42509-nl-NL_V1.4 12/14
8
De theorie van stralingsvermogen en IR meting
IR thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp. De optische uitrusting van
de thermometer neemt uitgestraalde, gereflecteerde en overgedragen energie waar. De elektronica
van de thermometer vertaalt de informatie in een temperatuurmeting die dan op de LCD wordt
weergegeven.
De hoeveelheid uitgestraalde IR energie van een voorwerp is in evenredigheid met de temperatuur
van een voorwerp en zijn vermogen om energie uit te stralen. Dit vermogen is gekend als
stralingsvermogen en is gebaseerd op het materiaal van het voorwerp en zijn afgewerkt oppervlak.
De stralingvermogenswaarden variëren van 0,1 voor een uiterst weerspiegelend voorwerp tot 1,00
voor een matte zwarte afwerking. Voor dit model is het stralingsvermogen regelbaar van 0,1 tot 1,00.
De meeste organische materialen en geverfde of geoxideerde oppervlakken hebben een
stralingsvermogen van 0,95. Wanneer u twijfelt, stel het stralingsvermogen in op 0,95.
Stralingsvermogenwaarden voor gebruikelijke materialen
Te testen
materiaal
Stralingsvermogen Te testen
materiaal
Stralingsvermogen
Asfalt 0,90 tot 0,98 Doek (zwart) 0,98
Beton 0,94 Huid (mens) 0,98
Cement 0,96 Leder 0,75 tot 0,80
Zand 0,90 Houtskool
(poeder)
0,96
Grond 0,92 tot 0,96 Lak 0,80 tot 0,95
Water 0,92 tot 0,96 Lak (mat) 0,97
Ijs 0,96 tot 0,98 Rubber (zwart) 0,94
Sneeuw 0,83 Plastic 0,85 tot 0,95
Glas 0,90 tot 0,95 Hout 0,90
Keramiek 0,90 tot 0,94 Papier 0,70 tot 0,94
Marmer 0,94 Chroomoxiden 0,81
Pleister 0,80 tot 0,90 Koperoxiden 0,78
Mortel 0,89 tot 0,91 Ijzeroxiden 0,78 tot 0,82
Baksteen 0,93 tot 0,96 Textiel 0,90