Electrolux EKC60752X 230V Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding
gebruiksaanwijzing
Fornuis
EKC60752
2
Welkom in de wereld van Electrolux!
Gefeliciteerd, u heeft een eersteklas product
van Electrolux uitgekozen waarvan u
jarenlang plezier zult hebben. De ambitie
van Electrolux is om het huishouden voor u
iets makkelijker te maken door middel van
een breed assortiment kwaliteitsapparatuur.
U ziet een aantal voorbeelden hiervan op de
cover van deze gebruiksaanwijzing of op
onze website. Maar nu is het tijd om deze
gebruiksaanwijzing te bestuderen en volop
gebruik te gaan maken van alle voordelen
van uw nieuwe apparaat. Wij beloven u dat
het uw leven iets makkelijker zal maken.
Veel succes!
3
Inhoud
Veiligheid .............................................................................. 4
Installatie ................................................................................ 6
Plinthoogte veranderen............................................ 6
Niveau aanpassen ................................................... 7
Antikantelbeveiliging ............................................... 8
Elektrische aansluitingen ......................................... 9
Afwerklijst ................................................................ 9
Veiligheidsfuncties..............................................................10
Kinderveiligheid .....................................................10
Functievergrendeling ..............................................10
Koelventilator..........................................................11
Deurvergrendeling..................................................11
Beschrijving van het product .........................................12
Fornuis ....................................................................12
Oven .......................................................................12
Voor het eerste gebruik...................................................13
Klok instellen .........................................................13
Verwarm de oven leeg...........................................14
Uitneembare uitschuifbare geleiders ..................15
Gebruik van de keramische kookplaat .........................17
Aanrakingspaneel .................................................22
Functies aanrakingspaneel ...................................23
Timer ......................................................................28
Automatisch veiligheidsuitschakeling ...................28
Signaaklok...............................................................30
Aanrakingsgebied vergrendelen/ontgrendelen ...31
Gebruik van de oven.........................................................32
Functies van de oven ............................................. 32
Ovenscherm ..........................................................33
Kiezen van ovenfuncties ....................................... 34
Overige functies ....................................................40
Veiligheidsuitschakeling oven ...............................40
Praktisch gebruik....................................................41
Reiniging en onderhoud ...................................................48
Reiniging van het fornuis .......................................48
Reiniging van de keramische glasplaat ...............49
Reiniging van de oven ...........................................51
Technische gegevens ........................................................59
Garantie/serviceafdeling ...................................................60
Europese garantie..................................................62
Praktische adviezen en tips..............................................64
Problemen en oplossingen...............................................66
Verwijdering........................................................................67
4
Veiligheid
De ontwikkelingen op het gebied van fornuizen gaan heel snel. U kunt uw nieuwe
fornuis niet altijd net zo gebruiken als u met uw oude fornuis gewend was. Lees daarom
de instructies zorgvuldig door, zo leert u uw nieuwe fornuis en de mogelijkheden ervan
goed kennen. Het fornuis is bedoeld voor normaal huishoudelijk gebruik. Hebt u
opmerkingen of vragen over uw fornuis en het gebruik ervan? Aarzel dan niet contact
met ons op te nemen. Ons adres en telefoonnummer vindt u in het hoofdstuk “Service”.
Tekst die wordt aangeduid met een
WAARSCHUWINGSDRIEHOEK
betreft
veiligheid.
LEES
DEZE
TEKST
HEEL
ZORGVULDIG
, zodat u uzelf of anderen geen
letsel bezorgt of het fornuis beschadigt.
Uitpakken
Controleer of het fornuis in een perfecte
staat verkeert en niet beschadigd is.
Schade ontstaan tijdens het vervoer moet
onmiddellijk gemeld worden aan de
dealer. Voor rechtstreekse leveringen
moet eventuele transportschade binnen
zeven dagen na datum vrachtbon gemeld
worden aan de Klantenservice.
De verpakking is geschikt voor
hergebruik. Neem contact op met uw
lokale autoriteiten wanneer u niet weet
waar u de verpakking kwijt kunt.
Vergeet niet de verpakking binnenin de
oven te verwijderen alvorens deze gebruiken.
Installatie
Alle werkzaamheden aan het fornuis
moeten worden uitgevoerd door een
ERKENDE
EXPERT
. Werkzaamheden die
worden verricht door onbevoegden
kunnen betekenen dat het fornuis minder
goed functioneert en kunnen persoonlijk
letsel of materiële schade veroorzaken.
Voor fornuizen met een stekker: Zorg
ervoor dat de stekker volledig in de
wandcontactdoos wordt geduwd.
Het fornuis is zwaar. De randen en
hoeken waar u normaliter niet mee in
aanraking komt kunnen scherp zijn.
Gebruik handschoenen wanneer u het
fornuis verplaatst.
DE
ANTIKANTELBEVEILIGING
moet
bevestigd zijn, daarmee voorkomt u dat
het fornuis bij een afwijkende belading
gaat kantelen.
BELANGRIJK! Plaats het fornuis nooit
op een extra plint of andere verhoging.
Dit verhoogt de kans dat het fornuis
kantelt!
Kinderen en het fornuis
Kinderen zijn van nature nieuwgierig en
proberen vaak alles uit, zelfs fornuizen.
Omwille van de veiligheid adviseren wij
u rekening te houden met een aantal
zaken wanneer u kinderen hebt of
wanneer er kinderen op bezoek komen:
Aan beide kanten van het fornuis moet
een vrij oppervlak zijn van tenminste 40 cm.
Wanneer u een
BEVEILIGING
VOOR
DE
VERWARMINGSPLAAT
HEBT
voor uw fornuis,
dan moet deze bevestigd zijn.
OOK
DE
DEURVERGRENDELING
moet op de juiste
wijze werken.
Laat kinderen nooit de schraper
gebruiken.
Laat kinderen u helpen aan het
fornuis, maar leer ze dat potten en
pannen, kookplaten en ovens heel heet
kunnen worden en ook na gebruik nog
een tijd heet blijven.
DEZE
AANRAKEN
KAN
BRANDWONDEN
VEROORZAKEN
.
5
Gebruik
Gebruik nooit een gebarsten keramische
glasplaat. Vloeistoffen kunnen, wanneer
ze overkoken of tijdens het schoonmaken,
tot diep in de actieve elektrische
onderdelen binnendringen. Schakel de
stroomtoevoer naar het fornuis uit en neem
contact op met Service voor reparaties.
Nooit metalen voorwerpen zoals deksels,
messen en lepels op de kookplaat plaatsen.
Wanneer per ongeluk een verwarmingszone
wordt aangezet worden deze heet.
Laat een frituurpan, smeltend vet,
paraffine of een andere snel ontbrandende
stof nooit onbewaakt staan. In geval van
brand de knoppen van het fornuis
uitdraaien en de ventilator uitzetten.
DOOF
HET
VUUR
MET
EEN
DEKSEL
, nooit met water.
Gebruik alleen pannen die bedoeld
zijn voor gebruik met een
inductiekookplaat of oven.
Controleer de bodems van potten en
pannen. Pannen met een bolle bodem
kunnen gemakkelijk gaan wiebelen op de
keramische glazen kookplaat.
Controleer of het fornuis uitstaat
wanneer u het niet gebruikt. Alle knoppen
moeten op de nulstand staan.
Waarschuwing! Gebruik nooit alcohol
en soortgelijke stoffen die ontplofbare
gassen kunnen vormen of andere stoffen
die brand of explosies kunnen
veroorzaken in de oven.
De keramische glasplaat moet uiterst
zorgvuldig gebruikt worden. Zo kan
flamberen met brandy of andere vormen
van alcohol vetsporen in de ontsteking
van de ventilator achterlaten waardoor
brand kan ontstaan. Ook kunnen
vlammen en kokend vet ernstig letsel
veroorzaken.
Bewaar geen chemicaliën of
schoonmaakmiddelen in de opberglade.
Schoonmaken
Houd de keramische glazen kookplaat en de
oven schoon. Vet en gemorst materiaal
kunnen bij verhitting veel rook veroorzaken
en zijn een mogelijk brandgevaar.
Om schade aan de kookplaat te
voorkomen moet u deze direct na gebruik
(wanneer de plaat nog heet is)
schoonmaken met de schraper om suiker
en gemorst materiaal met een hoog
suikergehalte (bijv. jam) te verwijderen,
maar ook eventueel gesmolten plastic of
folie. Pas op, de schraper is heel scherp.
Onderhoud
Draai alle knoppen op nul alvorens een
defecte gloeilamp in de oven te vervangen.
Onderhoud en reparaties mogen
alleen uitgevoerd worden door een door
de leverancier erkend onderhoudsbedrijf.
Aan het einde van de
levensduur van het apparaat
Het symbool op het product of op de
verpakking geeft aan dat dit product niet
mag worden behandeld als huishoudelijk
afval. In plaats daarvan moet het op het
afvalstation voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur
worden afgegeven.
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste wijze wordt verwijderd, zo
helpt u mogelijke negatieve gevolgen
door een onjuiste afvalverwerking van dit
product voor het milieu en de
volksgezondheid te voorkomen.
Neem voor meer gedetailleerde
informatie over het gebruik van dit
product contact op met de betreffende
afdeling van uw gemeente, de
reinigingsdienst of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
6
Installatie
Alle werkzaamheden aan het fornuis
moeten worden uitgevoerd door een
ERKENDE
EXPERT
. Het fornuis is
zwaar. Randen en hoeken waar u
normaliter niet mee in aanraking
komt kunnen scherp zijn.
G
EBRUIK
HANDSCHOENEN
WANNEER
U
HET
FORNUIS
VERPLAATST
.
Bij levering is het fornuis afgesteld op een
aanrechthoogte van 900 mm (35.4"). Het
fornuis heeft een uitschuifbare plint. Deze
hoogte kunt u veranderen, waardoor het
fornuis geschikt is voor een aanrechthoogte
van 848 mm (33.4") tot 933 mm (36.7").
Let er bij het plaatsen van het fornuis op
dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
worden (achter het fornuis en aan de
bovenzijde achter de kap). Het fornuis mag
bijvoorbeeld niet onder een betegelde rand
worden geduwd.
Aan beide kanten van het fornuis moet
een vrije ruimte zijn (zie Veiligheid).
Let er bij het verplaatsen van het fornuis
op dat het snoer van het fornuis niet klem
komt te zitten.
7
De hoogte van het onderstel afstellen
Wanneer u de hoogte wil afstellen, lees dan
voordat u begint eerst de volgende punten door.
1 Leg het fornuis dan voorzichtig op zijn
kant (
ZIE
AFBEELDING
). Leg als
bescherming bijvoorbeeld het
polystyreen van de verpakking tussen
het fornuis en de vloer. Vergeet niet een
beschermlaag te plaatsen onder de
onderhoeken aan de achterzijde van het
fornuis ter bescherming van de vloer.
2 Draai de schroeven A
LOS
(4
SCHROEVEN
,
ZIE
AFBEELDING
). Trek het
binnenste onderstel iets uit wanneer u
alleen de hoogte wilt veranderen. Trek
aan de haken waarop de wielen en
pootjes bevestigd zijn. LET OP! Wees
voorzichtig, onder het fornuis zitten
scherpe randen.
3 Draai de schroeven A weer vast in één
van de gaten voor een aanrechthoogte
van 850 - 920 mm (33.4" - 36.2"). De
afstand tussen de gaten varieert tussen
7 mm (0.28") en 14 mm (0.51")
(zie afbeelding a).
4 Til het fornuis recht omhoog een sluit
het aan op het lichtnet. Duw het fornuis
weer op zijn plaats en let erop dat het
volledig waterpas staat alvorens de
veiligheidsuitrusting te bevestigen.
Horizontale afstelling
Het fornuis moet waterpas staan,
bijvoorbeeld voor een gelijkmatige
verspreiding van vet in een braadpan. Plaats
een flesjeswaterpas of braadpan met water op
de keramische glazen plaat om te controleren
of het fornuis waterpas staat.
Indien nodig kunt u vanaf de voorkant
van de plint de wielen en pootjes van het
fornuis per 15 mm (0.6") afstellen. Gebruik
een schroevendraaier om de achterwielen af
te stellen en een Polygrip voor de pootjes aan
de voorzijde.
A
A
A
A
A
14
7
7
14
14
14
920
850
8
Antikantelbeveiliging 8
De antikantelbeveiliging moet
bevestigd zijn om te voorkomen dat het
fornuis bij een afwijkende belading gaat
kantelen. De antikantelbeveiliging
werkt alleen wanneer het fornuis op
zijn plaats is geduwd.
HOE
BEVESTIGT
U
DE
ANTIKANTELBEVEILIGING
OP
HET
FORNUIS
:
1 Voordat u de kantelbescherming
monteert moet u controleren of het
fornuis op het juiste niveau is
ingesteld en waterpas staat
(zie pagina 7).
2 De houder (B) is bij levering aan
de linkerkant gemonteerd. Meet
op waar de kantelbescherming (A)
geplaatst moet worden, 60 mm
onder de bovenrand en 50 mm van
de muur/kast. Schroef hem vast in
massief materiaal of een in een
geschikte versterking. De hele
kantelbescherming (A+B) kan ook
aan de rechterkant worden
geplaatst (
ZIE
AFBEELDING
1).
Controleer of het oppervlak
achter het fornuis gelijkmatig is.
Als er zich achter het fornuis
tegels of omlijstingen bevinden,
moet
er een afstand van gelijke
dikte tussen de
kantelbescherming en de muur
zijn. Dit omdat de
kantelbescherming dan op de
juiste wijze in het fornuis kan
grijpen en op de juiste manier
kan werken.
Controleer of de
kantelbescherming minstens
20 mm in het gat achterop het
fornuis steekt (B) als u het
fornuis op zijn plaats schuift
(
ZIE
AFBEELDING
2).
OPMERKING! Als de ruimte tussen de
stukken aanrecht groter is dan de
breedte van het fornuis, moet u de
meting aan de zijkant aanpassen als u
het fornuis wilt centraliseren.
2
1
9
Elektrische aansluitingen
Alle werkzaamheden aan het fornuis
moeten worden uitgevoerd door een
ERKENDE
EXPERT
. Werkzaamheden
die worden verricht door onbevoegden
kunnen betekenen dat het fornuis
minder goed functioneert en kunnen
persoonlijk letsel of materiele schade
veroorzaken.
De elektrische installatie moet een
mechanisme bevatten dat het mogelijk
maakt alle polen van de uitrusting af te
scheiden van de stroomtoevoer, met een
contactopening van minimaal 3 mm.
Om veiligheidsredenen moet aan deze
eis worden voldaan.
Het aangesloten nominaal vermogen en
het voltage staan vermeld op het dataplaatje.
Aan de achterzijde van het fornuis staat een
schema van de bedrading.
Afwerkingsplint (optionele accessoire)
LET OP! Let goed op wanneer u de
afwerklijst aan het fornuis bevestigt.
De randen waar u normaliter niet mee
in aanraking komt kunnen scherp zijn.
LET
OP
!
PAST
ALLEEN
BIJ
FORNUIZEN
MET
EEN
HOOGTE
VAN
900
MM
(35.5").
Verwijder voor het gebruik het
beschermende plastic.
1
Neem de lade uit het fornuis door deze
schuin naar boven te tillen en daarna
helemaal naar buiten te trekken.
2 Bevestig de afwerklijst door deze
steving op de ondergrond te drukken
(spanklem, geen gereedschap nodig).
3 Plaats de opberglade terug.
B
ild 5
10
Veiligheidskenmerken
Functievergrendeling
Als beveiliging om ongeoorloofd gebruik van de kookplaat te voorkomen.
FUNCTIEVERGRENDELING
INSCHAKELEN
1. Druk op de Aan/Uitknop .
2. Houd de knop ingedrukt totdat u een
signaal hoort .
3. Druk daarna op een optioneel
symbool .
De functievergrendeling is nu ingeschakeld.
verschijnt op de display wanneer de
kookplaat aangaat. Wanneer de over aangaat,
verschijnt er SAFE in het ovendisplay.
FUNCTIEVERGRENDELING
UITSCHAKELEN
1. Druk op de Aan/Uitknop .
2. Houd de knop ingedrukt totdat u een
signaal hoort .
3. Druk daarna op een optioneel
symbool .
De display gaat uit en de
functievergrendeling is uitgeschakeld.
Na enkele seconden wordt de kookplaat
automatisch uitgeschakeld.
11
De koelventilator
Het fornuis is voorzien van een
koelventilator.
De ventilator is bedoeld om het apparaat te
koelen.
De koelventilator start automatisch
wanneer de oven wordt gebruikt. Wanneer
alleen de kookplaat wordt gebruikt, heeft de
ventilator een uitgestelde start.
Wanneer het fornuis wordt uitgeschakeld
stopt de ventilator automatisch wanneer de
oventemperatuur is gedaald tot 120
o
C.
De deurvergrendeling
De deurvergrendeling maakt het voor
kinderen moeilijker om de deur open te
maken. Bij levering van het fornuis is de
vergrendeling ingeschakeld, maar indien
nodig kan deze worden uitgeschakeld.
OM
DE
DEUR
TE
OPENEN
Beweeg de grendel naar rechts
wanneer u de deur wilt openen.
VERGRENDELING
UITSCHAKELEN
Controleer of de oven niet heet is!
Beweeg de grendel naar rechts, til het
op en beweeg het nog een beetje naar
rechts en til daarna de linkerhoek van
de knop op.
GRENDEL
AANSLUITEN
Beweeg de grendel naar rechts en
naar beneden.
12
Beschrijving van het product
Fornuis
1 Keramische kookplaat
2 Bedieningspaneel
3Oven
4 Opberglade
5 Plint
Oven
1 Bovenste verwarmingselement
2 Verwarmingselement
3 Ovenverlichting, 40W
4 Grillstaafhouder
5 Vetfilter
6 Ovenverlichting, 25W
2 Ventilatorverwarmingselement
8Onderwarmte
9 Geleiders ovenlade, uitneembaar
10 Posities van de laden
1
2
3
4
5
13
Voor het eerste gebruik
Klok instellen
Wanneer de oven op het stroomnet is
aangesloten, knippert er een kloksymbool
totdat u de tijd op de klok hebt ingesteld.
ZO
STELT
U
DE
TIJD
IN
:
1 Druk op of om de juiste tijd
in te stellen.
2 Om een reeds ingestelde tijd te
veranderen, drukt u op Aan/Uit .
Houd de knop ingedrukt totdat de
klok knippert. Volg de
aanwijzingen van alternatief 1.
Na ca. 5 seconden stopt de klok met
knipperen en geeft de display de tijd
weer.
Nu kunt u het fornuis gaan gebruiken.
De klok kan alleen veranderd worden
wanneer het kinder-slot niet geactiveerd is,
geen van de klokfuncties Bereidingstijd
of Stoptijd of een andere ovenfunctie
wordt ingesteld.
14
Verwarm de oven leeg
Houd kinderen onder toezicht!
Het fornuis wordt erg heet.
Vergeet niet alle het verpakkingsmateriaal
uit de oven te verwijderen.
De oven moet eenmaal gebrand hebben voordat
u deze voor het eerst gebruikt. Dit gaat als volgt:
1 Open de ovendeur en neem alle
accessoires uit de ovenruimte.
2 Zet de oven aan . Kies hete lucht
via of . Kies een
temperatuur van 200
o
C.
De temperatuur kan veranderd
worden via en . De ovendeur
moet dicht zijn.
3 Laat de oven ongeveer een uur zo
ingesteld staan.
4 Ga dan naar de Max. grillfunctie
via of . Kies een temperatuur
van 200
o
C. De temperatuur kan
veranderd worden via en .
De ovendeur moet dicht zijn.
3 Laat de oven ca. 30 minuten zo
ingesteld staan.
6 Zet het fornuis uit .
7 Laat daarna de ovendeur ongeveer
twee uur open staan en laat de keuken
luchten.
8 Maak de oven, de deur en de oven-
stap eenheden schoon met warm water
en afwasmiddel. Maak de oven droog
De eerste keer dat een oven wordt gebruikt
kan er een lichte geur vrijkomen. Dit is niet
van invloed op het voedsel en ongevaarlijk
voor de gezondheid.
Maak de accessoires schoon
Was de laden, braadslee enz. af met warm
water en afwasmiddel. Afspoelen en drogen.
15
Uitschuifbare geleiders
Om krassen tijdens het vervoer te
voorkomen zijn de uitschuifbare
geleiders bij levering bedekt met een
beschermende bekleding. Deze
bekleding moet voor gebruik van de
geleiders verwijderd worden, anders
kan deze gaan branden en de rails
beschadigen.
Let op! Let erop dat de
antikantelbeveiliging van het fornuis
bevestigd is, zie pagina 8
De uitschuifbare geleiders dienen ter
vervanging van de gewone stapeenheden
van de oven waarmee het fornuis bij
levering is uitgerust. Deze bestaan uit twee
uittrekbare rails. De laden, de braadslee en
het rooster liggen op de rails. Een locatiepin
houdt de lade op zijn plaats (zie de
afbeelding).
Gebruik van de uitschuifbare geleiders om
de bereiding te vergemakkelijken.
Bijvoorbeeld voor het bedruipen van steak
of friet kan de braadslee gemakkelijk naar
buiten getrokken worden op de rails.
De rails bevestigen
Verwijder eerst de bevestigde stapeenheden
van de oven (zie pagina 55). Bij het
bevestigen worden de rails eerst ingebracht
in de binnenste opening (1) en daarna in de
buitenste (2). Druk deze op hun plaats.
ZORG
ERVOOR
DAT
DE
LOCATIEPIN
NAAR
BUITEN
WIJST
,
IN
DE
RICHTING
VAN
DE
OVENDEUR
.
Wanneer de deur wordt gesloten
moeten de rails naar binnen gedrukt
worden.
16
Gebruik van roosters, bakplaten en braadslee
Het is belangrijk dat het ovenrooster, de laden
en de braadslee worden bevestigd tussen de
stops in de voor- en achterranden van de rails
om te voorkomen dat deze van de rails
afvallen. Plaats de bakplaat/braadslee/het
rooster in the achterrand en bevestig deze
tegen de voorrand. De locatiepin past in een
gleuf onder de rand van de bakplaat/braadslee,
wat betekent dat de bakplaat/braadslee op zijn
plaats wordt gehouden. De rails moeten hun
ingedrukte positie hebben wanneer het rooster/
de bakplaat/braadslee wordt ingebracht. Zorg
er voor de beste stabiliteit van de lade voor dat
de afgeschuinde rand naar de binnenkant van
de oven wijst. Trek voorzichtig aan de
accessoires wanneer u deze gebruikt, zo valt
de plaat/slee/het rooster niet van de rails af.
Maximale belading 20 kg (44 lb.).
Gebruik van het ovenrooster
Bij gebruik van het rooster hebt u de locatiepin
niet nodig. De roosterlade van de oven heeft
een markering aan de bovenzijde. Deze
markering moet aan de voorkant (richting de
ovendeur) staan wanneer u het gebruikt. Zorg
ervoor dat het voedsel op het rooster achter de
markering wordt geplaatst. Anders loopt u het
risico dat de voorkant niet goed gaar wordt.
Het rooster kan in de braadslee geplaatst
worden. Het maximale gewicht dat op het
rooster geplaatst mag worden 10 kg (22 lb.).
LET OP! Let erop dat de locatiepin
wordt vastgehaakt onder de rand van de
bakplaat/braadslee en dat de bakplaat/
braadslee op de rails rust, anders kan
deze in de uitgetrokken positie van de
rails vallen. Wanneer de bakplaat/
braadslee in de uitgetrokken positie
wordt uitgenomen, moeten de rails
teruggeduwd worden zodat de
ovendeur gesloten kan worden.
Gebruik ovenwanten! De rails zijn heet.
17
Gebruik van de keramische kookplaat
De kookplaat kan niet gebruikt worden wanneer de oven niet aan staat, zie pagina 33.
De kookplaat heeft vier hittezones met:
MIN
./
MAX
.
GROOTTE
in de zone rechts
achter.
EEN
DRAAIVENSTER
dat informatie
over de zone verstrekt.
AUTOMAX
, een automatische
verwarmer waarbij de zone snel
opwarmt tot de temperatuur die u
nodig hebt (om te koken/braden)
zonder dat u instelling van de
draaiknop hoeft te veranderen.
TEMPERATUURWAARSCHUWING
.
Wanneer u een zone hebt uitgezet,
licht het draaivenster op
H
zolang de
zone warmer is dan ca. 55°C.
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
na
een tijd. Hoe warmer de zone is, hoe
eerder deze uitgeschakeld wordt.
Het glas in de kookplaat is bestand tegen
hitte, kou en snelle temperatuurwisselingen,
maar is niet schokbestendig. De plaat kan
breken door een kruidenpotje of pepermolen
die erop valt. Gebruik de kookplaat nooit om
op te staan of om hier spullen op neer te
zetten of te bewaren.
18
Een gebroken plaat of een oven met
een gebroken timerglas nooit
gebruiken.
Vloeistoffen kunnen, wanneer ze
overkoken of tijdens het schoonmaken,
tot diep in de actieve elektrische
onderdelen binnendringen. Schakel de
stroomtoevoer naar het fornuis uit en
neem contact op met Service voor
reparaties. Nooit metalen voorwerpen
zoals deksels, messen en lepels op de
kookplaat plaatsen. Wanneer per
ongeluk een verwarmingszone wordt
aangezet worden deze heet.
Om schade aan de kookplaat te
voorkomen moet u deze direct na
gebruik (wanneer de plaat nog heet
is) schoonmaken met de schraper om
suiker en gemorst materiaal met een
hoog suikergehalte (bijv. jam) te
verwijderen, maar ook eventueel
gesmolten plastic of folie.
Laat een frituurpan, smeltend vet,
paraffine of een andere snel
ontbrandende stof nooit onbewaakt
staan. In geval van brand de knoppen
van het fornuis uitdraaien en de
koelventilator uitzetten.
DOOF
HET
VUUR
MET
EEN
DEKSEL
, nooit met
water.
Let erop dat er geen zand, suiker of
zout aan de potten of pannen zit.
Zand kan krassen veroorzaken; suiker
en zout kunnen de keramische
glasplaat ernstig beschadigen. Droog
potten en pannen altijd af alvorens
deze op de keramische glasplaat te
zetten. De gekleurde decoratie op de
keramische glasplaat kan door het
gebruik slijten en krassen gaan
vertonen.
19
De grootte van de zone veranderen
M
IN
.
Druk op voor de kookzone die u wilt
gebruiken en kies de gewenste temperatuur-
instelling met of .
M
AX
.
1 Druk op voor de kookzone die u
wilt gebruiken, het indicatielampje
voor de functie dubbele zone brandt.
2 Kies de gewenste instelling tussen 1
en 9. Na op nul gezet te zijn, blijft de
zone automatisch op de laatst
gebruikte instelling staan.
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Wanneer een van de kookzones niet na een
bepaalde tijd wordt uitgeschakeld of de
ingestelde temperatuur niet wordt veranderd,
dan wordt de betreffende kookzone
automatisch uitgeschakeld.
De restwarmte wordt weergegeven door
(“heet”) in het digitale display voor de
betreffende kookzone.
De kookzones worden automatisch
uitgeschakeld volgens het onderstaande
rooster:
Instelling , , na 6 uur
Instelling , na 5 uur
Instelling na 4 uur
Instelling , , , na 1,5 uur
In geval een of meer kookzones eerder
worden afgesloten dan na de vermelde tijd, zie
het hoofdstuk “Problemen en oplossingen”
20
Waarschuwing restwarmte
Nadat een of meer warmtezones zijn
uitgeschakeld, toont het digitale display de
restwarmte (“Heet”) voor de
respectievelijke kookzone.
Zelfs nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaat de display pas uit als alle kookzones
afgekoeld zijn.
De restwarmte kan worden gebruikt
om etenswaren te ontdooien of eten
warm te houden.
Belangrijk! Zolang de waarschuwing
restwarmte brandt, bestaat het gevaar
van brandwonden.
Belangrijk! In geval van een
stroomstoring gaat het symbool
uit en de waarschuwing restwarmte
dus ook. Er bestaat nog steeds kans
op brandwonden. Door goed op te
letten kunnen brandwonden
voorkomen worden.
Keuze van pan/braadpan
Een fornuis met een keramische glasplaat
stelt hogere eisen aan uw potten en pannen
dan een fornuis met warmteplaten. Onthoud
het volgende:
Controleer de bodems van potten en
pannen. Pannen met een bolle bodem
hebben de neiging op de keramische
glasplaat te wiebelen, bovendien is
het wamtecontact slecht.
Aluminium heeft een goede
warmtegeleiding, maar kan wel
zilverachtige strepen op de plaat
achterlaten.
Glazen of geëmailleerde schalen en
pannen met een diep profiel
veroorzaken meer slijtage wanneer
deze over de plaat heen en weer
geschoven worden dan potten en
pannen van andere materialen.
21
Om tijd en energie te besparen
moet de bodem van een (braad)pan
de zone volledig bedekken. Maar
wanneer de bodem te klein is, kan
overkokend vocht gemakkelijk aan
de plaat blijven kleven.
moet vlak zijn of met een fijn profiel.
moet absoluut vlak zijn. Wanneer de
bodem te bol of te hol is, duurt het
opwarmen langer.
Wanneer u nieuwe pannen koopt, wordt
geadviseerd een roestvrijstalen model met
een sandwichbodem te kiezen, dat wil
zeggen, een bodem die bestaat uit lagen van
verschillende metalen. Bepaalde pannen zijn
hol wanneer zij koud zijn, maar worden
tijdens het opwarmen vlak.
22
Aanraakpaneel
1. Kookzone indicatoren/Timerfunctie 2.Timer display
3. Dubbelzone in gebruik 4. Aan/Uit met de stroomindicator
5. Display 6. Stop + Ga
7. Timer 8. Vergrendeling
9. Selecteren temperatuur-instelling
Digitale display
Elke kookzone heeft een display. Dit toont:
dat de kookplaat aan staat
selecteren warmhoudstand
- , de gekozen positie
• Automax
Aanjager
restwarmte
dat de kinderveilige blokkeringsunit (functievergrendeling) geactiveerd is
Defecte functie /Oververhitting
4
5
9
2
1
3
67 8
23
Functies aanraakpaneel
Om een functie te activeren moet u een vinger
op de gewenste zone houden totdat het
bijbehorende controlelampje aangaat of uitgaat
en de gewenste functie geactiveerd wordt.
De kookplaat aanzetten
Om de kookplaat te laten werken moet de
oven aangezet worden. Druk op en het
symbool verschijnt in de display van de
oven.
De kookplaat wordt aangezet met
aanraakgebied “Aan/Uit” . Druk ca.
2 seconden op Aan/Uit. Het digitale
display toont .
Wanneer u op Aan/Uit hebt gedrukt om de
kookplaat aan te zetten moet u binnen ca.
10 seconden en wamte-instelling of een
tijdinstelling kiezen op de Timer
(eierwekker functie)
Kookplaat uitzetten
Om de kookplaat volledig uit te schakelen
moet Aan/Uit geactiveerd worden. Druk
ca. 1 seconde op Aan/Uit .
Wis het digitale display.
Wanneer een of alle kookzones worden
uitgeschakeld, toont het digitale display de
restwarmte (“Heet”) voor de betreffende
zone .
Selecteren van een temperatuur-instelling
Om de instelling in te stellen of veranderen
van naar voor de gewenst koelzone.
Gebied verhoogt de temperatuur.
Gebied verlaagt de temperatuur.
~ 2 sek.
~ 1 sek.
24
Selecteren vaste temperatuurinstelling
Alle vier de kookzones zijn voorzien van
een warmhoudstand .
Gebruik gebied om de positie voor de
vaste temperatuur in te stellen .
Kies Stop+Ga
De Stop+Ga functie schakelt tegelijkertijd
alle aangesloten kookzones in op de
warmhoudstand en vervolgens terug naar de
eerdere verwarmingsinstelling. Deze functie
is geschikt voor een korte onderbreking
voordat u verder gaat met koken,
bijvoorbeeld om even de telefoon op te
nemen.
Druk op en de positie vaste temperatuur
verschijnt.
Om de functie uit te schakelen, drukt u op
in de display verschijnt nu de eerdere
temperatuurinstelling.
De Automax-functie
Dit fornuis is voorzien van een speciaal
automatisch verwarmingssysteem dat
Automax heet.
Deze functie wordt ingeschakeld telkens
wanneer u deze wilt gebruiken. Het werkt
zo:
U kiest de instelling voor de temperatuur die
u het meest geschikt lijkt om te koken/
braden. De warmtezone begint bij de
hoogste temperatuurinstelling en gaat na een
bepaalde tijd automatisch over naar de
geselecteerde instelling.
25
Koken/braden met Automax
Zo activeert u de functie. LET OP! Dit moet
u doen telkens wanneer u het automatisch
systeem wilt gebruiken.
1
Stel de functie A
UTOMAX
IN
,
A
verschijnt in de display.
2 Vervolgens kiest u de gewenste
instelling voor koken/braden. Het
duurt ongeveer 5 seconden voordat
A
gaat branden in het indicatiegebied.
De display van de verwarmingszone toont
A
.
Dit betekent dat de verwarmingszone
gedurende een bepaalde tijd op de maximale
temperatuur werkt, al naar gelang de
geselecteerde temperatuurinstelling. Zie het
schema.
Wanneer de tijd verstreken is, wordt er
automatisch overgeschakeld naar de
ingestelde waarde en de letter
A
verdwijnt
van de display.
Wanneer de instelling wordt veranderd
tijdens het verwarmen met
A
UTOMAX
verdwijnt deze functie en moet dan opnieuw
worden ingesteld.
Over het algemeen gesteld zijn de
instellingen 2–5 geschikt voor koken en de
instellingen 6–8 voor braden. Voor het
vasthouden van warmte is instelling 1
geschikt. Maar zoals gewoonlijk moet u zelf
uitproberen welke instelling en warmtezone
het meest geschikt is voor en voor uw potten
en pannen.
Hieronder volgen enkele adviezen met
betrekking tot de juiste temperatuurinstelling
en de geschikte warmtezone. Elke zone
correspondeert met een getal in de tabellen
(
ZIE
AFBEELDING
).
Koken
PORTIES ZONE INSTELLING ÉÉN
PORTIE
pap (haver, rogge)
21,2,4 3
43 3
0 12345 6789
1
2
3
4
5
6
7
8
9
HEAT SETTING
pp
26
Aardappels
2-4 1,2,4 3-4 3 pc
Rijst
2 1,2,4 2 3/4 dl
4 1,2,4 3
4-6 3 3
Wor telgroenten
4-8 3 4-5
Boter smelten
1,2,4 1
Blok chocola smelten
1,2,4 1
Braden
ZONE INSTELLING
Entrecôte
37-8
57-8
Varkenslapjes
36
56
Gehaktballen
36-7
56-7
Pannenkoeken
37
57
Rauwe
aardappels
36
56
Eieren
36-7
56-7
Koken
PORTIES ZONE INSTELLING ÉÉN
PORTIE
1
2
4
5
3
27
Een kookzone uitzetten
Om de warmhoudstand uit te schakelen
drukt u tegelijkertijd op en op of u
zet de zone met op nul.
Gebruik van de kookplaat met geactiveerde vergrendelingsfunctie
(Voor het inschakelen van de functievergrendeling, zie het hoofdstuk Veiligheid, pagina 10).
Zelfs wanneer de functievergrendeling
geactiveerd is, kan de kookplaat gebruikt
worden; de volgende keer dat u de kookplaat
aanzet, wordt de functievergrendeling weer
geactiveerd.
1. Zet de kookzones aan.
Wanneer de functievergrendeling
geactiveerd is, ziet u dit: .
2. Druk ongeveer 1 seconde
tegelijkertijd op twee optionele zones
voor de warmteposities en .
Ter bevestiging hoort u een signaal.
De kookzones en instellingen kunnen
worden ingesteld zoals gebruikelijk totdat
de kookplaat weer uitgezet wordt.
Uitschakelen functievergrendeling
1. Zet de kookzones aan
Wanneer de functievergrendeling
geactiveerd is, ziet u dit .
2. Druk ca. 3 seconden op het gebied
“Functievergrendeling”.
Ter bevestiging hoort u een signaal.
~ 2 sec.
~ 1 sec.
~ 2 sec.
~ 3 sec.
28
3. Druk op een optionele
temperatuurinstelling .
De display gaat uit en de
functievergrendeling is uitgeschakeld.
Na enkele seconden wordt de kookplaat
automatisch uitgeschakeld.
De Timer
De Timer kan op twee manieren gebruikt worden:
als een Automatische
veiligheidsuitschakeling. Het instellen
van een bereidingstijd gebeurt per
kookzone en na een bepaalde tijd wordt de
kookzone automatisch uitgeschakeld.
Deze functie kan tegelijkertijd voor
meerdere kookzones worden gebruikt.
als een signaaklok (eierwekker).
Wanneer de ingestelde tijd verstreken
is, hoort u een geluidssignaal.
Wanneer er geen kookzone aan staat kan de
timer gebruikt worden als een signaalklok.
Automatische veiligheidsuitschakeling
De kookzones waarin u de automatische
veiligheidsuitschakeling wilt gebruiken
moeten aan staan.
1. Kies de zone waarvoor de automatische
uitschakeling met de Timer van de zone
moet worden ingesteld .
Druk een paar keer op het Timer gebied en
de eerste actieve kookzone wordt geselecteerd
volgens de klok en het bijbehorende
controlelampje knippert snel. Bijvoorbeeld het
controlelampje linksachter voor de kookzone
linksachter. De Timer display toont .
Druk meerdere keren op het Timer gebied
om de volgende actieve kookzone te
selecteren.
29
2. Terwijl het controlelampje snel
knippert, stelt u instelling van de
Timer voor de zone of voor
deze kookzone en de gewenste tijdin
tot aan de automatische
veiligheidsuitschakeling
(bijvoorbeeld 15 minuten).
Het controlelampje knippert nu langzaam en
gedurende het proces toont de display de
resterende bereidingstijd. Wanneer de
automatische uitschakeling voor meerdere
kookzones wordt gebruikt, dan geldt dit voor
de kookzone met de kortste resterende
bereidingstijd. De controlelampjes branden
voor de andere kookzones waarvoor de
automatisch uitschakeling is ingesteld. Om de
resterende bereidingstijd voor een van deze
kookzones te tonen moeten deze met het
Timer-gebied geselecteerd zijn, het
bijbehorende controlelampje knippert snel .
Om de resterende kooktijd in te stellen moet
met het Timer-gebied de gewenste kookzone
worden geselecteerd . Het bijbehorende
controlelampje knippert nu sneller.
Opnieuw instellen verloopt door het instellen
van of in het Timer-gebied.
Wanneer de ingestelde bereidingstijd bereikt is,
wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld,
er klinkt twee minuten een geluidssignaal en de
Timer-display knippert .
3. Druk op het Timer-gebied om het signaal
uit te zetten. Voor een snellere instelling
kunt u blijven drukken totdat het
gewenste cijfer wordt bereikt of
Wanneer u eerste op het instelgebied van
de Timer drukt , dan begint het
instellen van de tijd bij 99 minuten.
~ 1 sec.
30
Wanneer u eerst op het instelgebied
van de Timer drukt , dan begint
het instellen van de tijd bij 1 minuut.
Eerder uitschakelen van de automatische uitschakeling
Er zijn twee manieren mogelijk om de
automatische uitschakeling eerder uit te
schakelen:
ZET
DE
KOOKZONE
EN
DE
T
IMER
OP
HETZELFDE
MOMENT
UIT
.
Zet de gewenste kookzone weer op nul
met .
De kookzone en de Timer zijn
uitgeschakeld.
DE
T
IMER
IS
UITGESCHAKELD
DE
KOOKZONE
BLIJFT
ACTIEF
1. Kies de gewenste kookzone met de
Timer .
Het bijbehorende controlelampje knippert nu sneller.
2. Stel de Timer in met de Timerinstelling .
Alleen de Timer wordt uitgeschakeld, de kookzones blijven actief.
Signaalklok
De kookplaat moet aangesloten zijn, maar er
mogen geen kookzones aan staan.
1. Druk op het Timer-gebied .
De Timer display toont
2. Stel de gewenste tijd in met het
instelgebied van de Timer or .
Na enkele seconden wordt de signaalklok
geactiveerd en ziet u de resterende
bereidingstijd.
Druk op het Timer-gebied om de resterende
bereidingstijd te veranderen en de tijd te
wijzigen met het instelgebied van de Timer
of .
31
Nadat de ingestelde tijd is verstreken hoort u
een geluidssignaal en knippert de Timer-
display .
3. Druk op het Timer-gebied om het
signaal uit te zetten.
Aanrakingsgebied vergrendelen/ontgrendelen
(
HET
AANRAAKGEBIED
VAN
DE
OVEN
IS
OOK
VERGRENDELD
)
Met uitzondering van het Aan/Uitgebied is
het aanraakgebied tijdens het koken altijd
vergrendeld om te voorkomen dat
instellingen veranderd worden, bijvoorbeeld
tijdens het drogen van de kookplaat.
1. Druk ca. 1 seconde op
De display toont tijdens het
vergrendelen en toont daarna weer de
instelling.
dit verschijnt weer wanneer
wordt geprobeerd ingestelde waarden
te veranderen wanneer de kookzone
vergrendeld is.
2. Om de functievergrendeling weer op
te heffen drukt u ongeveer één
seconde weer op
“Functievergrendeling” .
het symbool gaat uit en nu ziet u
de eerdere temperatuurinstelling
weer.
Wanneer de kookplaat uitstaat, wordt de
functievergrendeling automatisch
uitgeschakeld.
~ 1 sec.
~ 1 sec.
32
Gebruik van de oven
Het is normaal dat zich stoom en condens vormt op de ovendeur. Deze condens ontstaat uit
het eten dat bereid wordt en is niet van invloed op de veiligheid of de werking van de oven.
De oven is voorzien van uitneembare laden met vijf niveaus
Functies van de oven
DE
OVEN
HEEFT
DE
VOLGENDE
FUNCTIES
:
Hete lucht
Ringvormig element en ventilator
Boven/onderverwarming
Bovenste verwarmingselement en onderste
verwarmingselement (begint met automatische
Quick start, deze wordt boven/onderverwarming
wanneer de geselecteerde temperatuur is bereikt)
Pastei/pizzafunctie
Benedenelement, ringvormig element en ventilator aan
Braden bij een lage temperatuur
Ringvormig element en ventilator (120
o
C gedurende 10 minuten en daarna 80
o
C)
Turbo Max Grill (voor het bereiden van gratinés)
Max Grill (grilelement en bovenste verwarmingselement) en ventilator
Max. Grill
Grilelement en bovenste verwarmingselement
Warmhoudstand
Bovenelement en onderste verwarmingselementen. (Vooraf ingesteld op 80
o
C)
Ontdoor/droog stand
Onderste verwarmingselement en ventilator (Vanaf 30
o
C)
Ontdooien
Verlichting en ventilator.
Verlichting
33
Ovendisplay
GEBRUIKSAANWIJZING
Zet de oven aan door op te drukken.
Wanneer de geselecteerde functie oplicht, begint de oven met voorverwarmen.
De gebruikstijd geeft aan hoelang de oven is gebruikt. De tijd wordt alleen
getoond wanneer geen van de klokfuncties, het Signaal kloksymbool ,
Oventijd of Eindtijd zijn ingesteld.
De ovenverlichting gaat aan wanneer een ovenfunctie is geselecteerd.
Wanneer de gewenste oventemperatuur is bereikt, hoort u een signaal.
Zet de oven aan door op te drukken.
Denk eraan dat wanneer u de oven uitzet, de kookplaat ook uit gaat!
Om na het gebruik van de oven de kookplaat nog steeds te kunnen gebruiken, moet u
erop letten dat er geen ovenfunctie meer in gebruik is, maar de ovendisplay nog steeds
aan is, zie pagina 34.
34
Kiezen van ovenfuncties
1 Zet de oven aan met de knop.
2 Druk op of op totdat de
gewenste ovenfunctie oplicht in de
display.
• In de display verschijnt een
temperatuur.
• Tenzij de temperatuur binnen 5
seconden wordt veranderd, begint de
oven met opwarmen.
DE
OVENFUNCTIE
KAN
WORDEN
VERANDERD
TERWIJL
DE
OVEN
BEZIG
IS
.
Veranderen van de oventemperatuur
Druk op of om de temperatuur te
verhogen of te verlagen.
Uitschakelen van de ovenfunctie
Druk voordat u de oven uit zet op of op
totdat er geen ovenfunctie in de display
wordt getoond.
35
De oven uitzetten
Zet de oven uit door op te drukken.
Temperatuurindicator
OPWARMEN
Wanneer de ovenfunctie is geselecteerd
geeft de indicator knipperend aan tot welke
temperatuur de oven is opgewarmd.
Wanneer de Quick start werkt, ziet u een
“lopende pilaar” (deze werkt alleen voor de
ovenfunctie boven/onderverwarming)
UITSCHAKELEN
Wanneer de ovenfuncties uitgeschakeld zijn
licht de indicator op om aan te geven dat er
nog restwarmte in de oven is.
Gebruik van de klokfuncties
Nadat een klokfunctie is geselecteerd knippert de bijbehorende functie ca. 5
seconden. Gedurende deze tijd kunnen de gewenste tijden worden ingesteld of
veranderd via of .
Nadat de gewenste tijd is geselecteerd knippert de functie weer ca. 5 seconden.
Daarna licht de functie op. Nu wordt de tijd afgeteld.
De ingestelde of resterende tijd controleren
Druk meerdere keren op Functiekeuze totdat de respectievelijke klokfunctie
knippert en de ingestelde of resterende tijd wordt getoond.
Gebruik van de restwarmte met de klokfuncties Bereidingstijd
en Stoptijd
Wanneer de klokfuncties Bereidingstijd en Stoptijd worden gebruikt, dan
schakelt de oven de verwarmingselementen uit wanneer 90% van de ingestelde of
berekende tijd is bereikt. De laatste restwarmte wordt dan gebruikt om het kookproces
af te ronden tot aan het eind van de ingestelde tijd.
36
De signaalklok
Een tijd programmeren. Wanneer de tijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal.
Deze functie heeft geen effect op de oven.
1. Druk op . Het kloksymbool licht op.
Druk op totdat knippert.
2. Selecteer de gewenste tijd met of
met
De resterende tijd verschijnt na ca.
5 seconden. De signaalklok licht op.
Wanneer 90% van de tijd is verstreken hoort
u een signaal.
Het signaal klinkt één minuut wanneer de
ingestelde tijd is bereikt “00.00” en
knippert.
Druk op een van de toetsen om het signaal
en het symbool in de display uit te
schakelen.
37
Bereidingstijd
Gebruik deze functie om te bepalen hoelang
u het eten in de oven wilt laten.
1. Druk op . De lamp licht op.
2. Selecteer de ovenfunctie en temperatuur.
Druk op totdat knippert.
3. Selecteer de gewenste tijd met de
toetsen of (max. 09.59 uur).
De bereidingstijd licht op.
Wanneer de tijd “00.00” bereikt en
Bereidingstijd knippert, klinkt er
2 minuten een signaal. De oven wordt
automatisch uitgeschakeld.
Druk op een van de toetsen om het geluid en
het symbool in de display uit te schakelen.
38
Stoptijd
Hier stelt u de tijd in waarop u wilt dat oven
uit gaat.
1. Druk op . De lamp licht op.
2. Kies de ovenfunctie en temperatuur. Druk
op totdat Stoptijd knippert.
3. Gebruik de toetsen en om de
toptijd te selecteren.
Stoptijd licht op en de tijd verschijnt in
de display.
Wanneer de tijd “00.00” bereikt en Stoptijd
knippert, klinkt er 2 minuten een
signaal. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld.
Druk op een van de toetsen om het geluid en
het symbool in de display uit te schakelen.
39
Bereidingstijd en Stoptijd
Bereidingstijd en Stoptijd kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt.
1. Druk op . De lamp licht op.
2. Selecteer de ovenfunctie en temperatuur.
Druk op Bereidingstijd en stel de
gewenste bereidingstijd in (bijvoorbeeld
1 uur).
3. Toets om de gewenste eindtijd in te
stellen wanneer u wilt dat het eten klaar is
(bijvoorbeeld om 14.05 uur).
Bereidingstijd en Stoptijd lichten op
in de display.
De oven begint automatisch na de vooraf
ingestelde tijd (bijvoorbeeld om 13.05 uur)
Wanneer de oventijd verstreken is, hoort u
2 minuten een signaal en wordt de oven
automatisch uitgeschakeld (bijvoorbeeld om
15.05 uur).
Druk op een van de toetsen om het geluid uit
te schakelen.
40
Overige functies
U
KUNT
ENERGIE
BESPAREN
DOOR
De display uit te schakelen
Toets tegelijkertijd en totdat de
display verdwijnt.
De volgende keer dat de aangezet wordt,
verschijnt de display automatisch. Wanneer
de oven uitgezet wordt, verdwijnt de display
automatisch. Om de display weer zichtbaar
te maken moet u de klok instellen.
De display zichtbaar maken
Toets tegelijkertijd en totdat de
display weer verschijnt.
Veiligheidsuitschakeling oven
Wanneer de oven niet na een bepaalde tijd wordt uitgeschakeld of de ingestelde
temperatuur wordt veranderd, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld.
De laatst ingestelde temperatuur knippert in het temperatuurdisplay.
De oven gaat uit bij een oventemperatuur van:
30 - 120
o
C na 12,5 uur
120 - 200
o
C na 8,5 uur
200 - 250
o
C na 5,5 uur
250 - max
o
C na 3,0 uur
Weer aanzetten na veiligheidsuitschakeling
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kan deze weer in gebruik genomen worden.
De veiligheidsuitschakeling wordt geannuleerd wanneer de klokfuncties Bereidingstijd
of Stoptijd ingesteld zijn.
41
Praktisch gebruik
Plaats nooit aluminiumfolie, een
braadslee of een lade direct op de
bodem van de oven. Wanneer de
onderverwarming geblokkeerd wordt
kan het email beschadigd raken door
oververhitting. De oven wordt heet
tijdens het gebruik,
HOUD
KINDEREN
IN
DE
GATEN
.
Wanneer de temperatuur verandert en/of het
eten ongelijk in de oven wordt gezet,
bijvoorbeeld een pizza, dan bestaat de kans dat
het vervormt. De lade krijgt tijdens het afkoelen
zijn oorspronkelijke vorm terug.
Hoe gebruikt u verschillende functies wanneer
u de oven gebruikt? Hier volgen een paar nuttige
adviezen en tips over hoe u de verschillende
ovenfuncties het best kunt gebruiken voor het
bereiden van diverse gerechten:
Bakken
Test zachte cakes met een breinaald ongeveer
vijf minuten voor het eind van de
bereidingstijd. Zo kunt u de bereidingstijd
iets verkorten of verlengen. Het resultaat kan
afhangen van de het recept en het materiaal,
maar ook van de kleur, vorm en grootte van
het cakeblik.
ONDER
/
BOVENVERWARMING
zorgt voor een gelijkmatig kleur.
HET
HETE
LUCHTPRINCIPE
Een ringvormig verwarmingselement rondom
de ventilator verwarmt de lucht, de ventilator
verspreidt deze vervolgens door de
luchtkanalen in de achterwand van de oven. De
hete lucht circuleert in de oven voordat deze in
het ventilatierooster wordt teruggezogen.
De warmte verplaatst zich snel en
gelijkmatig, over het algemeen betekent dit
dat u een lagere oventemperatuur kunt
gebruiken dan bij onder- en
bovenverwarming. Verlaag de temperatuur
met 15-20% wanneer u volgens het recept
42
een temperatuur tussen 160 en 225°C moet
gebruiken. Hoe hoger de temperatuur, hoe
groter dus het verschil. Bij temperaturen
boven 225°C kunt u beter de onder- en
bovenverwarming gebruiken.
Bakken met hete lucht
Met
HETE
LUCHT
wordt bakken rationeler,
aangezien het tegelijk gebruiken van twee
platen in de oven betekent dat de totale
bakduur korter wordt. De bruining kan
ongelijkmatig zijn, vooral wanneer het
uitgerolde deeg niet goed gerezen is.
Is het resultaat niet wat u ervan verwachtte?
Lees dan “Praktische adviezen & tips” op
pagina 64, voor tips voor het oplossen van
bakproblemen.
Bereiding
Volg de aanbevelingen in de tabel.
Bereiden van voedsel met
gebruik van hete lucht
HETE
LUCHT
wordt gebruikt om tegelijkertijd
op verschillende niveaus eten te bereiden,
bijvoorbeeld gehaktbrood en gehaktballen en
voor het bereiden van complete maaltijden,
aperitieven, hoofdgerechten en dessert. Denk
eraan gangen te kiezen die op dezelfde
temperatuur bereid moeten worden. Wanneer
de gangen verschillende tijden moeten
hebben, pas dan de tijd waarop u ze in de
oven zet aan zodat de gerechten serveerklaar
zijn in de volgorde die u wilt.
43
Braden
Braden in de oven is gemakkelijk en kan
zowel met
BOVEN
EN
ONDERVERWARMING
als
HETE
LUCHT
. Beefsteaks, zoals rosbief en filet,
zijn het malst wanneer deze worden bereid op
125°C, maar dit duurt wat langer dan op een
hogere oventemperatuur. Kies een ovenvaste
schaal met lage randen waar de rosbief
precies in past, dit voorkomt dat de jus
indroogt. Ham braden levert vaak veel jus op.
Gebruik daarom een grote braadschaal of
braadslee en haal deze voorzichtig uit de
oven.
Wanneer u een braadzak gebruikt, maak
dan in één hoek een gat voordat u deze in de
oven plaatst. Dit vermindert de kans op
brandwonden door hete stoom wanneer de
zak geopend wordt.
Gebruik van de braadthermometer
Wees voorzichtig dat u u niet brandt
aan de spoelen bovenin de oven, of
boven de stapeenheden wanneer u
het contact met de
braadthermometer aan- of uitzet.
Gebruik ovenwanten.
De braadthermometer is bestand tegen
temperaturen tussen 30 en 99°C. Verwijder
voordat u de oven start de afdekkap die de
thermometeruitgang beschermt tegen vuil.
Gebruik alleen de originale thermometer en
let erop dat er geen onderdeel van de
thermometer in contact komt met het
bovenste verwarmingselement.
Voor het beste resultaat moet het uiteinde
van de thermometer in het midden van de
steak geplaatst worden, daar komt de warmte
het laatst. De warmte in de oven is van
invloed op de thermometer, daarom moet de
hele buis in het vlees worden gestoken. Denk
eraan dat de thermometer de verkeerde
temperatuur kan aangeven wanneer deze in
contact komt met vet of been.
44
Plaats het eten vanuit een koude oven.
INSTELLING
Zo gebruikt u de braadthermometer:
1 Steek de thermometer in het vlees.
2 Sluit de thermometer aan op de
uitgang in de oven (aan de
rechterkant).
3 Zet de oven aan .
4 60ºC is de vooraf ingestelde
temperatuur. Nu kunt u de gewenste
temperatuur instellen door eerst te
toetsen en daarna of . De
feitelijke temperatuur en de gewenste
temperatuur ziet u in het
informatievenster (
ZIE
AFBEELDING
).
Het informatievenster volgt de
temperatuurstijging in het vlees.
5 Kies de functie en temperatuur.
Wanneer de gewenste temperatuur in het
vlees is bereikt, klinkt er een signaal en
gaat de oven uit.
6 Druk op een van de toetsen om het
geluid uit te schakelen.
De braadthermometer is heet. U kunt
u gemakkelijk branden wanneer u de
thermometer uit de ovenuitgang
haalt.
7 Sluit de thermometer af van de
ovenuitgang en neem de steak eruit.
LET
OP
! De oven en de thermometer
zijn heet.
45
Om de temperatuur te controleren of te veranderen
Toets totdat de
braadthermometerfunctie
knippert en de gekozen temperatuur
in de display verschijnt.
Wanneer u de temperatuur wilt
veranderen, gebruik dan en .
Om de oventemperatuur te controleren of te veranderen
Wanneer u de temperatuur wilt
veranderen, gebruik dan en .
Turbo Max Grill
(bereiden van gratinés)
Met Turbo Max. Grill is het eten eerder klaar
en heeft zelfs meer kleur dan met de
grilfunctie. Het grilverwarmingselement
zorgt voor een gelijkmatiger kleur en de
ventilator circuleert de hete lucht. Perfect
om te gebruiken voor “bijzondere” gangen,
zoals gegrilde ham die rondom dezelfde
kleur moet hebben.
Max. Grill
De grootte, het marmerpatroon (onregelmatig
verdeeld vet), de vorm, hoeveelheid en
temperatuur van het vlees dat moet worden
gegrild zijn allemaal van invloed op de tijd en
het resultaat. Vis en wit vlees (gevogelte,
kalfsvlees en varkensvlees) worden niet zo
gemakkelijk bruin als rood vlees (rundvlees
en wild). Grilolie en/of grilkruiden geven een
betere kleur, maar verhogen het risico dat de
bovenzijde van het vlees verbrandt.
Het beste grilresultaat bereikt u wanneer
het eten niet meteen uit de koelkast komt.
Maak het droog, plaats het op het ovenrooster
en kruid het naar smaak. Zet een braadslee,
bij voorkeur in aluminiumfolie, onder de grill
om bijvoorbeeld afdruipend vet op te vangen.
Varkenslapjes, steaks, visfilet, enz. moet
hoog in de oven geplaatst worden, terwijl
46
spare ribs enz. onder in de oven geplaatst
moeten worden.
Selecteer en stel de gewenste
temperatuur in, max. 250ºC. Begin het grillen
na 3-5 minuten voorverwarmen. Let goed op
en keer het ten minste één keer tijdens de
bereiding. Te lang grillen geeft droog, taai en
in het ergste geval verbrand eten. Tijdens het
grillen moet de ovendeur dicht zijn.
Pastei/pizzastand
Deze functie werkt uitstekend voor het
bereiden van pasteien, gratinés of pizza. Voor
het bereiden van pizza deze in de middelste
gleuf plaatsen. Gebruik een baklade in plaats
van een braadpan om te voorkomen dat de
randen verbranden.
Wanneer u lichtgekleurde of glazen vormen
gebruikt, plaats het eten dan onderin de
oven; wanneer u donkergekleurde vormen
gebruikt, bijvoorbeeld met een
antiaanbaklaag, plaats het eten dan in het
midden van de oven.
Braden op een lage
temperatuur
Kies de functie en stel het gewenste
programma (120
o
C of 150
o
C) in. Braden bij
een lage temperatuur is te gebruiken voor eten
dat langere tijd, bijvoorbeeld 4-5 uur, op een
lage temperatuur kan worden bereid. Bij het
braden van kleine steaks, complete filets of
dik rundvlees moeten deze even aangebraden
worden voordat u ze in de oven zet. Houd er
bij het plannen van de bereiding rekening mee
dat het tijd kost voordat het eten klaar is.
Rundvlees, varkensvlees, wild en
lamsteaks kunnen ’s nacht voorbereid
worden. Het is aan te raden een
braadthermometer te gebruiken.
Het bereiden van eten op een lage
temperatuur kan ook gebruikt worden om
fruit en paddestoelen te drogen.
47
Warmhoudstand
Om eten warm te houden.
Drogen/Ontdooien
Om eten te ontdooien.
Ontdooien
Bij het ontdooien van vlees, vis en
geglazuurde of gevulde bakproducten, zoals
een Zwitserse rol, moet de temperatuur op
nul staan.
Wanneer u veel moet ontdooien kunnen
de roosters of laden in verschillende gleuven
worden geplaatst. De timing is niet exact te
regelen, controleer zo nu en dan met een
breinaald hoever het ontdooien gevorderd is.
48
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen stoomreiniger om het
fornuis schoon te maken!
Reiniging van het fornuis
De gemakkelijkste manier om de oven
schoon te maken is met behulp van een
schone doek, heet water en een beetje
afwasmiddel meteen nadat de oven is
gebruikt.
G
EBRUIK
NOOIT
BIJTENDE
OF
ANDERE
SCHUURMIDDELEN
.
NB: de antikantelbeveiliging
werkt niet wanneer u
het fornuis naar voren trekt om
erachter schoon te maken.
Behandeling
Gebruik nooit bijtende middelen of andere
stoffen die krassen kunnen veroorzaken,
zoals een spons met een schuurmiddel.
Gebruik alleen zachte sponsen of doeken.
Reinigen van roestvrijstalen oppervlakken
(
GELDT
ALLEEN
VOOR
ROESTVRIJSTALEN
FORNUIZEN
)
De gemakkelijkste manier om roestvrijstalen
oppervlakken te reinigen is met behulp van
een zachte doek en het meegeleverde
schoonmaakmiddel. U kunt ook
schoonmaakmiddelen voor ramen gebruiken.
Als het oppervlak erg vuil is kunt u
bijvoorbeeld technische spiritus proberen.
GEBRUIK
NOOIT
BIJTENDE
of andere
schuurmiddelen. Gebruik ook geen bijtende
materialen zoals draadwol of schuursponsjes.
49
Reiniging van de keramische kookplaat
Om schade aan de kookplaat te
voorkomen moet u deze direct na
gebruik (wanneer de plaat nog heet
is) schoonmaken met de schraper om
suiker en gemorst materiaal met een
hoog suikergehalte (bijv. jam) te
verwijderen, maar ook eventueel
gesmolten plastic of folie.
A
LS
DE
KOOKPLAAT
ERG
VUIL
IS
:
1 Verwijder vlekken met de schraper (zie
onder).
2 Gebruik schoonmaakmiddelen pas
als de warmte-waarschuwing
uitgegaan is. Schud de fles en spray
een paar dunnen streepjes op de
plaat. Schoonwrijven met een
vochtige doek of keukenrol.
3 Verwijder overtollig vocht met een
vochtige doek, anders dan het de
volgende keer dat u de plaat aanzet,
in de plaat dringen. Droog vegen.
50
De schraper
H
OUD
DE
SCHRAPER
BUITEN
BEREIK
VAN
KINDEREN
. Gebruik de schraper
voorzichtig, het blad is ontzettend
scherp.
Gebruik de schraper voor het verwijderen
van overgekookt materiaal dat aan de
keramische glasplaat vastgeplakt zit. Gebruik
de schraper of ander scherp gereedschap niet
op de siliconenrand, dit kan
veiligheidsrisico’s en schade veroorzaken.
HOE
GEBRUIKT
U
DE
SCHRAPER
:
1 Trek de beveiliging naar achteren
zodat het blad zichtbaar is
(
ZIE
AFBEELDING
).
2 Zorg ervoor dat het blad schoon en
onbeschadigd is, anders kan het de
plaat beschadigen. Nieuwe bladen
zijn te koop bij een ijzerwarenhandel.
3 Houd de schraper in een hoek van ca.
45° en schraap de plaat schoon.
U kunt het blad hard tegen de plaat
duwen zonder deze te beschadigen.
4 Veeg vuil zorgvuldig van het blad
met keukenrol.
5 Na gebruik de beveiliging weer naar
voren duwen zodat het blad weer
bedekt is. Bewaar de schraper buiten
bereik van kinderen.
DE
SCHRAPER
VERVANGEN
:
1 Open de schraper door de schroef
helemaal los te draaien (geen
schroevendraaier nodig) en bevestig
het nieuwe blad aan de voorste rand.
2 Zet de schraper in elkaar en draai de
schroef weer vast.
3 Druk de beveiliging zover mogelijk
naar voren om het blad te
beschermen.
51
Reiniging van de oven
Om het schoonmaken te vergemakkelijken,
kunnen de stapeenheden of de rails voor de
bakplaat uitgenomen worden, zie pagina 55.
Verwijderen van de rails voor de bakplaat
De rails voor de bakplaat kunnen op
dezelfde wijze worden uitgenomen als de
stapeenheid, zie pagina 55.
D
E
KATALYSELAKVERF
op de ovenwanden en
bovenzijde is poreus en is tot op zekere
hoogte zelfreinigend. De ovenbodem
daarentegen is gemaakt van een
GLADDE
en
hardere
LAKVERF
waar u gemorst materiaal
met een spatel ed. af kunt schrapen.
KATALYSELAKVERF
De oven wordt heet tijdens het
gebruik. Houd kinderen in de gaten.
Vuil op de lakverf brandt deel weg wanneer
de oven wordt gebruikt. Wanneer er vlekken
op de lakverf zitten, brand de oven dan op de
hoogste temperatuur af met de boven/
onderverwarming gedurende 30–60 minuten.
Verwijder hardnekkige vlekken, bijvoorbeeld
vet, als volgt:
1 “Doordrenk” de katalyselakverf met
zachte zeep en heet water. Gebruik
een nylon borstel op de vlekken. Laat
dit een uur zo staan.
2 Zet daarna de boven- en
onderverwarming aan op de hoogste
temperatuur.
3 Zet de oven na drie uur uit.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen of
scherpe voorwerpen op de katalyselakverf.
52
DE
GLADDE
LAKVERF
Wanneer de bodem erg vuil is, gaat u als
volgt te werk:
1 Gemorst of overgekookt materiaal
dat aangekoekt is kan bijvoorbeeld
met een spatel losgemaakt worden.
2 Verspreid met een spons zachte zeep
op de bodem van de oven.
3 Sluit de deur. Stel de oven in op
100°C met boven- en
onderverwarming gedurende ca.
10 minuten.
4 Wanneer de oven is afgekoeld,
afspoelen met schoon water of,
indien nodig, zorgvuldig borstelen
met een zeepblokje. Droog vegen.
De ovendeur
De ovendeur kan worden uitgenomen om deze schoon te maken.
WANNEER
DE
OVENDEUR
OPEN
GAAT
,
GAAN
DE
LAMPJES
AAN
EN
STOPT
DE
HETELUCHT
VENTILATOR
.
Uitnemen van de ovendeur
1 Open de ovendeur voor ongeveer
eenderde (parkeerstand).
2 Pak de zijkanten van de ovendeur
met beide handen beet en trek de deur
van de oven af.
3 Til de deur op
53
Bevestigen van de ovendeur
1 Let erop dat de scharnierunit op de
parkeerstand staat.
2 Breng de scharnierunit in, in de gleuf
op de deur. Naar beneden drukken
totdat de bevestigingsveer in de
positie klikt.
3 Sluit de ovendeur.
Het glas van de ovendeur
Gebruik de ovendeur niet als
een opstapje.
De ovendeur bestaat uit twee delen met
warmteweerkaatsend glas om de
oppervlaktetemperatuur te verlagen.
De binnen glaspanelen kunnen worden
uitgenomen om deze schoon te maken.
SCHOONMAKEN
TUSSEN
DE
GLAZEN
PANELEN
Let erop dat u de glazen deur niet
beschadigt. Wanneer scheuren
ontstaan aan de randen kan het glas
na enkele keren verhitten gaan
breken.
VERWIJDEREN
VAN
HET
BOVENSTE
GLASPANEEL
IN
DE
OVENDEUR
1 Pak het bovenste glaspaneel bij de
onderrand en trek het in de richting
van het handvat van de ovendeur
totdat het aan de onderzijde vrij is
(1).
2 Til het paneel iets op aan de
onderzijde en trek het uit (2).
54
V
ERWIJDEREN
VAN
HET
MIDDELSTE
GLASPANEEL
IN
DE
DEUR
1 Pak het middelste glaspaneel bij de
onderrand en trek het in de richting
van het handvat van de ovendeur
totdat het aan de onderzijde vrij is
(1).
2 Til het paneel iets op aan de
onderzijde en trek het uit (2)
3. Maak het glas schoon
BEVESTIGING
VAN
DE
MIDDELSTE
GLASPANELEN
IN
DE
DEUR
1 Breng de middelste glaspanelen in de
juiste volgorde in, diagonaal van
boven in de glashouder op de zijkant
van het handvat (1).
2 Verlaag het middelste glaspaneel en
trek het in de richting van de
onderrand van de deur totdat het niet
verder kan tegen de onderste houder
(2).
B
EVESTIGING
VAN
DE
BOVENSTE
GLAS
IN
DE
DEUR
1 Breng het bovenste glas diagonaal
van boven in de glashouder op de
zijkant van het handvat (1).
3. Verlaag de glasplaat. Leg het paneel
tegen de drukveer op de zijkant van
de het handvat voor het
bevestigingsprofiel aan de onderrand
van de deur en druk het onder het
bevestigingsprofiel (2).
Het glaspaneel moet stevig op zijn
plaats gedrukt worden!
55
Stapeenheden van de oven
De stapeenheden van de oven kunnen zowel
aan de linker- als de rechterwand worden
uitgenomen om het schoonmaken van de
wanden te vergemakkelijken.
UITNEMEN
VAN
DE
STAPEENHEDEN
VAN
DE
OVEN
:
Trek de stapeenheid eerst naar voren en vanaf
de zijkant van de oven (1) naar buiten en
haak deze daarna los aan de achterkant (2).
INBRENGEN
VAN
DE
STAPEENHEDEN
VAN
DE
OVEN
De afgeronde randen van de staven moeten
naar voren wijzen!
Bevestig de stapeenheid van de oven weer op
zijn plaats door deze op te hangen aan de
achterzijde (1), breng deze in aan de voorzijde
en druk hem daarna op zijn plaats (2).
Schoonmaken van de rails voor
de bakplaat
Maak de stapeenheden los (zie pagina 55).
Om vuil en vet te kunnen verwijderen
kunnen deze worden geweekt in water met
afwasmiddel. Handmatig wassen. LET OP!
NIET
DE
VAATWASSER
GEBRUIKEN
. Dit
verwijdert al
het vet wat nadelig is voor de
werking ervan.
56
Super Clean accessoires
Deze accessoires hebben een vuilafstotende
bekleding en een lange levensduur wanneer
deze op de juiste wijze behandeld worden
LET OP!
Plaats geen
SUPER
CLEAN
accessoires op een hete
keramische glasplaat, deze kan
hierdoor beschadigd raken.
De accessoires zijn bestand tegen een
temperatuur van maximaal 250°C.
Verwarm deze nooit zonder eten of
deeg.
Was de accessoires grondig in heet water en
afwasmiddel voordat u ze voor het eerst
gebruikt.
Wanneer u dit advies en deze tips opvolgt
dan gaan uw
SUPER CLEAN accessoires lang
mee en blijven ze gemakkelijk schoon te
maken:
Gebruik plastic of houten
keukengerei in plaats van metaal, dit
kan de plaat beschadigen.
Onthoud dat potten en pannen met
een ruw oppervlak de accessoires
kunnen beschadigen.
Reinig de accessoires met een zachte
spons of afwasborstel in heet water,
eventueel met afwasmiddel. Nooit de
vaatwasser gebruiken.
Nooit draadwol of scherpe
voorwerpen gebruiken bij het
schoonmaken.
57
Ovenverlichting
LET OP! Zorg er voordat u de
gloeilamp vervangt voor dat het
fornuis is afgesloten van het
stroomnet.
Bij fornuizen met een snoer, eerst de
stekker eruit trekken. Voor andere
fornuizen, de meerpolige schakelaar
eruit trekken.
Leg een doek op de bodem van de oven om
de gloeilamp en het glas te beschermen.
VERVANGEN
OVENLICHT
/
SCHOONMAKEN
HET
BESCHERMENDE
GLAS
1 Controleer of de oven niet heet is.
2 Draai het beschermende glas los door
het naar links te draaien en maak het
schoon. (
ZIE
DE
AFBEELDING
).
3 Indien nodig:
Vervang het ovenlicht door een
nieuwe gloeilamp van 230–240V,
40W, 300°C, en voorzien van een
E14 fitting.
4 Plaats het beschermende glas terug.
VERVANGEN
VAN
DE
GLOEILAMP
OP
PAGINA
SCHOONMAKEN
VAN
HET
BESCHERMENDE
GLAS
1 Controleer of de oven niet heet is.
2 Draai de stapeenheden van de oven
los en neem deze aan de linkerkant
uit (zie pagina 55)
3 Draai het beschermende glas los met
behulp van een smal en stomp
voorwerp (bijvoorbeeld een
theelepel) en maak het schoon. Houd
uw hand onder het glas om te
voorkomen dat het op de bodem van
de oven valt.
4 Indien nodig:
Vervang het ovenlicht door een
nieuwe gloeilamp met E14 fitting,
gemarkeerd 230–240V, 25W och
300° C.
58
5 Druk het beschermende glas weer op
zijn plaats en bevestig de
stapeenheden.
Opberglade
LET OP!
Bewaar geen chemicaliën of
schoonmaakmiddelen in de
opberglade. Ga niet in de ovenlade of
op de handgreep staan.
1 Maak de lade leeg en trek deze uit tot
aan de “stop”.
2 Pak de handgreep, til deze omhoog
en nu komt de lade los van de greep
aan de achterrand.
3 Trek de lade helemaal uit.
Plaats na het schoonmaken de wielen van de
lade op de haken. (
ZIE
AFBEELDING
). Duw de
lade terug. Til deze eerst iets op, zodat de
wielen niet klem komen te zitten in de
voorste bevestiging.
59
Technische gegevens
Wij behouden het recht wijzigingen aan te brengen. Dit apparaat voldoet aan de eisen van de EG Richtlijnen
89/336/EEC en 73/23/EEC.
EKC60752
Breedte (mm):
596
Hoogte bij levering (mm):
900
Diepte:
595
ENERGIEZUINIGHEIDSKLASSE
A
ENERGIEVERBRUIK
Onder/bovenverwarming (kWh):
0.92
Hete lucht (kWh):
0.79
BEREIDINGSTIJDEN
STANDAARD BELADING
Onder/bovenverwarming (min):
41
Hete lucht (min):
38
60
Garantie/serviceafdeling
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd.
Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit
op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van
het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande
waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de
waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15
gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum
van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toe-
passing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de
toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden
hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te
voorko-men.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leve-
ringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vi-trokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde
kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
– chemische en elektrochemische inwerking van water,
– abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
– voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
– contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten
onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage,
ver-keerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstel-
ling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer
het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en
daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
61
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst
dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten be-
draagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de
gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals
mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de ge-
bruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelf-
de gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan
bui-ten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk
is vastgelegd. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen. Deze waarborgvoorwaarden
gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een
toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het
toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, fre-quentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende
land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te
vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden
aangebracht. Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter
beschikking.
Adres Klantendienst:
België
Telefon Telefax
Electrolux Home Products Belgium Consumer services 02/363.04.44 02/363.04.00
ELECTROLUX SERVICE 02/363.04.60
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
E-mail: consumer[email protected]
Telefon Telefax
Luxemburg
Telefon Telefax
Grand-Duché de Luxembourg Consumer services
00 352 42 431-1 00 352 42431-360
ELECTROLUX HOME PRODUCTS
Rue de Bitbourg. 7
L-1273 Luxembourg-Hamm
62
Europese garantie
Dit apparaat wordt gegarandeerd door Electrolux in alle landen die op de volgende pagina
staan vermeld en voor de periode als gespecificeerd in de garantie voor het apparaat of
anderszins wettelijk bepaald.
Wanneer u binnen een van deze landen verhuist, verhuist de garantie op het apparaat met
u mee, onder voorbehoud van de volgende kwalificaties:
De garantie op het apparaat gaat in op de aankoopdatum van het apparaat, aan te
tonen door overlegging van een geldige aankoopbon afgegeven door de
verkoper van het apparaat.
De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en evenzeer voor arbeid
en onderdelen in het land waarin u woonachtig bent voor dit specifieke model of
serie apparaten.
De garantie op het apparaat is persoonlijk voor de oorspronkelijke koper van het
apparaat en kan niet overgaan op een andere gebruiker.
Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig de door Electrolux
verstrekte gebruiksaanwijzing en uitsluitend voor thuisgebruik, d.w.z. niet voor
zakelijke doeleinden.
Het apparaat wordt geïnstalleerd overeenkomstig alle relevante geldende
voorschriften in het land waarin u woonachtig bent.
De bepalingen van deze Europese Garantie laten uw eventuele wettelijke rechten onverlet.
63
64
Praktische adviezen en tips
Problemen Oorzaak Oplossing
Brood/gegist deeg, zachte
taart komt plat uit de
oven.
Wanneer de
oventemperatuur te laag is
kan het mengsel eerst rijzen
en daarna weer inzakken.
Controleer of de ingestelde
temperatuur overeenkomt
met de adviestemperatuur in
de tabel of het recept.
Brood/gegist deeg, zachte
taart is niet goed gerezen.
Wanneer de tijd voor het
rijzen na het rollen te lang is,
wordt het resultaat plat.
Brood/gegist deeg moet
rijzen bij kamertemperatuur
en mag niet op de tocht
staan. Wanneer u er licht op
drukt, moet het deeg
terugveren.
Controleer of de tijd voor
het rijzen overeenkomt met
de adviestijd in het recept
Te weinig gist of bakpoeder. Controleer in het recept of
u de juiste hoeveelheden
hebt gebruikt.
Wanneer het vet/
vloeistofmengsel te heet is,
gaat dit de werking van de
gist tegen.
De juiste temperatuur van
de vloeistof is 37° voor
verse gist; voor droge gist
moet u de aanwijzingen op
de verpakking raadplegen.
Brood/gegist deeg, zachte
taart komt droog uit de
oven.
Te weinig vloeistof, teveel
bloem of een verkeerd soort
bloem kan droog brood
opleveren.
Controleer in het recept of
u wel de juiste soort bloem
en de juiste hoeveelheden
bloem/vloeistof hebt
gebruikt.
Wanneer de
oventemperatuur te laag is,
moet het mengsel veel
langer in de oven staan om
gaar te worden en droogt
dan uit.
Controleer of u de juiste
temperatuur hebt ingesteld.
65
De taarten/ovengerechten
zijn te donker.
Wanneer de
oventemperatuur te hoog is,
worden de taarten/
ovengerechten te donker
voordat zij helemaal gaar zijn.
Controleer of u de juiste
temperatuur hebt ingesteld.
Het eten is te hoog in de
oven geplaatst en krijgt zo
teveel bovenwarmte
wanneer de onder- en
bovenverwarming worden
gebruikt, en andersom
wanneer het te laag geplaatst
is.
Controleer in de tabel of het
recept of u de juiste hoogte
hebt gekozen.
De Quick start gaat aan. Controleer of u de
functieknop op de gewenste
functie hebt gedraaid.
De taarten/ovengerechten
zijn te licht.
Wanneer u aluminiumfolie,
een blad of een braadslee op
de bodem van de oven
plaatst, houdt dit de warmte
tegen.
Zorg dat er niets op de
bodem van de oven staat.
Lichte bakblikken geven
lichtere taarten dan donkere
bakblikken.
Probeer eens een donkerder
bakblik.
66
Problemen en oplossingen
Do nooit iets met het fornuis dat letsel kan veroorzaken of het product kan beschadigen.
Onderstaand vindt u enkele suggesties over wat u zelf kunt doen om een probleem op te
lossen. Hebt u hulp nodig? Neem dan contact op met Service.
Problemen Oorzaak/Oplossing
Het fornuis heeft geen stroom
Controleer of:
• de
ZEKERING
(
EN
) in goede staat zijn
• de
STEKKER
goed in het stopcontact zit
• er een
AARDLEKSCHAKELAAR
aan staat
Het fornuis werkt niet
Controleer of de functievergrendeling niet
actief is (zie pagina10)
Koken/bakken duurt te lang
Controleer of u een geschikte pan met een
goede warmtegeleiding hebt gekozen (zie
pagina 20)
Het ovenlicht werkt niet
Vervang de kapotte gloeilamp (zie pagina 57)
De deurvergrendeling werkt niet
Activeer de vergendelingsfunctie
(zie pagina11)
De oventhermometer werkt niet
Controleer of de braadthermometer goed
is aangesloten in de oven; neem deze uit en
sluit hen opnieuw aan. Programmeer de
gewenste temperatuur (zie pagina 43)
De klok toont de verkeerde tijd of werkt
helemaal niet
Stel de juiste tijd in (zie pagina 13)
De signaalklok werkt niet
Programmeer een tijd in (zie pagina 36)
Er komt een geluid uit het fornuis, ook
wanneer het uit staat
Het geluid komt uit de thermostaatbestuurde
ventilator die de elektronica van het fornuis
beveiligt. Hier hoeft u niets aan te dien, dit is
geheel normaal.
67
Verwijderen
1 Sluit het fornuis af van de
wandcontactdoos.
2 Snij het snoer zo dicht
mogelijk bij de achterkant van het
fornuis af.
3 Deactiveer de deurvergrendeling
zodat kinderen zich niet in de
oven kunnen opsluiten.
Probleem Oorzaak/Oplossing
F9 licht op in de display
Trek de stekker uit de wandcontactdoos.
Sluit deze weer aan en zet het fornuis
opnieuw aan
F11 licht op in de display
Het contact van de braadthermometer is
niet goed ingebracht in de uitgang in de
oven
Er licht een verkeerde code op in de
display (begint met F)
Neem contact op met uw
Serviceondersteuning
www.electrolux.com
www.electrolux.be
www.electrolux.lu
349 56 03-01/A - 2007-07-18
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Electrolux EKC60752X 230V Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding