15
C TEMPERATUURREGELAAR
0 uit
1 Voor traditioneel langzaam koken.
2 Voor “snel koken”, door het apparaat als een elektrische kookpan te gebruiken.
O Voor het warm houden van eten na het koken.
C ALGEMEEN
1 Ontdooi bevroren voedsel volledig, voordat u het aan de kookpan toegevoegd.
2 Bewaar ingrediënten die van te voren zijn voorbereid (bijv. de nacht van te voren) in bakjes in
de koelkast. Plaats de langzame koker of de kookpot niet in de koelkast.
vlees
3 Tijdens het braden lekken en verdampen de sappen niet weg, waardoor de smaak en
voedingswaarde bewaard blijft. Het formaat en de vorm van het gewricht, de kwaliteit en de
verhouding tussen mager vlees, vet en bot; hebben allemaal invloed op de kooktijden.
Ervaring zal u spoedig helpen bij het bepalen van deze tijden.
4 Vermijd eten dat voor een groot gedeelte uit vet bestaat, of verwijder het overtollige vet.
kip
5 Was en droog de kip, en kruid de kip van binnen en van buiten.
6 Maak de huid bruin in zijn eigen vet of een beetje bakolie, in een grote braadpan.
vis
7 Om smaak en textuur te behouden moet vis niet voor langere periodes gekookt worden.
8 Smeer de bodem van de kookpot in met boter of margarine.
9 Maak de vis schoon, snij hem bij en was hem schoon. Droog en plaats in de kookpot.
10 Breng kruiden toe, besprenkel met citroensap en voeg hete jus en water of wijn toe.
11 Plaats kleine stukjes boter over de vis en kook op de lage stand (1) voor 2-3 uren.
groenten
12 Snel gekookte groenten zoals bevroren doperwten en suikermaïs moeten ontdooid worden,
en vervolgens een half uur voor het einde van het koken worden toegevoegd
13 Wortelgroenten, knollen en bollen (wortels, aardappelen, uien) moeten veel langer koken
dan vlees, snij ze daarom in plakjes, stokjes of blokjes van 5 mm dik en bak ze voorzichtig
voor 2-3 minuten voordat u ze aan de kookpot toevoegt.
peulvruchten (bonen, doperwten en linzen)
, U moet gedroogde bonen (bijv. bruine bonen) voor ten minste 10 minuten koken, voordat u
ze toevoegt aan de langzame koker. Ze zijn giftig indien ze rauw zijn of te kort gekookt.
14 Week gedroogde doperwten en bonen voor 8 uur (of 's nachts) voor ze te koken, zodat ze
eerste zachter worden.
15 U hoeft linzen niet een nacht te laten weken.
16 Voeg bij het koken van rijst ten minste 150 ml kookvocht toe voor elke 100 g rijst. Wij hebben
geconstateerd dat “snelkookrijst” de beste resultaten geeft.
17 Pasta wordt te zacht bij langzaam koken. Indien uw recept pasta vereist, roer het 30-40
minuten voor het einde van het koken in de kookpot.
soep
18 Lekkere, zelfgemaakte soep kunt u de hele dag of 's nachts laten sudderen.
19 Geef het vlees en de groenten een bruin randje in een pan.
20 Indien het nodig is om het aan te dikken, roer er wat bloem of maïzena door heen, en voeg
vervolgens geleidelijk aan jus toe.
instructies
afbeeldingen
0 uit
1 laag
2 hoog
O warmhouden
3 lampje
4 temperatuurregelaar
5 dekselknop
6 deksel
7 kookpot
8 handvat
` vaatwasmachinebestendig