42515-EU V4.1 2/09
8
De theorie van stralingsvermogen en IR meting
IR thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp. De optische
uitrusting van de thermometer neemt uitgestraalde, gereflecteerde en overgedragen
energie waar. De elektronica van de thermometer vertaalt de informatie in een
temperatuurmeting die dan op de LCD wordt weergegeven.
De hoeveelheid uitgestraalde IR energie van een voorwerp is in evenredigheid met de
temperatuur van een voorwerp en zijn vermogen om energie uit te stralen. Dit vermogen is
gekend als stralingsvermogen en is gebaseerd op het materiaal van het voorwerp en zijn
afgewerkt oppervlak. De stralingvermogenwaarden variëren van 0,1 voor een uiterst
weerspiegelend voorwerp tot 1,00 voor een matte zwarte afwerking. Voor het 42515
model is het stralingsvermogen regelbaar van 0,1 tot 1,00. De meeste organische
materialen en geverfde of geoxideerde oppervlakken hebben een stralingsvermogen van
0,95. Wanneer u twijfelt, stel het stralingsvermogen in op 0,95.
Stralingsvermogenwaarden voor gebruikelijke materialen
Te testen materiaal Stralings -
vermogen
Te testen materiaal Stralings -
vermogen
Asfalt 0,90 tot 0,98 Doek (zwart) 0,98
Beton 0,94 Huid (mens) 0,98
Cement 0,96 Leder 0,75 tot
0,80
Zand 0,90 Houtskool (poeder) 0,96
Grond 0,92 tot 0,96 Lak 0,80 tot
0,95
Water 0,92 tot 0,96 Lak (mat) 0,97
Ijs 0,96 tot 0,98 Rubber (zwart) 0,94
Sneeuw 0,83 Plastic 0,85 tot
0,95
Glas 0,90 tot 0,95 Hout 0,90
Keramiek 0,90 tot 0,94 Papier 0,70 tot
0,94
Marmer 0,94 Chroomoxiden 0,81
Pleister 0,80 tot 0,90 Koperoxiden 0,78
Mortel 0,89 tot 0,91 Ijzeroxiden 0,78 tot
0,82
Baksteen 0,93 tot 0,96 Textiel 0,90