BBC Bircher Merkur 2 Handleiding

Type
Handleiding
1
1Veiligheidsaanwijzingen
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voordat u het apparaat gebruikt en
bewaar deze voor latere raadpleging. Dit product is ontworpen om boven een voet-
gangersdeur te worden gemonteerd. Gebruik dit product uitsluitend voor de gespe-
cificeerde toepassing. Alleen getraind en gekwalificeerd personeel mag het appa-
raat installeren en initialiseren. Het niet in acht nemen van deze veiligheids-
maatregelen kan leiden tot schade aan de signaalgever of objecten, ernstig
persoonlijk letsel of de dood. De installateur is ervoor verantwoordelijk een risico-
beoordeling uit te voeren en het systeem te installeren in overeenstemming met
de geldende lokale, nationale en internationale voorschriften, veiligheidsnormen,
bepalingen en wetten, en – indien van toepassing – in overeenstemming met de
machinerichtlijn 2006/42/EG. Let altijd op de veiligheidsfuncties van uw toepass-
ingen als geheel, en niet alleen in relatie tot een individuele sectie van het
systeem. De signaalgever mag alleen worden gebruikt met een veiligheidssysteem
met extra lage spanning (SELV) met een veilige elektrische scheiding volgens
EN 61558. De bedrading moet worden beschermd tegen mechanische schade.
Vermijd over het algemeen het aanraken van elektronische componenten.
4Indicaties op de sensor
LED rood
Uitsparingen voor bevestiging
van de sensor
Bodemplaat
Kabeldoorvoer
DIP-schakelaar (adressering)
Toets [<]
Toets [>]
8
9
10
11
14
13
12
Afdekkap
Steekschroefklem
RJ12-printbus
Raster voor het zwenken
van de radarmodule
Raster voor de neighoekinstelling
van de radarmodule
Radar dubbele veldmodule
LED groen
2
7
6
5
4
3
1
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
3.2 Behuizing openen
3Installatie
3.1 Inbouwinstructies
2
3.3 Montage
Plak het boorsjabloon op de muur/het plafond en boor de gaten volgens
de instructies.
Voer de kabel door de voorziene opening in de bodemplaat - let op een
toereikende lengte voor de bedrading
Sensor vastschroeven
Kabel aansluiten (volgens typeplaat resp. hoofdstuk 3.4)
Afdekkap op de bodemplaat klikken
5
4
3
2
1
3.4 Elektrische aansluitingen
Merkur met steekschroefklem Merkur met RJ12-printbus
niet verbonden
groen
blauw
zwart
wit
rood
geel
Artikel Richtingsherkenning
(ES = energy saving) Aansluiting
Merkur 2 ES
Merkur 2 ES.C
Merkur 2
Merkur 2 C
Ja (kan gedeactiveerd worden)
Ja (kan gedeactiveerd worden)
Nee
Nee
Steekschroef-klem
RJ-stekker
Steekschroef-klem
RJ-stekker
2Beschrijving van de sensor
1
Groene LED
- Geeft door de frequentie van het knipperen de parameter
resp. parametertrede aan (bij toetsenconfiguratie)
- Knippert kort:
- wanneer de configuratiemodus voor de toetsen
afgesloten wordt
- wanneer de sensor het commando van de
afstandsbediening ontvangen heeft
Rode LED Brandt bij detectie
Groene LED Brandt, indien SMD actief
VOOR de montage NA de montage
bruin
blauw
zwart
wit
1
2
3
4
5
2
3
4
5
Opstartfase
Configuratie
Bedrijf
Rode LED Brandt 3s tijdens de ingebruikname
Groene LED
Daarna knippert de groene LED enkele keren en geeft de
softwareversie aan (hierbij is de sensor reeds bedrijfsklaar
en programmeerbaar)
302541C
08/21
NEDERLANDS
Radarbewegingsmelder als openingsimpulsgever voor automatische deuren
Merkur 2
2
1
34
5
67
8
9
10
11 13
12
14
9
- De sensor moet stevig op een vlakke ondergrond gemonteerd worden
(trillingen vermijden)
- De sensor moet tegen regen en sneeuw beschermd zijn
- Objecten (bijv. planten, vlaggen, ventilatoren etc.) mogen niet tot in het
detectieveld reiken.
- De sensor mag niet door afdekkingen/borden afgedekt zijn.
- Vermijd TL-lampen in de onmiddellijke omgeving van het detectieveld.
2
5Montage van de sensor
Zonder adressering:
Parameter Stap 1 Stap 2
Veldgrootte
Functionaliteit
Veldgeometrie
[<] kort indrukken
[>] kort indrukken
[<] en [>] gelijktijdig kort indrukken
Het knipperen van de
groene LED (1-9 keer)
geeft de actuele parame-
tertrede aan
5.1 Configuratie met behulp van de toetsen
Aanwijzing:
Vindt 25s geen toetsbediening plaats, dan wordt de programmeermodus
automatisch verlaten, de sensor blijft echter in de configuratiemodus.
De tot dan verrichte instellingen worden opgeslagen.
De statusuitvraag dient voor de uitvraag van de ingestelde parameters.
5.1.1 Statusuitvraag met behulp van de toetsen
5.2.2 Werkingswijze
5.2 Configuratie met behulp van de afstandsbediening
Activeren: – Autom. na aansluiting van de sensor op de voedingsspanning
of
– Sensor korte tijd van de voedingsspanning scheiden
of
– willekeurige toets [<] of [>] op de sensor indrukken
Beëindigen: – Toetsencombinatie indrukken of
Automatisch na 30 min.
Aanwijzing:
Vindt 30s geen invoer plaats, dan wordt de verbinding beëindigd.
De tot dan verrichte instellingen worden opgeslagen.
Trede
1, 2, 3 Klein
4, 5, 6* Middel
7, 8, 9 Groot
bij Merkur-versie met richtingsherkenning
Trede
1* vooruit, montagehoogte standaard
2vooruit, montagehoogte hoog
3achteruit, montagehoogte standaard
4achteruit, montagehoogte hoog
5Richtingsherkenning UIT, montagehoogte standaard
6Richtingsherkenning UIT, montagehoogte hoog
7vooruit + MTO, montagehoogte standaard (MTO, zie hoofdst. 7)
8vooruit + MTO, montagehoogte hoog (MTO, zie hoofdst. 7)
Trede
1smal veld
2* breed veld
Wijziging van de functionaliteit van trede 6 naar trede 2:
1) [<] en [>] 4 s ingedrukt houden, de groene LED knippert 1x na 2 s,
nog een keer na 4 s.
2) Groene LED knippert 6x en geeft daarmee de actuele parametertrede aan
3) Druk vier keer achter elkaar de toets [<] in om de parametertrede te verlagen
(groene LED knippert 2x en geeft de nieuw ingestelde parametertrede aan)
4) [<] en [>] gelijktijdig indrukken
De datatransmissie naar en van de sensor verloopt via een IR-interface.
De verbinding tussen de afstandsbediening en de sensor kan alleen
opgebouwd worden, wanneer de sensor zich in de configuratiemodus bevindt.
De sensor kan op twee manieren geconfigureerd worden:
met behulp van toetsen op de sensor (elementaire instellingen)
met behulp van afstandsbediening (volledige instelmogelijkheden)
Met adressering:
1. Starttoets indrukken 1. IR-interface van de
afstandsbediening met
de hand afdekken
2. Starttoets indrukken knippert
3. IR-interface vrijgeven (hand wegnemen)
4. Relevante cijfertoets ( t/m ) indrukken
G alsmede een van de toetsen 1 t/m 4 branden:
geslaagde verbindingsopbouw
G knippert: geen verbindingsopbouw
Configuratiemodus activeren
Houd de afstandsbediening dichter en gerichter bij de sensor
Batterijen in de afstandsbediening controleren
Er branden geen toetsen
Batterijen in de afstandsbediening controleren/vervangen
5.2.3 Parameters instellen / wijzigen
Handmatig openhouden van de deur tijdens de instelwerkzaamheden
gedurende 15 min. Daarna sluit de deur, wanneer er geen object in
het detectieveld aanwezig is.
Deur sluit, wanneer geen object in het detectieveld is,
daarna normaal bedrijf
Configuratiemodus wordt beëindigd, deur sluit wanneer geen
object in het detectieveld is, daarna normaal bedrijf
Na een geslaagde verbindingsopbouw kunnen de parameters van de
sensor gewijzigd worden.
* Fabrieksinstelling
Algemene werkwijze
[>]
[<]
Veldgrootte veranderen: [<] en [>] 2 s indrukken
Functionaliteit veranderen: [<] en [>] 4 s indrukken
bij Merkur-versie zonder richtingsherkenning
Trede
1* Montagehoogte standaard
2Montagehoogte hoog
Veldgeometrie veranderen: [<] en [>] 6 s indrukken
Voorbeeld
Fabrieksinstellingen herstellen: [<] en [>] 8 s indrukken
Configuratiemodus
+
A 3
Verbindingsopbouw
Aan elke sensor kan een adres (1*, 2, 3 of 4) worden toegewezen.
Verschillende adressen zijn alleen dan noodzakelijk, wanneer zich meerdere
sensoren binnen de reikwijdte van een afstandsbediening bevinden.
Adres 1*
Adres 2
Adres 3
Adres 4
5.2.1 Adressering van de sensor
G
G G
1 4
+
A 1
+
A 2
+
A 3
Cijfertoetsen t/m
1 9
IR-interface (infrarood)
Functietoetsen t/m
A F
Start
G
1) [<] en [>] tegelijk gedurende de relevante tijd ingedrukt houden,
eens per 2 s knippert de groene LED 1x.
2) Het knipperen van de groene LED (1-9 keer) geeft de actuele parametertrede aan
3) Met [<] resp. [>] kan de parametertrede verlaagd resp. verhoogd worden
4) [<] en [>] korte tijd tegelijk indrukken om de programmeermodus te verlaten
(bediende instellingen worden opgeslagen)
3
Parameter
Richtingsherkenning : Merkur 2 ES
Merkur 2
Veldgrootte
Relaishouddtijd
Uitgangssignaal
SMD-functie
Montagehoogte
Dwarsverkeer
Storingsonderdrukking
SMD-veldgrootte
Feldgeometrie
C 1
+ * +
C 2 +
C 3 +
C 4 +
C 5 +
C 6
Standaard
AAN, vooruit
6
1 s
Actief
Uit
Tot 3 m
Gering
Uit
1
Breed
Stoep
AAN, vooruit
7
0.8 s
Actief
Uit
Tot 3 m
Middel
Uit
1
Smal
Bejaardentehuis
UIT
6
2 s
Actief
Dalend, 2 s
Tot 3 m
Uit
Uit
5
Breed
Windvang
AAN, vooruit
6
0.2 s
Actief
Uit
Tot 3 m
Gering
Uit
1
Smal
Supermarkt
AAN, vooruit
9
1.5 s
Actief
Dalend, 2 s
3–4 m
Uit
Uit
5
Breed
Hoge montage
AAN, vooruit
9
1 s
Actief
Uit
3–4 m
Middel
Uit
1
Breed
3 m
(9.84')
>
Toetsencode
Toetsen
code Parameter Trede Korte beschrijving
Comfortfuncties 1*– 6 voorgedefinieerde instellingen voor
standaardtoepassingen (zie tabel)
Richtingsherkenning
(alleen bij
Merkur 2 ES)
1
2
3*
4
Uit
Achteruit
Vooruit
Vooruit met MTO (zie hoofdst. 7)
Montagehoogte 1
2*
Hoog (3-4 m)
Standaard (tot 3m)
Veldgeometrie 1
2*
Smal veld
Breed veld
Veldgrootte
1 – 3
4 – 6*
7 – 9
Klein
Middel
Groot
Relaishoudtijd
1
2
3
0.2 s
0.5 s Kort
0.8 s
4*
5
6
1.0 s
1.5 s Middel
2.0 s
7
8
9
2.5 s
3.0 s Lang
4.0 s
Uitgangssignaal 1*
2
Actief: relais trekt aan bij detectie
Passief: relais valt weg bij detectie
SMD-functie
1*
2
3
4
5
6
7
8
9
Uit
0.5 s
1.0 s Gevoeligheid dalend
1.5 s
2.0 s
0.5 s
1.0 s Gevoeligheid constant
1.5 s
2.0 s (plus SMD+)
SMD-veldgrootte
1*– 3
4 – 6
7 – 9
Klein
Middel
Groot
QVA
(Dwarsverkeer-
uitsluiting)
1
2*– 3
4 – 6
7 – 9
Uit
Gering
Middel
Hoog
Filter voor de
storingsonderdruk-
king
1
2*
Aan Vermijden v. eventuele foute
activeringen door TL-buizen
Uit
Aangegeven waarden gemeten bij montagehoogte 2.2 m en neighoek 35°.
SMD = Slow Motion Detection: de kleinste (quasi-statische) bewegingen
worden gedetecteerd, zodra de sensor geactiveerd is. Pas wanneer tijdens
de ingestelde bewakingstijd geen beweging meer geregistreerd wordt, geeft
de sensor het betreffende signaal aan de deurbesturing af. De gevoeligheid
tijdens deze bewakingstijd kan als dalend of constant ingesteld worden.
Min. 1.1 x 0.6 m (BxD)
Max.4.7 x 1.7 m (BxD)
* Fabrieksinstelling
Comfortfuncties
Configuratie van individuele parameters
Veldgrootte / veldgeometrie
D +
F 8
De veldgrootte kan naar behoefte ingesteld worden in relatie tot de
veldgeometrie (breed/smal veld).
Smal
veld:
Breed
veld:
Min. 0.7 x 0.6 m (BxD)
Max. 2.7 x 1.9 m (BxD)
SMD-functie en SMD+
+
F 3
SMD+: activeert bij zeer langzame bewegingen een activering
van de sensor. Daarmee kunnen ook objecten < 5 (35° neig-
hoek) die met het normale detectieveld niet geregistreerd
worden, veilig herkend worden (bejaardentehuisinstelling).
Om te lang openhouden van de deur te vermijden, is het
SMD+ veld maar half zo groot als het detectieveld.
SMD-veldgrootte
+
F 7
De SMD-veldgroottes komen ongeveer overeen met het detectieveld, d.w.z. de
QVA verhindert een ongewenste deuropening bij personen die slechts langs de
deur lopen, maar niet naar binnen willen komen.
De QVA verhindert een ongewenste deuropening bij personen die slechts langs
de deur lopen, maar de deur niet willen binnengaan.
+
D 5
+ + ~
F 7 5
Dwarsverkeeruitsluiting QVA +
F5
Optimale sensorinstellingen:
Smal veld
Neighoek 30°–45°
5.2.5 Statusuitvraag met behulp van de toetsen
De statusuitvraag dient voor de uitvraag van de ingestelde parameters.
Hiervoor moet de verbinding met de sensor tot stand gebracht zijn en de
betreffende toetsencode ingevoerd worden. Vervolgens licht de cijfertoets
op die de betreffende parametertrede aangeeft.
cm
s
+
F 4
C
B
D
+
F 8
+
F 1
+
F 2
+
F 3
+
F 7
+
F 5
+
F 6
B
D
+
F 1
+
F 2
+
F 3
+
F 4
+
F 5
+
F 6
+
F 7
+
F 8
~
5.2.4 Toelichting van individuele parameters
Aanbevelingen: Eerst de comfortfunctie selecteren die de vereisten het dichtst benadert, daarna de parametertreden overeenkomstig wijzigen.
T
B
T
B
4
7Opheffing van storingen
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Neighoek van de radarmodule aanpassen
Sensor hoger en indien mogelijk direct boven het deurhengsel monteren
– QVA-trede verhogen
Sensor in de richting van de deuropening zwenken
– Storingsonderdrukkingsfilter activeren
Speciale filterfunctie MTO activeren
(Mass Traffic Optimisation)
QVA-trede verlagen (uitschakelen)
Veldgrootte controleren
– Hoge montagehoogte activeren
Verwijz. naar hoofst.
6.1.1
5.2.3
6.1.1
5.2.3
5.2.3
5.2.3
5.2.3
Deur loopt terug
Deur loopt terug
Deur opent ongewenst
Deur opent niet –
sporadisch niet detecteren
van een individuele persoon
Late detectie of geen
detectie van personen
Sensor ziet de deur
Sensor ziet draaivleugeldeur
Storingsbron beïnvloedt radarveld
(bijv. TL-buizen)
Tegemoetkomende grotere
groep personen
Veld te klein
Te hoge montage
6Mechanische instellingen van het radarveld
6.1.1 Neighoek instellen van de radarmodule§ 6.1.2 Zwenken van de radarmodule
8Technische gegevens
Technologie
Zendfrequentie
Zendvermogen
Bedrijfsspanning
Bedrijfsstroom
Temperatuurbereik
Luchtvochtigheid
Montagehoogte
Relaisuitgang
Schakelspanning
Radarbewegingsmelder met
planaire moduletechniek
24.125 GHz
< 20 dBm
12–36 V DC / 12–28 V AC, 50 Hz
ca. 50 mA bij 24 V DC, 24° C
–20° C tot + 60° C
max. 90% relatief, niet-condenserend
max. 4 m
Potentiaalvrij omschakelcontact
max. 48 V AC/DC
Schakelstroom
Schakelvermogen
Behuizing
Gewicht
Beschermingsklasse (EN 60529)
Min. detectiesnelheid
Kabellengte
max. 0.5 A AC / max. 1 A DC
max. 60 VA / max. 30 W
Kap: PC, bodemplaat: ABS
Afmetingen (B x H x D):
176 x 62 x 52 mm
150 g (zonder kabel)
IP54
5 cm/s (in radaras)
< 5 cm/s bij SMD+ (neighoek 35°)
3 m
45°
–30°
+30°
45° –30° +30°
+ +
F 6 1
+
B 4
D
+ +
F 4 1
9
11 FCC-toelating
12 Contact
EU-conformiteitsverklaring
10 WEEE
BBC Bircher Smart Access, BBC Bircher AG, Wiesengasse 20, CH-8222 Beringen, www.bircher.com
Designed in Switzerland / Made in Bulgaria
Apparaten met dit symbool moeten aan het einde van hun levensduur apart ingezameld en verwerkt worden. Dit moet plaatsvinden in overeenstemming met de
wetgeving van de betreffende landen op het gebied van milieuvriendelijke afvoer, recycling en opwerking van elektrische en elektronische apparaten.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van deel 15 van de FCC-voorschriften en de norm RSS-210 van Industry Canada.
Waarschuwing: Indien veranderingen of modificaties aan dit apparaat verricht worden, kan de FCC-toestemming voor het gebruik van dit apparaat vervallen.
Zie bijlage
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

BBC Bircher Merkur 2 Handleiding

Type
Handleiding