Auteursrecht en licentiebepalingen
© 2004 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, LP
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer Q3948-90954
Editie 1, 12/2004
FCC-vereisten (Verenigde Staten)
Deze apparatuur is getest en blijkt te
voldoen aan de vereisten voor een digitaal
apparaat van Klasse B, volgens lid 15 van
de Amerikaanse FCC-voorschriften. De
limieten in deze voorschriften zijn
ontwikkeld om redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie in
een woonomgeving. Door deze apparatuur
wordt energie met radiofrequentie
voortgebracht en verbruikt. Bovendien kan
dit type energie worden uitgestraald. Als de
apparatuur niet volgens de instructies
wordt geïnstalleerd en gebruikt kan er
schadelijke interferentie ontstaan met de
radio-ontvangst. Er is geen garantie dat
een dergelijke interferentie niet voorkomt
bij een juiste installatie en gebruik. U kunt
eventuele interferentie van deze
apparatuur met de ontvangst via radio of
televisie eenvoudig eenvoudig controleren
door het apparaat aan- en uit te schakelen.
In dat geval treft u een van de
onderstaande maatregelen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw of
verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen deze
apparatuur en de radio of televisie.
Sluit het apparaat aan op een ander
stopcontact of circuit dan dat waarop het
ontvangende apparaat is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een radio- of
televisie-expert.
Als er wijzigingen of aanpassingen aan de
printer worden aangebracht die niet
expliciet zijn goedgekeurd door HP, kan de
toestemming om dit apparaat te gebruiken
vervallen.
Het gebruik van een afgeschermde
interfacekabel is vereist in het kader van de
limieten voor klasse B van lid 15 van de
FCC-voorschriften.
Deze apparatuur voldoet aan deel 68 van
de FCC-regels. De apparatuur bevat een
label met, behalve andere informatie, het
FCC-registratienummer en het REN-
nummer (Ringer Equivalence Number)
voor deze apparatuur. Desgevraagd kunt u
deze gegevens aan uw telefoonbedrijf
verstrekken. Met het REN-nummer wordt
aangegeven hoeveel apparaten u
maximaal kunt aansluiten op de
telefoonlijn. Wanneer te veel apparaten op
één lijn zijn aangesloten, is het mogelijk dat
de apparaten bij een inkomend gesprek
geen beltoon afgeven. In de meeste regio's/
landen mag het aantal REN's van alle
apparaten niet hoger zijn dan vijf (5). Neem
indien nodig contact op met uw lokale
telefoonbedrijf voor meer informatie over
het aantal apparaten dat u in uw belgebied
volgens het REN-nummer kunt aansluiten.
Deze apparatuur gebruikt de volgende
USOC-aansluiting: RJ11C.
De apparatuur wordt geleverd met een
FCC-compatibele telefoonkabel en een
modulaire steker. U kunt de apparatuur met
een modulaire steker die voldoet aan de
voorwaarden van deel 68, op het
telefoonnet of een bedrijfsnetwerk
aansluiten. Deze apparatuur mag niet
worden gebruikt in combinatie met door het
telefoonbedrijf geleverde munttelefoons.
Voor aansluiting op commerciële
telefoonlijnen gelden de staatstarieven. Als
deze apparatuur schade veroorzaakt aan
het telefoonnet, kan uw telefoonbedrijf u
tijdelijk afsluiten. Indien mogelijk wordt u
hiervan vooraf in kennis gesteld. Blijkt dit
niet mogelijk te zijn, dan krijgt u zo snel
mogelijk daarna bericht. Tevens wordt u
gemeld dat u het recht hebt een klacht in te
dienen bij de FCC. Het telefoonbedrijf kan
wijzigingen aanbrengen in voorzieningen,
apparatuur, activiteiten of procedures die
van invloed zijn op de normale werking van
uw apparatuur. In dat geval krijgt u vooraf
bericht, zodat u zelf voor een
ononderbroken service kunt zorgen. Als u
problemen ondervindt met deze
apparatuur, raadpleegt u de informatie over
garantie en reparatie en de bijbehorende
telefoonnummers in deze handleiding. Het
telefoonbedrijf kan u vragen de verbinding
van deze apparatuur met het
telefoonnetwerk te verbreken tot het
probleem is opgelost of tot vaststaat dat
het probleem niet wordt veroorzaakt door
de apparatuur. De volgende reparaties
kunnen worden uitgevoerd door de klant:
Vervangen van originele apparatuur die bij
het apparaat is geleverd. Hieronder vallen
de printcartridge, de steunen voor de laden
en bakken, de stroomkabel en de
telefoonkabel. Het wordt aanbevolen dat
de klant een piekspanningsbeveiliging
plaatst in het stopcontact waaraan het
apparaat is aangesloten. Hierdoor wordt
eventuele schade aan het apparaat door
plaatselijke blikseminslag en door andere
elektrische piekspanningen voorkomen.