Remko KPS302 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Montage- en installatiehandleiding
Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen!
REMKO Reservoirsystemen
KPS 202 / KPS 302
Bufferreservoir voor verwarmings-/ koelwater
0343-2023-04 Versie 1, nl_NL
Vertaling van het origineel
Vóór het in bedrijf nemen / gebruik van dit apparaat deze
installatiehandleiding zorgvuldig lezen!!
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat en dient
steeds in directe nabijheid van de opstellocatie resp. bij het
apparaat bewaard te worden.
Wijzigingen voorbehouden; we aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor drukfouten en vergissingen!
Inhoudsopgave
1 Veiligheids- en gebruiksinstructies..................................................................................................... 4
1.1 Algemene veiligheidsvoorschriften.................................................................................................. 4
1.2 Markering van instructies................................................................................................................ 4
1.3 Kwalificaties van het personeel....................................................................................................... 4
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen van de veiligheidsvoorschriften....................................................... 4
1.5 Veiligheidsbewust werken............................................................................................................... 5
1.6 Veiligheidsinstructies voor de exploitant......................................................................................... 5
1.7 Veiligheidsinstructies voor montage-, en inspectiewerkzaamheden............................................... 5
1.8 Eigenhandige modificaties en wijzigingen....................................................................................... 5
1.9 Bedoeld gebruik.............................................................................................................................. 6
1.10 Garantie........................................................................................................................................ 6
1.11 Transport en verpakking................................................................................................................ 6
1.12 Milieubescherming en recycling.................................................................................................... 6
2 Technische gegevens........................................................................................................................... 7
2.1 Apparaatgegevens.......................................................................................................................... 7
2.2 Apparaatafmetingen........................................................................................................................ 8
3 Beschrijving van het apparaat........................................................................................................... 10
4 Montageaanwijzingen voor het vakpersoneel.................................................................................. 10
5 Installatie.............................................................................................................................................. 11
6 Inbedrijfstelling................................................................................................................................... 12
7 Verzorging en onderhoud................................................................................................................... 12
8 Buiten bedrijf stellen........................................................................................................................... 13
9 Reserveonderdelenlijst....................................................................................................................... 13
10 Index..................................................................................................................................................... 14
3
1 Veiligheids- en
gebruiksinstructies
1.1 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Lees de handleiding voor het eerste gebruik van
het apparaat zorgvuldig door. Deze bevat nuttige
tips, instructies en waarschuwingen voor de veilig-
heid van personen en goederen. Het niet opvolgen
van de gebruikshandleiding kan gevaar voor per-
sonen, het milieu, de installatie en tot het verlies
van mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bewaar deze gebruikshandleiding en het koelmid-
delgegevensblad in de buurt van het apparaat.
1.2 Markering van instructies
Deze paragraaf geeft een samenvatting van alle
belangrijke veiligheidsaspecten voor een optimale
persoonlijke bescherming en voor een veilig en
storingvrij bedrijf.
De in deze handleiding gegeven instructies en vei-
ligheidsvoorschriften dienen opgevolgd te worden,
zodat ongelukken, persoonlijk letsel en beschadi-
gingen worden vermeden. Direct aan de apparaten
aangebrachte instructies dienen absoluut te
worden opgevolgd en in goed leesbare toestand te
worden gehouden.
Veiligheidsvoorschriften zijn in deze handleiding
gemarkeerd door bepaalde symbolen. Verder
beginnen de veiligheidsvoorschriften met bepaalde
signaalwoorden die de aard van de risico's aan-
geven.
GEVAAR!
Bij het aanraken van spanningvoerende delen
bestaat direct levensgevaar door een stroom-
stoot. Beschadiging van de isolatie of van com-
ponenten kan levensgevaarlijk zijn.
GEVAAR!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een direct gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg heeft, als deze
situatie niet wordt gemeden.
WAARSCHUWING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg kan hebben, als
deze situatie niet wordt gemeden.
VOORZICHTIG!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
gering of licht letsel tot gevolg kan hebben en
die materiële schade of aantasting van het
milieu kan veroorzaken, als deze situatie niet
wordt gemeden.
AANWIJZING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
materiële schade of aantasting van het milieu
kan veroorzaken, als deze situatie niet wordt
gemeden.
Met dit symbool wordt gewezen op nuttige tips,
adviezen en informatie over hoe een efficiënt
en storingsvrij bedrijf gewaarborgd kan worden.
1.3 Kwalificaties van het personeel
Het personeel voor de inbedrijfstelling, bediening,
het onderhoud, de inspectie en de montage dient
over de betreffende kwalificaties voor deze werk-
zaamheden te beschikken.
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen
van de veiligheidsvoorschriften
Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
kan zowel gevaar voor personen opleveren als
voor het milieu en voor apparatuur. Het niet-
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan
leiden tot het verlies van iedere aanspraak op
schadevergoeding.
In detail kan het niet-opvolgen van de voorschriften
bijvoorbeeld de volgende risico's opleveren:
REMKO Reservoirsystemen
4
nHet uitvallen van belangrijke functies van de
apparatuur.
nHet feit dat voorgeschreven methodes betref-
fende normaal en technisch onderhoud niet
werken.
nHet in gevaar brengen van personen door elek-
trische en mechanische effecten.
1.5 Veiligheidsbewust werken
De in deze handleiding vermelde veiligheidsin-
structies, de bestaande nationale voorschriften ter
voorkoming van ongevallen evenals eventuele
interne arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoor-
schriften van het bedrijf moeten in acht worden
genomen.
1.6 Veiligheidsinstructies voor de
exploitant
De veiligheid van de apparaten en componenten is
alleen gegarandeerd bij het bedoeld gebruik en in
volledig gemonteerde toestand.
nHet plaatsen, installeren en onderhouden van
de apparaten en componenten mag alleen
gebeuren door vakpersoneel.
nDe bestaande voorschriften voor ongevallen-
preventie moeten in acht worden genomen.
nDe bediening van apparaten of componenten
met zichtbare defecten of beschadigingen is
verboden.
nHet aanraken van bepaalde onderdelen of
componenten van de apparaten kan brand-
wonden of letsel veroorzaken.
nRisico's door elektrische energie moeten
worden uitgesloten.
nVoorschriften van de VDE en de lokale ener-
gievoorzieningsmaatregelen moeten in acht
worden genomen.
1.7 Veiligheidsinstructies
voor montage-, en
inspectiewerkzaamheden
nDe exploitant dient ervoor te zorgen dat alle
inspectie- en montagewerkzaamheden door
bevoegd en gekwalificeerd vakpersoneel
worden uitgevoerd, dat de montage- en
gebruiksaanwijzing goed is doorgelezen en
zich zodoende afdoende geïnformeerd heeft.
nIn principe mogen de werkzaamheden aan de
installatie uitsluitend bij stilstand worden uitge-
voerd.
nBij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
nHet opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
nRegionale verordeningen en wetten zoals de
wet op de waterhuishouding moeten in acht
worden genomen.
nDe elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
nDe apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
nDe veiligheidsvoorzieningen mogen niet
worden veranderd of overbrugd.
1.8 Eigenhandige modificaties en
wijzigingen
De bedrijfsveiligheid van de geleverde apparaten/
componenten wordt uitsluitend gewaarborgd bij
gebruik conform de voorschriften, overeenkomstig
hoofdst. 1.9 van de gebruiksaanwijzing. De in het
gegevensblad aangegeven grenswaarden mogen
in geen enkel geval worden overschreden.
Het modificeren of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
5
1.9 Bedoeld gebruik
De bufferreservoirs worden gebruikt voor de
opslag van verwarmingswater van alle warmwater-
centrale verwarmingen (vaste brandstof-, een olie
gestookte ketel, warmtepomp, zonne-energie-
installatie, gas- of elektrisch doorstroomapparaat
(geiser)) binnen gesloten ruimtes alsook voor de
opslag van koudwater voor koelprocessen of
warmteterugwinning.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet
bedoeld gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant / leverancier van de
machine niet aansprakelijk. Het risico wordt uitslui-
tend door de gebruiker gedragen. Bij het bedoeld
gebruik hoort ook het opvolgen van de bedienings-
en installatie-instructies en het aanhouden van de
onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.10 Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
1.11 Transport en verpakking
De apparaten worden in een stabiele transportver-
pakking resp. in de warmwaterpompbehuizing
geleverd. Controleer het apparaat direct bij de
levering en noteer eventuele schade of ontbre-
kende onderdelen op de pakbon en informeer de
transporteur en uw leverancier. Bij klachten ach-
teraf wordt geen garantie verleend.
WAARSCHUWING!
Plastic folie en tassen etc. zijn gevaarlijk
speelgoed voor kinderen!
Daarom:
- Verpakkingsmateriaal kan niet worden onzorg-
vuldig.
- Verpakking mag niet toegankelijk zijn voor kin-
deren!
1.12 Milieubescherming en
recycling
Afvoeren van de verpakking
Alle producten worden voor het transport zorg-
vuldig verpakt in milieuvriendelijke materialen.
Lever een waardevolle bijdrage aan de verminde-
ring van afval en het recyclen van grondstoffen en
lever het verpakkingsmateriaal alleen in bij de
daarvoor aangewezen inzamelplaatsen.
Afvoeren van de apparaten en componenten
Bij de productie van de apparaten en compo-
nenten worden uitsluitend recyclebare materialen
gebruikt. Draag bij aan de bescherming van het
milieu, door er voor te zorgen dat apparaten of
componenten (bijv. batterijen) niet in het huisvuil
komen maar alleen op milieuvriendelijke wijze vol-
gens de plaatselijk geldende voorschriften, bijv.
door een erkend afvalverwerkingsbedrijf en recyc-
ling of via een inzamelpunt worden verwerkt.
REMKO Reservoirsystemen
6
2 Technische gegevens
2.1 Apparaatgegevens
Serie KPS 202 KPS 302
Nominale inhoud l 200 300
Bedrijfstemperatuur, min./max. °C 10/ 95 10/95
Bedrijfsdruk, max. bar 3 3
Energie-efficiëntieklasse B B
Warmhoudverlies W 61 68
Retour verwarming of warmtebron Inch 1 1/2" 1 1/2"
Voorloop verwarming of warmtebron Inch 1 1/2" 1 1/2"
Mof voor elektrische verwarming Inch 1 1/2" 1 1/2"
Mof voor voeler of thermostaat Inch 1/2" 1/2"
Ontluchtingsmof Inch 1/2" 1/2"
Hoogte met isolatie mm 1184 1344
Diameter mm 600 650
Kantelmaat (K) mm 1332 1500
Gewicht kg 47 55
Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden.
7
2.2 Apparaatafmetingen
Afmetingen KPS 202
260
585
740
Ø 500
2
1
4
3
5
4
924
1
2
Ø 600
210
90°
90°
Afb. 1: Apparaatafmetingen en aansluitingen (alle gegevens in mm)
Aansluitingen KPS 202
Nr. Omschrijving Aansluiting
1 Retour verwarming of warmtebron Inch 1 1/2"
2 Voorloop verwarming of warmtebron Inch 1 1/2"
3 Mof voor elektrische verwarming Inch 1 1/2"
4 Mof voor voeler of thermostaat Inch 1/2"
5 Ontluchtingsmof Inch 1/2"
Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden.
REMKO Reservoirsystemen
8
Afmetingen KPS 302
260
660
1110
Ø 550
2
1
4
3
5
4
1344
1
2
Ø 650
210
90°
90°
Afb. 2: Apparaatafmetingen en aansluitingen (alle gegevens in mm)
Aansluitingen KPS 302
Nr. Omschrijving Aansluiting
1 Retour verwarming of warmtebron Inch 1 1/2"
2 Voorloop verwarming of warmtebron Inch 1 1/2"
3 Mof voor elektrische verwarming Inch 1 1/2"
4 Mof voor voeler of thermostaat Inch 1/2"
5 Ontluchtingsmof Inch 1/2"
Technische wijzigingen, door technische doorontwikkeling, blijven ons voorbehouden.
9
3 Beschrijving van het
apparaat
De bufferreservoirs worden gebruikt voor de
opslag van verwarmingswater van alle warmwater-
centrale verwarmingen (vaste brandstof-, een olie
gestookte ketel, warmtepomp, zonne-energie-
installatie, gas- of elektrisch doorstroomapparaat
(geiser)) binnen gesloten ruimtes alsook voor de
opslag van koudwater voor koelprocessen of
warmteterugwinning.
Het opslagvolume kan afhankelijk van de vereiste
door de verbinding met bufferreservoirs naar
accu's afzonderlijk worden aangepast. De bufferre-
servoirs zijn universeel inzetbaar als parallel-buffer
(hydraulische wissel) of als seriebuffer.
De isolatie van het bufferreservoir bestaat uit 50
mm directgeschuimde PU-schuim, FCKW-vrij en
met fijne poriën. De in de fabriek aangebrachte
buitenbekleding bestaat uit een poedergecoate
buitenmantel van staalplaat in de kleur: zilvergrijs,
de isolatie is waterdampdiffusiedicht uitgevoerd.
Alle bufferreservoirs zijn vervaardigd van kwali-
teitsstaal DIN EN 10025/10111. In het bufferreser-
voir kan een elektrische hulpverwarming (dompel-
verwarmingselement) in een 6/4“-mof worden
geschroefd. Voor het uitrusten van een geribde
pijpwarmtewisselaar is bij het KPS 302 reservoir
een blinde flensdeksel D180 (f =180 mm) beschik-
baar. De bufferreservoirs beschikken over 4 stuks
aansluitsteunen. Een sensorkanaal geeft de moge-
lijkheid om een temperatuursensor variabel te
positioneren bij het KPS 302 reservoir.
4 Montageaanwijzingen
voor het vakpersoneel
Algemene aanwijzingen voor de montage
nControleer of de ruimte waarin het apparaat
wordt gebruikt, vorstvrij is en voor het beno-
digde onderhoud, de reparatiewerkzaamheden
en zelfs voor eventueel vervangen van het
apparaat deze probleemloos toegankelijk is
(bijv. te smalle doorgangen en deuropeningen).
nNeem bij het gebruik van het bufferreservoir op
ongewone opstellingslocaties, zoals zolders,
woonruimtes met watergevoelige vloeren,
opbergruimtes enz. een eventuele wateruitvoer
in acht en zorg voor voorzieningen voor het
opvangen van het vrijkomende water met over-
eenkomstige afvoermogelijkheden.
nHet apparaat mag alleen op horizontale opper-
vlakken worden geplaatst en gebruikt.
nNeem voor het ontwerp van de totale monta-
geoppervlak resp. voor de keuze van de mon-
tagelocatie het complete gewicht van het buf-
ferreservoir, inclusief het gewicht van de
watervulling (van de nominale inhoud) om de
statiek van de draagondergrond niet te over-
schrijden.
nNeem de afstanden tot de brandblusinstallaties
in acht.
nControleer of bij beklede apparaten die in
kleine, smalle ruimtes of tussenplafonds
worden ingebouwd, het aansluitprofiel van het
apparaat (water- en elektrische aansluiting
resp. verwarmingsinbouw) vrij toegankelijk blijft
en er geen warmteophoping vormt.
AANWIJZING!
Het bufferreservoir is niet geschikt voor de
drinkwaterbereiding!
Centrale verwarmingsaansluiting
Voor de inbedrijfstelling moet het warmteverdeel-
systeem worden gespoeld om eventuele verontrei-
nigingen (bijv. schilfers) uit het verwarmingscircuit
te verwijderen.
Montage
nControleer de inhoud van de verpakking op
volledigheid en op zichtbare transportschade.
Meld eventuele schade onmiddellijk aan uw
leverancier.
nDe montage moet ter plaatse geschieden.
nNeem bij alle aansluitsteunen een volledige
schroefdraadoverdekking in acht.
REMKO Reservoirsystemen
10
5 Installatie
Algemene instructies
AANWIJZING!
De warmwaterbereiding moet voldoen aan de
geldende normen.
nVul het water in het bufferreservoir niet continu
bij. Vermijd corrosieschade van het reservoir.
nNeem bij de aanwezigheid van agressief water
in acht, dat speciale uitvoeringen van het
reservoir kunnen worden getest. (Neem con-
tact op met uw leverancier bij eventuele
vragen) .
nHet vullen van het reservoir moet worden uit-
gevoerd overeenkomstig de geldende DIN
2035! Schade, die voortvloeit uit het niet
naleven hiervan, valt niet onder de garantie.
Elektrische bijverwarming
nGebruik voor het inbouwen van een elektrische
bijverwarming de 1 1/2” mof.
nLet op dat de elektrische bijverwarming niet als
permanente verwarming mag worden gebruikt.
Installatieschema - hydraulisch schema bij warmtepomppakket WKF Köln
Deze hydraulische schema's zijn uitsluitend bedoeld als hulpmiddel en vervangen geen montagetekening!
De uitvoering alsook de planning van de bouwkundige hydraulica en van de componenten moeten worden
uitgevoerd door een deskundige technicus!
A
A
A
A
A
B
D
1 2 3
C
A: Buitenunit
B: Binnenunit
C: Ketel/wandverwarmingsapparaat
D: Reservoir
1: Ongemengd verwarmingscircuit
2: Gemengd verwarmingscircuit 1
3: Gemengd verwarmingscircuit 2
11
6 Inbedrijfstelling
AANWIJZING!
De inbedrijfstelling mag alleen door speciaal
geschoold vakpersoneel uitgevoerd en gedocu-
menteerd worden.
1. Controleer alle aansluitingen, ook die, die in
de fabriek zijn aangesloten (flens) op dicht-
heid.
2. Controleer vervolgens alle buisleidingen op
eventuele lekkages en verhelp deze even-
tueel.
3. Controleer de veiligheidsgroep, alsook de
kleppen op werking.
4. Tijdens het opwarmen, moet het in het reser-
voir ontstane expansiewater door een over-
eenkomstig expansievat volledig worden
opgenomen.
7 Verzorging en
onderhoud
Verzorging
nReinig de apparaten alleen met een vochtige
doek. (bijv. met behulp van een vloeibare huis-
houdreiniger). Gebruik geen scherpe, schu-
rende of oplosmiddelen bevattende reinigings-
middelen.
Onderhoud
nWe adviseren een onderhoudsovereenkomst
voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt met een
gespecialiseerd bedrijf af te sluiten.
Op deze manier is de bedrijfszekerheid van de
installatie altijd gegarandeerd!
nControleer regelmatig de werking van de veilig-
heidsklep.
De expansiewaterhoeveelheid is bij volledige ver-
warming (ca. 80 °C) ca. 3,5% van de inhoud van
het reservoir. Bij het heffen of draaien van de vei-
ligheidstestknop in de stand "Controleren" moet
het water ongehinderd uit het veiligheidsklepele-
ment in de afvoertrechter stromen.
VOORZICHTIG!
Hierbij kunnen de koudwatertoevoer en onder-
delen van de aansluitgarnituur van het reservoir
heet worden!
Als het reservoir niet wordt verwarmd, mag uit de
veiligheidsklep geen water druppelen. Als dit wel
het geval is, is de installatiedruk meer dan de toe-
gestane waarde of de veiligheidsklep is defect. In
beide gevallen moet een controle door geschoold
personeel worden uitgevoerd.
REMKO Reservoirsystemen
12
8 Buiten bedrijf stellen
Tijdelijk buiten bedrijf stellen
Voer het tijdelijk buiten bedrijf stellen als volgt uit:
1. Schakel de elektrische aansluiting op alle
polen uit.
2. Leeg het reservoir in vorstgevoelige ruimtes
en voor aanvang van de wintertijd.
3. Leeg vervolgens ook alle koel- of warmwater-
geleidende leidingen naar de verwarmings-
elementen en de warmte-/koudegenerator
zelf alsook alle watergeleidende armaturen
en leidingen (ook verwarmingscircuit =
register) terug tot aan het vorstbestendige
deel van de huiswaterinstallatie (huiswater-
aansluiting).
Langdurig buiten bedrijf stellen
Het afvoeren van de apparaten en componenten
moet volgens de lokaal geldende voorschriften,
bijv. door geautoriseerde gespecialiseerde
bedrijven op het gebied van afvalverwerking voor
recycling of inzamelpunten, worden uitgevoerd. De
firma REMKO GmbH & Co. KG of haar vertegen-
woordigers verwijzen u graag naar een gespeciali-
seerd bedrijf bij u in de buurt.
VOORZICHTIG!
Bij het legen van het reservoir kan heetwater
vrijkomen!
AANWIJZING!
Neem bij de heringebruikname van het reser-
voir op dat deze is gevuld met water en dat bij
de armaturen het water zonder luchtbellen vrij-
komt!
9 Reserveonderdelenlijst
1
2
Afb. 3: Reserveonderdelen
Wijzigingen in de afmetingen en de constructie,
door de technische vooruitgang, voorbehouden
Reserveonderdelenlijst
Nr. Omschrijving KPS 202 KPS 302
EDV-nr. EDV-nr.
1
Elektrische
bijverwarming
(verwarmingsstaaf max. 6 kW)
260063 260063
2 Dompelvoeler 259062 259062
Reserveonderdelen niet afgebeeld
Deksel 1126800 1126805
Foliehuls 1126801 1126806
Rozettenset 1/2" 1126803 1126803
Rozettenset 1 1/2" 1126802 1126802
Rozettenset 2" 1126804 1126804
Bij reserveonderdeelbestellingen naast het EDV-nr.
graag ook altijd het apparaatnummer en apparaat-
type (zie typeplaatje) opgeven!
13
10 Index
A
Aansluitingen ......................... 8, 9
Afmetingen
KPS 202 .............................8
KPS 302 .............................9
Afvoeren van de apparaten en componenten ... 6
Afvoeren van de verpakking ................6
Apparaatgegevens ....................... 7
B
Bedoeld gebruik ......................... 6
Bedrijfsdruk .............................7
Bedrijfstemperatuur .......................7
Beschrijving ............................10
Bijverwarming, elektrisch ..................11
Buiten bedrijf stellen
langdurig ........................... 13
tijdelijk ............................. 13
E
Elektrische bijverwarming ................. 11
G
Garantie ............................... 6
Gewicht ................................7
I
Installatie .............................. 11
M
Milieubescherming ....................... 6
Montage .............................. 10
N
Nominale inhoud ......................... 7
O
Onderhoud ............................ 12
R
Recycling .............................. 6
Reserveonderdelen bestellen .............. 13
Reserveonderdelenlijst ................... 13
S
Sensoren .............................8, 9
T
Technische gegevens ..................... 7
V
Veiligheid
Algemene ............................4
Eigenhandig herstellen van reserveonder-
delen ............................... 5
Eigenhandige modificaties .............. 5
Gevaren bij het niet-opvolgen van de veilig-
heidsvoorschriften ..................... 4
Kwalificaties van het personeel ........... 4
Markering van instructies ................ 4
Opmerkingen voor de exploitant ...........5
Opmerkingen voor inspectiewerkzaamheden 5
Opmerkingen voor montagewerkzaamheden 5
Veiligheidsbewust werken ............... 5
Verzorging .............................12
REMKO Reservoirsystemen
14
REMKO KWALITEIT MEET SYSTEEM
Air-Conditioning | Warmte | Nieuwe energievormen
+49 (0) 5232 606-0
+49 (0) 5232 606-260
Internet www.remko.de
REMKO GmbH & Co. KG
Klima- und Wärmetechnik
Im Seelenkamp 12
32791 Lage
Hotline Nationaal
+49 (0) 5232 6 06-0
Hotline Internationaal
+49 (0) 5232 606-130
Telefoon
Fax
Technische wijzigingen voorbehouden, gegevens onder voorbehoud!
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Remko KPS302 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor