-
72
-
3) Gebruik geen accessoires die niet
specifiek ontworpen en aanbevo-
len zijn door de fabrikant van het
gereedschap. Enkel het feit dat het
accessoire aan uw elektrisch gereed-
schap bevestigd kan worden bete-
kent niet dat dit veilig gebruikt kan
worden.
4) De nominale snelheid van het ac-
cessoire moet tenminste gelijk zijn
aan de maximum snelheid die op
het elektrisch gereedschap staat
aangegeven. Accessoires die sneller
draaien dan hun NOMINALE SNEL-
HEID kunnen stuk draaien en uit el-
kaar vliegen.
5) De buitendiameter en de dikte van
uw accessoire moet binnen de no-
minale capaciteit van uw elektrisch
gereedschap vallen. Accessoires
van een verkeerde maat kunnen niet
voldoende beveiligd of onder controle
gehouden worden.
6) De opsteekmaat van wielen, flen-
zen, steunplaten of andere acces-
soires moeten correct passen op
de as van het elektrisch gereed-
schap. Accessoires met opsteekga-
ten die niet overeenkomen met het
montagegedeelte van het elektrisch
gereedschap zullen uit balans raken,
overmatig trillen en verlies van con-
trole veroorzaken.
7) Gebruik geen beschadigde acces-
soires. Inspecteer voor elk gebruik
het accessoire zoals slijpwielen
op afgebroken stukjes en barsten.
Als het elektrisch gereedschap of
het accessoire is komen te vallen,
dit inspecteren op beschadiging
of een onbeschadigd accessoire
monteren. Plaats na het inspecte-
ren en monteren van een accessoi-
re uzelf en omstanders uit de buurt
van het vlak van het draaiende ac-
cessoire en laat het elektrisch ge-
reedschap gedurende één minuut
onbelast op maximum snelheid
draaien. Normaal zullen beschadig-
de accessoires tijdens deze testperi-
ode stuk gaan.
8) Draag beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepas-
sing gezichtsbescherming, oog-
bescherming of een veiligheids-
bril. Draag al naar gelang de om-
standigheden een stofmasker, ge-
hoorbescherming, handschoenen
en een werkschort dat slijpsel of
kleine materiaaldeeltjes kan tegen-
houden. De oogbescherming moet
rondvliegende deeltjes die door di-
verse werkzaamheden worden ge-
produceerd kunnen tegenhouden.
De oogbescherming moet rondvlie-
gende deeltjes die door diverse werk-
zaamheden worden geproduceerd
kunnen tegenhouden. Het stofmasker
of respirator moet deeltjes die door
uw werkzaamheden geproduceerd
worden kunnen filteren. Langdurige
blootstelling aan geluid met hoge in-
tensiteit kan tot gehoorverlies leiden.
9) Houd omstanders op veilige af-
stand van de werkplek. Alle perso-
nen die de werkplek betreden moe-
ten veiligheidsuitrusting dragen.
Materiaalfragmenten of een defect
geraakt accessoire kunnen wegsprin-
gen en letsel veroorzaken buiten de
onmiddellijke omgeving van de werk-
plek.
10) Houd het elektrisch gereedschap
enkel vast bij de geïsoleerde hand-
grepen tijdens het uitvoeren van
een karwei waarbij het snijacces-
soire in contact kan komen met
verborgen bedrading of het eigen
snoer. Wanneer een snijaccessoi-
re in aanraking komt met een kabel
die onder spanning staat, kunnen de
blootliggende metalen delen van het
elektrisch gereedschap onder span-
ning komen en de operator een elek-
trische schok toebrengen.
11) Plaats het snoer uit de buurt van
het draaiende accessoire. Als u de
controle verliest, kan het snoer door-
gesneden of verstrikt raken en kan
uw hand of arm in het draaiende ac-
cessoire getrokken worden.
12) Leg het elektrisch gereedschap
nooit neer totdat het accessoire
volledig tot stilstand is gekomen.