ProForm PFEVRW41019 de handleiding

Type
de handleiding
Serienummer-
sticker
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PFEVRW41019.0
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
iconeurope.com
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u de
apparatuur gebruikt. Bewaar
deze handleiding voor latere
raadpleging.
KLANTENSERVICE
Neem contact op met de
Klantenservice (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
De hier afgebeelde waarschu-
wingsstickers worden bij dit
product meegeleverd. Bevestig
de waarschuwingsstickers op
de aangegeven locatie bovenop
de Engelse waarschuwingen.
Als een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is, belt u het
nummer op de voorkant van
deze handleiding en vraagt u
om een gratis vervangende
sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De
stickers worden mogelijk niet op
ware grootte weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE ROEITRAINER GEBRUIKEN ..............................................................11
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING .....................................................21
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................22
ONDERDELENLIJST .......................................................................24
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RESERVEONDERDELEN BESTELLEN ..................................................Achterzijde
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterzijde
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App Store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google LLC. Het woordmerk Bluetooth
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
en worden onder licentie gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS
en andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding, en alle waarschuwingen op uw roeitrainer voordat u deze gebruikt om het risico
op ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
opgelopen door dit product of tijdens het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om ervoor te zorgen dat alle
gebruikers van de roeitrainer goed geïnfor-
meerd zijn over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen ouder dan 35 jaar
of met gezondheidsproblemen.
3. De roeitrainer is niet bedoeld om gebruikt te
worden door personen met verminderd licha-
melijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen
of met een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij er toezicht is of tenzij zij instructies
hebben ontvangen over het gebruik van
de roeitrainer door iemand die voor hun
veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de roeitrainer alleen zoals in deze
handleiding is beschreven.
5. De roeitrainer is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de roeitrainer
niet voor zakelijke, institutionele of
verhuurdoeleinden.
6. Houd de roeitrainer binnenshuis en uit de
buurt van vocht en stof. Plaats de roeitrainer
niet in een garage, op een overdekt terras of
bij water.
7. Plaats de roeitrainer op een vlakke onder-
grond met een matje eronder om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Zorg
dat er minstens 0,6 m ruimte rondom de
roeitrainer is.
8. Controleer de onderdelen elke keer dat de
roeitrainer wordt gebruikt en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd kinderen jonger dan 16 jaar en
huisdieren altijd bij de roeitrainer vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
roeitrainer gebruikt. Draag nooit losse
kleding die in de roeitrainer bekneld kan
raken. Draag altijd sportschoenen voor
voetbescherming.
11. De roeitrainer is niet geschikt voor gebruik
door personen die meer dan 115 kg wegen.
12. Houd uw rug tijdens het gebruik van de
roeitrainer altijd recht. Krom uw rug niet.
13. Laat de roeistang niet los als het koord is
uitgerold.
14. Overtraining kan tot ernstig letsel of tot
de dood leiden. Als u tijdens het trainen
uitgeput raakt of pijn voelt, stop dan onmid-
dellijk en zorg dat u afkoelt.
4
Bedankt dat u voor de nieuwe PROFORM
®
750 R roei-
trainer heeft gekozen. Roeien is een effectieve training
voor het verbeteren van het hart- en vaatstelsel, het
opbouwen van uithoudingsvermogen en een sterker
lichaam. De 750 R roeitrainer is ontworpen om u te
laten genieten van deze effectieve oefening binnen de
comfort en privacy van uw eigen huis.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat
u de roeitrainer gebruikt. Raadpleeg de voorkant
van deze handleiding als u na het doorlezen van de
handleiding nog vragen hebt. Noteer van dit product
het model- en serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn. U
vindt het modelnummer en de serienummersticker op
de voorkant van deze handleiding.
Bekijk onderstaande afbeelding voor een overzicht van
alle onderdelen van de roeitrainer.
Opbergklem
Railhendel
Onderstelhendel
Wiel
Voetsteun
Zitting
Rail
Roeistang
VOORDAT U BEGINT
Lengte: 221 cm
Breedte: 56 cm
Gewicht: 48 kg
Riem
Knop
Bedieningspaneel
Verstelbare Hals
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg onderstaande afbeelding voor een overzicht van alle kleine onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel. U vindt alle onderdelen terug in de ONDERDELEN-
LIJST achterin deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als
er een onderdeel lijkt te ontbreken, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
M8 x 35mm Schroef
(82)–4
M10 x 14mm
Schroef (61)–2
M4 x 19mm
Schroef (69)–2
M4 x 16mm
Schroef (68)–2
M4 x 8mm
Schroef (104)–2
M4 x 12mm
Schroef (105)–4
6
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
een verstelbare moersleutel
Gebruik geen elektrisch gereedschap, zodat u
schade aan onderdelen voorkomt.
MONTAGE
2. Als er nog verzendkokers (niet afgebeeld) aan
de roeitrainer zijn bevestigd, verwijdert u die en
gooit u ze weg.
Trek met hulp van een tweede persoon de Rail
(2) naar buiten en draai de Stabilisator (3) naar
beneden.
2
3
1
2
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product om:
• uw eigendom vast te leggen
uw garantie te activeren
prioriteit bij klantondersteuning te krijgen als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Hebt u geen toegang tot het internet? Bel
dan de Klantenservice (zie de voorkant van de
deze handleiding) om uw product te registreren.
7
3. Laat een tweede persoon de Rail (2) tijdens
deze stap vasthouden.
Bevestig de Stabilisator (3) aan het Onderstel (1)
met twee M10 x 14mm Schroeven (61).
Houd dan de Railhendel (34) vast, trek de Rail
(2) naar buiten en laat de Rail op de vloer rusten
(zie de afbeelding in stap 4).
61
3
4. Draai de Zitting (23) zoals is afgebeeld en schuif
de Zittingdrager (5) op de Rail (2).
4
23
2
2
5
34
3
1
8
5. Schuif de Zitting (23) op de voorkant van de Rail
(2).
Maak vervolgens de Achterste Stop (87) aan
de Rail (2) vast met twee M4 x 8mm Schroeven
(104).
Bevestig dan het Railkapje (38) aan de Rail (2)
met twee M4 x 19mm Schroeven (69).
2
5
6
38
69
69
87
23
104
105
105
77
84
75
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
6. Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(75) bij de Staander (77) vasthouden. Sluit de
Draad van de Staander (84) aan op de contact-
punten op het Bedieningspaneel.
De connector op de Draad van de Staander
(84) moeten eenvoudig in de aansluiting glij-
den en op hun plaats klikken. Als de connector
niet eenvoudig in de aansluiting glijdt, draait u
de connector en probeert u het opnieuw. Als
u de connector niet goed verbindt, kan het
Bedieningspaneel (75) beschadigd raken als
u de roeitrainer gebruikt.
Stop het overschot aan draad in de Staander
(77) of het Bedieningspaneel (75).
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen
te zitten. Bevestig het Bedieningspaneel (75)
aan de Staander (77) met vier M4 x 12mm
Schroeven (105). Draai eerst alle Schroeven
aan en draai ze daarna vast.
9
7. Sluit, terwijl een tweede persoon het Bedie-
ningspaneel (75) en de Staander (77) bij het
Onderstel (1) houdt, de Draad van de Staander
(84) aan op de Hoofddraad (109). Steek het
overschot aan draad in het Onderstel.
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen
te zitten. Bevestig de Staander (77) aan het
Onderstel (1) met vier M8 x 35mm Schroeven
(82). Draai eerst alle Schroeven aan en draai
ze daarna vast.
7
82
77
1
84
75
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
109
8. Verwijder de Knop (78) van de Staander (77).
Pak vervolgens de Rechter- en Linkerkap van de
Staander (80, 81) en draai ze zoals afgebeeld.
Druk de Rechter- en Linkerkap van de Staander
(80, 81) samen rond de Staander (77) en maak
ze aan de Staander vast met twee M4 x 16mm
Schroeven (68).
Steek dan de Knop (78) in de Rechterkap van de
Staander (80) en draai die in de Staander (77)
vast.
8
81
80
77
68
68
78
10
9
108
9. Steek de Stroomadapter (108) in de aansluiting
op het onderstel van de roeitrainer.
Let op: Bekijk DE STROOMADAPTER INSTE-
KEN op bladzijde 11 om de Stroomadapter (108)
in een stopcontact te steken.
10. Zorg dat alle onderdelen goed vastzitten. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje
onder de roeitrainer om de vloer te beschermen.
11
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de roeitrainer aan
koude temperaturen is blootgesteld, deze op kamer-
temperatuur komen voordat u de Stroomadapter
(A) insteekt. Doet u dit niet, dan kan het bedie-
ningspaneel of andere elektrische componenten
beschadigd worden.
Steek de
Stroomadapter
(A) in de aan-
sluiting op het
onderstel van
de roeitrai-
ner. Gebruik
indien nodig
een verloop-
stekker voor de
Stroomadapter.
Steek vervolgens de Stroomadapter in een stopcon-
tact dat is geïnstalleerd volgens de lokale wetten en
verordeningen.
DE VOETKUSSENS BIJSTELLEN
Ga eerst op de zitting zitten en plaats uw voeten op de
Voetkussens (B).
Druk vervolgens
op de Beugel
van de Voetsteun
(C), schuif het
Voetkussen (B)
in de gewenste
stand en laat de
Beugel van de
Voetsteun los
zodat het Lipje
(D) in een gleuf
van het Voetkussen klikt. Maak vervolgens de gesp
over uw voet vast.
Stel het andere voetkussen op dezelfde manier bij.
Controleer of beide voetkussens in dezelfde positie
staan.
DE BEELDHOEK VAN HET BEDIENINGSPANEEL
BIJSTELLEN
Draai de Knop
(E) los, schuif
de Hals (F) in de
gewenste hoek
en draai de Knop
weer vast om het
bedieningspaneel
in de gewenste
beeldhoek vast
te zetten. Houd
het bedie-
ningspaneel
niet vast en trek er ook niet aan.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De Tablethouder (G) is ontwikkeld
voor de meest voorkomende tabletformaten. Plaats
geen ander elektronisch apparaat of object in de
Tablethouder.
Plaats de onder-
ste rand van
de tablet in de
houder om een
tablet in de
Tablethouder
(G) te steken.
Trek vervolgens
het lipje over
de bovenrand
van de tablet.
Controleer of de tablet stevig in de Tablethouder
zit. Volg bovenstaande stappen in omgekeerde volg-
orde als u de tablet uit de Tablethouder wilt halen.
A
B
D
C
E
F
G
DE ROEITRAINER GEBRUIKEN
12
DE ROEITRAINER INKLAPPEN EN OPBERGEN
U kunt de roeitrainer inklappen om ruimte te bespa-
ren. Berg de roeitrainer op waar kinderen hem niet
kunnen laten omvallen. Koppel de stroomadapter los
wanneer u de roeitrainer voor langere tijd opbergt.
Als u de roeitrainer wilt opbergen, schuift u eerst de
Zitting (H) naar de achterkant van de Rail (I).
Houd vervolgens de Onderstelhendel (J) en de
Railhendel (K) vast en til ze op. Kantel de roeitrainer
naar voren op de Schermen (L, M) en de Opbergpoten
(N) (zie de afbeelding rechts).
Trek dan de Railhendel (K) naar binnen totdat de
Opbergklem (O) in de stang in de Stabilisator (P)
vastklikt.
Als u de roeitrainer wilt uitklappen, plaatst u eerst
uw voet op een Stabilisatorvoet (Q) en trekt u de
Railhendel (K) naar buiten om de Opbergklem (O) los
te maken.
Houd dan de Railhendel (K) en de Onderstelhendel (J)
vast, trek de Railhendel dan naar buiten en laat de Rail
(I) op de vloer zakken.
H
I
K
J
O
N
L, M
J
Q
Q
O
I
P
K
13
DE UITGEKLAPTE ROEITRAINER VERPLAATSEN
Ga achter de
roeitrainer staan
en til de Rail
(I) op totdat de
roeitrainer op
de wielen rolt.
Verplaats de
roeitrainer dan
voorzichtig naar
de gewenste plek
en laat de Rail op
de vloer zakken.
Houd het bedieningspaneel niet vast en trek er ook
niet aan als de roeitrainer wordt verplaatst.
DE INGEKLAPTE ROEITRAINER VERPLAATSEN
Zie DE ROEITRAINER INKLAPPEN EN OPBERGEN
op bladzijde 12 en klap de roeitrainer in. Houd dan
de Onderstelhendel (J) vast, plaats uw voet op een
Stabilisatorvoet (Q) en kantel de roeitrainer totdat
deze op de wielen rolt. Verplaats de roeitrainer voor-
zichtig naar de gewenste plek en kantel deze dan in
de opbergstand. Houd het bedieningspaneel niet
vast en trek er ook niet aan als de roeitrainer wordt
verplaatst.
ROEIEN MET DE ROEITRAINER
Ga op de zitting zitten, plaats uw voeten op de
voetsteunen en stel de riemen bij, zodat deze om uw
voeten passen. Houd dan de roeistang met een over-
handse greep vast.
De juiste manier van roeien bestaat uit drie fases:
1. De eerste fase is de GREEP. Schuif de zitting
naar voren, totdat uw knieën uw bovenlichaam
bijna raken. Trek de roeistang naar u toe tot uw
handen zich boven uw voeten bevinden.
2. De tweede fase is de AANDRIJVING. Duw met
uw benen naar achteren. Leun vanuit uw heupen
(niet vanuit de taille) lichtjes naar achteren terwijl
u uw rug recht houdt. Trek de roeistang naar uw
bovenlichaam toe terwijl u uw benen strekt. Houd
uw ellebogen naar buiten.
3. De derde fase is de FINISH. Uw benen moeten
bijna gestrekt zijn. Trek de roeistang verder naar u
toe tot uw handen op gelijke hoogte van uw borst-
kas zijn.
Strek uw armen na de FINISH-fase naar voren en trek
de zitting met uw benen naar voren. Herhaal de drie
fasen in een soepele, vloeiende beweging. Vergeet
niet om tijdens het roeien normaal te ademen. Houd
uw adem nooit in.
I
J
Q
14
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzes om uw
trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Gebruikt u de handmatige modus, dan kunt u de
weerstand van de roeistang met een druk op de toets
bijstellen. Het bedieningspaneel geeft tijdens uw trai-
ning doorlopend trainingsinformatie weer.
U kunt zelfs uw hartslag meten met een com-
patibele hartslagmonitor. Zie bladzijde 18 voor
informatie over de aanschaf van een optionele
borstkashartslagmonitor.
Ook kunt u uw tablet op het bedieningspaneel aanslui-
ten en de iFit
®
–Smart Cardio Equipment app gebruiken
om trainingsinformatie vast te leggen en bij te houden.
Het bedieningspaneel bevat ook een selectie vooraf
ingestelde trainingen. De weerstand van de roeistang
wordt tijdens iedere vooraf ingestelde training automa-
tisch veranderd terwijl u door een doeltreffende training
geleid wordt.
Sluit uw eigen audiospeler aan op de geluidsinstallatie
van het bedieningspaneel om tijdens het trainen naar
uw favoriete muziek of audioboeken te luisteren.
Zie bladzijde 15 voor informatie over de handmatige
modus. Zie bladzijde 17 voor informatie over vooraf
ingestelde trainingen. Zie bladzijde 18 voor informa-
tie over het geluidssysteem. Zie bladzijde 19 voor
informatie over het aansluiten van een tablet op het
bedieningspaneel. Zie bladzijde 19 voor informatie
over het aansluiten van uw hartslagmonitor op het
bedieningspaneel. Zie bladzijde 20 voor het wijzigen
van de bedieningspaneelinstellingen.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Fletch
ERWPF58118
ERWPE41019
PFRW58118
PFEVRW41019
BEDIENINGSPANEEL-
OVERZICHT
15
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Begin te roeien of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het aan te zetten.
Het display gaat aan als het bedieningspaneel
inschakelt. Op dat moment is het bedieningspaneel
dan klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
U kunt de handmatige modus opnieuw inschakelen
als u al een training hebt gekozen. Druk hiervoor
meerdere keren op een van de toetsen Workouts
(trainingen), totdat er nullen op het display worden
weergegeven.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
roeistang.
Druk op de toets Start of begin te roeien om de
handmatige modus te starten.
U kunt de weerstand van de roeistang tijdens
het roeien aanpassen. Druk op een van de
genummerde toetsen Quick Resistance (snelle
weerstand) of druk op de toenametoets en afname-
toets Quick Resistance (snelle weerstand) om de
weerstand te wijzigen.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de roeitrainer het gewenste weer-
standsniveau bereikt.
4. Bekijk uw voortgang op het display.
Het display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Geeft in de handmatige
modus en de meeste vooraf ingestelde trainingen
een schatting weer van het aantal calorieën dat
u hebt verbrand. Kiest u een calorietraining, dan
geeft het display het geschatte aantal calorieën
weer dat u nog moet verbranden.
CALS/HR (calorieën per uur) – Geeft een schat-
ting weer van het aantal calorieën dat u per uur
verbrandt.
M (afstand) – De afstand die u in meters heeft
geroeid.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Geeft uw hart-
slag weer als u de handgreep-hartslagmonitor of
een geschikte hartslagmonitor (zie stap 5) gebruikt.
RESIST (weerstand) – Geeft het weerstandsni-
veau van de roeistang weer.
Strokes (slagen) – Het aantal roeislagen dat u
heeft voltooid tijdens uw training.
SPM (slagen per minuut) – Het aantal roeislagen
dat u per minuut maakt.
K PH (snelheid) – Uw roeisnelheid in kilometers
per uur.
Time (tijd) – Geeft in de handmatige modus of
calorietraining de verstreken tijd weer. Als u een
vooraf ingestelde training selecteert, wordt de res-
terende tijd weergegeven.
Watts (watt) – Geeft uw geschatte vermogen in
watt weer.
500 M SPLIT (split op 500 meter) – Uw roeisnel-
heid in het aantal minuten dat het duurt om 500
meter te roeien.
Druk herhaaldelijk
op de toets Display
(A) om de gewenste
trainingsinformatie
weer te geven.
A
B
C
16
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Druk op de toets
Scan (B) om de scanmodus aan te zetten. De sca-
nindicator (D) en het woord SCAN worden dan op
het display weergegeven.
Als u de scancyclus handmatig verder wilt laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Druk op de toets Display om de scanmodus uit
te zetten. De scanindicator en het woord SCAN
worden dan niet meer op het display weergegeven.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om doorlo-
pend alleen gewenste trainingsinformatie weer te
geven.
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display totdat de trai-
ningsinformatie op de display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens op de toets Add/Remove (toevoe-
gen/verwijderen) (C) om trainingsinformatie toe te
voegen aan of te verwijderen uit de scancyclus.
Als u trainingsinformatie toevoegt, wordt de
daaraan gekoppelde indicator op het display weer-
gegeven. Als u trainingsinformatie verwijdert,
wordt de daaraan gekoppelde indicator niet meer
op het display weergegeven.
Druk daarna op de toets Scan om de scanmodus
aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch uw
hartslag in de scancyclus weer wanneer het een
hartslag van een hartslagmonitor herkent.
Druk op de toename-
toets en afnametoets
Vol (volume) om het
volumeniveau van het
bedieningspaneel te
wijzigen.
Stop met roeien of druk op de toets End (einde) om
het bedieningspaneel te pauzeren. Als het bedie-
ningspaneel wordt onderbroken, knippert de tijd op
het display. Begin weer te roeien om door te gaan
met uw training.
Druk herhaaldelijk op de toets End (einde) om de
training te stoppen.
5. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Zie bladzijde 18 voor meer
informatie over de optionele hartslagmonitor. Let
op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth
®
Smart-hartslagmonitoren.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het display.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Indien de roeistang enkele seconden niet beweegt,
zal het bedieningspaneel pauzeren en zal de tijd op
de display knipperen. Begin weer te roeien om de
training te hervatten.
Als u de roeistang enkele minuten niet beweegt en
niet op de toetsen drukt, dan schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
roeitrainer wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
demostand aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE BEDIENINGSPANEELINSTEL-
LINGEN WIJZIGEN op bladzijde 20 voor meer
informatie.
D
17
EEN VOORAF INGESTELDE TRAINING
GEBRUIKEN
1. Begin te roeien of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het aan te zetten.
Het display gaat aan als het bedieningspaneel
inschakelt. Op dat moment is het bedieningspaneel
dan klaar voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde training.
Druk herhaaldelijk op de toets Calorie, Time (tijd) of
Interval Workouts (intervaltrainingen) tot de naam
van de gewenste training op het display wordt
weergegeven om een vooraf ingestelde training te
kiezen.
Een paar seconden nadat u op een toets drukt,
wordt de duur van de training of het aantal te
verbranden calorieën op het display weergegeven.
Ook het maximale weerstandsniveau kan worden
weergegeven.
3. Start de training.
Druk op de toets Start of begin met roeien om de
training te starten.
Calorie- en Interval-trainingen – Elke Calorie- en
Interval-training wordt onderverdeeld in segmen-
ten van één minuut. Er is één weerstandsniveau
geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Het
zelfde weerstandsniveau kan worden geprogram-
meerd voor opeenvolgende segmenten.
Als er een ander weerstandniveau voor het vol-
gende segment is geprogrammeerd, dan wordt dat
niveau als waarschuwing enkele seconden op het
display weergegeven. Vervolgens verandert de
weerstand van de roeistang.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment te hoog of te laag is, kunt u de instelling
handmatig veranderen met de toetsen Quick
Resistance (snelle weerstand). BELANGRIJK:
De roeistang zal, wanneer het huidig segment
van de training eindigt, automatisch aan de
geprogrammeerde weerstandsinstelling van het
volgend segment aangepast worden.
Dit blijft zo doorgaan tot het laatste segment
eindigt. Stop met roeien of druk op de toets End
(einde) om het bedieningspaneel te pauzeren. Als
het bedieningspaneel wordt onderbroken, knippert
de tijd op het display. Begin weer te roeien om door
te gaan met uw training.
Druk herhaaldelijk op de toets End (einde) om de
training te stoppen.
Time (tijd) trainingen – Elke Time (tijd) training
is onderverdeeld in segmenten van één minuut. U
kunt het weerstandsniveau en uw roeisnelheid tij-
dens elk segment van een Time (tijd) training naar
wens aanpassen.
Dit blijft zo doorgaan tot het laatste segment
eindigt. Stop met roeien of druk op de toets End
(einde) om het bedieningspaneel te pauzeren. Als
het bedieningspaneel wordt onderbroken, knippert
de tijd op het display. Begin weer te roeien om door
te gaan met uw training.
Druk herhaaldelijk op de toets End (einde) om de
training te stoppen.
4. Bekijk uw voortgang op het display.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
5. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
18
HET AUDIOSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit uw eigen audiospeler aan op het bedie-
ningspaneel met een 3,5 mm mannetje tot mannetje
audiokabel om muziek of audioboeken via het bedie-
ningspaneel tijdens de training te beluisteren. Zorg
ervoor dat de audiokabel goed aangesloten is. Let
op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om
een audiokabel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de
play-toets van uw eigen
audiospeler. Pas het volume
aan met de toenametoets
of afnametoets Vol (volume)
op het bedieningspaneel of
met de volumeregelaar van uw eigen audiospeler.
DE OPTIONELE BORSTKASHARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden en op de juiste intensiteit te trainen. Met
de optionele hartslagmonitor kunt u tijdens de training
voortdurend uw hartslag meten. Dat zal u helpen uw
persoonlijke tnessdoelen te behalen. Kijk op de
voorkant van deze handleiding voor meer infor-
matie over het aanschaffen van een optionele
borstkashartslagmonitor.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth
®
Smart-hartslagmonitoren.
19
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar tablets via de iFit–Smart Cardio
Equipment app en naar compatibele hartslagmonito-
ren. Let op: Andere Bluetooth-verbindingen worden
niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFit–Smart Cardio
Equipment app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet de App
Store℠ of Google Play™. Zoek naar de gratis iFit–
Smart Cardio Equipment app en installeer deze
op uw tablet. Zorg ervoor dat Bluetooth op uw
tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit–Smart Cardio Equipment app
en volg de instructies om een iFit-account aan te
maken en de instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor aan op het
bedieningspaneel.
Wilt u zowel uw hartslagmonitor als uw tablet op
het bedieningspaneel aansluiten? Verbind dan
eerst uw hartslagmonitor en daarna uw tablet.
Zie rechts UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN.
3. Sluit uw tablet aan op het bedieningspaneel.
Druk op het bedieningspaneel op de toets iFit
Sync. Het koppelingsnummer van het bedie-
ningspaneel wordt op het display weergegeven.
Volg vervolgens de instructies op de iFit–Smart
Cardio Equipment app om uw tablet op het bedie-
ningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
de ledverlichting op het bedieningspaneel blauw.
4. Leg uw trainingsinformatie vast en houd die bij.
Volg de instructies op de iFit–Smart Cardio
Equipment app om uw trainingsinformatie vast te
leggen en bij te houden.
5. Ontkoppel uw tablet van het bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFit–Smart Cardio Equipment app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de ledverlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclu-
sief tablets, hartslagmonitoren, etc.) worden dan
ontkoppeld.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
®
Smart-hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen. Als
de verbinding tot stand is gebracht, knippert de ledver-
lichting op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel
wilt ontkoppelen, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de ledverlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het bedie-
ningspaneel en andere toestellen (inclusief tablets,
hartslagmonitoren, etc.) worden dan ontkoppeld.
20
DE BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te kiezen, druk op de
toets Settings (instellingen). Het eerste instellingen-
scherm wordt dan op het display weergegeven.
Let op: Als u de handmatige modus of een vooraf
ingestelde training gebruikt, drukt u herhaaldelijk
op de toets End (einde) om uw training te beëin-
digen voordat u op de toets Settings (instellingen)
drukt.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3. Verander de instellingen.
Softwareversienummer – Geeft het softwarever-
sienummer op het display weer.
Displaytest – Wordt door onderhoudsmonteurs
gebruikt om te bepalen of het display correct werkt.
Toetstest – Wordt door onderhoudsmonteurs
gebruikt om te bepalen of een bepaalde toets cor-
rect werkt.
Totale Tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het
display weer. De display toont bovendien het totaal
aantal uren die de roeitrainer is gebruikt.
Totale Afstand – De letters KM (kilometer) ver-
schijnen in de display. De display zal de totale
afstand in kilometers die de roeitrainer heeft afge-
legd, aangeven.
Contrastniveau – Het geselecteerde con-
trastniveau verschijnt in de display. Druk op de
toenametoets en afnametoets Quick Resistance
(snelle weerstand) om het contrastniveau in te
stellen.
Demomodus – Geeft de geselecteerde demomo-
dus op het display weer. Het bedieningspaneel
toont een demostand, die ontwikkeld is voor
gebruik als de roeitrainer wordt geëtaleerd in een
winkel. Als de demostand aan staat, gaat het
bedieningspaneel niet uit en reset het display niet
als u klaar bent met trainen. Druk herhaaldelijk
op de toenametoets Quick Resistance (snelle
weerstand) om een demomodusoptie te kiezen.
Selecteer DON (demo aan) om de demomodus
aan te zetten. Selecteer DOFF (demo uit) om de
demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingenmodus te verlaten.
21
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en de vermindering van slijtage. Controleer de
onderdelen elke keer dat de roeitrainer wordt gebruikt
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de roeitrainer schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
Maak, voor de beste resultaten, de rail, de zittingdrager
en de dragerrollers dagelijks schoon.
BEDIENINGSPANEELPROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Bel met het nummer op de voorkant van deze
handleiding als u vervangende stroomadapter wilt.
BELANGRIJK: Gebruik alleen een door de fabrikant
geleverde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel gegevens niet goed weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Zie GEDETAILLEERDE TEKENING B op bladzijde
27. Ga naar het Rechter- en Linkerscherm (7, 8).
Verwijder de vier M4 x 19mm Schroeven (69) en de
negen M4 x 16mm Schroeven (68) van het Rechter- en
Linkerscherm. Verwijder dan voorzichtig het Rechter-
en Linkerscherm.
Zoek de Snelheidssensor (47). Draai het Linkervlieg-
wiel (4) tot een Magneet (85) op gelijke hoogte is met
de Snelheidssensor. Maak vervolgens de twee aange-
geven M4 x 19mm Schroeven (69) iets los, schuif de
Snelheidssensor iets dichter naar de Magneet toe of
verder ervan af en maak de Schroeven weer vast.
Draai het Linkervliegwiel (4) zo, dat de Magneet (85)
meerdere keren langs de Snelheidssensor (47) komt.
Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel de
juiste informatie weergeeft.
Als u de snelheidssensor juist heeft afgesteld, maakt u
alle onderdelen weer vast.
4
69
85
47
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
22
De volgende richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van
uw trainingsprogramma. Raadpleeg een specialistisch
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor meer
informatie. Onthoud dat goede voeding en voldoende
rust essentieel zijn voor een goed resultaat.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: de beste resultaten
behaalt u door de juiste hartslag tijdens uw training te
behouden en op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. De onderstaande tabel geeft
de aanbevolen hartslag weer voor aerobictraining en
het verbranden van vet.
Bekijk de leeftijden (afgerond op tien jaar) onderaan
het overzicht om het juiste intensiteitsniveau te bepa-
len. De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw
“trainingszone”. Het onderste getal van de drie is de
hartslag voor vetverbranding, het middelste is de hart-
slag voor maximale vetverbranding en het bovenste is
de hartslag voor aerobictraining.
Vet Verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten van een training
verbruikt uw lichaam koolhydraten. Pas na de eerste
minuten training begint uw lichaam met het verbranden
van opgeslagen vetcalorieën voor energie. Als u vet
wilt verbranden, stelt u de intensiteit van uw training
in totdat uw hartslag rond het laagste getal van uw
trainingszone zit. Als u maximaal vet wilt verbranden,
traint u totdat uw hartslag rond het middelste getal van
uw trainingszone ligt.
AerobictrainingAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, dan moet u een aerobic-
trainingen uitvoeren. Onder die trainingen vallen
activiteiten die over langere perioden grote hoeveelhe-
den zuurstof vereisen. Als u aerobictraining wilt doen,
stelt u de intensiteit van uw training in totdat uw hart-
slag rond het hoogste getal van uw trainingszone zit.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols
zoals is afgebeeld.
Neem uw hartslag
gedurende zes secon-
den op en vermenigvuldig het resultaat met tien om uw
hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartslagen in
zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140 slagen
per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Opwarming – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in bij het
uitvoeren van de training. Houd uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie op
peil te houden of te verbeteren. Na een aantal maan-
den kunt u dit uitbouwen naar vijf trainingen per week.
Onthoud, de sleutel tot succes is dagelijks met plezier
trainen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
oefenprogramma begint. Dit is vooral belang-
rijk voor personen ouder dan 35 jaar of met
gezondheidsproblemen.
TRAININGSRICHTLIJNEN
23
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw
uitgestrekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings,
onderrug en liezen.
3. Strekken van kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achterste
voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt
u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast
en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Quadriceps en heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal
dit 3 keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
24
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 1 Onderstel
2 1 Rail
3 1 Stabilisator
4 1 Linkervliegwiel
5 1 Zittingdrager
6 2 Ring
7 1 Rechterscherm
8 1 Linkerscherm
9 2 Schijf
10 1 Doorvoerhuls van de Riem
11 1 Bungeekoord
12 1 Roeistang/riem
13 1 Veer
14 1 Huls van Rechterhals
15 1 Huls van Linkerhals
16 2 Riem van de Voetsteun
17 1 Rechtervoetsteun
18 1 Rechtervoetkussen
19 1 Beugel van de Rechtervoetsteun
20 1 Beugel van de Linkervoetsteun
21 1 Linkervoetsteun
22 1 Linkervoetkussen
23 1 Zitting
24 2 Lager A
25 4 Borgring
26 2 Askap
27 2 Lager B
28 2 Gegolfde Sluitring
29 1 Katrolmodule
30 1 As
31 2 Zwenkashuls
32 2 Voorste Stop
33 1 Bumper
34 1 Railhendel
35 1 Opbergklem
36 2 Railvoet
37 2 Kleine Dragerroller
38 1 Railkapje
39 2 Grote Dragerroller
40 2 Drageras
41 2 Stabilisatorvoet
42 4 Wiel
43 2 Opbergpoot
44 5 Kleine Railkatrol
45 1 Riemroller A
46 2 Riemas
47 1 Snelheidssensor/draad
48 1 Onderstelkatrol
49 1 Onderstelvoet
50 1 Klem
51 1 Roeistangsteun
52 1 Onderstelhendel
53 1 Zwenkas
54 3 17mm Tussenstuk
55 4 2,3mm Tussenstuk
56 9 M6 x 15mm Sluitring
57 10 M6 Borgmoer
58 2 M8 x 22mm Sluitring
59 2 M8 x 12mm Schroef
60 1 M10 x 40mm Bout
61 2 M10 x 14mm Schroef
62 8 M5 Sluitring
63 8 M5 x 10mm Schroef
64 1 Rechtervliegwiel
65 12 M6 x 15mm Schroef
66 2 M10 Flensmoer
67 4 Grote Railkatrol
68 11 M4 x 16mm Schroef
69 22 M4 x 19mm Schroef
70 1 Riemroller B
71 10 M6 x 12mm Schroef
72 1 4,8mm Tussenstuk
73 1 Aardschroef
74 1 Eenrichtingslager
75 1 Bedieningspaneel
76 1 Hals
77 1 Staander
78 1 Knop
79 1 Doorvoerhuls van de Draad
80 1 Rechterkap van de Staander
81 1 Linkerkap van de Staander
82 4 M8 x 35mm Schroef
83 1 M8 x 50mm Zeshoekbout
84 1 Draad van de Staander
85 4 Magneet
86 5 M8 Borgmoer
87 1 Achterste Stop
88 2 Lagerbeugel
89 1 Verbindingsblok
90 1 Verbindingsarm
91 1 Magneetbeugel
92 1 58mm Katrolas
93 3 83mm Katrolas
94 2 Clip
95 4 M4 x 19mm Botte Schroef
96 1 M6 x 12mm Zeshoekschroef
ONDERDELENLIJST
Modelnr. PFEVRW41019.0 R0919A
25
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
97 1 M6 x 13mm Sluitring
98 1 M6 Sluitring
99 20 M4 x 12mm Botte Schroef
100 1 Weerstandsmotor
101 2 M5 Moer
102 1 Weerstandsschijf
103 1 M3 x 8mm Schroef
104 2 M4 x 8mm Schroef
105 8 M4 x 12mm Schroef
106 1 M10 Borgmoer
107 6 M4 x 10mm Schroef
108 1 Stroomadapter
109 1 Hoofddraad
* Gebruikershandleiding
* Montagegereedschap
26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
1
3
4
16
18
19
17
20
21
71
71
85
25
88
30
25
22
88
89
90
91
15
14
24
27
27
29
24
41
43
46
48
50
73
52
45
42
42
67
57
56
44
56
57
26
26
57
13
93
93
44
55
44
54
57
56
47
49
51
75
76
77
78
79
80
74
56
56
58
58
66
71
71
66
59
59
53
57
57
86
86
106
60
61
62
105
63
69
68
68
69
69
69
65
65
69
101
101
109
108
84
81
82
86
83
25
28
102
103
105
100
25
97
67
54
70
64
62
63
55
98
96
82
Modelnr. PFEVRW41019.0 R0919A
27
GEDETAILLEERDE TEKENING B
12
8
10
5
2
7
11
23
32
32
31
31
34
36
38
39
33
35
92
37
40
56
57
63
63
65
65
62
62
67
67
107
95
107
104
107
69
69
69
94
87
55
72
99
99
69
99
99
99
68
99
99
6
99
68
68
68
99
99
99
99
99
9
68
68
99
99
9
69
68
6
99
99
99
99
57
56
68
Modelnr. PFEVRW41019.0 R0919A
Onderdeelnr. 415703 R0919A Gedrukt in China © 2019 ICON Health & Fitness, Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van reserveonderdelen. Houd de volgende infor-
matie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het onderdeelnummer en de beschrijving van het reserveonderdeel (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
RESERVEONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet bij het normale huishoudelijke afval
worden weggegooid. Dit product moet na aoop van de levensduur overeen-
komstig de wetgeving worden gerecycled.
Neem contact op met een recyclingfaciliteit in uw regio die bevoegd is om dit type
afval in te zamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen
en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Als u meer informatie
nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact opne-
men met de winkel waar u dit product heeft gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEVRW41019 de handleiding

Type
de handleiding