat‐
wasser.
Stap 8 Voer na het reinigen de bo‐
venstaande stappen in de
omgekeerde volgorde uit.
Stap 9 Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaat en de deur.
Zorg ervoor dat de glasplaten op de juiste manier worden geplaatst, anders
kan het oppervlak van de deur oververhit raken.
11.7 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
NEDERLANDS 35
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat moet u doen als...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha‐
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop‐
contact (zie het aansluitdia‐
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
De oven wordt niet warm. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Ga na of de zekering de oor‐
zaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa‐
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
www.aeg.com36
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Op het display verschijnt
"C3".
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
"F102".
U heeft de deur niet hele‐
maal gesloten.
De deurvergrendeling is
stuk.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei‐
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
"F102" opnieuw wordt
weergegeven.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei‐
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Er worden geen goede koo‐
kresultaten verkregen met
de functie: Hete lucht PLUS.
U heeft de functie niet juist
ingeschakeld: Hete lucht
PLUS met de Plus Stoom-
toets.
Raadpleeg "De functie in‐
stellen: Hete lucht PLUS".
Er worden geen goede koo‐
kresultaten verkregen met
de functie: Hete lucht PLUS.
U heeft de uitholling van de
ovenruimte niet met water
gevuld.
Raadpleeg "De functie in‐
stellen: Hete lucht PLUS".
U wilt de Multi-hetelucht-
PLUS-functie inschakelen,
maar het indicatielampje van
de Plus Steam-knop staat
aan.
U hebt de verwarmingsfunc‐
tie die Plus Steam onder‐
steunt niet geselecteerd.
Raadpleeg "De functie in‐
stellen: Hete lucht PLUS".
U wilt de Multi-hetelucht-
PLUS-functie inschakelen,
maar het indicatielampje van
de Plus Steam-knop staat
aan.
De Plus Steam werkt niet. Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig‐
heidsschakelaar in de zeke‐
ringkast en schakel het ap‐
paraat dan weer in.
Raadpleeg "De functie in‐
stellen: Hete lucht PLUS".
U wilt de schoonmaakfunctie
activeren, maar het display
toont "C4".
De Plus Steam wordt inge‐
drukt.
Druk nogmaals op de Plus
Steam.
NEDERLANDS 37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het water in de uitholling van
de ovenruimte kookt niet.
De temperatuur is te laag. Stel de temperatuur min‐
stens in op 110 °C.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Het water komt uit de uithol‐
ling in de ovenruimte.
Er zit te veel water in de uit‐
holling van de ovenruimte.
Zet de oven uit en zorg dat
het apparaat koud is. Veeg
het water weg met een
spons of een doek. Voeg de
juiste hoeveelheid water toe
aan de uitholling van de
ovenruimte. Raadpleeg de
specifieke procedure.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila‐
tor werkt niet. Op het display
verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha‐
keld.
1. Schakel de oven uit.
2. Druk op de -toets en
houd deze ingedrukt.
3. Het eerste nummer op
het display en het De‐
mo-indicatielampje be‐
ginnen te knipperen.
4. Voer de code 2468 in
door op de of -
knop te drukken om de
waarden te veranderen
en druk op
om te be‐
vestigen.
5. Het volgende nummer
begint te knipperen.
6. Demo-modus schakelt
uit als u het laatste num‐
mer bevestigt en de co‐
de juist is.
12.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
www.aeg.com38
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Productinformatie- en productinformatieblad*
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie BD320P 944188039
Energie-efficiëntie-index 81.2
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
0.99 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand he‐
telucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal holtes 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 71 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 34.5 kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU-verordeningen 65/2014 en 66/2014.
Voor de Republiek Belarus overeenkomstig STB 2478-2017, aanhangsel G; STB
2477-2017, bijlagen A en B.
Voor Oekraïne overeenkomstig 568/32020.
De energie-efficiëntieklasse is niet van toepassing op Rusland.
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 1: Range-ovens, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting.
13.2 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer
energie te besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet
voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt die
NEDERLANDS 39
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30
minuten, verlaag dan de
oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken.
De restwarmte in de oven zorgt ervoor
dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit.
14. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com40
www.aeg.com/shop
867336634-D-382020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

AEG BD320P Handleiding

Type
Handleiding